Zondag 8 Augusti 1807. 5 centiemen per nummer. 52sle Jaar 3182 Landbouw. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. EIGENDOM LIBERALISM. St-Lievens-Zotten w Aan gang" DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. i-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwilanliën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Land. Cuique suum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen cp 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. lleeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den uijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 7 Augusti 1897. EN ff. De woorden, die wij in ons vorig artikel aangehaald hebben, bezitten eene dub bele waarde ten eersten, eene innerlijke, 'tis eene goede bewijsvoering; ten tweede, omdat zij door eenen vijand zijn uitge sproken. Een socialist bewijst dat een vrijden ker consequent met zijn eigen, noodlotli- ger wijze collectivist worden moet. Wij geven bier nog eene tweede aan haling, eveneens getrokken uit het ver dien strijk werkje van F. R. Een wan delingsken li bl. 78. Pierre Lerou schrijft Daar er op deze aarde niets meer is als stoffelijke n zaken, als stoffelijke goederen, goud- n en mosthoopen, geef mij mijn aaudeel in dit goud, in dien mesthoop, heeft n alle bezield en levend wezen het recht te zeggen it Uw aandeel is u gegeven, ant- woordt het spook der tegenwoordige samenleving. a Dit aandeel is onrechtveerdig, do vcrdeeling is slecht gedaan, zegt de a man op zijno beurt. a Maar gij waart er eertijds wel a meê te vreden 1 a Eertijds was er een God in den he- a mèl, een paradijs te winnen, eene hel n te vreezen. Er was op aarde eene maat- a schappij, en ik had er mijn aandeel a van want, was ik onderdaan, ik had a de rechten van den ouderdaan, het a recht te gehoorzamen zonder mij te on- a teeren. Mijn meester be veelde mij niet a zonder recht, in name van zijne ik- en a hebzucht. Zijne macht kwam van God, a die de ongelijkheid op deze aarde toe- laat. Wij hadden dezelfde zedeleer, a denzelfden godsdienst, de zelfste hoop, n In naam dier zedeleer, in naam van a dien godsdienst was dienen mijn aan- a deel, bevelen was het zijne. a Maar dienen was aan God geboorza- a men, en mijnen beschermer met mijne a genegenheid op deze aarde vergelden, n Ten anderen, was ik zijn onderhoorige n in de wereldlijke maatschappij, ik was a zijn gezel in de geestelijke, die men de n Kerk noemt. Eu deze Kerk was maar a het voorhof en het beeld der ware Kerk, n der hemcdsche. Ik verdroeg om ver- n diensten in te zamelen, ik leed om het a eeuwige geluk te bekomen a Ik had het gebed, ik had de H. Sa- a cramenten, het leedwezen en de vcr- n giffenis van mijnen God. Dit alles heb 8 ik verloren want gij hebt mij geleerd a dater geen paradijs te hoopen is, gcene n Kerk meer bestond. Ik weet zelfs niet a of er een God is. Dus wil ik mijn aan- a deel op dc wereld. a Gij hebt alles tot goud en mest ge- a maaktvan beiden wil ik mijn deel. a Gij hebt mij het paradijs in den hc- a mei ontnomen, ik wil het op deze a aarde.... 1 (1 46 7.) 7d8 VERVOLG. En nn, hoort verder Men heeft niet gewild dat de bedevaart zou plaats grijpen, tijdens het inhuldigen van den geduchten Karei men heeft gevreesd dat het volk, dat zich zoo gemakkelijk niet laat hoonen, dan wel al die hooggetitelde grootmeesters in laf heid laten doen men heeft gevreesd dat het volk, zeg ik, bij scharen, den Vorst zijne klachten ging overhandigen men heeft ge raadzaam gedacht het kleine volk met zijno relikwieka8 de stad uit te zenden, om de hoog- getitelden, zeg ik, en de bloodaards in volle vrijheid den Hertog te laten huldigen met voor zijne voeten te kruipen. Uit dien hoofde moest de bedevaart des zaterdags, de stad ruimen, om er niet dan des maandags met zonnenondergang in terug te treden. Doch bij alle Heiligen, vrienden zij weten niet met wie zij hier te doen hebben De hertog en des Hertogen hof zullen hier eens aardig naar onze pijpen dansen. Onze geëerde Mi ter weet van niets onze netten zijn uil De schrijver, de heer F. R,, voegt daarbij Dat is logiek. Inderdaad, als er geen ander leven bestaat, die de on- gelijkheden van het tegenwoordige ver- goedt, waarom ben ik meer tot werken gedwongen dan mijnen rijken gebuur, die zijne dagen in braspartijen, en in slemperijen doorbrengt Waarom mag hij in overvloed leven en moot ik door ellende en gebrek'vergaan? Is de arbeid voor hem dan geene wet der natuur Ilij is machtig Maar is de macht dan het recht en zal ik ook recht hebben wanneer ik eens machtig ben (1) Geene menschelijke wetten hebben het recht mij een juk op de schouders - te leggen. Mijne rechten zijn die van den evenmensch en ik, ik beu zijns gelijke. De grootste redekundige van gausch de wereld kan daar geen iota afdoen. Het loochenen van een ander leven maakt de invoering van socialism de noodweudigste noodzakelijkheid. Geen uitkomen is er aan. Wij maken van die woorden de onze en hebben ze nogmaals herhaald, omdat het ons scheen alsof Dendergalm nu toch eens ernstig ging redetwisten. Laat ons nu eens de beweringen van Dendergalm van nabij beschouwen en nemen wij zijne bevestigingen de eene na de andere Maar het geloof aan de Godheid is het monopool niet der klerikaien, we bedoelen degenen, die katholiek zijn in politiek. We zijn overtuigd, dat er on- der de liberalen zoovele personen aan de Godheid gelooven als onder do ka- tholieken. Volgens Denderbode zijn deze libc- ralen dus zoo wel conservaleurs als de katholieken zelf, vermits volgens Den- derbode het denkbeeld van God en eigendom nauw verbonden is. Maar, dat is niet alles, wij houden staan, dat de ergste Godloochenaar een mensch die het bestaan eeuer Godheid ontkent toch vasthoudist en partijgan- ger van het eigendomsrecht kan zijn. Stappen wij over de bewering dat een liberaal in politiek nog goede kristen kan zijn. Wij kunnen het maar niet begrijpen hoe het mogelijk is van 's morgends tot 's avonds, het gansche jaar door, dc pries ters te verachten, met de ceremoniën en dogmas van den Godsdienst te spotten en dan toch nog goede katholieke te kunnen blijven. Wij laten die tegenstrijdigheid aan de heeren liefhebbers en genoegen ons er medelijden meê te hebben. Een erge godloochenaar kan nog eene goede vasthoudist zijn, zegt Dendergalm. Oos zou het verwonderen ware hij het niet. Het ideaal van dien mensch beperkt zich hij liet tegenwoordige leven en hier koopt men boter met het geld. Wij moeten nochtans dit bemerken dat de volbloedige Atheist, is hij consequent met zijn eigen, toch moet zeggen dat an deren zooveel recht hebben dan hij. Is hij vasthoudist dan is hot omdat hij de (1) Lees Louis Veuillot Dialogues socia- hstes, La Légalité. n bl. 291-310. spannen nog eerlang bevindt hij zich met ons te Geuten dan is onzo poets gespeeld, en hij gevangen Voor 't gelukken onzes op- zets blijf ik borg, daar wij machtig in getal en rijk aan moed en kracht zijn. Niet waar, makkers, wanneer 't er op handeion aan komt, zult gij immers niet wijken Neen neen riepen allen. Slechts jammer dat wij aan 't lijf noch maliekleed, noch spies, noch degen hebben hangen, merkte een der omstanders aan, sedert het sluiten van het vredetraktaat van Gavere, mag men wel bedevaarten honden doch nimmer wapens dragen. Wapens draagt ge als gij wilt hebt gij er geene, zoo kan men er u beschikken, jon gens ziet maar, ziet. Terwijl Bloc deze woorden zegevierend uitte en hij den vinger richtte naar eene groote houten kist, welke aan den voet van huu vreemd spreekgestoelte stond, was Bru- neel toegesneld om ze te openen. Nn eene pooze zag het volk verwonderd op eenen rij ken schat van daggen, degens, zwaarden, dolken en ander soortgelijk krijgstuig het alles, oud en verroest, of met der haast ruw ait de band gesmeed. Bloc ging voort Een gansch arsenaal wapens voor iedereen. Nochtans kwame er hier en daar i) uiterste besluitselen uit zijne princiepen niet trekt. Waarom doet hij dat niet Omdat die besluitselen hem niet gunstig zijn omdat zij storm loopen tegen zijne belangen en die belangen den grootsten invloed op zijn gemoed, op zijne redeneering maken. Wij wedden 10 tegen 1 dat indien die atheist, werkman is en niets anders bezit dan zijne tien vingeren, het een overtuig de aan klever van 't socialism zijn zal, die fel tegen de rijken zal douderen. Daar is de reden te vinden waarom het werkvolk, dat zijn geloof heeft verloren, socialist is geworden. Het is een onloo chenbare daadzaak dat het liberalism weinig of geen aanhangers telt onder do arbeidende massa en deze ofwel katholiek of wel socialist is. De massa zegde c-en comunard Felix Pyatis een vreeselijke redeneerkundige, die nooit nalaat te besluiten. Een mensch kan onconsequent met zich zijn, en 't volk is het niet, dit trekt met enne uiterste strenge logiek de laatste gevolgtrekkin gen uit de princiepen die men het inge blazen heeft. De schrijver van Dendergalm moest dus iu die vraag zijneu persoon niet men gen. Zijn bewijsvoering komt hierop uit Wij nemen goen God aan, on toch daarom zijn wij geone socialisten Daar op is geautwoord. Wij zullen die zaak iu een volgend art. nog onderzoekon en de broosheid aantoo- nen der grondvesten, waarop Dendergalm het eigendomsrecht wil doen rusten, na God uit deze wereld te hebben wcggecij- ferd. Dendergalm heeft weer een lierdicht aangeheven ter eere der onsterfelijke liberale partij. Moest men die klepper gelooven Galilóe zou over honderde jaren or reeds van gezegd hebben E pur si muove, en toch leeft zij In België is zij misschien aan 't ver kwijnen maar zie Nederland I Het glorie rijke Nederland de liberalen zijn er aan 't roer Het is waar de geuzen vereenigd met de socialisten en kristelijk-historischen heb ben ecuige stemmen meerderheid, maar men kan ze Op de vingers tellen. Van de middelen, waardoor dc Hol- landsche gcuzerij die meerderheid in de balloteering heeft bekomen, zie dat weet Dendergalm niet of daar zal hij toch niet van gewagen. Alle middelen waren voor de liberalen goed en door de onnoembaarste leugens hebben zij de protestanten tegen dc ka tholieken opgehitst. Zoo hebbeu zij affichen doen drukken waar priesters cn paters rond de brand stapels der inquisitie stonden to dansen. En daaronder kon men lezeu dat die tijd weêr komen zou zoo do Roomscheu zegepraalden. Dat is oen uit den hoop. Wij kunnen maar niet begrijpen hoe in een land waar de martelaars van Gor- kum te huis hooren zulke onnoemlijke middels vruchten kunnen dragen. ettelijke dagge of spies te kort- om u allen uit te rusten, jongens, wel begeeft n dan nog heden ter Hantemsjaarmarkt. Daar liggen op de kramen goede welgeslepene, sterke mes sen die zijn voor n. Gij hoeft ze slechts to vragen en den kramer het woord wku.kkom in 't oor to zeggen. Wat de malierokken aan gaat, vrienden, men heeft er u de dracht van ontzegd en wellicht, om slag- cn eteekvrij tegen des Hertogen wapenknechten stand te honden, zouden zij u van natte kunnen zijn. Er valt dus oen ander middel uitgedacht ie worden. Hoort wat u te doen staat. Bij de meeste kramers liggen er tnsschen speel- on poppengoed ettelijke looden lattekens. Wel, begeeft u maar ter jaarmarkt, fluistert de kramers het afgesproken woorden iu 't oor eu steelt maar stout die looden weg. Dan, ver bergt u ergens met uwen buit en naait om zichtig uwe latjes langs binnen in de jassen. IIa ijzeren malierokken mag men niet dra gen, doch de dracht van kleedercu met lood gevoederd word niet verboden. Wanneer men u ontmoeten zal, dan zal men lachen, schreeu wen Maar ziet eens aan hoe aardig die Sl Liovenszotten zicb toch nitdosschen. Wel, vrienden, laat ben lachen, lacht ook, en tracht voornamelijk dat er niets van ons opzet aan den dag kome. Goed goed zoo gezeid, zoo gedaan, Iu dien strijd hebben de geuzeu ook huu vaandel besmeurd. Ziehier wat het liberale Utrechts- Dagblad heeft geschreven einde Juni 1897. (Zie Het Centrum van 25 Juni II.) Liberalen van Nederland De slag is verloren. De liberale legermacht is uiteengeslagen en verspreid. Op eene meerderheid valt feitelijk niet meer te hopen. O, natuurlijk is het, dat, onder den eersten verpletterenden indruk der ver liezen, men te hoop loopt cn nog eens op het slagveld de leus verzamelen weer klinkt. Doch zijt gij wel vau de strekking dier leus bewust geworden Gij hoort den schaterlach der tegen partij want zij zien hoe, op het draven naar liet signa il, ge ter aarde wegwerpt het kostbaarste wat ge bezit de banier die ge tot nog toe ook in de nederlaag hoog boven uw hoofd deed zwaaien vlek keloosen rein. Zult gij die banier laten bezoedelen door het stof lateu vertreden onder den voet, laten verscheuren aan flarden ter wille van eigen lijfsbehoud Helaas dat gevaar dreigt in den angst en opwinding van het oogenblik. Men strekt de hand uit om hulp naar de kristelijk-historischen, eene erkend kerkelijke partij, die gegrond is op uitsluiting van anders denkbeelden op godsdienstig gebied zoo zeer bij voorbeeld dat ia ceu der nummers van haar blad, ernstig en in den breede, de vraag over wogen werd of personen van Luthersche belijdenis tot haar mochten toetreden. Verder Maar als liberalen in de Kamer komen met de Ckristelijk-Historische Hulp, zal die hulp dan voor niets worden aange rekend Zal het dan niet aanstond heeten Denkst dudiese Krone sci dir geschenkt. Men kruipt in vrees en beven op elkander. En verder Als men thans de banier der bcgiuselen verlaat om slechts bedacht te zijn op persoonlijk lijfsbehoud en zich begeeft in het compromettoercnd gezel schap van heel- en half individualisten en christelijk-historischcn dan liggen de beginselen in het. slijk cn onder libe ralen naam zullen zij daaruit niet meer verrijzen.» Zie die woorden van eenen cobfjater bieden wij cerbiediglijk ter overweging aan den lierdichter die over liberalism en geuzendom in Dendergalm schrijft. Baron de HauHeville die ter gele genheid van het Drukpers-Congres te Stockholm eene reis in Denemarken deed, stelt vast dat hij zich met zijn a Vlaamsch kon doen verstaan. De keer a Clarchie, werd tnet zijn Fransch enkel door geletterden begrepen, a Daaruit blijkt hoe nuttig het Vlaamsch is en hoe dwaas sommige Vlaamsche familiën doeu, die hunne kinderen iu het Fransch opvoeden cn hun alle gelegen heid om Vlaamsch te leeren ontnemen. riep de menigte, in bewondering over de geestrijke vonden van Matthye Bloo. En als wij nu dit alles zullen hebben, wat valt ons dan te doen vroeg een oude wambuismaker, die in dit alles niet veel trouw scheen te hebben. Zachtjes, hernam Bloc, en zonder ge rucht,. morgen avond, met den geëerden l'a- troon, do hoofdstad binnen treden eu niet nalaten, als ware Zotten ï-ond zijne heilige beenderkas te dansen en te spriugeu. Maar, waagden er eenige stommen bij te voegen. Betrouwt ge u op ons ja of neen, viel de tribuin stampvoetend uit. Ja Ja wij volgen u overal, was het eenstemmig antwoord der gilden. Morgen, ging Bloc voort, morgen hebben bet de gerechtsbedienden van onzen geachten Hertog niet weinig druk. Ze zullen van ons hooren, vrienden 117; gaan huu iets voordüschen, del geenzins ron hunnen smaak zal wezen, en duur zal staan, aan wie er eens heeft van geproefd. Doch tot morgen avond, geen woord gerept van wat hier ook gebeuren mag. Opgeknoopt die ons zou durven leveren Eu nu, kinderen, op uwe knieën, bidt onzen hei ligen Patroon, en dat dit heilzame water zijner fontein u besproeije, u versterke onze stoute onderneming zegene Bemestingsproeven van Weiden na het tnoogsien ran het hooi, bij middel van scheikundige mesten. B Proeven in leem- zandachtegcn grondarm in organieke stoffen. Op eene weide van 5 hectaren, wel gemoelcerd, overal van dezelfde samen stelling eu van eene gelijkmatige op brengst op gansch bare oppervlakte, zijn 7 perceeh n van 40 aren ieder, genomen geworden. De proeven badden ten doei dc werking vast te stellen van zekere scheikundige mesten en zijn gedurende drie opvolgende jaren hernieuwd gewor den (1894 1895 18961. Het zelfde perceel heeft ieder jaar dezelfde mest- stoffeu gekregen en deze zijn immer aan gewend geworden oumiddclijk na het wegnemen van het hooi. Wij geven hieronder berekend per hect are de hoeveelheid mest gebruikt en de opbrengst op ieder perceel. Peeceel I. Dit perceel heeft geenen mest ontvangen en dit om dc vermeerde ring van opbrengst te kunnen vaststellen verschuldigd aan het gebruik der ver schillende meststoffen. Opbrengst in nagras 1436 kg b) in hooi 2724 kg. Gemiddelde tvaarde der opbrengst frs. 196,52 per jaar. Perceel II. Gébruikte mesten a) 400 kg. superpkospbaat inhoudende 14 phosphoorzuur b) 600 kg. kaïoict; c200 kg. soda-nitraat waarvan '/t in de Lertte op het oogenblik vau het opnieuw uitschieten der weiden. Bekomen op- a b brengsteuiu nagras, in hooi. Jaar 1894 2116 kg. 1895 2507 kg. 3984 kg. 1896 2493 kg. 4067 kg. 1897 4277 kg. Zij gemiddeld 2473 kg. nagras en 4109 kg. hooi per,jaar. Gemiddelde waarde der opbrengst Ir. 320,73 bemestiugskosten fr. 95,00; dus eeue zuivere winst vau 29,21 fr. per jaar. Peeceel III. Gébruikte mesten a) 400 kg. superphosphaat, inhoudende 14 °/0 phosphoorzuur b) 200 kg. soda- nitraat waarvan Va in de Leute. Opbrengst. u) in nagras 2106 kg. b) in hooi 4014 kg. Gemiddelde waarde der opbrengst fr. 313,02 bemestiugskosten fr. 65,00 dus eene zuivere gemiddelde winst vau fr. 51,50 per jaar. Perceel IV. Gébruikte mesten a 400 kg. metaalslakken inhoudende 16 °/0 phosphoorzuur cn van 75 fijnheid b) 600 kg. kaïniet c) 200 kg. soda-nitraat waarvan in de Lente. Bekomen op- a b brengsten in nagras in hooi. Jaar 1894 2293 kg. 1895 2489 kg. 3891 kg. 1896 2590 kg. 4184 kg. 1897 4301 kg. vau waar gemiddeld jaarlijks 2475 kg. nagras eq 4125 kg. hooi. Bij die woorden van dolle geestdrift en dweeperij, ontdeed hij zich van zijne lederen kaproou, putte er mede in liet hoogvereerde water en wierp baar ledig voor de geknielde en diepzwijgende menigte. Vervolgeus richtten allen zich hoop- en krachtvol op, gingen nitecn om een vrijen doortocht, te laten aan de liedevaartgangers der naburige dorpen, die reeds te Hautem waren aangekomen, en nu van alle kanten zich naar den wonderdadigen S' Lievensput begaven. IV. DE BLIJDE INKOMST. De Zondag, 2!l juni des jaars 1467, zou voor de goede stad Gent een dag wezen woeling en nitgelatene volksvreugd. Van zes uren 's morgends had het zwaar gelni der groote klok het feest der inhuldiging afge kondigd. Het bestaan dier klok, een kostbaar pronkstuk van 't aloude Gent, dagteekendc van 1317 iu dion jare werd zij gegoten, en gedoopt met den hoogbefaamden naam Roeland, als baddc men aldus eenen dapperen krijgsmakker van Karel-den-Groote willen vereeren, wiens jachthoren even als haar me taal, tot zeven mijlen ver in het ronde mocht klinken. De lucht, glanzend van de stralen des Gemiddelde waarde der opbrengst fr. 321,31 bemestiugskosten fr. 90; ilus oone zuivere gemiddelde winst van fr. 34,79 per jaar. Perceel V. Gébruikte mesten a) 400 kg. metaalslakken, inhoudende 16 °,'0 phosphoorzuur en van 75 °/0 fijnheid b) 200 kg. soda-nitraat, waarvan l/* iQ dc Lonto. Gemiddelde jaarlijksche opbrengst. a) in nagras 2413 kg. iii hooi 1073. Gemiddelde waarde der opbrengst frs. 316,77 bomestingskosten frs. 60; zuivere gemiddelde winst frs. 60,25 per jaar. Perceel VI. Gebruikte mesten a) 000 kg. kaïdiet b) 200 kg. soda-nitraat waarvan l/« iu de Lente. Gemiddelde jaarlijksche opbrengst. a in nagras 1980 kg. b) in hooi 3590 kg. Gemiddelde waarde der opbrengst fr. 274,80 bemestingskosteu fr. 72 zuivere gemiddelde wiust frs. 6,28 jjper jaar. Perceel VII. Gébruikt mest 200 kg. soda-nitraat waarvan lU in de Lente. Bekomen op- a b brengstenin nagras in hooi. Jaar 1894 2103 kg. 1895 1917 kg. 3558 kg. 1896 1835 kg. 3671 kg. 1897 3491 kg. dus eene gemiddelde jaarlijksche op brengst vau 1952 kg. nagras eu 3573 kg. hooi. Gemiddelde waarde der opbrengst frs. 272,94 bemestingskosteu fr. 42 zuivere gemiddelde wiustfr. 34,42 per jaar. BESLUIT. a) kaïniet heeft slechts ccne ongevoelige vermeerdering van op- brengst teweeg gebracht, (perceeleu II cn III, IV en V). Zijn gebruik schijnt niet winstgevend in leem- zandigen grond, ten minste voor de eerste jaren van sterke bemesting. b) Soda-nitraat alleen gebruikt is wei nig winstgevend geweest hij put den grond uit iu phosphoorzuur, ia potasch, enz. en zijne vruchtbaarmakendo kracht,- vermindert van jaar tot jaar (perceel VII). Daarenboven,uitsluitelijk vau alle audere mesten aangewend, doet bij de poulge- wasseu iu de weide verdwijnen. c) Soda-nitraat gebruikt met super phosphaat of metaalslakken heeft eene aanzienlijke vermeerdering van opbrengst verzekerd, alsmede dc hoogste zuivere winst (perceelen HI en V). Er dient opgemerkt te worden dat de vruchtbaarmakeude kracht der metaal slakken eenigzins zwakker geweest is het eerste jaar, dan die van het superphos phaat, maar dat van af het tweedejaar van het gebruik der mctaalslakken, hunue werking met die vau het super phosphaat gelijk staat, zooniet deze over treft (perceeleu II en IV). L. Van Den Berck, Landbouw- ingenieur Iu een voorgaand artikel gaven wij de uitslagen bekomen op zandgrond arm iu organieke stoffen. schoonen zomerdags, weergalmde blij van 't. harmonisch beijaardspelen, on het statig luiden aller klokken, waaronder Roeland ge durig zijn breed dommelend brommen deed uitkomen, als badden zich naar die groote metalen stem al de mindere moeten regelen. Er lag over gansch de stad zoo iets feestelijks, wat van hot innig genoegen der inwoners ge waagde, iots wat op alier golaat de uitdruk king had geprent van eene losse en jubelende blijdschap, ofschoon het zicht, 't wolk zekere groote Btrateu oplbverden, eenigerwijze. de algemeene volksvreugd scheen tegen te spre ken. Eu niet zonder reden droeg het uiterlijke der hoofdstad en wel op ettelijke plaatsen, kenteekeuen van rouw, welke niet weiuig uitkwamen bij de vreugdige toebereidsels van het feestwant, baasten wij ons het te zeg gen, om de smart te eerbiedigen, waarmede hertog Karei den dood betreurde van zijnen onlangs gestorven vader, hadden de Gente naren de voorgevels hnuner woningen, en de straten langs welke de stoet voorbij zou trek ken, zoo omhangen met allerlei rouwbekleod- sels, dat men in zekere wijken gedacht zou hebben dat Ylaanderens hoofdstad zich had uitgedoscht, niet om zijnen Vorst, maar om eenen plechtigen lijkstoet te ontvangen. (WORDT VOORTGEZET).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1897 | | pagina 1