Zondag 23 Juli 1897.
3 centiemen per nummer.
32sle Jaar 3178.
Landbouw.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
WERKSTAKINGEN.
St-Lievens-Zotten
Z0NDAGRUST.
Eertijds en nu.
GEVZENMOED
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Land.
Cu que luum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00Vonnissen cj?
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 24 Juli 1897.
Een wind van twist en tweedracht, van
oproer en tegenstand schijnt over de
wereld te waaien. Overal hoort men van
werkstakingen Uit verschillige streken
van ons land, uit verscheidene rijken van
Europa komt ons de droevige mare dat
het werkvolk oorlog voert met den werk
gever, dat de beide faktoren der voor-
brengst, arbeid en kapitaal, onderling
kamp voeren, op het.slagveld gelegerd
staan.
Droevige tijdingen zijn dat voor den-
gene die met rechtzinnig, orde- en vrede
lievend hert zich met den maatschappe-
lijken strijd bezig houdt.
Pijnlijk is het te vernemen dat werk
baas en arbeider oorlog voeren wanneer
hunne belangen, goed begrepen, dezelfde
zijn; wanneer zij zich broederlijk de hand
zouden moeten rijken en elkander steu
nen in den strijd om het bestaan.
Kapitaal en arbeid zijn de twee faktoren
der voortbrengst, even noodzakelijk, even
noodwendig.
Zy zijn broeders van natuur en een
misverstaan heeft ze ongelukkiglijk tot
vijanden gemaakt, ja, op sommige plaat
sen tot onverzoenbare vijanden gemaakt.
Het lied der eendracht is geweken voor
het ware, droevige oorlogsgeschal
Verre van ons het gedacht alle werk
staking af to keuren zonder onderzoek.
De werkstaking is een wettelijk middel
maar toch moeten wij bekennen dat het
een gevaarlijk wapen is waarvan men zich
slechts raag bedienen wanneer alle mid
delen tot verzoening zijn uitgeput.
Die maatschappelijke oorlog, even als
de strijd tusschen twee volken, is eene
ramp nog zelfs als de overwinning do
opofferingen der werklieden komtver-
En hoevele werkstakingen zien wij
niet mislukken
Die ongelukkige strijd tusschen twee
broeders wordt in sommige gevallen wat
al te gemakkelijk en lichtzinnig aan-
De werklieden nochtans mogen niet
vergeten dat om te gelukken de werksta
king rechtveerdig zijn moet in hare oor
zaken en eerlijk in hare krijgsplannen,
't is te zeggen, dat de redens der werklie
den gegrond moeten zijn, dat alle midde
len van overkomen zijn uitgeput geweest
en dat het gedrag der werkstakers rustig
en eervol zij. Dan alleen hebben zij de
achting van het volk, dan alleen draagt
hunne handelwijze de goedkeuring weg
der burgerij en van het volk.
Wat zien wij, och arme, zoo dikwijls
gebeuren
Een ongelukkige strijd wordt geleverd
nog aangevuurd door de vijanden der
werklieden, door de socialisten.
De werklieden laten zich te gemakke
lijk door die grootsprekers leiden. En
nochtans wat zoeken de rooden in dien
strijd
(14 6 7.)
4d. VERVOLG.
Genadige Heer, genadige Heer, om Gods
wille, waagden er eenigen uit te roepen,
vonnis ons niet morgen maar heden
St-LievenBbedevaart wordt te Hauthem ge
vierd, en allen zouden wij er willen deel aan
nemen.
By St-Joris ge valt mij niet weinig
lastig doch, voor ditmaal lust het ons uwe
bede eens te aanhooren, en op eigen stond te
zien of gij wel onzer genade waardig zijt.
In der daad, de Hertog trok met zijne
raadsheeren binnen, en twee uren later ver
scheen hij weder op het balkon, omgeven van
zijn hof, Jan Fetitpaa ving aan, eene
lijst af te prevelen, waarbij aan 400 bannelin
gen, dadelijk, om het geringe hunner feiten,
volkomene vergiffenis en genade werd ge
schonken.
Wat den anderen betrof, dezen werd het
opgeleid tot 's anderen daags de beslissing
van den Hertog af te wachten. Om die reden
begaven zij zich naar eene weide, dio aan den
overkant der Schelde lag, om er onder den
blauwen hemel deu nacht over te brengen.
Zij zijn op niets anders uit dan op aan
groei voor hunne partij. Zij streven niet
voor het geluk van het arbeidende volk
maar voor het vermeerderen van het getal
der misnoegden. Al wat zij beoogen is
de werkstakers naar het socialism over
te halen en om zulken uitslag te beko
men, alle middelen zijn hun goed.
Edelmoed mag men bij die volksvrien
den niet zoeken. In meer dan eene om
standigheid hebben zij luid verklaard
met welke gevoelens zij ten opzichte van
den werkman zijn bezield.
Nog klinkt ons het akelige woord in de
ooren door gezel Alfred Defuisseaux,
thans volksvertegenwoordiger voor Ber
gen, te Parijs op een congres uitgespro
ken Het. is goed zegde die bar-
baar, dat van tijd tot tijd het
werkende volk gebloed wordt.
't Is goed dat de werkman bloede,
n dat zijne beurs ledig zij, dat zijne
vrouw en kinderen honger heb-
ben opdat de haat zijn helsch
i) zaad ontwikkele en vermeer dere.»
En die mannen zijn het, welke zulke
ijselijke taal voeren, die te dikwijls de
werkstakingen leiden en besturen Zy
hitsen de werklieden op, spreken tot hem
de taal van den haat en wanneer zij zien
dat de strijd ongelukkig is, dat hij tegen
de werklieden keert dan zien wij ze als
ellendige kluchtspelers, het tooneel ont-
loopen en de werklieden aan hun lot
overlaten I
Zeker, werkstakingen hebben eene
gunstige uitkomst gehad, zijn met goeden
uitslag bekroond geweest, maar dat neemt
niet weg dat het een gevaarlijk wapen is
dat men niet met lichtzinnigheid mag
hanteeren. Het snijdt langs beider kan
ten het brengt bloedige slagen toe aan
den arbeider en veroorzaakt dikwijls aan
den nijverheid zulke knakken die haren
welstand ondermijnen en haar eindelijk,
na lange ziekten van het getal der leef
baren doen uitschrabben
Vele werkstakingen zijn eene maat
schappelijke ramp geweest. Het gebeurde
van Baudoux zou aller oogen moeten
doen opengaan. Die glasblazerij is sedert
1886 aan 't kwijnen gegaan en de ovens
zijn over eenigen tijd voor goed uitge
doofd.
De slachtoffers waren de werklieden.
Zij moesten nu elders, God weet waar,
brood en kleeren gaan zoeken.
Werklieden, spiegelt u aan dit voor
beeld en vergeet ook niet dat de rustige
nijverheidstreken al de bestellingen be
komen die aan de woelige worden ont
trokken.
Tracht overeen te komen want waar
rust is en vrede daar zal voorspoed heer-
schen. A. B.
Zondag 25 Juli 1897, dienstdoende
Apotheker Mr Bonner, Bisschopstraat.
Onder deze telde men er velen, wien, van
eerst af, alle hoop op genade werd ontzegd,
daar hunne misdaden dan ook te groot en
onvergeeflijk waren. Het zien van drie dier
elleudigen mocht bijzonder den Hertog in
woede op doen vliegen de namen van Mat-
thys Bloc, wever, Matthys Oosterlinc, wam
buismaker en Otto Bruneel, meester-metser,
waren hem ten afgrijzen. De eerste was inge
lijfd geweest in die muiterBbende, welke in
den slag van Rupelmonde ton jare 1452, Kor-
nelis, deu grooten bastaard van Bourgondië,
den trouwsteu makker van Hertog Philips
had doen sterven. De tweede had zich op het
kasteel van Poucke bevonden, terwijl er de
moord van den eerzamen ridder Jacob de la
Laing werd voltrokken. Wat den derden aan
ging, deze had te Gent, in eiken volksopstand
als een der razendste aanvoerders door het
plegen van ontelbare geweldenarijen uitgesto
ken gedrieën waren zij geduchte doodsvijan
den voor de partij des Vorsten, gedrieën wer
den zij van het volk in eere gehouden, en niet
dan mot de grootst eachting sprak men hunne
naam in de vergaderingen dor gilden en am
bachten uit.Voor het leven gebannen, hadden
zijniet te min gemeend, de inhuldiging van
Karei te moeten benuttigen om ongestraft op
Gentschen bodem te verschijnen. Zulke man
nen in genade opnemen, ware voor Karei een
feil geweest, waardoor hij onder het volk, die
Hoe metdertijd alles toch kan verande
ren Zie het en is niet om zijne ooren te
gelooven. Den 13 juni laatst schreef Het
Land van Aelst dat de liberalen goede,
overtuigde kristenen waren en acht dagen
nadien bevestigde de fameuze Dendergalm
dat de geuzerij den Godsdienst niet vijan
dig, zelfs genegen was 1
Aardige kristenen 1 aardige genegen
heid
Het Land van Aelst zal ze ons doen
kennen. Maar daarvoor moeten wij 10
jaar achteruit gaan.
Wij lezen in De welgezinde Aalster-
sche kiezer, by voegsel aan Het Land
van Aelstwoensdag 12 October 1887.
Manifest 3d* kol.
Dendergalm gazet der liberalen. Den-
dergalm waarvan M. Dr De Windt, een
der bazen is, wat hebt gij durven
schrijven
Luistert, achtbare medeburgers, en
dat uw eerlijk en christen hart spreke,
ach, heden bijzonderlijk is de Gods-
dienst er noodig; indien wij allen beter
- naar den Godsdienst luisterden, de sa-
menleving zou gansch anders zijn; zon-
- der Godsdienst 'l is oneerlijkheid on-
tuchtigheid, 't is opstanden socialis-
mus; wij hebben het gezien in de Walen;
en dank God dat de Vlaanderen nog een
godsdienstig volk hebben, anders zou
het socialismus onze Grondwet, onze
Rust, onze Vrijheid op een allerschrik-
kelijkste wijze verwoesten.
Die Dendergalm heeft durven schrij-
i) ven: Dat de bevolking van Aalst dweep-
-» zuchtig is, omdat zij houdt aan een
katholiek gewijd en verdeeld kerkhof;
dat de verdeeling of wijding der kerk-
hoven een onverdraagzaamheid is, voor
welke er velen den schoot der kerk
i» hebben verlaten.
Dendergalm heeft durven schrijven
n dat men in de kerken niets hoort van
n den morgend tot den avond dan mom-
merijen en baatzoekende klachten.
s Dendergalm heeft durven schrijven
dat de Geestelijkheid de ware leering
van Christus vervalscht heeft.
Dendergalm heeft geschrevendat zijne
- leering de vrijdenkerij is van Laurent
den grooten Antrichrist van Gent.
Dendergalm heeft durven schrijven,
dat de Priesters niets doen in Biecht-
stoel en op Preêkstoel, dan liegen en
n bezwadderen.
Dendergalm heeft durven schrijven
dat men de Priesters in de volksverga
n deringennietmaggedoogen.(0 vrijheid!)
Dendergalm heeft geschreven dat hij
niets belachelijker kent en onrechtveer-
diger dan de lijkdiensten in de kerken.
Dendergalm heeft met vreugd aange-
b kondigd dat advokaat Janssens gestor-
ven was, zonder van Biecht of Berech-
b ting te willen hooren, (hetgeen on-
waar is.)
Dendergalm heeft geschreven dat de
Roomsche kerk eeu ware heiligschen-
derij pleegt, als zij de monschen de Sa-
zucht naar omwenteling had gesterkt, welke
overal en niet dan te veel reeds heerschte.
Nauwelijks had de Hertog dit drietal zien
te voorschijn treden of ter nauwer nood kon
hij zij non opwellenden toom onderdrukken.
Ware het niet zijne Blijde Inkomst geweest,
zoo hadde hij hen allen, om ze over hunne
banbreuk en vermetelheid te straffen, aan
de hooge boomen van het kasteel, op 't zelfde
oogenblik doen opknoopen.
Eindelijk hernam de Vorst na een stond
Bloc, Oosterlinc en Bruneel, daar zij
met eeuwigdurend ballingschap de misdrijven
moeten bekoopen, welke hun nimmermeer
kunnen vergeven worden, zullen, binnen de
vier-en-twintig uren ons graafschap Vlaande
ren ruimen. Hun lijf en havo blijven er mij
borg voor. En zoo helpe hen God
Bij die woorden wierpen alle drie op don
Hertog eenen blik van beklemde wraakzucht.
Bloc bracht dreigend de vuist vooruit, en
mompelde met sombere stem
Niet lang toch zal het duren, weldra
ziet gij ons weder.
Karei had zich omgewend om de drie ge-
vonnisten, stapten, met haastigen tred, het
voorhof af. Een weinig later waren zij in de
velden verdwenen.
Des anderen daags vernamen de bannelin
gen uit het veld, wier smeekschriften gansch
cramenten of de kerkelijke begraving
b weigert.
Dendo-galm heeft in 3, 4 num. ge-
spot met de Religieusen uit Weezen-
huis, Gasthuis en Ougeneesbaarhuis,
dat ze noóloos 't geld van den armeu
b opeten dat niemand weet van waar ze
zijn dat hun gewonnen geld weggaat
men weet niet waar Ja, zoo worden
de zielen van de verhevensto zelfsopof-
b fering in 't liberaal orgaan afgeschil-
derd
Dendergalm heeft durven schrijven
dat die orgels 't leven der stad zijn; dat
- l£t een broodrooverij is, van dit acht-
baar bedrijf te zullen stremmen.
Dendergalmin december 1886, als
't Verbond het eerste sermoen van den
b Jubilé had gepreekt. Dendergalm gaf
tbalven van den Jubilé een extra num.
uit, en wat stond daarin Al wat do
ketters en de goddeloozen en de kerk-
vervolgers ooit tegen de Kerk en de
Pauzen hadden geschreven. Wat stond
- daarin Zulkdanige bespottingen tegen
de Pauzen, dat wij ze voor geen fortuin
der wereld zouden willen mecdeelen.
Wat mogen wij uit het bovenstaande
besluiten
De schrijfelaars van Chipka zijn met
ons 't akkoord om te zeggen
1° dat het liberalism tot socialism
voort
2° dat het liberalism niets anders is dan
de vrijdenkerij, oorlog aan Kerk en Gods
dienst
3° dat de leerstelsels der schrijvers vai
Dendergalm die zijn van vrijmetselaar
Laurent van Gent.
Wij zullen die leerstelsels in volgende
artikelen doen kennen.
4° dat de geuzerij voor de vrijheid niet
is, dat zij de vrijheid van niet te gelooven
wel verdedigt maar deze van te gelooven
niet eerbiedigt.De geus vraagt de vrijheid
niet voor anderen maar uitsluitclijk voor
zich zelf.
Die vier punten heeft Denderbode be
wezen, klaar en duidelijk bewezen. Wij
zijn gelukkig in die schrijfelaars van
weleer een goede meèhelper gevonden te
hebben.
Maareen ongelukkige maar is hier
aan. Sedert is er veel water door den
Dender gevloeid, vele gebeurtenissen
hebben plaats gehad en op de denkwijze
vau die schrijfelaars een verpestende in
vloed uitgeoefend. Die schrijfelaars zijn
kazakkeerders geworden zij hebben
hunne overtuiging van weleer verloo
chend, hun geloof van eertijds met de
voeten getrapt.
Sedert is onzen broeder Kamerheer
geworden aan 4000 fr. per jaar.
Auri sacra fames zong de dichter.
Denderbode voert denzelfden strijd als
weleer en 't Land van Aelst beschul
digt ons moord en brand te roepen
Denderbode wordt aangevallen en die
goede discipels van vrijmetsolaar Laurent
zijn voor hem goede kristenen geworden 1
Quantum mufatus ab Ulo
den nacht door den Hertog onderzocht waren
geweest, de eenen 's morgends, de andoren
later in den dag, dat hun eene plechtige en
volkomene kwijtschelding was geschonken.
Dezen trokken naar Gent en bij het inhalen
des Vorsten, brachten zij niet weinig bij, om
het feest, woeling en luidruchtige vreugde bij
te zetten.
III. ST-LIEVEN'S PUT.
Langs den weg, die heden nog den naam
voert van St-Lievensbaan, in de richting van
Essche naar Hauthem, ontwaart men een
kwaart uur gaans achter de kerk van dit
laatste dorp, een tamelijk hoog verheven veld
in de omstreken bekend onder de benaming
van St-Lievenskouter. Ter dier plaats ont
springt er den grond eene bron, wier water,
don heiligen Bisschop toegewijd, om zijne
wonderdadige kracht niet weinig van de dor
pelingen werd vereerd en hooggeschat. Vol
gens overlevering, hield bij die bron de Hei
lige stand, wanneer hij na het volvoeren
zijne martelie, met zijn afgehouwen hoofd in
de handen, van Essche naar Hauthem weder
keerde.
Do St-Lievens-Zotten hadden onder eikan
ker afgesproken, zich bij die fontein terug te
vinden. Twee ure 's morgens had nit den
zwaren dorpstoren over de wijde en stille
velden heen geklonken nauwelijks begon in
de vaalkleurige oosterkim het daglicht aan te
Nogmaals vindt Dendergalm het nood
zakelijk te herhalen dat hij den moed
niet heeft eene oprechte geloofsbekente-
nis af te leggen.
Dat was nu toch niet noodig. Wij wisten
reeds lang met welke felle kleppers wij te
doen hadden, die immer pochen als het
gevaar voorbij is.
Fameuze januen Eu daarna zullen zij
zeggen dat het liberalism geroepen is do
wereld te herscheppen in een Eden van
genoegen en wellusten.
En als men een woordeken uitleg
vraagt, rap zij hebben het hazenpad geko
zen. Van verre zullen zij u toeroepen
Wij zullen niet bijten. (sic)
Wij zullen ons wel wachten zulke fiere
maunen nog uit te noodigen eeus, over
gelijk wel punt, hun gedacht te zeggen.
Wij weten op voorhand wat zij ant
woorden, verbijsterd door den schrik
Wij zullen niet bijten 1
IIoo prachtig is toch de groote magister
als hij schrijft
Wij zullen den Godsdienstniet aan-
b randen om wapens te bezorgen aan te-
genstrevers in den aard van Denderbode.
8 Welke vreugd indien hij voor de pinne
kon komen met eenige artikels uit ons
blad tegen de dogma's, hoe zou hij zo
tegen ons uitbuiten. Maar neen, we zul-
len niot bijten en hij zal de vreugde
- derven ons in zoutelooze eu onnutte
8 bespiegelingen te verwikkelen.
Jongetje lief, ge weet niet eeus wat een
dogma is, want anders hadt gij die czelarij
niet geschreven.
Hebt gij" dan, groote held, reeds verge
ten wat gij over eenigen tijd over de God
heid van onzen Zaligmaker hebt go-
schreven
Na Denderbode uwe woorden heeft
aangehaald is dit wat kras 1
Hebt gij niet gezegd dat Jesus een
b man was en dat zijne discipelen Hem
aanbaden juist alsof hij wezenlijk God
b ware geiveest
Dat is wel, dunkt mij, de dogma's aan
vallen, of is dat voor uw geuzenbrein ook
den Godsdienst eerbiedigen
Wij begrijpen dat men zich athéist ver-
klare dat is een stelsel I Wij bevechten
het maar toch moeten wij hulde brengen
aan de oprechtheid en rechtzinnigheid
van dezen die den moed heeft zulks te
belijden.
Maar zeggen dat men den Roomschen
Godsdienst eerbiedigt en wekelijks de
grondpunten van ons geloof afbreken de
priesters aanranden en bezwadderen en
terzelfdertijd beweren dat men goede
kristen blijft, zie dit kunnen wij slechts
aanzien als eene lafheid.
Wij kunnen den man geen geluk wen-
schen die in zulke kolossale tegenstrijdig
heden valt.
Alle overtuiging alle rechtzinnige
overtuiging wil ik zeggen verdient
geëerbiedigd te worden maar eene gezind
heid achten die noch mossel noch visch
is, die van den eenen kant beweert te
vereeren wat zij van den anderen gedurig
breken. Nog was het rustende dorpje uit den
stillen nachtsluimer niet ontwaakt, wanneer
Bloc en zijne makkers, allen reeds te been,
met de grootste omzichtigheid en groepsge
wijze, hunne verzamelplaats betrokken.
Er lag iets geheimzinnigs in het tooneel,
't welk die vroege optocht aan moest bieden;
wat niet weinig bijbracht om er het fantasti
sche nog van te vermeerdereu, was die spra
keloos wandelende scharen zoo weifelend
verlicht te zien door den eersten schemer, dio
aan al die verschillende gestalten het voorko
men gaf vau lange, drijvende schimmen.
Bloc, Bruneel en Oosterlinc hevonden zich
al eenen geruimen tijd ter vergaderplaats,
toen de gewaande pelgrims er henen trokken.
Van kindsbeen af door eene nauwe vriend
schap verbonden, en nu onderling verwant
door do eensgezindheid, wolke hunne gevoe
lens van liefde of haat mocht kenschetsen,
hadden die drie makkers, met duren eede,
gezworen gecnen voet op den vadergrond
torug te zetten, 't en zij, om er het veroveren
hunner voorrechten en vrijheden te bewer
ken. Ofschoon gebannen, hadden zij nooit
hunne betrekkingen, jmet hunno Gentsche
broeders onderbroken deze zonden hun im
mer inlichtingen over datgene wat dan ook in
het minste den uitvoer hunner ontwerpen
mocht bevoordeelen, in dier voego dat do
oproerige party steeds in gereedheid stond
afbreekt, zie dien huichel kunnen wij
niet verdragen en voor hem blijft slechts
den smaad over van alle rechtzinnige
menschen.
Daarmede punctum met de lafheid, die
die niet eens durft bekennen dat zij het
is; die beweert moed te hebben en het
terrein vlucht waar allo rechtzinnige ge
dachten kunnen besproken en betwist
worden.
Bericht aan de landbouwers, wier
oogst door de onweders geleden
heeft. Het Staatsblad van zondag
deelt het volgende belangrijk bericht
mede
Artikel 37 der wet van 15 September
1807 laat toe teruggaven van groudlasten
te verleenen in geval van totaal verlies
der inkomsten bij gevallen van ramp zoo
als hagel, overstrooming of brand. Het is
niet noodig dat het inkomen van het be
last perceel gansch verloren weze de
teruggave wordt in evenredigheid ver
leend wanneer de oogst totaal verloren is
op slechts een gedeelte van het perceel.
Voor de toepassing van gezegd artikel
37, beveelt de omzendbrief van 1 obtober
1886, aau de burgemeesters de inlichtin
gen, gesehikt om de verliezen te kuunen
waardecren, in een algemccncn staat aan
te teekenen die staat zal beschouwd
Worden als zijnde eene collectieve aan
vraag gedaan uit naam der eigenaars of
der huurders.
De verliezen welke niet aanleiding ge
ven tot teruggave van minstens 1 frank
per belastingschuldige, worden verworpen.
SPIA Wat een groote paket-
frJ/Ts\boot op reis meeneemt.
De langste zeereis, die door
een geregelden dienst vansnel-
varende pakketbooten mogelijk wordt ge
maakt, is die van Londen naar Sidney in
Australië. Zij duurt gewoonlijk zeven en
dertig dagen. Op iedere reis van gemid
deld 880 uren verslinden de vuren van
iedere pakketboot ongeveer 90,000 kilo
steenkolen per dag, of in het geheel 3300
ton. Gedurende dien tijd maken te schroe
ven 2,980,000 omwentelingen. Ieder
stoomschip kan ruim 2000 reizigers ber
gen, of de bevolking van een groot dorp.
Behalve do equipage vervoert iedere pa-
ketboot der Peninsular Company 3 a
400 passagiers en minstens een duizendtal
officieren en minderen, bestemd voor di
versegarnizoensplaatsen eu detachement-
posten in Engelsch-Indiü. Om deze 200<
personen gedurende 37 dagen te voeden,
neemt men mede 27,000 kilo vcrsch
vleesch, 6750 kilo visch, 25,000 kilo aard
appelen, 2000 kippen eu 70,000 eieren.
Gedurende een enkelen overtocht drinkt
men aan boord 4950 liters wijn, 20,000
flesschen bier en 25,000 flesschen mine
raalwater. Voor oen geregelde verzorging
van de tafel zijn op iedere boot aanwezig,
5000 glazen, 10,000 borden en 120,000
servetten. Tusschen Londen ;en Sydney
eindelijk vervoort en bezorgt ieder stoom
schip 2 a 3000 brieven.
bij de eene of andere gelegenheid eenen
duchtigen slag te wagen.
Die gelegenheid vonden zij in den dood des
Hertogen van Bourgondië. Van dit oogenblik
werd er druk iu de bijeenkomsten der gilden
en ambachten gepleit en geraadpleegd; men
gaf elkander het woord, om, door wat middel
bet ook zijn mocht, het ellendig traktaat van
Gavere te keer te gaan en tot niot to brengen;
de vermetelste voorstellen werden er van
Bloc en zijne makkers op het tapijt gewor
pen, die, hoewel den lande uitgebannen, toch
nimmer nalieten, om in 't geheim en onken
nelijk nitgedoscht, zich op die bijeenkomsten
ie bevinden. Om des to zekerder den nienwen
Vorst onder hun beheer te brengen, meenden
zij de grieven, welke het volk hem had voor
te leggen, immer met gewapender hond, te
moeten doen gelden. Om zijne rechten to sta
ven wilde de burgerstand van geen geweld
hooren; bezadigdheid scheen hem daartoe het
echte middel. Die splitsing in de gevoelens
der verschillende volksklassen, bracht eene
jspalt, welke noodlottigste rampen na
zich kon slepen. De drie aanleiders verlieten
de stad en bedachten iets anders om tot hun
doel te geraken. Juist werd toen St-Lievens-
bedevaart gehouden. De zaak was klaar; wel
dra waren alle maatregelen genomen, om dit
volksfeest tot de uitvoering hunner ontwer
pen te doen dienen. (Wordt voortgezet).