Donderdag U Augusti 1898. 5 centiemen per nummer. 559le Jaar 328G Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. Geuzeriana I GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. VERLOREN EER LANDBOUW. VLUCHT DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwftantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Land. Guique Huum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen cp 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den uijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 10 Augusti 1898. Reeds tweemaal heeft onze vermaarde Dendergalm bevestigt dat Escobar gezegd en geschreven heeft den hatelijken stel regel u Het einde wettigt de middelen. Dat is wederom eene oude koo uit de gracht gehaald. Inderdaad over eenige jaren is over datzelfde punt eeu pennetwist gevoerd, waarbij de geleerde advocaten en galach tige kerels van ons beroemd (I) geuzen- orgaan menige veder hebben verloren. Zouden wij onze oude argumenten nog eens moeten opgraven 1 Dat bewijst dat niettegenstaande Den- dergalm's nieuw kleed, niettegenstaande de getuigenis van den doorluchtigen heer Daens, waarbij zij goede christenen (sic) zijn geworden, de Aalstersche geuzen zyn gebleven wat zij waren volbloedige huichelaars en godshaters in den grond van hun hert. Een voor een komen al de oude puntjes voor den dag en zoo zullen wij welhaast ook eens hunne zielleer kunnen bespre ken, wat zij tot hiertoe zorgvuldig hebben verzwegen en ontvlucht. Het zijn zulke moedige kerels, onze Aalstersche geuzen zij durven niet eens hun meening rechtuit zeggen 1 Komen wij echter tot het punt terug, tot Dendergalm^ beschuldiging en wij zeggen aan die groote wijsgeren Mijnheeron, gij beweert dat Escobar heeft gezegd het einde wettigt de mid delen Gij zijt veel bolezeue mannen en wij twijfelen geenszins noch aan de op rechtheid uwer onwrikbare overtuiging, noch aan uwe waarheidminnende gevoe lens gij immers zegt de waarheid. De leugen heeft u nog nooit doen blozen, heeren uwe ziel is rein als de pas ontlo- kene lelie Maar, genadige heeren, overtuigde geuzen, die uwen aartsgrootvader ver loochent, den onovertrefbaren Voltaire, die gezegd en geschreven heeft Liegt liegt stouter zal wel immer iets overblij ven en die er bijvoegde Vertrappen wij den Eerlooze En die eerloozo was de gevierde God der catholieken maar, zeg ik, groote geleerden, zou hel u niet gelieven de bladzijde aan te duiden van het werk waar zulks geschreven staat Gij zijt eerlijke mannen, oh zoo eerlijk 1 dat, gij wanneer gij eene beschuldiging vooruitzet gij immer zeggen kunt zie op die bladzijde van dat werk staat het, klaar en duidelijk en juist gelijk wij het gezegd hebben. Nooit, groote heeren, is het u gebeurd texten en aanhalingen te een verhaal naar het hoogduitscb. 15® VERVOLG. Overigens hebt gy er mij geen schade meê berokkend, ging de mulder voort wat ik door de brand verloren heb, wordt mij door de verzekeringsmaatschappij tot den lesten cent vergoed. De gedachte, dat zijn mededinger door den brand volslagen arm was geworden, was de eenige troost, die Willem in de gevangenis bijbleef, die hem zelfs met het denkbeeld aan een lange tuchthuisstraf had kunnen verzoe nen, daar hem de hoop bleef, dat de mulder nu niet met Dora zou trouwen. Daar werd hem op eenmaal dat laatste anker der hoop ontrukthet was hem onmo gelijk den kreet van woede te onderdrukken, die uit zijne borst opsteeg. Daar hoort gij het wendde Hagen zich tot de omstanders. Ziet hem aan staat hij daar niet, alsof hij zich op mij zou willen storten en my verscheuren Dit is uit woede dat hij er niet in gelukt is mij ten gronde te richten 1 De gendarmen sprongen in den zadel, de bedreigingen der boeren deden het ergste vreezen. vervalschen. De laatste kiesstrijd heeft het bewezen.... Wij breDgen u hier eene openbare hulde 1 Als zij u hinderen, loochent gij uwe voorzaten. Zoo hebt gij gezegd niet te willen erkenneu wat Dendergalm, uw orgaan, uw aanbeden lieveling, eens over de vrijheid schreef en deze zoo schoon bepaalde de vrijheid bestaat in de catho lieken aan de deur van het land te zetten. Men heeft ons immer in den catechis mus geleerd het en is niet geoorloofd kwaad te doen omdat het goede er zou uit voortvloeiën Non licet facere mala ut eveniant bona. Een catholiek kan dus niet schrijven dat het einde de middelen wettigt, want dat is eene ketterij. Ouze heeren geuzen hebben over die zaken veel verstand zij lezen en hebben doorbladerd die bestovene volumen over moraal, zedeleer, enz., waaruit zij over eenigen tijd die schoone spreuken trokken waarvan Denderbode een woordje heeft gezegd en do heeren zwegen. Zij zijn ook met veel geschiedkundig doorzicht begaafd, zij kennen de wetten der kritiek onze vermaarde eu gunstig in het buiten land gekende geleerde opstellers van Dendergalm den poveren artist zullen dus uit valsche bronnen niet put ten zij zullen dus over bet punt dat wij betwisten het werk van Pascal niet raad plegen Les Provinciates. Wij hebben volle vertrouwen in ODze hoogvereerde tegenstrevers voegen wij er nochtans bij, gezien het verleden dat wij gaarne een toezichtje hebben op het geen zij vooruit zetten die verstandige mannen, die groote lichten der aanstaande eeuw, vergeven het ons zij zijn de edel- moed zelve. Wanneer wij decatholieke werken door onze Dendergalmcrs aangeklaagd hebben doorloopen zullen wij in hun gezelschap ook eens de geschriften der geuzen ope nen om eens te zien of zekere legendari sche gezegdens uitgaan niet van de catho lieken maar van volbloedige geuzen. Wij zullen alzoo gelegenheid hebben restitutie to doen. Het is algemeen aangonomen dat eeu miliciaan, door het feil van te trou wen, zijne hoedanigheid verliest van on- ontbeerlijken steun zijner ouders. Het beroepshof van Luik, oordeelende op 13 Juli over eon beroep van den heer B., der gemeente J., tegen den miliciaan H., derzelfdo localiteit, vonuisde dat de verweerder H., niettegenstaande gehuwd, den onmisbare steun zijnor moeder we duwe is, en stelt hem bijgevolg vrij van den dienst. Voorwaarts, bevool de aanvoerder der patrouille en links en rechts stoven de hoeren voor de steigerende paarden uiteen. Op hetzelfde oogenblik reed een licht jacht- wagentje door de groepen, die zich op den steenweg voor de herberg gevormd hadden. Met den gevangene in hun midden reden de gendarmen ijlings voorbijzij waren reeds een goed eind wegs voort, eer de boeren zich van hunne verrassing hersteld hadden. Een ele gant gekleed heer sprong uit den wagen en naderde na een snellen onderzoekenden blik op de verschillende groepen geworpen te hebben, den mulder. Zoudt gij de goedheid willen hebben, mijnheer, mijn koetsier den weg naar den molen aan te duiden vraagde hy hoffelijk. Wat wilt gij daar doen antwoordde de mul der, den vreemdeling met wantrouwend oog vluchtig monsterende. De molen is afgebrand. Juist daarom. Ik ben inspektenr van de brandverzekeringsmaatschappij Haastig nam Hagen den hoed af, de drei gende plooien op het voorhoofd verdwenen, eu een vriendelijken lach speelde op zijne lippen. Ik ben den mulder, zegde hij het heugt mij uitermate dat gij reeds vandaag komt. Gij weet waarschynlyk dat de brand aangestoken werd. De policio heeft het ons meegedeeld. De brandstichter is gevangen genomen. Een i-upsenval. Een duitsch geleerde, von Schilling, heeft het eerst het gedacht opgevat en ten uitvoer gebracht van rupsen te vangen bij middel van eene val. Zooals men weet leven vele rupsen bin nen in onzo vruchton en zaden. Peren, appelen, graan, erwten, boonen, enz., worden hierdoor maar al te dikwijls uit gevreten en menig landbouwer of koop man heeft hierdoor reeds aanzienlijke schade te lijden gehad.-, Vele dezer rupsensoorten blijven slechts iu de vrucht voortleven tot dat de tijd der verpopping aanbreekt en gaan zich alsdan in den oenen of anderen hoek, in eene spleet tusschen de planken van den zol der, onder eene plint of in een andere veilige schuilplaats inspinnen. Veilige schuilplaatsen zijn voor onze rupsen uiet altijd gemakkelijk om vinden. Soms zijn zij verplicht reizen van ver schillende dagen te maken vooraleer zij op hunne bestemming aankomen. Von Schilling had het gedacht opgevat, de verhuizende rupsen kunstmatige schuil plaatsen aan te biedeu, waar zij zich ge makkelijk en geerne zoudeu verpoppen om ze dan later in massa te kunnen ver nielen. Hij is in zijne proefnemingen vol komen gelukt. Zijne eerste vallen heeft hij gospannen om de rupsen, die de appels eu peren doorboren, te vernielen. Deze rupsen zit ten meestal in het afgevallen fruit wan neer zij volkomen ontwikkeld zijn voor aleer het fruit afvalt of geplukt wordt, laten zij zich langs een fijnen draad op den grond glijden. De rupsen, aldus op den bodem ge raakt, vertoeven daar niet lang, zij zoe ken eene betere eu droogere verblijfplaats voor deu winter. Meestal kruipen zij op tegen eenen boomstam om zich aldaar in de eene of andere reet in te spinnen. Om deze rupsen te vangen, bond von Schilling laken vodden rond do boomen en rond de palen van den boomgaard, derwijze, dat het onderste deel der lappen los hingen en het bovenste alleen vast om den stam gebonden was. Over deze lompen bond hij nog op dezelfde wijze een reepel sterk papier om de verblijf plaats tegen het regenwater zoo goed mogelijk te beschutten. De rupsen, die tegen de boomstammen omhoog kruipen vinden in deze kunstma tige woningen eene zeer geschikte ver blijfplaats en gaan er zich van zelf op vestigen. Bij het nazien zijner vallen, vond Von Schilling eene menigte inge sponnen rupsen welke hij, zooals het licht begrijpelijk is, met alle geraak kon vernielen. Aha ik dacht het wel, toen ik zoo even de gendarmen en den gevangene zag. De mulder knikte en noodigde den inspek tenr met een wenk nit hem in de herberg te vergezellen. Ik kan u slechts een glas bier aanbieden zegde hij, maar het bier is hier goed. Dank n, ik mag mij niet lang ophouden, antwoordde de inspekteur, het begint reeds te schemeren en de plicht roept mij op de plaats van den brand. - Ik zal u vergezellen, henyim de mulder, terwijl hy met een zegevierenden blik om zich heen zag. Hoe spoediger de zaak gere geld is, hoe beter het voor de maatschappij de goede lieden hier in het dorp kunnen niet gelooven, dat de verzekering tegen brand schade een eerlijke zaak is. Ilet is mij natuur lijk niet aangenaam, dat het ongeluk hetwelk hen tot andere gedachten moet breugen, juist mij treft, maar nu het eenmaal toeligt, hoop ik, dat zij tot betere inzichten zullen komen. Het zou in hun eigen belang zijn, ant woordde de inspekteur, terwijl hij de kan uit de hand van den herbergier aannam. Hebtgy uwe schade reeds opgemaakt Rog niet nauwkeurig. Molen, woonhuis, schuur en stallingen zijn tot op de fondamen ten afgebrand, het vee is gezamentlijk omge komen, van mijn huisraad niets gered en vijf duizend schepels koren zijn buitendien daarbij in de lucht gevlogen. Tijdens den fruitoogst hebben velo rup sen de appels of peren nog niet, verlaten en geraken aldus met het fruit op zolders, kamers en andere bewaarplaatsen. Kort daarna verlaten zij hunne eerste woning, welke ook gewoonlijk hunue geboorte plaats is, en zoeken een ander winter verblijf om zich te ontrekken aan do doodstraf, welke don fruitverbruiker be reid is, te doen ondergaan. Om ook deze rupsen te vangen, legt Von Schilling rondom en op den fruithoop eenige oude kleedingsstukken, hoopje.1 vodden, oude gazetten of iets dergelijks. Hij heeft aldus uit eene partij der schoon ste appels tot 1200 verpopte rupsen ge- Daar de rupsen, soms ook tegen den muur opkruipen is het ook geraadzaam, hiertegen een reepel versleten kleergoed aan te brengen. Binnenshuis zal men lie ver katoenen, dan wollen vodden gebrui ken omdat men anders gevaar loopt van de kleermotton te verspreiden. Prof. Ritzema Bos, heeft de rupsonval van von Schilling, toegepast ter bestrij ding van de rupsen der Eudrosis lactella. Deze is eene kleine mot, wier larven in allerlei stoffen en ook iu zaden leven. Prof. Ritzema Bos trof dezelve in eene aanzienlijke partij zeeuwsche boonen, waar deze rupsen reeds groote schade hadden aangebracht. Naarmate zij do boonen uitvreten, hechten zij hune uit werpselen buiteu aan hunne gaanderij bij middel van spinsel vast en geven aldus aan de koopwaar een allervnilst uitzicht Den belanghebbende werd den raad gegeven van von Schilling's vallen te leg gen, en inderdaad men gelukte er in, een groot aantal rupsen te vangen. De beruchte koremot of zoogenaamde wolfin 't koren, zal men zeker op dezelfde wijze ook zeer doelmatig kunnen bestrij den, daar deze zich ook iu de spleteu van don zoldervloer in spint. P. W. (Handelsblad). "Verkoop van gesmokkeld vee. Volgens wij vernemen heeft de Minister van landbouw maatregels genomen om, voorta'an, het gesmokkeld vee dat gevat werd, levend in plaats van geslacht, te verkoopen. Vroeger was dit, wettelijk, eene onmo gelijke zaak, daar de wet van 1843 het gesmokkeld vee als verboden goed aanzag en de regeering het recht niet had het zelve verbeurd te verklaren. Met de wet die in voege getreden is met eorsten januari van dit jaar, is die V. Peter Hagen was altijd als een buitenge woon doorzichtig en achtensweerdig man aan zien, doch zijn aanzien en het geloof aanzijn doorzicht vermeerderden nog, toen hij op zekeren dag uit de Btad terug keerde en de verbluften boeren de goudrollen en bankbil jetten toonde, welke hij op het kantoor der verzekeringsmaatschappij in ontvangst geno men had. Des anderendaags kwam de agent der maat schappij in het dorp en maakte glansrijke zaken en op het einde van den dag legde meuig dorpeling zich op een oor met den stillen wensch, dat het schijnsel van de eigene brandende hoeve hem uit den slaap mooht wekken. Eenieder was nu van meening, dat toestand veranderd en heeft sedertdien de rogeering het vermogen het gevatte vee te doen slachten of levend te verkoo pen. (Landbode). van eenige Belijders in den nacht van 12 Mei 1793. i. Het schip la Décade bracht 19 Belgi sche priesters naar Guyane, la Bayonaise 16 andere. Twintig hunner bezweken in de maan den September, October en November 1798, twee anderen in Januari 1799. PReyphinus, van Stavele, was den 22 Oogst op zee overleden. Toen Napoleon la Dédaigneuze naar Guyane zond om de geestelijke bannelin gen terug te brengen, vond men nog twee Belgen N. Custer, van Namen en J. M. Wagoneer, uit Luxemburg. JRoyphius, van Wost-VIeteren, vluchtte met een Hollandsch scbip naar New- York, van waar hij in 1802 naar Vlaan deren terugkeerde. De negen overige Belijders kochten heimelijk eene boot om te ontsnappen. Het waren J. Nerinckx, van Edingen; M. F. Cop, van Zwyndrecht; J. de Noodt, van Scherpenheuvel J.-B. de Bay, van Brugge; J.-V. do Nevo, van Westkapelle; P. Dumon, van Maunekensvere; F, Flot- teeu, van Beveren bij Roeselaro; J. Keu- kemaos, van Antwerpen cu J.-B. Moou3, van Boom. Het verhaal hunner vlucht vinden wy in eenen brief van den eerw. heer Dumon. n. Wij zijn te Sinamary gebleven tot den 11 Mei 1799, altijd den dood voor oogeD hebbende zoodat wij ten laatste besloten hebben te vluchten, dood voor dood, loven voor leven. Wij hebben dan heimelijk voor ons eene schuit doen koo- pen, en met eenen visscher en dertien gedeporteerden, waaronder de negen Ne derlanders, die nog in leven waren, zijn wij den 11 Mei, voorzien van levensmid delen voor ongeveer drie dagen, 's nachts om 11 uren in zee gestoken op Gods genade, denkende ergens langs de kusten op do Hollandsche volksplantingen in West-Indiëaan te komen. Den tweeden dag na ons uitvaren zijn wij inderdaad veertig uren verder te Maroni aangeland, op eenen Hollandsche post, alwaar de bevelhebber, een Luike naar, ons zeer wel ontvangen heeft, ons geluk wenschende en zich verheugende over onze ontsnapping. - Maak de rekening zoo spoedig en nauw keurig mogelijk op antwoordde de inspek teur. Zoodra zij in orde bevonden is, ligt het geld ter uwer beschikking. Wederom zag de mulder zegevierend in het rond, als wilde hij zeggen Hoort gij het, gij 3 domkoppen. Toen volgde hy den eleg&nten heer, die vlug in den wagen gesprongen was. De verbaasde boeren gaapten den wagen na, tot deze door het houtgewas aan hunne oogen onttrokken werd daarop gingen zij de her borg binnen, om over de voordeelen van de verzekering tegen brandschade te de voordeeligste zaak voor hen afbranden was het goud van den mulder had allen verblind. Intusschen werd er op de plaats van den brand ieverig gearbeid, op de oude fondamen ten verrezen nieuwe muren, en men kon al dadelijk ontwaren, dat de nieuwe gebouwen ruimer en schooner zonden worden. Hagen reed dikwijls naar de stad wat hy daar verrichtte wist niemand, men bekom- merdo or zich ook niet overhij was toch een rijk man eu kon leven gelyk hij verkoos. Ook moest hij er nu en dan heeu, om in het proces tegen den brandstichter te getuigen. Dora, de weerd, de gemeenteherder en het meereudeel der boeren hadden getuigenis moeten atleggen, en er was, buiten Dora, geen mensch meer in het dorp, die thans nog aan zijne onschuld geloofde. Het was opmer kelijk, dat deze overtuiging van Dora door niets aan het wankelen kon gebracht worden l Het helpt u toch altemaal niets, zegde de moeder, op den dag van de openbare terechtzitting, waarin het vonnis over Wil lem zou uitgesproken worden, gij zult hem niet schoon wasschen Als zij hem veroordeeleu, hebben zij het op hun geweten, antwoordde het meisje drif tig hij heeft het uiet gedaan, daarop wil ik een eed doen 1 (WORDT VOORTGEZET).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1898 | | pagina 1