Zondag 26 December 1897.
5 centiemen per nummer.
35s,c Jaar 5222
PREMIE.
De Moordenaar?
Landbouw.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Zalige Kerstnacht.
O die lieve
omwenteling
Gewapende Natie.
DE DENDER
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Land.
5
Cuique 8tium.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00Vonnissen o*
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 25 December 1897.
Eene overeenkomst ge
sloten met den heer Palatzky,
photograaf tê Aalst, laat ons toe
aan al onze geachte lezers, gedu
rende de maanden December en
Januari aanst.,
een prachtig groot portret
te bezorgen.
Men hoeft ons slechts eene goed
gelijkende photografie van eenen
levenden ot overleden persoon
met cene som van 9 franks te la
ten geworden, en na 15 dagen zal
men het vergroot portret ontvan
gen.
De ingezonden photograf'ie wordt
ongeschonden terug gegeven.
De faam van den uitvoerder is
de zekere waarborg van eene spre
kende gelijkenis en van schoon
en verzorgd werk.
Wie een abonnement
op DentIei*I>ocle
voor 'tjaar 1898 neemt, zal van
heden tot nieuwjaar ons blad gratis
ontvangen.
Mei den winter was ook armoede en
ellende in menig huisgezin teruggekeerd.
In een klein dorpje van Kwas de
winter bezouder bard voor de arme lie
den die uiet weinig van ontbeeriug te
lijden hadden....
Wie zou bet kunnen verduren Wie
zou het kuuuen over zijn hart laten
gaan Nog nooit bad men in het hutje
van Jan den boutakker een Kerstboomtje
ontbeerd, 't welk ieder jaar vreugde en
genoegen aan zijne kleinen verschafte....
en nu voor de eerste maal was die vreug
de, dit genot heu ontzegd men zou
genoodzaakt ziju zouder Kersttakje
's Heilauds geboortefeest te vieren.
Leefde vader nog, zuchte de kleinste
zuster, oh dan hadden wij voorzeker
't geliefde hoorntje de goede xan bracht
er telken maal een meè van 't bosch,
want daarvoor zorgde de oude bosch-
wacbter, zijn vriend.
De weg is lang en moeilijk, nooit zou
de arme weduwe, de arme zieke moeder
hem kunnen afleggen, ze viel wellicht
uitgeput en vermoeid, doch, kan de oud
ste zuster vaders taak uiet overnemen en
zelve bij den ouden boschwachter gaan
en aldus moeder, broeders en zusters
met bet zoo verlangde takje verrasseD
Maar, ueen, de kleine Frans zou er zich
meê gelasten bij zal de vreugde bij de
zijnen terug brengen....
WIE IS
NAAR 11ET HOOGDUITSCH
van
EDUARD WAGNER.
VERVOLG.
Zoodra het maal was afgeloopeii, begaven
zij zich naar den ealon juffrouw Lepage
zette zich aan de piano en speelde met veel
talent eene heerlijke opera en zong met bare
■choone altoatem verscheidene liederen.
Kom bij mij zitten, Sófie, zegde haar
vader, toen zij ophield mot zingen. Gij hebt
mij uwe avonturen van dezen dag niet ver
teld, gelijk gij gewoon zijt eiken avond te
doen, en toch zijt gij lang uit gowoest. Hot is
niet mogelijk dat u niet iets is wedervaren,
dat stof levert voor een verhaal voor dezen
avond.
Soiie aarzelde geen oogezblik maar daar
zij gewoon was niets voor haren vader te
ontveinzen, besloot zij haar bezoek aan het
hol der bandieten te vertellen.
Inderdaad, vader, ik heb een avontuur
gehad, maar ik moet bekennen, dat ik het
gezocht heb en zelfs, dat ik zeer vermetel ben
geweest. Gy herinnert u Leuudari, dien ge-
wouden zieke,welke wij verleden jaar hadden
opgenomen.
Zoo gedacht zoo gedaan, en eenige uren
alvoor de klokken de geboorte des Hei-
lands zouden aankonden,vertrekt Fransje
ongemerkt, in stilte naar 't woud bij den
boschwachter.
De oude man was gansch versteld toon
hij, reeds zoo laat in den avond,'t bezoek
ontving van den armen knaap, toch was
bij verheugd 't angstig, 't smeekend zoon
tje van ziju overleden vriend gelukkig
le maken, waut zoodra hij 't verlangen
van Fransje kende ging hij met hem naar
't bosch, en stelde hem in 't bezit van een
schoonen pijn tak. Over gelukkig eu stra
lend van vreugd ijlt nu Fransje met zijn
kostbare vracht de lange baan over naar
de ouderlijke hut.
Do avoud had reeds de natuur in
't zwart gehuld, en do klokken zonden
hun blij geluid,als een lofzang ten hemel.
Met snelle schreden vloog Fransje de
wit besneeuwde vlakte over, waar alleen
ile knoestige wilgentakkeu van tijd tot
tijd een gebaanden weg aanwezen. Dichte
sneeuwvlokken dwarrelden steeds nog
altijd door elkauder en zonken snel ter
aarde neer, en de schemering met den
vallende sneeuw verwekten eene slapende
natuur in de bladerlooze vlakte.
En hooger zwelt de sneeuw onder den
voet van den haastigen knaap. Alras, zal
de nu nog vurige kracht voor afgematheid
moeteu wijken. Immer met den zelfden
moed bezield, snelt de kleine Frans hutte-
waarts, om vreugde, om eene genoeglijk
feest aan de zijnen te verschaffen, dat ze
misschien zouder hem hadden ontbeerd.
Ofschoon de arme kleine al zijne krach
ten samenvatte, kon hij niet langer meer
aan de vermoeidheid weêrstaan, en was
reeds tweemaal op 't killige pluimenbed
neergezonken, want de bange stilte,
't dwarrelen en 't ruisschen vau den val
lende sneeuw, de grauwe avoudlucht, in
een woord, al wat den hongerige knaap
omringde maakte hem moedeloos, zoodat
alle kracht om zijnen weg voort te zetten
hem schielijk verlaten had. Eindelijk viel
hij voor de derde maal uitgeput in
't sueeuwbed neder, voor één oogenklik
wilt hij rusten en dan wederom met
nieuwen moed, met nieuwe krachten
huiswaarts ijlen want het wordt reeds
laat.
Giuds in de verte aan 't «inde der
metelooze vlakte schemert reeds het licht
der eerste woningen van 't kleine dorp-
ken, en terwijl de knaap den reeds om-
floersden blik daarheeu richt, legt bij op
eens zijn blond hoofdje slaperig ueêr
het boomtakje outviel zijne teedere hand,
zijn oogjes sluiten zich en krachteloos
zinkt ziju kopje in de reinwitte sueeuw.
Hij droomde lief, hij ruste zacht, de
kleine aan den dood gewijdeu slaper....
Nieuwe tooneu klonken aau ziju oor, en
ééu Engel '.vit als sneeuw, met gulden
kroon weukt hem toe Kom, arme lieve
knaap, kom vermaak u meê
Doodelijk tast de killige vorst Fransjes
hart aan, en, in zijn droom, klimt zijn
reine ziel bij 't Kerstkindje om te samen
met de Engelen voor eeuwig, zalige
Kerstuacht te vieren..
Zeker, en 't heeft my altijd berouwd, te
hebben toegestaan dat men dien schurk in
oui huis bracht maar ik wist toon niet, met
wien ik te doen had.
Welnu, nadat ik gisteren avoud iu het
dagblad van Athene het bericht had gelezen
betredende de arme Franschen, welke iu hun
ne handen waren gevallen, is het mij den
geheelen u^cht onmogelijk geweest een oogen-
blik de oogen te sluiten en den geheelen voor
middag dacht ik aan hen. Dezen middag ken
ik naar de bergen gegaan om daar Leondari
to ontmoeten, ten einde hem ten gunsto van
die ougelukkigen over te halen.
Sofie wat zegt gij daar
Maar vader, gij weet immers zeer goed,
dat Leondari mij nooit kwaad zal doen. Voor
hij van ons weg ging, heeft hij de plechtige
belofte gedaau mij zijne schuld met woeker te
zullen betalen dat waren zijne woorden
als de gelegenheid zich ooit voordeed ons ten
dienst, te zijn.Ik wist dat hij eene schuilplaats
in de bergen bad, maar...
Nooit in mijn leven hoorde ik zulk een
waanzinnig denkbeeld riep haar vader uit.
Sofie, hadt gij dan uw verstand verloren Gij
zocht den hoofdman der bandieten op Gij
^rildet eene voorspraak zijn voor de gevan
gene Franschen.
En waarom niet vader Met zijne belof
te voor oogen, kon Leondari my myn vorzoek
die ons de vrijheid bracht Dendergalm
Wij vertalen nog eeue bladzijde uit het
fransch werk van L. deLauzac de Laborie.
Zie bl. 78 van vol. I.
Te Dinant strafte de voorzitter der
boetstraffelijke rechtbank, bestuurder
vau een beschuldigiugjurv met boet en
opschorsing zijner politieke rechten een
oud-kanunnik die, gezien ziju karakter,
weigerde als gezwoorue te zetelen en
deed zijn vonnis met de volgeude, onnoo-
zole bemerkingen voorafgaan.
- Gezien dat de bonzen, priesters, rab-
bijuen, anabaptisten allen burgers ziju
of zijn kunueu....
De Fransche schrijver zegt daarover
Heel fier over dio plompheid (cuistrerie)
hoopt hij dat zij zal dienen als eeu titel
tot het bekomen eener gunst van het
bestuur en hij stuurt ze op aau zijneu
hoofdman die hij noemt burger, mijn
beschermer. -
De kwestie dar processiën bracht hier
en daar ernstige moeilijkheden voort.
Voor de vereenigiug van België mot
Frankrijk (4 thermiilor jaar III. 22 Juli
1795) had eeu besluit van deu afgevaar
digde Giroust, onder voorwendsel de vrij
heid der godsdiensten te doen eerbiedigen
(o die scbijnheiligaard) 1 de processiën
buiten de kerk verboden.
Men had or weiuig rekeniug van ge
houden wanneer de commissaris van Aut-
werpeu in eenen aanval van vlijt zich
inbeeldde dit besluit in to roepen om aan
de priesters te verbieden in de lijkstoeten
aanwezig te zijn en openlijk de berechtin
gen aan de zieken te dragen.
Nota. Do hedendaagsehe Jacobijneu
van Boubaais hebben hetzelfde gedaan.
Om se te verschoonen heb ik reeds socia
listen hooreu zoggen dat zij dat van de
geuzen afgeleerd hadden.
Den 11 Maart 1796 stuurden depries
ters van Antwerpen eenen gezameniijken
brief aan het midden bestuur der Twee-
Nethen (Provincie Autwerpen) dat hun op
een bijtende en scheldende wijze ant
woordde.
Een jaar later randde het volk te Mal-
medy, ia den andereu hoek van België, de
overheid aau en deed de processie uit de
kerk gaan waarin de meycr en zijne waar
dige helpers ze beweerden te houden.
Vau haren kant verbood het midden
bestuur der Dyle (Brabant) door een be
sluit van 3 floréal jaar IV 22 April 1796
de processiëu der Kruisdagen zelfs in de
buitenkantons onder pene van vervolgin
gen voor openbare rusistoornisse.
Niet waar, lezer, wij moeten zingen
levo de Frausche omweuteling, die ons
de lieve vrijheid bracht. Vrijheid immers,
niet waar, dat was het oorbeeld der man
nen, die de boetprocessiën der Kruisdagen
als eene stoornis aanzagen der openbare
rust.
O I Geuzerij.
In Duitschland is de geuzorij even
sterk daar eens geloofden de kleinzonen
bijna niet weigeren. Ik wist dat men hen
ging verminken, dewijl de losprijs niet toege
komen was. Zij zijn Franschen, «lie gevan-
geuen,het zijn onze landgenooten.en ofschoon
ik Frankrijk nooit gezien heb komt het mij
voor dat ik ten minste hen moest trachte'n te
redden.
Mijnheer Lepage verbleekte en zijne stem
beefde, toen hij met eenige bitterheid de vol
geude woorden sprak
Ja, Sofie, ik hen Fransehman, maar ik
haat zelfs den naam van 't land,waar ik gebo
ren heu. Ik kan dus niet het minste mede
gevoel hebben met hen, die gij onze luudge-
nooten noemt. Welaan, kind, vervolg uwe
geschiedenis.
Na mijnen poney op een afgelegen plekje
te hebben vastgebonden, had ik meer dan eeu
uur roudgeloopeu, eu was onder de schaduw
vau eeuen boom ganu zitten, toen ik op eeui-
geu afstand deu broeder van Leonduri zag
voorbijgaan, deuzell'Jen die hier deu hoofd-
rnau van de bandieten was komen bezoeken.
Hij scheen zeer gejaagd en had mij niet
bemerkt. Ik zag hem weldra achter een dicht
struikhoschje verdwyuea ik volgde hem,
zouder de onvoorzichtigheid mijner daad te
overwegen.
Ongelukkig kind riep de heer Lepage
met afgrijzen.
Verder verhaalde Sofie haar avontuur, en
van Voltaire, dat bidden in een bosch op
roer stoken was die de veiligheid van den
Staal bedreigde. Men schoot op vrouwen
eu kinderen eu terzelfdcrtijd mochten on
gestoord socialistische benden de Mar
seillaise schreeuweu iu de straten van
Berlin.
O vrijheid 1 o geusche verdraagzaam
heid
Bet gebruik van den pleister in den
landbouw. Op vele gronden oefent het
gebruik vau den pleister merkwaardige
uitwerksels op den groei der peulvruch
ten.
Zeer werkend,'iu 't algemeen, inde
leemachtige zandgrondou, schijnt de plei
ster gansch onwerkoud te zijn iu de
droogo gronden, alsook iu do koude eu
natte gronden. In deze laatste is de kalk
eu niet de pleister op zijue plaats.
De voordeeligo werking van den plei
ster op de klaver en de klaverplauten
(pfculgewassen) heeft verscheidene uitleg
gingen ontvangen die wij hier niet zulleu
varhalen. Volgens ons is de werking van
dan pleister of kalk-sulfaat grootcudeels
toe to schrijven aan het bijbrengen van
zwavelzuur eu ook aan de scheikundige
werking die hij oefent op de potasch, de
phosphoorzuur eu de magnesium des
grónds, voedende grondstoffen welko do
pleister meer oplosbaar eu, bijgevolg,
meer in den grond versproidt en opueoni-
baar maakt voor de peulgewasscu.
Hetgeen deze uitlegging ondersteunt,
is dat de peulgewasseu welke pleister ont
vangen hebben, bij de ontleding eenen
sterkeren inhoud in deze grondstoffen
erkennen, dan de peulgewasseu welke iu
de zelfde voorwaarden geteeld geeuen
pleister ontvangen hebben.
Do voordeelige working vau den plei
ster bepaalt zich bij de peulgewasseu,
zooals iiet bewezen is door menigvuldige
proeven gsdaau op wortelplanten, graan
gewassen en kruiibloeinige planten op de
welke de werking van den pleister zich
gansch nietig getoond heeft.
In de pas gekalkte gronden, zoowel als
in diegene welke superphosphaat ontvan
gen hebben, (dit meststof bevat altijd
kalk-sulfaat of' pleister) of nog iu die
gronden welke meststoffen ontvangen
hebben die kalksulfaat bevatton, blijft
het gebruik van pleister bijna altijd zon
der uitwerksel.
Meu heeft ook hestatigd, dat de plei
ster, wanueer het jaar droog of te uat is,
minder goede uitwerksels geeft.
De pleister wordt gebruikt iugebakkeu
of ruwen staat. De gebakken pleister
bevat middelbaar 78 per honderd kalk
sulfaat, overeenkomende met ongeveer
48 per honderd zwavelzuur. De gebakken
pleister, het is te zeggeu, hebbende de
bewerking vau bet vuur ondergaan, heeft
zijn water gedeeltelijk verloren, én. laat
zich gemakkelijker in fijn poeder malen
dau de ruwe pleister. Het is deze staat
vau grootere verdeeling alsook zijnen
hoogen rijkdom iu kalk eu zwavelzuur dio
in 't algemeen den voorkeur verwerven
op de ruwe pleister. Om 100 kgr. gebak
ken pleister door ruwen te vervangen
behoeft men vau «leze laatste 125 kgr.
Als debmest is de pleister gebruikt tor
hoeveelheid van 200 tot 400 kg. per hec-
taar. Men strooit den pleister op de peul-
plauten door regen bevochtigd of met
dauw overdekt (op de bladers uitgestrooid
heeft de pleister eene grootere werkzaam
heid dan wanneer hij rechtstreeks op den
grond valt) ofwel iu het voorjaar wauneer
de klaver zijnen wasdom een weinig her
nomen heeft, ofwel iu het najaar eenigen
tijd ua het wegnemen van de laatste
snede, of ua de laatste afweiding.
Het gebruik vau den pleister is des te
meer aan te raden dat de kosten door dit
gebruik veroorzaakt geriug zijn, terwijl
deze meststof slechts ongeveer fr. 2,00
per honderd kilos kost.
L. VAN DEN BERCK,
Landbouw-ingenieur.
De voornamen. De heer minister
van justicie heeft aau de procureurs
generaals eeuen omzendbrief gestuurd
betrekkelijk het misbruik van zekere
voornamen in de geboorte-akten. Men
geeft familienameu op als voorumueu,
hetgeen vau aard is om verwarring iu de
familiën te brengeu.
Deze praktijk is iu tegenstrijd met de
wet, zegt de omzendbrief en kon de offi
cieren van deD burgerlijken stand doen
straffen volgens art. 50 van het burger
lijk wetboek. De goede trouw der ambte
naars aannemende, moet men de voldon
gen feiten niet vervolgen maar voortaan
zulleu de overtreders gestraft worden.
Weet gij waarom do socialistea het
tegenwoordig leger willen vervangen door
de gewapende natie Dat heeft gezel
Smeets uitgelegd in «Ie kamerzitting van
9 december. Hij herinnerde dat ziju
vriend Vandervelde iu 1893 heeft gezegd:
Wy willen het stelsel der gewapende natie
het zou in ieder huisgezin een geweer brengen
om onze instellingen te verdedigen en DES
NOODS OM ZE TE BESTRIJDEN.
Eu gezel Smeets heeft er, blijkens de
Annates parlement aires, bijgevoegd
Dat is klaar en duidelijk Dus, wij willen
de gewapende natie, elk voorzien vau zijn
geweer elk voor plicht hebbende het laud te
verdedigen indien het bedreigd is en, wij
verbergen het niet, indien het gebeurde dat de
regeering iou willen handelen, tegen den wil der
natie, mij zouden haar toonsn dat deze laatste
altijd meester moet blijven.
Eindelijk, toeu do beer Hoyois eene
brok voorlas uil een lied door de socia
listen uitgegeven en waarin onder andere
voorkomt
Laat ons de werkstaking op de legers toe
passen. De kolf omhoog eude rangen ver
broken I Indien die menscheneters hard
nekkig ziju Ow van ons helden te maken
Zij zullen woldra weteu dat onze kogels
ZULLEN BESTEMD ZIJN VOOR ONZE
EIGENE GENERAALS.
Toon riep diezelfde gezel Smeets uit
Zeer wel 1
Ziedaar eene duidelijke verklaring,
welke de kiezers zulleu onthouden
toen zij op de nederigste wijze meldde hoe zij
zich tnsschen de roovers had geworpen, riep
haar vader met de grootste entroeriug uit
Groote Hemel Sofie Maar ik her
haal het, gij waart krankzinnig op dit oogeu-
blik. Ongelukkige ducht gij dau niet aan
het lot dat u wellioht wachtte.
Neon,ik dacht alleen aan de ongelukkige R
gevangenen. Ik heb Leondari gesmeekt heu
in vrijheid te stellen, hij heeft mij dit toege
staan eu zij zijn reeds op weg naar Athene.
En die bandiet heeft a laten heengaan,
nu gij zijnen schuilhoek kendet?...
Eerst wilde hij mij houden, maar ik heb
gezworen hem niet te verraden, en toeu heeft
hij mijn vertrek toegestaan. Ik begryp dat ik
vermetel ben geweest nochtans na «Ion goe
den uitslag dien ik gehad heb,betreur ik mijn
gediag niet'tis aan mij, dat die Franschen
hunne vrijheid te danken hebben en het «dak
hunne ooren te hebben behouden, welker
verlies hun vreeselijk zou misvormd bobbeu.
De graaf Alfred Beaucourt, die een man is
van zeer hoog aanzien, heeft mij ook met
warmte zijne diepe erkentelijkheid betuigd.
Ik begrijp mijne dochter, dat ik u te
veel vrijheid heb gelaten, sprak mijnheer
Lepage op erustigen toon. Het avontuur vau
dezen dag zal voortaan voor mij eene oorzaak
van ongerustheid ziju. Van 't oogenblik dat
do roovers weten, dat zij in uwe macht zyn,
zullen zij u wantrouwen. Leondari heoft u
zijne schuld afgedaan en zal zich vrij geloo-
ven u voortaan te vervolgen. Sofie, ik voorzie
dat deze jammerlijke zaak one voor de toe
komst veel zorg zal baren, en in moeilijkhe
den zal brengen.
Vader riep het meisje ongeloovig uit.
llij maakte zich zacht van haar los, stond
op eu liep onrustig de kamer op en nsêr.
Wy zullen uit het toevluohtsoord ver
dreven worden, waar ik mij vijftien jaren
lang verborgen hield, riep hij uit en zyne
stem verried ernstigen kommer en groote
smart. Na eene zekerheid van jaren lang,
naakt wederom het gevaar. Ik deuk niet aan
mij zalven, want ik heb reeds zooveel ellende
ondervonden als een inensch verdragon kan,
maar ik vrees voor u, Sofie. Gij moogt onzen
oigendom, niet weder zonder geleide verlaten.
Gij moet uwe eenzame ridjes en wandelingen
opgeven.
Dat zal ik ook. Gij maakt mij bevreesd.
Maar Leondari zal het niet wagen mij leed te
doeu en wat zou ik anders te vreezen hebben?
Dat kan ik u niet zeggen, miine doch
ter Ik hen angstig en bekommerd. Als
Leondari het u lastig maakt, dan moeten wij
ons huis, dan moeten wij Griekenland ver
laten.
Do oogen van het meisje schitterden.
O I dat is myn eenigste verlangen 1 riep zij
Kiezevg te Dexdermoxde.
P> iester Daens is, van op 't einde der
verledene week, in de Volkskaraer, met
gecue oogen meer te zion eeweest. Onze
vierde man doorloopt vol affairons gansch
t Arrondissement van Dendermonde.
Heden trekt hij naar Dendermonde en
Wetteren en omstreken, 's anderdaags
naar Zele en Hamme, in een woord, aüe
steden, dorpen en gehuchten worden
bezocht en overal stelt hij zich in be
trekking met de grootste geuzen, met
heden dio meer dan 30 paascheieren in
hun korfje liggen hebben on die nooit
den voet in eene kerk of kapel zetten.
De huizen der catholieken gaat hij
voorbij hij weet ze niet wonen...
Dijnsdag is onzo vierde man naar
Antwerpen getrokken om renfort, in
t Vlaamsen, om de hulp in te roepon van
Lebou on Pauwels.
Onzo vierde man dio vroeger nooit an-
»e,Z",ekUsreiKb-
Eenige beweren dat het is omdat hii
nu voor de negen niet moer reizen durft
sedert dat hy te Gent is geknipt geweest
als bij vergeten bad een koepon te nemen
Ze kunnen gelijk hebbou, doch wij
denken dat hy veeleer in 3' kla. reist
™en e"S °P J°a treil1 ku,m(JI1
Wat er dan ook van zij, 't is een onbe
twistbaar feit dat priester Daens met
eene ware razernij het Arrondissement
van Dendermonde van noord naar zuid
van oost naar west doorloopt om dei
cath candidaat, M. Thibbaut, door alle
middelon, zelfs oneerlijke te bevechten.,.
Onloochenbaar is het ook dat de
cbnsteuo democraten, alias de groene
socialisten, maar besloten hebbei den
stryd te wagen wanneer zij de ov.rtui-
giug hadden dat do liberalen besloten
hadden den strijd te ontvluchten
Moesten de liberalen den strijd besloten
hebben, de groene socialisten zoudan niet
te voorschijn zyn gekomen, want dan zou
men kunnen bestatigon hebben wat dood-
arm en belachelijk kliekje ze samenstellen
En dank aan de stemmen der liberalen
zal hun candidaat nu een min of meer
aanzienlijk getal stemmen bekomen en in
den schijn een beter voorkomen hebbenl
Hier te Aalst in 1894, stemden de li-
beralen ook allen als een man voor de
groeno socialisten en zonder hunne stem
men waar zou priester Daens heden heb-
hen gezeten
Eu zeggen, geachte menschen, dat
b'i,.uiu inenscnen, dat
priester Daens, oen catholieke priester
den candidaat der catholieke Arlii u
Dendermonde bestrijdt met eeno bard-
npL-L-:---lw>irl .lm nn#> i --
u*ainJut met eeno hard
nekkigheid die nog nergens bij de grootste
geuzen is hestatigd geworden.
Geachte menschen, wij vragen het n
Mag priester Daens, zijn verledene daar-
gelaten, m tegenwoordigheid alleenlijk
vau t gene hy op 't oogenblik in 't Arron
dissement van Dendermonde verricht
zich nog cutholick uoemon
Wat ons betreft wij antwoorden: Neen.
want die aldus handelt is geen catholiek
meer, t is een verrader die naar 't liberale
kamp is overgeloopen I
uit ik houd veel van bot land der Hellenen,
maar ik hen die eenzaamheid, die afzonde^
ring moede. Waarom zouden wy niet naar
Frankrijk gaan
Ik zal Frankrijk nooit kunnen weerzien,
zegde hij. Dug daarover geen woord moer,
Sofie, ik bid het u I
Nooit had het meisje haren vader zoo over
hot laud barer geboorte hooren «prekon.
Nimmer had hij iets tegen haar gezegd, noeh
over hare familie, noch over hare jeugd, noch
over de oorzaak van zijn verblijf in Grieken
land. Nimmer had hij haar over hare moeder
gesproken. Ook had zij instinktmatig begre
pen, dat er een smartelijk geheim bestond
in het leven van den banneling, en zij had
er zich wol voor gewacht hem over het verle
den te ondervragen.
Arme vader riep eij uit, zich om zynen
hals werpende, gij hebt veel verdriet gehad I
Is het... is het de dood van moeder
Mijnheer Lepage verbleekte.
Zwijg Sofie, sprak hy met heeeche stem.
Spreek mij niet over haar het verleden moet
voor u een geheim blyven, in het belang van
uw geluk.
Het meisje huiverde. Wat konden de
woorden van haren vader bsteekenen
(WORDT VOORTGEZET.)