Zondag 18 Juli 1897. S centiemen per nummer. .1-2* Jaar 5170. Landbouw. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. BEZOEK VAN PRINS "aLBRECHT Burgers van Aalst op Zondag 18 Juli 1897, St-Lievens-Zotten LIBERAAL en KATHOLIEK. VRIJHEID en GODSDIENST. DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 4-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 34, en in alle Postkantoren des Land. Cuique suurn. Per drukregel, Gewone 45 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen ep 3' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 17 Juli 1897. VAN BELGIË. «O» komt Z. K. H. Prins Albrecht van België in onze Stad, om de Feesten bij te wonen, die in de School der Troepskweekelingen zullen plaats hebben ter gelegenheid van den vyftigsten verjaardag der stichting van dit Gesticht. Het is voor ons allen eene groote eer, den Kroonprins van België binnen onze muren te mogen ontvangen. Tan allen tydo hebben de Belgen bewezen dat zij innig verkleefd, onwrikbaar verknocht zijn aan hunne wettige Vorsten. In het bijzonder heeft de Koninklijke Familie, die heden over ons geliefd Vaderland regeert, het grootste recht, de billïjkste aanspraak verworven op ons aller dank baarheid en liefde. Z. K. H., willende voldoen aan den wensch, uitgedrukt, in naam der Aalster- sche bevolking door het Gemeentebestuur, zal zich naar deLegerpupillenschool bege ven langs de Statiestraat, Esplanade, Leopoldstraat, Markt, Molenstraat en Kapellestraat. Aldus zullen al de Aalstenaren de gelegenheid hebben, hun ne gevoelens van dankbaarheid te ver openbaren en, door hunne toejuichingen, den Koninklijken Prins te bewijzen, hoe zeer zy hunne Vorstelijke Familie lief hebben 1 Dat op dien dag al de huizen bevlagd en versierd wezen en de kreet LEVE PRINS ALBRECHT onophoudend opstijge. Te Aalst den 13 Juli 1897. De Burgemeester, M.-L. GHEERAERDTS HOP. Een voorstel komt in de Fransche wetgevende Kamer neêrgelegd te worden om het algemeen tarief der in- komrechten voor de hop te bepalen op 75 fr. en het minimum tarief op 45 fr. Heden is het algemeen tarief 45 fr. en het minimum 3D fr. Slecht, allerslecht nieuws voor onze reeds zoo beproefde kopplanters. Deze week hoorden wij eene gegronde bemerking maken Wanneer de verhoo ging der inkomrechten in België voor de hop of voor eenig ander product wordt eovraagd, dan antwoord de heerjMinister: Wij zijn door ons handelsverdrag verbon den tot dees of geen jaar. Duitschland en Frankrijk veranderen of vermeerdereu gedurig hunne tarieven, zijn ze dan door dit handelsverdrag jegens België niet verbonden tot het einde? Aardig toch 1 (1 4 6 7.) 4d* VERVOLG. Dit kasteel waa een groot en oud gebouw, dal niet weinig aan eene verschansing geleek, eene plaatse om bij onloBt en oorlog gansch het vlak der Schelde te beheerschen. Sedert onhengelijken tijd, vooraleer zij te Gent zou den ingehuldigd worden, moesten de Graven van Vlaanderen, daags vóór hunne krooning zich oponthouden in dit verblijf, dat dan ook, deels om zijne schoone ligging en de gezonde lucht, die men er ademde, deels om de kalme rust dier wijde groene velden, waar ontallijk bont vee op graasde, niet onwaardig was eenen vorst ter woning te strekken. Dit herbergzame kasteel van Zwijnaarde werd dikwerf betrokken door persoonaadjen uit den koogsten adel den ongelukkigen zelfs mocht het niet zelden een oord van toe vlucht worden. Immers, Kristiern II, nadat hij uit Denemarken was verjaagd, vond, er eene heilzame schuilplaats, en ten jare 1525, overleed er ook Isabella van Oostenrijk, zijne godvruchtige gemalin. Eenige dagen is het geleden dat de mannen van Chipka, uit politieke dank baarheid, schreven dat de liberalen wéér goede kristenen waren geworden dat zij hunne princiepen, hunne gedachten van vroeger verloochenden. Het orgaan van den Aalsterschen vrij- denkersbond jubelde van vreugde en komt ons in zijn nummer van 4 Juli zeg gen dat de held van Chipka volkomen in zijn bewering gelijk had. Dat blad is duivelsch kwaad, razend omdat Denierbodeaan zijn verledeu trouw, den oorlog tegen de geuzerij voortzet. Met uittreksels aan te halen uit de schriften van liberale denkers, hebben wij gelogen lijk ketters. Wij vragen ons af hoe dit mogelijk is Wij laten de geuzen spreken, halen hunne schrijvers aan, bewijzen daardoor dat zij den Godsdienst aanvallen en het athéism aankleven en wij liegen Knoop aan een, wie kan. Dendergalm beweert maar bewijst niet. De libei •alen, zegt hij, zijn brave kristenen die hunne plichten volbrengen. Ziet ge dan niet, roept die geleerde en rechtzinnige schrijver ons toe, dat de liberale partij al uwe gekke en onzinnige boweringen (sic) den bodem inslaat? Ziju de liberalen anti-god3dienstigen en god loochenaars? Werpt eens een blik rond u, kykt eens wat er hier te Aalst zoowel als in al de andere steden van België ge beurt. Ziet gij geene menigte liberalen hunne kristene plichten kwijten met even veelja, meer stiptheid en zeker meer op rechtheid dan vele klerikalen, die achter eene schijnheilige mom hun valsch en slecht karakter verbergen. De geuzen zijn brave kristenen gewor den, zie dat is iets nieuw. Wij willen die bewering anders is het niet dan loutere woordenkramerij en fopt den boer een oogenblik aannemen. De liberalen zijn dus goede kristenen, gehoorzame kinders van de Kerk. Zij zullen dus de leerstelsels der katholieken aannemen en door hunne gehoorzaamheid hunnen eerbied voor de Kerk betuigen. Als zij ernstig zijn, zal bun orgaan op houden oorlog te voeren tegen de die naars der Kerk, want heel zonderling moet het zijn, goede kristene te wezen en ziin geloof aan te vallen en op alle mogelijke wijzen af te breken. Dendergalm zal dus zijn artikel ver loochenen waarin hij de Godsdienst van onzen Zaligmaker aanviel en waarin hij verklaarde dat Jesus slechts mensch en geen God was. Hij zal ook zijn schrijven intrekken over het schoone der kerkvervolgingen in Zwitserland, Frankrijk en Duitschland. Wenschen zal hij niei meer paters en pastoors aan de grenzen te kunnen zetten. Waarlijk dat is voor ons eene onver wachte bekeering. Wij bekennen rechtuit dat wij dat nooit hadden verhoopt van mannen die Al de moniken van S' Pieter trokken de komst van Karei te gemoet. Deze was verge zeld van zijne dochter Maria, eene jonge maagd van een twaalftal jaren, welke hij met zich genomen had om de Gentenaren te be lieven. De abt zocht hem aam om in het kasteel den nacht door te brengen, en ora het vorstelijk avondmaal, er hem toebereid, wel te willen aanvaarden, hetgene de Vorst dadelijk inwilligde. Nauwelijks had hij aan 't hooger einde der tafel plaats genomen, tusschen den Abt en zijnen trouwen raadsheer, Mher van Grut- huse, of, toevallig blikkend op het voorhof van het kasteel, zag hij het gevuld met eene groote menigte, die er zwijgend en met ern stige houding binnen drong. Bij S' Joris Mijn beste vriend en abt, waar wil dat hoen Zal mij dit volkje op staanden voet hier gaan belegeren Bij het uiten der woorden vloog Karei op naar het vouster, terwijl hij in zijne haast, eenen tot den rand gevulden beker over de tafel heen deed tuimelen. Bedaar u, Vorst, sprak Lodewijk van Gruthuse, gij vergat toch niet dat er bij elko inhuldiging van Vlaanderena Graven, een aantal bannelingen te Zwijnaarde, hunne vergiffenis van den Vorst komen afsmeeken. li» dit is waar 1 antwoordde Karei, geee spot genoeg over hadden voor onze priesters en dienaars der Kerk. De liberalen, als brave kristenen, zullen het woord des Pauzen aannemen en huuue dwalingen afzweeren. Als brave kriste nen, die zoo stipt hunne kristelijke plich ten vervullen, zullen zij gehoorzaam zijn als het Opperhoofd der Kerk schrijft. Het liberaal katholicisme is veroor- n decld. De bedriegelijke dwalingen van het liberalism gezegd katholiek, zijn zooveel te gevaarlijker dat zij, door een uiterlijke sohijn van Gods- dienst, vele eerlijke menschen bedrie- a gen zij verdoelen de katholieke macht. Wij durven de zoete, misschien be driegelijke hoop koesteren dat zij weder om geen heviger knak, of stoot aan de logiek zullen toebrengen. Het zou wel de eerste niet zijn maar het moet toch een maal einde nemen en waarom nu niet vermits zij nu toch zulke brave, goede kristene geworden zijn, die met zooveel oprechtheid zich van hunne godsdienstige plichten kwijten. Wie leeft zal zien, zegt 't spreekwoord. Nochtans een angstig voorgevoel be klemt ons het hert wanneer wij het ar tikel ten einde lezen, die ons zooveel hoop gaf. AJs goede kristenen moeten de libera len toch weten dat er een God bestaat, dat er een toekomstig leven is, en welke de natuur is en de eigenschappen onzer ziel zijn. En nochtans het groot orgaau van de Aalstersche afdeeling van den Graud Oriënt schrijft wat volgt. Onder den dekmantel eener zoo slecht toegepaste religie, heeft Denderbode «pretentie onze biecht te hooren. Hij is van de goei zeven als hy meent dat wij zullen bijten. n Hij ondervraagt ons over God, over de ziel, over het toekomend leven. Denderbode zal ons veel genoegen doen ons te zeggen wat hij er over gelooft, a Eer men iemand vraagt over ondoor- grondelijke mysteries, (zie den cate- chismus) zou men weldoen, eerst eens «duidelijk zijne zienswijze uit te leggen. Wij bepalen er ons bij te Terklaren, dat wij ons geheel onbevoegd achten, om in zake van theologie, juiste bepa- lingen te geven, we laten die eer aan de profeten van Denderbodedie ongetwij- feld rechtstreeks met God onderhande- len, en van de ziel en de eeuwigheid alles weten. Pijnlijk is het ons te moeten bestatigen dat die splinternieuwe brave kristenen over de grondpunteD van den Godsdienst, dien zij met ons aankleven, niets weten eu er ook aan hunne lezers niets van durven vertellen. Dendergalm weet dus niet eens dat er een God bestaat en daarna zal hij ernstig beweren dat de liberalen jegens dien God hunne plichten volbrengen. Welke tegenstrijdigheid 1 Dendergalm weet niet of er een God is en beweert Hem te aanbidden, Hem eene goddelijke eer te bewijzen Dendergalm beweert alles te doen wat die zich wederom bij de tafel voegde dit bozoek was mij uit het hoofd gegaan. En tot dus verre zetten zij mij dicht Mijn genadige Heer, viel haastig en zachtmoedig de goede Abt den Hertog in de rede, dringen die arme lieden wat verme tel aan, zoo is het enkel om op nieuw in uwe gunst te komen en om hunne geboortestad, waarvan zij al over de dertien jaren verwij derd zijn, terug te zien. En niet ten onrechte zoo ik vermeene, onderbrak Karei met ongeduld 'k her inner mij den oorlog van Gavere en nog an dere soortgelijke muiterij. Waarlijk, genadige Heer, zij hadden on gelijk zich tegen zulk eenen deugdzamen Vorst te verzetten doch wees zeker dat het hun van harte leed doet. Ja, maar morgen zullen zij hunne poets op nieuw spelen. Ik ken dat razend ambachts volkje. Een einde daaraan gemaakt Mher van Gruthuse, doe mij dit boeltje eens seffens het voorhof ruimen. Ik ben niet van zin or mede in onderhandeling te treden. Genadig Vorst, ging de Abt smee- kend voort, nimmer verstoot de goede God den zondaar, die ootmoedig en berouwend tot hem terugkeert. Met die arme, verdwaalde lieden in genade op te nemen, doet gij hen allen wellicht uw trouwste vrienden worden. zijne plicht is om het eeuwige leveu te bekomen en hij weet niet eens dat hij eene onsterfelijke ziel heeft, voorwaarde sine qua non om er te kunneu van ge nieten Dat is nu toch wat kolossaal 1 Is het wel mogelijk grootere ongerijmdheden uit te kramen Waar is de groote magister dan toch om zoo iets te beletten Ware het ons toegelaten aan die man nen eenen raad te geven dan zouden wij hen zeggen steekt uwe pennen in 't dek en haalt ze er uit als ge durft zeggen, als mannen van een stuk, met moea in het hert, wie gij zijt De liberalen, schreef het orgaan van den Aalsterschen Groot Oosten,is voorde vrijheid van eenieder eu onverschillig aan gelijk welken Godsdienst. Zoovele woorden, zoovele onwaarheden. Wij willen dat eens bewijzen door een uittreksel uit de Revue de Belgiqtie van 15 januari 1877. Het artikel is geschreveu door M. Emile de Laveleye, hoogleeraar, Luik, sedert door den Koning tot Baron vorheven. Het luidt. Het dubbel programma der liberale partij. Men zal zien dat die heer de vraag wat oprechter behandelt als onzen Aalstenaar. Tusschen de faam van dien hoogleeraar en het gezag van een Aalstersch onbe kend geusken dat zijne artikels niet tee kent is geen vergelijking mogelijk. M. de Laveleye schrijft bl. 11 en 12. Een dagblad, wiens matigheid men niet betwisten zal, de Etoile Beige, doet niets anders dan een feit buiten twijfel bestatigen wanneer het schrijft - het getal liberalen der school van M. Defacqz groeit onophoudend in België aan. Een woordeken uitleg. M. Defacqz, een vooruitstrevend liberaal van zijnen tijd van de soort van Dendergalmisten, wilde hoegenaamd niet hooren der verscbillige vrijheden die in onze grondwet ingeschro- veu staan. Hij kon de vrijheid maar niet dulden en had even als vrydenker F. Laurent van Gent geen spotternij genoeg voor onze grondwet. Dus ook een liberaal voor die aardige vrijheid waarvan Dendergalm zich aan hanger verklaarde toen hij schreef: Wij ook wij gelooven dat bet beter is paters en pastoors (dit volksken) aan de grenzen te zetten dan ze hier in België vry te laten. M. de Laveleye Emile gaat voort De Orangisten hadden voorzegd dat de omwenteling van 1830 uitsluitelijk ten voordeele der priesters zou uitdraaien. Vele liberalen beginnen te denken dat zij gelijk hadden. Maar welk redmiddel zal dien toestand verhelpen De priesters overleveren aan de haudeu van den Staat? lijk M. Defacqz het zou gewild hebben en lijk M. Bismarck het in Duitschland poogde te doen Wij onderbreken. Gij ziet, lezer, dat die lieve liberalen voor eene schoone, eeno aardige vrijheid zijn. De school van Wij zullen later zien. Eene regering is goed begonnen, als men haar op eene edelmoedige daad mag gronden. Amen, antwoordde de Hertog, welke dien morgend met vrolijke zinnen was opge staan, wel nu dringt de Prelaat van S' Pieter zoo Bterk aan om den bannelingen baard en kroost teruggeschonken te zien, zoo willen wij eens nagaan met welk een slach van volk wij hier te doen hebben. Volgt, mijne Heeren, en gij ook, eerwaardige Pre laat. Dan van tafel opstaande en vergezeld van Philips van Commene, van den Heer van Halewijn, van Lodewijk van Gruthuse, en andere edellieden, trad hij naar beneden en ging zich plaatsen in het balkon, dat op het voorhof uitzicht had. Bij het zien dier ruwe en indrukwekkende wezens, die allen, als ware het uit den klei schenen gekneed, waaruit men muiters en opstandelingen vormt, betrok innig ongenoe gen het gelaat des Hertogen zijne gemoede lijke inzichten verdwenen. Eindelijk richtte hij hun het woord toe en sprak Wat komt gij hier doen in hot kasteel, waar mij de gastvrijheid werd geschonken Genade e vergiffenis afsmeeken, antwoordden er eenigen. M. Defacqz is voor de kerkvervolging en het getal aanhangers groeit dagelijks aanl M. de Laveleye schrijft voort Maar men zou de grondwet mooten veranderen nu wio gelooft dat zulks mogelijk is Er blijft maar een middel over, uit de handen der priesters dal wapen te rukken hetwelk zijne macht uitmaakt de kansel en de biecht maar daarvoor is hr-t noodig den strijd op het gods- - dienstig terrein te brengen, gevaarlijk s uiterste waartoe men tegen zich zelf wordt bewogen. De liberaal, voor zijn programma lijk b in zijn leven, is dus in eenen gang zon- der uitgang geplaatst. n lederen dag valt hij de priesters aan; hij vult zijne bladen met het verhaal ti van fouten en hunne dwaze aanmati- b gingen; hij doet al wat hij kan om hun- nen invloed te vernietigen en van den anderen kant levert bij hnn zijne kinde- ren en bij roept hunnen dienst in bij al de plechtige omstandigheden van het b leven. In politiek wil hij den Staat ont- b trekken aan de overheersching der priesters en hij durft niet vragen dat men den priesters de wapens outneme waarover hij beschikt om bet bestuur te overweldigen. b Het liberalism moet zich met den godsdienst piet bemoeien, zegt men. Laat ons die bewering onderzoekon b die zonder ophouden rond ons wordt b herhaald. Hier krijgt Dendergalm een leeuwen aandeel. M. de Laveleye besluit als volgt. Eene daadzaak is buiten twijfel. Te- b genwoordig zijn in België de politieke b kwesties godsdienstige vragen geworden bijgevolg, dat men het wille of niet de politieke partijen eijn godsdienstige - partijen. s Hoe alsdan kan de liberale partij b eene partij bevechten die volkomen gods- dienstig is, zonder den godsdienst aan b te raken, b Zoo schrijft die geleerde hoogleeraar. Lezers gij zult nu kiezen tusschen de on- noozele beweringen van eenen onbekende en de bestudeerde bewijsvoering van eenen hoogleeraar wiens roem dc enge grenzen van ons Vaderlaud vor to buiten schreed. Dendergalm, o verwaandheid I had medelijden met ons, zal hij nu mede lijden hebben met eenen geus, met eenen confrater Bemestingsproefnemingen met scheikundige mesten op weiden na het inoogsten van het hooi. In 1894, 1895, 1896, hebben wij eene reeks proeven genomen voor dool heb bende de werking van zekere scheikun dige mesten vastte stellen op do opbrengst van nagras en hooi. Wij geven hier in 't kort, den uitleg dor proeven A. Reeks proeven op zandachtigen grond arm aan organieke stoffen. Zes perceelen ieder van eene halve hectare hebben tot de proeven gediend. - Sedert zoo vele jaren hebben wij onze goede stad niet meer teruggezien zeiden er anderen. Onze vrouwen, kinderen, vrienden snak ken naar het uur onzer terugkomst, voeg den er eenige stommen bij. - Wij slaan ons do borst uit boete voor alles wat wij tegen onzen genadigen Vorst en Heer, uwen geduchten vader, mochten be staan, prevelden die, welke het dichtste bij den nieuwen Graaf van Ylaandereu ston den. Ja, ja, spreek nu maar uwe biecht in 't openbaar, kwaadaardig volk schreeuw het luid op en dat elk Vlaming steeds er zich naar spiegele, zei de Hertog, dio by het aandenken der ongelukkige burgeroorlogen van weleer, begon gram te worden. Ontferm u onzer, riep te gelijk de menigte, immer zijn wy u trouwe eu oot moedige ouderzateu. Er lag iu hettooneel, 't welk zich voordeed, iets grootsch en tevens ook iets vleijonds voor het hoogmoedige karakter van Karei van Bonrgondië bij de achthonderd, sterkge- spierde kerels, allen met dien leeuwenmoed bezield, waarop men nimmermeer de over hand kon behalen, Btonden daarsmeekend en nederig voor eenen man, die hun, met eenen enkelen blik, den schrik in 't hart kon De mesten worden drie opeenvolgende jaren na het inoogsten van het hooi toe gediend. Ziehier, per hectare berekend, dc ge bruikte mesten en de gemiddelde op brengsten op ieder perceel. Perceel I. Zonder mest (getuige perceel.) Gemiddelde opbrengstin nagras 1231 kg.in hooi 2524 kg. Pebceel H. Gebruikte mesten A. 400 kg. superphosphaat met 14 phos- phoorzuur B. 200 kg. sodanitraat waar van de helft in de lente gebruikt werd op het oogenblik van het uitschieten van het gras. Gemiddelde opbrengst in nagras 2256 kg.; in hooi 3506 kg. Gemiddelde zuivere jaarlijksehe winst: fr. 22,65. Perceel III. Gébruikte mesten A. 400 kg. metaalslakken, 16 phosphoor- zuuren 75 fijnheid; B. 200 kg. sodani traat waarvan de helft in do lente. Gemiddelde opbrengstin nagras 2310 kg.; iu hooi 3619 kg. Gemiddelde zuivere jaarlijksehe winst: fr. 34,25. Perceel IV. Gebruikte mesten A. 400 kg. superphophaat, B. 600 kg. kaïniet, C 200 kr. soda nitraat waarvan l/« in de lente. Gemiddelde opbrengstin nagras 2416 kg., in hooi 4411 kg. Gemiddelde zuivere jaarlijksehe winst fr. 50,75. Perceel V. Gébruikte mesten A. 400 kg— metaalslakken, 16 0/„ phophoor- zuur en 75 fijuheid, B. 700 kaïuiot, C. 200 kg. soda nitraat waarvan i/t in de lente. Gemiddelde opbrengstin nagras 2403 kg., in hooi 4592 kg. Gemiddelde zuivere jaarlijksehe icinst: fr. 65,40. Perceel VI. Gébruikte mesten A. 600 kg. kaïniet, B. 200 kg. soda nitraat waarvan io de lente. Gemiddelde opbrengst in nagras 2115 kg., in hooi 3469 kg. Gemiddelde zuivere jaarlijksehe winst; fr. 8 22 BESLUIT. Uit de vergelijking der bekomen uitslagen volgt er A. dat de metaalslakken eene boogere zuivere winst gegeven hebben dan het superphosphaat. (Perceelen II, III, IV en V.) Deze uitslag is te wijten aan kleinere bemestingskosten, want het pbophzuur der metaalslakken,kost merkelijk minder dan het phosphoorzuur van het super- phospaat, en ook aan de tegenwoordig heid in de metaalslakkeu eener aanzien lijke hoeveelheid kalk (40 a 50 be standdeel dat dikwijls in to geriugo hoe veelheid in de zand gronden voorkomt. B. Dat in zandgronden het gebruik van potasebmesten, zooals kaïniet dc op brengst en de zuivere winst sterk ver meerdert, wanneer men den phosphaat- mest doet gepaard gaan, maar dat zon der dit samenzijn, opbrengst en zuivere winsbzwak blijven. (Perceelen V, III, II, en VI.) Het vervolg der bekomen uitslagen zal in een volgend artikel gegeven worden. L. Van den Berck, landb.-ingen. jagen, en wien het gegeven wua, hen by den enkelen wenk van zijne hand tot deemoed en onderdanigheid terug te roepen. Waar zijn nwe smeekschriften sprak eensklaps de Hertog, wien het niet langer beviel zich met dit volkje in te laten. Ter zelfder tijd gebood hy zijnen geheim, schrijver Jan Petitpas hem hunne rekwesten te overhandigen. Deze laatste stapte den trap af om de bevelen des Vorston nit te voeren. Op dit oogenblik zag men hen, een voor een, voorbij het balkon heentrekken, van waar Karei met zeker genoegen hunne nede rige bonding en bekommerde gelaatstrekken gadesloeg. Van tijd tot tijd grommelde hij binnen 's monds, terwijl bij in bedonking zich onophoudend met het gevest zijner dagge voor de tanden sloeg. Harde koppen ontembaar ras leelijk muitersbroed Toen gansch die menigte zoo oen voor een, voorbij het balkon was omgewandeld, stuurde Karei haar op nieuw het woord toe Nu gaat gij ons met vrede laten eu van hier vertrekken. Uwe rekwesten willen wij rijpelijk onderzoekon en morgen.... (WORDT VOORTGEZET).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1897 | | pagina 1