Zondig 13 Februari 1898.
3 centiemen per nummer.
33- Jaar 8256
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Onnoozele
beschuldigingen.
De Moordenaar?
Naar den afgrond
0
W
VOORDRACHT
Broodroof.jZlZ%n?%
a
a
DE DENDERBODE.
Dit blad varschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteek#ning van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
v«or de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwilantiën door de Post ont-
vaigen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en ia alle Postkantoren des Land.
Guique euum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnistea ep
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegea daa
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden tea Bareeie
van dit blad.
Aalst, 12 Februari 1898.
Men mag het zeggen M. de advocaat
De Backer heeft eenen bewaarder, eenen
katholiek op zijnen neus, die hem niet
toelaat te slapen. Van alle gelegenheid
en hij trekt deze dikwijls bij het hair
maakt hij gebruik om de katholieken
aan te vallen en in de oogen zijner lezers
verdacht te maken.
Zoudt gij het ooit gelooven, beste lezer,
dat het verschijnen van het boek van eenen
ontgoochelden socialist hem toeliet eens
ferm op de kappe te zitten van de katho
lieken, eens fel, en laat ons ook zeggen,
huichelachtig tegen de bewaarders te
donderen.
Volgens den zeer geleerden heer advo
caat hebben zij ongelijk, groot ongelijk
gehad op het werk van De Witte in te
teekenen en het zelfs in handen van be
kwame werklieden te brengen
Nooit zult gij denken welk groot kwaad
die heeren hebben bedreven 1 Ik zal het
maar aanstonds zeggen volgen» M. De
Backer hebben zij het middel gevonden
om de grondgedachte van het socialism
onder het volk te doen verspreiden.
Alzoo doende, loopt men, volgens dou
schranderen advocaat van Denderhautem,
groot gevaar den laatsten werkman naar
socialism te voeren.
Gij zult u misschien afvragen, beste
lezer, waarom dit alles gebeuren zal en
op welke redens M. de schrandere rechts
geleerde, zich steunt om zoo eene kolos
saalheid van belaug door zijne kortzich
tige lezers te doen slikken
Hier is het in twee woorden - De
Witte in zijne vlugschriften bemorst al
leen personende zaak, de grondge
dachte, de économische strekking laat hij
gansch onaangeroerd, n
Of te wel is M. De Backer op weg naar
Gheel, ofte wel heeft hij met opzet gelo
gen. Hij mag kiezen tusschen beide maar
niet eene vind ik fel eerbaar voor eenen
toekomenden volksvertegenwoordiger of
voor den feilen pretendent die hij is.
Eenmaal zoo goed op weg blijft hij'niet
't halverwege steken en hij gaat voort.
Dit maal speelt hij profeet
- En hij (Pol De Witte) bewijst aan het
socialistisch stelsel meer diensten dan
Anseele er ooit heeft bewezen
Ook zou het mij geenzins verwonde
ren moest De Witte heên of morgen,
weerom in Vooruit worden ontvangen
met trom en trompet, en begroet als den
grooten bevorderaar der socialische ge
dachten en zelfs met een standbeeld wor
den vereerd.
wj. gaan niet verder daar is immers
eene vijze aan los en dwaasheden bespre
ken dat kunnen wij niet. Wij hebben veel
medelijden met dezen die zoo kortzichtig
zouden zijn om dit onnoozel en saamhau-
gend gezwets van dien advocaat te slikken.
WIE IS
NAAR HET HOOGDUITSCH
▼au
EDUARD WAGNER.
If* VERVOLG.
Ik heb mij nog niet tot uw hart gewend.
Ik ben niet gewoon op dezelfde wijze de hand
van eene vrouw te werven, als andere mannen
het plegen te doen, antwoordde Leondari. Ik
smeek u mijne vrouw te worden en ik wil
eene geestelijken opzoeken, die onB trouwt.
Als gij het verkiest kunt gij iu het huiB van
uweu vader verblijven, tot gy gewoon zijt
geworden aan de eervolle plaats, welke gij
onder ons inneemt. Ik bemin u, scboone Sofie.
Ik heb u lief gehad van het eerste oogenblik
af dat ik u zag maar ik zou het nooit ge
waagd hebben n, mijne liefde te verklaren,
haddet gij den moed niet gehad, mij in mijn
bol op te zoeken. Gij scheent mij zoo onge.
naakbaar, als daarboven de maan, en de dank
baarheid welke ik u verschuldigd was, dwong
mij tot terughouding. Uw moed is beproefd,
en myne lieden verlangen er naar, u als
koningin te begroeten. Het staat thans aan
a, daarin te bewilligen.
Op eene enkele beschuldiging willen
wij antwoorden. M. De Backer beweert
dat P. De Witte het collectivism niet
heeft afgebroken.
Daar geeft gij het bewijs, M. de advo
caat, dat gij niet eens hebt gelezen wat
gij met zooveel verwaandheid bespreekt
of te wel dat gij, wetens en willens, met
opgezetten wil om tegen M. Verhaegeu
eens te kunnen donderen, uwe lezers
hebt bedrogen.
Ten bewijze geven wij een of twee uit
treksels
Op bladz. 327 lezen wij
Door te studeeren en te schrijven om
de tegenwerpingen onzer tegenstrevers te
beantwoorden, had ik de beginselen,
welke ik moest verdedigen meer door
grond, en het begon mij voor te komen
dat het collectivism het doel dat de
partij najaagt eene kolossale dwaling
is, dat zulk maatschappelijk stelsel uiet
kau doorgevoerd worden eu, zoo dit al
kon, het voor do menschheid eene ramp
zou zijn, de ondergang van alle vrijheden
door de laatste geslachten met zooveel
moeite en strijd verkregen.
b Met dergelijke maatschappij toch
sou de mensch ophouden mensch te zijn,
en slechts een rad icorden van het groot
machien dat men Staat noemt. De col-
lectivisten beweren dat de mensch een
goed gesmeerd rad in die machien wezon
zou, maar dit is eene dwaling: een oogen
blik aannemende flat het collectivistisch
stelsel kon doorgevoerd worden, zoodra
de opbrengst aauzienlijk zou verminde
ren, tot wij allen gelijk zouden zijn in
armoede.
De samenleving ware eene groote
kazerne, waarin slechts zij die bevelen
op huu gemak zouden aiju.
«Wij weten nu wel dat degenen in de
partij, wier verstandelijk peil wat boven
het middelmatige staat, zelf niet veel op
hebben met den Heilstaat eu bij elke ge
legenheid verklaren dat het collectivism
een ideaal is, daardoor willende te ken
nen geven dat het onbereikbaar is en
men er dus niet al te veel geloof moet aan
hechtenmaar dit neemt niet weg dat dit
aan de ai-me drommels icordt voorgehou
den als een paradijs, dat niet lang op
zich laat wachten.
n Dit maakte de zaak erger, want
daardoor werden wij allen, die er niet
aan geloofden en toch medehelpen die
valsche hoop bij de groote menigte op te
wékken, niet meer noch min dan be
driegers. -
Wij kunnen ons hierbij bepalen. Wij
hopen immers dat M. de advocaat zoo
goed zal willen zijn daar niet eene kwes
tie van personeu te zien, maar dat De
Witte wel wezenlijk het collectivism
heeft afgebroken als stelsel.
Dit schrijven zal onze lezers toelaten
eens voor altijd dien schranderen hoofd
opsteller van Klokke Roeland te wegen,
die beweert heeft dat degene die boven
den wettelijken intrest geld voor 'zijn ka
pitaal bekomt een diefstal heeft begaan.
M. de advocaat, waar zeilt gij heen
A. B.
NooitIk gevoel niet de minste be
geerte den schitterenden stand in te nemen,
welken gij mij toekent, en ik dank u voor
uw aanbod.
Ha gij weigert, riep de bandiet, met
vlammende oogen. Gij weet er te veel van om
uwe vrijheid te behouden, en bij de Maagd,
zweer ik, dat gij mijne vrouw zult worden,
of gij toestemt of niet.
Gij kent mijn antwoord, zegde mejufl'er
Lepage, met waardigheid, ik heb er niets bij
te voegen.
En zij zette het ijlings op een loopen, naar
de woning, maar Leondari vloog haar na, en
greep haar woest met beide handen.
Zoo speelt men niet met mij, zegde
Leondari met eene Ruitende stem, men moet
mij gehoorzamen.
Lafaard schreeuwde Sofie, eene vrouw
aanvallen, die zich niet kan verdedigen, ik
zal hulp roepen en u door de knechten van
mijnen vader laten wegjagen.
Maar gij zult niet roepen, antwoordde
Leondari dreigend. Ik kwam heden hier om i
te zegenpralen. Zachte woorden hielpen niet,
er blijft dau niets over, dan geweld nit te
oefenen. Geweld heeft reeds menige trotsche
vrouw deemoedig en tam gemaakt. Gij zult
geeneu tijd hebben uwen vader te waarschu
wen. Gij zyt de mijne voor altijd en eenwig
Hij bracht een kiein Ruitje aan zijnen mond
waaraan hij eenen toon ontlokte als van eenen
vogel, en by na op hetzelfde oogenblik spron-
Hoe meer men de zaken en gebeurte
nissen die zich op 't oogenblik voor onze
oogen ontrollen,overweegt,hoe meer men
ook tot »le vaste overtuiging komt dat het
Daensistische kraam op 't punt is van
in te storten.
Overigens dat was reeds sedert oenigen
tijd te voorzien meer dan een groene
held bewees door zijnen handel eu wandel
de waarheid dor spreuk Als V gebouw
bouwvallig wordt of als H schip aan
8 V zinken 'is, verhuizen de ratten. -
Niet waar, M. De Pelsmaeker
Een vuurke smeulde sedert eeuigen tijd
in 't groeue kamp en de kiezing van Den-
dermonde deed het ontvlammen. In an
dere woorden, de aardige ridders van de
groene vlag liggen over hoop on vliegen
elkander iu 't hair als echte vischwijveu.
Eu onze liberalen en rooden hebben er
spijt genoeg in en bejammeren het, want
iu de groeue socialisterij ligt huune gan-
sche hoop voor de toekomst. Ja,'t is droef
om hooien hoe de liberale jeremiassen
zitten te jammeren het ongevoeligste
hart zou er van breken.
't Leeuwken Plancquaert eu de gebuis
de Ducatillou liggen te volle iu ruzie.
Tot over weinige dagen werd Het
Recht, 't orgaau van 't Leeuwken, te
Waeregem bij Ducatillon gedrukt eu zie
op eeus wordt het nu uitgegeven door
Bernard Minnebo,boekdrukker te Brugge.
Wat moet het er spoken, net gelijk op
Chipka, om tot zulk eene beslissende
scheiding te besluiten 1
En wat mag de oorzaak zijn Dat
zullen Ons Vlaanderen van Waere
gem en H Recht van Plaucquaert wel
eeus koud maken.
8 Klokke Roeland en 8 't Recht n
varen in woede uit tegen de Brusselsche
groenen, MM. Renkin, Carton de Wiart
en Cle, en verwijten aan die mannen der
Justice sociale n dat ze «lechts 8 salons-
democraten zijn, die maar democraat
zijn voor 't profijt van den zetel iu de
Volkskamer en alleen goed om iu de
salons der oübewaarders gaau wijn te
zuipen naar hartje lust.
't Leeuwken Plancquaert drijft het nog
verder en spreekt van 4000 balleken»
beloofd aan De Backer van Denderhau
tem, Ducatillon en aan hem Plancquaert,
dus 12 duizend ballekcns, om eeno bewe
ging iu verschillige arrondissementen van
West-Vlaanderen te verwekken,ten einde
de catholieken vau Brussel te dwingen de
candidaturen van MM. Renkin en Carton
te aanveerdeu.
Men moest de catholieken vree» aanja
gen, zegt 'tLeeuwken,en hun toeroepen:
Opgepast,behouders 'tGeen in Vlaan-
deren gebeurt kan hier gebeuren, zoo
ge geene democraten op uwe lijst
duit.
gen twee gestalten over den muur en snelden
naar Leondari.
Grijpt haar beval hij, brengt haar weg
naar het hol
Daarop nam hij zijnen mantel van de
schouders en wilde dien over het hoofd van
het meisje werpen. Sofie echter, uit hare
oogenblikkelijke verdooving ontwakende,
ontsnapte door eene snelle beweging en liep,
eenen luiden kreet om hulp uitstootende, op
het huiB toe.
De bandieten snelden haar na.
Sofie had eenigszins op hen gewonnen,
maar zij struikelde over eenen op den weg
hangende tak van oenen rozenstruik en
stortte neder. Vooraleer zij kon opstaan had
den de roover6 haar ingehaald en gegrepen.
Leondari wierp haar aijneu mantel over het
hoofd, maar door eene wanhoopige inspan
ning gelukte het haar zich gedeeltelijk nit
het omhulsel te bevrijden, en zij stiet eenen
tweeden kreet om hulp uit, schriller en lui
der dan de eerste.
Op eens vliegt eene deur op de warande
open en schiet mijnheer Lepage naar buiten,
met eenen revolver in de hand en gevolgd
door al zyne bedienden.
De bandieten die hdnne prooi weer hadden
gegrepen, trokken zich terug, maar voor zij
aan den muur waren gekomen, welken zij
wilden overklimmen, gal M. Lepage vuur eu
Leondari liet zijne gevangene ontsnappen.
Het Bchot had zyuen linkerarm verbrijzeld.
Dus men heeft aan MM. De Backer,
Ducatillon en Plaucquaert 4000 fr. to
samen 12 duizend fr. beloofd, men weet
waarom. Nu, daar belofte schuld is en de
groene democraten al de eerlijkheid eu
deftigheid der wereld iu pacht hebben, is
die belofte zeer waarschijnlijk volbracht
geworden.
Nu, 't ontegensprekelijk bewijs dat die
12,000 fr. gedeeltelijk ten minste ziju
uitbetaald geworden, vinden wij in do
volgende bekentenis van 't Leeuwken
8 De strijd werd met kracht iu West-
Vlaanderen aangevangen dauk aan de
r hulp der Ylaainscbe democraten lukte
de truo iu Brussel en danmen ge-
baarde vau pij kens. Waren Planc-
quaert en zijne vrienden die nooit geen
groot vertrouwen gehad hadden in die
- halfbakken demekratcn van Brussel.
8 niet voorzichtig geweestze waren
n schromelijk veel geld kwijt.
Dus Plaucquaert en zijne twee socius-
sen, de /immocratcn Ducatillon en De
Backer waren gelukkiglijk voorzichtig'en
stalcen er geeu cent van het hunne bij
ze outvingen genoeg om de onkosten te
dekken eu wonnen er geen roode duit
aau. Zij hebben dns voor niets paljas ge
speeld. En van daar wellicht inde vree
van daar de gramschap.
Niets bijna blijft verborgen op deze
wereld eu nu weten wij ook van waar
d'oordjes komen en gaan wij wat klaar
der zien om de ware re'den te kennen die
de oude opstel raad van Klokke Roeland
uiteeusloeg.... Niet waar M., De Pels-
nuoker
MM. Reukin en Carton hebben aan
8 Le Rien public n geschreven dat het
eene logen is zoo hatelijk als dom te be-
wereu dat ze 4000 fr. hebben beloofd aan
Ducatillon De Backer en Plancquaert om
als caudidaten te Brussel aauveerd te
worden.
Nu, 't Leeuwkeu zegt uiet dat het MM.
Reu kin eu Carton zijn die de 12,000 fr.
gedeeltelijk afduimden. Men duimde ze
af, zegt 't Leeuwken.
En MM. Renkin cn Carton beweren
niet dat M. Men zijne belofte niet hield.
Hunne logenstraffing doet du» niets uit,
ze houdt geen steek I
En De Backeren zijn lakei die beter
wetea dan iemand hoe zeer 't Daensi
stische kraam geschokt is zij, die over
tuigd zijn dat het weldra moet iustorten
en in het slijk verdwijnen, willeü het
verduiken door strijdkreten te slaken en
ons, catholieken, met eenen groenen
draak met zeven koppen te bedreigen 1
Hoort ze eens borze geven gelijk Ge
rard I
Zelfs, schreeuwen zij, als Z. H. Mgr.
Stillemans aau merteleer Daens zou ver
bieden van als camlidaat op te treden iu
de aanst. Kamerkiezingen, dan zullen de
groenen overal ten strijde trekken tegen
de catholieken en wee beu 1 Ja, wee
henten ware dat de oübewaarders
Met de andere hand greep hij zijnen revol
ver, keerde zich naar zijne vijanden, terwijl
zijne gezellen op de vlucht gingen.
Sofie bevond zich reeds aau de zijde van
haren vader en buiten het bereik der bandie
ten. Een zestal gewapende mannen waren
bereid haar op leven of dood te verdedigen
en maar al te begeei ig om Leondari te doo-
deu. Weerstand was nutteloos, hem bleof
niets over dan eene snelle aftocht. Hij stak
den revolver weer in zijnen breedel gordel.
Gij durft toch niet op eenen ougewapenden
en gewonden man schieten, zegde hij ruw.
Maar wij kunnen hem gevangen nemen en
aau de overheid uitleveren riep mijnheer
Lepage nit, terw ijl hij op hem toetrad.
Leondari legde de rechterhand op den tuin
muur, sprong er op en gleed er aau de andere
zijde af.
Een spottend gelach klonk hem in de ooren
van zijne vijanden en men zag hem naar het
nabijzijnde boachje snellen, waarheen ook
zijne makkers waren gevlucht. Verscheidene
kogels werden hem nagezonden, maar kij
werd uiet getroffen. Toen hij in het boschjo
verdwenen was, gingen de bedienden eu de
arbeiders in de keuken, terwijl Lepage en
zijne doohter zich naar de woonkamer bega
ven.
Uier bracht de vader zijne dochter naar
eene Bofa en ging naast haar zitten, haar
hoofd aan zijne borst drukkende, terwijl Solio
met beide armen zyuen hals omklemde.
twee zetels zouden afstaan aan de groene
democraten, te weten de cersto voor
merteleer Daens en de tweede voor Wie-
zius De Backer....
O gi sukkelaars toch
AI die dreigementen al dat gezwet»
maken bij ons, Aalstersche Catholieken,
zooveel effect als eene visicatorie op een
houten been.
Wij herhalen het Of 't u lief of leed
is, 't is on wederroepelij k besloten gansch
't rommelzoo vaD politieke booswichten
met priester Daeus aan 't hoofd en paljas
De Backer aan zijne slippen vliegen den
ketel iu en dat zonder misericorde, want
de eerlijke lieden van 't Arrondissement
van Aalst zien met vreugde het uur nade
ren op 'twelk zij zich zullen kunnen
wrekeu op die /lewimocraten, die geen
ander doel hebben dan hunnen hoogmoed
te voldoen en huu persoonlijk voordeel
en profijt to bevorderen 1
door den E. KI. Pounet.
GENT. Werkmanskring van St-
Pieters. Zondag had, gelijk wij aan
kondigden, het derde winterconcert
plaats, dea leden van St-Pieterskring
aangeboden. Dit feest, gelijk de overigen
is allerbest gelukt. De spelers hebben
zich uitmuntend van hunne taak ge
kweten.
De voordracht werd gegeven door den
eerw. heer Ponnet, bestuurder vau den
katholieken Werkmanskring van Aalst.
Spreker had tot onderwerp gekozen
Het nut van den Werkmanskring inden
huidigen volksstrijd.
Uitgaande van de gedachte dat de
mensch samengesteld is uit ziel en li
chaam, én dat bijgevolg het brood alleen,
't is te zeggen, het verzorgeu zijner licha
melijke noodwendigheden den werkman
niet kau gelukkig maken, vergelijkt de
redenaar ons in eene met feiten eu ver
gelijkingen vervulde rede het huisgezin
van den socialist met dit van den christen
werkman.
Hij driugt aan op de noodzakelijkheid
voor den werkman, zich na eene week
van werken en zwoegen, vooreonige uren
te gaan verlustigen iu Let werkmansbuis,,
dat hij zijn huis noemen mag eu waar hij
niet alleen onder stoffelijk opzicht alle
voordellen geniet, maar waar hij bijzon
derlijk door woord eu daad wordt gesticht
en een godsdienstige lucht inademt.
Brood en geloof! Ziedaar waaraan de
werkmau behoefte heeft 1
Brood zullen wij hem verschaffen door
vakvereenigingen, ziekenbeurzen, spaar
kassen, werkbeurzen eu hem in zijnen
licbamolijken nood geldelijk bij te staan.
Ziju geloof"zullen wij hem bewaren met
hem de neiging te ontnemen zijn vermaak
te gaau zoeken in slechte kriDgen en bier
huizen, om hem te brengen in onze werk
manskringen, waar alles hem van deugd
en godsdienst spreekt, en waar hij onder
't oog van den priester een eerlijk ver
maak kan nemen.
Mijn liefkind, zegde mijnheer Lepage,
verklaar mij toch wat dat alles beteekent en
hoe Leondari bij a kwam. Ik geloof dat hij a
met geweld wilde wegvoeren, is het niet zoo
Ja, vader, antwoordde het meisje, over
al hare leden bevende, en het zou hem gelakt
zijn, «oo gij niet waart ter hulp gekomen,
llij heeft mij durven voorstellen zijne vrouw
te worden, die ellendeling, en toen ik dat
ontzettend en verfoeilijk aanbod met verach
ting afwees, verklaarde hij, mij met geweld
te zullen ontvoeren.
Ik ken Leondari, zegde mijnheer Le
page, hij zal zijnen aanslag hernieuwen, want
hij geeft nooit een plan op, dat hij heeft vast
gesteld. Ilij zal ons met zyne geheele bende
komen aanvallen en wij zijn niet sterk genoeg
om hem weerstand te bieden. Ach onze
vrede is voor altijd gestoord 't Is nu zestien
jaren dat wij hier onbekend leven, maar
voortaan is er voor ons geene veiligheid meer
in dit land. Wij moeten een nieuw toevluchts
oord zoeken.
Waar zullen wij dan kannen heengaan
vroeg Sofie zuchttend.
't Komt er niet op aan waarheen naar
Azië, de Indien, Afrika, als ik maar onbekend
blijf voor de geheele wereld, antwoordde de
kluizenaar. Gelukkig dat de opbrengst mij
ner wijnstokken eu van mijnen oogst, mij
jaarlijks eene groote som geld verschaft heeft
en wij de middelen hebben om eene lange
reis te ondernemen. Maar gy zyt bleek en gy
Geestdriftige toejuichingen onderbra
ken dikwijls deze vrelsprekeude rede, en
een langdurig handgeklap bewees den
eerw. spreker dat zijne gevoelens door
zijne toehoorders gedeeld werden. X.
Hebben is hebben. In den bilan
van den socialistischen bond "der maat
schappijen van ouderlingen bijstand van
het Ceuter voor 1896 staat er te lezen dat
de bond voor socialistische propaganda
1557 fr. betaald heeft en maar 1,007 fr.
voor andere uitgaven. In andere woorden
de werklieden moeten'3,566 fr. betalen
om er 1,007 te trekken.
Waar zijn de 1557 fr. gegaan welke
de werklieden niet gekregen hebben en
die toch betaald zijn
Naar de roode mannen van hebben is
hebben en krijgen is de kunt, zeker.
Het is minister Nyssens die dat leerryk
feit in de Kamer verhaald heeft den 27
januari 11., en de roodjes hebben er stil
op gezwegen I!!???
van Aelst
8 Het volk zal regeeren door zijne'eens-
gezindheid om als grooten verbruiker
de vrienden te ondersteunen en de vij-
anden te verlatenWij moeten
- onze vijanden niet sterker ma-
8 ken. 8
Wat wil dat anders zeggen dan Groe
nen, ge moogt den penning niet jonnen
aan onze vijanden, want ge zoudt ze ster
ker, machtiger maken. Broodrooft ze 1
En de man die dat ordewoord aan zyae
kliekjannon gaf is 't, die wekelijks ein-
delooze jeremiaden laat hooren over
broodroof die men tegen hem pleegt.
En de man die dat ordewoord aan zyne
kliekjannen gaf, schrijft in zijne gazet dat
wraak en broodroof twee groote dood
zonden zijn.
En die man durft spreken in naam van
onzen Godsdienst....
Aohteruit fariseër
Wat kiekens knnnen opbrengen.
Sedert eenige jaren begint men zich
meer en meer met de hoenderteelt op te
houden. Eenieder zoekt naar goede leg
hennen, naar de goede Brakelsche soort
men verzorgt beter de hokken, men
houdt ze 's winters warm en men zuivert
en wit ze bijtijde. Zij die zich met dit
werk gelasten, zullen zeker wel met be
lang volgende statistiek nagaan.
De gemiddelde voortbrongst van een
kieken is
1
jaar
15 a 20
eieren
2
70 a 80
3
70 a 80
4
70 a 80
5
70 a 80
6
70 a 80
7
a
50 a 60
8
8
15 a 40
a
9
1 a 10
beeft, myne dochter ga slapen rnyn kind en
vrees niets, ik zal over n waken.
Sofie ging, na haren vader teeder omhelsd
te hebben, naar hare kamer. Mijnheer Le
page nam verscheidene aardrijkskundig*
kaarten, spreidde deze op de tafel uit, en
doorliep dezelve met begeerige blikken.
Dit gedwongen vertrek, mompelde hy,
zal zijne goede zijde hebben als de graaf
Beaucoart in Griekenland terng komt, zal hy
er ons niet meer vinden en ons spoor verloren
'hebben.
Mijnheer Lepage waakte gedurende den
gebeelen nacht en bracht den tyd met het
htndeeren der landkaarten door. Leondari
liet echter niets van sich hooren evenmin
vond mijnheer Lepage eene plaats, welke
hem dezelfde Zekerheid scheen aan te bieden
als zyn tegenwoordig tehuis, waarin hy zoo
veel jaren in rust en tevredenheid had ge
woond. Dikwyls vermoeide hem de eentoo-
nigheid der oranjeboschjes en wijngaarden
van de donkere bergen, die hem als de muren
van eene gevangenis insloten, maar hier wa»
hij veilig en soms te vreden geweest, Hier had
hij zyn kind tot eene liefelijke jonkvrouw
zien ontluiken en gehoopt eenmaal ayne laat
ste rustplaats te vinden. Daarom viel 't hem
moeilijk deze plaats te verlaten maar het
was meer dan noodzakelijk en daarom ook
had hij daartoe besloten.
(WORDT VOORTGEZET).