Donderdag 19 Augusli 1897. S eentiemenper nummer. S29te Jaar 5185. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst. Misdadige kinderen. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Graanoogst in 1897. Opslag van hel brood. HET BIER. DE DENDERBODK Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder lagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week oor de Stad 3 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes aaanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving lindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont- angen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, in in alle Postkantoren des Land. Cuique luum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen cp 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 18 Augusti 1897. Het altyd aangroeiend getal der mis daden door kinderen bedreven,wekt meer en meer de aandacht van dezen welke met de toekomst onzer samenleving zijn tiezorgd. Er zijn geene kinders meer, hoort r lagelijks zeggen, en men vraagt zich dan ifNaar welke afgronden gaan wij henen Wen indien de kinders langs om meer iet pad der misdaad volgen Welk geneesmiddel om de kwaal te lestrijden Volgens onze tegenstrevers is het ge- leesmiddel alleen te vinden in het onder wijs, maar in het verplicht wereldlijk onderwijs.... Verspreidt dat onderwijs, roepen zij, en de menschen zullen verstandiger, rede lijker en rechtveerdiger worden, en 't gc- Tolg zal zijn, dat er meer vrede, meer broederlijkheid, meer welstand op aarde tullen heerschen. Van opvoeding gewagen de liberalen tiet en nogthans onderwijs zonder opvoe ding brengt meestal slechte vruchten löort, want het hart wordt niet gevormd. Maar levert het geneesmiddel door de liberalen aanbevolen dan toch zulke goede michten op Wij antwoorden neen en die neen tordt gestaafd en bevestigd door de ondervinding. En inderdaad, waar sedert deze laatste tijden het onzijdige onderwijs werd inge richt, bestatigt men dat het de bitterste Trachten voortbrengt. Men werpe de oogen op Frankrijk en Italië. 't Zijn de katholieken alleen niet welke de aandacht inroepen op de nood- ottige uitslagen door het onzijdige of ongodsdienstig onderwijs opgeleverd, tal rijke liberalen, ja, zelfs godverlooche naars zijn het met hen eens. Het zijn liberalen wolke den moed banner overtuiging hebben, mannen die waarheidsliefde en rechtschapenheid ge noeg bezitten om hunne denkwijze open baarlijk te uiten, in andere woorden, om luidop te verklaren dat het onzijdig onder wys als verderfelijk en noodlottig dient »an de hand gewezen te worden. Men ga die mannen toch niet zoeken onder de opstellers van Lendergalm en andere geusche boterpapieren, want het lijn fanatieke sectarissen, officieele ichoolpedanten en advocaatjes, te uweep- mektig om de waarheid te kunnen hul digen, zelfs als ze helder als de zon door- straalt. HET wonderlijke avonturen van eenen Zeeman 59e vervolg. Och, hij heeft veel van zich zelf te ver tellen. Hij heeft meer van de wereld gezien dan wijmeer zelfs dan ik. Hij is wel wat ruw in zijn mondf-.oegde hij er bij. WUt gij geen ruwe taal op uw eiland gedoogen Neen. Wij zijn er allen voor, ons van rloeken te onthouden. Mijne mannen begrij pen, dat zij vaders en voorbeelden moeten tijn. Eene nieuwe kolouie kan geen stand honden, als de zedelijkheid niet hoog gehou den wordt. Het is gelukkig dat Ball eene vrouw gevonden heeft, zegde ik. Zeelieden zijn niet beroemd om hanne standvastigheid, en wij hebben hier eene scheepslading vrouwen aan boord. Hij streek met de hand door het haar, ter wijl hij zegde Gij behoeft u over dien Buil niet ongerust te maken. Het heeft twee dagen geduurd, voordat hij er toe kon besluiten, jaene te kiezen. Hij zegde, dat hij zelf nooit genegenheid voor vrouwen had gehad. Ik Meer dan eens reeds hebben wij de getuigenis ingeroepen vap bevoegde maar rechtschapene liberale mannen. Wij haalden onlangs de bekentenis aan van M. Alfred Fouillé, welke ineen Fransch tijdschrift, de uitbreiding van do misdadigheid en vooral van den zelf moord onder de minderjarigen in Frank rijk bestatigde. Dit schrijven verwekte diepen indruk bij M. Buisson, gewezen algemeenen be stierder van het lager onderwijs in Frank rijk en hij ondervroeg hierover M. Tarde. bestierder van de statistiek der mis daden. M. Tarde is verre van katholiek to zijn, 't is een vrijdenker, een godverloocne- naar, maar hij bevestigde wat M. Fouillé had vooruitgezet, namelijk, dat in deze laatste jaren, de misdadigheid onder de jeugd was verdubbeld geworden - Wie de kinderen in onze gevange nissen van nabij ziet, voegt M. Tarde er bii, is getroffen door hët gebrek aan zedelijk gevoel, door de karakterloos- heid en de lichtzinnigheid van de groote meerderheid. Welke zijn de oorzaken van dien be- treurlijken toestand M. Tarde zegt het ons: Do oorzaken aan welke men in Frank rijk den aangroei van den zelfmoord en der misdadigheid moet toe schrijven, zijn ten deele de zelfde als die welke toelaten de vermindering van het getal geboorten uit te leggen. Die oorzaken zijn In de eerste plaats de uitbreiding van de algemeene ongodsdien- stigrheid door de verspreiding van leeringen welke de aloude grondvesten van zedelijkheid en familiegeest heb ben vernietigd vooraleer ze te vervan gen In de tweede plaats de toenemende zucht tot verheffing op de maatschap pelijke ladder, het ontstaan van nieuwe behoeften r In de derde plaats, niet de vermeer dering der ellende maar de ontoerei- kendheid, meer en meer gevoeld, van den vooruitgang des rijkdoms, om te kunnen beantwoorden aan de nog groo tere uitbreiding der begeerlijkheden en verlangens, die ik zoo even heb aan gehaald. Dus, volgens M. Tarde, de eerste oor zaak der kwalen waaraan de samenleving in Frankrijk lijdt, is de ongodsdien stigheid. Verder stelt M. Tarde vast dat op 100 misdadige kinderen in Frankrijk, er 87 leerlingen zijn van onzijdige of wereld lijke scholen tegen 11 van godsdienstige. over dit punt ernstig met hem gesproken, en daardoor is hij tot hot besluit gekomen, eene vrouw te nemen. Wij zeilden Kaap Hoorn om in het midden van den winter van het zuidelijk halfrond, maar ofschoon wij nu en dan raw weêr had den was de reis toch niet zoo verschrikkelijk als ik had gevreesd. Wij hadden in de vier- en-twintig uren achttien uren duisternis en nog al wat met het ijs te kampen. Op zekeren nacht hadden wij het zwaar te verantwoorden. Het was middernacht en stik donker. Het sneeuwde onafgebroken. Ik stond aan het stuurrad, Prentice aan het roer, toen wij eensklaps een ijsberg voor den boeg kregen. Gelukkig bemerkten wij dit nog intijds, zoodat wij dien konden ont wijken. Over het geheel echter ging het omzeilen van Kaap Hoorn beter dan ik had durven denken. Toch was het vooral in dezen tijd van het jaar een onaangename tijd. Ik kreeg slechts weinig slaap, mijne be kommering waB daarvoor te groot, ik was de eenige zeevaartkundige aan boord, de geheele veiligheid van het schip hing dus uitsluitend van mij af. Het was dus eene verademing voor my en ons allen, toen wij Kaap Hoorn uit het oog verloren^ Aan de vruchten leert men den boom kennen. Ook komt M. Tarde tot het t besluit dat het wetenschappelijk onderwijs enkel de kinderen verstandelijk kan ontwikkelen... maar't is alles... Hij is dus volkomen 't accoord met ons, katholieken, dat men ter school niet alleen den geest maar ook het hart der jeugd moet vormen. Onder wijs zonder opvoeding, wij herhalen het, brengt slechte vruchten voort. Geachte lezers, overwegen wij die bekentenissen van M. Tarde dat zij voor ons, katholieken, een spoorslag wezen om onze godsdienstige scholen meer en meer te ondersteunen Ziehier de voorloopige schatting van den graanoogst voor 1897 in Europa met de vergelijkende tabel van 1896. Wij nemen de cijfers over onder voorbehoud. Oostenrijk Hongarië Bulgarië Deneraark Frankrijk Duitschland Griekenland Nederland Italië Portugal Rumenië Rusland Kaukasië Servië Zweden Zwitserland Eur. Turkije Engeland Totaal. 1897 Hectoliters 12,325,000 39,150,000 7,250,000 11,600,000 1,450,000 10-1,-100,000 36,250,000 2,175,000 2,175,000 37,250,000 1,740,000 17,400,000 107,300,000 17,400,000 3,625,000 34,808,000 1,450,000 1,450,000 10,875,000 20,300,000 1896 Hectoliters 13,775,000 50,750,000 7,250,000 18,123,000 1,450,000 124,700,000 37,700,000 2,175,000 2.175,000 47,850,000 1,450,000 25,012,500 126,150,000 15,958,000 5,075,000 31,900,000 1,450,000 1,740,000 14,500,000 21,025,000 550,202,500 469,365,000 In 1895 schatte men oogst op 540,995,000 h. 1894 545.625,000 1893 525,994,000 1892 498,075,000 1891 427,054,000 Men zou dus tot in 1891 moeten terug- keeren om een zoo slechten oogst te heb ben als dit jaar en deze uitslag schijnt vooral te wijten aan den voortaurenden regen. De vermindering, van opbrengst tegen verleden jaar zou iu ronde cijfers bedragen voor Frankrijk 20 millioen hectoliters, voor Hongarië 11 millioen, voor Rumenië 8 millioen, voor Bulgarië 7 millioen, voor Turkije 4 millioen en voor Rusland 19 millioen. Het was op een maandag morgend. Na eenige waarnemingen op het dek gedaan te hebben, begaf ik mij naar mijne kajuit om de breedte te bepalen, waarop wij ons nu be vonden, en juist was ik hiermee gereed toen Brigstock op mijne dear klopte en mij ver zocht te mogen binnentreden. Mag ik ook weten op welke hoogte het schip nu is vroeg hij mij. Ik gaf hem de breedte op en wees op de kaart aan, waar het schip zich bevond. Hij boog zich over de kaart heen en zegde na verloop van eenige oogenblikken Nu komen wij er al dichtbij. Dat is zoo. Hoe ver denkt gij, dat het nog zoo wat is vroeg hij, terwijl hij de oogen nog steeds op de kaart gevestigd hield. Als wij wat wind hebben, kan het eiland morgen middag in het gezicht komen. Kapitein, zegde hij, gij hebt n als een fatsoenlijk man gedragen en wij zijn u zeer veel verplicht. Ik antwoordde met een knikje. En ik denk dat gij znlt toestemmen, kapitein, dat de bemanning blijk heeft gege ven van haar goeden wil, door als mannen te handelen. Zy hebben zich zeer goed gedragen. Het doet mij genoegen u dit te hooreu De opslag der granen, die natuurlijk eenen opslag van het brood voor gevolg moet hebben, wordt door de dagbladen van alle gezindheid besproken. De Journal de Bruxelles zegt De opslag van het graan verwekt be kommering bij onze huishoudsters. Sedert veertien dagen is de bloem vier frank op geslagen. In de welingelichte ;kringen beweert men dat deze opslag veroorzaakt is door beursspeculatiën. Deze die op de daling speculeeren, verzekeren dat men binnen eenige weken groote aankomsten verwacht, welke eene prijsvermindering zullen te weeg brengen. Wat er van zij, het is zeker dat de voorbrengst van tarwe aanzienlijk verminderd is. Niet minder zeker is het dat de langdu rige goedkoop der tarwe, hier te lande ton minste, tot een veel grooter verbruik heeft aangezet en dat het eten van rogge brood meer en meer buiten gebruik [ge raakt. Sommige bladen deelen statistieken mede, bewijzende dat de oogst van dit jaar aaazienlijk minder is dan die der vorige jaren. Deze statistiek is echter moeilijk op te maken, daar er, in al de maanden van het jaar,in het een of ander deel der wereld, graan wordt geoogst. Voor Eurapa alleen gaat dit, natuurlijk, gemakkelijker. Zoo heelt eene Engelsche gazet onlangs eene voorloopige schatting medegedeeld, volgens welke de tarwe-oogst van dit jaar in Europa, 81 millioen hectoliters minder zou bedragen dan verleden jaar. Voor de geheele wereld zou het tekort, in vergelijking met 1896, slechts 50 mil lioen hectoliters bedragen en zou do oogst 30 millioen hectoliters minder zijn dan in 1891,'t slechtste van de zes laatste jaren. In alle geval is het een feit dat de tegen woordige opslag te wijten is aan eene ver mindering der opbrengst, maar dat ook de invloed der speculatie dezen opslag kan overdrijven ten nadeele der verbrui kers. Wij mogen met reden het bier den wijn van den werkman noemen. Hoe lang het bier reeds bestaat, ware moeilijk juist te zeggen, zijn oorsproüg gaat in 't ver leden verloren. Wij weten slechts dat de oude Belgen en Germanen er groote lief hebbers van waren en dat tot hiertoe hunne nakomelingen het lekkere bier niet versmaden, blijkt uit de talrijke brouwerijen en bierhuizen die wij op het einde onzer XIX6 eeuw aantreffen. Ons Vlaamsche bier is dan ook onze uatiouale drank en met male genomen, is het gezond en versterkend. Ziehier hoe men het bier bereidt Men laat de gerst of andere granen in water weeken, daarna nauwelijks kiemen. Dan zeggen. En nu, kapitein, ik hoop dat gij het mij niet ten kwade zult duiden, als ik iets tegen u zeg. Spreek op, zegde ik. Gij hebt u als een fatsoenlijk man ge dragen ik zou u niet geerne willen belee- Ik heb overeenkomstig het woord der Schrift gehandeld, zegde ik. Zoo, wie n zal dwingen eene mijl te gaan, ga met hem twee mijlen Dat heb ik gedaan. Meer nog, zegde hij. Wat wij mannen nu nog wenschen is, dat gij eed zult afleggen. Een eed Een eed, herhaalde hij, evenals gij ons hebt laten afleggen, en wel in tegenwoordig heid van al de mannen en de vrouwen, die wij ons gekozen hebben. En welken eed zondt gij van mij ver langen Dat, indien gij onder de besturing der Voorzienigheid het geluk hebt dit schip naar eene haven te brengen, gij aan niemand de ligging van het eiland zult zeggen, waar gij ons afgezet hebt. Hij haalde diep adem, alsof hem een zware last van de borst gevallen was. Was dut allee? Ik dacht na, terwijl ik myne oogen op hem gevestigd hield, en zegde toen Onderstel eens, dat gij later berouw kreegt over uw wordt de gekiemde gerst op eonen hast gedroogd en van de kiemen ontdaan, daarna grof gemalen en het krijgt don naam van mout Het kiemen van het graan heeft voor gevolg dat de ameldonkstoffen ervan in moutsuiker of maltose veranderen. Naarmate de warmte, welke het mout, in het drogen ondergaat feller en zwakker is, bekomt men bruin of bleek mout, voor bruin of bleek bier bestemd. Men laat nu dit gemalen mout met water koken, men zijgt het door om den draf ervan te scheiden, men laat dit af treksel met eene zekere hoeveelheid hop koken, daarna verkoelen en op vaten loopen. Men mengt er gist bij, men laat drij ven. De maltose verandert in den alcool, men blaart met vischlijm, en het bier laten gisten zonder het bijvoegen van list, en dat heet men - ligbier in het luitsch u untergaerig bier. In de middeleeuwen reeds werden de brouwerijen door de agenten van het openbaar bestuur bezocht en bewaakt, ten einde de goede hoedanigheid en de sterkte van het bier te vrijwaren, en zoo wordt tot heden nog eene grappige le gende bewaard over de zoogenaamde bierproef iu de middeleeuwen. x Toen de bierproevers, twee in getal, in de brouwerij aankwamen, deden zij op eene bank, bestaande uit eene plank met vier pikkels, eenen pot te keuren bier uitstorten en zij plaatsten zich daarna met den achteronder op de bank. Dan werden hun eenige potten Dier voorgezot, hetwelk zij met den mond naar hartlust mochten proeven.- n De potten geledigd zijnde, stonden do gardon op een, twee, drie gelijk recht, en bleef de bank aan hun broek plakken, dan werd het bier goedgekeurd; bleef ongelukkiglijk de bank op hare plaats staan, het bier was onbruikbaar verklaard, en de brouwer in de boete. Gij zult met mij bekennen geachte le zer, dat zulke proef zeer afdoende was, en moest men heden met zulke zwaarte meters nog voor den dag komen, het zou aan velen onzer hedendaagsche brouwers zeer ten onpas komen. Om goed en zuiver te zijn, moet het bier bevattenalcool, koolzuur, mout- uittreksel, waaronder eiwit en onver- blij venden moutsuiker, uittreksel van hop, en ook nog onvermijdelijk melkzuur, glycerine en hamberzuur daar deze laat ste stoffen zich gedurende de gisting in kleine hoeveelheid voortbrengenook een weinig azijnzuur is toegelaten. Encycliek. Men kondigt de aan staande verschijning aan der Encycliek van den Paus over de Rozenkransmaand in 1897de H. Vader verwacht vele vruchten vau de eenheid der katholieken, van de talrijke gebeden welke dit jaar in october zullen gedaan worden. genomen besluit, dan zondt gij reden hebben er dankbaar voor te zijn, dat een expeditie afgezonden was om n op te zoeken. Neen, zegde bij vastberaden. Geen goede constitutie kan door het zenden van zulk eene expeditie te niet gaan. Ik zal oprecht met n te werk gaan, kapitein. Ik en de anderen hebben overvloed van tijd gehad om over de zaak na te denken, en wij hebben besloten ons wat meer van hetgeen dit schip bevat toe te eigenen, dan oorspronkolijk ons plan was. Wij meenen, dat wij recht op de goederen verkregen hebben voor het geld, dat ons als loon verschuldigd is. Waarom zouden wij ons zeiven niet betalen met hetgeen op dit schip voorbanden is, in aanmerking genomen, dat zonder ons het geheele schip, met vrouwen en al reeds lang op den bodem der zoe zou liggen. Dat laatste is waar. Maar het is meer dan waarschijnlijk, dat onze aanspraken niet geldig zullen ver klaard worden door diegenen, aan wien de lading toebehoort. Daarom verzoeken wy u een eed te doen, dat gij hot eiland, waarop gij ons afzet, aan niemand znlt bekend maken. Gij moest mij liever maar dwingen. Gij znlt zelf ook oen gedeelte van de lading behouden, zegde hy. (WORDT VOORTGEZET).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1897 | | pagina 1