Zondag 23 Juli 1897. 3 centiemen per nummer. 32sle Jaar 3178. Landbouw. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. WERKSTAKINGEN. St-Lievens-Zotten Z0NDAGRUST. Eertijds en nu. GEVZENMOED DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Land. Cu que luum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00Vonnissen cj? 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 24 Juli 1897. Een wind van twist en tweedracht, van oproer en tegenstand schijnt over de wereld te waaien. Overal hoort men van werkstakingen Uit verschillige streken van ons land, uit verscheidene rijken van Europa komt ons de droevige mare dat het werkvolk oorlog voert met den werk gever, dat de beide faktoren der voor- brengst, arbeid en kapitaal, onderling kamp voeren, op het.slagveld gelegerd staan. Droevige tijdingen zijn dat voor den- gene die met rechtzinnig, orde- en vrede lievend hert zich met den maatschappe- lijken strijd bezig houdt. Pijnlijk is het te vernemen dat werk baas en arbeider oorlog voeren wanneer hunne belangen, goed begrepen, dezelfde zijn; wanneer zij zich broederlijk de hand zouden moeten rijken en elkander steu nen in den strijd om het bestaan. Kapitaal en arbeid zijn de twee faktoren der voortbrengst, even noodzakelijk, even noodwendig. Zy zijn broeders van natuur en een misverstaan heeft ze ongelukkiglijk tot vijanden gemaakt, ja, op sommige plaat sen tot onverzoenbare vijanden gemaakt. Het lied der eendracht is geweken voor het ware, droevige oorlogsgeschal Verre van ons het gedacht alle werk staking af to keuren zonder onderzoek. De werkstaking is een wettelijk middel maar toch moeten wij bekennen dat het een gevaarlijk wapen is waarvan men zich slechts raag bedienen wanneer alle mid delen tot verzoening zijn uitgeput. Die maatschappelijke oorlog, even als de strijd tusschen twee volken, is eene ramp nog zelfs als de overwinning do opofferingen der werklieden komtver- En hoevele werkstakingen zien wij niet mislukken Die ongelukkige strijd tusschen twee broeders wordt in sommige gevallen wat al te gemakkelijk en lichtzinnig aan- De werklieden nochtans mogen niet vergeten dat om te gelukken de werksta king rechtveerdig zijn moet in hare oor zaken en eerlijk in hare krijgsplannen, 't is te zeggen, dat de redens der werklie den gegrond moeten zijn, dat alle midde len van overkomen zijn uitgeput geweest en dat het gedrag der werkstakers rustig en eervol zij. Dan alleen hebben zij de achting van het volk, dan alleen draagt hunne handelwijze de goedkeuring weg der burgerij en van het volk. Wat zien wij, och arme, zoo dikwijls gebeuren Een ongelukkige strijd wordt geleverd nog aangevuurd door de vijanden der werklieden, door de socialisten. De werklieden laten zich te gemakke lijk door die grootsprekers leiden. En nochtans wat zoeken de rooden in dien strijd (14 6 7.) 4d. VERVOLG. Genadige Heer, genadige Heer, om Gods wille, waagden er eenigen uit te roepen, vonnis ons niet morgen maar heden St-LievenBbedevaart wordt te Hauthem ge vierd, en allen zouden wij er willen deel aan nemen. By St-Joris ge valt mij niet weinig lastig doch, voor ditmaal lust het ons uwe bede eens te aanhooren, en op eigen stond te zien of gij wel onzer genade waardig zijt. In der daad, de Hertog trok met zijne raadsheeren binnen, en twee uren later ver scheen hij weder op het balkon, omgeven van zijn hof, Jan Fetitpaa ving aan, eene lijst af te prevelen, waarbij aan 400 bannelin gen, dadelijk, om het geringe hunner feiten, volkomene vergiffenis en genade werd ge schonken. Wat den anderen betrof, dezen werd het opgeleid tot 's anderen daags de beslissing van den Hertog af te wachten. Om die reden begaven zij zich naar eene weide, dio aan den overkant der Schelde lag, om er onder den blauwen hemel deu nacht over te brengen. Zij zijn op niets anders uit dan op aan groei voor hunne partij. Zij streven niet voor het geluk van het arbeidende volk maar voor het vermeerderen van het getal der misnoegden. Al wat zij beoogen is de werkstakers naar het socialism over te halen en om zulken uitslag te beko men, alle middelen zijn hun goed. Edelmoed mag men bij die volksvrien den niet zoeken. In meer dan eene om standigheid hebben zij luid verklaard met welke gevoelens zij ten opzichte van den werkman zijn bezield. Nog klinkt ons het akelige woord in de ooren door gezel Alfred Defuisseaux, thans volksvertegenwoordiger voor Ber gen, te Parijs op een congres uitgespro ken Het. is goed zegde die bar- baar, dat van tijd tot tijd het werkende volk gebloed wordt. 't Is goed dat de werkman bloede, n dat zijne beurs ledig zij, dat zijne vrouw en kinderen honger heb- ben opdat de haat zijn helsch i) zaad ontwikkele en vermeer dere.» En die mannen zijn het, welke zulke ijselijke taal voeren, die te dikwijls de werkstakingen leiden en besturen Zy hitsen de werklieden op, spreken tot hem de taal van den haat en wanneer zij zien dat de strijd ongelukkig is, dat hij tegen de werklieden keert dan zien wij ze als ellendige kluchtspelers, het tooneel ont- loopen en de werklieden aan hun lot overlaten I Zeker, werkstakingen hebben eene gunstige uitkomst gehad, zijn met goeden uitslag bekroond geweest, maar dat neemt niet weg dat het een gevaarlijk wapen is dat men niet met lichtzinnigheid mag hanteeren. Het snijdt langs beider kan ten het brengt bloedige slagen toe aan den arbeider en veroorzaakt dikwijls aan den nijverheid zulke knakken die haren welstand ondermijnen en haar eindelijk, na lange ziekten van het getal der leef baren doen uitschrabben Vele werkstakingen zijn eene maat schappelijke ramp geweest. Het gebeurde van Baudoux zou aller oogen moeten doen opengaan. Die glasblazerij is sedert 1886 aan 't kwijnen gegaan en de ovens zijn over eenigen tijd voor goed uitge doofd. De slachtoffers waren de werklieden. Zij moesten nu elders, God weet waar, brood en kleeren gaan zoeken. Werklieden, spiegelt u aan dit voor beeld en vergeet ook niet dat de rustige nijverheidstreken al de bestellingen be komen die aan de woelige worden ont trokken. Tracht overeen te komen want waar rust is en vrede daar zal voorspoed heer- schen. A. B. Zondag 25 Juli 1897, dienstdoende Apotheker Mr Bonner, Bisschopstraat. Onder deze telde men er velen, wien, van eerst af, alle hoop op genade werd ontzegd, daar hunne misdaden dan ook te groot en onvergeeflijk waren. Het zien van drie dier elleudigen mocht bijzonder den Hertog in woede op doen vliegen de namen van Mat- thys Bloc, wever, Matthys Oosterlinc, wam buismaker en Otto Bruneel, meester-metser, waren hem ten afgrijzen. De eerste was inge lijfd geweest in die muiterBbende, welke in den slag van Rupelmonde ton jare 1452, Kor- nelis, deu grooten bastaard van Bourgondië, den trouwsteu makker van Hertog Philips had doen sterven. De tweede had zich op het kasteel van Poucke bevonden, terwijl er de moord van den eerzamen ridder Jacob de la Laing werd voltrokken. Wat den derden aan ging, deze had te Gent, in eiken volksopstand als een der razendste aanvoerders door het plegen van ontelbare geweldenarijen uitgesto ken gedrieën waren zij geduchte doodsvijan den voor de partij des Vorsten, gedrieën wer den zij van het volk in eere gehouden, en niet dan mot de grootst eachting sprak men hunne naam in de vergaderingen dor gilden en am bachten uit.Voor het leven gebannen, hadden zijniet te min gemeend, de inhuldiging van Karei te moeten benuttigen om ongestraft op Gentschen bodem te verschijnen. Zulke man nen in genade opnemen, ware voor Karei een feil geweest, waardoor hij onder het volk, die Hoe metdertijd alles toch kan verande ren Zie het en is niet om zijne ooren te gelooven. Den 13 juni laatst schreef Het Land van Aelst dat de liberalen goede, overtuigde kristenen waren en acht dagen nadien bevestigde de fameuze Dendergalm dat de geuzerij den Godsdienst niet vijan dig, zelfs genegen was 1 Aardige kristenen 1 aardige genegen heid Het Land van Aelst zal ze ons doen kennen. Maar daarvoor moeten wij 10 jaar achteruit gaan. Wij lezen in De welgezinde Aalster- sche kiezer, by voegsel aan Het Land van Aelstwoensdag 12 October 1887. Manifest 3d* kol. Dendergalm gazet der liberalen. Den- dergalm waarvan M. Dr De Windt, een der bazen is, wat hebt gij durven schrijven Luistert, achtbare medeburgers, en dat uw eerlijk en christen hart spreke, ach, heden bijzonderlijk is de Gods- dienst er noodig; indien wij allen beter - naar den Godsdienst luisterden, de sa- menleving zou gansch anders zijn; zon- - der Godsdienst 'l is oneerlijkheid on- tuchtigheid, 't is opstanden socialis- mus; wij hebben het gezien in de Walen; en dank God dat de Vlaanderen nog een godsdienstig volk hebben, anders zou het socialismus onze Grondwet, onze Rust, onze Vrijheid op een allerschrik- kelijkste wijze verwoesten. Die Dendergalm heeft durven schrij- i) ven: Dat de bevolking van Aalst dweep- -» zuchtig is, omdat zij houdt aan een katholiek gewijd en verdeeld kerkhof; dat de verdeeling of wijding der kerk- hoven een onverdraagzaamheid is, voor welke er velen den schoot der kerk i» hebben verlaten. Dendergalm heeft durven schrijven n dat men in de kerken niets hoort van n den morgend tot den avond dan mom- merijen en baatzoekende klachten. s Dendergalm heeft durven schrijven dat de Geestelijkheid de ware leering van Christus vervalscht heeft. Dendergalm heeft geschrevendat zijne - leering de vrijdenkerij is van Laurent den grooten Antrichrist van Gent. Dendergalm heeft durven schrijven, dat de Priesters niets doen in Biecht- stoel en op Preêkstoel, dan liegen en n bezwadderen. Dendergalm heeft durven schrijven dat men de Priesters in de volksverga n deringennietmaggedoogen.(0 vrijheid!) Dendergalm heeft geschreven dat hij niets belachelijker kent en onrechtveer- diger dan de lijkdiensten in de kerken. Dendergalm heeft met vreugd aange- b kondigd dat advokaat Janssens gestor- ven was, zonder van Biecht of Berech- b ting te willen hooren, (hetgeen on- waar is.) Dendergalm heeft geschreven dat de Roomsche kerk eeu ware heiligschen- derij pleegt, als zij de monschen de Sa- zucht naar omwenteling had gesterkt, welke overal en niet dan te veel reeds heerschte. Nauwelijks had de Hertog dit drietal zien te voorschijn treden of ter nauwer nood kon hij zij non opwellenden toom onderdrukken. Ware het niet zijne Blijde Inkomst geweest, zoo hadde hij hen allen, om ze over hunne banbreuk en vermetelheid te straffen, aan de hooge boomen van het kasteel, op 't zelfde oogenblik doen opknoopen. Eindelijk hernam de Vorst na een stond Bloc, Oosterlinc en Bruneel, daar zij met eeuwigdurend ballingschap de misdrijven moeten bekoopen, welke hun nimmermeer kunnen vergeven worden, zullen, binnen de vier-en-twintig uren ons graafschap Vlaande ren ruimen. Hun lijf en havo blijven er mij borg voor. En zoo helpe hen God Bij die woorden wierpen alle drie op don Hertog eenen blik van beklemde wraakzucht. Bloc bracht dreigend de vuist vooruit, en mompelde met sombere stem Niet lang toch zal het duren, weldra ziet gij ons weder. Karei had zich omgewend om de drie ge- vonnisten, stapten, met haastigen tred, het voorhof af. Een weinig later waren zij in de velden verdwenen. Des anderen daags vernamen de bannelin gen uit het veld, wier smeekschriften gansch cramenten of de kerkelijke begraving b weigert. Dendo-galm heeft in 3, 4 num. ge- spot met de Religieusen uit Weezen- huis, Gasthuis en Ougeneesbaarhuis, dat ze noóloos 't geld van den armeu b opeten dat niemand weet van waar ze zijn dat hun gewonnen geld weggaat men weet niet waar Ja, zoo worden de zielen van de verhevensto zelfsopof- b fering in 't liberaal orgaan afgeschil- derd Dendergalm heeft durven schrijven dat die orgels 't leven der stad zijn; dat - l£t een broodrooverij is, van dit acht- baar bedrijf te zullen stremmen. Dendergalmin december 1886, als 't Verbond het eerste sermoen van den b Jubilé had gepreekt. Dendergalm gaf tbalven van den Jubilé een extra num. uit, en wat stond daarin Al wat do ketters en de goddeloozen en de kerk- vervolgers ooit tegen de Kerk en de Pauzen hadden geschreven. Wat stond - daarin Zulkdanige bespottingen tegen de Pauzen, dat wij ze voor geen fortuin der wereld zouden willen mecdeelen. Wat mogen wij uit het bovenstaande besluiten De schrijfelaars van Chipka zijn met ons 't akkoord om te zeggen 1° dat het liberalism tot socialism voort 2° dat het liberalism niets anders is dan de vrijdenkerij, oorlog aan Kerk en Gods dienst 3° dat de leerstelsels der schrijvers vai Dendergalm die zijn van vrijmetselaar Laurent van Gent. Wij zullen die leerstelsels in volgende artikelen doen kennen. 4° dat de geuzerij voor de vrijheid niet is, dat zij de vrijheid van niet te gelooven wel verdedigt maar deze van te gelooven niet eerbiedigt.De geus vraagt de vrijheid niet voor anderen maar uitsluitclijk voor zich zelf. Die vier punten heeft Denderbode be wezen, klaar en duidelijk bewezen. Wij zijn gelukkig in die schrijfelaars van weleer een goede meèhelper gevonden te hebben. Maareen ongelukkige maar is hier aan. Sedert is er veel water door den Dender gevloeid, vele gebeurtenissen hebben plaats gehad en op de denkwijze vau die schrijfelaars een verpestende in vloed uitgeoefend. Die schrijfelaars zijn kazakkeerders geworden zij hebben hunne overtuiging van weleer verloo chend, hun geloof van eertijds met de voeten getrapt. Sedert is onzen broeder Kamerheer geworden aan 4000 fr. per jaar. Auri sacra fames zong de dichter. Denderbode voert denzelfden strijd als weleer en 't Land van Aelst beschul digt ons moord en brand te roepen Denderbode wordt aangevallen en die goede discipels van vrijmetsolaar Laurent zijn voor hem goede kristenen geworden 1 Quantum mufatus ab Ulo den nacht door den Hertog onderzocht waren geweest, de eenen 's morgends, de andoren later in den dag, dat hun eene plechtige en volkomene kwijtschelding was geschonken. Dezen trokken naar Gent en bij het inhalen des Vorsten, brachten zij niet weinig bij, om het feest, woeling en luidruchtige vreugde bij te zetten. III. ST-LIEVEN'S PUT. Langs den weg, die heden nog den naam voert van St-Lievensbaan, in de richting van Essche naar Hauthem, ontwaart men een kwaart uur gaans achter de kerk van dit laatste dorp, een tamelijk hoog verheven veld in de omstreken bekend onder de benaming van St-Lievenskouter. Ter dier plaats ont springt er den grond eene bron, wier water, don heiligen Bisschop toegewijd, om zijne wonderdadige kracht niet weinig van de dor pelingen werd vereerd en hooggeschat. Vol gens overlevering, hield bij die bron de Hei lige stand, wanneer hij na het volvoeren zijne martelie, met zijn afgehouwen hoofd in de handen, van Essche naar Hauthem weder keerde. Do St-Lievens-Zotten hadden onder eikan ker afgesproken, zich bij die fontein terug te vinden. Twee ure 's morgens had nit den zwaren dorpstoren over de wijde en stille velden heen geklonken nauwelijks begon in de vaalkleurige oosterkim het daglicht aan te Nogmaals vindt Dendergalm het nood zakelijk te herhalen dat hij den moed niet heeft eene oprechte geloofsbekente- nis af te leggen. Dat was nu toch niet noodig. Wij wisten reeds lang met welke felle kleppers wij te doen hadden, die immer pochen als het gevaar voorbij is. Fameuze januen Eu daarna zullen zij zeggen dat het liberalism geroepen is do wereld te herscheppen in een Eden van genoegen en wellusten. En als men een woordeken uitleg vraagt, rap zij hebben het hazenpad geko zen. Van verre zullen zij u toeroepen Wij zullen niet bijten. (sic) Wij zullen ons wel wachten zulke fiere maunen nog uit te noodigen eeus, over gelijk wel punt, hun gedacht te zeggen. Wij weten op voorhand wat zij ant woorden, verbijsterd door den schrik Wij zullen niet bijten 1 IIoo prachtig is toch de groote magister als hij schrijft Wij zullen den Godsdienstniet aan- b randen om wapens te bezorgen aan te- genstrevers in den aard van Denderbode. 8 Welke vreugd indien hij voor de pinne kon komen met eenige artikels uit ons blad tegen de dogma's, hoe zou hij zo tegen ons uitbuiten. Maar neen, we zul- len niot bijten en hij zal de vreugde - derven ons in zoutelooze eu onnutte 8 bespiegelingen te verwikkelen. Jongetje lief, ge weet niet eeus wat een dogma is, want anders hadt gij die czelarij niet geschreven. Hebt gij" dan, groote held, reeds verge ten wat gij over eenigen tijd over de God heid van onzen Zaligmaker hebt go- schreven Na Denderbode uwe woorden heeft aangehaald is dit wat kras 1 Hebt gij niet gezegd dat Jesus een b man was en dat zijne discipelen Hem aanbaden juist alsof hij wezenlijk God b ware geiveest Dat is wel, dunkt mij, de dogma's aan vallen, of is dat voor uw geuzenbrein ook den Godsdienst eerbiedigen Wij begrijpen dat men zich athéist ver- klare dat is een stelsel I Wij bevechten het maar toch moeten wij hulde brengen aan de oprechtheid en rechtzinnigheid van dezen die den moed heeft zulks te belijden. Maar zeggen dat men den Roomschen Godsdienst eerbiedigt en wekelijks de grondpunten van ons geloof afbreken de priesters aanranden en bezwadderen en terzelfdertijd beweren dat men goede kristen blijft, zie dit kunnen wij slechts aanzien als eene lafheid. Wij kunnen den man geen geluk wen- schen die in zulke kolossale tegenstrijdig heden valt. Alle overtuiging alle rechtzinnige overtuiging wil ik zeggen verdient geëerbiedigd te worden maar eene gezind heid achten die noch mossel noch visch is, die van den eenen kant beweert te vereeren wat zij van den anderen gedurig breken. Nog was het rustende dorpje uit den stillen nachtsluimer niet ontwaakt, wanneer Bloc en zijne makkers, allen reeds te been, met de grootste omzichtigheid en groepsge wijze, hunne verzamelplaats betrokken. Er lag iets geheimzinnigs in het tooneel, 't welk die vroege optocht aan moest bieden; wat niet weinig bijbracht om er het fantasti sche nog van te vermeerdereu, was die spra keloos wandelende scharen zoo weifelend verlicht te zien door den eersten schemer, dio aan al die verschillende gestalten het voorko men gaf vau lange, drijvende schimmen. Bloc, Bruneel en Oosterlinc hevonden zich al eenen geruimen tijd ter vergaderplaats, toen de gewaande pelgrims er henen trokken. Van kindsbeen af door eene nauwe vriend schap verbonden, en nu onderling verwant door do eensgezindheid, wolke hunne gevoe lens van liefde of haat mocht kenschetsen, hadden die drie makkers, met duren eede, gezworen gecnen voet op den vadergrond torug te zetten, 't en zij, om er het veroveren hunner voorrechten en vrijheden te bewer ken. Ofschoon gebannen, hadden zij nooit hunne betrekkingen, jmet hunno Gentsche broeders onderbroken deze zonden hun im mer inlichtingen over datgene wat dan ook in het minste den uitvoer hunner ontwerpen mocht bevoordeelen, in dier voego dat do oproerige party steeds in gereedheid stond afbreekt, zie dien huichel kunnen wij niet verdragen en voor hem blijft slechts den smaad over van alle rechtzinnige menschen. Daarmede punctum met de lafheid, die die niet eens durft bekennen dat zij het is; die beweert moed te hebben en het terrein vlucht waar allo rechtzinnige ge dachten kunnen besproken en betwist worden. Bericht aan de landbouwers, wier oogst door de onweders geleden heeft. Het Staatsblad van zondag deelt het volgende belangrijk bericht mede Artikel 37 der wet van 15 September 1807 laat toe teruggaven van groudlasten te verleenen in geval van totaal verlies der inkomsten bij gevallen van ramp zoo als hagel, overstrooming of brand. Het is niet noodig dat het inkomen van het be last perceel gansch verloren weze de teruggave wordt in evenredigheid ver leend wanneer de oogst totaal verloren is op slechts een gedeelte van het perceel. Voor de toepassing van gezegd artikel 37, beveelt de omzendbrief van 1 obtober 1886, aau de burgemeesters de inlichtin gen, gesehikt om de verliezen te kuunen waardecren, in een algemccncn staat aan te teekenen die staat zal beschouwd Worden als zijnde eene collectieve aan vraag gedaan uit naam der eigenaars of der huurders. De verliezen welke niet aanleiding ge ven tot teruggave van minstens 1 frank per belastingschuldige, worden verworpen. SPIA Wat een groote paket- frJ/Ts\boot op reis meeneemt. De langste zeereis, die door een geregelden dienst vansnel- varende pakketbooten mogelijk wordt ge maakt, is die van Londen naar Sidney in Australië. Zij duurt gewoonlijk zeven en dertig dagen. Op iedere reis van gemid deld 880 uren verslinden de vuren van iedere pakketboot ongeveer 90,000 kilo steenkolen per dag, of in het geheel 3300 ton. Gedurende dien tijd maken te schroe ven 2,980,000 omwentelingen. Ieder stoomschip kan ruim 2000 reizigers ber gen, of de bevolking van een groot dorp. Behalve do equipage vervoert iedere pa- ketboot der Peninsular Company 3 a 400 passagiers en minstens een duizendtal officieren en minderen, bestemd voor di versegarnizoensplaatsen eu detachement- posten in Engelsch-Indiü. Om deze 200< personen gedurende 37 dagen te voeden, neemt men mede 27,000 kilo vcrsch vleesch, 6750 kilo visch, 25,000 kilo aard appelen, 2000 kippen eu 70,000 eieren. Gedurende een enkelen overtocht drinkt men aan boord 4950 liters wijn, 20,000 flesschen bier en 25,000 flesschen mine raalwater. Voor oen geregelde verzorging van de tafel zijn op iedere boot aanwezig, 5000 glazen, 10,000 borden en 120,000 servetten. Tusschen Londen ;en Sydney eindelijk vervoort en bezorgt ieder stoom schip 2 a 3000 brieven. bij de eene of andere gelegenheid eenen duchtigen slag te wagen. Die gelegenheid vonden zij in den dood des Hertogen van Bourgondië. Van dit oogenblik werd er druk iu de bijeenkomsten der gilden en ambachten gepleit en geraadpleegd; men gaf elkander het woord, om, door wat middel bet ook zijn mocht, het ellendig traktaat van Gavere te keer te gaan en tot niot to brengen; de vermetelste voorstellen werden er van Bloc en zijne makkers op het tapijt gewor pen, die, hoewel den lande uitgebannen, toch nimmer nalieten, om in 't geheim en onken nelijk nitgedoscht, zich op die bijeenkomsten ie bevinden. Om des to zekerder den nienwen Vorst onder hun beheer te brengen, meenden zij de grieven, welke het volk hem had voor te leggen, immer met gewapender hond, te moeten doen gelden. Om zijne rechten to sta ven wilde de burgerstand van geen geweld hooren; bezadigdheid scheen hem daartoe het echte middel. Die splitsing in de gevoelens der verschillende volksklassen, bracht eene jspalt, welke noodlottigste rampen na zich kon slepen. De drie aanleiders verlieten de stad en bedachten iets anders om tot hun doel te geraken. Juist werd toen St-Lievens- bedevaart gehouden. De zaak was klaar; wel dra waren alle maatregelen genomen, om dit volksfeest tot de uitvoering hunner ontwer pen te doen dienen. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1897 | | pagina 1