POL en STAM.
Mijnheer Dendergalm
Goede reis
En den wind van achter!
i Van tak
op tak
S0LEMNEELE OCTAAF
ZONDAGRUST.
Allerhande Nieuws.
Pol is bezig meè timmeren in zijn
wagenhuis.
Sta NT. Wnt zijt ge
nu bezigraeè doen,ról!
Zijn er nu geen timmer
mans meer op uw pro-
chic
Pol. Wel jaat,
Stantmaar voor een
bagatelle en derangei
i wij die menschen niet
er «aren twee tanden
versleten in mijn eegde
en 'k steek er andere in daarbij 't is nu toch
stilstand van wapens op 't land meè dien he-
vigen regen van gepasseerden woensdag.
Stant. Ja, Pol, dan is er nat gevallen
Le man
Pui.. - Te veel, Stant eu daarbij veel
schaai veroorzaakt.
Stant. *k Gelooft, Pol 'k heb op mijn
baan veel partijen vlas gezien die wreed ge-
schalotteru zijn.
Poi.. 't Is hier van denzelfden derden,
Stant 't mijn lag gestreken naar den regen
maar 'k hoop dat hem nog wat zal rechten.
Stant. En in 't graan is er zeker ook
veel schaai. Pol
Pol. In 't algemeen gesproken en is "t
van geen erg, Stant 't geen wat te dik stond
en zeer fel was, daar is redelijk veel schaai
in maar dat is d'uitzondering.
Stant. En hoe is 't meè de patatten en
al 't ander reate
Pol. Wel, Stant, voor de patatten en
heeft de regen geen kwaad gedaan, en ook
niet voor de boonen en d'baver en de tweede
sneè van de klavers en voor de bet terave
maar't zon nu moeten weteu van ophouden,
Stant, want er is hier nog schrikkelijk veel
werk in de patatten en in do betteravo.
Stant. Al ons kanten. Pol, zijn de pa
tatten al bewerkt en nangekuild maar langs
hier staan zij nog klein.
Pol. Ja, Stant, langs de kanten van
Aalst zijn ze drij weken vooruit, dat weet ik,
en voor 't planten van de patatten en ook
voor 't uitdoen.
Stant. 't En is toch niet te laat zeker
Pol
Poi.. Wel nieneen 't, Stant maar moes
ten wij in een sezoen van regen komen, dan
zouden w'er gestaan hebben.
Stant. En 't is nochtans te vreezen.
Pol want als 't op den feestdag van den II.
Medardus regent, heb ik dikwijls hooren zeg
gen. dan is 't voor zes weken aan een stuk.
Pol. Ja, Stant, 'k ken dat voosken ook
maar daar en hecht ik maar weinig geloof
aan, man 't weêr gelijk al ander dingen in
den natnnr, wordt geregleerd en bestuurd
door den Meester van hierboven, en daar heb
ben de menschen, zelfs de geleerdsten weinig
in te zien.
Stant. Dat is ook mijn gedacht, Pol.
maar alla, de menschen praten, altijd op.
Pol. 't Is alzoo, Stanten we zullen 't
weerom al maar nen Ifteer afwachten want
wordt er veel kwaad gedaan en verdient
't menschdora van gestraft te worden, er
wordt toch g'heel veel goed gedaan ook en
onzen lieven lieer is toch goed en bermhertig.
Stant. Jaai, Pol maar 't gaat tegen
woordig toch een beetjen over zijn hout, bij
zonderlijk in de steden waar dat 't socialis-
mns nestelt.
Pol. Die ^mannen en gaan zeker naar
kerk of kluis niet meer, Stant
Stant. Neen, I'ol nen keer dat die on-
gclukkigen voorgoed bij de socialisten inge
lijfd zijn, is ter meè geduuu meè religie en
alle treffelijkheid.
Pol. Dat ze daar wetten op maakten,
zie Slant, oin die deugenieten die de menschen
□n opmaken door slechte gazetten en door
riegelijke meetingen, om die drommels te
knippen en vast te zetten, dat waar anderen
peper als wetsvoorstellen neerleggen om d'ou-
ders te verplichten van hun kinder* tot vol-
slegen veertien jaar naar 't school to zenden.
Stant. - Dat geloof ik wel, Pol, want dat
waar de schoonste tirannij die ze van zleveii
zonden kunnen uitvinden.
Pol. Zwijg mij daar af, Stantgisteren
avond sprak ik daar nog over meè mijnen
gebuur Wannes, en kijk nen keer, Stant, hoe
dat 't meè dien braven man gelegen is hij
hoeft een bedrijf van een koppel koeien en hij
heeft acht kindereu. waarvan dat den oud
stenzijnen Charel. dertien jaar is en zijn
tweede, zijn Mieken. twaalf jaar. Hewel, zei
Wannes tegen mij, gen zoudt niet kunnen
gelooven hoe dat die twee kinderen mij te
Eas komen, ze kennen alle twee goed hunnen
atechismus en zij kunnen redelijk «-el cijfe
ren en schrijven daarbij ze zijn braaf eu
werkzaam. Mijnen Charel gaat meè mij naar
ilen konter en Mieken helpt beur moeder in
't huishouden en ge moogt mij waarlijk ge
looven dat ze g'heel onzen ophelp zijn tot
hiertoe hebben ik en mijn Doka moeten wer
ken en travakkeu dag en nacht en, God zij
gedankt, wij geraken door de wereld maar
sodert dat ons twee oudste ons helpen en bij
staan, zwemmen wij er door eu 't gouverne
ment zou «us nu komen dwingen om onzen
Charel nog een g'heel jaar en ons Mieken nog
twee vollo jaren naar "t school te zenden 'n
Zijn dio kerels nu toch g'heel en gansch zot
die meè zulke wetsvoorstellen afkomen We
teu ze niet dat er in g'heel 't land een revolu
tie zou ontstaan, ouder al d'huisvaders van
den buiten
Stant. En 't is in 't stad van de gelij
ken, Pol hoeveel errerne werkmenschen en
zyn er daar ook niet die absoluut dhulp van
hun kinders uoodig hebben van vóór hunne
volslegen veertien jaar En daarbij waarvoor
moeten de menschen geforceerd worden Die
zijn kinderen wilt laten naar school gaan die
mag en dat zoo lang als hij wilt maar ge
forceerd worden en dat op straf van boet of
gevang, dat is een slavernij, dat is een ver
drukking voor 't volk.
I'ol. Ook, Stant, zullen wij die manne-
kes hunnen koek boteren die meè znlke klod
den voor den dag komen laat het nog nen
keer kiezing worden, en 't zal zijn van 1»
porto voor al die grootsprekers en revolu-
tionnairs
Stant. Daar en valt nimmer aan te twij
felen, I'ol maar g'hebt daar Hens gesproken
van 't kwaad dat d'aanvoerders van de socia
listen doen, Pol zoudt gij niet peizen dat de
donchisten, die ze t' Aalst groene socialisten
noemen, nog meer kwaad doen als die eerste
Poi..Jaak, Stant, dat peis ik, en daar
ben ik zelfs van overtuigd en de groote re
den daarvan is dat z'hun gedurig verbergen
achter de religie, achter zijn heiligheid den
Paus en achter onzen lieven lieer zelve.
Stant. Ja, die suhijnheiliganrds En
zelfs durven beweren dat z hun aangedreven
en ondersteund gevoelen door een bovenna
tuurlijke hand
Pol. Door een duivelsch hand, dat ge
loof ik, Stant
Stant. Maar ze weten zij dut ook wel,
I'ol hebt gij d'historie al vergeten dan van
Mahomet die i^in *t volk wijsmaakte dat God
den 11. Geest hem op zienlijke wijze zou ko
men ingeven wat hij moest zeggen aan de
menschen, en die dan eene duif deed loslaten
aan dewelke hij geleerd had van graantjes uit
zijne oor te komen pikken
Pol. Wel nieneen ik,Stant. en 'k en heb
ik d'historie van Luther niet vergeten.
Stant. En waarin bestond dat. Pol
I'ol. Hierin zie Stantnadat die schurk
aan millioenen en millioenen een valsche lee
ring uangepreekt had eu duizende en dui-
zende zielen ongelukkig had gemaakt, dan
kwam zijne moeder in stervensnood en dat
was een brave vrouw die Luthor zorgvuldig
in den katholieken godsdienst opgebracht
had en die zelve katholiek en godvruchtig
gebleven was hewel dan kwam die afgeval
lene kloosterling die nu een aartsketter ge
worden was, zijne stervende moeder bezoeken
en de bedrnkte vronw vroeg hem Maar, mijn
zoon, nu dat ik mij voel sterven, zeg mij toch
wat ik moet doen, ofwel mijn oud katholiek
geloof bewaren en in hetzelve sterven, ofwel
uwe nieuwe leering aannemeu en met haar
voor mijnen Heer en God verschijnen want
d'eeuwigheid is toch zoo lang en zoo ver
schrikkelijk
Stant. En wat antwoordde de schurk.
Pol
Pol. Hewel, Stant, dat is nog een goeië
noot voor dien ellendeling hij die zoovele
menschen bedrogen had en ze wetens eu wil
lens in "t verderf had gestort, hij spaarde
toch zijne moeder, en al snikkende antwoord
de hij haar moeder houd vast 't geen gij hebt
en sterft in uw oud katholiek geloof.
Stant. Oh dat slangevel o dat zeestra-
mijn Wat Bij hoog en bij leeg beweren dat
hij voor zending had een nieuwe leering aan
't volk aan te prediken en van g'heel de we
reld te veranderen eu 'f, herscheppen, en dan,
wanneer 't de ziel gold vau zijn eigene moe
der, dau moeten bekennen dat hij wel wist
mis te zijn^en valschelijk te handelen, en toch
maar voortgaau meè 't volk te bedriegen en
te misleiden Zie, Pol, kreeg ik alzoo nen
Luther in mijn handen, ik neep hem in
gruis
Pol. Ja ja, Stant, den hoogmoed man,
en't misbruiken van de gratie 'klleb dat
meer als nen keer van wijze menscheu hooren
zeggen al zat iemand zoo hoog als 't torekeu
van ons kerk in deugd en wetenschap, als hij
niet ootmoedig en is en in den levenstaat waar
onzen lieven Heer hem in geplaatst heeft,
niet nederig weg zijn plichteu en vervult,
riskeert hij va tl beueên te pletsen en hem den
nek te bikken.
Stant. t Zijn redens, Pol, 't zijn redens
en dat zonden de donchisten en al die revo-
lutionuairs nen keer wel moeten overwegen
en rwie weet of.
Pol. Alia alla, Stant, allemaal boter aan
de galg, man wat meent ge wel Lessen
ontvangen van een auder als ge zelf zoo ver
standig en zoo deugdzaam zijtAlla dan,
Stant, maar waar zijn uw errem zinnen
Stant. Z'en moeten 't maar weten, Pol;
en nu trek ik er van onder doe mijn kom-
plimenten aan Kakeu, 'k en heb den tyd niet
meer om nog binnen te gaan.
Pol. 't Zal er op zijn, Stant, als ge zelf
uwen kop niet binnen en steekt.
Stant. In Gods namen, Polzegt haar
da'k 't naaste week bij haar eerst zal gaan
maar nu moet ik voort.
Pol. Lijk ge wilt, Stant, en tot binnen
acht dagen
Stant. Ja, Pol, tot wederziens
Mijnheer Dendergalm (salueert!) heeft
zich geweerdigd op ouzo artikelen Libe
ralen en Socialisten Oorzaak en gevolg,
te antwoorden.
Hij eindigt zijn schrijven raotde volgende
woorden
Wij zoudeD gelukkig zijn hem [Dender -
bode) daarop eens te zien antwoorden, wel
te verstaan indien zij zich, al ware het
bij uitzondering, maar eenmaal wachten
kan van beleedigen.
Dat genoegen zullen wij aan Mijnheer
Dendergalm zekerlijk niet weigeren. Wij
zullen zijn artikel eens onderzoeken, maar
alvorens moeten wij nog eeDige bemer
kingen maken.
Mijnheer Dendergalm eindigt zijn arti
kel met het volgend naschriftP. S. Bij
't herlezen van Denderbodes artikel, be
merk ik dat hij mij uitmaakt voor groote
lantaarnik beschouw dit als cene bloe
dige beleedigiog en verbied, (sic) Dender-
bode me voortaan nog zoo onmenschelijk
te mishandelen.
Die heer verbiedt 1
Maar heere toch waarom maakt gij,
of laat gij de opstellers van Denderbode
uitmaken voor Taxils II, voddemaunen,
pennelakeieu, kazakkeerders, onz. enz.
Mijnheer Dendergalm, gij zijt met
hatelijke scheldnamen begonnen
uwe artikels waren met lage per
soonlijkheden doorspekt alvorens
Denderbode naar de geeselroede heeft
gegrepen die u nu zoo £ermen doet.
Mijnheer Dendergalmals uwe taal eens
beleefd zal zijn, zal die van uwe tegen-
strovers het ook worden. Nu, mijnheer
Grootlantaarn, wisselt men uwe munt uit
en houdt er u mede te vreden.
Alvorens tot de ontleding van Dender-
galms schrijven over te gaan, laten wij
hier nog een paar uittreksels volgen. Zij
zijn gevloeid uit de pen van mannen die
den godsdienst vijandig gezind zyn; en
hebben des te meer weerdo.
M. G. Platon schrijft in de groote Ency
clopédie vau Berthelot en C° Om den
noodlottigen kring te breken waarin ons
het collectivism sluit, is er, schijnt het.
niets minder noodig dan een bovenzinne
lijk grondbeginsel. Alsdan alleen zal men
hopen mogen het collectivism te kunnen
overwinnen. Op onoverkomelijke wijze
dringt het gedacht zich op dat men hem
het hoofd niet bieden kan met huishoud
kunde tegen huishoudkunde te plaatsen
(dit doen de liberalen), maar dat het eene
wijsbegeerte, eene voorstelling van het
leven is (lijk de Katholieke Godsdienst)
dat men tegen zijne wijsbegeerte, tegen
zijne wereldaanschouwing stellen moet.
Dit wil in ander woorden zeggen dat de
Godsdienst alleen het collectivism over
winnen zal. De schrijver durft het niet
ronduit bekennen, eu het ding met den
naam noemen. Hij kan het niet. die Ency
clopédie is immers goddeloos en in ratio-
nalistischen zin opgevat.
M. Leroy-Beaulieu heeft in do lievue
des deux Mondes - van 1" Maart hetzelfde
gedacht uiteengezet. Zijne woorden zullen
later wel eens te pas komen.
Het tweede uittreksel is van een Fran-
sohen socialist P. Leroux. Hot komt voor
in het werkje vau F. R. Een wandeling
sken, hl. 78.
Wij laten het hier volgen en bevelen het
Mijnheer Dendergalm aan
Daar er op deze narde niets meer is als
stoffelijke zaken, als stoffelijke goederen,
goud- en mesthoopen, geef mij mijn aandeel
iu dit goud, in dien mesthoop, heeft allo be
zield eu levend wezen het recht te zeggen
uUw aandeel is u gegeven, antwoordt
het spook der tegenwoordige samenleving.
u Dit aandeel is onrechtveerdig, de ver
deeling is slecht gedaan, zegt de man op zijne
beurt. n
u Maar gij waart er eertijds wel meè
tevreden Eertijds was er een God in deu
hemel, een paradijs te winnen, eene hel te
vreezen. Er was op aarde eeue maatschappij,
en ik had er mijn aandeel van want, was ik
onderdaan, ik had de rechten van den onder
daan, het recht te gehoorzamen zonder mij te
onteeren. Mijn meester beveelde mij niet
zonder recht, in name van zijne ik- en heb
zucht. Zijne macht kwam van God, die de
ongelijkheid op deze aarde toelaat. Wij had
den dezelfde zedeleer, in naam van dien gods
dienst was dienen mijnen aandeel, bevelen
was het zijne.
Maar dienen was aan God gehoorzamen,
en mijnen beschermer met mijne genegenheid
op deze aarde vergelden. Ten anderen, «-as
ik zijn onderhoorige in de wereldlijke maat
schappij, ik was zijn gezel in de geestelijke,
die men de Kerk noemt. En deze Kerk was
maar het voorhof en het beeld der ware Kerk
der hemelsche. Ik verdroeg om verdiensten
in te zamelen, ik leed om het eeuwige geluk
Sedert de vermaarde kuiperijen van
't Omgekochte wijfeuvan't" Gedenkt
den merteleer zijt ge hier zoo goed ge
kend als de kwade duiten om nog iemand,
hoe dom ook, doekskens voor de oogen te
hangen... En al bracht gij hier op de
Groote Merkt van Aalst al de steenbak
kers van gansch België, en al de groene
sukkeleers van de vijf wcrclddeclen, dat
zal de katholieke kiezers van 't Ar
rondissement van Aalst, niet belet
ten u, in juli 1898, met klank en voor
eeuwig op te laten.
Zet dan maar gerust don veldtocht
voort. Jambonus, dien gij sedert lang
onderduims bewerkt om aan minister De
Bruyn met uwe gewono linksche midde
len, zijnen Kamerzetel te ontfutselen 1
Ik had het gebed, ik had de II. Sacra
menten, het leedwezen en de vergiffenis vau
mijnen God. Dit alles heb ik verloren want
Êij hebt mij geleerd dat er geen paradijs te
oopen is, geene Kerk meer bestond. Ik weet
zelfs niet dat er een God is. Dus wil ik mijn
aandeel op de wereld.
En nu in een volgend nummer de arm
tierige beweegredens van mijnheer den
kitteligen Dendergalm. Vervolg.)
Wij lezen in eene correspondentie uit
Dendermoude aan het weekblad La
Paix gezonden
Demokratische kuiperij en.Men
riep onlangs onze aandacht in op de
«luwe streken der christenc deniokraten
tegen M. De Bruyn; de volgende cor-
respoDdeutie uit Deudermonde aan La
Paix - bevestigt onze inlichtingen
- Een veldtocht van propaganda wordt
hier sedert eenigeu tijd met bedrijvig
heid geleid door conferenciers,als voor
post gezonden, om de geesten tot de
caudidatuur van priester Daeus voor te
bereiden. Weinig bekond met politieke
zaken, weet ik niet wat er op 't oogen-
blik in't Arrondissin^eut van Aalst om-
gaat; ik weet niet of priester Daens in
den zin heeft zich er opnieuw voor te
stellen. Hier hecht men or weinig ge
loof aan om rede dat do propagandisten
ten voordeele van M. Daens de nabu
rige gemeenten van Deudermonde door-
loopen en er van heden af do herkie
zing van M. De Bruyn bestrijden. Het
zal waarschijnelyk tegen de candida-
tuur van den minister van landbouw
zijn dat M. Daens de zijne zal stellen.
b Bij toeval heb ik eene dezer confe-
rentiën bijgewoond, ik heb een rede
naar gehoord die zegde M. Do Bruyn
is een zeer cerbiedweerdig man, maar
hij is minister en in die hoedanigheid
heeft hij den tijd niet meer om zich
n bijzonderlijk met u te bekommeren, hij
moet zich met gansch 't land onledig
houden. Dat maakt uwe zaak niet gij
- hebt een vertegenwoordiger noodig
welke u uitsluitelijk is toegedaan. a
Zoo dus, volgens dat scbryven, zou
onze alom beminde vierde man hier
voor goed zijne matten oprollen en het
schuit van kant steken recht naar Den-
dermonde
Ehwel, wij gelooven dat die beslissing
nog niet onwederroepelijk is.
Dat Jambonus meer en meor overtuigd
is dat zijn ryk gesteund op leugen, laster
en valsche beloften, hier in ons Arrondis
sement op zijne laatste krukken springt,
daar valt geen zeerken aan te twijfelen.
Immers dat hoort hij, dat ziet hij, dat
gevoelt hij dagelijks.
En van daar die razernij der Chipka-
manneu tegen onze Geestelijkheid en te-
geu al wat katholiek is 1... Van daar die
uitzinnige artikels, die dolle schotschrif
ten, die, geleden eeuigo dagen, een der
Opperhoofden van de groene socialisterij
te Brussel wanhopend deed uitroepen
Wordt dat koppel van Aalst dan ste-
kene zot
Maar vooraleer hier de pijp aan Merten
te geven en voor goed te Deudermonde
de klucht beginnen te spelen die hem
hier, in 1894, lukte,, heeft ODze merteleer
besloten te Aalst eene groote vertoo
ning te geven, zoo iets lijk eene alge-
meene Revue van al zijne groene aan
hangers van Brussel, Antwerpen, Boom,
Borgerhout, Brugge, immers van gansch
't land.
Waarom Ziehier zijne berekening:
Kon ik (zoo denkt de leeperik) hier
eeue groote massa vreemdelingen doen
samenstroomen, 't volk van Aalst zou
b misschien zeggen Tiens Daens
moet toch nog van eeuigen tel zijn...
b En wie weet, zegt hij, of ik op die ma-
a nier met de katholieken van Aalst tot
- geen overeenkomsteken zou kunnen
geraken om mij mijnen Kamerzetel te
laten behouden met de 4000 patotter-
kes die er aan vast zijn
Ziedaar het geheim van die groote co-
medie die onze vermaarde politieke kwak
zalver hier morgen zondag 13juni gaat
spelen, en voor 't wollukken derwelke hij
zich, sedert drij weken, als een oprecht
wandelende Jood, 'tland door, de beenen
van onder hot lijf heeft geloopen.
Maar ook 't is zijn laatste troef II!
Ehwel, Kerel 't zal u deze reis niet
lukken I
De arme kinkels van Dendergalm
loochenen even als audere geusche scri
benten dat de liberalon de gehoorzame
slaven zijn der vrijmctselaarslogie. Maar
't bewijs dat die scribenten aan de waar
heid te kort blijven, treffen wij aan iu de
redcyoeriug van .".generaal Bouyet,eenen
dignitaris der logie van den hoogsten
graaduitgesproken op 29 maart jl. in
don tempel Union Progres
Kiekenmarkt, te Brussel
u Niemand, zegde generaal Bouyet,
kan voorzien hoe wij uit den warboel
zullen geraken waar de liberale partij
eiken dag hare oneenigheden ziet ver-
ergeren-en hot getal barer volgelingen
verminderen. Het wordt van langs om
noodiger. dat de vrijmetselarij, met
krachtigere hand dan zij tot hiertoe
deed, de partij besture.
Nu wat moet de vrymetselarij, vraagt
verder generaal Bouyet, zijn in de
liberale partij
En hij antwoordtAlles
Wat moet men daaruit afleiden
Dat de liberalen die geene vrijmetse
laars zijn, de slaven zijn van dezen die
't bevel voeren in de maconnieke kroch
ten, lieden die op al de deuntjes, die de
hooge dignitarissen der logic schuifelen,
gedwee moeten dansen 1
Arme liberale kiokels toch
Eerbied onzer groene socialisten voor
de Geestelijkheid. In eenen bespottelij-
ken brief aan Le Bien public gestuurd,
om zijn laf schotschrift tegen onze brave
kath. werklieden trachten verkeerd uit te
leggen, schrijft Pie Daens
Depuis quatre ans nous devons tenir
a deur mains notre respect pour le
Clergé. -
In 't Vlaamsch Sedert 4 jaren moe
ten wij onzen eerbiod voor de Geeste
lijkheid met beide handen houden.
Met beide handen ja Pie, maar niet
met het hert 1 1 want sedert zeer lang
is dc eerbied voor Jonze Priesters uit het
hert der Chipkamannen verbannen.... Dit
;ctuigen die laffe aanvallen die men in
ieder nr van uwe gazet dan venijnig, dan
rechtstreeks richt tegen de EE. PP. Jesuï-
ten, tegen den Z. E. H. Deken Raemdonck,
tegen den E. H. Ponnet en tegen al de
Geestelijken welke, uit gewetensplicht, de
helsche deugnieterijen der DoDchen tegen
werken. En tot welke schandalige leugens
neemt ge niet, sedert eenigen tijd, uwe
toevlucht om den E. H. Ponnet,\als pries
ter tc bezwadderen.
En dat durft nog spreken van eerbied
voor de Geestelijkheid
O gi schijnheilige volksfoppers 1
Dendergalm komt terug op de zaak
der soldaten die de Marseillaise zon
gen en schrijft dat toen een officier bij
den uitgever van Denderbode kwam (om
inlichtingen natuurlijk) hij, de uitgever,
verklaarde dat de beschuldiging valsch
was.
Dat is eenvoudig gelogen. De heer offi
cier kan en zal niet spreken lijk Dender
galm want wij aanschouwen hem als te
eerlijk, als te deftig en als te rechtzinnig
om dat te doen.
Wij zouden op deze zaak nimmer zijn
terug gekomei^ doch de republikeinsche
snotneuzen vau Dendergalm hebben er
ons toe verplicht.
Groene betooging van morgen
zondag. Wij zullen niet wenschen
gelijk Chipka het deod ter gelegenheid
van het feest van den Werkmanskring,
dat het morgen zondag slecht (Jweder zou
zijn, dat het regenen zou... Wij wenschen
integendeel dat het schoon weder,heldere
zonneschijn weze morgen zondag. Immers
wat doei het er aan dat er* zelfs honderd
duizend groene vogels uit Brussel, Ant
werpen, Brugge, Kortrijk,|Dendermonde,
Boom, Borgerhout, enz, enz, naar hier
komen overgevlogen, die kunnen ons niet
beletten dat wc binnen een jaar, onze
merteleer naar de maau zullen zenden....
En wat meer is, een natte vogel al is hij
nog zoo groen en zoo raar, is toch 't beziens
nietweerd. Wij, en velen met ons,zouden
die groene vogels uit alle gewesten eens
in hunne pracht willen aanschouwen....
Er zullen rare, zeer rare vogels bij zijn,
en dat het ons moge gegeven zijn ze op
gemak en stilzwijgend te aanschouwen,
dat wenschen wij.
Dus, katholieke vrienden, laat de
groene vogels ongestoord paraderen, laat
ze hun hert eens ophalen, nog een jaar
ken en 't is er mcé gepast.
Zelfs als de groene vogels eene uitda
gende houding zouden aannemen, dat er
toch niemand zich in stoore, want 't zal
een berekend spel zijn om ons Katholie
ken, bij de minste vijandige daad, van
gewelddadigheden te kunnen beschul
digen, zelfs als al 't ongelijk aan den
groenen kant is.
Laat de groene vogels maar loopen met
de pluimen naar buiten 1....
Nog een bemerkingsken In ons num
mer van 27 mei 11. schreven wy dat w#
durfden wedden dat - 7 Land van Aelst»
vóór 13 juni zou geschreven hebben, dat
de Aalstenaars demokraat in hun hert
zijn, en dat ze, uit vrees van broodroof,
geen vaandel mogen uitsteken...
Wij zouden onze wedding gewonnen
hebbeD, want in een schotschrift zater
dag door Chipka in de wereld gezonden,
leest men
We zijn nog in het schrikbewind van
den broodroof, in Aalst mag de vraag
niet gedaan worden van vlaggen uit te
steken.
Flauw kooien, heilige man, moest ge
het vragen de Aalstenaars zouden er met
eenen spotlach aan beantwoorden. Met
dien zoogezegden slimmen trok kunt ge
wel de vreemdelingen bedriegen maar
toch geen «nkele ernstige Aalstenaar,
want allen weten dat de Donsjenkliek
hier zoo zeer gesmolten is, dat men er
weldra, in vollen dag, met een lanteern-
ken zal moeten naar zoeken.... Zonder
de hulp der liberalen en roode socialisten
wat is de donsjenkliek Een rommel
zootje van hoogmoedigen, heerschzucb-
tige, eerzieke, baatzuchtige lieden, mal
contenten, greeven, kerels met gaten in
hun leerzen, visschers in troebel water,
mannen die buu proefjaar doen bij de
groenen vooraleer ze naar de rooden
overloopen.
Dus vrienden Laat de groene vogels
loopen met de pluimen naar buiten
't Land van Aelst schrijft dat de heer
Burgemeester hun den dag van zondag
heeft afgestaan, maar hieruit mag niet
besloten worden dat de groene vogels zich
alleen in de straten mogen vertoonen. De
straten zijn vrij voor iedereen.
Wij raflen onze vrienden aan eens goed
toe te kijken, want naar men ons verze-
kêrt, zal het wijf dat de katholieken
hebben willen omkoopen om merteleer
Daens te bekoren iu onze stad te zien
zijn.
Wie die keks vangen kan, en ze aan de
gendarmerie overleveren, zal eene beloo
ning van 1000 franks ontvangen.
Dus een oog in 't zeil
Militaire betooging. Morgen zon
dag gaan de logiegasten té Brussel eene
betooging houden. Wat is hun doel
Het kath. ministerie omwerpen
De kamers doen ontbinden
Het alleman soldaat in te voeren
De krijgslasten doen klimmen.
En Jambonus bidt God, dat die pogin
gen der logiegasten met goeden uitslag
zouden bekroond worden.
Nog een jaarken vrienden en
O Wonder De stoet der groene
socialisten zal juist de zelfde straten door
trekken als de roode socialisten op 1
mei 11.
Dendarhautem. Donderdag 17
Juni 1897 (H. Sacramentsdag), onmidde-
lijk na «le Vespers, Stichting der Boe-
rengilde.
Men vergadert iu de Nieuive School
des Kloosters.
Gendarmen. Nemna, wie zou het
kunnen gelooven Onze vierde man heeft
zich tot de gendarmerie gewend om te
vragen Vdat de groono stoet van i,morgen
zou geopend worden door 4 gendarmen
te peerd.
De heer Bevelhebber heeft geantwoord
dat zulks Diet mocht gebeuren dan op
schriftelijk rekwisitorium des heeren
Burgemeesters....
Et moi, sprak onze vierde, ('t was im
mers in 't Fransch.) Et moi représentant
de la Nation n'ai-je pas ce droit En
ik, vertegenwoordiger des volks, heb ik
dat recht niet
De Bevelhebber keek naar de lucht en
zweeg.... wellicht denkende: hij is wetten
fabrikant en hij weet nu nog niet wat de
Overheid van 't kleinste dorpje weet....
Onze vierde schoot iu zijn vet en dreigde
met - Procureur du roi, Luitenant de
Gendarmerie- Minislr* de la Geurre,
en pati en pata. Onze vierde moet toch
niet te rechte zijn gekomen, want wij
vernemen bij het ter pers leggen dat, bij
gebrek aau Gendarmen, de groene stoet
zal geopend worden door vier IJzerenlep-
pen gezeten in een huppelpeerd.
Onze groenen zijn toch behendige man
nen; ze weten zich altijd uit den slag to
trekken wie zou er nu toch kunnen
denken dat ze er zouden in lukken nu
heden nog 4 huppelpeerden van Van
Moillerken zaliger te ontdekken ?Is Non
kel Louis daar voor niets tusschen
Ansaele's huwelijk. Er is reeds
;emeld en gelogenstraft dat Anseele in
iet huwelijk gaat treden met zekere juf
fer De Costcr, winkeljuffer in Vooruit.
Het Fondsenblad verzekert dat het hu
welijk van Eedje wel degelijk besloten
Alle toebereidsels zijn reeds gemaakt
en de bloedverwanten officieus uitgenoo-
digd. De Gentenaars zullen echter teleur
gesteld worden, daar deze heugelijke ge
beurtenis niet in hunne stad zal plaats
grijpen.
De plechtigheid zal in eene andere
stad, denkelijk te Luik, plaats hebben,
gedurende de Kamervakantie. Onnoodig
tczeggeD dat ze CDkel burgelijk zal zijn.
Intusschen gebaren Anseele en zijne toe
komende, als ze elkander ontmoeten in
Vooruitdat ze elkander niet kehnen.
LEDE. De Ruitersommegang
is van dees jaar vastgesteld op Zondag
20 Juni.
Vergadering der Ruiters om 5 uren
om na de Mis van dit uur, dus om 6 uren
den Ommegang te ryden.
Verledene jaar waren er 273 ruiters,
dees jaar zullen er 300 zijn.
Schoone feesten zijn het voorwaar,
waar ziel en lichaam in voldaan worden
alzoo tmoet het zijn.
Eore aan Lede Eere aan de Leden
van 't Bestuur die alles zoowel schikken.
Ook is bet niot te "erwonderen dat de
pelgrimagiën gedurende de vermaarde
novene, meer en meer aangroeien. Onze
Lieve Vrouw der Zeven Weeën sedert
1414 in Lede geëerd onder den schoonen
titel van «Zoete nood Gods» heeft
zienlijk ons zoo katholiek Land van Aalst
en omstreken onder hare machtige be
scherming genomen tot heil van allen.
De Ringsteking, 150 franks prijzen
gratis, aangeboden aan al de Ruiters
welke aan den Ommegang hebben deel
genomen is bepaald op 39 Juni, 8'-
Pietersdag, om 2 uren 's namiddags
vergadering ter Statie om 1 uur.
Gebrek aan plaats, laat ons niet toe
verdere inlichtingen meè te deelen men
raadplege de plakbrieven.
J. M. J. F. C. C. 6. Z. J. C. A.
van het
Allerheiligste Sacrament des Autaars,
in de kerk der
Arme Claren Colettinnen.
Donderdag 17 Juni Feestdag en de
volgende dagen der Octaaf, zal het Aller
heiligste Sacrament ter aanbidding uit
gesteld worden, om 6 uren met de ge
woonlijke Mis, tot na het Lof welke zal
geschieden ora 3 uren namiddag.
Vrijdag 2b Juai 1897.
Feestdag van het Heilig Hart van Jesus
en gedurige aanbidding.
Om 6 uren de eerste Mis met uitstelling
van het Allerheiligste Sacrament tot n»
het Lof.
Om 8 uren do Hoogmis.
Om 4 uren het Lof met te Deum.
pggp-Ten Bureele van Dender-
bode te verkrijgen Een wan
delingsken door eenige socialistische
schriften a van F. R. docter in wijsbe
geerte en letteren. Prijs fr. 0,75 met post
fr. 0.80. Dees werk in onze scboone
Vlaamscho taal geschreven, zal veel bij-
dragen om het doel te leeren kennen dat
het socialism waarlijk bereiken wil.
Zondag-13 Juni 1897, dienstdoends
Apotheker M'De Valckeneer,
Zie notariëele Annoncen
op de 4d' Bladzijde.
Botermarkt. Heden zaterdag
werden 897 klonten boter ter markt ge
bracht, wegende te samen 6262 kilos.
Programma van 't Concert welk
zal gegeven worden Zondag 13 Juni 1897,
om 11 llt uren voormiddag, door de Ko
ninklijke Harmonie, onder het Bestuur
van den heer F. L. Van den Bogaeedj,
op het kiosk ter Groote Markt, alhier.
1® Ouverture de Zampa, Hérold.
2" Santiago, valse, Corlni.
3e Potpourri sur les Dragons de Villan
Maillart.
4e La Tourterelle, polka voor fluit, uit
gevoerd door M. DeNayer, DANimi,
Aelst Openbare verlichting.
Nog altijd wordt er geklaagd over de
verlichting der straten. Volgens het re
glement mogen de straatlanteernen op
dees tijdstip des -jaars slechts om i uur
's nachts uitgedoofd worden, doch dijns-
dag en woensdag begon men de lanteer-
nen uil te dooven op klokslag 24 uren eo
om 0,10 minuten verkeerde op de groot»
markt, in de lange en korte zoutstraten,
nieuwstraat, kerkstraat enz. enz, in volle
duisternis.
Wij deden belofte de tabel meè te deelea
van het aansteken en uitdooven der straat
lanteernen doch wij hopen in ons aanst.
nr die belofte te kunnen volbrengen.
Vrijdag voormiddag is aan 't nieuw
hospitaal, een deel stelling ingestort
waarop zich zeven werklieden bevonden,
bezig aan 't voegen of centurenstrijken.
Zes tuimelden naar beneden en een bleel
omhoog. Een werd met gebroken been
opgenomen en de overigen kwamen er
min of meer bezeerd met den schrik van af.
Dees ongeluk moet aan de onvoorzichtig
heid der werklieden toegeschreven wor
den meer dan eens werd er gewaar
schuwd dat zede stelling beter moesten
verzekeren. Deze werklieden zijn in dienst
van eenen Gentschen ondernemer.
Ressegem. Heiligschendende
diefstal. Een dezer laatste nachten
zijn er dieven gebroken in de kerk van
Ressegem, en hebben ai de heilige vaten
en verdere ornamenten gestolen. De H.
Hostiën waren, zegt men, op den grond
geworpen. Alles werd er gestolen, bij
zooverre dat de E. H. Wannemaecker,
Pastoor, geene mis kon lezen; hij is ver
plicht geweest eenen kelk naar eene
naburige kerk te gaan ontleenen. Verdere
inlichtingen ontbreken ons. Wij weten
niet of de Kerkfabriek van Ressegem eene
brandkast bezit en denken neen in
alle geval deze heiligschendende diefstal
zal de Kerkfabrieken welke nog geene
brandkast bezitten, aanzetten dadelijker
eene aan te koopen en dit zooveel te meer
dat het Provinciaal Bestuur een9 toelage
verleent voor dezen aankoop.
Nadere bijzonderhen
Donderdag 's morgens toen de koster
van Ressegem zich ter kerk begaf, be
merkte hij dat de kerkdeur was geopend
en kwado vermoedens rezen bij hem op.
Spoedig ging hij naar de sakristij en
vond er alle kassen en deuren openge
broken en alles overhoop gesmeten.
't Was duidelijk dieven waren er aan
't werk geweest zij hadden een gat in
het dak gemaakt en waren langs daar
binnen gedrongen.