Zondag
6 Juni 1897.
5 centiemen per nummer.
52** Jaar 3165.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
DE BOEREN
HET SOCIALISM.
DE RING
Ne eomblel
Oorzaak en gevolg.
VEROORDEELD
Belgischen Volksbond.
Kwaad
LANDBOUW.
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
Yoor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Land.
Guique suum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen op
3' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 5 Juni 1897.
EN
Enkel uit taktiek, om te bedriegen, is
de leider der socialistische partij in België
begonnen met de klein landbouwers en
de kleine eigenaars toe te lachen en hen
te belooven dat hunne bezittingen zullen
geëerbiedigd worden.
Wij herhalen het, dat is slechts taktiek.
De socialisten kunnen zonder de kleine
boeren nooit aan do meerderheid gera
ken zij weten dat, zy zijn er van over
tuigd, en daarom willen zy ze in hunne
netten vangen,
Hoe dat
Door hen te belooven dat zij den klei
nen eigendom zullen sparen en verders
den landbouw zullen opbeuren.
Die omkeering van het socialism is ge
vaarlijk en daarom roepon wij tot de
katholieken Mannen, opgepast, de
vijand loert op uwe muren hij wil ze
innemen niet door macht of geweld maar
door list en bedrog. Het ruige monster
trekt een vossenvel aan. Onder dien vorm
is hij meer to duchten dan onder zijne
wezenlijke gedaante. Caveant, Consules
Wij hebben reeds bewezen dat het so
cialism den kleinen eigendom niet kan
spareu. Volgens art. 6 van hun leidschrift
moet de grond tot de algemeenheid, Staat
of Gemeente terugkeeren.
Geen onderscheid wordt er gemaakt.
Op het congres van Breslau in Duitsch
land mocht Liebknecht dan met recht en
rede verklaren dat de sociale deraokratie
de kleinen eigendom niet kon of niet
wilde sparen.
Als de roode Jacobijnen op de te vol
gen taktiek niet denken dan spreken zij
niet van de kleinen te sparen.
Zoo was 't geval dees dagen van Le
Peuple.
Zullen de socialisten de kleine land
bouwers helpen door het stemmen van
verscbiilige wetsontwerpen
Ja en neen.
Konden zij hun gedacht uitvoeren lijk
het is, zij zouden het niet doen. Wij zul
len dat aanstonds bewijzen.
Ja, zij zullen die wetsontwerpen stem
men, zekere ten minste uit taktiek. Zij
weten heel wel dat zonder hun die wets
ontwerpen zouden doorgaan. Hunnen te
genstand zou vruchteloos zijn en zonder
nut.
Wat kunnen zij er dus bij verliezen?
Maar of zij dit doen uit genegenheid
zie dat is een ander paar mouwen en wij
zeggen stellig neen.
Wij bewijzen het en vinden de beweeg
reden in het verdienstelijk werkje van
F. R. - Een wandelingsken door eenige
socialistische schriften, blad. 9.
Op het congres te Brussel in 1890 op
de zitting van 18 oogst, zegde Bebel
Wij willen de kwalen der huidige sa
menleving niet genezen. Men moet inte
gendeel de wonden open houden opdat de
tegenstrijdigheid der klassen te beter uit-
kome en de burgerij te eer verdwijne
waartoe zij is veroordeeld.
Schoone menschlievende taal.
Op den trein tusschen Kortrijk en Gent
zijn ten tijde der werkstakingen der Leie-
VAN DEN
Aartsbisschop BOONEN.
(1625).
2de VERVOLG.
Een wreede brand vernietigde zijn huis met
al hetgeen er in waa twee zyner kinderen
verloren er het leven in, en slechts na lange
pogingen ontkwam hij zelve het vuur, met
bet lichaam vol wonden en kneuzingen.
Die schrikkelijke ramp vernemende, had
de eerbiedvolle prelaat zijnen sekretaris naar
den armen timmerman gezonden om hem te
helpen. Doch de arme vader was verdwenen,
en niemand wist waar hij eene schuilplaats
was gaan zoeken.
Reeds waren er twee jaren sedert het af
branden van Van Effens huis verloopen.
Van hem of van zijne familie had men niets
vernomen, en de Aartsbisschop was bijna
het voorgevallene vergeten.
Op het einde van den horfst des jaars 1625,
stad woorden in denzelfden zin uitge
sproken.
Nochtans hier volgt de perel. Zie bladz.
9 van voornoemd werkje.
Wanneer bijv. in het Engelsch par
lement ernstig ter sprake kwam, de
groote landgoederen in Ierland, uit de
handen van do landlords, bij kleine ge
deelten te doen overgaan aan arbeiders
en kleine pachters, om, onder zeer aan
nemelijke voorwaarden, die in eigendom
te verkrijgen, danbehoefteen socialist geen
oogenblik te aarzelen zulk een voorstel af
te stemmenhoe arbeiderlievend er zoo
eene wet ook moge uitzien immers, de
strekking is geheel en al tegenoverge
steld aan het beginsel van opheffing van
privaatbezit. Evenzoo als in Duitschland
of elders, mettertijd misschien nog van
burgerzijde, het voorstel mocht komen
uit de Staatskas voorschotten te verstrek
ken aau werklieden, om voor eigen reke
ning zaken te kunnen drijven, dan be
hoeft men, in zoo een geval, geen oogen
blik iu verdenking staan om er zich tegen
to verklaren. Want, hoewel zulke po
gingen, tegen het opslurpingsvermogen
van hot groot kapitaal toch schipbreuk
moeton leiden, kan het niet anders dan
vertragend voor de eindoplossing zijn,
wanneer de werkman zich maar een
oogenblik de schijnmogelijkheid geopend
ziet, privaat kapitaal te verwerven.
Hebt gij bet gelezen Hoe ijselijk
klinkt die kreet in de ooren «Weg met
deu kleinen eigeudom weg met de lots
verbeteringen voor den armen zwoeger
vau den buiten.
Vrienden wat zegt ge van zulke taal
Een blad dat hoogmoed en verwaand
heid voor duizend geuzenbladeren bezit,
schrijft in zijn nummer van 1 November
1896.
Iu Amerika zijn de priesters liberaal
in den vollen zin van 't woord.
Dat is ne comble. Wij gaau eens bewij
zen wat de geuzen zijn, want liberaal en
geus is betzelfde en zullen aanloonen dat
het pluimtje van verdraagzaamheid op
een vrijdenkershoed niet past eu dat de
geuzerij gansch wat anders is dan het
geen Dendcrgalm zich voorstelt.
Eerst de daden der geusjes.
In 1857 stormden do geuzen in het
huis van Volksvertegenwoordiger Coo-
mans. Daar wierd alles kort en klein ge
kapt. Iu de stad Brussel wierd overal
veel schade verricht aan de huizen der
katholieken.
Van 1870 tot 1878 volgt do eene schand
daad de andere op. Te Luik wierden
priesters, vrouwen en kinderen in de
Maas geworpen.
Te Mechelen stroomde het bloed. Te
Gent vielen de bedevaarders van Oostak
ker in eene hinderlaag weerdig der geu
zerij.
Iu 1879 begon de schooloorlog. De
katholieken wierden vervolgd en ge
plaagd. Nooit zag men eene hatelijkere
regeering aan 't roer. Men wilde Duitsch
land naapen en Zwitserland waar de ge
loofsvervolging woedde.
Wat verdraagzame kwasten, die geuzenl
Nu hunne leerstelsels.
Het Journal de Gand Het libera
lism is de vrijdenkerij of het is niets.
deed de prelaat een herderlijk bezoek in zijn
bisdom. Te lleyst op den Berg, een groot en
rijk dorp, eenige mijlen van Mechelen gele
gen, bad hij het middagmaal genomen, en hij
maakte zich vaardig om naar de stad terug te
keeren, hoewel het reeds laat werd en niette
genstaande het vriendelijk aandringen van
den pastoor van het vlek, omdat hij den nacht
in de pastorij zon hebben doorgebracht. Om
hem des te beter te overhalen, had de goede
priester hem het gevaar dezer reis voor oogen
gelegd, dewijl de groote bosschen, die gedeel
telijk de dorpen Sto Catharina Waver en
Rutte, waardoor de Aartsbisschop zon trek
ken, tot gewone schuilplaats verstrekten aan
menigvuldige baanstroopers en kwaaddoeners
welke destijds verscheidene deelen van het
land verontrusteden. Bijna iederen dag hoor
de men van schrikkelijke moorden en gewel
dige dieverijen spreken, die op de groote ba-
non werden gepleegd, 's Lands policie was
machteloos om zich tegen al die buitenspo
righeden te verzetten, welke zich immer met
cone ongemeene stoutheid vernieuwen.
In de nabijheid van Putte, was er onder
Dendcrgalm Het is goed paters en
pastoors aan de grenzen te zetten.
Herman Pergameni: Het gevang,
de boeten, de verbanning zijn wettelijke
middelen, waarom ze niet tegen de ka
tholieken in 't werk gezet
Emile Friedberg, de raadgever van
Bismark 't Is de plicht van den Staat
de katholieken te verdrukken, te ver
nielen.
Paul Bert op een banket te Grenoble
Nooit zal ik aan de katholieken zooveel
rechten erkennen als aan de andere bur
gers.
Scbultze-Delitsch De katholieke
kerk is het monster dat men moet ver
nietigen. n
Le Précurseur cCAnversAl de
huisvaders moeten aan hunne kinderen
den stok hanteeren leeren om in geval
van nood de katholieke priesters dood te
slaan.
Genoeg, niet waar, lezer. Gij kent
daardoor de verdraagzaamheid der geu
zen. Het is dus waarlijk een comble nen
geus te willen doen doorgaan als een toon
beeld van verdraagzaamheid en naasten
liefde.
Het blad dat wij bekampen durft alles.
Voor niets gaat het achteruit. Of het
waarheid of leugen vooruitzet dat is de
kleinste van zijn zorgen. Zijn doel is be
driegen en bij den neus leiden met zijne
party in een daglicht te stellen dat van
het wezerdijke oneindig verschilt.
Reeds van in 1888 heeft Bara het ons
voorspelt. Komen de liberalen nog eens
aan het roer, dan zullen wij op krachtige
wijze regeeren. Nous seront énergique-
ment libëral.
Dus schooloorlog, scholenkwest, boe
ten en gevaDgl Dat ten minste is oprecht!
Aan ons katholieken te zorgen dat de
geuzerij niet meer opsta uit den dieperik
waarin ze nu ligt verstooten.
De groote wijsgeer uit de Vrijheidstraat
kan het maar niet verkroppen dat wij
hem bewezen hebben eerstens dat de
Roomsche katholieke Godsdienst een on-
overkommelijke hinderpaal is tegen het
socialism en ten tweede dat volgens het
woord van een liberaal 't liberalism het
socialism in zijnen schoot draagt.
De groote man zit sloot
Wij willen hem gedienstig een handje
toesteken.
Hij overwege eens hot volgende getrok
ken uitHet vrije gedacht en het socia
lism door Frans Domela Nicuwenhuys,
bladz. i.
De vrijdenker en de socialist moesten
gemeenschappelijk denzelfden weg be
wandelen en toch is zulks niet het geval.
De socialist is vrijdenker als regel,
maar de vrijdenker is geen socialist.
Hoe komt dat
De vrijdenker wil den mensch geestelijk
vrijmaken en verlost hem van de theo
logie en haar aankleven.
Bij monde van de mannen der weten
schap heeft men gepredikt
Hier beneden is het welvau andere
werelden, waar de mensch na zijne dood
verblijf zou houden, weten wij niets. Dus
doen wij het verstandigste om ons op deze
andere eene zeer gevreesde plaats, van alle
woonsten verwijderd, en waaraan het volk de
sombere benaming van Moordkuil had gege
ven, uit hoofde der nachtelijke aanvallen,
waaraan de te laat op de baan blijvende rei
zigers aldaar dikwijls waren blootgesteld.
Wel God Wat wilt gij dat men mij zou
ontnemen, zeide de Aartsbisschop grimla
chende, terwijl hij het verzoek des pastoors
van Heist op den Berg poogde af te slaan, en
zich met zijnen sekretaris naar het reisrijtuig
richtte. Ik heb op mij noch geld, noch klei-
nooden, ten zij de dieven, die gij mij met eene
zoo sombere kleur afschildert, het op mijne
kleedij munten, hetgeen ik in twijfel treklij
want zij zijn het stelen niet waard. Op
Gods genade, eerwaardige heer pastoor, houd
u kloek, en dat de hemel u van ongelukken
En u op uwe reis bescherme n ant
woordde de dorpspriester, terwijl de koetsier
den toom van het paard losliet, en het beest
eens goed van de zweep gaf.
De zware kar liep moeilijk op den zandach-
tigen grond van dit oord. De nacht kwam
wereld zoo goed mogelijk in to richten.
Wie kan die redeneering weorleggon
Een geus kan ze bepaald niet.
De oud-dominé gaat voort.
Van do tafel der heeren van de we
tenschap vielen kruimpjes, die gretig
werden opgenomen door eenvoudige,
heilbegeerende zielen.
Zij maakten daaruit gevolgtrekkingen
op hun manier en redeneerden aldus
Wanneer ons leven beperkt is tot
deze wereld waarom zouden wij dan niet
mede aandeel krijgen uan de goederen
dezer aarde
Waarom zouden wij dan levenslang
moeten zwoegen en arbeiden zonder te
genieten, terwijl er zoovelen genieten
zonder arbeiden
n Dat gaat zoo niet; wij willen, daar de
aarde eu haar voortbrengselen niet aan
enkelen maar aan allen is gegeven, onze
rechten evenzeer laten gelden. Wij ver
langen dus een rechtmatig aandeel aan
de goederen der aarde.
En verder Vroeger was de eigen
dom een goddelijk recht. Toen kon men
er vrede meê hebben (ehwel Dendcrgalm)
maar nu de vrijdenkers (leest geuzen) ge
predikt hebben dat recht is niet godde
lijk, want er bestaat geen God, nu gaat
men op zijne beurt zeggen als het
menschelijk récht is dan willen wij erken
nen dat zij (de menseden) in vroeger
tijden gelijk hadden om zoo te doen
maar wij hebben evenzeer gelijk om an
ders to doen en in ons belang af te schaf
fen een toestand, dien zij in bun belang
maakten on willen bestendigen.
En verder op bladz. 10 «En gij, die
den hemel ontroofd hebt aau do mensch-
heid en daardoor het graf gegraven voor
veel hoop, waarvoor men zich verzoende
met zijn klagensweerdig bt, weest niet
wreed maar helpt beu (de socialisten)
iets beter te verwerven, namelijk den
hemel op aarde.
De groote lantaarn uit de Vrijheid
straat overwege die woorden. Weerleg
gen zal hij ze niet; bij zal bet niet eens
beproeven want hoe sterk hij zich ook
waant bier botst bij tegen eene rots, eene
onomstootbare waarheid.
Wij zullen onze lezers zijn antwoord
mededeclen maar of wij wachten zullen
moeten.
Courago, man, den moed getoond.
Zielenroovers. Onder dezen titel
deelt Le Dien Public meê dat zondag
te Gent een meisje van 15 jaren oud als
vrijdenkster is gestorven. Gedurende hare
ziekte hééft een priester zich aangeboden
om haar de HH. Sacramenten te bedie
nen, doch zij weigerde, verklarende dat zij
wilde sterven gelijk ze geleefd heeft,
getrouw aan de vrijdenkerij.
Wie heeft er die jonge dochter, die
nauwelijks hare eerste communie heeft
gedaan, in de vrijdenkerij opgeleerd
Onbetwistbaar het goddeloos officieel
onderwijs.
De leerlingen harer school, met roode
vaan aan 't hoofd, volgden haar lijk. Aan
het graf las eene der leerlingen eene
lijkrede af in dewelke zij zwoor van ook
te zullen sterven als vrijdenkster.
Afschuwelijk Laat ons hopen dat
ze later tot betere gevoelens komen zal.
spoedig aan. De prelaat en zijn sekretaris
redekavelden over het goed onthaal hun
overal aangeboden, en spraken met opgeto
genheid van Ghijsbrecht Vanden Brouck, een
jong student van Heist op den Berg geboor
tig, en die onlangs Primus der universiteit
van Leuven werd uitgeroepen. Hunne samen
spraak werd alleenlijk door de herhaalde hu
huonderbroken, door den koetsier de kloeke
merrie toegestuurd, en door het eentoonig
kraken der wielen, welke het droog zand
snijerden.
Zij naderden den Moordkuil. Reeds had de
ongernste knecht er deu Aertsbisschop ver
scheidene malen van gewaarschuwd, en zoo
veel mogelijk zweepte hij het paard voort,
om het gevaarlijk punt spoediger voorbij te
zijn.
Hond n schreeuwt eensklaps eene zware
gebiedende stem, en te gelijk springen vier
gewapende mannen van de twee kanten der
baan, trekken den koetsier van zynen bok,
binden hem aan eenen boom, slepen den bis
schop en den sekretaris, met koorden gebon
den, naar het bosch, terwijl twee andere
DOOR DEN
Het dagblad Set Volk van Gent is de
officieele gazet van den Belgischen Volks
bond. Ziehier wat dit blad in zijn nummer
van donderdag der v. w. drukt over de
democraten, hunne gazetten en schot
schriften
ONGEHOORD
Al do katholioko bladen besproken de
artikels van hot weekblad Het Recht, als-
ook het strooibriefje van P Daons togen
de leden on den bestuurder van den
Vorkmanskring van Aalst, sondag
laatst verschonen.
Zij noemen hot afkondigen van zulke
schnfton oon ONGEHOORD SCHANDAAL,
en wij moeten met spijt bekennen dat do
naming niot overdroven la.
inderdaad, in Het Recht van zondag
laatst komon artlkols en gedichtjes voor,
welko de tegenwoordige Vooruit niet
moor zou durven aankondigen, zoo hevig
zijn zij doorspekt van klassenhaat. Zij
bovatten schimp op Z. E. don Bisschop
van Bruggo on do meest volksgezinde
mannon dor Brcidel3tad, onder andere op
do hoeren Stook, Van Stoonkiste en
Boyaort.
Hot strooibriofjo van P. Daens la een
razende uitval tegen den E. H. Ponnet
on do lodon van den Workmanakring,
onwaardig door oon christen monsoh ge-
sohrovon te worden.
Ofwel, de heoren Plancauaert, hoofd-
opstollor van Het Recht, en P. Daens bere-
konon do govolgen en do verantwoordo-
lijkhoid niot van wat zo doon, ofwel zij
borokonon die wel, en in alle geval ach-
ten wij hot ona ten plicht onze lozere
togen hunno geschriften te waarsohu-
won.
Alle commentaar is overbodig.
De groote lantaarn uit de Vrijheid
straat is kwaad omdat Dcnderbode in een
artikel of twee zijne proza naschreef.
Onze taal is gemeen, zegt hij. Maar
heerschap wij hebben niets gedaan dan
uwe munt uitgewisseld.
Gij zijt met hatelijke persoonlijkbeden
begonnen gij hebt de eerste dit wapen
gehanteerd.
Gij moogt niet kwalijk nemen dat men
uwe taal navolge en er u van bediene.
Gij ondervindt een weinig laat boe ge
vaarlijk het is den weg der persoonlijk
heden op te gaan.
Gij beklaagt u gij hebt dat recht niet,
heerschap, want in dat zelfde schrijven
heet gij uwen tegenstrever, scribent in
andere waren wij, pennelakeien, kazak-
keerders, voddemannen, och heere en
wat weet ik nog al.
Kunnen die groote verstanden uit de
Vrijheidstraat dan niets anders dan schel
den en verwijten. Dogansche pennetwist
over onzijdig onderwijs is met lage scheld
woorden opgevuld en met hatelijke per
soonlijkheden doorspekt.
Wij hebben die diepe geleerden aange
toond dat zij lafaards zijn. Zie dat kun
nen zij maar niet verkroppen.
Wel, heeren, dan zult gij op onze vra
gen autwoordeu die wij u over lang heb
ben gesteld. Wij hebben u den pols eens
willen tasten en uwe denkbeelden over
God, ziel en toekomstig leven kennen.
Gij zijt op vlucht gegaan Moedige
mannen, kloeke schrijvers.
Dendcrgalm is van kleed veranderd,
zegt gij wij willen de inborst van dien
nieuweling kennen.
En gij trekt u achteruitEu daarna
stroopers het rijtuig nauwkeurig onderzoe
ken.
De vier eerste, den loop van een zakpistool
naar do gevangenen gericht, gingen een kwar
tier lang door groote masthosschen, den
Aartsbisschop en zijnen gezel aan hunne ang
stige mijmering overlatende.
Eindelijk hieldeu zij stil bij eenen grooten
boom, waar hen andere dieven afwachten.
Welnu riep een dezer, brengt gij ons
eene goede vangst n
«Ja, gewis, het zijn twee priesters met
goede mantels gedekt, en wier zak zeker wel
bevoorraad is.
Twee priesters n murmelde degene, die
de overste van de bende was, en zijne stem
scheen geheel ontroerd. Hij trad nader. Laat
zien, laat zien, wat hebben zij op zich, ging
hij voort, en te gelijk begon hij boos weg den
prelaat af te tasten.
Een paternoster met 'glazenbollekens,
eenen gebedenboek en koperen geld, n riep
hij morsch uit, den grijzaard, wiens mond
met eenen doek was gestopt, met eenen har
den stoot wegduwende. Hel en duivel het
zouden wij uwen heldenmoed moeten be
wonderen.
Dat is wat kras.
Wy kenden ten minste den aard van
den overledenen. Hii was rechtuit god
deloos hy loochende de Godheid van
Jesus Christus, onzen Verlosser hü was
een onverzoenbare tegenstrever der ka
tholieke Kerk en zijn haat was zoo groot
dat hij het ordewoord van eenen hoog
leeraar van Brussel wilde toepassen
Aan de grenzen of in 't gevang de
katholieken.
Die Dendcrgalm was op wijsgeerig ge
bied een materialisthij schroomde voor
de gevolgen uit die denkbeelden af te
leggen geen duim uit zijnen weg.
En gij Wat zyt gij
Gij durft het uwe lezers niet zeggen l
Wel zulke mannen heeten wij lafaards.
Denkt gij dat ze misnoegd zyu, toont als
dan dat gij moed hebt en dat gij uwe ge
dachten, die van achter het hëofd, weet
ge, durft laten kennen.
Tot daar het woord lafaard.
Wat de andere scheldwoorden betreft,
wij hebben alleen den bal teruggekeerd.
Gij zelf in den beginuen hebt onze taal
kiesch govonden, zoo beleefd zelfs dat gij
ze met den naam van smeekschrift hebt
bestempeld.
Gij klaagt dus, groote geleerde, zonder
reden.
Niet waar, lezer, 't mannekeu zocht
wat, 't manneken vond wat, 't manneken
werd boos, erg boos. Nemna I
Uitroeiing van distels.
De heer Gouverneur onzer Provincie
besluit
Art. 1. Alle eigenaars, pachters,
huurders, vruchtgebruikers of andere
bezitnemers, zijn gehouden, te beginnen
van ln Juni en tot ln October 1897, der
wijze den bloei te verhinderen, de distels
uit te roeiën of te doen uitsteken, die in
de door hen bezeten of gebruikte gronden
te vinden zijn.
Art. 2. Indien de belanghebbenden
in gebreke blijven, binnen het hierboven
bepaalde tijdstip, die maatregelen na te
leven, zal, bij Bevel van den Burgemees
ter, dit van ambtswege gedaan worden op
de kosten der overtreders, en dit onge-
minderd de straffen waarmede door arti
kel 4 van het tegenwoordig bevelschrift
bedreigd wordt.
De kosten der werkzaamheden zullen,
desgevallende, geïnd worden door het
plaatselijk Bestuur, zooals in zake van
belasting.
Muilplaag. Van 1Q tot 15° Mei
heerschtte de ziekte in 33 stallen, gele
gen in 19 gemeenten, van Oost-Vlaande-
ren (8), Antwerpen (5), Brabant (7), He
negouw (7), en Luxemburg (6).
In Duitschland waren, op 30 April, in
621 gemeenten, 1024 stallen besmet.
Het getal besmette stallen was ruim de
helft minder dan op 31" Maart toen
waren er nog 2336.
In Holland deden zich in de maand
April 41,119 nieuwe gevallen voor, bij
1244 eigenaars.
Als men de bevolking en uitgestrekt
heid van Holland in aanmerking neemt
dan valt bet in het oog dat de gevreesde
ziekte steeds op zeer groote schaal in
Holland heerscht, hoewel ze eenigzins
verminderd is.
was wel der moeite waard zich op deze baan
op den loer te stellen om dezen priester te
vangen, die armer dan een bedelaar is. Na,
den anderen ook niets, zeide hij, na de
kleedingen van den sekretaris te hebben door
zocht. Ik geloof o^ mijn woord dat wij he
den slecht zijn opgestaan....
En het rijtuig, voegde hij cr bij, een
laatste hoop van bnit koesterende.
Eene slechte kar, waar er slechte wat
haver voor het paard en een onnoozele voer
man in was, dien wij aan eenen boom hebben
vastgemaakt.
Na dit onnoodige onderzoek, verwijderden
zich dö baanstroopers om over het lot der
gevangenen te beraadslagen. Het gevolg hier
van was dat zij eenparig besloten de twee
geestelijken los te laten, ze naar de groote
straat terug te leiden, en hun eene goede reis
te wenscben.
De overste naderde den prelaat om hem de
handen los te maken.
(WORDT VOORTGEZET).