POL en STAM. Mijnheer Dendergalm Goede reis En den wind van achter! i Van tak op tak S0LEMNEELE OCTAAF ZONDAGRUST. Allerhande Nieuws. Pol is bezig meè timmeren in zijn wagenhuis. Sta NT. Wnt zijt ge nu bezigraeè doen,ról! Zijn er nu geen timmer mans meer op uw pro- chic Pol. Wel jaat, Stantmaar voor een bagatelle en derangei i wij die menschen niet er «aren twee tanden versleten in mijn eegde en 'k steek er andere in daarbij 't is nu toch stilstand van wapens op 't land meè dien he- vigen regen van gepasseerden woensdag. Stant. Ja, Pol, dan is er nat gevallen Le man Pui.. - Te veel, Stant eu daarbij veel schaai veroorzaakt. Stant. *k Gelooft, Pol 'k heb op mijn baan veel partijen vlas gezien die wreed ge- schalotteru zijn. Poi.. 't Is hier van denzelfden derden, Stant 't mijn lag gestreken naar den regen maar 'k hoop dat hem nog wat zal rechten. Stant. En in 't graan is er zeker ook veel schaai. Pol Pol. In 't algemeen gesproken en is "t van geen erg, Stant 't geen wat te dik stond en zeer fel was, daar is redelijk veel schaai in maar dat is d'uitzondering. Stant. En hoe is 't meè de patatten en al 't ander reate Pol. Wel, Stant, voor de patatten en heeft de regen geen kwaad gedaan, en ook niet voor de boonen en d'baver en de tweede sneè van de klavers en voor de bet terave maar't zon nu moeten weteu van ophouden, Stant, want er is hier nog schrikkelijk veel werk in de patatten en in do betteravo. Stant. Al ons kanten. Pol, zijn de pa tatten al bewerkt en nangekuild maar langs hier staan zij nog klein. Pol. Ja, Stant, langs de kanten van Aalst zijn ze drij weken vooruit, dat weet ik, en voor 't planten van de patatten en ook voor 't uitdoen. Stant. 't En is toch niet te laat zeker Pol Poi.. Wel nieneen 't, Stant maar moes ten wij in een sezoen van regen komen, dan zouden w'er gestaan hebben. Stant. En 't is nochtans te vreezen. Pol want als 't op den feestdag van den II. Medardus regent, heb ik dikwijls hooren zeg gen. dan is 't voor zes weken aan een stuk. Pol. Ja, Stant, 'k ken dat voosken ook maar daar en hecht ik maar weinig geloof aan, man 't weêr gelijk al ander dingen in den natnnr, wordt geregleerd en bestuurd door den Meester van hierboven, en daar heb ben de menschen, zelfs de geleerdsten weinig in te zien. Stant. Dat is ook mijn gedacht, Pol. maar alla, de menschen praten, altijd op. Pol. 't Is alzoo, Stanten we zullen 't weerom al maar nen Ifteer afwachten want wordt er veel kwaad gedaan en verdient 't menschdora van gestraft te worden, er wordt toch g'heel veel goed gedaan ook en onzen lieven lieer is toch goed en bermhertig. Stant. Jaai, Pol maar 't gaat tegen woordig toch een beetjen over zijn hout, bij zonderlijk in de steden waar dat 't socialis- mns nestelt. Pol. Die ^mannen en gaan zeker naar kerk of kluis niet meer, Stant Stant. Neen, I'ol nen keer dat die on- gclukkigen voorgoed bij de socialisten inge lijfd zijn, is ter meè geduuu meè religie en alle treffelijkheid. Pol. Dat ze daar wetten op maakten, zie Slant, oin die deugenieten die de menschen □n opmaken door slechte gazetten en door riegelijke meetingen, om die drommels te knippen en vast te zetten, dat waar anderen peper als wetsvoorstellen neerleggen om d'ou- ders te verplichten van hun kinder* tot vol- slegen veertien jaar naar 't school to zenden. Stant. - Dat geloof ik wel, Pol, want dat waar de schoonste tirannij die ze van zleveii zonden kunnen uitvinden. Pol. Zwijg mij daar af, Stantgisteren avond sprak ik daar nog over meè mijnen gebuur Wannes, en kijk nen keer, Stant, hoe dat 't meè dien braven man gelegen is hij hoeft een bedrijf van een koppel koeien en hij heeft acht kindereu. waarvan dat den oud stenzijnen Charel. dertien jaar is en zijn tweede, zijn Mieken. twaalf jaar. Hewel, zei Wannes tegen mij, gen zoudt niet kunnen gelooven hoe dat die twee kinderen mij te Eas komen, ze kennen alle twee goed hunnen atechismus en zij kunnen redelijk «-el cijfe ren en schrijven daarbij ze zijn braaf eu werkzaam. Mijnen Charel gaat meè mij naar ilen konter en Mieken helpt beur moeder in 't huishouden en ge moogt mij waarlijk ge looven dat ze g'heel onzen ophelp zijn tot hiertoe hebben ik en mijn Doka moeten wer ken en travakkeu dag en nacht en, God zij gedankt, wij geraken door de wereld maar sodert dat ons twee oudste ons helpen en bij staan, zwemmen wij er door eu 't gouverne ment zou «us nu komen dwingen om onzen Charel nog een g'heel jaar en ons Mieken nog twee vollo jaren naar "t school te zenden 'n Zijn dio kerels nu toch g'heel en gansch zot die meè zulke wetsvoorstellen afkomen We teu ze niet dat er in g'heel 't land een revolu tie zou ontstaan, ouder al d'huisvaders van den buiten Stant. En 't is in 't stad van de gelij ken, Pol hoeveel errerne werkmenschen en zyn er daar ook niet die absoluut dhulp van hun kinders uoodig hebben van vóór hunne volslegen veertien jaar En daarbij waarvoor moeten de menschen geforceerd worden Die zijn kinderen wilt laten naar school gaan die mag en dat zoo lang als hij wilt maar ge forceerd worden en dat op straf van boet of gevang, dat is een slavernij, dat is een ver drukking voor 't volk. I'ol. Ook, Stant, zullen wij die manne- kes hunnen koek boteren die meè znlke klod den voor den dag komen laat het nog nen keer kiezing worden, en 't zal zijn van 1» porto voor al die grootsprekers en revolu- tionnairs Stant. Daar en valt nimmer aan te twij felen, I'ol maar g'hebt daar Hens gesproken van 't kwaad dat d'aanvoerders van de socia listen doen, Pol zoudt gij niet peizen dat de donchisten, die ze t' Aalst groene socialisten noemen, nog meer kwaad doen als die eerste Poi..Jaak, Stant, dat peis ik, en daar ben ik zelfs van overtuigd en de groote re den daarvan is dat z'hun gedurig verbergen achter de religie, achter zijn heiligheid den Paus en achter onzen lieven lieer zelve. Stant. Ja, die suhijnheiliganrds En zelfs durven beweren dat z hun aangedreven en ondersteund gevoelen door een bovenna tuurlijke hand Pol. Door een duivelsch hand, dat ge loof ik, Stant Stant. Maar ze weten zij dut ook wel, I'ol hebt gij d'historie al vergeten dan van Mahomet die i^in *t volk wijsmaakte dat God den 11. Geest hem op zienlijke wijze zou ko men ingeven wat hij moest zeggen aan de menschen, en die dan eene duif deed loslaten aan dewelke hij geleerd had van graantjes uit zijne oor te komen pikken Pol. Wel nieneen ik,Stant. en 'k en heb ik d'historie van Luther niet vergeten. Stant. En waarin bestond dat. Pol I'ol. Hierin zie Stantnadat die schurk aan millioenen en millioenen een valsche lee ring uangepreekt had eu duizende en dui- zende zielen ongelukkig had gemaakt, dan kwam zijne moeder in stervensnood en dat was een brave vrouw die Luthor zorgvuldig in den katholieken godsdienst opgebracht had en die zelve katholiek en godvruchtig gebleven was hewel dan kwam die afgeval lene kloosterling die nu een aartsketter ge worden was, zijne stervende moeder bezoeken en de bedrnkte vronw vroeg hem Maar, mijn zoon, nu dat ik mij voel sterven, zeg mij toch wat ik moet doen, ofwel mijn oud katholiek geloof bewaren en in hetzelve sterven, ofwel uwe nieuwe leering aannemeu en met haar voor mijnen Heer en God verschijnen want d'eeuwigheid is toch zoo lang en zoo ver schrikkelijk Stant. En wat antwoordde de schurk. Pol Pol. Hewel, Stant, dat is nog een goeië noot voor dien ellendeling hij die zoovele menschen bedrogen had en ze wetens eu wil lens in "t verderf had gestort, hij spaarde toch zijne moeder, en al snikkende antwoord de hij haar moeder houd vast 't geen gij hebt en sterft in uw oud katholiek geloof. Stant. Oh dat slangevel o dat zeestra- mijn Wat Bij hoog en bij leeg beweren dat hij voor zending had een nieuwe leering aan 't volk aan te prediken en van g'heel de we reld te veranderen eu 'f, herscheppen, en dan, wanneer 't de ziel gold vau zijn eigene moe der, dau moeten bekennen dat hij wel wist mis te zijn^en valschelijk te handelen, en toch maar voortgaau meè 't volk te bedriegen en te misleiden Zie, Pol, kreeg ik alzoo nen Luther in mijn handen, ik neep hem in gruis Pol. Ja ja, Stant, den hoogmoed man, en't misbruiken van de gratie 'klleb dat meer als nen keer van wijze menscheu hooren zeggen al zat iemand zoo hoog als 't torekeu van ons kerk in deugd en wetenschap, als hij niet ootmoedig en is en in den levenstaat waar onzen lieven Heer hem in geplaatst heeft, niet nederig weg zijn plichteu en vervult, riskeert hij va tl beueên te pletsen en hem den nek te bikken. Stant. t Zijn redens, Pol, 't zijn redens en dat zonden de donchisten en al die revo- lutionuairs nen keer wel moeten overwegen en rwie weet of. Pol. Alia alla, Stant, allemaal boter aan de galg, man wat meent ge wel Lessen ontvangen van een auder als ge zelf zoo ver standig en zoo deugdzaam zijtAlla dan, Stant, maar waar zijn uw errem zinnen Stant. Z'en moeten 't maar weten, Pol; en nu trek ik er van onder doe mijn kom- plimenten aan Kakeu, 'k en heb den tyd niet meer om nog binnen te gaan. Pol. 't Zal er op zijn, Stant, als ge zelf uwen kop niet binnen en steekt. Stant. In Gods namen, Polzegt haar da'k 't naaste week bij haar eerst zal gaan maar nu moet ik voort. Pol. Lijk ge wilt, Stant, en tot binnen acht dagen Stant. Ja, Pol, tot wederziens Mijnheer Dendergalm (salueert!) heeft zich geweerdigd op ouzo artikelen Libe ralen en Socialisten Oorzaak en gevolg, te antwoorden. Hij eindigt zijn schrijven raotde volgende woorden Wij zoudeD gelukkig zijn hem [Dender - bode) daarop eens te zien antwoorden, wel te verstaan indien zij zich, al ware het bij uitzondering, maar eenmaal wachten kan van beleedigen. Dat genoegen zullen wij aan Mijnheer Dendergalm zekerlijk niet weigeren. Wij zullen zijn artikel eens onderzoeken, maar alvorens moeten wij nog eeDige bemer kingen maken. Mijnheer Dendergalm eindigt zijn arti kel met het volgend naschriftP. S. Bij 't herlezen van Denderbodes artikel, be merk ik dat hij mij uitmaakt voor groote lantaarnik beschouw dit als cene bloe dige beleedigiog en verbied, (sic) Dender- bode me voortaan nog zoo onmenschelijk te mishandelen. Die heer verbiedt 1 Maar heere toch waarom maakt gij, of laat gij de opstellers van Denderbode uitmaken voor Taxils II, voddemaunen, pennelakeieu, kazakkeerders, onz. enz. Mijnheer Dendergalm, gij zijt met hatelijke scheldnamen begonnen uwe artikels waren met lage per soonlijkheden doorspekt alvorens Denderbode naar de geeselroede heeft gegrepen die u nu zoo £ermen doet. Mijnheer Dendergalmals uwe taal eens beleefd zal zijn, zal die van uwe tegen- strovers het ook worden. Nu, mijnheer Grootlantaarn, wisselt men uwe munt uit en houdt er u mede te vreden. Alvorens tot de ontleding van Dender- galms schrijven over te gaan, laten wij hier nog een paar uittreksels volgen. Zij zijn gevloeid uit de pen van mannen die den godsdienst vijandig gezind zyn; en hebben des te meer weerdo. M. G. Platon schrijft in de groote Ency clopédie vau Berthelot en C° Om den noodlottigen kring te breken waarin ons het collectivism sluit, is er, schijnt het. niets minder noodig dan een bovenzinne lijk grondbeginsel. Alsdan alleen zal men hopen mogen het collectivism te kunnen overwinnen. Op onoverkomelijke wijze dringt het gedacht zich op dat men hem het hoofd niet bieden kan met huishoud kunde tegen huishoudkunde te plaatsen (dit doen de liberalen), maar dat het eene wijsbegeerte, eene voorstelling van het leven is (lijk de Katholieke Godsdienst) dat men tegen zijne wijsbegeerte, tegen zijne wereldaanschouwing stellen moet. Dit wil in ander woorden zeggen dat de Godsdienst alleen het collectivism over winnen zal. De schrijver durft het niet ronduit bekennen, eu het ding met den naam noemen. Hij kan het niet. die Ency clopédie is immers goddeloos en in ratio- nalistischen zin opgevat. M. Leroy-Beaulieu heeft in do lievue des deux Mondes - van 1" Maart hetzelfde gedacht uiteengezet. Zijne woorden zullen later wel eens te pas komen. Het tweede uittreksel is van een Fran- sohen socialist P. Leroux. Hot komt voor in het werkje vau F. R. Een wandeling sken, hl. 78. Wij laten het hier volgen en bevelen het Mijnheer Dendergalm aan Daar er op deze narde niets meer is als stoffelijke zaken, als stoffelijke goederen, goud- en mesthoopen, geef mij mijn aandeel iu dit goud, in dien mesthoop, heeft allo be zield eu levend wezen het recht te zeggen uUw aandeel is u gegeven, antwoordt het spook der tegenwoordige samenleving. u Dit aandeel is onrechtveerdig, de ver deeling is slecht gedaan, zegt de man op zijne beurt. n u Maar gij waart er eertijds wel meè tevreden Eertijds was er een God in deu hemel, een paradijs te winnen, eene hel te vreezen. Er was op aarde eeue maatschappij, en ik had er mijn aandeel van want, was ik onderdaan, ik had de rechten van den onder daan, het recht te gehoorzamen zonder mij te onteeren. Mijn meester beveelde mij niet zonder recht, in name van zijne ik- en heb zucht. Zijne macht kwam van God, die de ongelijkheid op deze aarde toelaat. Wij had den dezelfde zedeleer, in naam van dien gods dienst was dienen mijnen aandeel, bevelen was het zijne. Maar dienen was aan God gehoorzamen, en mijnen beschermer met mijne genegenheid op deze aarde vergelden. Ten anderen, «-as ik zijn onderhoorige in de wereldlijke maat schappij, ik was zijn gezel in de geestelijke, die men de Kerk noemt. En deze Kerk was maar het voorhof en het beeld der ware Kerk der hemelsche. Ik verdroeg om verdiensten in te zamelen, ik leed om het eeuwige geluk Sedert de vermaarde kuiperijen van 't Omgekochte wijfeuvan't" Gedenkt den merteleer zijt ge hier zoo goed ge kend als de kwade duiten om nog iemand, hoe dom ook, doekskens voor de oogen te hangen... En al bracht gij hier op de Groote Merkt van Aalst al de steenbak kers van gansch België, en al de groene sukkeleers van de vijf wcrclddeclen, dat zal de katholieke kiezers van 't Ar rondissement van Aalst, niet belet ten u, in juli 1898, met klank en voor eeuwig op te laten. Zet dan maar gerust don veldtocht voort. Jambonus, dien gij sedert lang onderduims bewerkt om aan minister De Bruyn met uwe gewono linksche midde len, zijnen Kamerzetel te ontfutselen 1 Ik had het gebed, ik had de II. Sacra menten, het leedwezen en de vergiffenis vau mijnen God. Dit alles heb ik verloren want Êij hebt mij geleerd dat er geen paradijs te oopen is, geene Kerk meer bestond. Ik weet zelfs niet dat er een God is. Dus wil ik mijn aandeel op de wereld. En nu in een volgend nummer de arm tierige beweegredens van mijnheer den kitteligen Dendergalm. Vervolg.) Wij lezen in eene correspondentie uit Dendermoude aan het weekblad La Paix gezonden Demokratische kuiperij en.Men riep onlangs onze aandacht in op de «luwe streken der christenc deniokraten tegen M. De Bruyn; de volgende cor- respoDdeutie uit Deudermonde aan La Paix - bevestigt onze inlichtingen - Een veldtocht van propaganda wordt hier sedert eenigeu tijd met bedrijvig heid geleid door conferenciers,als voor post gezonden, om de geesten tot de caudidatuur van priester Daeus voor te bereiden. Weinig bekond met politieke zaken, weet ik niet wat er op 't oogen- blik in't Arrondissin^eut van Aalst om- gaat; ik weet niet of priester Daens in den zin heeft zich er opnieuw voor te stellen. Hier hecht men or weinig ge loof aan om rede dat do propagandisten ten voordeele van M. Daens de nabu rige gemeenten van Deudermonde door- loopen en er van heden af do herkie zing van M. De Bruyn bestrijden. Het zal waarschijnelyk tegen de candida- tuur van den minister van landbouw zijn dat M. Daens de zijne zal stellen. b Bij toeval heb ik eene dezer confe- rentiën bijgewoond, ik heb een rede naar gehoord die zegde M. Do Bruyn is een zeer cerbiedweerdig man, maar hij is minister en in die hoedanigheid heeft hij den tijd niet meer om zich n bijzonderlijk met u te bekommeren, hij moet zich met gansch 't land onledig houden. Dat maakt uwe zaak niet gij - hebt een vertegenwoordiger noodig welke u uitsluitelijk is toegedaan. a Zoo dus, volgens dat scbryven, zou onze alom beminde vierde man hier voor goed zijne matten oprollen en het schuit van kant steken recht naar Den- dermonde Ehwel, wij gelooven dat die beslissing nog niet onwederroepelijk is. Dat Jambonus meer en meor overtuigd is dat zijn ryk gesteund op leugen, laster en valsche beloften, hier in ons Arrondis sement op zijne laatste krukken springt, daar valt geen zeerken aan te twijfelen. Immers dat hoort hij, dat ziet hij, dat gevoelt hij dagelijks. En van daar die razernij der Chipka- manneu tegen onze Geestelijkheid en te- geu al wat katholiek is 1... Van daar die uitzinnige artikels, die dolle schotschrif ten, die, geleden eeuigo dagen, een der Opperhoofden van de groene socialisterij te Brussel wanhopend deed uitroepen Wordt dat koppel van Aalst dan ste- kene zot Maar vooraleer hier de pijp aan Merten te geven en voor goed te Deudermonde de klucht beginnen te spelen die hem hier, in 1894, lukte,, heeft ODze merteleer besloten te Aalst eene groote vertoo ning te geven, zoo iets lijk eene alge- meene Revue van al zijne groene aan hangers van Brussel, Antwerpen, Boom, Borgerhout, Brugge, immers van gansch 't land. Waarom Ziehier zijne berekening: Kon ik (zoo denkt de leeperik) hier eeue groote massa vreemdelingen doen samenstroomen, 't volk van Aalst zou b misschien zeggen Tiens Daens moet toch nog van eeuigen tel zijn... b En wie weet, zegt hij, of ik op die ma- a nier met de katholieken van Aalst tot - geen overeenkomsteken zou kunnen geraken om mij mijnen Kamerzetel te laten behouden met de 4000 patotter- kes die er aan vast zijn Ziedaar het geheim van die groote co- medie die onze vermaarde politieke kwak zalver hier morgen zondag 13juni gaat spelen, en voor 't wollukken derwelke hij zich, sedert drij weken, als een oprecht wandelende Jood, 'tland door, de beenen van onder hot lijf heeft geloopen. Maar ook 't is zijn laatste troef II! Ehwel, Kerel 't zal u deze reis niet lukken I De arme kinkels van Dendergalm loochenen even als audere geusche scri benten dat de liberalon de gehoorzame slaven zijn der vrijmctselaarslogie. Maar 't bewijs dat die scribenten aan de waar heid te kort blijven, treffen wij aan iu de redcyoeriug van .".generaal Bouyet,eenen dignitaris der logie van den hoogsten graaduitgesproken op 29 maart jl. in don tempel Union Progres Kiekenmarkt, te Brussel u Niemand, zegde generaal Bouyet, kan voorzien hoe wij uit den warboel zullen geraken waar de liberale partij eiken dag hare oneenigheden ziet ver- ergeren-en hot getal barer volgelingen verminderen. Het wordt van langs om noodiger. dat de vrijmetselarij, met krachtigere hand dan zij tot hiertoe deed, de partij besture. Nu wat moet de vrymetselarij, vraagt verder generaal Bouyet, zijn in de liberale partij En hij antwoordtAlles Wat moet men daaruit afleiden Dat de liberalen die geene vrijmetse laars zijn, de slaven zijn van dezen die 't bevel voeren in de maconnieke kroch ten, lieden die op al de deuntjes, die de hooge dignitarissen der logic schuifelen, gedwee moeten dansen 1 Arme liberale kiokels toch Eerbied onzer groene socialisten voor de Geestelijkheid. In eenen bespottelij- ken brief aan Le Bien public gestuurd, om zijn laf schotschrift tegen onze brave kath. werklieden trachten verkeerd uit te leggen, schrijft Pie Daens Depuis quatre ans nous devons tenir a deur mains notre respect pour le Clergé. - In 't Vlaamsch Sedert 4 jaren moe ten wij onzen eerbiod voor de Geeste lijkheid met beide handen houden. Met beide handen ja Pie, maar niet met het hert 1 1 want sedert zeer lang is dc eerbied voor Jonze Priesters uit het hert der Chipkamannen verbannen.... Dit ;ctuigen die laffe aanvallen die men in ieder nr van uwe gazet dan venijnig, dan rechtstreeks richt tegen de EE. PP. Jesuï- ten, tegen den Z. E. H. Deken Raemdonck, tegen den E. H. Ponnet en tegen al de Geestelijken welke, uit gewetensplicht, de helsche deugnieterijen der DoDchen tegen werken. En tot welke schandalige leugens neemt ge niet, sedert eenigen tijd, uwe toevlucht om den E. H. Ponnet,\als pries ter tc bezwadderen. En dat durft nog spreken van eerbied voor de Geestelijkheid O gi schijnheilige volksfoppers 1 Dendergalm komt terug op de zaak der soldaten die de Marseillaise zon gen en schrijft dat toen een officier bij den uitgever van Denderbode kwam (om inlichtingen natuurlijk) hij, de uitgever, verklaarde dat de beschuldiging valsch was. Dat is eenvoudig gelogen. De heer offi cier kan en zal niet spreken lijk Dender galm want wij aanschouwen hem als te eerlijk, als te deftig en als te rechtzinnig om dat te doen. Wij zouden op deze zaak nimmer zijn terug gekomei^ doch de republikeinsche snotneuzen vau Dendergalm hebben er ons toe verplicht. Groene betooging van morgen zondag. Wij zullen niet wenschen gelijk Chipka het deod ter gelegenheid van het feest van den Werkmanskring, dat het morgen zondag slecht (Jweder zou zijn, dat het regenen zou... Wij wenschen integendeel dat het schoon weder,heldere zonneschijn weze morgen zondag. Immers wat doei het er aan dat er* zelfs honderd duizend groene vogels uit Brussel, Ant werpen, Brugge, Kortrijk,|Dendermonde, Boom, Borgerhout, enz, enz, naar hier komen overgevlogen, die kunnen ons niet beletten dat wc binnen een jaar, onze merteleer naar de maau zullen zenden.... En wat meer is, een natte vogel al is hij nog zoo groen en zoo raar, is toch 't beziens nietweerd. Wij, en velen met ons,zouden die groene vogels uit alle gewesten eens in hunne pracht willen aanschouwen.... Er zullen rare, zeer rare vogels bij zijn, en dat het ons moge gegeven zijn ze op gemak en stilzwijgend te aanschouwen, dat wenschen wij. Dus, katholieke vrienden, laat de groene vogels ongestoord paraderen, laat ze hun hert eens ophalen, nog een jaar ken en 't is er mcé gepast. Zelfs als de groene vogels eene uitda gende houding zouden aannemen, dat er toch niemand zich in stoore, want 't zal een berekend spel zijn om ons Katholie ken, bij de minste vijandige daad, van gewelddadigheden te kunnen beschul digen, zelfs als al 't ongelijk aan den groenen kant is. Laat de groene vogels maar loopen met de pluimen naar buiten 1.... Nog een bemerkingsken In ons num mer van 27 mei 11. schreven wy dat w# durfden wedden dat - 7 Land van Aelst» vóór 13 juni zou geschreven hebben, dat de Aalstenaars demokraat in hun hert zijn, en dat ze, uit vrees van broodroof, geen vaandel mogen uitsteken... Wij zouden onze wedding gewonnen hebbeD, want in een schotschrift zater dag door Chipka in de wereld gezonden, leest men We zijn nog in het schrikbewind van den broodroof, in Aalst mag de vraag niet gedaan worden van vlaggen uit te steken. Flauw kooien, heilige man, moest ge het vragen de Aalstenaars zouden er met eenen spotlach aan beantwoorden. Met dien zoogezegden slimmen trok kunt ge wel de vreemdelingen bedriegen maar toch geen «nkele ernstige Aalstenaar, want allen weten dat de Donsjenkliek hier zoo zeer gesmolten is, dat men er weldra, in vollen dag, met een lanteern- ken zal moeten naar zoeken.... Zonder de hulp der liberalen en roode socialisten wat is de donsjenkliek Een rommel zootje van hoogmoedigen, heerschzucb- tige, eerzieke, baatzuchtige lieden, mal contenten, greeven, kerels met gaten in hun leerzen, visschers in troebel water, mannen die buu proefjaar doen bij de groenen vooraleer ze naar de rooden overloopen. Dus vrienden Laat de groene vogels loopen met de pluimen naar buiten 't Land van Aelst schrijft dat de heer Burgemeester hun den dag van zondag heeft afgestaan, maar hieruit mag niet besloten worden dat de groene vogels zich alleen in de straten mogen vertoonen. De straten zijn vrij voor iedereen. Wij raflen onze vrienden aan eens goed toe te kijken, want naar men ons verze- kêrt, zal het wijf dat de katholieken hebben willen omkoopen om merteleer Daens te bekoren iu onze stad te zien zijn. Wie die keks vangen kan, en ze aan de gendarmerie overleveren, zal eene beloo ning van 1000 franks ontvangen. Dus een oog in 't zeil Militaire betooging. Morgen zon dag gaan de logiegasten té Brussel eene betooging houden. Wat is hun doel Het kath. ministerie omwerpen De kamers doen ontbinden Het alleman soldaat in te voeren De krijgslasten doen klimmen. En Jambonus bidt God, dat die pogin gen der logiegasten met goeden uitslag zouden bekroond worden. Nog een jaarken vrienden en O Wonder De stoet der groene socialisten zal juist de zelfde straten door trekken als de roode socialisten op 1 mei 11. Dendarhautem. Donderdag 17 Juni 1897 (H. Sacramentsdag), onmidde- lijk na «le Vespers, Stichting der Boe- rengilde. Men vergadert iu de Nieuive School des Kloosters. Gendarmen. Nemna, wie zou het kunnen gelooven Onze vierde man heeft zich tot de gendarmerie gewend om te vragen Vdat de groono stoet van i,morgen zou geopend worden door 4 gendarmen te peerd. De heer Bevelhebber heeft geantwoord dat zulks Diet mocht gebeuren dan op schriftelijk rekwisitorium des heeren Burgemeesters.... Et moi, sprak onze vierde, ('t was im mers in 't Fransch.) Et moi représentant de la Nation n'ai-je pas ce droit En ik, vertegenwoordiger des volks, heb ik dat recht niet De Bevelhebber keek naar de lucht en zweeg.... wellicht denkende: hij is wetten fabrikant en hij weet nu nog niet wat de Overheid van 't kleinste dorpje weet.... Onze vierde schoot iu zijn vet en dreigde met - Procureur du roi, Luitenant de Gendarmerie- Minislr* de la Geurre, en pati en pata. Onze vierde moet toch niet te rechte zijn gekomen, want wij vernemen bij het ter pers leggen dat, bij gebrek aau Gendarmen, de groene stoet zal geopend worden door vier IJzerenlep- pen gezeten in een huppelpeerd. Onze groenen zijn toch behendige man nen; ze weten zich altijd uit den slag to trekken wie zou er nu toch kunnen denken dat ze er zouden in lukken nu heden nog 4 huppelpeerden van Van Moillerken zaliger te ontdekken ?Is Non kel Louis daar voor niets tusschen Ansaele's huwelijk. Er is reeds ;emeld en gelogenstraft dat Anseele in iet huwelijk gaat treden met zekere juf fer De Costcr, winkeljuffer in Vooruit. Het Fondsenblad verzekert dat het hu welijk van Eedje wel degelijk besloten Alle toebereidsels zijn reeds gemaakt en de bloedverwanten officieus uitgenoo- digd. De Gentenaars zullen echter teleur gesteld worden, daar deze heugelijke ge beurtenis niet in hunne stad zal plaats grijpen. De plechtigheid zal in eene andere stad, denkelijk te Luik, plaats hebben, gedurende de Kamervakantie. Onnoodig tczeggeD dat ze CDkel burgelijk zal zijn. Intusschen gebaren Anseele en zijne toe komende, als ze elkander ontmoeten in Vooruitdat ze elkander niet kehnen. LEDE. De Ruitersommegang is van dees jaar vastgesteld op Zondag 20 Juni. Vergadering der Ruiters om 5 uren om na de Mis van dit uur, dus om 6 uren den Ommegang te ryden. Verledene jaar waren er 273 ruiters, dees jaar zullen er 300 zijn. Schoone feesten zijn het voorwaar, waar ziel en lichaam in voldaan worden alzoo tmoet het zijn. Eore aan Lede Eere aan de Leden van 't Bestuur die alles zoowel schikken. Ook is bet niot te "erwonderen dat de pelgrimagiën gedurende de vermaarde novene, meer en meer aangroeien. Onze Lieve Vrouw der Zeven Weeën sedert 1414 in Lede geëerd onder den schoonen titel van «Zoete nood Gods» heeft zienlijk ons zoo katholiek Land van Aalst en omstreken onder hare machtige be scherming genomen tot heil van allen. De Ringsteking, 150 franks prijzen gratis, aangeboden aan al de Ruiters welke aan den Ommegang hebben deel genomen is bepaald op 39 Juni, 8'- Pietersdag, om 2 uren 's namiddags vergadering ter Statie om 1 uur. Gebrek aan plaats, laat ons niet toe verdere inlichtingen meè te deelen men raadplege de plakbrieven. J. M. J. F. C. C. 6. Z. J. C. A. van het Allerheiligste Sacrament des Autaars, in de kerk der Arme Claren Colettinnen. Donderdag 17 Juni Feestdag en de volgende dagen der Octaaf, zal het Aller heiligste Sacrament ter aanbidding uit gesteld worden, om 6 uren met de ge woonlijke Mis, tot na het Lof welke zal geschieden ora 3 uren namiddag. Vrijdag 2b Juai 1897. Feestdag van het Heilig Hart van Jesus en gedurige aanbidding. Om 6 uren de eerste Mis met uitstelling van het Allerheiligste Sacrament tot n» het Lof. Om 8 uren do Hoogmis. Om 4 uren het Lof met te Deum. pggp-Ten Bureele van Dender- bode te verkrijgen Een wan delingsken door eenige socialistische schriften a van F. R. docter in wijsbe geerte en letteren. Prijs fr. 0,75 met post fr. 0.80. Dees werk in onze scboone Vlaamscho taal geschreven, zal veel bij- dragen om het doel te leeren kennen dat het socialism waarlijk bereiken wil. Zondag-13 Juni 1897, dienstdoends Apotheker M'De Valckeneer, Zie notariëele Annoncen op de 4d' Bladzijde. Botermarkt. Heden zaterdag werden 897 klonten boter ter markt ge bracht, wegende te samen 6262 kilos. Programma van 't Concert welk zal gegeven worden Zondag 13 Juni 1897, om 11 llt uren voormiddag, door de Ko ninklijke Harmonie, onder het Bestuur van den heer F. L. Van den Bogaeedj, op het kiosk ter Groote Markt, alhier. 1® Ouverture de Zampa, Hérold. 2" Santiago, valse, Corlni. 3e Potpourri sur les Dragons de Villan Maillart. 4e La Tourterelle, polka voor fluit, uit gevoerd door M. DeNayer, DANimi, Aelst Openbare verlichting. Nog altijd wordt er geklaagd over de verlichting der straten. Volgens het re glement mogen de straatlanteernen op dees tijdstip des -jaars slechts om i uur 's nachts uitgedoofd worden, doch dijns- dag en woensdag begon men de lanteer- nen uil te dooven op klokslag 24 uren eo om 0,10 minuten verkeerde op de groot» markt, in de lange en korte zoutstraten, nieuwstraat, kerkstraat enz. enz, in volle duisternis. Wij deden belofte de tabel meè te deelea van het aansteken en uitdooven der straat lanteernen doch wij hopen in ons aanst. nr die belofte te kunnen volbrengen. Vrijdag voormiddag is aan 't nieuw hospitaal, een deel stelling ingestort waarop zich zeven werklieden bevonden, bezig aan 't voegen of centurenstrijken. Zes tuimelden naar beneden en een bleel omhoog. Een werd met gebroken been opgenomen en de overigen kwamen er min of meer bezeerd met den schrik van af. Dees ongeluk moet aan de onvoorzichtig heid der werklieden toegeschreven wor den meer dan eens werd er gewaar schuwd dat zede stelling beter moesten verzekeren. Deze werklieden zijn in dienst van eenen Gentschen ondernemer. Ressegem. Heiligschendende diefstal. Een dezer laatste nachten zijn er dieven gebroken in de kerk van Ressegem, en hebben ai de heilige vaten en verdere ornamenten gestolen. De H. Hostiën waren, zegt men, op den grond geworpen. Alles werd er gestolen, bij zooverre dat de E. H. Wannemaecker, Pastoor, geene mis kon lezen; hij is ver plicht geweest eenen kelk naar eene naburige kerk te gaan ontleenen. Verdere inlichtingen ontbreken ons. Wij weten niet of de Kerkfabriek van Ressegem eene brandkast bezit en denken neen in alle geval deze heiligschendende diefstal zal de Kerkfabrieken welke nog geene brandkast bezitten, aanzetten dadelijker eene aan te koopen en dit zooveel te meer dat het Provinciaal Bestuur een9 toelage verleent voor dezen aankoop. Nadere bijzonderhen Donderdag 's morgens toen de koster van Ressegem zich ter kerk begaf, be merkte hij dat de kerkdeur was geopend en kwado vermoedens rezen bij hem op. Spoedig ging hij naar de sakristij en vond er alle kassen en deuren openge broken en alles overhoop gesmeten. 't Was duidelijk dieven waren er aan 't werk geweest zij hadden een gat in het dak gemaakt en waren langs daar binnen gedrongen.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1897 | | pagina 2