Zondag 8 Augusti 1807.
5 centiemen per nummer.
52sle Jaar 3182
Landbouw.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
EIGENDOM
LIBERALISM.
St-Lievens-Zotten
w
Aan gang"
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. i-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwilanliën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Land.
Cuique suum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen cp
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
lleeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
uijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 7 Augusti 1897.
EN
ff. De woorden, die wij in ons vorig artikel
aangehaald hebben, bezitten eene dub
bele waarde ten eersten, eene innerlijke,
'tis eene goede bewijsvoering; ten tweede,
omdat zij door eenen vijand zijn uitge
sproken.
Een socialist bewijst dat een vrijden
ker consequent met zijn eigen, noodlotli-
ger wijze collectivist worden moet.
Wij geven bier nog eene tweede aan
haling, eveneens getrokken uit het ver
dien strijk werkje van F. R. Een wan
delingsken li bl. 78.
Pierre Lerou schrijft Daar er op
deze aarde niets meer is als stoffelijke
n zaken, als stoffelijke goederen, goud-
n en mosthoopen, geef mij mijn aaudeel
in dit goud, in dien mesthoop, heeft
n alle bezield en levend wezen het recht
te zeggen
it Uw aandeel is u gegeven, ant-
woordt het spook der tegenwoordige
samenleving.
a Dit aandeel is onrechtveerdig, do
vcrdeeling is slecht gedaan, zegt de
a man op zijno beurt.
a Maar gij waart er eertijds wel
a meê te vreden 1
a Eertijds was er een God in den he-
a mèl, een paradijs te winnen, eene hel
n te vreezen. Er was op aarde eene maat-
a schappij, en ik had er mijn aandeel
a van want, was ik onderdaan, ik had
a de rechten van den ouderdaan, het
a recht te gehoorzamen zonder mij te on-
a teeren. Mijn meester be veelde mij niet
a zonder recht, in name van zijne ik- en
a hebzucht. Zijne macht kwam van God,
a die de ongelijkheid op deze aarde toe-
laat. Wij hadden dezelfde zedeleer,
a denzelfden godsdienst, de zelfste hoop,
n In naam dier zedeleer, in naam van
a dien godsdienst was dienen mijn aan-
a deel, bevelen was het zijne.
a Maar dienen was aan God geboorza-
a men, en mijnen beschermer met mijne
a genegenheid op deze aarde vergelden,
n Ten anderen, was ik zijn onderhoorige
n in de wereldlijke maatschappij, ik was
a zijn gezel in de geestelijke, die men de
n Kerk noemt. Eu deze Kerk was maar
a het voorhof en het beeld der ware Kerk,
n der hemcdsche. Ik verdroeg om ver-
n diensten in te zamelen, ik leed om het
a eeuwige geluk te bekomen
a Ik had het gebed, ik had de H. Sa-
a cramenten, het leedwezen en de vcr-
n giffenis van mijnen God. Dit alles heb
8 ik verloren want gij hebt mij geleerd
a dater geen paradijs te hoopen is, gcene
n Kerk meer bestond. Ik weet zelfs niet
a of er een God is. Dus wil ik mijn aan-
a deel op dc wereld.
a Gij hebt alles tot goud en mest ge-
a maaktvan beiden wil ik mijn deel.
a Gij hebt mij het paradijs in den hc-
a mei ontnomen, ik wil het op deze
a aarde.... 1
(1 46 7.)
7d8 VERVOLG.
En nn, hoort verder Men heeft niet
gewild dat de bedevaart zou plaats grijpen,
tijdens het inhuldigen van den geduchten
Karei men heeft gevreesd dat het volk, dat
zich zoo gemakkelijk niet laat hoonen, dan
wel al die hooggetitelde grootmeesters in laf
heid laten doen men heeft gevreesd dat het
volk, zeg ik, bij scharen, den Vorst zijne
klachten ging overhandigen men heeft ge
raadzaam gedacht het kleine volk met zijno
relikwieka8 de stad uit te zenden, om de hoog-
getitelden, zeg ik, en de bloodaards in volle
vrijheid den Hertog te laten huldigen met
voor zijne voeten te kruipen. Uit dien hoofde
moest de bedevaart des zaterdags, de stad
ruimen, om er niet dan des maandags met
zonnenondergang in terug te treden. Doch
bij alle Heiligen, vrienden zij weten niet
met wie zij hier te doen hebben De hertog
en des Hertogen hof zullen hier eens aardig
naar onze pijpen dansen. Onze geëerde Mi
ter weet van niets onze netten zijn uil
De schrijver, de heer F. R,, voegt
daarbij Dat is logiek. Inderdaad, als
er geen ander leven bestaat, die de on-
gelijkheden van het tegenwoordige ver-
goedt, waarom ben ik meer tot werken
gedwongen dan mijnen rijken gebuur,
die zijne dagen in braspartijen, en in
slemperijen doorbrengt Waarom mag
hij in overvloed leven en moot ik door
ellende en gebrek'vergaan? Is de arbeid
voor hem dan geene wet der natuur
Ilij is machtig Maar is de macht dan
het recht en zal ik ook recht hebben
wanneer ik eens machtig ben (1)
Geene menschelijke wetten hebben
het recht mij een juk op de schouders
- te leggen. Mijne rechten zijn die van
den evenmensch en ik, ik beu zijns
gelijke. De grootste redekundige van
gausch de wereld kan daar geen iota
afdoen. Het loochenen van een ander
leven maakt de invoering van socialism
de noodweudigste noodzakelijkheid.
Geen uitkomen is er aan.
Wij maken van die woorden de onze en
hebben ze nogmaals herhaald, omdat het
ons scheen alsof Dendergalm nu toch
eens ernstig ging redetwisten.
Laat ons nu eens de beweringen van
Dendergalm van nabij beschouwen en
nemen wij zijne bevestigingen de eene na
de andere
Maar het geloof aan de Godheid is
het monopool niet der klerikaien, we
bedoelen degenen, die katholiek zijn in
politiek. We zijn overtuigd, dat er on-
der de liberalen zoovele personen aan
de Godheid gelooven als onder do ka-
tholieken.
Volgens Denderbode zijn deze libc-
ralen dus zoo wel conservaleurs als de
katholieken zelf, vermits volgens Den-
derbode het denkbeeld van God en
eigendom nauw verbonden is.
Maar, dat is niet alles, wij houden
staan, dat de ergste Godloochenaar een
mensch die het bestaan eeuer Godheid
ontkent toch vasthoudist en partijgan-
ger van het eigendomsrecht kan zijn.
Stappen wij over de bewering dat een
liberaal in politiek nog goede kristen kan
zijn. Wij kunnen het maar niet begrijpen
hoe het mogelijk is van 's morgends tot
's avonds, het gansche jaar door, dc pries
ters te verachten, met de ceremoniën en
dogmas van den Godsdienst te spotten en
dan toch nog goede katholieke te kunnen
blijven. Wij laten die tegenstrijdigheid
aan de heeren liefhebbers en genoegen
ons er medelijden meê te hebben.
Een erge godloochenaar kan nog eene
goede vasthoudist zijn, zegt Dendergalm.
Oos zou het verwonderen ware hij het
niet. Het ideaal van dien mensch beperkt
zich hij liet tegenwoordige leven en hier
koopt men boter met het geld.
Wij moeten nochtans dit bemerken dat
de volbloedige Atheist, is hij consequent
met zijn eigen, toch moet zeggen dat an
deren zooveel recht hebben dan hij. Is
hij vasthoudist dan is hot omdat hij de
(1) Lees Louis Veuillot Dialogues socia-
hstes, La Légalité. n bl. 291-310.
spannen nog eerlang bevindt hij zich met
ons te Geuten dan is onzo poets gespeeld,
en hij gevangen Voor 't gelukken onzes op-
zets blijf ik borg, daar wij machtig in getal
en rijk aan moed en kracht zijn. Niet waar,
makkers, wanneer 't er op handeion aan komt,
zult gij immers niet wijken
Neen neen riepen allen.
Slechts jammer dat wij aan 't lijf noch
maliekleed, noch spies, noch degen hebben
hangen, merkte een der omstanders aan,
sedert het sluiten van het vredetraktaat
van Gavere, mag men wel bedevaarten honden
doch nimmer wapens dragen.
Wapens draagt ge als gij wilt hebt gij
er geene, zoo kan men er u beschikken, jon
gens ziet maar, ziet.
Terwijl Bloc deze woorden zegevierend
uitte en hij den vinger richtte naar eene
groote houten kist, welke aan den voet van
huu vreemd spreekgestoelte stond, was Bru-
neel toegesneld om ze te openen. Nn eene
pooze zag het volk verwonderd op eenen rij
ken schat van daggen, degens, zwaarden,
dolken en ander soortgelijk krijgstuig het
alles, oud en verroest, of met der haast ruw
ait de band gesmeed.
Bloc ging voort
Een gansch arsenaal wapens voor
iedereen. Nochtans kwame er hier en daar
i)
uiterste besluitselen uit zijne princiepen
niet trekt.
Waarom doet hij dat niet Omdat die
besluitselen hem niet gunstig zijn omdat
zij storm loopen tegen zijne belangen en
die belangen den grootsten invloed op
zijn gemoed, op zijne redeneering maken.
Wij wedden 10 tegen 1 dat indien die
atheist, werkman is en niets anders bezit
dan zijne tien vingeren, het een overtuig
de aan klever van 't socialism zijn zal,
die fel tegen de rijken zal douderen.
Daar is de reden te vinden waarom het
werkvolk, dat zijn geloof heeft verloren,
socialist is geworden. Het is een onloo
chenbare daadzaak dat het liberalism
weinig of geen aanhangers telt onder do
arbeidende massa en deze ofwel katholiek
of wel socialist is.
De massa zegde c-en comunard Felix
Pyatis een vreeselijke redeneerkundige,
die nooit nalaat te besluiten. Een mensch
kan onconsequent met zich zijn, en 't volk
is het niet, dit trekt met enne uiterste
strenge logiek de laatste gevolgtrekkin
gen uit de princiepen die men het inge
blazen heeft.
De schrijver van Dendergalm moest
dus iu die vraag zijneu persoon niet men
gen. Zijn bewijsvoering komt hierop uit
Wij nemen goen God aan, on toch
daarom zijn wij geone socialisten Daar
op is geautwoord.
Wij zullen die zaak iu een volgend art.
nog onderzoekon en de broosheid aantoo-
nen der grondvesten, waarop Dendergalm
het eigendomsrecht wil doen rusten, na
God uit deze wereld te hebben wcggecij-
ferd.
Dendergalm heeft weer een lierdicht
aangeheven ter eere der onsterfelijke
liberale partij. Moest men die klepper
gelooven Galilóe zou over honderde jaren
or reeds van gezegd hebben E pur si
muove, en toch leeft zij
In België is zij misschien aan 't ver
kwijnen maar zie Nederland I Het glorie
rijke Nederland de liberalen zijn er aan
't roer
Het is waar de geuzen vereenigd met de
socialisten en kristelijk-historischen heb
ben ecuige stemmen meerderheid, maar
men kan ze Op de vingers tellen.
Van de middelen, waardoor dc Hol-
landsche gcuzerij die meerderheid in de
balloteering heeft bekomen, zie dat weet
Dendergalm niet of daar zal hij toch niet
van gewagen.
Alle middelen waren voor de liberalen
goed en door de onnoembaarste leugens
hebben zij de protestanten tegen dc ka
tholieken opgehitst.
Zoo hebbeu zij affichen doen drukken
waar priesters cn paters rond de brand
stapels der inquisitie stonden to dansen.
En daaronder kon men lezeu dat die
tijd weêr komen zou zoo do Roomscheu
zegepraalden.
Dat is oen uit den hoop.
Wij kunnen maar niet begrijpen hoe
in een land waar de martelaars van Gor-
kum te huis hooren zulke onnoemlijke
middels vruchten kunnen dragen.
ettelijke dagge of spies te kort- om u allen uit
te rusten, jongens, wel begeeft n dan nog
heden ter Hantemsjaarmarkt. Daar liggen op
de kramen goede welgeslepene, sterke mes
sen die zijn voor n. Gij hoeft ze slechts to
vragen en den kramer het woord wku.kkom
in 't oor to zeggen. Wat de malierokken aan
gaat, vrienden, men heeft er u de dracht van
ontzegd en wellicht, om slag- cn eteekvrij
tegen des Hertogen wapenknechten stand te
honden, zouden zij u van natte kunnen zijn.
Er valt dus oen ander middel uitgedacht ie
worden. Hoort wat u te doen staat. Bij de
meeste kramers liggen er tnsschen speel- on
poppengoed ettelijke looden lattekens. Wel,
begeeft u maar ter jaarmarkt, fluistert de
kramers het afgesproken woorden iu 't oor eu
steelt maar stout die looden weg. Dan, ver
bergt u ergens met uwen buit en naait om
zichtig uwe latjes langs binnen in de jassen.
IIa ijzeren malierokken mag men niet dra
gen, doch de dracht van kleedercu met lood
gevoederd word niet verboden. Wanneer men
u ontmoeten zal, dan zal men lachen, schreeu
wen Maar ziet eens aan hoe aardig die
Sl Liovenszotten zicb toch nitdosschen. Wel,
vrienden, laat ben lachen, lacht ook, en tracht
voornamelijk dat er niets van ons opzet aan
den dag kome.
Goed goed zoo gezeid, zoo gedaan,
Iu dien strijd hebben de geuzeu ook
huu vaandel besmeurd.
Ziehier wat het liberale Utrechts-
Dagblad heeft geschreven einde Juni
1897. (Zie Het Centrum van 25 Juni II.)
Liberalen van Nederland De slag
is verloren. De liberale legermacht is
uiteengeslagen en verspreid. Op eene
meerderheid valt feitelijk niet meer te
hopen.
O, natuurlijk is het, dat, onder den
eersten verpletterenden indruk der ver
liezen, men te hoop loopt cn nog eens op
het slagveld de leus verzamelen weer
klinkt. Doch zijt gij wel vau de strekking
dier leus bewust geworden
Gij hoort den schaterlach der tegen
partij want zij zien hoe, op het draven
naar liet signa il, ge ter aarde wegwerpt
het kostbaarste wat ge bezit de banier
die ge tot nog toe ook in de nederlaag
hoog boven uw hoofd deed zwaaien vlek
keloosen rein.
Zult gij die banier laten bezoedelen
door het stof lateu vertreden onder den
voet, laten verscheuren aan flarden ter
wille van eigen lijfsbehoud
Helaas dat gevaar dreigt in den
angst en opwinding van het oogenblik.
Men strekt de hand uit om hulp
naar de kristelijk-historischen, eene
erkend kerkelijke partij, die gegrond is
op uitsluiting van anders denkbeelden op
godsdienstig gebied zoo zeer bij voorbeeld
dat ia ceu der nummers van haar blad,
ernstig en in den breede, de vraag over
wogen werd of personen van Luthersche
belijdenis tot haar mochten toetreden.
Verder
Maar als liberalen in de Kamer komen
met de Ckristelijk-Historische Hulp, zal
die hulp dan voor niets worden aange
rekend Zal het dan niet aanstond heeten
Denkst dudiese Krone sci dir geschenkt.
Men kruipt in vrees en beven op
elkander.
En verder Als men thans de banier
der bcgiuselen verlaat om slechts bedacht
te zijn op persoonlijk lijfsbehoud en zich
begeeft in het compromettoercnd gezel
schap van heel- en half individualisten
en christelijk-historischcn dan liggen de
beginselen in het. slijk cn onder libe
ralen naam zullen zij daaruit niet
meer verrijzen.»
Zie die woorden van eenen cobfjater
bieden wij cerbiediglijk ter overweging
aan den lierdichter die over liberalism
en geuzendom in Dendergalm schrijft.
Baron de HauHeville die ter gele
genheid van het Drukpers-Congres te
Stockholm eene reis in Denemarken
deed, stelt vast dat hij zich met zijn
a Vlaamsch kon doen verstaan. De keer
a Clarchie, werd tnet zijn Fransch enkel
door geletterden begrepen, a
Daaruit blijkt hoe nuttig het Vlaamsch
is en hoe dwaas sommige Vlaamsche
familiën doeu, die hunne kinderen iu het
Fransch opvoeden cn hun alle gelegen
heid om Vlaamsch te leeren ontnemen.
riep de menigte, in bewondering over de
geestrijke vonden van Matthye Bloo.
En als wij nu dit alles zullen hebben,
wat valt ons dan te doen vroeg een oude
wambuismaker, die in dit alles niet veel trouw
scheen te hebben.
Zachtjes, hernam Bloc, en zonder ge
rucht,. morgen avond, met den geëerden l'a-
troon, do hoofdstad binnen treden eu niet
nalaten, als ware Zotten ï-ond zijne heilige
beenderkas te dansen en te spriugeu.
Maar, waagden er eenige stommen
bij te voegen.
Betrouwt ge u op ons ja of neen,
viel de tribuin stampvoetend uit.
Ja Ja wij volgen u overal, was
het eenstemmig antwoord der gilden.
Morgen, ging Bloc voort, morgen
hebben bet de gerechtsbedienden van onzen
geachten Hertog niet weinig druk. Ze zullen
van ons hooren, vrienden 117; gaan huu iets
voordüschen, del geenzins ron hunnen smaak zal
wezen, en duur zal staan, aan wie er eens heeft
van geproefd. Doch tot morgen avond, geen
woord gerept van wat hier ook gebeuren mag.
Opgeknoopt die ons zou durven leveren Eu
nu, kinderen, op uwe knieën, bidt onzen hei
ligen Patroon, en dat dit heilzame water
zijner fontein u besproeije, u versterke
onze stoute onderneming zegene
Bemestingsproeven van Weiden na het
tnoogsien ran het hooi, bij middel van
scheikundige mesten.
B Proeven in leem- zandachtegcn
grondarm in organieke stoffen.
Op eene weide van 5 hectaren, wel
gemoelcerd, overal van dezelfde samen
stelling eu van eene gelijkmatige op
brengst op gansch bare oppervlakte, zijn
7 perceeh n van 40 aren ieder, genomen
geworden. De proeven badden ten doei
dc werking vast te stellen van zekere
scheikundige mesten en zijn gedurende
drie opvolgende jaren hernieuwd gewor
den (1894 1895 18961. Het zelfde
perceel heeft ieder jaar dezelfde mest-
stoffeu gekregen en deze zijn immer aan
gewend geworden oumiddclijk na het
wegnemen van het hooi.
Wij geven hieronder berekend per hect
are de hoeveelheid mest gebruikt en de
opbrengst op ieder perceel.
Peeceel I. Dit perceel heeft geenen
mest ontvangen en dit om dc vermeerde
ring van opbrengst te kunnen vaststellen
verschuldigd aan het gebruik der ver
schillende meststoffen.
Opbrengst in nagras 1436 kg
b) in hooi 2724 kg.
Gemiddelde tvaarde der opbrengst
frs. 196,52 per jaar.
Perceel II. Gébruikte mesten
a) 400 kg. superpkospbaat inhoudende
14 phosphoorzuur b) 600 kg. kaïoict;
c200 kg. soda-nitraat waarvan '/t in de
Lertte op het oogenblik vau het opnieuw
uitschieten der weiden.
Bekomen op- a b
brengsteuiu nagras, in hooi.
Jaar 1894 2116 kg.
1895 2507 kg. 3984 kg.
1896 2493 kg. 4067 kg.
1897 4277 kg.
Zij gemiddeld 2473 kg. nagras en 4109
kg. hooi per,jaar.
Gemiddelde waarde der opbrengst
Ir. 320,73 bemestiugskosten fr. 95,00;
dus eeue zuivere winst vau 29,21 fr. per
jaar.
Peeceel III. Gébruikte mesten
a) 400 kg. superphosphaat, inhoudende
14 °/0 phosphoorzuur b) 200 kg. soda-
nitraat waarvan Va in de Leute.
Opbrengst. u) in nagras 2106 kg.
b) in hooi 4014 kg.
Gemiddelde waarde der opbrengst
fr. 313,02 bemestiugskosten fr. 65,00
dus eene zuivere gemiddelde winst vau
fr. 51,50 per jaar.
Perceel IV. Gébruikte mesten a
400 kg. metaalslakken inhoudende 16 °/0
phosphoorzuur cn van 75 fijnheid b)
600 kg. kaïniet c) 200 kg. soda-nitraat
waarvan in de Lente.
Bekomen op- a b
brengsten in nagras in hooi.
Jaar 1894 2293 kg.
1895 2489 kg. 3891 kg.
1896 2590 kg. 4184 kg.
1897 4301 kg.
vau waar gemiddeld jaarlijks 2475 kg.
nagras eq 4125 kg. hooi.
Bij die woorden van dolle geestdrift en
dweeperij, ontdeed hij zich van zijne lederen
kaproou, putte er mede in liet hoogvereerde
water en wierp baar ledig voor de geknielde
en diepzwijgende menigte.
Vervolgeus richtten allen zich hoop- en
krachtvol op, gingen nitecn om een vrijen
doortocht, te laten aan de liedevaartgangers
der naburige dorpen, die reeds te Hautem
waren aangekomen, en nu van alle kanten
zich naar den wonderdadigen S' Lievensput
begaven.
IV. DE BLIJDE INKOMST.
De Zondag, 2!l juni des jaars 1467, zou
voor de goede stad Gent een dag wezen
woeling en nitgelatene volksvreugd. Van zes
uren 's morgends had het zwaar gelni der
groote klok het feest der inhuldiging afge
kondigd. Het bestaan dier klok, een kostbaar
pronkstuk van 't aloude Gent, dagteekendc
van 1317 iu dion jare werd zij gegoten, en
gedoopt met den hoogbefaamden naam
Roeland, als baddc men aldus eenen dapperen
krijgsmakker van Karel-den-Groote willen
vereeren, wiens jachthoren even als haar me
taal, tot zeven mijlen ver in het ronde mocht
klinken.
De lucht, glanzend van de stralen des
Gemiddelde waarde der opbrengst
fr. 321,31 bemestiugskosten fr. 90;
ilus oone zuivere gemiddelde winst van
fr. 34,79 per jaar.
Perceel V. Gébruikte mesten a)
400 kg. metaalslakken, inhoudende 16 °,'0
phosphoorzuur en van 75 °/0 fijnheid b)
200 kg. soda-nitraat, waarvan l/* iQ dc
Lonto.
Gemiddelde jaarlijksche opbrengst.
a) in nagras 2413 kg. iii hooi 1073.
Gemiddelde waarde der opbrengst
frs. 316,77 bomestingskosten frs. 60;
zuivere gemiddelde winst frs. 60,25
per jaar.
Perceel VI. Gebruikte mesten a)
000 kg. kaïdiet b) 200 kg. soda-nitraat
waarvan l/« iu de Lente.
Gemiddelde jaarlijksche opbrengst.
a in nagras 1980 kg. b) in hooi 3590
kg.
Gemiddelde waarde der opbrengst
fr. 274,80 bemestingskosteu fr. 72
zuivere gemiddelde wiust frs. 6,28 jjper
jaar.
Perceel VII. Gébruikt mest 200
kg. soda-nitraat waarvan lU in de Lente.
Bekomen op- a b
brengstenin nagras in hooi.
Jaar 1894 2103 kg.
1895 1917 kg. 3558 kg.
1896 1835 kg. 3671 kg.
1897 3491 kg.
dus eene gemiddelde jaarlijksche op
brengst vau 1952 kg. nagras eu 3573 kg.
hooi.
Gemiddelde waarde der opbrengst
frs. 272,94 bemestingskosteu fr. 42
zuivere gemiddelde wiustfr. 34,42 per
jaar.
BESLUIT. a) kaïniet heeft slechts
ccne ongevoelige vermeerdering van op-
brengst teweeg gebracht, (perceeleu II cn
III, IV en V). Zijn gebruik schijnt niet
winstgevend in leem- zandigen grond, ten
minste voor de eerste jaren van sterke
bemesting.
b) Soda-nitraat alleen gebruikt is wei
nig winstgevend geweest hij put den
grond uit iu phosphoorzuur, ia potasch,
enz. en zijne vruchtbaarmakendo kracht,-
vermindert van jaar tot jaar (perceel VII).
Daarenboven,uitsluitelijk vau alle audere
mesten aangewend, doet bij de poulge-
wasseu iu de weide verdwijnen.
c) Soda-nitraat gebruikt met super
phosphaat of metaalslakken heeft eene
aanzienlijke vermeerdering van opbrengst
verzekerd, alsmede dc hoogste zuivere
winst (perceelen HI en V).
Er dient opgemerkt te worden dat de
vruchtbaarmakeude kracht der metaal
slakken eenigzins zwakker geweest is het
eerste jaar, dan die van het superphos
phaat, maar dat van af het tweedejaar
van het gebruik der mctaalslakken,
hunue werking met die vau het super
phosphaat gelijk staat, zooniet deze over
treft (perceeleu II en IV).
L. Van Den Berck,
Landbouw- ingenieur
Iu een voorgaand artikel gaven wij de
uitslagen bekomen op zandgrond arm iu
organieke stoffen.
schoonen zomerdags, weergalmde blij van
't. harmonisch beijaardspelen, on het statig
luiden aller klokken, waaronder Roeland ge
durig zijn breed dommelend brommen deed
uitkomen, als badden zich naar die groote
metalen stem al de mindere moeten regelen.
Er lag over gansch de stad zoo iets feestelijks,
wat van hot innig genoegen der inwoners ge
waagde, iots wat op alier golaat de uitdruk
king had geprent van eene losse en jubelende
blijdschap, ofschoon het zicht, 't wolk zekere
groote Btrateu oplbverden, eenigerwijze. de
algemeene volksvreugd scheen tegen te spre
ken. Eu niet zonder reden droeg het uiterlijke
der hoofdstad en wel op ettelijke plaatsen,
kenteekeuen van rouw, welke niet weiuig
uitkwamen bij de vreugdige toebereidsels van
het feestwant, baasten wij ons het te zeg
gen, om de smart te eerbiedigen, waarmede
hertog Karei den dood betreurde van zijnen
onlangs gestorven vader, hadden de Gente
naren de voorgevels hnuner woningen, en de
straten langs welke de stoet voorbij zou trek
ken, zoo omhangen met allerlei rouwbekleod-
sels, dat men in zekere wijken gedacht zou
hebben dat Ylaanderens hoofdstad zich had
uitgedoscht, niet om zijnen Vorst, maar om
eenen plechtigen lijkstoet te ontvangen.
(WORDT VOORTGEZET).