Zondag 26 December 1897. 5 centiemen per nummer. 35s,c Jaar 5222 PREMIE. De Moordenaar? Landbouw. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Zalige Kerstnacht. O die lieve omwenteling Gewapende Natie. DE DENDER Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Land. 5 Cuique 8tium. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00Vonnissen o* 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 25 December 1897. Eene overeenkomst ge sloten met den heer Palatzky, photograaf tê Aalst, laat ons toe aan al onze geachte lezers, gedu rende de maanden December en Januari aanst., een prachtig groot portret te bezorgen. Men hoeft ons slechts eene goed gelijkende photografie van eenen levenden ot overleden persoon met cene som van 9 franks te la ten geworden, en na 15 dagen zal men het vergroot portret ontvan gen. De ingezonden photograf'ie wordt ongeschonden terug gegeven. De faam van den uitvoerder is de zekere waarborg van eene spre kende gelijkenis en van schoon en verzorgd werk. Wie een abonnement op DentIei*I>ocle voor 'tjaar 1898 neemt, zal van heden tot nieuwjaar ons blad gratis ontvangen. Mei den winter was ook armoede en ellende in menig huisgezin teruggekeerd. In een klein dorpje van Kwas de winter bezouder bard voor de arme lie den die uiet weinig van ontbeeriug te lijden hadden.... Wie zou bet kunnen verduren Wie zou het kuuuen over zijn hart laten gaan Nog nooit bad men in het hutje van Jan den boutakker een Kerstboomtje ontbeerd, 't welk ieder jaar vreugde en genoegen aan zijne kleinen verschafte.... en nu voor de eerste maal was die vreug de, dit genot heu ontzegd men zou genoodzaakt ziju zouder Kersttakje 's Heilauds geboortefeest te vieren. Leefde vader nog, zuchte de kleinste zuster, oh dan hadden wij voorzeker 't geliefde hoorntje de goede xan bracht er telken maal een meè van 't bosch, want daarvoor zorgde de oude bosch- wacbter, zijn vriend. De weg is lang en moeilijk, nooit zou de arme weduwe, de arme zieke moeder hem kunnen afleggen, ze viel wellicht uitgeput en vermoeid, doch, kan de oud ste zuster vaders taak uiet overnemen en zelve bij den ouden boschwachter gaan en aldus moeder, broeders en zusters met bet zoo verlangde takje verrasseD Maar, ueen, de kleine Frans zou er zich meê gelasten bij zal de vreugde bij de zijnen terug brengen.... WIE IS NAAR 11ET HOOGDUITSCH van EDUARD WAGNER. VERVOLG. Zoodra het maal was afgeloopeii, begaven zij zich naar den ealon juffrouw Lepage zette zich aan de piano en speelde met veel talent eene heerlijke opera en zong met bare ■choone altoatem verscheidene liederen. Kom bij mij zitten, Sófie, zegde haar vader, toen zij ophield mot zingen. Gij hebt mij uwe avonturen van dezen dag niet ver teld, gelijk gij gewoon zijt eiken avond te doen, en toch zijt gij lang uit gowoest. Hot is niet mogelijk dat u niet iets is wedervaren, dat stof levert voor een verhaal voor dezen avond. Soiie aarzelde geen oogezblik maar daar zij gewoon was niets voor haren vader te ontveinzen, besloot zij haar bezoek aan het hol der bandieten te vertellen. Inderdaad, vader, ik heb een avontuur gehad, maar ik moet bekennen, dat ik het gezocht heb en zelfs, dat ik zeer vermetel ben geweest. Gy herinnert u Leuudari, dien ge- wouden zieke,welke wij verleden jaar hadden opgenomen. Zoo gedacht zoo gedaan, en eenige uren alvoor de klokken de geboorte des Hei- lands zouden aankonden,vertrekt Fransje ongemerkt, in stilte naar 't woud bij den boschwachter. De oude man was gansch versteld toon hij, reeds zoo laat in den avond,'t bezoek ontving van den armen knaap, toch was bij verheugd 't angstig, 't smeekend zoon tje van ziju overleden vriend gelukkig le maken, waut zoodra hij 't verlangen van Fransje kende ging hij met hem naar 't bosch, en stelde hem in 't bezit van een schoonen pijn tak. Over gelukkig eu stra lend van vreugd ijlt nu Fransje met zijn kostbare vracht de lange baan over naar de ouderlijke hut. Do avoud had reeds de natuur in 't zwart gehuld, en do klokken zonden hun blij geluid,als een lofzang ten hemel. Met snelle schreden vloog Fransje de wit besneeuwde vlakte over, waar alleen ile knoestige wilgentakkeu van tijd tot tijd een gebaanden weg aanwezen. Dichte sneeuwvlokken dwarrelden steeds nog altijd door elkauder en zonken snel ter aarde neer, en de schemering met den vallende sneeuw verwekten eene slapende natuur in de bladerlooze vlakte. En hooger zwelt de sneeuw onder den voet van den haastigen knaap. Alras, zal de nu nog vurige kracht voor afgematheid moeteu wijken. Immer met den zelfden moed bezield, snelt de kleine Frans hutte- waarts, om vreugde, om eene genoeglijk feest aan de zijnen te verschaffen, dat ze misschien zouder hem hadden ontbeerd. Ofschoon de arme kleine al zijne krach ten samenvatte, kon hij niet langer meer aan de vermoeidheid weêrstaan, en was reeds tweemaal op 't killige pluimenbed neergezonken, want de bange stilte, 't dwarrelen en 't ruisschen vau den val lende sneeuw, de grauwe avoudlucht, in een woord, al wat den hongerige knaap omringde maakte hem moedeloos, zoodat alle kracht om zijnen weg voort te zetten hem schielijk verlaten had. Eindelijk viel hij voor de derde maal uitgeput in 't sueeuwbed neder, voor één oogenklik wilt hij rusten en dan wederom met nieuwen moed, met nieuwe krachten huiswaarts ijlen want het wordt reeds laat. Giuds in de verte aan 't «inde der metelooze vlakte schemert reeds het licht der eerste woningen van 't kleine dorp- ken, en terwijl de knaap den reeds om- floersden blik daarheeu richt, legt bij op eens zijn blond hoofdje slaperig ueêr het boomtakje outviel zijne teedere hand, zijn oogjes sluiten zich en krachteloos zinkt ziju kopje in de reinwitte sueeuw. Hij droomde lief, hij ruste zacht, de kleine aan den dood gewijdeu slaper.... Nieuwe tooneu klonken aau ziju oor, en ééu Engel '.vit als sneeuw, met gulden kroon weukt hem toe Kom, arme lieve knaap, kom vermaak u meê Doodelijk tast de killige vorst Fransjes hart aan, en, in zijn droom, klimt zijn reine ziel bij 't Kerstkindje om te samen met de Engelen voor eeuwig, zalige Kerstuacht te vieren.. Zeker, en 't heeft my altijd berouwd, te hebben toegestaan dat men dien schurk in oui huis bracht maar ik wist toon niet, met wien ik te doen had. Welnu, nadat ik gisteren avoud iu het dagblad van Athene het bericht had gelezen betredende de arme Franschen, welke iu hun ne handen waren gevallen, is het mij den geheelen u^cht onmogelijk geweest een oogen- blik de oogen te sluiten en den geheelen voor middag dacht ik aan hen. Dezen middag ken ik naar de bergen gegaan om daar Leondari to ontmoeten, ten einde hem ten gunsto van die ougelukkigen over te halen. Sofie wat zegt gij daar Maar vader, gij weet immers zeer goed, dat Leondari mij nooit kwaad zal doen. Voor hij van ons weg ging, heeft hij de plechtige belofte gedaau mij zijne schuld met woeker te zullen betalen dat waren zijne woorden als de gelegenheid zich ooit voordeed ons ten dienst, te zijn.Ik wist dat hij eene schuilplaats in de bergen bad, maar... Nooit in mijn leven hoorde ik zulk een waanzinnig denkbeeld riep haar vader uit. Sofie, hadt gij dan uw verstand verloren Gij zocht den hoofdman der bandieten op Gij ^rildet eene voorspraak zijn voor de gevan gene Franschen. En waarom niet vader Met zijne belof te voor oogen, kon Leondari my myn vorzoek die ons de vrijheid bracht Dendergalm Wij vertalen nog eeue bladzijde uit het fransch werk van L. deLauzac de Laborie. Zie bl. 78 van vol. I. Te Dinant strafte de voorzitter der boetstraffelijke rechtbank, bestuurder vau een beschuldigiugjurv met boet en opschorsing zijner politieke rechten een oud-kanunnik die, gezien ziju karakter, weigerde als gezwoorue te zetelen en deed zijn vonnis met de volgeude, onnoo- zole bemerkingen voorafgaan. - Gezien dat de bonzen, priesters, rab- bijuen, anabaptisten allen burgers ziju of zijn kunueu.... De Fransche schrijver zegt daarover Heel fier over dio plompheid (cuistrerie) hoopt hij dat zij zal dienen als eeu titel tot het bekomen eener gunst van het bestuur en hij stuurt ze op aau zijneu hoofdman die hij noemt burger, mijn beschermer. - De kwestie dar processiën bracht hier en daar ernstige moeilijkheden voort. Voor de vereenigiug van België mot Frankrijk (4 thermiilor jaar III. 22 Juli 1795) had eeu besluit van deu afgevaar digde Giroust, onder voorwendsel de vrij heid der godsdiensten te doen eerbiedigen (o die scbijnheiligaard) 1 de processiën buiten de kerk verboden. Men had or weiuig rekeniug van ge houden wanneer de commissaris van Aut- werpeu in eenen aanval van vlijt zich inbeeldde dit besluit in to roepen om aan de priesters te verbieden in de lijkstoeten aanwezig te zijn en openlijk de berechtin gen aan de zieken te dragen. Nota. Do hedendaagsehe Jacobijneu van Boubaais hebben hetzelfde gedaan. Om se te verschoonen heb ik reeds socia listen hooreu zoggen dat zij dat van de geuzen afgeleerd hadden. Den 11 Maart 1796 stuurden depries ters van Antwerpen eenen gezameniijken brief aan het midden bestuur der Twee- Nethen (Provincie Autwerpen) dat hun op een bijtende en scheldende wijze ant woordde. Een jaar later randde het volk te Mal- medy, ia den andereu hoek van België, de overheid aau en deed de processie uit de kerk gaan waarin de meycr en zijne waar dige helpers ze beweerden te houden. Vau haren kant verbood het midden bestuur der Dyle (Brabant) door een be sluit van 3 floréal jaar IV 22 April 1796 de processiëu der Kruisdagen zelfs in de buitenkantons onder pene van vervolgin gen voor openbare rusistoornisse. Niet waar, lezer, wij moeten zingen levo de Frausche omweuteling, die ons de lieve vrijheid bracht. Vrijheid immers, niet waar, dat was het oorbeeld der man nen, die de boetprocessiën der Kruisdagen als eene stoornis aanzagen der openbare rust. O I Geuzerij. In Duitschland is de geuzorij even sterk daar eens geloofden de kleinzonen bijna niet weigeren. Ik wist dat men hen ging verminken, dewijl de losprijs niet toege komen was. Zij zijn Franschen, «lie gevan- geuen,het zijn onze landgenooten.en ofschoon ik Frankrijk nooit gezien heb komt het mij voor dat ik ten minste hen moest trachte'n te redden. Mijnheer Lepage verbleekte en zijne stem beefde, toen hij met eenige bitterheid de vol geude woorden sprak Ja, Sofie, ik hen Fransehman, maar ik haat zelfs den naam van 't land,waar ik gebo ren heu. Ik kan dus niet het minste mede gevoel hebben met hen, die gij onze luudge- nooten noemt. Welaan, kind, vervolg uwe geschiedenis. Na mijnen poney op een afgelegen plekje te hebben vastgebonden, had ik meer dan eeu uur roudgeloopeu, eu was onder de schaduw vau eeuen boom ganu zitten, toen ik op eeui- geu afstand deu broeder van Leonduri zag voorbijgaan, deuzell'Jen die hier deu hoofd- rnau van de bandieten was komen bezoeken. Hij scheen zeer gejaagd en had mij niet bemerkt. Ik zag hem weldra achter een dicht struikhoschje verdwyuea ik volgde hem, zouder de onvoorzichtigheid mijner daad te overwegen. Ongelukkig kind riep de heer Lepage met afgrijzen. Verder verhaalde Sofie haar avontuur, en van Voltaire, dat bidden in een bosch op roer stoken was die de veiligheid van den Staal bedreigde. Men schoot op vrouwen eu kinderen eu terzelfdcrtijd mochten on gestoord socialistische benden de Mar seillaise schreeuweu iu de straten van Berlin. O vrijheid 1 o geusche verdraagzaam heid Bet gebruik van den pleister in den landbouw. Op vele gronden oefent het gebruik vau den pleister merkwaardige uitwerksels op den groei der peulvruch ten. Zeer werkend,'iu 't algemeen, inde leemachtige zandgrondou, schijnt de plei ster gansch onwerkoud te zijn iu de droogo gronden, alsook iu do koude eu natte gronden. In deze laatste is de kalk eu niet de pleister op zijue plaats. De voordeeligo werking van den plei ster op de klaver en de klaverplauten (pfculgewassen) heeft verscheidene uitleg gingen ontvangen die wij hier niet zulleu varhalen. Volgens ons is de werking van dan pleister of kalk-sulfaat grootcudeels toe to schrijven aan het bijbrengen van zwavelzuur eu ook aan de scheikundige werking die hij oefent op de potasch, de phosphoorzuur eu de magnesium des grónds, voedende grondstoffen welko do pleister meer oplosbaar eu, bijgevolg, meer in den grond versproidt en opueoni- baar maakt voor de peulgewasscu. Hetgeen deze uitlegging ondersteunt, is dat de peulgewasseu welke pleister ont vangen hebben, bij de ontleding eenen sterkeren inhoud in deze grondstoffen erkennen, dan de peulgewasseu welke iu de zelfde voorwaarden geteeld geeuen pleister ontvangen hebben. Do voordeelige working vau den plei ster bepaalt zich bij de peulgewasseu, zooals iiet bewezen is door menigvuldige proeven gsdaau op wortelplanten, graan gewassen en kruiibloeinige planten op de welke de werking van den pleister zich gansch nietig getoond heeft. In de pas gekalkte gronden, zoowel als in diegene welke superphosphaat ontvan gen hebben, (dit meststof bevat altijd kalk-sulfaat of' pleister) of nog iu die gronden welke meststoffen ontvangen hebben die kalksulfaat bevatton, blijft het gebruik van pleister bijna altijd zon der uitwerksel. Meu heeft ook hestatigd, dat de plei ster, wanueer het jaar droog of te uat is, minder goede uitwerksels geeft. De pleister wordt gebruikt iugebakkeu of ruwen staat. De gebakken pleister bevat middelbaar 78 per honderd kalk sulfaat, overeenkomende met ongeveer 48 per honderd zwavelzuur. De gebakken pleister, het is te zeggeu, hebbende de bewerking vau bet vuur ondergaan, heeft zijn water gedeeltelijk verloren, én. laat zich gemakkelijker in fijn poeder malen dau de ruwe pleister. Het is deze staat vau grootere verdeeling alsook zijnen hoogen rijkdom iu kalk eu zwavelzuur dio in 't algemeen den voorkeur verwerven op de ruwe pleister. Om 100 kgr. gebak ken pleister door ruwen te vervangen behoeft men vau «leze laatste 125 kgr. Als debmest is de pleister gebruikt tor hoeveelheid van 200 tot 400 kg. per hec- taar. Men strooit den pleister op de peul- plauten door regen bevochtigd of met dauw overdekt (op de bladers uitgestrooid heeft de pleister eene grootere werkzaam heid dan wanneer hij rechtstreeks op den grond valt) ofwel iu het voorjaar wauneer de klaver zijnen wasdom een weinig her nomen heeft, ofwel iu het najaar eenigen tijd ua het wegnemen van de laatste snede, of ua de laatste afweiding. Het gebruik vau den pleister is des te meer aan te raden dat de kosten door dit gebruik veroorzaakt geriug zijn, terwijl deze meststof slechts ongeveer fr. 2,00 per honderd kilos kost. L. VAN DEN BERCK, Landbouw-ingenieur. De voornamen. De heer minister van justicie heeft aau de procureurs generaals eeuen omzendbrief gestuurd betrekkelijk het misbruik van zekere voornamen in de geboorte-akten. Men geeft familienameu op als voorumueu, hetgeen vau aard is om verwarring iu de familiën te brengeu. Deze praktijk is iu tegenstrijd met de wet, zegt de omzendbrief en kon de offi cieren van deD burgerlijken stand doen straffen volgens art. 50 van het burger lijk wetboek. De goede trouw der ambte naars aannemende, moet men de voldon gen feiten niet vervolgen maar voortaan zulleu de overtreders gestraft worden. Weet gij waarom do socialistea het tegenwoordig leger willen vervangen door de gewapende natie Dat heeft gezel Smeets uitgelegd in «Ie kamerzitting van 9 december. Hij herinnerde dat ziju vriend Vandervelde iu 1893 heeft gezegd: Wy willen het stelsel der gewapende natie het zou in ieder huisgezin een geweer brengen om onze instellingen te verdedigen en DES NOODS OM ZE TE BESTRIJDEN. Eu gezel Smeets heeft er, blijkens de Annates parlement aires, bijgevoegd Dat is klaar en duidelijk Dus, wij willen de gewapende natie, elk voorzien vau zijn geweer elk voor plicht hebbende het laud te verdedigen indien het bedreigd is en, wij verbergen het niet, indien het gebeurde dat de regeering iou willen handelen, tegen den wil der natie, mij zouden haar toonsn dat deze laatste altijd meester moet blijven. Eindelijk, toeu do beer Hoyois eene brok voorlas uil een lied door de socia listen uitgegeven en waarin onder andere voorkomt Laat ons de werkstaking op de legers toe passen. De kolf omhoog eude rangen ver broken I Indien die menscheneters hard nekkig ziju Ow van ons helden te maken Zij zullen woldra weteu dat onze kogels ZULLEN BESTEMD ZIJN VOOR ONZE EIGENE GENERAALS. Toon riep diezelfde gezel Smeets uit Zeer wel 1 Ziedaar eene duidelijke verklaring, welke de kiezers zulleu onthouden toen zij op de nederigste wijze meldde hoe zij zich tnsschen de roovers had geworpen, riep haar vader met de grootste entroeriug uit Groote Hemel Sofie Maar ik her haal het, gij waart krankzinnig op dit oogeu- blik. Ongelukkige ducht gij dau niet aan het lot dat u wellioht wachtte. Neon,ik dacht alleen aan de ongelukkige R gevangenen. Ik heb Leondari gesmeekt heu in vrijheid te stellen, hij heeft mij dit toege staan eu zij zijn reeds op weg naar Athene. En die bandiet heeft a laten heengaan, nu gij zijnen schuilhoek kendet?... Eerst wilde hij mij houden, maar ik heb gezworen hem niet te verraden, en toeu heeft hij mijn vertrek toegestaan. Ik begryp dat ik vermetel ben geweest nochtans na «Ion goe den uitslag dien ik gehad heb,betreur ik mijn gediag niet'tis aan mij, dat die Franschen hunne vrijheid te danken hebben en het «dak hunne ooren te hebben behouden, welker verlies hun vreeselijk zou misvormd bobbeu. De graaf Alfred Beaucourt, die een man is van zeer hoog aanzien, heeft mij ook met warmte zijne diepe erkentelijkheid betuigd. Ik begrijp mijne dochter, dat ik u te veel vrijheid heb gelaten, sprak mijnheer Lepage op erustigen toon. Het avontuur vau dezen dag zal voortaan voor mij eene oorzaak van ongerustheid ziju. Van 't oogenblik dat do roovers weten, dat zij in uwe macht zyn, zullen zij u wantrouwen. Leondari heoft u zijne schuld afgedaan en zal zich vrij geloo- ven u voortaan te vervolgen. Sofie, ik voorzie dat deze jammerlijke zaak one voor de toe komst veel zorg zal baren, en in moeilijkhe den zal brengen. Vader riep het meisje ongeloovig uit. llij maakte zich zacht van haar los, stond op eu liep onrustig de kamer op en nsêr. Wy zullen uit het toevluohtsoord ver dreven worden, waar ik mij vijftien jaren lang verborgen hield, riep hij uit en zyne stem verried ernstigen kommer en groote smart. Na eene zekerheid van jaren lang, naakt wederom het gevaar. Ik deuk niet aan mij zalven, want ik heb reeds zooveel ellende ondervonden als een inensch verdragon kan, maar ik vrees voor u, Sofie. Gij moogt onzen oigendom, niet weder zonder geleide verlaten. Gij moet uwe eenzame ridjes en wandelingen opgeven. Dat zal ik ook. Gij maakt mij bevreesd. Maar Leondari zal het niet wagen mij leed te doeu en wat zou ik anders te vreezen hebben? Dat kan ik u niet zeggen, miine doch ter Ik hen angstig en bekommerd. Als Leondari het u lastig maakt, dan moeten wij ons huis, dan moeten wij Griekenland ver laten. Do oogen van het meisje schitterden. O I dat is myn eenigste verlangen 1 riep zij Kiezevg te Dexdermoxde. P> iester Daens is, van op 't einde der verledene week, in de Volkskaraer, met gecue oogen meer te zion eeweest. Onze vierde man doorloopt vol affairons gansch t Arrondissement van Dendermonde. Heden trekt hij naar Dendermonde en Wetteren en omstreken, 's anderdaags naar Zele en Hamme, in een woord, aüe steden, dorpen en gehuchten worden bezocht en overal stelt hij zich in be trekking met de grootste geuzen, met heden dio meer dan 30 paascheieren in hun korfje liggen hebben on die nooit den voet in eene kerk of kapel zetten. De huizen der catholieken gaat hij voorbij hij weet ze niet wonen... Dijnsdag is onzo vierde man naar Antwerpen getrokken om renfort, in t Vlaamsen, om de hulp in te roepon van Lebou on Pauwels. Onzo vierde man dio vroeger nooit an- »e,Z",ekUsreiKb- Eenige beweren dat het is omdat hii nu voor de negen niet moer reizen durft sedert dat hy te Gent is geknipt geweest als bij vergeten bad een koepon te nemen Ze kunnen gelijk hebbou, doch wij denken dat hy veeleer in 3' kla. reist ™en e"S °P J°a treil1 ku,m(JI1 Wat er dan ook van zij, 't is een onbe twistbaar feit dat priester Daens met eene ware razernij het Arrondissement van Dendermonde van noord naar zuid van oost naar west doorloopt om dei cath candidaat, M. Thibbaut, door alle middelon, zelfs oneerlijke te bevechten.,. Onloochenbaar is het ook dat de cbnsteuo democraten, alias de groene socialisten, maar besloten hebbei den stryd te wagen wanneer zij de ov.rtui- giug hadden dat do liberalen besloten hadden den strijd te ontvluchten Moesten de liberalen den strijd besloten hebben, de groene socialisten zoudan niet te voorschijn zyn gekomen, want dan zou men kunnen bestatigon hebben wat dood- arm en belachelijk kliekje ze samenstellen En dank aan de stemmen der liberalen zal hun candidaat nu een min of meer aanzienlijk getal stemmen bekomen en in den schijn een beter voorkomen hebbenl Hier te Aalst in 1894, stemden de li- beralen ook allen als een man voor de groeno socialisten en zonder hunne stem men waar zou priester Daens heden heb- hen gezeten Eu zeggen, geachte menschen, dat b'i,.uiu inenscnen, dat priester Daens, oen catholieke priester den candidaat der catholieke Arlii u Dendermonde bestrijdt met eeno bard- npL-L-:---lw>irl .lm nn#> i -- u*ainJut met eeno hard nekkigheid die nog nergens bij de grootste geuzen is hestatigd geworden. Geachte menschen, wij vragen het n Mag priester Daens, zijn verledene daar- gelaten, m tegenwoordigheid alleenlijk vau t gene hy op 't oogenblik in 't Arron dissement van Dendermonde verricht zich nog cutholick uoemon Wat ons betreft wij antwoorden: Neen. want die aldus handelt is geen catholiek meer, t is een verrader die naar 't liberale kamp is overgeloopen I uit ik houd veel van bot land der Hellenen, maar ik hen die eenzaamheid, die afzonde^ ring moede. Waarom zouden wy niet naar Frankrijk gaan Ik zal Frankrijk nooit kunnen weerzien, zegde hij. Dug daarover geen woord moer, Sofie, ik bid het u I Nooit had het meisje haren vader zoo over hot laud barer geboorte hooren «prekon. Nimmer had hij iets tegen haar gezegd, noeh over hare familie, noch over hare jeugd, noch over de oorzaak van zijn verblijf in Grieken land. Nimmer had hij haar over hare moeder gesproken. Ook had zij instinktmatig begre pen, dat er een smartelijk geheim bestond in het leven van den banneling, en zij had er zich wol voor gewacht hem over het verle den te ondervragen. Arme vader riep eij uit, zich om zynen hals werpende, gij hebt veel verdriet gehad I Is het... is het de dood van moeder Mijnheer Lepage verbleekte. Zwijg Sofie, sprak hy met heeeche stem. Spreek mij niet over haar het verleden moet voor u een geheim blyven, in het belang van uw geluk. Het meisje huiverde. Wat konden de woorden van haren vader bsteekenen (WORDT VOORTGEZET.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1897 | | pagina 1