Donderdag 29 Juli 1897. 5 centiemen per nummer. 329le Jaar 5179 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. WETSONTWERP VLAAMSCHE TAAL. Het vrijwilligersleger en zijne vijanden. Een en ander. DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal Ier week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste Yan den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Land. Cuique auum. Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen c» 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureel* van dit blad. Aalst, 28 Juli 1897. op het gebruik der De dagbladen deelen het verslag rneè van M. Van Cauwenbergh, in naam der commissie, gelast met bet onderroek van het wetsvoorstel Coremans-De Vriendt. Het verslag herinnert hoe de Kamer bijna met eenparigheid het oorspronke lijke voorstel stemde, waarvan artikel 1 luidde De wetten worden gestemd, be krachtigd, uitgeveerdigd en afge kondigd in de Fransche taal en in de Vlaamsche Taal. De Senaat wijzigde, na eene lange be raadslaging, dien tekst als volgt Elk koninklijk besluit, tot bekrach tiging eenerwet zal, nevens den door de Kamers aangenomen tekst, een Vlaam- schen tekst bevatten. De wat zal uitge veerdigd worden in de Fransche taal en in de Vlaamsche taal. a Door deze stemming verloren de overige artikels van het oorspronkelijke voorstel hunne reden van bestaan. Ziehier hoe de achtbare verslaggever die stemming beoordeelt De schikking, door den Senaat aan genomen, geeft geene voldoening aan het gevoel van rechtveerdigheid, welk de stemming der Kamer had bezield, het. is te zeggen geen onderscheid maken tus- schen de Belgen en de beide landstalen stellen op eenen voet van volstrekte ge lijkheid Want de tekst, door de Kamer aan genomen, eischt de stemming, de bekrach tiging en afkondiging der wetten, zoo in het vlaamsch als in het Fransch. De tekst van den Senaat daarentegen eischt de bekrachtiging en de uitveerdi- ging der wetten in beide talen, met hunne stemming door de Kamers. - Zoo deze schikking eene werkelijke weerde had, zou aan het koninkdom een nieuw recht worden toegekend, namelijk datgene van de wet uit te veerdigen en te bekrachtigen, in eenen niet door de Kamers aangenomen tekst. Het verslag bewijst de ongrondwette lijkheid van den tekst, door den Senaat aangenomen, die overigens aan den Vlaamschen tekst enkel de weerde zou geven eeuer eenvoudige vertaling. Dat de Senaat het aldus verstond, blijkt uit art 2, waar het woord Loi, uit den Franschen tekst, aangeduid is door Ver taling van de wet in den Vlaamschen. De tekst, door den Senaat aangeno men, geeft dus aan den Vlaamschen tekst niet moer gezag dan hij vroeger bezat die tekst beantwoordt niet aan de wen- schen van het Vlaamsche volk hij geeft de gelijkheid niet, die de Kamer wilde uitroepen en daarom kan do commissie aan de Kamer niet voorstellen, den door den Senaat aangenomen tekst te stem men. Willende rekening houden van de ver- schillige tegenwerpingen en bewijzen dat zij ongegrond zijn willende verder zoo veel mogelijk do inwerkingtreding van het nieuw regiem vergemakkelijken, heeft de commissie, den tekst van artikel 1 behoudende, er eenige bepalingen bij gevoegd, betreffende de maatregelen van toepassiDg en regelende de uitvoering der wetten. Ziehier de bepalingen, welke bij den oorspronkelijken tekst zijn gevoegd en door de commissie aangenomen. Art. Ibis. De wetsontwerpen van de regeering uitgaande, worden der Kamer aangeboden in dubbelen tekst. De voorstellen, uitgaande van bijzonder initiatief der Kamerleden, worden ge daan 't zij in dubbelen tekst, 't zij in de taal door hunne voorstellers verkozen. Iu dit laatste geval doet het bureel ze vertalen vóór hunne bespreking. De stemming der amendementen, in den loop der beraadslaging voorgebracht, kan op den eeuigen tekst gebeuren. Als zij aangenomen zijn, doet het bureel de aldus gewijzigde artikels vertalen vóór de tweede stemming. Indien, bij dc tweede stemming, wijzi gingen worden gebracht aan de artikels bij de eerste stemming aangenomen, kun nen de Kamers de eindstemming uitstel len tot eene latere zitting. In alle geval zal er, door eene eenige stemming, beslist worden over eenen volledigen tekst, in beide talen opgesteld. De Kamers beslissen langs reglemen- tairen weg over de maatregelen, die zij noodig achten voor de uitvoering der te genwoordige wet. Art. Itib. De betwistingen over ver schil der teksten worden uitgemaakt vol gens den wil der wetgevers, vastgesteld volgens de gewone regels van vertolking, zonder voorrang van eenen der teksten op den anderen. Art. 1 qcabto. Wanneer de wet de in- lassching eischt der toegepaste wetstek sten in uitspraken of vonnissen, zal de Fransche of de Vlaamsche tekst alleen ingelascht worden, navolgens de uit spraak of het vonnis in het Fransch of in het Vlaamsch is opgesteld. Voor de rost blijft het voorstel De Vriendt-Coremans onveranderd. Het aldus gewijzigde voorstel is aange nomen door do commissie met 5 stemmen tegen 1 Deze stemming, besluit het verslag is ingegeven door den wensch om recht- voerdig to zijn tegenover alle Belgen Allen, zonder onderscheid der taal die zij HET 171 wonderlijke avonturen van eenen Zeeman 56* vervolg. Het was even over een uur, toen ik van tafel opstond. Toen ik op het dek kwam, zag ik Brigstock naar mij toekomen. Kapitein, wilt gij ons inlichtingen geven omtrent de plaats, waar het schip zich nu bevindt Niet voordat de bemanning den eed heeft «fgelegd, dien ik opgesteld heb, ant woordde ik. Zij zijn daartoe bereid en wachten al op uwe komst, zegde hij. Laat ze dan naar den achtersteven gaan, en zeg tegen juffrouw Cobes, dat ik haar moet apreken. Al spoedig kwam deze laatate door 't hoofd luik te voorschijn en zag er heel deftig ge kleed uit. Toen zij de deur der kajuit binnen trad, maakte zij eene buiging voor mij gende Ik gevoel mij inderdaad gelukkig, dat ik u geaond en wel mag weerzien, kapitein, na uwe verschrikkelijke ervaringen, die u over komen zijn door leugens van lastertongen, spreken, hebben het recht onderworpen te zijn aan wetten, opgesteld in'eene taal die zij verstaan. Moeilijkheden van toepassing en uit voering zullen nog wel oprijzen, maar die zijn niet onoplosbaar dikwijls zal hunne oplossiug zelfs gemakkelijk zijn. Doch men staat hier tegenover eenen feitelijken toestand. Niet alle Belgen spreken dezelfde taal en het ware niet rechtveerdig aan eene der talen de voor rang te geven boven de andere. Zij moe ten op denzelfden voet staan. Die toe stand, bestaat, alle redeneeringen kunnen hem niet veranderen en het is rechtveer dig er rekening van te houden in het op maken der wetten. Het verslag is geteekend door den voor zitter, M. Beernaert, en den verslaggever, M. Van Cauwenbergh, die zich in deze zaak eens te meer den trouwen en goeden Vlaming heeft getoond, die recht bezit op de genegenheid en de erkentelijkheid van het Vlaamsche volk. TQdens de bespreking over de begroo ting van oorlog, welke dezer dagen plaats had, heeft M. baron Orban de Xivry, in eene korte, maar practischc redevoering, de ellendige hinderpalen aangetoond welke, door de vijanden van het vrijwil- ligerschap, deze volksgezinde hervorming worden in den weg gelegd. Ziehier hoo de achtbare Senator zich uitdrukte Wij hebban in België twee soorten van vrijwilligers den vrijwilliger met premie en den vrijwilliger zonder premie. Deze laatste gaat eene verbintenis aan, omdat hij verleid is door den wapenhan del en door de hoop zich eene loopbaan te maken. De vrijwilliger met premie is, meest altijd, een arme jongen die bij middel der premie, een ponksken hoopt te vergaderen tegen den tijd dat hij geen soldaat meer zal zijn, of die, misschien bewogeD dooreen minder zelfzuchtig go- voel, aan zijne ouders heeft gedacht en verlangt hun de evenwaarde te bezorgen van hetgeen zijn arbeid zou opbrengen. Wat is er meer vereerend dan deze gevoelens en waarom deze die er mede bezield zijn als verdachten beschouwen en behandelen Waarom zich zoo moei lijk toonen voor hunne aanvaarding Ik zou u daarvan de reden kunnen zeggen, welke gij allen vermoed, doch ik bepaal mij erbij u te zeggen, dat dit ook al een der stelsels is, gevolgd door de partijgan gers der andere wijzon van aanwerving, partijgangers welke zooveel te meer te duchten zijn daar zij almachtig zijn, aan gezien zij alleen over het lot der vrijwil ligers to beslissen hebben. Wilt gij zoo goed zijn, zegde ik, tot de -ouwen het verzoek te richten, zich aan beide zijden van het dek te Bcharen, om getuigen te zijn van het afleggen van den eed door de bemanning. Terstond, kapitoin Onmiddelijk. Zij begaf zich te midden der vrouwen, en ik ging naar den achtersteven toe. Inmiddels had Brigstock de geheele beman ning bijeengeroepen behalve Luddy, die aan bet roer stond onder welke zich ook Thomas Buil bevond, zoodat er in het geheel twaalf kloeke zeelieden bij elkaar waren. Deze Thomas Bull was een stevige kerel, die er goed gekleed uit zag. Het verwonderde mij niet, dat hij aan zijne aanranders heel wat te doen gegeven had. Indien hij half vermoord was, zoo was hy sedert dien tijd al weer ge heel bekomen. Hij zag er frisch em gezond en kwam glimlachende nader, terwijl hij een blik op de meisjes sloeg. Deze stonden reeds aan beide kanten van het verdek geschaard, vol verwachting van de dingen, die komen zouden. Brigstock droeg een zwareu Bijbel onder den arm. Ik ging naar hem toe en verzocht hem, mij het hoek te overhandigen. liet was in leder gebonden en droeg verscheidene blij ken, dat het dikwyls gebruikt was en waar- Hot feit is dat men, om als vrijwilli ger met premie aangenomen te worden, onbevlekt moet zijn en niet alleen een soort van Herkuul, maar zelfs een Adonis, want men verzekert mij dat er geweigerd worden omdat ze een leelijk gezicht had den. Men moet dus kloek en tevens een knappe jongen zijn I 't Is ook waar, als men betaalt, men het recht schijnt te hebben eene koopwaar van eerste keus te eischen. Deze groote strengheid wordt vooral toegepast op de vrijwilligers met premie. - Ziehier een feit dat zulks ten klaar ste bewijst en waar de heer Minister zich desnoods kan overtuigen. Een geneesheer ontvangt het bezoek van eenen jongen zonder het minste lichaamsgebrek, die eeue verbintenis wilde aangaan als vrij williger met premie, eenige dagen nadien verneemt bij, met groote verwondering, dat die jongeling door de Commissie ge weigerd is. De jongen was daardoor ge heel buiten zijnen schik, want hij ver langde soldaat te worden. De geneesheer raadde hem alsdan aan zich aan te bieden als vrijwilliger zonder premie. Die raad werd gevolgd en de jongeling werd aan genomen. Doch het is voor den vrijwilliger met premie, voor den plaatsvervanger niet ge noeg vrij tc zijn van alle lichaamsgebrek hij moet ook zuiver zijn van alle zicht bare zedelijke vlek de minste veroordoe- ling in enkele politie, al was het om te voet over een andermans grond te zijn go- gaan, is voldoende om hem te doen ver wijzen. Voor do militianeu is men toege vender; men weigert ze niet voor een cor- rectioneele veroordeeling wegens wild- stroopcrij en zelfs wegens ergere feiten. Het gevolg dezer overdrevenc streng heid is dat men er alzoo in gelukt dezen, die vrijwilliger met premie willen wor den, geheel en al te ontmoedigen en dat bijua niemand meer zich durft aanbieden. Men heeft mij, inderdaad verzekerd dat het grootste deel, negen op tien geweigerd worden. En ziedaar hoe men het vrijwilliger- schap aanmoedigt. M. Orban de Xivry heeft gelijk. De strengheid waarmede men bij het aan vaarden der vrijwilligers met premie te werk gaat, bewijst nog, dat er vele jonge lingen zich daarvoor aanbieden, en dat de krijgsoverheid er niet meer aanvaardt dan dat zij er kan plaatsen als plaatsver vangers. Hoever zyn wij van den tijd toen het vrijwilligerscbap met premie ingesteld zijnde de liberalen aau de Regeering voorspelden dat zij nooit de gevraagde plaatsvervangers zou kunnen leveren I Kortom, alles bewijst dat, indiende vrijwilligers in 't algemeen betaald wer den voor hunnen dienst, zooals hunne overheden betaald worden, de aanwer ving vaneen vrijwilligersleger geene do minste moeilijkheid zou opleveren. Bchijnlijk menige reis had meegemaakt. Ik w le het hoek op den kaapstander ueêr en haalde het papier, waarop ik den eed ge schreven had, uit mijnen zak. Alvorens het geschreven overluid voor te lezen, zegde ik Gij wenBcht, dat ik het hevel over het ichip wéér op mij zal nemen. Is dat zoo Een bevestigend antwoord volgde op deze woorden. Meent gijdat ik te vertrouwen ben Wy zijn het allen met elkaar omtrent het puut eens, zegde Brigstock. Wat ik tegen een particulier gesprek gezegd heb, her haal ik tot u in het publiek het spijt allen, dat wij u verkeerd beoordeeld hebben, en wij vragen er u vergiffenis voor. Hij maakte eene beweging met zijne han den, alsof hij de aandacht der vrouwen op zijne woorden wilde vestigen. Dat moogt gij wel doen, riep eene vrouw met eene schelle stem uit. Stilte, als 't u belieft, deed juffrouw Cobes zich nu hooren. Welnu, zegde ik, mij tot Brigstock wen dende. Gij zijt uu bereid om mij te vertrou wen, maar ik hen nog geenszins geneigd om u te vertrouwen. Vertrouw ze maar riep eene vrouw uit, en er volgde eenig handgeklap. Politieke weèrhanen. De Brus- selsche christene demokrateu bulderen in hunne Justice sociale tegen de re- geeriug wegens de wet op de Burgerwacht. Maar Ja maar, zaterdag 11., in de Volkskamer stemden MM. Renkin, Car ton de Wiart, Mousset en Stouffs voor de regeering en tegen het amendement van M. Heuvelmans van Antwerpen 't wolk voorstelde dat de Burgerwacht niet kon geroepen worden tot verdediging van 's lands onafhankelijkheid en van de on geschondenheid des gebieds, in andere woorden, dat men de Burgerwacht in het leger niet mocht versmelten om in geval van oorlog tegen den vijand op te trekken. Volgens het amendement Heuvelmans mocht dc Burgerwacht tot niets anders ingericht worden dan om de inwendige orde te bewaren. Wat groote kleppers toch l Een man die goud maakt. Uit S' Louis, Missouri, wordt berichtDe droomen vau alchemisten staan verwe zenlijkt te worden als de wondervolle ont dekkingen, die door Benjamin Brazelle van deze stad als de zijne worden be weerd, zelfs in beperkte mate,ten uitvoer kunnon worden gelegd. M* Brazelle is oen welbekend uitvinder en staat iu welen- schappelijke kringen bekend als een go- uic van niet geringe orde. Hij beweert ecno ontdekking te hebben gedaan waar door de geheele theorie van scheikundi gen, metaalkundigen, electriciteit en zwaartekracht omver wordt geworpen, en waarbij volgens zijn geheim metalen geschapen en veranderd worden van zilver •in goud en omgekeerd. Eene onderneming met aanzienlijk kapitaal heeft reeds een aanvang gemaakt met de inrichting van een groote werkplaats te Fair Lawn in S' Louis county, waar de uitvinding in praktyk zal worden gebracht. De verandering van de metalen wordt door Mr Brazelle als de geringste kunst iu zijuc uitvinding beschouwd, eene nietig heid als vergeleken bij de kunst om van klei goud, zilver, ijzer, calcium, alumi nium, glacium en vijftien andere metalen to maken aan de wetenschap onbekend en welker hoedanigheden door den ont dekker nog niet zija vastgosteld. Do sleu tel is eenvoudig de volledige wetenschap en het begrip vau wat electriciteit is, een geheim dat deze uitvinder nu in zijn ge- heol beweert te bezitten, aldus meldt althans het bericht, dat ons overigens nog al vrij raadselachtig voorkomt. Tegen slaaploosheid. Mon perse het sap van eenen citroen in een glas water, voegt er de noodige suiker bij, ou driukt dit op het oogenblik dat men zich te bed wil begeven en men zal slapen gelijk eeno roos. Daarop wendde ik mij tot de mannen en iprak tot hen met warmte, overtuigd, dot, 10e levendiger mijne toespraak was, ook do indruk mijner woorden des te dieper zou wezen. Ik' werd herhaaldelijk in mijne rede gestoord door het handgeklap der vrouwen. Een paar malen hoorde ik een uitroep van afkeer, maar bracht dien al spoedig tot zwij gen. Ik noemde ze moordenaars. Geen echte zeelieden, zegde ik onder anderen, zouden hun kapitein op znlk eene wijze behandeld hebben, als gij het my ge daan hebt. Gij zondt mij weg een man al leen in eene zware sloep, zonder voedsel of water, in dik, mistig weêr en haalde de geheele geschiedenis nog eens op, on telkens weer moedigden de vrouwen mij door allerlei kreten en het klappen met de handen aan Tegen den tijd, dat ik geëindigd had, zi allen er als veroordeelden uit, behalve Tho mas Bull, die mij vol bewondering aanstaarde. Eindelijk zegde ik ik wil het bevel niet op mij nemen over eene bemanning, die ik kan vertrouwen. Misschien zoudt gij mij dan weêr znlk eene behandeling doen ondergaan. Neen, kapitein, riep Brigstock, ik ver zeker u, dat dit niet meer zal gebeuren. Gy moet dezen eed afleggen, zegde ik, terwyl ik het papier uit mijnen zak haalds. Zijt gij bereid om te zweren - Wat wilt gij dat wij zullen zweren vroeg Prentice. - Gij zult den eed in de eerste plaats moe ten afleggen, voegde ik hem toe. Gijt zijt de slechtste van den geheelon troep. - Goed zoo, goed zoo riep eene vrouw uit. Lees voor wat gij wilt, dat wij zullen zweren, zegde Coffin norsch. Luistert riep ik, en nadat ik het pa pier opengevouwen had, las ik het volgende u Ik sn hier volgt de naam van iederen man zweer, in aanmerking nemende, dat kapitein Morgan dit schip naar een eiland in de Zuidzee wil brengen, dat ik aan al zijn bevelen zal gehoorzamen, dat ik niot over zijne plannen zal oordeelen op grond Tan praatjes, die uitgestrooid worden, dat ik hem niet zal verhinderen in het onderrichten van de meisjes of in het volvoeren van zulke plan nen, als hij voor de algemeene veiligheid wen- schelijk achten ik zweer verder, dat ik het schip on al die landverhuizers, die het niet willen verlaten, aan hem zal overgeven bij onze aankomst op het eiland, waarop wy ons willen vestigen. Zoo waarlijk holpe my God almachtig n (WORDT VOORTGEZET).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1897 | | pagina 1