Zondag 31 Juli 1898.
3 centiemen per nummer.
539te Jaar 3285.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en t Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Uit de Chronijken
der Ezelarijen.
De Moordenaar?
LANDBOUW.
Hoe de liberalen
den werkman beminnen
en zijne vrijheid eerbiedigen.
Z0NMGRUST.
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Land.
Cuique suurn.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen op
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voer de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 30 Juli 1898.
Zy zijn weêrom al hun verstand aan
't toonen in de bureelen van Dendergalm.
En och Heere I welk verstand Ge zoudfc
zeggen dat ze een kaartje per express
hebben genomen naar de plaats, waar
dezen vergaderen wier peerd op hol is
gegaan en die, welke moeite zij zich ook
geven, het maar niet betrapen of inhalen
kunnen.
Wij gaan van nabij eens eenige staal-
kens beschouwen het is waarlijk de
moeite weerd.
Primo.
Vijf dompers, schrijft onze povere,
zyn er in gelukt te Gent tegen den wil
der overgroote meerderheid in den
gouwraad te slibberen.
Dat is onnoozel en flauw en te dom om
dood te doen.
Als het tegen den wil is der over
groote meerderheid, hoe hebben zij dan
in de herkiezingen het meest stemmen
bekomen
Het gezegde van Dendergalm is ten
anderen nog dwaas, want zijn beweegrede
keert geheel en gansch tegen hem.
Welke liberaal zit in ons parlement die
er niet is tegen den wil der overgroote
meerderheid Het is waar hun getal is
onbeduidend, maar toch geen enkele zit
er die er niet is gekomen met de welwil
lende meêhulpe van de rooden, van de
socialisten.
Zitten de gekozene gouwheeren van
Brussel en voorsteden er niet tegen de
wil der overgroote meerderheid. Zijn zij
niet gekozen met de hulp der socialisten
of der catholieken
Behoort, heerschap Dendergalmhet
bestuur van den gouwraad van Brabant
niet wezenlijk tot de minderheid. In Brus
sel en voorsteden hebben de liberalen
37,000 stemm. en de catholieken 34,000.
Uitslag de geuzen hebben 40 zetels en de
catholieken niets.
Ge ziet wat ezelarij die groote schrift-
feleerde daar heeft uitgekraamd. Hij had
eter gedaan van te zwijgen.
verachting te mogen spreken van onze
calholieke staatsmannen, die in den
vreemde vereerd en geprezen worden.
De geuzenwetten van 79 tot 84 dat
waren oprechte toonbeelden van groot-
sche opvatting. De vervloekte schoolwet,
een oorlogstuig dat in België den gewe
tens- en den godsdienstvrede stoorde, zie
dat was me een werk van groote vernuf
ten de schoolinkwisitie, dat was een
verheven iets, het inkrimpen van het
toenmalig stemrecht, dat waren volksge
zinde zaken weerdig vau de partij der
wereldberoemde geuzen I
Ah 79 was nu een tijdperk van gees
tesontwikkeling van verhevene en groot-
sche opvattingen
Alsdan maakten de geuzen wetten ten
voordeele der werklieden, zij die gekende
manchesterianen
Al de wetten door de dompers ge
maakt, dragen, volgens 't schrijvelaarken,
den stempel hunner ingewortelde knoei-
zucht
Ezelarij en dwaasheid zonder weerga
Frankrijk, dat voor Dendergalm geze
gend land der vrijhèid waar het uitgaan
der processiën is verboden, heeft van
onze wetten er afgeschreven. De groote
Fransehe staatsmannen vonden dat werk
zoo goed dat ze zich vergenoegden met
de Belgische wet af te schrijven en in de
Kamers voor te dragen zonder er bijna
een letter aan te veranderen
Picard, Vandervelde en andere 'socia
listen hebben hulde gebracht aan de de
gelijkheid onzer maatschappelijke inrich
ting
Voor Dendergalm met zyn groot ver
stand zijn dat stommiteiten en ezelarijen,
is dat knoeiwerk I
Eer en glorie aan dat schrander hoofd I
Wij begroeten in hem de zonne welke
alles gaat verlichten
Tertio.
De geuzen zyn niet dood maar spring
levend 1
In de kiezingen hebben zij met duizen
den stemmen verloren en in de Kamers
kunnen zij met moeite tot een kaartspel
geraken. Zij zijn met een dozijntje.
Secundo.
Elke nieuwe wetschrijft Dendergalm
verder, schijnt gemaakt om het votk te
tergen (sic!) elke wet door de cleri-
calen gemaakt is een vloek tegen
het gezond verstand, een monu
ment van stommiteiten en ezela
rijen 1
Niet min dan dat.
Welke vernuften, welke schrandere
geniën moeten de heeren opstellers van
Dendergalm niet zijn om met zoo veel
WIE IS
NAAlt^HET HOOGDUITSCH
van
EDUABID WAGNER.
34,u VERVOLG.
Avonturiersters zijn dikwijls Bchoon en
zien er veelal onschuldig uit. Ik geloof zeker
dat juffrouw Lepage eene dame is van ge
boorte, zoowel als door opvoeding. Kent gij
haar verleden
Onder zijne schijnbare kalmte was groote
nieuwsgierigheid verborgen.
Ik heb den tijd nog niet gehad haar ver
trouwen te winnen ik weet alleen, dat zij
dochter is van eenen verarmden Franachen
edelman, die in het buitenland verblijft. Zij
kwam naar Frankrijk om eene geschikte be
trekking te. zoeken en de Voorzienigheid
voerde haar tot mij.
De markies scheen niet bevredigd, doch
't was noch de tijd, noch de plaats om zijne
ontevredenheid lucht te geven. Hij bleef nog
steeds Sofie beschouwen en zegde zacht
Zie, Eugenie, 't is my of ik haar vroeger
meer heb gezien
Mevrouw Mixtome verschrikte.
Hoed af
En zoo gedijt de eene stom
miteit de andere niet. Mijn
God moeten wij naar Den-
dergalm's artikels het ge
halte der Aalstersche geu-
zerij meten, wel hemelwat
een mager beestje En toch
welke pretentie
Kathedraal te Leopoldville.
Binnen kort zal eene inschrijving geopend
worden voor de oprichting eener kathe
drale Kerk te Leopoldville, waar Mgr
Van Ronslé, vicaris-generaal van Congo,
zijne residentie zal vestigen.
Ook de zetel van het regeeringsbestaur,
thans te Boma gevestigd, zal-overgebracht
worden te Leopoldville.
Onmogelijk riep zij. Zy iB nooit in
Frankrijk geweest
Dau herinnert zij mij aan iemand, dien
ik gezien heb. Hare trekken zijn mij niet
onbekend.
Ik had denzelfden indruk, zegde mevrouw
Mixtome. Zij herinnert mij aan iemanddoch
hoezeer ik er mij den geest mede plaag, ik
kan niet raden aan wien. Ha I daar zijn mijne
gasten.
Het binnentreden van eene groep heeren
en damen maakte aan het vertrouwelijk on
derhoud tusschen den markies en mevrouw
een einde.
Sofie had zich met mevrouw Bienjonr
in venster begeven, dat deze laatste echter
verliet, toen de gasten binnenkwamen, onder
welke zich ook graaf Alfred Beaucourt be
vond. Sofie zette zich op de vensterbank neêr,
half verscholen achter de zware gordijnen.
Haar hart klopte bijna hoorbaar. Vreugde
angst streden in haar binnenste om den voor
rang. Haar minnaar kon elk oogenblik bin
nentreden en wat zou hij zeggen, haar zoo
onverwachts op Charlemont te vinden Zou
hij haar gaan wantrouwen? Doch zij kon
eene ontmoeting met hem niet ontvluchten,
zelfs wanneer zy dat wilde. Zij beefde als een
door den wind bewogen boomblad, toen de
deur opnieuw geopend werd en nog meer
gasten binnenkwamen by deze was ook
Alfred Beaucourt.
Nadat de wederzydsche groeten gewisseld
Tijdstip van den oogst. Welk
is 't voordeeligst oogenblik om de graan
oogst te beginnen
Dit oogenblik is voor 't algemeen, dat
gene waarop het graan genoegzame bard-
leid bekomen heeft om door de drukking
der vingeren niet meer kunnen verplet
te worden, maar waarop het nog week
genoeg is om er de nagels der vingers ge
makkelijk te kunnen indrukken.
Is dat het oogenblik welk men gewoon
lijk verkiest om de rogge en de tarwe to
oogsten Neen. Do landbouwers wachten
zeer dikwijls om den oogst te beginnen
tot dat het graan heel rijp is. Met aldus
te handelen, verliezen zij de talrijke voor-
deelen die spruiten uit een vroegtijdig af
maaien.
Deze voordeelén zijn de volgende
a) Het uitvallen der zaadkorrels wordt
op de minst mogelijke graad gebracht
daarentegen zijn de daardoor ondergane
verliezen soms aanzienlijk, wanneer het
graan in een al te zeer gevorderden staat
van rijpheid gemaaid wordt. Wat meer is,
het zijn de rijpste korrels, welke ook de
schoonste zijn, die het gemakkelijkst uit
de aar vallen.
b) De verliezen welke dooor den hagel
en onweders kunnen veroorzaakt worden
in al te rijpen oogsten zullen daardoor in
eene hooge maten vermeden zijn.
o) Het vroeg maaien zal ook in zekere
mate het inkrimpen van het koren be
letten, hetwelk zich vooral gedurende
zeer drooge zomers voordoet.
d) Men kan gemakkelijker arbeiders
vinden dan wanneer den zomer meer ge
vorderd is.
e) De ontstapeling kan vroeger geschie
den en men zal daardoor over eon lange-
ren tijd beschikken om den grond te
bereiden voor de bezaaiingen welke op
den graanoogst volgon.
e) De voederplanten die men in 't graan
gezaaid heeft, zullen zich spoediger ont
wikkelen vermits zij eerder zullen bloot
gesteld zijn aan den weldadigen invloed
van lucht en licht.
o) Het graan dat vóór zijne volle rijp
heid aafgemaaid is, zal schooner zijn en
zwaarder in de hand vallen het zal ge
makkelijker te malen zijn en minder
zemelen geven terzelfdertyd als een witter
meel.
Eindelyk zal het stroo van betere
hoedanigheid zijn.
Kortom wij mogen zeggen dat buiten
het graan het welk ter zaaiïng moet die
nen, welk graan meu op stam tot volle
rijpheid zal laten komen men het best
handelt met vroegtijdig den oogst te be
ginnen. L. Vak Den Bebck,
Landbouw-ingenieur
Algemeene Weezenbond. De
algemeene jaarlijksche Vergadering
of Congres der Oud-Weezen zal, dees
jaar, gehouden worden te Brugge op
Zondag 14 Augustus.
mias van Chipka
houdt niet op wekelijks zijne bitterste
klachten te laten hooren over den brood
roof die de catholieken ten opzichte van
hem en der zijnen zouden plegen.
Wij nemen niet aau dat er tegen Jere-
mias en de zijnen broodroof in den eigen
lijken zin van dat woord gepleegd wordt,
maar wat er gebeurt 't is dat de catho
lieken, geestelijken en wereldlijken, die
wekelijks in de groene organen beleedigd
en belasterd worden, niet zeer genegen
zijn om hun den penning te jonnen.
Maar als ze hua den penning niet jon
nen, dan nog leven zij slechts den raad
na door Jeremias aau zijne volgelingen
gegeven op 15 Oogst 1897.
Men leest immers in H Land van Aélst
van 15cnder Oogstmaand 1897
Het volk zal regeeren door zijne
eensgezindheid, om als grooten ver
bruiker de vrienden te ondersteunen en
de vijanden te verlaten.... Wij
moeten onze vijanden niet ster-
n ker maken.
Wij moeten onze vijanden niet sterker
maken. .- Wie zijn de vijanden die men,
volgens Jeremias, niet moet sterker
maken ?...Zijn het de roode socialisten?..
Neen!... Zijn het de liberalen?... Nog
veel min 1... Beiden zijn de vrienden, de
bondgenooten der groenen. De vijanden
die Jeremias bedoelt zijn de catholieken
en hij roept de aanhangers der groene
kliek toeGeen slag werk moogt ge geven
aan de catholieken 1 Geen penning moogt
ge jonnen aan de catholieken Ge moet
ae catholieken, onze vijanden, brood-
rooven 1
En hy die aan zijne kliekjanuen 't be
vel gaf van hunne catholieke vijanden te
verlaten, van ze niet sterker te maken,
laat nu eene eindelooze weeklacht hooren
omdat hij gemeten wordt met de maat
waarmeê hy zijne tegenstrevers wil
meten.
Jeremias zou nu willen dat de catho
lieken hem den penning jonnen, hem
sterker maken.
In oorlogstijd is dat immers de ver
keerde wereld.
De catholieken die nu zouden vievers
verschaffen aan de Chipkahelden om hun
nen oorlog met nog meer hardnekkigheid
voort te zetten.
Moesten de Americauen aldus ten
opzichte der Spanjaards handelen gansch
de wereld zou uitroepen Zóöóööóten
liberale partij. Die mannen gaven zich
vóór de gemeentekiezing uit voor de
vrienden van het werkvolk, en, gelijk alle
liberalen, weten zij met hunne tong veel
met het woord vrijheid te schermen
maar kennen niet een zier van de ware
vrijheid.
Nauwelijks was de kiezing voorbij,
waar zij eene buis bekwamen van wel 200
meters lang, of zij schoten in eene Fran
sehe coleire, en wat deden zij (Zo zijn
immers de ware vrienden van het werk
volk en ile voorstaanders der vrijheid 1)
Zij veranderden het reglemen en schreven
er heel liefderijkeen artikel in, luidende
als volgt Worden uit de maatschappij
gesloten zonder eenige vergoeding te kun
nen eischen, deze die zich naar den tap
(Catholieken Kring) begeven of er gezien
worden.
Eenige leden,dien willekeur niet kun
nende verdragen, gingen algelijk naar den
Catholieken Kring en werden uit de maat
schappij gesloten. Het bestuur dacht dat
het de leden alzoo willekeurig mocht uit
sluiten maar het had gerekend zonder
den weerd, wij willen zeggen zonder het
gerecht.
n Eon eerste proces werd ingespannen
en gewonnen door S. J. Een tweede door
C. V. aangelegd,werd verleden jaar opge
roepen voor den Vrederechter van Moor-
seele, die, na de pleidooien der advocaten
gehoord te hebben, de maatschappij ver
wees, wegens verbroking der verbintenis
sen, tot eene schadeloosstelling van 40 fr.
en de leden van het bestuur geheel
en onverdeelbaar verantwoordelijk stelde
voor het betalen dier som en de kosten.
Daartegen wilde de maatschappij in be
roep gaan, maar de tweede kamer der
Rechtbank van Kortrijk heeft het beroep
verworpen, het eerste vonnis houden
staan en de maatschappij verwezen tot de
kosten van het tweede geding. -
Eene vraag nu. Wie zal er al die nutte-
looze onkosten betalen Zal het de maat
schappij zijn ofwel de mannen, die de
maatschappij tot hunne wraaklust hebben
willen doen dienen Dat de leden maar
goed oppassen bij de aanstaande rekening
om te vernemen hoeveel de peper de once
geldt bij die J- ware vrienden van den
werkman.
Als ge niet danst zoo dat volkje fluit,
Dan is H een blauwe oogof de deuren uit.
Wij lezen in de Gazette van Jtousse-
lare
Te Moorseole bestaat er eene maat
schappij van ouderlingen bijstand, ge
naamd de Bermhertigheid, en bestuurd
door eenige hoofdmannen der fameuse
waren, nam mevrouw Mixtome den arm dee
graven en leidde hem naar Sofie.
Ik heb eene nieuwe gezelschapsjuffer,
die ik u wenschte voor te stellen, zegde me
vrouw. Zij is hier vreemd eu ik reken op u,
graaf Beaucourt, mij te helpen haar verstrooi
ing te bezorgen, opdat zij hare verlatenheid
niet gevoele.
Hoe zacht deze woorden ook uitgesproken
waren, toch bereikten zij Sofie's oor. Zy ver
zamelde al hare krachten, en het gelukte
haar kalm te blijven. Mevrouw Mixtome
sloeg de gordijn terug en beiden Btonden
tegenover elkander.
Juffrouw Lepage, zegde mevrouw, ik
heb do eer u graaf Beaucourt voor te Btellen.
Sofie werd bleek als een lijk en richtte
hare oogen smeekend op den man harer
keuze.
Graaf Beaucourt schrikte door de zonder
linge en onverwachte ontmoeting met het
meisje, dat hy lief had en in Griekenland
waande doch hij uitte geecen kreet van ver
rassing en verried evenmin door woord noch
toeken dat hij haar kende. Hare oogen sche
nen het te zeggen, dat hij niemand zou laten
bemerken, haar vroeger meer gezien te heb
ben, zoodat hij haar als eene vreemde behan
delde en voor haar boog.
Sofie'a ontroering was zoo ras voorbij dat
mevrouw haar niet had bemerkt. Niemand
had er iets van gezien, niemand behalve
graaf Beaucourt eu mevrouw Bienjour.
t Vixlo*<x»iG 0IQ8plan, schrijft Pie
oi0eu!* htrdooper^ als eon
fabriek stil valt en dat er veel slacht-
b offers zijn de Stad zou zonder dralen
die menschen moeten helpen...
Dus de Stad zou maar hulp moeten
verieenen als er veel slachtoffers zijn.
Eenige werklieden die bij ongeluk of bij
ongunstige tijden werkeloos vallen, moe
ten niet ondersteund wordenDe
metsers b. v. die de helft van 't jaar wer
keloos zijn, moet men maar laten loopen
omdat zij niet werkzaam zijn op een
fabriek dat stil gevallen is.
Onzes dunkons zou Pie moeten vragen
dat men al de werkliedou zou onder
steunen die zonder werk vallen want
anders zou men lieve kinders maken.
Maar is het wel mogelij k dat de Stads
kas ter hulp kome aau al de menschen
die, maar niet door hunne schuld, tydelyk
zonder werk vallen
Neen, de geldmiddelen laten het niet
toe... En moest men nieuwe stedelyke
lasten heffen, Pie de herdooper zou da
eerste zijn om te schreeuwen dat men
't volk den laatsten centiem afperst.
Dus, volgens ons, is het best dat de
Stadskas hiervoor onaangesproken blijvo
en dat elke partij voor zyne mannen
zorge.
De Besturen van den catholieken Werk
manskring en der Antisocialistische Vak-
vereenigingen hebben voor hunne leden
gezorgd die door 't stilvallen van de spin
nerij der Pontstraat werkeloos waren,
z'hebben ze aan werk geholpen en gelde
lijk ondersteund zoo lang zy zonder werk
bleven.
Waarom handelt de christene volks
partij ook aldus niet Waarom bezor
gen de groene chefs ook geen werk aan
hunne partijgenoten en verieenen zij hun
geenen geldeiijken onderstand
Als men jaarlijks 30 duizend franks
uit de zakken der werklieden heeft ge
klopt met zeever te verkoopen, mag er
toch zeker iets van af Daarby de
groene tabakfabriek doet zulke uitmun
tende goede zaken volgens 't Land van
Aelst.
En de socialisten Recht voor allen
wiut jaarlijks duizenden franks mot zyne
bakkerij en winkel, schiet er dan ook
niets over voor de roode werkeloozen 1
De socialisten willen een Concert geven
ten voordeele der werkeloozen van de
spinnerij der Pontstraat en men verzocht
hun op 't Stadhuis de lijst der werke
loozen voor te leggen...
En wie kwamen op die lijst voor
Personen die reeds aan werk waren
geraakt door de zorgen der antisocialis
tische Vakvereenigiug en cath. Werk
manskring of er door ondersteund wor
den, eenigo roode en groene socialisten,
lieden die 't luibakken voor eigen reke
ning uitoefenen en een aantal vrouwen en
meisjes waarvan 't grootste getal aan
't werk zyn.
En Andreas die ten Stadhuize kwam,
moest bekennen dat een Concert in die
omstandigheden gegeven een oprecht
coinediespel zou wezen.
Maar dat ibelet toch niet dat Vooruit
die kwestie van 't Concert ondor een
valsch daglicht stelt.
Wy besluiten dus
Gij, groene en roodo socialisten, zorgt
voor uwe mannen,wy catholieken,hebben
voor de onzen gezorgd en zuilen or bly ven
voor zorgen.
ZONDAG dl JULl 1898, dienstdoende
ApothekerMr De Waele, Kerkstraat.
Wat beteekent dat dacht de weduwe.
De graaf en juffroaw Lepage ontmoeten
elkander vandaag niet voor het eerst en het
iB duidelijk dat zij vreest door hem verraden
te worden. Mijn oog is scherp. Ik had dan toch
gelijk haar te wantrouwen. Eugenie Mixtome
heeft eene slang in haar huis genomen.
Zij drukte hare dunne lippen op elkaar en
ging voort Sofie te bespieden.
Graaf Beaucourt en Sofie wisselden eenige
woorden, waarna het diner werd opgediend.
Eugenie Mixtome verzocht den graaf, Sofie
naai- de tafel te leiden, wat deze deed de
overige gasten hadden zich reeds verwijderd
en de markies van Charlemont nam den ann
van mevrouw Mixtome.
Ook onder het diner hield graaf Beaucourt
zich goed tegenover Sofiehij sprak met
haar over alledaagsche zaken en beproefde
haar kalm te antwoorden. Hij roerde met
geen enkel woord het verleden aan, doch
Sofie bemerkte dat hij zeer ernstig was en er
in zijne oogen bezorgdheid lag.
Sofie was blijde dat mevrouw Mixtome het
teekeu gaf om van tafel op te staan en naar
het salon terug te keeren. Mevrouw verzocht
Sofie een stuk te spelen, wat zij bereidwillig
deed. Gedurende het spel traden eenige hee
ren naderbij, terwijl anderen een partijtje
gingen maken. Daar het weêr fraai was, begi
ven zich eenige paren in den tuin om eene
kleine wandeling te doen.
Toen Sofie haar apel geëindigd had, be
merkte zij dat niemand er acht op had gege
ven zelfs de heeren die eerst haar naderden,
waren vertrokken.
Zij stond op en trad naar een venster,
waar zij eenen blik naar buiten wierp. Eenige
oogenblikken later naderde haar graaf Beau
court.
Zoudt gij uiet eene kleine wandeling willen
doen, juffroaw Lepage vroeg hij beleefd.
Het is zulk een fraai weder.
Sofie aarzelde.
Geef mij den arm, zegde de graaf,
kom.
Er lag iets gebiedens in zynen toon, wat
Sofie dwong, hem te gehoorzamen. Zy
zijnen arm en zij gingen heen, door niemand
opgemerkt, behalve door mevrouw Bienjour,
welke Sofie uiet uit het oog verloor.
Geen hunner sprak een woord tot zij eene
eenzame plek aan den oever van de zee be
reikt haddeu. In de verte zagen zy vele per
sonen, doch niemand waa zoo dicht in hnnne
nabijheid, dat men kon hooren wat zij zegden.
De graaf verwachtte dat Sofie zou begin
nen, doch deze kon uiet. Hij liet huren urm
los, trad eenige stappen terug eu zag haar
met eenen ernstigen eu tevous belangstellen
den blik aau.
Sofie, wat beteekent dat vroeg hij eindelyk.
Het beteekent antwoordde het meisje
met bevende stem, dat ik de gezelschapty ullër
van mevrouw Mixtome ben.
Eu uw vader, Sofie, leeft hy nog
Goddank, ja.
Waar is hij
In Griekenland
Vergezelde hij u niet naar Frankrijk
Neen.
Wie bracht u hier
Ik kwam alleen, antwoordde Sofie, wier
stem thans vaster was geworden. Tot l'arya
reisde ik alleen van daar beu ik me^eene
vrouw hierheen gekomen.
Ik begrijp uw hier zijn uiet, Sofie, zegde
hij, ik begrijp uiet dat gij uwen vader hebt
verlaten. Ik hen nooit zoo verrast geweest als
dezen avond, toen ik u in het salon van me
vrouw zag en thans nog nauwelijks gelooven,
dat gij het werkelijk zijt. Verklaar my dit
raadsel, Sofie.
De verklaring is eenvoudig, antwoordde
Sofie. Zij verhaalde hem hare ontmoeting met
den bandiet Leonduri en hoe deze haar vadert
huis in brand had gestoken. Wy hadden onze
woning tydig genoeg verlaten om niet in
handen der roovers te vallen. Later vernamen
wij dat Leondari met zijne geheele bende ge
vangen was genomen. Maar de bandiet heeft
te veel vrienden en bondgenooten dun dat wy
het zouden wagen naar onze woning terug te
keeren, waarom ik mijn vader verzocht my
naar Frankrijk te laten vertrekken.
Gij zijt hier zeker veiliger; maar waarom
kwam uw roder uiet mede
(WORDT VOORTGEZET).