Donderdag 28 October 1897. 3 centiemen per nummer. 339te Jaar 3203 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst. Bokkenrijders. SCoyusrtegen geestc- GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Wat een socialist over het socialism. Mijnheeren s'teSii^110" Dnis DE DENDER BODE. Dit blad rerschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week. onder dagteekemng van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. - De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31 en in alle Postkantoren des Land. Cuique luum. Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen c» 3' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. DENKT Tot in 1895 was Pol Do Witte opsteller van den Vooruit van Gent. Nu nog is hij verre van catholiek te zijn. Maar niette min hij kon het niet langer over zijn hart krijgen van meê te doen in den Vooruit. Ziehier hoe hij, in eenen boek over Vooruit, een der reden opgeeft waarom hij zijne demissie gaf als opsteller van de socialistische gazet 0 Hoe wij ook ons best deden om, vol gens onze bekwaamheid, iedereen tevre den te stellen, het ging niet om aan allen voldoening te geven. Eene andere onaangenaamheid was voor mij steeds te moeten acht geven bij het schrijven op het belang en de taktiek der partij. Dit streed meermalen tegen mijne beginselen en Hardyns de hoofdop steller van Vooruit zegde mij dan ook verscheidene keeren dat ik nooit jour nalist zou worden, want dat ik dc eerste onontbeerlijkste eigenschap kunnen liegen, n niet bezat. De eerste maal dat hij mij die welge meende les gaf, was toen de groote en kleine liberale en klerikalb bladen groot misbaar maakten over den socialistischen volksvertegenwoordiger Destrée, die vol gens het zeggen dier zelfde bladen, ge pleit had voor dc weduwe welke eene erfenis moest trekken van 7000 frank, feloof ik, en haar 5000 frank, voor zijn onorarium zou gerekend hebben. Ik zei dat het jammer was dat wij niet wisten hoe eigenlijk de vork in den steel zat, want dat wij daar nu niets kon konden op antwoorden. Ik zou maar vlakaf zeggen dat het leugens zijn, zei Hardyns. Als wat men schrijft zou gebleken zijn onwaar te zijn, antwoordde ik, zou het mij veel plezier doen het oogenblik- kelijk te schrijven, maar in het tegen overgesteld geval zou ik zulk een gedrag afkeuren. ®at *s z.®er verkeerd meende hij; altijd moeten wij onze mannen verschoo- nen als ze wat misdoen; ieder journalist doet dit. Nog eene tweede maal werd mij de les gespeld Het Volk stak ons in nesten met een reglement, dat eens in de zetterij van Vooruit opgehangen was en zeer strenge bepalingen bevatte, zooals er nog nog nooit in eene andere drukkerij waren te zien geweest. OF Eene geheime weldaad ontdekt. Ik vroeg aan mijne maats of ze daar iets van wisten en Hardyns zegde, zonder aarzelen Zeg maar dat het al leugens zijn - Een aanwezige zetter sprak Maar, Ferdinand, dat kunt ge niet zeggen dit reglement heeft bestaan en het is aan het het bestuur van den bond getoond ge weest. Verscheidene bestuurleden van don bond, die toen van het bedoelde re glement gehoord hebben, werken thans in Het Volk, dus valt er niet te loochenen.» Hardyns maakte zich driftig en zegde dat er nooit zulk een reglement bestaan had; en al ware het anders, hij toch zou zeggen dat het gelogen was Als het in het voordeel mijner partij is, voegde hij erbij, zou ik outken- nen, liegen en loochenen, al hadden er honderd duizend op staan kijken Ziehier nu wat Pol De Witte denkt over het socialism Door te studeeren en te schrijven om de tegenwerpingen onzer tegenstrevers te beantwoorden, had ik de beginselen, welke ik moest verdedigen, meer door grond, en het begon mij voor te komen dat het collectivism het doel dat de Jartij najaagt eene kolossale dwaling s, dat zulk maatschappelijk stelsel niet kan doorgevoerd worden en, zoo dit al kon, het voor de menschheid eene ramp zou zijn, de ondergang van alle vrijheden door de laatste geslachten met zooveel moeite en strijd verkregen. Met dergelijke maatschappij toch eoii de niensch ophouden tnenseh te zijn, en slechts een rad worden van het groot machien dat men Staat noemt. De col- lectivistcn beweren dat de mensch een goed gesmeerd rad in die machien wezen zou, maar dit is eene dwaling: een oogen- blik aannemende dat hèt collectivistisch stelsel kon doorgevoerd worden, zoodra do opbrengst aanzienlijk zou verminde ren, tot wij allen gelijk zouden zijn in armoede. n De samenleving ware eene groote kazerne, waarin slechts zij die bevelen op hun gemak zouden zijn. - Wij weten nu wel dat degenen in do martij, wier verstandelijk peil wat boven iet middelmatige staat, zelf niet veel op hebben met den Heilstaat en bij elke ge legenheid verklaren dat het collectivisme een ideaal is, daardoor willende te ken nen geven dat het onbereikbaar is en men er dus niet al te veel geloof moet aan hechten; maar dit neemt niet weg dat dit aan dc arme drommels wordt voorgehou den als een paradijs, dat niet lang op zich laat wachten. 2d* VERVOLG. Dit belette u niet mij die te gerieven, heer Thijssen, smeekte Gudula. Vader is zoo aiek Ja, dat bemerk ik aan de voorgeschre ven medecijn maar waarom eenen nieuwen put delven terwijl er nog een oude open staat Ik begrijp u, heer Thijssen doch gij weet wel dat wij al deden wat in onze macht was om de rekening van maand tot maand te verminderen dit laatste halfjaar gingen onze zaken best. Ik ondervond het juffrouw. Wees ervan overtuigd, heer Thijssen, wij zullen al onze krachten inspannen om het overschot der schuld nog dit jaar te kunnen effen maken. Dat zou wel redelijk zijn. Ik hoop goede heer, dat gij daarin toch geene reden zult vinden om aan mijnen zieken rader een geneesmiddel te weigeren, dat hem eoo noodzakelijk is Toen ik jong was, juffrouw, was uw vader mijn schoolmeester uit oude vriend schap wil ik hem deze poeders tot aalmoes geven. En hij bereidde zich om zijne potten, met verschillige geneesstoffen gevuld, te vatten doch Gudula met het rood der verontwaardi ging op de wangen, haalde iets van onder haren halsdoek te voorschyn en riep den apotheker toe Ik ben geene bedelares, heer Thijssen, ook neem ik geene aalmoes aan moet het zijn, ziehier een pand, dat ik u ter bewaring laat.... De apotheker nam het gouden zakuurwerk aan, onderzocht het van binnen en van bui ten. Dat is een prachtig stuk, juffrouw, iets van groote waarde..,. De laatste waarde die wij in huis heb ben.... dacht Gudula, terwijl de apotheker de medecijn bereidde.... wat zal vader bedroefd zijn als hij zal weten dat zijn prachtig zak uurwerk tot pand is gesteld Zegde hij niet altijd dat dit juweel aan zijnen grootva der door het magistraat van Brussel ten ge schenke gegeven was, als eene belooning voor do uitstekende diensten door hem aan de jeugd bewezen Wat zal hij bedroefd zijn Doch het is beter dat hij geneze dan wel dat hij dit sieraad beware. f Die gedachten werkten nog in haren geest Dit maakte de zaak erger, want daardoor werden wij allen, die er niet aan geloofden en toch medehelpen die valsche hoop bij de groote menigte op te wekken, niet meer noch min dan driegers. Hebben wij wel ooit anders geschreven over het socialism Maandag 11. vierde de i catholieke Bokkenrijders- bond de 31e verjaring zijner stichting. Als gebruikelijk verga derden de leden om 9 3/4 uren ten lokale van den cath. Kring,Groote Merkt, om zich gezamenlijk,Stan daard aan 't hoofd, ten 10 uren naar onze bt; Martinuskerk te begeven en er den Lijkdienst bij te wonen welke tot rust der zielen van de afgestorvene Rijders gece lebreerd werd. Dees jaar werd de Dienst buitengewoon talrijk bijgewoond. O®, j V» ur®n des avonds vereenigden de Rijders zich opnieuw ten boven ge melde lokale om aan 't jaarlijksch avond maal deel to nemen. Het feest was voorgezeten door den _Jor Burgemeester, Leo Gheeraerdts. Aan zijno zijde bevondt zich onze acht bare Senateur, M. Van Vreckem, welke als een blijk van genegenheid en vriend schap, aan de uitnoodiging der Rijders had willen beantwoorden. Volksvertegenwoordigers, MM. Woeste, De Sadcleer en Diericx welke belet waren, hebben zich veront schuldigd. Pe spijzen waren lekker bereid en aan t dessert, ontstond er eene algemeene verrassing toen aan ieder dischgenoot eene pastei werd bediend met een bokje er op. Eenieder wenschte den heer Secre taris, M. Achilles Eemau, geluk over zijn overheerlijk gedacht. Wanneer het avondmaal was ten einde, gaf de heer Ach. Eemau lesing van t verslag-manifest door 't Bestuur tot de Rijders gericht. Wij laten hier dit verslag volgen, op t welk wij de aandacht onzer geëerde lezers inroepon Met rasse stappen naderen wij den grooten kiesveldslag welk in 1898 in ver schillige Arrondissementen van ons Land moet geleverd worden. Nergens vertoont zich den strijd in toen zij reeds de pooderg had ontvangen uit de handen van den apotheker zonder aan dacht te geven op zijne groeten verliet zij den winkel en liep pijlsnel naar huis. W at geluk Toen zij binnentrad zag zij Alena lachen, en do dokter die aan het bed haars vaders stond stelde hem eenige vragen, voor, waarop de grijzaard reeds kon antwoor den de zeDuwstorm had moeten zwichten voor de aderlating, en de poeders zonden op weinige dagen de volledige herstelling be werken, indien, bemerkte de doktor in stilte, er maar geeuo verlamming van armen en boe nen uit volgt Die vrees was maar al to zeer gegrond. H. - TWEE ENGELEN. Achttien honderd zes-en-veertig was een noodlottig jaar voor België, een jaar van druk on lijden voor den behoeftigen werkman, van gebrek en armoede voor velo lieden nit den burgerstand. De vrucht die aan de arbeidende klas tot het bijzonderste voedsel verstrekt, de aardappel, was door eene ongekende ziekte getroffen en bedorven; de graanoogst had maar 't derde der gewone opbrengst ver schaft, de akkers hadden nauwelijks voedsel genoeg opgeleverd voor de dorpelingen, en de steden bleven van allen watervoorraad be- rpofd. Met duren tijd gaat ook opschorsiDg alle werkzaamheden gepaard in die zulke gewichtige omstandigheden dan in ons Arrondissement. Elders heeft men bijna nog enkel te bekampen de ongrondwettelijke en revo- lutionnaire sekte der socialisten. Want de machtige liberale partij van vroeger is bezweken onder haren haat tegen de religie zy is gestraft over de inrichting der openbare scholen zonder Uod, waaruit de roode sekte ontstaan is die weldra de plaats barer meesters innam Ons vaandel volgen of ver dwijnen I riep het hoofd der socialisten den leiders der liberale school too. Deze voorzegging, zóó vernederend voor de liberalen, verwezenlijkte zich weldra De liberale partij met hare trotsche hoofdmannen is, om zoo te zeggeu, van het politiek tooneel verdwenen zij moet zich te vrede houden met zich te scharen rond het vaandel der roode socialisten, het zij zoo als in ons Arrondissement, rond den staf der groene socialisten onder het geleide van eenen verdwaalden Ons Arrondissement heeft altijd ee- toond Jat het noch van liberalen noch ran socialisten wil. En dozen znllon zich wel wachten don strijd te wanen. Wii zuHen das enkel, in 1898, te strijden hebben togen de groene socialisten, ver rader. der katholieke partij,ondersteund, zoo als in 1894, door de verkwijnende listen eQ ('00r de roode soeia- Onderzoeken wij nu een oogenblik in welke omstandigheden de kiezing Tan 1894 roorkwam en in welke voorwaar den oozen|« atrdigen priester zich gaat bevinden voor de kiezing van 1898. De schurkerij van het omgekochte wijf en andere kwakzalversmiddelen daarge laten tot weike onze oneerlijke vijan den hunne toovlucht namen, zullen wij moeten bekennen, dat de omstandig: Met een zoetluidende, bedrieglijk en onuitvoerbaar programma in de hand, welk onmiddehjk zou uitgevoerd worden, wekte hij do aandacht op der nieuwe kie zers en wist den werkman naar zich te trekken en te verleiden. Immers hij beloofde volk°^h008ing VaQ daglooa aan 'l werk- Vermindering der pachten en natiur. lijk grooter loon voor de landbouw werkliedon Klimming der prijzen van de landbouw- produkten Heropbeuring van do hoppeteelt, enz. enz. Voegt bij dat aantrekkelijk en oogver- blindend programma De ongelooflijke goedkeuring der Daens- partij door verscheidene groote katho lieke dagbladen van ons Land den steun welken Daens vond bij vele voorname brave katholieke, vooral op den buiten, die, verblind en verleid waren door zijn Priesterkleed, alsook by de misnoegde, de twijfelachtige en de nieuwsgezinde kifirnrn Afelag van koffie en eetwaren Kostclooze plezierreisje! voor de wer kende klas Afschaffing der loterij en instelling van een vrijwilligersleger. En voor de landbouwers en landbouw- arboiders Voegt nog daarbij de taktiek der geu zen die, machteloos om iets voor eigene rekening in den strijd te verrichten, met gretigheid de gelegenheid vastgrepen van zich, met de schandige medewerking van een verdwaalde Priester te wreken, over den aartsvijand der vrijmetselarij, over den grooten man die zijn leven ten pande rt gesteld 001 de Kerk en de catho lieke Partij tegen hare vijanden te verde digen, over onzen Woeste I Ja. vrienden, overleggen wy dat alles en wij zullen niet al te verwonderd zijn dat Daens met twee honderd stemme- kens meerderheid op 57000 er in gelukt is in da Kamers te sluipen. Vier jaren zijn or bijna sedert dien rampzaligen dag verloopen en weldra zal het uur slaau dat die zonderlinge priester aan ons catholiek kiezerskorps rekening zal geven over zyne onverstaan bare lichtzinnigheid, over het verraad dat hij pleegde met in alles geuzen en socia listen tegen do catholieke Partij voor te staan In plaats van zijn programma uit te voeren, heeft hij ontevredenheid en moei lijkheden verwekt tusschen rijke en arme. De plezierreisjes heeft hij weten voor zich zeiven te behouden In plaats van het beloofde vrijwilligers leger, stond hij den verplichtenden dienst voor en stemde togen de vergooding van 60 iranken door ons catholiek Ministerie aan weinig begoede militianen toege staan. Over landhouwverbetering bezat hij mot do minste opvatting maar daar waar verstandhouding heerschto, heeft hij trachten haat on nijd te saaien tus schen knechten landbouwer. Eu gedurende de 3 4 jaren dat hij te Brussel zetelt, heeft Daens geen enkel maatregel voorgesteld om zijne beloften te verwezenlijken dat alleen bewijst of zyne volkomene nietigheid, of de dwaas heid, de onuitvoerbaarheid zijner be loften. droevige omstandigheden denkt men noch aan feest noch aan pracht, noch aan kleederen, en al de nijverheidstakken die van de weelde leven, verslappen, of gaan ten onder ja, zelfs hetgeen op andere tijden als noodzake^ lijk wordt aanzien in voedsel en kleederen, acht men dan als overbodig, en de strengste spaarzaamheid wordt door elkeen aangewend Hieruit volgt dat duizenden fabrieken en werkhuizen gesloten worden, en duizendo arbeiders hun bestaan en dit hunner huisge zinnen verliezen. Nog was de winter niet daar in 1846, en toch zag men reeds in al de straten der steden lediggaande ambaefcta- en werklieden, die te voren zich souden geschaamd hebben de hand tot bedelen uit te steken, doch nu zich daar toe gedwongen vonden. Onuitputbaar scheen eerst de liefdadigheid te zullen zyn alle middelen werdon aangewend, alle krachten verzameld om het lot der noodlijdenden te kunnen verzachten nochtans zoo groot werd het getal der behoeftigen, bijzonderlijk in Vlaanderen door den stilstand der fabrieken in Brussel door het gebrek aan bestollen van prachtvoorwerpen, in Antwerpen door het kwijnen van den koophandel, dat de openbare liefdadigheid, geholpen door de edelmoedigste opofferingen dor rijke lieden, te kort schoot om de armoede en hetgehrek te kunnen be strijden. Plotselings verscheen de koude, en eene koude zoo langdurig dat zij het lyden ten uitersten top deed klimmen. Dan werd de houding der arme werklieden dreigend, zij schoolden te zamen, beschuldigden de grkan- koopors en bereiden zich om met geweld in de magazijnen te dringen en deze te plun deren. De bijzondere liefdadigheid deed dan uiter ste pogingen, cu het was een hartscheursnd tooneel, die bijna naakte vronwen en kinde ren, die bibberende en uitgehongerde werk lieden klappertandend en ineengedrongen op de hoeken dor straten en markten te zien staan een aandoenlijk tafereel leverden ook op dio vrouwen en mannen, die jougelinge* en jonge dochters uit den gegoeden en adelij- ken stand, de kamertjes der arme Heden be zoekende, om er troost en lafenis uit te stor ten. De Ueldadigheid verrichtte toen vele heldendaden in Brussel en vloog al de wonin gen binnen, waar do armoede zich gevestigd bad. Edoch de Bchamolearmoede, die armoede zorgvuldig bedekt onder een kleedsel dat van weelde schijnt te getuigen, verscholen achter eenen gevel, die welhebbende lieden schynt te bovryden tegen gebrek en koude, de schamele armoede teisterde den geriugen bur gerstand en drukte des te barder, omdat sü op allo wyzen aan do Uefdadigheid poogde te ontsnappen. (WORDT VQ0RTGF.7F.Tj,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1897 | | pagina 1