Zondag 18 Juli 1897.
S centiemen per nummer.
.1-2* Jaar 5170.
Landbouw.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
BEZOEK VAN
PRINS "aLBRECHT
Burgers van Aalst
op Zondag 18 Juli 1897,
St-Lievens-Zotten
LIBERAAL en
KATHOLIEK.
VRIJHEID
en GODSDIENST.
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 4-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 34,
en in alle Postkantoren des Land.
Cuique suurn.
Per drukregel, Gewone 45 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen ep
3' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 17 Juli 1897.
VAN BELGIË.
«O»
komt Z. K. H. Prins Albrecht van België
in onze Stad, om de Feesten bij te wonen,
die in de School der Troepskweekelingen
zullen plaats hebben ter gelegenheid van
den vyftigsten verjaardag der stichting
van dit Gesticht.
Het is voor ons allen eene groote eer,
den Kroonprins van België binnen onze
muren te mogen ontvangen. Tan allen
tydo hebben de Belgen bewezen dat zij
innig verkleefd, onwrikbaar verknocht
zijn aan hunne wettige Vorsten. In het
bijzonder heeft de Koninklijke Familie,
die heden over ons geliefd Vaderland
regeert, het grootste recht, de billïjkste
aanspraak verworven op ons aller dank
baarheid en liefde.
Z. K. H., willende voldoen aan den
wensch, uitgedrukt, in naam der Aalster-
sche bevolking door het Gemeentebestuur,
zal zich naar deLegerpupillenschool bege
ven langs de Statiestraat, Esplanade,
Leopoldstraat, Markt, Molenstraat
en Kapellestraat. Aldus zullen al de
Aalstenaren de gelegenheid hebben, hun
ne gevoelens van dankbaarheid te ver
openbaren en, door hunne toejuichingen,
den Koninklijken Prins te bewijzen, hoe
zeer zy hunne Vorstelijke Familie lief
hebben 1
Dat op dien dag al de huizen bevlagd
en versierd wezen en de kreet
LEVE PRINS ALBRECHT
onophoudend opstijge.
Te Aalst den 13 Juli 1897.
De Burgemeester,
M.-L. GHEERAERDTS
HOP. Een voorstel komt in de
Fransche wetgevende Kamer neêrgelegd
te worden om het algemeen tarief der in-
komrechten voor de hop te bepalen op
75 fr. en het minimum tarief op 45 fr.
Heden is het algemeen tarief 45 fr. en
het minimum 3D fr.
Slecht, allerslecht nieuws voor onze
reeds zoo beproefde kopplanters.
Deze week hoorden wij eene gegronde
bemerking maken Wanneer de verhoo
ging der inkomrechten in België voor de
hop of voor eenig ander product wordt
eovraagd, dan antwoord de heerjMinister:
Wij zijn door ons handelsverdrag verbon
den tot dees of geen jaar.
Duitschland en Frankrijk veranderen
of vermeerdereu gedurig hunne tarieven,
zijn ze dan door dit handelsverdrag jegens
België niet verbonden tot het einde?
Aardig toch 1
(1 4 6 7.)
4d* VERVOLG.
Dit kasteel waa een groot en oud gebouw,
dal niet weinig aan eene verschansing geleek,
eene plaatse om bij onloBt en oorlog gansch
het vlak der Schelde te beheerschen. Sedert
onhengelijken tijd, vooraleer zij te Gent zou
den ingehuldigd worden, moesten de Graven
van Vlaanderen, daags vóór hunne krooning
zich oponthouden in dit verblijf, dat dan ook,
deels om zijne schoone ligging en de gezonde
lucht, die men er ademde, deels om de kalme
rust dier wijde groene velden, waar ontallijk
bont vee op graasde, niet onwaardig was
eenen vorst ter woning te strekken.
Dit herbergzame kasteel van Zwijnaarde
werd dikwerf betrokken door persoonaadjen
uit den koogsten adel den ongelukkigen
zelfs mocht het niet zelden een oord van toe
vlucht worden. Immers, Kristiern II, nadat
hij uit Denemarken was verjaagd, vond, er
eene heilzame schuilplaats, en ten jare 1525,
overleed er ook Isabella van Oostenrijk, zijne
godvruchtige gemalin.
Eenige dagen is het geleden dat de
mannen van Chipka, uit politieke dank
baarheid, schreven dat de liberalen wéér
goede kristenen waren geworden dat zij
hunne princiepen, hunne gedachten van
vroeger verloochenden.
Het orgaan van den Aalsterschen vrij-
denkersbond jubelde van vreugde en
komt ons in zijn nummer van 4 Juli zeg
gen dat de held van Chipka volkomen in
zijn bewering gelijk had.
Dat blad is duivelsch kwaad, razend
omdat Denierbodeaan zijn verledeu
trouw, den oorlog tegen de geuzerij
voortzet. Met uittreksels aan te halen
uit de schriften van liberale denkers,
hebben wij gelogen lijk ketters.
Wij vragen ons af hoe dit mogelijk is
Wij laten de geuzen spreken, halen hunne
schrijvers aan, bewijzen daardoor dat zij
den Godsdienst aanvallen en het athéism
aankleven en wij liegen
Knoop aan een, wie kan.
Dendergalm beweert maar bewijst niet.
De libei •alen, zegt hij, zijn brave kristenen
die hunne plichten volbrengen.
Ziet ge dan niet, roept die geleerde
en rechtzinnige schrijver ons toe, dat de
liberale partij al uwe gekke en onzinnige
boweringen (sic) den bodem inslaat? Ziju
de liberalen anti-god3dienstigen en god
loochenaars? Werpt eens een blik rond u,
kykt eens wat er hier te Aalst zoowel als
in al de andere steden van België ge
beurt. Ziet gij geene menigte liberalen
hunne kristene plichten kwijten met even
veelja, meer stiptheid en zeker meer op
rechtheid dan vele klerikalen, die achter
eene schijnheilige mom hun valsch en
slecht karakter verbergen.
De geuzen zijn brave kristenen gewor
den, zie dat is iets nieuw.
Wij willen die bewering anders is
het niet dan loutere woordenkramerij en
fopt den boer een oogenblik aannemen.
De liberalen zijn dus goede kristenen,
gehoorzame kinders van de Kerk. Zij
zullen dus de leerstelsels der katholieken
aannemen en door hunne gehoorzaamheid
hunnen eerbied voor de Kerk betuigen.
Als zij ernstig zijn, zal bun orgaan op
houden oorlog te voeren tegen de die
naars der Kerk, want heel zonderling
moet het zijn, goede kristene te wezen
en ziin geloof aan te vallen en op alle
mogelijke wijzen af te breken.
Dendergalm zal dus zijn artikel ver
loochenen waarin hij de Godsdienst van
onzen Zaligmaker aanviel en waarin hij
verklaarde dat Jesus slechts mensch en
geen God was.
Hij zal ook zijn schrijven intrekken
over het schoone der kerkvervolgingen in
Zwitserland, Frankrijk en Duitschland.
Wenschen zal hij niei meer paters en
pastoors aan de grenzen te kunnen zetten.
Waarlijk dat is voor ons eene onver
wachte bekeering.
Wij bekennen rechtuit dat wij dat
nooit hadden verhoopt van mannen die
Al de moniken van S' Pieter trokken de
komst van Karei te gemoet. Deze was verge
zeld van zijne dochter Maria, eene jonge
maagd van een twaalftal jaren, welke hij met
zich genomen had om de Gentenaren te be
lieven. De abt zocht hem aam om in het
kasteel den nacht door te brengen, en ora
het vorstelijk avondmaal, er hem toebereid,
wel te willen aanvaarden, hetgene de Vorst
dadelijk inwilligde.
Nauwelijks had hij aan 't hooger einde der
tafel plaats genomen, tusschen den Abt en
zijnen trouwen raadsheer, Mher van Grut-
huse, of, toevallig blikkend op het voorhof
van het kasteel, zag hij het gevuld met eene
groote menigte, die er zwijgend en met ern
stige houding binnen drong.
Bij S' Joris Mijn beste vriend en abt,
waar wil dat hoen Zal mij dit volkje op
staanden voet hier gaan belegeren
Bij het uiten der woorden vloog Karei op
naar het vouster, terwijl hij in zijne haast,
eenen tot den rand gevulden beker over de
tafel heen deed tuimelen.
Bedaar u, Vorst, sprak Lodewijk
van Gruthuse, gij vergat toch niet dat er
bij elko inhuldiging van Vlaanderena Graven,
een aantal bannelingen te Zwijnaarde, hunne
vergiffenis van den Vorst komen afsmeeken.
li» dit is waar 1 antwoordde Karei,
geee spot genoeg over hadden voor onze
priesters en dienaars der Kerk.
De liberalen, als brave kristenen, zullen
het woord des Pauzen aannemen en huuue
dwalingen afzweeren. Als brave kriste
nen, die zoo stipt hunne kristelijke plich
ten vervullen, zullen zij gehoorzaam zijn
als het Opperhoofd der Kerk schrijft.
Het liberaal katholicisme is veroor-
n decld. De bedriegelijke dwalingen van
het liberalism gezegd katholiek, zijn
zooveel te gevaarlijker dat zij, door
een uiterlijke sohijn van Gods-
dienst, vele eerlijke menschen bedrie-
a gen zij verdoelen de katholieke
macht.
Wij durven de zoete, misschien be
driegelijke hoop koesteren dat zij weder
om geen heviger knak, of stoot aan de
logiek zullen toebrengen. Het zou wel de
eerste niet zijn maar het moet toch een
maal einde nemen en waarom nu niet
vermits zij nu toch zulke brave, goede
kristene geworden zijn, die met zooveel
oprechtheid zich van hunne godsdienstige
plichten kwijten.
Wie leeft zal zien, zegt 't spreekwoord.
Nochtans een angstig voorgevoel be
klemt ons het hert wanneer wij het ar
tikel ten einde lezen, die ons zooveel
hoop gaf.
AJs goede kristenen moeten de libera
len toch weten dat er een God bestaat,
dat er een toekomstig leven is, en welke
de natuur is en de eigenschappen onzer
ziel zijn. En nochtans het groot orgaau
van de Aalstersche afdeeling van den
Graud Oriënt schrijft wat volgt.
Onder den dekmantel eener zoo slecht
toegepaste religie, heeft Denderbode
«pretentie onze biecht te hooren. Hij is
van de goei zeven als hy meent dat wij
zullen bijten.
n Hij ondervraagt ons over God, over
de ziel, over het toekomend leven.
Denderbode zal ons veel genoegen doen
ons te zeggen wat hij er over gelooft,
a Eer men iemand vraagt over ondoor-
grondelijke mysteries, (zie den cate-
chismus) zou men weldoen, eerst eens
«duidelijk zijne zienswijze uit te leggen.
Wij bepalen er ons bij te Terklaren,
dat wij ons geheel onbevoegd achten,
om in zake van theologie, juiste bepa-
lingen te geven, we laten die eer aan de
profeten van Denderbodedie ongetwij-
feld rechtstreeks met God onderhande-
len, en van de ziel en de eeuwigheid
alles weten.
Pijnlijk is het ons te moeten bestatigen
dat die splinternieuwe brave kristenen
over de grondpunteD van den Godsdienst,
dien zij met ons aankleven, niets weten
eu er ook aan hunne lezers niets van
durven vertellen.
Dendergalm weet dus niet eens dat er
een God bestaat en daarna zal hij ernstig
beweren dat de liberalen jegens dien God
hunne plichten volbrengen.
Welke tegenstrijdigheid 1
Dendergalm weet niet of er een God is
en beweert Hem te aanbidden, Hem eene
goddelijke eer te bewijzen
Dendergalm beweert alles te doen wat
die zich wederom bij de tafel voegde dit
bozoek was mij uit het hoofd gegaan. En tot
dus verre zetten zij mij dicht
Mijn genadige Heer, viel haastig en
zachtmoedig de goede Abt den Hertog in de
rede, dringen die arme lieden wat verme
tel aan, zoo is het enkel om op nieuw in uwe
gunst te komen en om hunne geboortestad,
waarvan zij al over de dertien jaren verwij
derd zijn, terug te zien.
En niet ten onrechte zoo ik vermeene,
onderbrak Karei met ongeduld 'k her
inner mij den oorlog van Gavere en nog an
dere soortgelijke muiterij.
Waarlijk, genadige Heer, zij hadden on
gelijk zich tegen zulk eenen deugdzamen
Vorst te verzetten doch wees zeker dat het
hun van harte leed doet.
Ja, maar morgen zullen zij hunne poets
op nieuw spelen. Ik ken dat razend ambachts
volkje. Een einde daaraan gemaakt Mher
van Gruthuse, doe mij dit boeltje eens seffens
het voorhof ruimen. Ik ben niet van zin or
mede in onderhandeling te treden.
Genadig Vorst, ging de Abt smee-
kend voort, nimmer verstoot de goede God
den zondaar, die ootmoedig en berouwend
tot hem terugkeert. Met die arme, verdwaalde
lieden in genade op te nemen, doet gij hen
allen wellicht uw trouwste vrienden worden.
zijne plicht is om het eeuwige leveu te
bekomen en hij weet niet eens dat hij
eene onsterfelijke ziel heeft, voorwaarde
sine qua non om er te kunneu van ge
nieten
Dat is nu toch wat kolossaal 1 Is het
wel mogelijk grootere ongerijmdheden
uit te kramen
Waar is de groote magister dan toch
om zoo iets te beletten
Ware het ons toegelaten aan die man
nen eenen raad te geven dan zouden wij
hen zeggen steekt uwe pennen in 't dek
en haalt ze er uit als ge durft zeggen, als
mannen van een stuk, met moea in het
hert, wie gij zijt
De liberalen, schreef het orgaan van den
Aalsterschen Groot Oosten,is voorde
vrijheid van eenieder eu onverschillig
aan gelijk welken Godsdienst.
Zoovele woorden, zoovele onwaarheden.
Wij willen dat eens bewijzen door een
uittreksel uit de Revue de Belgiqtie van
15 januari 1877. Het artikel is geschreveu
door M. Emile de Laveleye, hoogleeraar,
Luik, sedert door den Koning tot Baron
vorheven. Het luidt.
Het dubbel programma der liberale
partij.
Men zal zien dat die heer de vraag wat
oprechter behandelt als onzen Aalstenaar.
Tusschen de faam van dien hoogleeraar
en het gezag van een Aalstersch onbe
kend geusken dat zijne artikels niet tee
kent is geen vergelijking mogelijk.
M. de Laveleye schrijft bl. 11 en 12.
Een dagblad, wiens matigheid men
niet betwisten zal, de Etoile Beige, doet
niets anders dan een feit buiten twijfel
bestatigen wanneer het schrijft - het
getal liberalen der school van M. Defacqz
groeit onophoudend in België aan.
Een woordeken uitleg. M. Defacqz, een
vooruitstrevend liberaal van zijnen tijd
van de soort van Dendergalmisten, wilde
hoegenaamd niet hooren der verscbillige
vrijheden die in onze grondwet ingeschro-
veu staan. Hij kon de vrijheid maar niet
dulden en had even als vrydenker F.
Laurent van Gent geen spotternij genoeg
voor onze grondwet.
Dus ook een liberaal voor die aardige
vrijheid waarvan Dendergalm zich aan
hanger verklaarde toen hij schreef: Wij
ook wij gelooven dat bet beter is paters
en pastoors (dit volksken) aan de grenzen
te zetten dan ze hier in België vry te
laten.
M. de Laveleye Emile gaat voort
De Orangisten hadden voorzegd dat
de omwenteling van 1830 uitsluitelijk ten
voordeele der priesters zou uitdraaien.
Vele liberalen beginnen te denken dat zij
gelijk hadden. Maar welk redmiddel zal
dien toestand verhelpen De priesters
overleveren aan de haudeu van den Staat?
lijk M. Defacqz het zou gewild hebben en
lijk M. Bismarck het in Duitschland
poogde te doen
Wij onderbreken. Gij ziet, lezer, dat
die lieve liberalen voor eene schoone,
eeno aardige vrijheid zijn. De school van
Wij zullen later zien.
Eene regering is goed begonnen, als
men haar op eene edelmoedige daad mag
gronden.
Amen, antwoordde de Hertog, welke
dien morgend met vrolijke zinnen was opge
staan, wel nu dringt de Prelaat van S'
Pieter zoo Bterk aan om den bannelingen
baard en kroost teruggeschonken te zien, zoo
willen wij eens nagaan met welk een slach
van volk wij hier te doen hebben. Volgt,
mijne Heeren, en gij ook, eerwaardige Pre
laat.
Dan van tafel opstaande en vergezeld van
Philips van Commene, van den Heer van
Halewijn, van Lodewijk van Gruthuse, en
andere edellieden, trad hij naar beneden en
ging zich plaatsen in het balkon, dat op het
voorhof uitzicht had.
Bij het zien dier ruwe en indrukwekkende
wezens, die allen, als ware het uit den klei
schenen gekneed, waaruit men muiters en
opstandelingen vormt, betrok innig ongenoe
gen het gelaat des Hertogen zijne gemoede
lijke inzichten verdwenen. Eindelijk richtte
hij hun het woord toe en sprak
Wat komt gij hier doen in hot kasteel,
waar mij de gastvrijheid werd geschonken
Genade e vergiffenis afsmeeken,
antwoordden er eenigen.
M. Defacqz is voor de kerkvervolging en
het getal aanhangers groeit dagelijks aanl
M. de Laveleye schrijft voort
Maar men zou de grondwet mooten
veranderen nu wio gelooft dat zulks
mogelijk is
Er blijft maar een middel over, uit
de handen der priesters dal wapen te
rukken hetwelk zijne macht uitmaakt
de kansel en de biecht maar daarvoor
is hr-t noodig den strijd op het gods-
- dienstig terrein te brengen, gevaarlijk
s uiterste waartoe men tegen zich zelf
wordt bewogen.
De liberaal, voor zijn programma lijk
b in zijn leven, is dus in eenen gang zon-
der uitgang geplaatst.
n lederen dag valt hij de priesters aan;
hij vult zijne bladen met het verhaal
ti van fouten en hunne dwaze aanmati-
b gingen; hij doet al wat hij kan om hun-
nen invloed te vernietigen en van den
anderen kant levert bij hnn zijne kinde-
ren en bij roept hunnen dienst in bij al
de plechtige omstandigheden van het
b leven. In politiek wil hij den Staat ont-
b trekken aan de overheersching der
priesters en hij durft niet vragen dat
men den priesters de wapens outneme
waarover hij beschikt om bet bestuur te
overweldigen.
b Het liberalism moet zich met den
godsdienst piet bemoeien, zegt men.
Laat ons die bewering onderzoekon
b die zonder ophouden rond ons wordt
b herhaald.
Hier krijgt Dendergalm een leeuwen
aandeel.
M. de Laveleye besluit als volgt.
Eene daadzaak is buiten twijfel. Te-
b genwoordig zijn in België de politieke
b kwesties godsdienstige vragen geworden
bijgevolg, dat men het wille of niet de
politieke partijen eijn godsdienstige
- partijen.
s Hoe alsdan kan de liberale partij
b eene partij bevechten die volkomen gods-
dienstig is, zonder den godsdienst aan
b te raken, b
Zoo schrijft die geleerde hoogleeraar.
Lezers gij zult nu kiezen tusschen de on-
noozele beweringen van eenen onbekende
en de bestudeerde bewijsvoering van
eenen hoogleeraar wiens roem dc enge
grenzen van ons Vaderlaud vor to buiten
schreed. Dendergalm, o verwaandheid I
had medelijden met ons, zal hij nu mede
lijden hebben met eenen geus, met eenen
confrater
Bemestingsproefnemingen met
scheikundige mesten op weiden na
het inoogsten van het hooi.
In 1894, 1895, 1896, hebben wij eene
reeks proeven genomen voor dool heb
bende de werking van zekere scheikun
dige mesten vastte stellen op do opbrengst
van nagras en hooi.
Wij geven hier in 't kort, den uitleg
dor proeven
A. Reeks proeven op zandachtigen grond
arm aan organieke stoffen.
Zes perceelen ieder van eene halve
hectare hebben tot de proeven gediend.
- Sedert zoo vele jaren hebben wij onze
goede stad niet meer teruggezien zeiden er
anderen.
Onze vrouwen, kinderen, vrienden snak
ken naar het uur onzer terugkomst, voeg
den er eenige stommen bij.
- Wij slaan ons do borst uit boete voor
alles wat wij tegen onzen genadigen Vorst en
Heer, uwen geduchten vader, mochten be
staan, prevelden die, welke het dichtste
bij den nieuwen Graaf van Ylaandereu ston
den.
Ja, ja, spreek nu maar uwe biecht in
't openbaar, kwaadaardig volk schreeuw
het luid op en dat elk Vlaming steeds er zich
naar spiegele, zei de Hertog, dio by het
aandenken der ongelukkige burgeroorlogen
van weleer, begon gram te worden.
Ontferm u onzer, riep te gelijk de
menigte, immer zijn wy u trouwe eu oot
moedige ouderzateu.
Er lag iu hettooneel, 't welk zich voordeed,
iets grootsch en tevens ook iets vleijonds voor
het hoogmoedige karakter van Karei van
Bonrgondië bij de achthonderd, sterkge-
spierde kerels, allen met dien leeuwenmoed
bezield, waarop men nimmermeer de over
hand kon behalen, Btonden daarsmeekend
en nederig voor eenen man, die hun, met
eenen enkelen blik, den schrik in 't hart kon
De mesten worden drie opeenvolgende
jaren na het inoogsten van het hooi toe
gediend.
Ziehier, per hectare berekend, dc ge
bruikte mesten en de gemiddelde op
brengsten op ieder perceel.
Perceel I. Zonder mest (getuige
perceel.)
Gemiddelde opbrengstin nagras 1231
kg.in hooi 2524 kg.
Pebceel H. Gebruikte mesten A.
400 kg. superphosphaat met 14 phos-
phoorzuur B. 200 kg. sodanitraat waar
van de helft in de lente gebruikt werd op
het oogenblik van het uitschieten van
het gras.
Gemiddelde opbrengst in nagras 2256
kg.; in hooi 3506 kg.
Gemiddelde zuivere jaarlijksehe winst:
fr. 22,65.
Perceel III. Gébruikte mesten A.
400 kg. metaalslakken, 16 phosphoor-
zuuren 75 fijnheid; B. 200 kg. sodani
traat waarvan de helft in do lente.
Gemiddelde opbrengstin nagras 2310
kg.; iu hooi 3619 kg.
Gemiddelde zuivere jaarlijksehe winst:
fr. 34,25.
Perceel IV. Gebruikte mesten
A. 400 kg. superphophaat, B. 600 kg.
kaïniet, C 200 kr. soda nitraat waarvan
l/« in de lente.
Gemiddelde opbrengstin nagras 2416
kg., in hooi 4411 kg.
Gemiddelde zuivere jaarlijksehe winst
fr. 50,75.
Perceel V. Gébruikte mesten A.
400 kg— metaalslakken, 16 0/„ phophoor-
zuur en 75 fijuheid, B. 700 kaïuiot,
C. 200 kg. soda nitraat waarvan i/t in de
lente.
Gemiddelde opbrengstin nagras 2403
kg., in hooi 4592 kg.
Gemiddelde zuivere jaarlijksehe icinst:
fr. 65,40.
Perceel VI. Gébruikte mesten A.
600 kg. kaïniet, B. 200 kg. soda nitraat
waarvan io de lente.
Gemiddelde opbrengst in nagras 2115
kg., in hooi 3469 kg.
Gemiddelde zuivere jaarlijksehe winst;
fr. 8 22
BESLUIT. Uit de vergelijking der
bekomen uitslagen volgt er
A. dat de metaalslakken eene boogere
zuivere winst gegeven hebben dan het
superphosphaat. (Perceelen II, III, IV en
V.) Deze uitslag is te wijten aan kleinere
bemestingskosten, want het pbophzuur
der metaalslakken,kost merkelijk minder
dan het phosphoorzuur van het super-
phospaat, en ook aan de tegenwoordig
heid in de metaalslakkeu eener aanzien
lijke hoeveelheid kalk (40 a 50 be
standdeel dat dikwijls in to geriugo hoe
veelheid in de zand gronden voorkomt.
B. Dat in zandgronden het gebruik van
potasebmesten, zooals kaïniet dc op
brengst en de zuivere winst sterk ver
meerdert, wanneer men den phosphaat-
mest doet gepaard gaan, maar dat zon
der dit samenzijn, opbrengst en zuivere
winsbzwak blijven. (Perceelen V, III, II,
en VI.)
Het vervolg der bekomen uitslagen zal
in een volgend artikel gegeven worden.
L. Van den Berck, landb.-ingen.
jagen, en wien het gegeven wua, hen by den
enkelen wenk van zijne hand tot deemoed en
onderdanigheid terug te roepen.
Waar zijn nwe smeekschriften
sprak eensklaps de Hertog, wien het niet
langer beviel zich met dit volkje in te laten.
Ter zelfder tijd gebood hy zijnen geheim,
schrijver Jan Petitpas hem hunne rekwesten
te overhandigen. Deze laatste stapte den
trap af om de bevelen des Vorston nit te
voeren.
Op dit oogenblik zag men hen, een voor
een, voorbij het balkon heentrekken, van
waar Karei met zeker genoegen hunne nede
rige bonding en bekommerde gelaatstrekken
gadesloeg. Van tijd tot tijd grommelde hij
binnen 's monds, terwijl bij in bedonking zich
onophoudend met het gevest zijner dagge
voor de tanden sloeg.
Harde koppen ontembaar ras leelijk
muitersbroed
Toen gansch die menigte zoo oen voor een,
voorbij het balkon was omgewandeld, stuurde
Karei haar op nieuw het woord toe
Nu gaat gij ons met vrede laten eu van
hier vertrekken. Uwe rekwesten willen wij
rijpelijk onderzoekon en morgen....
(WORDT VOORTGEZET).