Zondag 6 Juni 1897. 5 centiemen per nummer. 52** Jaar 3165. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. DE BOEREN HET SOCIALISM. DE RING Ne eomblel Oorzaak en gevolg. VEROORDEELD Belgischen Volksbond. Kwaad LANDBOUW. DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week Yoor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Land. Guique suum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen op 3' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 5 Juni 1897. EN Enkel uit taktiek, om te bedriegen, is de leider der socialistische partij in België begonnen met de klein landbouwers en de kleine eigenaars toe te lachen en hen te belooven dat hunne bezittingen zullen geëerbiedigd worden. Wij herhalen het, dat is slechts taktiek. De socialisten kunnen zonder de kleine boeren nooit aan do meerderheid gera ken zij weten dat, zy zijn er van over tuigd, en daarom willen zy ze in hunne netten vangen, Hoe dat Door hen te belooven dat zij den klei nen eigendom zullen sparen en verders den landbouw zullen opbeuren. Die omkeering van het socialism is ge vaarlijk en daarom roepon wij tot de katholieken Mannen, opgepast, de vijand loert op uwe muren hij wil ze innemen niet door macht of geweld maar door list en bedrog. Het ruige monster trekt een vossenvel aan. Onder dien vorm is hij meer to duchten dan onder zijne wezenlijke gedaante. Caveant, Consules Wij hebben reeds bewezen dat het so cialism den kleinen eigendom niet kan spareu. Volgens art. 6 van hun leidschrift moet de grond tot de algemeenheid, Staat of Gemeente terugkeeren. Geen onderscheid wordt er gemaakt. Op het congres van Breslau in Duitsch land mocht Liebknecht dan met recht en rede verklaren dat de sociale deraokratie de kleinen eigendom niet kon of niet wilde sparen. Als de roode Jacobijnen op de te vol gen taktiek niet denken dan spreken zij niet van de kleinen te sparen. Zoo was 't geval dees dagen van Le Peuple. Zullen de socialisten de kleine land bouwers helpen door het stemmen van verscbiilige wetsontwerpen Ja en neen. Konden zij hun gedacht uitvoeren lijk het is, zij zouden het niet doen. Wij zul len dat aanstonds bewijzen. Ja, zij zullen die wetsontwerpen stem men, zekere ten minste uit taktiek. Zij weten heel wel dat zonder hun die wets ontwerpen zouden doorgaan. Hunnen te genstand zou vruchteloos zijn en zonder nut. Wat kunnen zij er dus bij verliezen? Maar of zij dit doen uit genegenheid zie dat is een ander paar mouwen en wij zeggen stellig neen. Wij bewijzen het en vinden de beweeg reden in het verdienstelijk werkje van F. R. - Een wandelingsken door eenige socialistische schriften, blad. 9. Op het congres te Brussel in 1890 op de zitting van 18 oogst, zegde Bebel Wij willen de kwalen der huidige sa menleving niet genezen. Men moet inte gendeel de wonden open houden opdat de tegenstrijdigheid der klassen te beter uit- kome en de burgerij te eer verdwijne waartoe zij is veroordeeld. Schoone menschlievende taal. Op den trein tusschen Kortrijk en Gent zijn ten tijde der werkstakingen der Leie- VAN DEN Aartsbisschop BOONEN. (1625). 2de VERVOLG. Een wreede brand vernietigde zijn huis met al hetgeen er in waa twee zyner kinderen verloren er het leven in, en slechts na lange pogingen ontkwam hij zelve het vuur, met bet lichaam vol wonden en kneuzingen. Die schrikkelijke ramp vernemende, had de eerbiedvolle prelaat zijnen sekretaris naar den armen timmerman gezonden om hem te helpen. Doch de arme vader was verdwenen, en niemand wist waar hij eene schuilplaats was gaan zoeken. Reeds waren er twee jaren sedert het af branden van Van Effens huis verloopen. Van hem of van zijne familie had men niets vernomen, en de Aartsbisschop was bijna het voorgevallene vergeten. Op het einde van den horfst des jaars 1625, stad woorden in denzelfden zin uitge sproken. Nochtans hier volgt de perel. Zie bladz. 9 van voornoemd werkje. Wanneer bijv. in het Engelsch par lement ernstig ter sprake kwam, de groote landgoederen in Ierland, uit de handen van do landlords, bij kleine ge deelten te doen overgaan aan arbeiders en kleine pachters, om, onder zeer aan nemelijke voorwaarden, die in eigendom te verkrijgen, danbehoefteen socialist geen oogenblik te aarzelen zulk een voorstel af te stemmenhoe arbeiderlievend er zoo eene wet ook moge uitzien immers, de strekking is geheel en al tegenoverge steld aan het beginsel van opheffing van privaatbezit. Evenzoo als in Duitschland of elders, mettertijd misschien nog van burgerzijde, het voorstel mocht komen uit de Staatskas voorschotten te verstrek ken aau werklieden, om voor eigen reke ning zaken te kunnen drijven, dan be hoeft men, in zoo een geval, geen oogen blik iu verdenking staan om er zich tegen to verklaren. Want, hoewel zulke po gingen, tegen het opslurpingsvermogen van hot groot kapitaal toch schipbreuk moeton leiden, kan het niet anders dan vertragend voor de eindoplossing zijn, wanneer de werkman zich maar een oogenblik de schijnmogelijkheid geopend ziet, privaat kapitaal te verwerven. Hebt gij bet gelezen Hoe ijselijk klinkt die kreet in de ooren «Weg met deu kleinen eigeudom weg met de lots verbeteringen voor den armen zwoeger vau den buiten. Vrienden wat zegt ge van zulke taal Een blad dat hoogmoed en verwaand heid voor duizend geuzenbladeren bezit, schrijft in zijn nummer van 1 November 1896. Iu Amerika zijn de priesters liberaal in den vollen zin van 't woord. Dat is ne comble. Wij gaau eens bewij zen wat de geuzen zijn, want liberaal en geus is betzelfde en zullen aanloonen dat het pluimtje van verdraagzaamheid op een vrijdenkershoed niet past eu dat de geuzerij gansch wat anders is dan het geen Dendcrgalm zich voorstelt. Eerst de daden der geusjes. In 1857 stormden do geuzen in het huis van Volksvertegenwoordiger Coo- mans. Daar wierd alles kort en klein ge kapt. Iu de stad Brussel wierd overal veel schade verricht aan de huizen der katholieken. Van 1870 tot 1878 volgt do eene schand daad de andere op. Te Luik wierden priesters, vrouwen en kinderen in de Maas geworpen. Te Mechelen stroomde het bloed. Te Gent vielen de bedevaarders van Oostak ker in eene hinderlaag weerdig der geu zerij. Iu 1879 begon de schooloorlog. De katholieken wierden vervolgd en ge plaagd. Nooit zag men eene hatelijkere regeering aan 't roer. Men wilde Duitsch land naapen en Zwitserland waar de ge loofsvervolging woedde. Wat verdraagzame kwasten, die geuzenl Nu hunne leerstelsels. Het Journal de Gand Het libera lism is de vrijdenkerij of het is niets. deed de prelaat een herderlijk bezoek in zijn bisdom. Te lleyst op den Berg, een groot en rijk dorp, eenige mijlen van Mechelen gele gen, bad hij het middagmaal genomen, en hij maakte zich vaardig om naar de stad terug te keeren, hoewel het reeds laat werd en niette genstaande het vriendelijk aandringen van den pastoor van het vlek, omdat hij den nacht in de pastorij zon hebben doorgebracht. Om hem des te beter te overhalen, had de goede priester hem het gevaar dezer reis voor oogen gelegd, dewijl de groote bosschen, die gedeel telijk de dorpen Sto Catharina Waver en Rutte, waardoor de Aartsbisschop zon trek ken, tot gewone schuilplaats verstrekten aan menigvuldige baanstroopers en kwaaddoeners welke destijds verscheidene deelen van het land verontrusteden. Bijna iederen dag hoor de men van schrikkelijke moorden en gewel dige dieverijen spreken, die op de groote ba- non werden gepleegd, 's Lands policie was machteloos om zich tegen al die buitenspo righeden te verzetten, welke zich immer met cone ongemeene stoutheid vernieuwen. In de nabijheid van Putte, was er onder Dendcrgalm Het is goed paters en pastoors aan de grenzen te zetten. Herman Pergameni: Het gevang, de boeten, de verbanning zijn wettelijke middelen, waarom ze niet tegen de ka tholieken in 't werk gezet Emile Friedberg, de raadgever van Bismark 't Is de plicht van den Staat de katholieken te verdrukken, te ver nielen. Paul Bert op een banket te Grenoble Nooit zal ik aan de katholieken zooveel rechten erkennen als aan de andere bur gers. Scbultze-Delitsch De katholieke kerk is het monster dat men moet ver nietigen. n Le Précurseur cCAnversAl de huisvaders moeten aan hunne kinderen den stok hanteeren leeren om in geval van nood de katholieke priesters dood te slaan. Genoeg, niet waar, lezer. Gij kent daardoor de verdraagzaamheid der geu zen. Het is dus waarlijk een comble nen geus te willen doen doorgaan als een toon beeld van verdraagzaamheid en naasten liefde. Het blad dat wij bekampen durft alles. Voor niets gaat het achteruit. Of het waarheid of leugen vooruitzet dat is de kleinste van zijn zorgen. Zijn doel is be driegen en bij den neus leiden met zijne party in een daglicht te stellen dat van het wezerdijke oneindig verschilt. Reeds van in 1888 heeft Bara het ons voorspelt. Komen de liberalen nog eens aan het roer, dan zullen wij op krachtige wijze regeeren. Nous seront énergique- ment libëral. Dus schooloorlog, scholenkwest, boe ten en gevaDgl Dat ten minste is oprecht! Aan ons katholieken te zorgen dat de geuzerij niet meer opsta uit den dieperik waarin ze nu ligt verstooten. De groote wijsgeer uit de Vrijheidstraat kan het maar niet verkroppen dat wij hem bewezen hebben eerstens dat de Roomsche katholieke Godsdienst een on- overkommelijke hinderpaal is tegen het socialism en ten tweede dat volgens het woord van een liberaal 't liberalism het socialism in zijnen schoot draagt. De groote man zit sloot Wij willen hem gedienstig een handje toesteken. Hij overwege eens hot volgende getrok ken uitHet vrije gedacht en het socia lism door Frans Domela Nicuwenhuys, bladz. i. De vrijdenker en de socialist moesten gemeenschappelijk denzelfden weg be wandelen en toch is zulks niet het geval. De socialist is vrijdenker als regel, maar de vrijdenker is geen socialist. Hoe komt dat De vrijdenker wil den mensch geestelijk vrijmaken en verlost hem van de theo logie en haar aankleven. Bij monde van de mannen der weten schap heeft men gepredikt Hier beneden is het welvau andere werelden, waar de mensch na zijne dood verblijf zou houden, weten wij niets. Dus doen wij het verstandigste om ons op deze andere eene zeer gevreesde plaats, van alle woonsten verwijderd, en waaraan het volk de sombere benaming van Moordkuil had gege ven, uit hoofde der nachtelijke aanvallen, waaraan de te laat op de baan blijvende rei zigers aldaar dikwijls waren blootgesteld. Wel God Wat wilt gij dat men mij zou ontnemen, zeide de Aartsbisschop grimla chende, terwijl hij het verzoek des pastoors van Heist op den Berg poogde af te slaan, en zich met zijnen sekretaris naar het reisrijtuig richtte. Ik heb op mij noch geld, noch klei- nooden, ten zij de dieven, die gij mij met eene zoo sombere kleur afschildert, het op mijne kleedij munten, hetgeen ik in twijfel treklij want zij zijn het stelen niet waard. Op Gods genade, eerwaardige heer pastoor, houd u kloek, en dat de hemel u van ongelukken En u op uwe reis bescherme n ant woordde de dorpspriester, terwijl de koetsier den toom van het paard losliet, en het beest eens goed van de zweep gaf. De zware kar liep moeilijk op den zandach- tigen grond van dit oord. De nacht kwam wereld zoo goed mogelijk in to richten. Wie kan die redeneering weorleggon Een geus kan ze bepaald niet. De oud-dominé gaat voort. Van do tafel der heeren van de we tenschap vielen kruimpjes, die gretig werden opgenomen door eenvoudige, heilbegeerende zielen. Zij maakten daaruit gevolgtrekkingen op hun manier en redeneerden aldus Wanneer ons leven beperkt is tot deze wereld waarom zouden wij dan niet mede aandeel krijgen uan de goederen dezer aarde Waarom zouden wij dan levenslang moeten zwoegen en arbeiden zonder te genieten, terwijl er zoovelen genieten zonder arbeiden n Dat gaat zoo niet; wij willen, daar de aarde eu haar voortbrengselen niet aan enkelen maar aan allen is gegeven, onze rechten evenzeer laten gelden. Wij ver langen dus een rechtmatig aandeel aan de goederen der aarde. En verder Vroeger was de eigen dom een goddelijk recht. Toen kon men er vrede meê hebben (ehwel Dendcrgalm) maar nu de vrijdenkers (leest geuzen) ge predikt hebben dat recht is niet godde lijk, want er bestaat geen God, nu gaat men op zijne beurt zeggen als het menschelijk récht is dan willen wij erken nen dat zij (de menseden) in vroeger tijden gelijk hadden om zoo te doen maar wij hebben evenzeer gelijk om an ders to doen en in ons belang af te schaf fen een toestand, dien zij in bun belang maakten on willen bestendigen. En verder op bladz. 10 «En gij, die den hemel ontroofd hebt aau do mensch- heid en daardoor het graf gegraven voor veel hoop, waarvoor men zich verzoende met zijn klagensweerdig bt, weest niet wreed maar helpt beu (de socialisten) iets beter te verwerven, namelijk den hemel op aarde. De groote lantaarn uit de Vrijheid straat overwege die woorden. Weerleg gen zal hij ze niet; bij zal bet niet eens beproeven want hoe sterk hij zich ook waant bier botst bij tegen eene rots, eene onomstootbare waarheid. Wij zullen onze lezers zijn antwoord mededeclen maar of wij wachten zullen moeten. Courago, man, den moed getoond. Zielenroovers. Onder dezen titel deelt Le Dien Public meê dat zondag te Gent een meisje van 15 jaren oud als vrijdenkster is gestorven. Gedurende hare ziekte hééft een priester zich aangeboden om haar de HH. Sacramenten te bedie nen, doch zij weigerde, verklarende dat zij wilde sterven gelijk ze geleefd heeft, getrouw aan de vrijdenkerij. Wie heeft er die jonge dochter, die nauwelijks hare eerste communie heeft gedaan, in de vrijdenkerij opgeleerd Onbetwistbaar het goddeloos officieel onderwijs. De leerlingen harer school, met roode vaan aan 't hoofd, volgden haar lijk. Aan het graf las eene der leerlingen eene lijkrede af in dewelke zij zwoor van ook te zullen sterven als vrijdenkster. Afschuwelijk Laat ons hopen dat ze later tot betere gevoelens komen zal. spoedig aan. De prelaat en zijn sekretaris redekavelden over het goed onthaal hun overal aangeboden, en spraken met opgeto genheid van Ghijsbrecht Vanden Brouck, een jong student van Heist op den Berg geboor tig, en die onlangs Primus der universiteit van Leuven werd uitgeroepen. Hunne samen spraak werd alleenlijk door de herhaalde hu huonderbroken, door den koetsier de kloeke merrie toegestuurd, en door het eentoonig kraken der wielen, welke het droog zand snijerden. Zij naderden den Moordkuil. Reeds had de ongernste knecht er deu Aertsbisschop ver scheidene malen van gewaarschuwd, en zoo veel mogelijk zweepte hij het paard voort, om het gevaarlijk punt spoediger voorbij te zijn. Hond n schreeuwt eensklaps eene zware gebiedende stem, en te gelijk springen vier gewapende mannen van de twee kanten der baan, trekken den koetsier van zynen bok, binden hem aan eenen boom, slepen den bis schop en den sekretaris, met koorden gebon den, naar het bosch, terwijl twee andere DOOR DEN Het dagblad Set Volk van Gent is de officieele gazet van den Belgischen Volks bond. Ziehier wat dit blad in zijn nummer van donderdag der v. w. drukt over de democraten, hunne gazetten en schot schriften ONGEHOORD Al do katholioko bladen besproken de artikels van hot weekblad Het Recht, als- ook het strooibriefje van P Daons togen de leden on den bestuurder van den Vorkmanskring van Aalst, sondag laatst verschonen. Zij noemen hot afkondigen van zulke schnfton oon ONGEHOORD SCHANDAAL, en wij moeten met spijt bekennen dat do naming niot overdroven la. inderdaad, in Het Recht van zondag laatst komon artlkols en gedichtjes voor, welko de tegenwoordige Vooruit niet moor zou durven aankondigen, zoo hevig zijn zij doorspekt van klassenhaat. Zij bovatten schimp op Z. E. don Bisschop van Bruggo on do meest volksgezinde mannon dor Brcidel3tad, onder andere op do hoeren Stook, Van Stoonkiste en Boyaort. Hot strooibriofjo van P. Daens la een razende uitval tegen den E. H. Ponnet on do lodon van den Workmanakring, onwaardig door oon christen monsoh ge- sohrovon te worden. Ofwel, de heoren Plancauaert, hoofd- opstollor van Het Recht, en P. Daens bere- konon do govolgen en do verantwoordo- lijkhoid niot van wat zo doon, ofwel zij borokonon die wel, en in alle geval ach- ten wij hot ona ten plicht onze lozere togen hunno geschriften te waarsohu- won. Alle commentaar is overbodig. De groote lantaarn uit de Vrijheid straat is kwaad omdat Dcnderbode in een artikel of twee zijne proza naschreef. Onze taal is gemeen, zegt hij. Maar heerschap wij hebben niets gedaan dan uwe munt uitgewisseld. Gij zijt met hatelijke persoonlijkbeden begonnen gij hebt de eerste dit wapen gehanteerd. Gij moogt niet kwalijk nemen dat men uwe taal navolge en er u van bediene. Gij ondervindt een weinig laat boe ge vaarlijk het is den weg der persoonlijk heden op te gaan. Gij beklaagt u gij hebt dat recht niet, heerschap, want in dat zelfde schrijven heet gij uwen tegenstrever, scribent in andere waren wij, pennelakeien, kazak- keerders, voddemannen, och heere en wat weet ik nog al. Kunnen die groote verstanden uit de Vrijheidstraat dan niets anders dan schel den en verwijten. Dogansche pennetwist over onzijdig onderwijs is met lage scheld woorden opgevuld en met hatelijke per soonlijkheden doorspekt. Wij hebben die diepe geleerden aange toond dat zij lafaards zijn. Zie dat kun nen zij maar niet verkroppen. Wel, heeren, dan zult gij op onze vra gen autwoordeu die wij u over lang heb ben gesteld. Wij hebben u den pols eens willen tasten en uwe denkbeelden over God, ziel en toekomstig leven kennen. Gij zijt op vlucht gegaan Moedige mannen, kloeke schrijvers. Dendcrgalm is van kleed veranderd, zegt gij wij willen de inborst van dien nieuweling kennen. En gij trekt u achteruitEu daarna stroopers het rijtuig nauwkeurig onderzoe ken. De vier eerste, den loop van een zakpistool naar do gevangenen gericht, gingen een kwar tier lang door groote masthosschen, den Aartsbisschop en zijnen gezel aan hunne ang stige mijmering overlatende. Eindelijk hieldeu zij stil bij eenen grooten boom, waar hen andere dieven afwachten. Welnu riep een dezer, brengt gij ons eene goede vangst n «Ja, gewis, het zijn twee priesters met goede mantels gedekt, en wier zak zeker wel bevoorraad is. Twee priesters n murmelde degene, die de overste van de bende was, en zijne stem scheen geheel ontroerd. Hij trad nader. Laat zien, laat zien, wat hebben zij op zich, ging hij voort, en te gelijk begon hij boos weg den prelaat af te tasten. Een paternoster met 'glazenbollekens, eenen gebedenboek en koperen geld, n riep hij morsch uit, den grijzaard, wiens mond met eenen doek was gestopt, met eenen har den stoot wegduwende. Hel en duivel het zouden wij uwen heldenmoed moeten be wonderen. Dat is wat kras. Wy kenden ten minste den aard van den overledenen. Hii was rechtuit god deloos hy loochende de Godheid van Jesus Christus, onzen Verlosser hü was een onverzoenbare tegenstrever der ka tholieke Kerk en zijn haat was zoo groot dat hij het ordewoord van eenen hoog leeraar van Brussel wilde toepassen Aan de grenzen of in 't gevang de katholieken. Die Dendcrgalm was op wijsgeerig ge bied een materialisthij schroomde voor de gevolgen uit die denkbeelden af te leggen geen duim uit zijnen weg. En gij Wat zyt gij Gij durft het uwe lezers niet zeggen l Wel zulke mannen heeten wij lafaards. Denkt gij dat ze misnoegd zyu, toont als dan dat gij moed hebt en dat gij uwe ge dachten, die van achter het hëofd, weet ge, durft laten kennen. Tot daar het woord lafaard. Wat de andere scheldwoorden betreft, wij hebben alleen den bal teruggekeerd. Gij zelf in den beginuen hebt onze taal kiesch govonden, zoo beleefd zelfs dat gij ze met den naam van smeekschrift hebt bestempeld. Gij klaagt dus, groote geleerde, zonder reden. Niet waar, lezer, 't mannekeu zocht wat, 't manneken vond wat, 't manneken werd boos, erg boos. Nemna I Uitroeiing van distels. De heer Gouverneur onzer Provincie besluit Art. 1. Alle eigenaars, pachters, huurders, vruchtgebruikers of andere bezitnemers, zijn gehouden, te beginnen van ln Juni en tot ln October 1897, der wijze den bloei te verhinderen, de distels uit te roeiën of te doen uitsteken, die in de door hen bezeten of gebruikte gronden te vinden zijn. Art. 2. Indien de belanghebbenden in gebreke blijven, binnen het hierboven bepaalde tijdstip, die maatregelen na te leven, zal, bij Bevel van den Burgemees ter, dit van ambtswege gedaan worden op de kosten der overtreders, en dit onge- minderd de straffen waarmede door arti kel 4 van het tegenwoordig bevelschrift bedreigd wordt. De kosten der werkzaamheden zullen, desgevallende, geïnd worden door het plaatselijk Bestuur, zooals in zake van belasting. Muilplaag. Van 1Q tot 15° Mei heerschtte de ziekte in 33 stallen, gele gen in 19 gemeenten, van Oost-Vlaande- ren (8), Antwerpen (5), Brabant (7), He negouw (7), en Luxemburg (6). In Duitschland waren, op 30 April, in 621 gemeenten, 1024 stallen besmet. Het getal besmette stallen was ruim de helft minder dan op 31" Maart toen waren er nog 2336. In Holland deden zich in de maand April 41,119 nieuwe gevallen voor, bij 1244 eigenaars. Als men de bevolking en uitgestrekt heid van Holland in aanmerking neemt dan valt bet in het oog dat de gevreesde ziekte steeds op zeer groote schaal in Holland heerscht, hoewel ze eenigzins verminderd is. was wel der moeite waard zich op deze baan op den loer te stellen om dezen priester te vangen, die armer dan een bedelaar is. Na, den anderen ook niets, zeide hij, na de kleedingen van den sekretaris te hebben door zocht. Ik geloof o^ mijn woord dat wij he den slecht zijn opgestaan.... En het rijtuig, voegde hij cr bij, een laatste hoop van bnit koesterende. Eene slechte kar, waar er slechte wat haver voor het paard en een onnoozele voer man in was, dien wij aan eenen boom hebben vastgemaakt. Na dit onnoodige onderzoek, verwijderden zich dö baanstroopers om over het lot der gevangenen te beraadslagen. Het gevolg hier van was dat zij eenparig besloten de twee geestelijken los te laten, ze naar de groote straat terug te leiden, en hun eene goede reis te wenscben. De overste naderde den prelaat om hem de handen los te maken. (WORDT VOORTGEZET).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1897 | | pagina 1