Donderdag 7 October 897. 5 centiemen per nummer. S39te Jaar 3199,
De Boerenkrijg
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Groene socialisten
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men 8chrijftin bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31,
en in alle Postkantoren des Land.
Cuique suum.
Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen ep
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heercn notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk legen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalat, 6 October 1897.
Iu October 1898 zal het eene eeuw
leden zyn dat België de somberste dagen
zijner geschiedenis beleefde.
Het gruweljaar 1898 zag den Boeren
krijg ontstaan....
De Boerenkrijg 1 Dat woord doet ieder
vaderlandsch hart kloppen van veront-
weerdiging en van medelijden.
Vrijheidgelijkheid, broederlijkheid
of de dood wie kent ze niet. die bar-
baarsche leus onzer Fransche beschavers?
Broederlijkheid, gelijkheid, vrijheid,
wanneer gansch het volk onder den plet
terenden hiel lag vau den veroveraar I
De dood, ongetwijfeld, maar voorafge
gaan van helsche folteringen, zedelijke
en stoffelijke, zooals onze voorouders er
vroeger nooit hadden gekend.
Onze aloude instellingen, onze gilden,
onze neringen waren vernietigd onze
kunstjuweelen gestolen en naar Frankrijk
Ïevoerd onze kloosters afgeschaft, onze
erken gesloten, onze klokken stuk gesla
gen en tot kanonnen hergoten alle
geestelyko en burgerlijke instellingen
vernield en hare bezittingen aan spot
prijzen verkocht onze priesters door
speurhonden opgespoord, achtervolgd,
behandeld als geboefte kortom, de
Belg, zoo ingenomen, zoo vergroeid met
zijne taal, zeden en gewoonten, werd ver
drukt, uitgeperst, afgebeuld,? beleedigd
in alles wat hem als christen, als burger,
als huisvader, het nauwste aan het harte
lag
Dat was niet genoeg I
De onheilspellende oorlogstrompet werd
gestoken het spook der Conscriptie stak
een bloedigen klauw uit naar het puik
onzer jongelingen om er kanonvleesch
van te maken voor't onafzienbaar oorlogs
veld, dat Europa heette.
Meer nog men zou ze ter slachtiög
stooten van de volkeren zei ven, wier
wapens, tegen den draak der revolutie
opgeheven, alleen nog een staal van hoop
gaven voor ons afgebeuld vaderland 1
Dat was te veel 1
Op de oevers van de Schelde gelijk op
de boorden van Leieen Demer,van Nethe
en Rupel in het bergachtig en boschrijk
Luxemburg gelijk in de weelderige lan
douwen van Vlaanderen en Brabant,
gelijk in de dorre hei vlakken onzer Kem
pen,klonk uit de borst van duizende jonge
mannen de kreet der wanhoop, tevens de
HET
wonderlijke avonturen van eenen Zeeman
65vervolg en slot.
Op dit oogenblik speelde het orkest het
engelsche volkslied en nu traden sir Charles,
de gouverneur en zijne echtenoote, van een
schitterend gevolg vergezeld de zaal binnen.
De gordijn werd opgehaald voor een zee-
drama, getiteld Dook den btokm «ktbisterd.
Ik zal hiervan maar niet veel seggen het
was een onbeduidend itnk.
Toch werd het druk toegejuicht. Het was
tien uren, toen de gordijn viel, en nu be
merkte ik eene beweging in de loge van Zijne
Excellentie en meende de gestalte van mijn
heer Levy tusschen de schitterende uniformen
te zien. Eensklaps begon het orkest weêr te
spelen en ging de gordijn op. Een oorverdoo-
vend gejuich ging nu in de zaal op, want op
het tooneel zag men eene voorstelling van de
baai van Sydney met de Graaf van Leicester
ten anker. Aan beide zijden van het tooneel
stonden de meisjes geschaard, die mijn
scheepsvolk hadden uitgemaakt. Levy had ze
allen samengebracht, en daar stonden zij
allen in de kleederen, die zij op zee hadden
gedragen.
Terwijl ik daar naar zag, werd de deur
van onze loge opengedaan en trad mynheer
Levy binnen, om my naar het tooneel te ge-
kreet des heldenmoede Te wapen tegen
den vijand van God en Land Dood aan
de vreemde verdrukkers
En met duizenden stonden zy op, de
kloekgebouwde mannen, die gisteren nog
den ploeg hanteerden, eensklaps soldaten
geworden, soldaten in den vollen zin
des woord tot alle lijden en ontbering
gereed, den dood trotsch en fier in de
oogen starend, en, waar alle hoop op
's menschen hulp ontbrak, mot ivertrou-
wen den blik ten hemel gewend en
gesteund op God
Eilaas, men kent den uitslag piek,
knods, dorschvlegel en verroest geweer
vermochten niets tegen bet kanon, leeu
wenmacht niets tegen regeltucht en krijgs
beleid De heldhaftige opstand tegen
hel geweld werd versmoord in eene zee
van vuur en bloed, en op honderd plaat
sen van den vaderlandschen grond liggen
de gebeenton der onbekende helden, der
martelaars verspreid 1
Zij, hebben niets achtergelaten zij
streden voor geene faam, voor geenen
roem, voor geen eereteeken. Zij lieten
geene legerbeveleu achter, die hunne
namen zouden doen kennen zij stierven,
arm en vergeten, voor hunne ^haardstee
en voor hun geloof 1
Hot sabelbewind zwaaide oppermachtig
den staf do Fransche adelaar in Bel
gië een grypgier vervulde Europa met
het alles overheerschend gedruiscb van
zijne zegevaart het Hollandsch bewind
volgde, later de omwenteling van 't jaar
30, met de jaren van nationalen voor
spoed en wio dacht er aan onze arme
boeren, aan do heldhaftige strijders, aan
de groote martelaars der vaderlandsche
zaak
Niemand 1
Men had hen als Brigands gebrand
merkt, als misdadigers hunne namen
doodgezwegen, hunne graven als die van
paria's platgetrapt, en den landgenoot
gepoogd te doen gelooven, dat het eene
schande was tot die schaar van wakkere
mannen te hebben behoord
Zullen wij die les,ons door den vreem
deling geleerd, blijven opzeggen, die his
torische ketterij blijven gelooven
Neen, dat mag niet
Monsterachtige ondankbaarheid zou het
heeten
Want was het niet uit hun bloed, dat
later, op den vaderlandschen grond,
prachtiger en weelderiger dan waar elders
ook,de stam van den Belgischen vrijheids
boom opschoot
Geleerden en dichters zijn gekomen en
hebben, de eenen met geestdriftige her
leiden. Ik volgde hem met het gevoel van een
misdadiger, die van zijne cel wordt overge
bracht naar de plaats, waar hij terechtgesteld
zal worden. M. Levy trachtte mij te bemoe
digen, en toen wij achter de coulissen geko
men waren, gaf hij mij een glaa champagne.
Ik hoorde iemand op het tooneel spreken en
zag al spoedig een heer in een zwarten rok,
die dicht bij het voetlicht stond en zich tot de
aanwezigen richtte. Ik vroeg aan M. Levy
wat die heer deed. Hij zegde, dat hij de avon
turen van de Graaf van Leicester verhaalde.
Deze heer werd dikwijls in de rede gevallen
door handgeklap en aanhoudend gejuich. M.
Levy vertelde mij, dat de spreker een uitste
kend treurspeler was, M. Littleworth hij de
clameerde met eene zware, trillende stem, die
mij aan de stem van Brigstock deed denken.
Ik was te zenuwachtig om naar hem te
luisteren.
Toen de spreker geëindigd had, bracht M.
Levy mij midden op het tooneel.
Ik herinnerde mij niet meer precies wat er
nu gebuurde. Alleen weet ik, dat het geheele
gebouw daverde van toejuichingen.
M. Levy geleidde mij naar de loge, waar
de gouverneur gezeten was, die nu te midden
van eene diepe stilte opstond en zich tot mij
wendde. Ik zal hiervan alleen maar zeggen,
dat sir Charles, na omtrent een kwartier ge
sproken te hebben, mij eene beurs met 700
guinjes overhandigde, als een bewijs van
bewondering door de bevolking van Sydney
aan den dag gelegd, omdat ik znlk groot ge
tal vrouwelijke landverhuizers uit een ge
heid, de anderen met helklinkende
schiedkundige bewijzen, getoond, wat zy
waren, de meestal onbekende helden, de
glorierijke Brigands van 1798.
Neen, hunne nagedachtenis zou niet
langer met hunno gebeenten verborgen
blijven in den kleigrond van Brabant of
Vlaanderen, gelijk in het heizand der
Kempen 1
Na honderd jaren zal het dankbaar
vaderland hen herdenken en plaats voor
hen eischen in de geschiedenis hot zal
hen berdenken, het hart kloppend van
eerbied en liefde, van bewondering en
erkentelijkheid, op eene wijze, onzer
Boeren waardig.
Het zal CJ herdenken, ongelukkige
Stassyus.laffelijk vermoord te Haasdonk
U, Meulemans en Corbeels, edele gefusil-
leerden van Doornik U, heldhaftige Van
Gansen,Eeleu, Rollier,Coustant, Jacquo-
min, Behrens,Stolmann,Oockx. Craninx,
Crabeels, Smets, Goossens, Lauwers,
Blinckvliet, Brouwers, Van Dyck, Vander
Smissen, Sierrens, Apers, Cools, Peeters;
U, allen, martelaars van Mechelen,
Merchtem, Sint-Pauwels en Sint-Ber-
naards van Diest, Leuveu, Wilsele,
Kortrijk, Lcuzo en Herenthals van Sta-
veiot, Willebroek, Sint-Amands en Born-
hem van Puurs, Hingeuo en Lippeloo
van Meerhout, Goel, Olmen en Mol van
Hasselt, Neer-IJsche en bonderde andere
plaatsen U allen, gevallen op het veld
van eer, laf doodgeslagen of door den kop
geschoten U ook, die aan de beulou
ontkomen zijt, en, in de geledereu niet
gekend, behalve van God, nog jaren en
jaren moest verzwijgen dat ook Gij onder
de Brigands waart en dit nauwelijks
durfdet fluisteren rond den haard, ia den
besloten huiskring I
Wat de pen onzer dichters en geschied
schrijvers aanving, zal, in 1898, gansch
ons Vlaamsch volk met gouden letteren
schrijven in 't glorieboek des Vaderlands!
Voor ons, Belgen in 't algemeen, voor
ons, Vlamingen in 't bijzonder, zal het
eeuwfeest van 1898 eene nieuwe uiting
zijn van de liefde voor onzen godsdienst
en voor ons huisgezin pro aris et focis,
welke de Jongens van 1798 bezielde. Het
zal eene plechtige bevestiging zijD van
ons nationaal bestaan, van onze nationale
wilskracht.
Rondom die grondvesten der samen
leving, welke barbaarschheid hen ook
beloere, moet, in de betooging van 1898,
zich gansch het echto Belgische volk ver
eenigen, fier en vastberaden als één man,
Die betooging moet, krachtdadig en
begeesterend, aan de wereld zeggen
Zonen en bewonderaars der edele Bri
gands, vrat zij verdedigden, dat willen wy
verdedigen; waar zij voor sneuvelden,
daarvoor zouden wij ook willen sneu
velen ditmaal stedelingen en boeren,
zyde aan zijde onder hetzelfde vaandel
voor God, Vrijheid en Land
Het inrichtend Oomiteit
Willems P., algemeeue l
Voorzitter van het Dav.-1
Fonds te Leuven. Eerevoortitt.
Hoogeerw. h. Heylen.Prel.
der abdy van Tongerloo.
Helleputte J., Volksver-/
tegenw., te Leuven., \VoorMitters.
ClaeysH., Pastoor te Gent. I
DePotter Fr., algemeeneJ
Geheimschrijver van hotL,
Dav.-Fonds, te Gent. /Ondmioon.
Ridder de Corswarem.
Graaf de Grunne, te Brussel.
d'Hooghe-Bellemans, nijveraar te Lier.
di Martinelli,vrederechter te Borgerhout.
Janssens A.. Volksvert. te St-Nicolaas.
Ryckmans P.,prov. raadslid,te Mechelen.
Sevens Th., letterkundige te Kortrijk.
VerhaegenJ., rechter te Brussel.
Van Caneghom Kam., Gemeenteonder
wijzer te EineSecretaris.
P. S. Zal er te Aalst geen plaat
selijk Comiteit optreden om alhier de
herdenking van den Boereu krijg te leideu?
vaarlijken toestand gered had, die, als ik
niet zooveel schranderheid getoond had, wel
eens een erger lot dan schipbreuk hadden
kunnen ondergaan.
Ik bracht eenige stamelende volzinnen uit,
waarin ik myn dank betuigde, ofschoon my
later gezegd werd, dat ik niet zulk een gek
figuur had gemaakt als ik wel had gedacht.
Toen de voorstelling afgeloopeu was, viel
de gordijn, te midden vau een onstuimig ge
juich der menigte, maar nog wel een kwar
tier werd ik achter de coulissen opgehouden
met het geven van handen aan mijn vrouwe
lijk scheepsvolk, met het doen van vragen
aan en met het drinken van champagne op
hare gezondheid.
Ik zeilde op den 24" October 1851 als een
getrouwd man met Kate Darnley en als kapi
tein van de Graaf van Leicester van Sydney
uit, en met mij gingen mijne jong# vrouw en
zes eerste klasBe passagiers en veertien tus-
schendekspossagiers. De terugreis was even
kalm ongewoon, als de heenreis onstuimig
en buitengewoon was geweest, en wij kwa
men op den 30" Januari 1852 in de rivier de
Theems aun.
Men zal zich wel kunnen voorstellen, dat
ik in al die maanden de Here en kapitein
Cadraan en Mijnheer Fletcher van Bristol
niet vergeten had. Sedert mijne wonderbare
redding had ik vost besloten, die schurken
te ontmaskeren. En zie, nauwelijks was mijn
schip in een der Londensche dokken aange
komen, of ik kreeg tijding van de Hebk.
MM. Norton en Jackson hadden, zooals
op den buiten.
De Gentsche anti-socialisten bebben
besloten tegen M. Plaacquaert te relde
te trekken. Zondag 11., hielden zij eene
meeting te Zwijnaerde maar M. Planc-
quaert verscheen er niet.
Onze Gentsche vriondon trokken, on
danks het slechte weder, van daar naar
Nazareth waar de Zomorgemsche opruier
eene meeting geven zou.
Op het grondgebied van Nazareth,
zegt het Vólk, is 't aau Plancquaert ver
boden in de open lucht meeting to geven,
terwijl geen enkele herbergier het iu zyn
huis wil toelaten.
Maar aan de eene zijde der baan is
bet Auweghem, en het is hier dat de man
zyn gewoon rotje zal aflappon, het weêr
intusschentijd opgeklaard zijnde.
Men wacht on blyft wachten, het
muziek speelt een paar aria#, er komt
langs om meer volk; het Molenhuis en do
herherg daar rechtover doen gulden za
ken.... Geen Plancquaert te zieu.
a Eindelijk komt hij op zyn rywiel af
men wel kon denken, een omstandig verslag
van myue ervaringen op de Graaf van Lei
cester meegegeven met een schip, dat kort na
myne aankomst te Sydney van daar uitgezeild
was. Zoo waren dan ook bijna de eerste woor
den, die Mijnheer Donald Grant, een lid der
firma bij onze eerste ontmoeting, tegen mij
zegde
Hebt gij al gehoord, dat zij er iu ge
slaagd zijn de Hebk in de Tafelbaai schip
breuk te doen lijden, maar zóó onhandig, dat
Fletcher met twee van de bemanning ver
dronken.
Is Cadnian in Engeland in verzekerde
bewuring
Ja, hij zit voor goed achter de tralies.
Goddank Ik zal getuigenis legen hem
afleggen. Ik ben dankbaar, dat ik nog bijtijds
gekomen ben.
De jury sprak het schuldig over hem uit,
omdat hij de Hebk opzettelijk had doen stran
den, en de rechter veroordeelde hein tot le
venslange verbanning.
In Augustus 1852 was ik weêr te Sydney
en hoorde daar, dat een oorlogschip, dat was
afgezonden om de kolonie van Brigstock op
te sporen, onverrichterzake teruggekomen
was. Ik zag haar journaal in en begreep ter
stond, hoe het kwam dat zij Ball's eiland niet
had kannen vinden.
Toch had men mijtoen ik op eeoe latere
reis weêr te Sydney kwam, nieuws meê te
deelen. Een koopvaardijschip, dat te Mol-
bonrne thuis hoorde, had een walvischyaar-
der gepraaid de kapiteins dier schepen had-
eu iedereen is verheugd, denkende dat
de meeting nu wel zal beginnen
Maar.... daar begint het muziek weêr
te spelen en op de verwonderde vraag der
Gentenaars, komt voor antwoord Wij
geven hem eene serenade.
Meeree meer volk komt bij, de her
bergen en de plaats zijn proppensvol,
Plancquaert is rechtover t Molenhuis
biunen en stelt zich aan don toog pintjos
te drinken het muziek gaat ook binneu
en, met trommel en bas, en een vijftiental
koperen instrumenten, gaat het er op
los binnen de kleine plaats, 't Is oin
oorendul te worden, en op aanmerking
der Gentenaars dat ze vreezen doof to
zullen worden, komt weêr bet antwoord
- Wo geven htm eene serenade.
Plancquaert blijft aan den toog staan;
do muzikanten gaan buiten, boeren en
boerinnen komen aan en toe, bekijken
den Zomergemsche van hoofd tot voeten
en... gaan weêr buiten, zoo processiesge-
wijze de eenen achter de anaeren.
't Muziek spoelt nu ea dan, er wordt
veel gepraat en over en weêr geloopen....
Dat duurt zoo audorbalf uur.
Gedurende al dien tijd waren ook
twee priesters van Nazareth ter plaats,
die ongeduldig wachtten om Plancquart
te hooren ze mochten aftrekken zonder
hunnen wensch bevredigd te zien.
Doch ziet, nauwelijks waren zij heen,
of Plancquaert besloot te beginnen.
Do redenaar plaatsto zich op 't grond
gebied van Auweghem tegon eenen boom
en was onmiddelyk vau veel volk om
ringd.
Hij begon...juist woordelijk hetzelfde
van over acht dagen te Zwynaarde.
Maar wat is dat
De trommels roffelen, de bas en de
acbijf slaan, hot muziek komt vooruit,
vat post tegenover den spreker en... geeft
er een dreunend aria op los.
Geen mogelijkheid zich te doen ver
staan. Plancquaert zwijgt en, als 't aria
uit is, gaat hij weêr in de herberg, door
zooveel volk gevolgd als het huisje slik
ken kan.
Wie verstomd en verbaasd stonden,
dat waren de gentsche anti-socialisten.
Een van hen ging by een muziekant
en vroeg hem
Waarom doet gij dat? Waarom laat
ge hem niet spreken Wo moesten wij
dan van Gent niet komen om hem tegen
to spreken
En thans luidde het veel beduidend
antwoord Wij hebben in de gazette
gelezen dat hij, die een rijk man is, te
den gedurende eene langdurige windstilte
herhaalde raaien elkander een bezoek ge
bracht en de kapitein van den walvischvaar-
der vertelde aan den anderen, dat hij een
eiland had aangetroffen, dat hij tweemaal
voor water en kokosnoten had aangedaan en
dat hy dit, zeer tot zijne verwondering, door
blanke mannen en vrouwen bewoond had
bevonden.
Eene gewapende brik vond het eiland zon
der veel moeite een gedeelte der bemanning
ging in eene sloep aan land het dorp, zooals
het door den kapitein van den walvischvaar-
der beschreven was, lag in eene vlakte in de
nabijheid van een groot meer ieder huis was
omgeven door een grooten hofmaar er was
geen levend wezen te zien.
De goederen, uit het ruim van den Graaf
van Leicester weggenomen, waren over de
verschillende huizen verdeeld of in eene grot
op de noordkust van het eiland opgestapeld.
Deze werden bijeengebracht en aau boord
genomen, en toen zij te Sydney onderzocht
werden, bleek de vermiste hoeveelheid onge
veer de weerde te hebben van de gage, die de
eigenaars aan de matrozen schuldig waren.
Van Brigstock en zijne kolonisten werd
nooit iets meer gehoord niets althans, dat
mij ter oore gekomen is. De booten, dio zy
meegenomen hadden, waren niet door de be
manning der gewapende brik gezien men
mocht veilig aannemen dat de kolonisten met
behulp daarvan aan boord van een schip wa
ren gegaan.
EINDE,