Zondag 31 Juli 1898. 3 centiemen per nummer. 539te Jaar 3285. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en t Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Uit de Chronijken der Ezelarijen. De Moordenaar? LANDBOUW. Hoe de liberalen den werkman beminnen en zijne vrijheid eerbiedigen. Z0NMGRUST. DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Land. Cuique suurn. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen op 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voer de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 30 Juli 1898. Zy zijn weêrom al hun verstand aan 't toonen in de bureelen van Dendergalm. En och Heere I welk verstand Ge zoudfc zeggen dat ze een kaartje per express hebben genomen naar de plaats, waar dezen vergaderen wier peerd op hol is gegaan en die, welke moeite zij zich ook geven, het maar niet betrapen of inhalen kunnen. Wij gaan van nabij eens eenige staal- kens beschouwen het is waarlijk de moeite weerd. Primo. Vijf dompers, schrijft onze povere, zyn er in gelukt te Gent tegen den wil der overgroote meerderheid in den gouwraad te slibberen. Dat is onnoozel en flauw en te dom om dood te doen. Als het tegen den wil is der over groote meerderheid, hoe hebben zij dan in de herkiezingen het meest stemmen bekomen Het gezegde van Dendergalm is ten anderen nog dwaas, want zijn beweegrede keert geheel en gansch tegen hem. Welke liberaal zit in ons parlement die er niet is tegen den wil der overgroote meerderheid Het is waar hun getal is onbeduidend, maar toch geen enkele zit er die er niet is gekomen met de welwil lende meêhulpe van de rooden, van de socialisten. Zitten de gekozene gouwheeren van Brussel en voorsteden er niet tegen de wil der overgroote meerderheid. Zijn zij niet gekozen met de hulp der socialisten of der catholieken Behoort, heerschap Dendergalmhet bestuur van den gouwraad van Brabant niet wezenlijk tot de minderheid. In Brus sel en voorsteden hebben de liberalen 37,000 stemm. en de catholieken 34,000. Uitslag de geuzen hebben 40 zetels en de catholieken niets. Ge ziet wat ezelarij die groote schrift- feleerde daar heeft uitgekraamd. Hij had eter gedaan van te zwijgen. verachting te mogen spreken van onze calholieke staatsmannen, die in den vreemde vereerd en geprezen worden. De geuzenwetten van 79 tot 84 dat waren oprechte toonbeelden van groot- sche opvatting. De vervloekte schoolwet, een oorlogstuig dat in België den gewe tens- en den godsdienstvrede stoorde, zie dat was me een werk van groote vernuf ten de schoolinkwisitie, dat was een verheven iets, het inkrimpen van het toenmalig stemrecht, dat waren volksge zinde zaken weerdig vau de partij der wereldberoemde geuzen I Ah 79 was nu een tijdperk van gees tesontwikkeling van verhevene en groot- sche opvattingen Alsdan maakten de geuzen wetten ten voordeele der werklieden, zij die gekende manchesterianen Al de wetten door de dompers ge maakt, dragen, volgens 't schrijvelaarken, den stempel hunner ingewortelde knoei- zucht Ezelarij en dwaasheid zonder weerga Frankrijk, dat voor Dendergalm geze gend land der vrijhèid waar het uitgaan der processiën is verboden, heeft van onze wetten er afgeschreven. De groote Fransehe staatsmannen vonden dat werk zoo goed dat ze zich vergenoegden met de Belgische wet af te schrijven en in de Kamers voor te dragen zonder er bijna een letter aan te veranderen Picard, Vandervelde en andere 'socia listen hebben hulde gebracht aan de de gelijkheid onzer maatschappelijke inrich ting Voor Dendergalm met zyn groot ver stand zijn dat stommiteiten en ezelarijen, is dat knoeiwerk I Eer en glorie aan dat schrander hoofd I Wij begroeten in hem de zonne welke alles gaat verlichten Tertio. De geuzen zyn niet dood maar spring levend 1 In de kiezingen hebben zij met duizen den stemmen verloren en in de Kamers kunnen zij met moeite tot een kaartspel geraken. Zij zijn met een dozijntje. Secundo. Elke nieuwe wetschrijft Dendergalm verder, schijnt gemaakt om het votk te tergen (sic!) elke wet door de cleri- calen gemaakt is een vloek tegen het gezond verstand, een monu ment van stommiteiten en ezela rijen 1 Niet min dan dat. Welke vernuften, welke schrandere geniën moeten de heeren opstellers van Dendergalm niet zijn om met zoo veel WIE IS NAAlt^HET HOOGDUITSCH van EDUABID WAGNER. 34,u VERVOLG. Avonturiersters zijn dikwijls Bchoon en zien er veelal onschuldig uit. Ik geloof zeker dat juffrouw Lepage eene dame is van ge boorte, zoowel als door opvoeding. Kent gij haar verleden Onder zijne schijnbare kalmte was groote nieuwsgierigheid verborgen. Ik heb den tijd nog niet gehad haar ver trouwen te winnen ik weet alleen, dat zij dochter is van eenen verarmden Franachen edelman, die in het buitenland verblijft. Zij kwam naar Frankrijk om eene geschikte be trekking te. zoeken en de Voorzienigheid voerde haar tot mij. De markies scheen niet bevredigd, doch 't was noch de tijd, noch de plaats om zijne ontevredenheid lucht te geven. Hij bleef nog steeds Sofie beschouwen en zegde zacht Zie, Eugenie, 't is my of ik haar vroeger meer heb gezien Mevrouw Mixtome verschrikte. Hoed af En zoo gedijt de eene stom miteit de andere niet. Mijn God moeten wij naar Den- dergalm's artikels het ge halte der Aalstersche geu- zerij meten, wel hemelwat een mager beestje En toch welke pretentie Kathedraal te Leopoldville. Binnen kort zal eene inschrijving geopend worden voor de oprichting eener kathe drale Kerk te Leopoldville, waar Mgr Van Ronslé, vicaris-generaal van Congo, zijne residentie zal vestigen. Ook de zetel van het regeeringsbestaur, thans te Boma gevestigd, zal-overgebracht worden te Leopoldville. Onmogelijk riep zij. Zy iB nooit in Frankrijk geweest Dau herinnert zij mij aan iemand, dien ik gezien heb. Hare trekken zijn mij niet onbekend. Ik had denzelfden indruk, zegde mevrouw Mixtome. Zij herinnert mij aan iemanddoch hoezeer ik er mij den geest mede plaag, ik kan niet raden aan wien. Ha I daar zijn mijne gasten. Het binnentreden van eene groep heeren en damen maakte aan het vertrouwelijk on derhoud tusschen den markies en mevrouw een einde. Sofie had zich met mevrouw Bienjonr in venster begeven, dat deze laatste echter verliet, toen de gasten binnenkwamen, onder welke zich ook graaf Alfred Beaucourt be vond. Sofie zette zich op de vensterbank neêr, half verscholen achter de zware gordijnen. Haar hart klopte bijna hoorbaar. Vreugde angst streden in haar binnenste om den voor rang. Haar minnaar kon elk oogenblik bin nentreden en wat zou hij zeggen, haar zoo onverwachts op Charlemont te vinden Zou hij haar gaan wantrouwen? Doch zij kon eene ontmoeting met hem niet ontvluchten, zelfs wanneer zy dat wilde. Zij beefde als een door den wind bewogen boomblad, toen de deur opnieuw geopend werd en nog meer gasten binnenkwamen by deze was ook Alfred Beaucourt. Nadat de wederzydsche groeten gewisseld Tijdstip van den oogst. Welk is 't voordeeligst oogenblik om de graan oogst te beginnen Dit oogenblik is voor 't algemeen, dat gene waarop het graan genoegzame bard- leid bekomen heeft om door de drukking der vingeren niet meer kunnen verplet te worden, maar waarop het nog week genoeg is om er de nagels der vingers ge makkelijk te kunnen indrukken. Is dat het oogenblik welk men gewoon lijk verkiest om de rogge en de tarwe to oogsten Neen. Do landbouwers wachten zeer dikwijls om den oogst te beginnen tot dat het graan heel rijp is. Met aldus te handelen, verliezen zij de talrijke voor- deelen die spruiten uit een vroegtijdig af maaien. Deze voordeelén zijn de volgende a) Het uitvallen der zaadkorrels wordt op de minst mogelijke graad gebracht daarentegen zijn de daardoor ondergane verliezen soms aanzienlijk, wanneer het graan in een al te zeer gevorderden staat van rijpheid gemaaid wordt. Wat meer is, het zijn de rijpste korrels, welke ook de schoonste zijn, die het gemakkelijkst uit de aar vallen. b) De verliezen welke dooor den hagel en onweders kunnen veroorzaakt worden in al te rijpen oogsten zullen daardoor in eene hooge maten vermeden zijn. o) Het vroeg maaien zal ook in zekere mate het inkrimpen van het koren be letten, hetwelk zich vooral gedurende zeer drooge zomers voordoet. d) Men kan gemakkelijker arbeiders vinden dan wanneer den zomer meer ge vorderd is. e) De ontstapeling kan vroeger geschie den en men zal daardoor over eon lange- ren tijd beschikken om den grond te bereiden voor de bezaaiingen welke op den graanoogst volgon. e) De voederplanten die men in 't graan gezaaid heeft, zullen zich spoediger ont wikkelen vermits zij eerder zullen bloot gesteld zijn aan den weldadigen invloed van lucht en licht. o) Het graan dat vóór zijne volle rijp heid aafgemaaid is, zal schooner zijn en zwaarder in de hand vallen het zal ge makkelijker te malen zijn en minder zemelen geven terzelfdertyd als een witter meel. Eindelyk zal het stroo van betere hoedanigheid zijn. Kortom wij mogen zeggen dat buiten het graan het welk ter zaaiïng moet die nen, welk graan meu op stam tot volle rijpheid zal laten komen men het best handelt met vroegtijdig den oogst te be ginnen. L. Vak Den Bebck, Landbouw-ingenieur Algemeene Weezenbond. De algemeene jaarlijksche Vergadering of Congres der Oud-Weezen zal, dees jaar, gehouden worden te Brugge op Zondag 14 Augustus. mias van Chipka houdt niet op wekelijks zijne bitterste klachten te laten hooren over den brood roof die de catholieken ten opzichte van hem en der zijnen zouden plegen. Wij nemen niet aau dat er tegen Jere- mias en de zijnen broodroof in den eigen lijken zin van dat woord gepleegd wordt, maar wat er gebeurt 't is dat de catho lieken, geestelijken en wereldlijken, die wekelijks in de groene organen beleedigd en belasterd worden, niet zeer genegen zijn om hun den penning te jonnen. Maar als ze hua den penning niet jon nen, dan nog leven zij slechts den raad na door Jeremias aau zijne volgelingen gegeven op 15 Oogst 1897. Men leest immers in H Land van Aélst van 15cnder Oogstmaand 1897 Het volk zal regeeren door zijne eensgezindheid, om als grooten ver bruiker de vrienden te ondersteunen en de vijanden te verlaten.... Wij moeten onze vijanden niet ster- n ker maken. Wij moeten onze vijanden niet sterker maken. .- Wie zijn de vijanden die men, volgens Jeremias, niet moet sterker maken ?...Zijn het de roode socialisten?.. Neen!... Zijn het de liberalen?... Nog veel min 1... Beiden zijn de vrienden, de bondgenooten der groenen. De vijanden die Jeremias bedoelt zijn de catholieken en hij roept de aanhangers der groene kliek toeGeen slag werk moogt ge geven aan de catholieken 1 Geen penning moogt ge jonnen aan de catholieken Ge moet ae catholieken, onze vijanden, brood- rooven 1 En hy die aan zijne kliekjanuen 't be vel gaf van hunne catholieke vijanden te verlaten, van ze niet sterker te maken, laat nu eene eindelooze weeklacht hooren omdat hij gemeten wordt met de maat waarmeê hy zijne tegenstrevers wil meten. Jeremias zou nu willen dat de catho lieken hem den penning jonnen, hem sterker maken. In oorlogstijd is dat immers de ver keerde wereld. De catholieken die nu zouden vievers verschaffen aan de Chipkahelden om hun nen oorlog met nog meer hardnekkigheid voort te zetten. Moesten de Americauen aldus ten opzichte der Spanjaards handelen gansch de wereld zou uitroepen Zóöóööóten liberale partij. Die mannen gaven zich vóór de gemeentekiezing uit voor de vrienden van het werkvolk, en, gelijk alle liberalen, weten zij met hunne tong veel met het woord vrijheid te schermen maar kennen niet een zier van de ware vrijheid. Nauwelijks was de kiezing voorbij, waar zij eene buis bekwamen van wel 200 meters lang, of zij schoten in eene Fran sehe coleire, en wat deden zij (Zo zijn immers de ware vrienden van het werk volk en ile voorstaanders der vrijheid 1) Zij veranderden het reglemen en schreven er heel liefderijkeen artikel in, luidende als volgt Worden uit de maatschappij gesloten zonder eenige vergoeding te kun nen eischen, deze die zich naar den tap (Catholieken Kring) begeven of er gezien worden. Eenige leden,dien willekeur niet kun nende verdragen, gingen algelijk naar den Catholieken Kring en werden uit de maat schappij gesloten. Het bestuur dacht dat het de leden alzoo willekeurig mocht uit sluiten maar het had gerekend zonder den weerd, wij willen zeggen zonder het gerecht. n Eon eerste proces werd ingespannen en gewonnen door S. J. Een tweede door C. V. aangelegd,werd verleden jaar opge roepen voor den Vrederechter van Moor- seele, die, na de pleidooien der advocaten gehoord te hebben, de maatschappij ver wees, wegens verbroking der verbintenis sen, tot eene schadeloosstelling van 40 fr. en de leden van het bestuur geheel en onverdeelbaar verantwoordelijk stelde voor het betalen dier som en de kosten. Daartegen wilde de maatschappij in be roep gaan, maar de tweede kamer der Rechtbank van Kortrijk heeft het beroep verworpen, het eerste vonnis houden staan en de maatschappij verwezen tot de kosten van het tweede geding. - Eene vraag nu. Wie zal er al die nutte- looze onkosten betalen Zal het de maat schappij zijn ofwel de mannen, die de maatschappij tot hunne wraaklust hebben willen doen dienen Dat de leden maar goed oppassen bij de aanstaande rekening om te vernemen hoeveel de peper de once geldt bij die J- ware vrienden van den werkman. Als ge niet danst zoo dat volkje fluit, Dan is H een blauwe oogof de deuren uit. Wij lezen in de Gazette van Jtousse- lare Te Moorseole bestaat er eene maat schappij van ouderlingen bijstand, ge naamd de Bermhertigheid, en bestuurd door eenige hoofdmannen der fameuse waren, nam mevrouw Mixtome den arm dee graven en leidde hem naar Sofie. Ik heb eene nieuwe gezelschapsjuffer, die ik u wenschte voor te stellen, zegde me vrouw. Zij is hier vreemd eu ik reken op u, graaf Beaucourt, mij te helpen haar verstrooi ing te bezorgen, opdat zij hare verlatenheid niet gevoele. Hoe zacht deze woorden ook uitgesproken waren, toch bereikten zij Sofie's oor. Zy ver zamelde al hare krachten, en het gelukte haar kalm te blijven. Mevrouw Mixtome sloeg de gordijn terug en beiden Btonden tegenover elkander. Juffrouw Lepage, zegde mevrouw, ik heb do eer u graaf Beaucourt voor te Btellen. Sofie werd bleek als een lijk en richtte hare oogen smeekend op den man harer keuze. Graaf Beaucourt schrikte door de zonder linge en onverwachte ontmoeting met het meisje, dat hy lief had en in Griekenland waande doch hij uitte geecen kreet van ver rassing en verried evenmin door woord noch toeken dat hij haar kende. Hare oogen sche nen het te zeggen, dat hij niemand zou laten bemerken, haar vroeger meer gezien te heb ben, zoodat hij haar als eene vreemde behan delde en voor haar boog. Sofie'a ontroering was zoo ras voorbij dat mevrouw haar niet had bemerkt. Niemand had er iets van gezien, niemand behalve graaf Beaucourt eu mevrouw Bienjour. t Vixlo*<x»iG 0IQ8plan, schrijft Pie oi0eu!* htrdooper^ als eon fabriek stil valt en dat er veel slacht- b offers zijn de Stad zou zonder dralen die menschen moeten helpen... Dus de Stad zou maar hulp moeten verieenen als er veel slachtoffers zijn. Eenige werklieden die bij ongeluk of bij ongunstige tijden werkeloos vallen, moe ten niet ondersteund wordenDe metsers b. v. die de helft van 't jaar wer keloos zijn, moet men maar laten loopen omdat zij niet werkzaam zijn op een fabriek dat stil gevallen is. Onzes dunkons zou Pie moeten vragen dat men al de werkliedou zou onder steunen die zonder werk vallen want anders zou men lieve kinders maken. Maar is het wel mogelij k dat de Stads kas ter hulp kome aau al de menschen die, maar niet door hunne schuld, tydelyk zonder werk vallen Neen, de geldmiddelen laten het niet toe... En moest men nieuwe stedelyke lasten heffen, Pie de herdooper zou da eerste zijn om te schreeuwen dat men 't volk den laatsten centiem afperst. Dus, volgens ons, is het best dat de Stadskas hiervoor onaangesproken blijvo en dat elke partij voor zyne mannen zorge. De Besturen van den catholieken Werk manskring en der Antisocialistische Vak- vereenigingen hebben voor hunne leden gezorgd die door 't stilvallen van de spin nerij der Pontstraat werkeloos waren, z'hebben ze aan werk geholpen en gelde lijk ondersteund zoo lang zy zonder werk bleven. Waarom handelt de christene volks partij ook aldus niet Waarom bezor gen de groene chefs ook geen werk aan hunne partijgenoten en verieenen zij hun geenen geldeiijken onderstand Als men jaarlijks 30 duizend franks uit de zakken der werklieden heeft ge klopt met zeever te verkoopen, mag er toch zeker iets van af Daarby de groene tabakfabriek doet zulke uitmun tende goede zaken volgens 't Land van Aelst. En de socialisten Recht voor allen wiut jaarlijks duizenden franks mot zyne bakkerij en winkel, schiet er dan ook niets over voor de roode werkeloozen 1 De socialisten willen een Concert geven ten voordeele der werkeloozen van de spinnerij der Pontstraat en men verzocht hun op 't Stadhuis de lijst der werke loozen voor te leggen... En wie kwamen op die lijst voor Personen die reeds aan werk waren geraakt door de zorgen der antisocialis tische Vakvereenigiug en cath. Werk manskring of er door ondersteund wor den, eenigo roode en groene socialisten, lieden die 't luibakken voor eigen reke ning uitoefenen en een aantal vrouwen en meisjes waarvan 't grootste getal aan 't werk zyn. En Andreas die ten Stadhuize kwam, moest bekennen dat een Concert in die omstandigheden gegeven een oprecht coinediespel zou wezen. Maar dat ibelet toch niet dat Vooruit die kwestie van 't Concert ondor een valsch daglicht stelt. Wy besluiten dus Gij, groene en roodo socialisten, zorgt voor uwe mannen,wy catholieken,hebben voor de onzen gezorgd en zuilen or bly ven voor zorgen. ZONDAG dl JULl 1898, dienstdoende ApothekerMr De Waele, Kerkstraat. Wat beteekent dat dacht de weduwe. De graaf en juffroaw Lepage ontmoeten elkander vandaag niet voor het eerst en het iB duidelijk dat zij vreest door hem verraden te worden. Mijn oog is scherp. Ik had dan toch gelijk haar te wantrouwen. Eugenie Mixtome heeft eene slang in haar huis genomen. Zij drukte hare dunne lippen op elkaar en ging voort Sofie te bespieden. Graaf Beaucourt en Sofie wisselden eenige woorden, waarna het diner werd opgediend. Eugenie Mixtome verzocht den graaf, Sofie naai- de tafel te leiden, wat deze deed de overige gasten hadden zich reeds verwijderd en de markies van Charlemont nam den ann van mevrouw Mixtome. Ook onder het diner hield graaf Beaucourt zich goed tegenover Sofiehij sprak met haar over alledaagsche zaken en beproefde haar kalm te antwoorden. Hij roerde met geen enkel woord het verleden aan, doch Sofie bemerkte dat hij zeer ernstig was en er in zijne oogen bezorgdheid lag. Sofie was blijde dat mevrouw Mixtome het teekeu gaf om van tafel op te staan en naar het salon terug te keeren. Mevrouw verzocht Sofie een stuk te spelen, wat zij bereidwillig deed. Gedurende het spel traden eenige hee ren naderbij, terwijl anderen een partijtje gingen maken. Daar het weêr fraai was, begi ven zich eenige paren in den tuin om eene kleine wandeling te doen. Toen Sofie haar apel geëindigd had, be merkte zij dat niemand er acht op had gege ven zelfs de heeren die eerst haar naderden, waren vertrokken. Zij stond op en trad naar een venster, waar zij eenen blik naar buiten wierp. Eenige oogenblikken later naderde haar graaf Beau court. Zoudt gij uiet eene kleine wandeling willen doen, juffroaw Lepage vroeg hij beleefd. Het is zulk een fraai weder. Sofie aarzelde. Geef mij den arm, zegde de graaf, kom. Er lag iets gebiedens in zynen toon, wat Sofie dwong, hem te gehoorzamen. Zy zijnen arm en zij gingen heen, door niemand opgemerkt, behalve door mevrouw Bienjour, welke Sofie uiet uit het oog verloor. Geen hunner sprak een woord tot zij eene eenzame plek aan den oever van de zee be reikt haddeu. In de verte zagen zy vele per sonen, doch niemand waa zoo dicht in hnnne nabijheid, dat men kon hooren wat zij zegden. De graaf verwachtte dat Sofie zou begin nen, doch deze kon uiet. Hij liet huren urm los, trad eenige stappen terug eu zag haar met eenen ernstigen eu tevous belangstellen den blik aau. Sofie, wat beteekent dat vroeg hij eindelyk. Het beteekent antwoordde het meisje met bevende stem, dat ik de gezelschapty ullër van mevrouw Mixtome ben. Eu uw vader, Sofie, leeft hy nog Goddank, ja. Waar is hij In Griekenland Vergezelde hij u niet naar Frankrijk Neen. Wie bracht u hier Ik kwam alleen, antwoordde Sofie, wier stem thans vaster was geworden. Tot l'arya reisde ik alleen van daar beu ik me^eene vrouw hierheen gekomen. Ik begrijp uw hier zijn uiet, Sofie, zegde hij, ik begrijp uiet dat gij uwen vader hebt verlaten. Ik hen nooit zoo verrast geweest als dezen avond, toen ik u in het salon van me vrouw zag en thans nog nauwelijks gelooven, dat gij het werkelijk zijt. Verklaar my dit raadsel, Sofie. De verklaring is eenvoudig, antwoordde Sofie. Zij verhaalde hem hare ontmoeting met den bandiet Leonduri en hoe deze haar vadert huis in brand had gestoken. Wy hadden onze woning tydig genoeg verlaten om niet in handen der roovers te vallen. Later vernamen wij dat Leondari met zijne geheele bende ge vangen was genomen. Maar de bandiet heeft te veel vrienden en bondgenooten dun dat wy het zouden wagen naar onze woning terug te keeren, waarom ik mijn vader verzocht my naar Frankrijk te laten vertrekken. Gij zijt hier zeker veiliger; maar waarom kwam uw roder uiet mede (WORDT VOORTGEZET).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1898 | | pagina 1