Donderdag 5 Mei 1808. 5 centiemen per nummer.
S58te Jaar 3239
Vlamingen, Op!
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
KIEZINGEN
bIiUd
Kandidaten
der CatMieke Vereeniging.
lf. de Kercliove Eugeen,
IfVan Vreckem Karei,
Jf. Bethune Leo,
JfDe Sadeleer Lodewijlc
Jf. Van der Linden Ar th.
Jf. Woeste Karei.
VERLOREN EER
Pastoor Daens
te Harelbeke.
Groene meeting te Eenderleeuw.
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. i-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwilantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
n in alle Postkantoren des Land.
Cuique suum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen op
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 4 Mei 1898.
op 22 Mei 1898
des Arrondissements van Aalst.
Voorden Senaat.
provinciaal Raadslid van Sottegem
Burgemeester van Meerbeke.
"Voor de Kamer van
Volksvertegenwoordigers
Advocaat, Aalst.
Advocaat, Haeltert.
Landbouw-ingenieur, Goefferdinge
Advocaat, Elsene.
Do wet Do Vriondt-Coremans is dus
in den Senaat gestemd met eene meerder
heid van 8 stemmen. Voortaan zullen
wij Vlaamsche wetten hebben en de
"Waal geen voorrang op den Vlaming
meer bezitten.
Heil onze Vlaamsche Senatoren 1
Hier moeteu wij openlijk eenige wel
verdiende hulde bewijzen.
Leve M. Van Vreckem 1 voor hetgeen
hij heeft gedaan voor ons Vlaamsche volk
in den laatsten taalstryd. Hij heeft ten
voordeele der wet eene doorwegende rol
gespeeld. Dank aan hem, dank aan zynen
iever, dank aan zijn on verpoosden strijd
hebben wij, Vlamingen, recht bekomen.
M. Van Vreckem, onze lieve Seuator,
was verslaggever van de wet. Altijd
onvermoeid stond hij op de bres om onze
taalrechten te vèrdedigen tegenover zijne
aanvallers
een verhaal naar het hoogduitsch.
3° VERVOLG.
Dat gij uwe moeder verdedigt, strekt u
tot eer, maar gij kunt de menschen niet dwin
gen, aan uwe woorden geloof te schenken
zegde de onde schouderophalend. Gij doet dus
beter hen uit den weg te gaan gij kunt hier,
i waar eenieder u kent, geen vroolijk uur meer
hebben.
Willem was de deur reeds genaderd het
viel hem ontzaggelijk zwaar zijn toorn, die
zich met geweld een uitweg wilde banen, te
I bedwingen.
Zoo spoedig raakt gij mij niet kwijt
riep hij. Wij zien elkander weer, vrouw ik
I ga niet alvorens ik de rekening met u allen
opgemaakt en verellend heb.
i Hij rnkte de deur open, ijlde naar buiten
in den piassenden regen, dien de storm hem
in het aangezicht zweepte.
Na den verkyvikkenden onweersnacht steeg
de zon, stralend in goud en purper aan de
oosterkim omhoog. Op de weiden glinsterden
en flikkerden millioenen fonkelende diaman
ten, «n even als de planten verfrischt en
nieuw gesterkt zich verhieven, zoo ook ademde
Hij heeft do zege behaald en in het hert
van eiken Vlaming zich een gedenkzuil
vau erkentelijkheid opgericht.
Wat onze Senator gedaan heeft dat
vergeten de Vlamingen nooit. Eu maken
zij geen groot lawijd rond zijnen naam,
des te levendiger, des te dieper blijft de
herinnering aan zijne koene handelwijze
in onze ziel geprint.
De Vlamingen zijn dankbaar en al ma
ken zij daarvan geen grooten bluf, zij
gevoelen des te dieper
Heb dank, M. Van Vreckem, heb
dank 1 Het Vlaamsche volk zal uw goed
doen niet vergeten maar immer trouw en
goed uwe herinnering diep in het herte
dragen.
De Vlamingen van het Arrondissement
van Aalst zullen er fier op zijn u wel
haast een blijk te geven van hunne ver
knochtheid en diepe erkentenis.
Vlamingen Leve M. Van Vreckem
Aan eenen andereu afgeveerdigde van
ilst zijn de Vlamingen nog veel ver
schuldigd ik heb M. Woeste genoemd.
Sedert de wet De Vriendt-Coremans in
den Senaat was verworpen, scheen het
of zij op de lange baan ging geschoven
worden.
Maar een machtige man waakte. Hij,
Waal van geboorte en opvoeding, die
slechts later het Vlaamsch aanleerde,
verhief zijne machtige en invloedrijke
stem ten voordeele der Vlamingen.
En men leende hem gehoor.
Dank aan de edelmoedige bemoeiing
van M. Woeste wierd de wet besproken
in de Kamers en dank aan hem, eenen
Waal, met groote meerderheid gestemd.
Daar ook is voor do Vlamingen een tol
van dankbaarheid te bepalen. Ehwel van
die plicht zullen wij ons kwijten op 22
Mei aanstaande. Wij zullen den voorspre
ker der Vlaamsche belangen erkentelijk
zijn en hem wreken over den laster waar
mede zijne venijnige tegenstrevers hem
willen bezwadderen
Vlamingen vau 't land van Aalst Op
ten strijde voor hem aan wien wij do
taalgelijkheid verschuldigd zijn eu die
zoo edelmoedig is geweest onze rechten
zoo kloek en onverschrokken to verde
gen I
Vergeten wij M. De Sadeleer niethij
ook verdient al onze erkentelijkheid hij
ook immers verdedigde met moed en
krachdadigheid de rechten van 't Vlaam-
scho volk I
Leve dus onze Catholieke Candidaten 1
de levende schepselen met verrukking de
heerlijke, geurige morgenlucht in.
Gelijk een loopend vuur verspreidde reeds
in de vroegte zich het gerucht, dat Willem
teruggekeerd was en Frans Stam, de goed
hartige herbergier, hem als knecht aangeno
men had. Dat begreep niemand, want Willem
was toch een ontslagen dief, dien de gemeente
niet in haar midden dalden mocht.
Hij had nooit vele vrienden gehad wegens
zijne moeder had mem hem reeds vroeger ge
meden met den zoon der heks wilde niemand
vriendschappelijk omgaan. Men had ook
toenmaals niet begrepen, hoe Dora Stelman,
dat knappe meisje, dat zooveel aanzoek had,
aan hem boven alle anderen de voorkeur ge
geven had
Dat hij den diefstal uit vertwijfeling ge
pleegd had, wisten allen ieder ander zon
zulks tot verontschuldiging gediend hebben,
alleen hem, de zoon der heks niet Hem had
de booze, de bondgenoot zijner moeder, op
de baan der misdaad gevoerd, nu moest hij
voorwaarts op deze baan, die naar het tucht
huis of op het schavot leidde. Daarover was,
tijdens hij in de gevangenis zat, zoo dikwijls
gesproken geworden, dat ieder vast van do
waarheid dezer voorzegging overtuigd was
ja, niemand had geloofd, dat willem zoo on
beschaamd zon zijn om nog in zyn geboorte
plaats terug te keeren.
Wat wilde hy hier zyae moeder wadood;
Een dor kopstukken van do Daensisten
partij, in plaats van te werken voor zijn
huisgezin, liep maandag morgend angstig
en fier in het oosten rond van huis tot
huis om do komst aan te kondigen van
pastoor Daeus met den trein van 10 uren.
Zou het waar zijn
Inderdaad, rond 9 en half kwam er be
weging in den Wulvenhoek. De voorzitter
van den Daensistenklub, de oudo baas
uit don bazar blij der gedachteniseeu
baas uit een liberaal herbergsko en
daarbij het kopstuk hooger vermeld op
huu zondagsche uitgodoscht,richten hunne
stappeu statiewaarts.
De trein kwam aan en pastoor Daens
de glimlach op do lippen, ging tot bij
zijne confraters die als eeuen koning bij
de hand hadden. Geheel het gezelschap,
fier als leeuwen, ging te midden der kas
sei recht door de Boterpotstraat een be
zoek gaan doen naar 't nieuw kerkhof.
Waarom naar 't nieuw kerkhof? Welk
belang kon mijnheer DaeDs hebben in het
nieuw kerkhof van Harelbeke? Wij weten
het niet. Velen zegden dat hot was om
eens de gelegenheid te hebben om door
gansch Harelbeke te gaan en bijzonderlijk
door 't oosten, 't center van 't werkvolk.
Anderen, en dozen waren meest in getal,
zegden dat het was om hun eens te too-
nen. Geheel de bevolking was op de been
als haddo er nog niemand eenen man ge-
zion met eene soutane aan. Pastoor
Daens salueerde tot in den grond.
Het bezoek bij het kerkhof afgelegd
kwamen onze quibuzen wederom door de
groote straat, om eens wel gezien te zyn,
naar de kerk.
De pastoor zag gansch de kerk af al
waar hij kennis maakte met de tante van
Peter Bcnoit die daar zat te bidden en
aan wien hij voor hem een wees gegroetje
vroeg. Daarna ging hij tot achter 't groot
altaar waar hij de kunstige zitsels bewou-
derde dor oude kauonikken.
Het bezoek in de kerk gedaan trokken
onze helden naar het huis vau den groo
ten man alwaar men een glaasje porto
dronk op de gezondheid van pastoor
Daens en op al de holden van de twist-
zookende legerscharen. Dit gedaan moest
men eens het lokaal zien. Geheel de
commissie leidde dan pastoor Daens naar
het liberaal herborgske, 't lokaal der ge-
woue vergaderingen. Daar wiord er ge
redekaveld van nimmer meer.
Pastoor Daens nam het woord om te
bedanken over 't gulher tig onthaaldo
voorzitter bedankte insgelijks pastoor
Daens over zijne komst en zijno aanmoe
diging en een dorde kwakzalver stond op,
zijne bruid met een ander verloofd, zijn erf
verkocht
Die hem den vorigen avond in de herberg
aangetrotl'en hadden, zegden, dat hy er wan
hopend uitgezien had, en in zijne roes vreese-
lijke bedreigingen tegen den mulder geuit
had, men kon er staat op maken, dat men in
de eerste dagen van een groot ongeluk zou
hooren. Waar slechts twee menschen dien
morgen hij elkander waren, spraken zij over
hem, en in het gehecle dorp waren er slechts
twee personen, die hem in bescherming na
men on verdedigden: de weerd, bij wien Wil
lem een onderkomen gevonden had, en Dora.
Het meisje ontstelde hevig, toen hare moe
der haar vertelde dat Willem er geweest was
zij had oven zoo min uls de overigen ver
wacht, dat hij ooit weer naar het dorp terug-
keeren zon. Zy moest hem spreken, zijne
bedreigingen, welke men haar overbracht,
beangstigden haar hij zou welen waarom zij
hem de trouw gebroken had, dau mocht hij
oordeeleu zy geloofde niet dat hij veroordee-
len zon.
Zij verwachtte, dat hij nog eens komen en
haar in de hnt harer moeder opzoeken zou
als zij zich echter in die verwachting teleur
gesteld zag, ging zij naar de herberg.
OogenBchijnlijk kalm en bedaard kwam hij
haar te gemoet, doch een trek van verachting
vertoonde zich op zijn somber gelaat toen hij
haren groet beantwoordde.
maar eenige woorden zonder kop noch
steert gezegd te hebben, moest hij hem
bij 't schouderen opsteken van zijne con
fraters neerzetten.
Na die plechtigheid zonder trommel of
muziek trok geheel de caravane Cuerne-
waarts. Pastoor Daons had geerne do
vlaswerkers gezien. Door de meerschen
en over do beken gesprongen eu bij het
volk gegaan, een weinig geklapt van ci
troenen nog te groen en overgesteken met
den boot naar den Chevalier Kortrijkscho
steenweg. Daar een pintje gedronken,
een weinig geklapt van do kiezingeu waai
de pastoor de groote buis der demokraten
vau Aalst voorspelde.
Daarna vertrok de pastor kontent over
zijn bezoek Kortrijkwaarts waar hij het
noenmaal by een zijner vrienden moest
gaan nemen. Eu tierèliereluit 't vortel-
selkon is uit.
Indruk op het volk de pretheeren en de
beslagmakers hébben hun eens komen
toonen. Jacobun.
Qaeet van Kortrijk).
Een middel tegen de tering.
Onze correspondent te Namen schryft ons:
Dr Lambert, een der bekendste genees-
heeren van Namen, beweert een middel
tegen de tuberculose ontdekt to hebben.
Het geneesmiddel is eene scheikundige
zelfstandigheid, welke inwendig gebruikt
dient te worden.
Naar hij verzekert, heeft hij zijne ge
neeswijze op verscheidene lijders met
goeden uitslag toegepast.
Eeu zijner eerste gevallen was van een
persoon, wiens rechterlong geheel door
den tering aangetast was. De lijder ver
keerde in zulken toestand, dat men hem
van zijn bed naar de leuningstoel moest
dragen. Nadat de zieke volgens zijne ma
nier behandeld was, nam hij verschijnse
len waar, dio verbazend vreemd waren,
maar welke hij nog niet uitleggen wil.
Na acht dagen was de toestand oneindig
beter, terwijl de genezing eerst na een
langen tijd verkregc-n werd.Zyne methode
is eveneons met schitterend gevolg op
vele andere teringlijders toegepast. En hij
is verzekerd dat minstens 90 t. h. van do
ougelukkigeu, die deze kwaal hebben,
genezing kunnen vinden.
Inderdaad is deze kostbare ontdekking
aan de echtgenoote van den doktor te
danken, welke zich steeds met tubercu
lose bezig gehouden had. Na lange onder
zoekingen is het haar eindelijk door een
toeval gelukt, een middel te vinden,
welke een invloed op de bacteriën zal
uitoefenen. Dr Lambert ging op den in
geslagen weg voort en het is te hopen dat
men nu in do geneeskunde eou middel
Zij verzocht hem haar te volgen, het was
haar te eng in de lage gelagkamer, zy meende
buiten vrijer te kunnen ademen en den zwa-
ren last afschudden, die loodzwaar op hare
ziel drukte.
Zij ging door den hof van den herbergier
en over de w'eide in het boBch, dat hierachter
lag zy dacht er niet aan, dat het de weg
was, die naar den molen voerde. Zij bleef in
het hout staan en wachtte op den jongen
man die haar langzaam volgde. Hare groote
schoone oogen zagen hem niet innige deelne
ming aan en het smartelijke trillen harer
lippen verraadde, hoe zeer zij zelve leed.
Gij denkt, dat ik mij niet zal kannen
verontschuldigen, ving zij aan, terwijl zij
langzaam naast hem voortging, gij meent,
dat het geld mij verleid heeft den mulder
mijne hand te reiken. Is hel niet zoo
Gy zegt het zelve, antwoordde "Willem
kortaf. Hoe kan het ook anders zijn
Neen, als ik het om die reden gedaan
had, dan was ik slecht, ging Dora met een
diepen zucht voort, dan kon ik my zelve niet
meer aohten, Zie, ik wil het n zeggen, uitge
nomen Hagen, mijne moeder en ik, weet het
nog geen mensch. De mulder heeft altijd een
goed oog op mij gehad eu ik geloof ook, dat
hij mij van harte lief heeft, maar zoolang gij
er waart, kon het hem niet baten. Nadat zij u
weg„evoerd hadden, had ieder den mond vol
vau u, alleen Hagen nietzoo erg was 't
zal kunnen aanwijzen, om eene reeks van
ziekten te bestrijden, waarvoor tot heden
toe nog geen baat te vinden was.
Handelsblad.
Het Daensism vinkt meer en meer uit,
en weldra trekken do generaals zonder
soldaten in den niet waaruit zij voor de
eer van het zoo catholieke Arrondissement
van Aalst, voor den vrede onder de men
schen en iti 't belang van den R. K. Gods
dienst nooit zouden hebben mogen opge
staan.
Eene groote meeting met veel gerucht
aangekondigd door vliegende bladjes en
de organen van Chipka eu Denderhautem
moest zondag 11. om 3 uren namiddag
plaatsgrijpen. Op klokslag van 4 uren
waren ter groote volkszaal van Pitje Vuur:
de twee geleerden conferenciers, een
catholieko zwanzer, dry socialisten, vier
vrijdonkers waaronder Moyses, een blik
slager en een slachter, groote verstanden
die zeggen volksmannen te zijn, in 't ge
heel dus 12 personen, de welsprekende
profeten en poëten meèbegrepen, welke
laatste ouder 't algemeen handgeklap,
rood van schaamte en grammoedig voor
stelden eenige partijtjes op het biljart te
spelen en de meeting te verschuiven.
Of er gelachen is
Zondag komen wij hierop terug.
ZATXE JAN.
Ik ga naar huis, zei zatte Jan,
Want heel 't gezelschap is bedronken.
Maar ziet wat krygt do strate dan
Zij waggelt: ja, ze is ook beschonken 1
Wat ik u zeggen moet, o straat,
Ik zeg, dat dit u leelijk staat.
Wat scheef gezicht trekt toch de maan
Zie eens dat leelijk boterwezen
Zij heeft ook eenen kapper aan I
O maan, 'k zou er beschaamd om wozen
't Is schande voor een hemellicht
Te pronken met een zat gezicht.
Bekijk nu eens die sterren daar,
Zij kannen geene beenen maken,
Zij draaien allen door elkaar I
Och Heere I wat zijn dat voor zakon
Watschandjgij, diein 't luchtruim zweeft,
Dat gy ons zulk eeu voorbeeld geeft 1
Zie, huis en boomen, mensch en beest,
't Heeft al zich aan den drank vergeten,
't Loopt al bezopen om ter meest;
't Is schand. eenieder mag het weten
Geheel de wereld#lag aan 't vat,
En ik alleen, ik ben niet zat I
niet, zegde hy, en die kleine bussel hout sou
niemand arm gemaakt hebben. Wy sullen
daarover voor het oogenblik niet verder
spreken, Willem ik heb u altijd voorgespro
ken als de anderen u voor slecht uitkreten en
dat doe ik ook heden nog. Maar zij zegden,
dat gij nimmer terug kondet keeren en het
ook niet doen zoudt, want de omgang in de
gevangenis met de andere boeven beroofde n
nog van den laatsten sprankel goeds dat in n
was. Zij zegden, dat de direkteur ook betuigd
had, dat gij nooit een braaf man worden
zoudt. Muar ik had toch aau u vastgehouden,
indien wij niet zoo dood arm geweest waren
Het was een harde winter, wy konden niet
veel verdienen, moeder werd ziek, dus kant
gij u voorstellen, dat zorg en nood groot
waren. Hagen heeft ons ondersteand, hy liet
ons geen gebrek lijden, hy betaalde den dok
ter en apotheker, hij gaf ons hout, meel en
aardappelen en wy moesten dit aannemen,
omdat wy toch zoo arm waren en sio, als
het voorjaar kwam daar zegde hij mij, dat hy
mij zoo lief had, en hij niet gelukkig worden
kon, als ik niet zijne vrouw werd.
En toen dacht gij, hij is een rijk man,
en indien ik hem neem, heb ik altijd volop
meel, hout eu aardappelen sprak Willem
verbitterd.
(WORDT voortgezet;.