558le Jaar 521)5
5 centiemen per nummer.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Rondvliegende
gedachten.
w
De Moordenaar?
LANDROUW.
«Vooruitvan Gent.
Catholieke Jonge Wacht.
De booze partij,
ZONDAGRUST. X" 's'nidda«»
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad o frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwilantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Land.
Culque «uum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse cp
3' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voer de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 10 September 1898.
Dees jaar is een jaar van kiezen ge
weest bij ons en bij onze geburcu van
noord, oost en zuid.
Wij hebben hier to lande, kiezingen
gehad voor de Kamers en voor de Gouw-
raden in Bolland kiezing voor de provin
ciale Staten in Duitschland kiezingen
voor den Reichstag.
Van Frankrijk houden wij geene reke
ning, omdat dit land, om de reden welke
men kent, builen blijft uit den kring on-
Een feit dat in 't oog van ieder rede-
neerend man vallen moet, heeft men in
de drij bedoelde landen kunnen vaststel
len; namelijk dees feit dat overal het
liberalism sterk achteruit is gedreven,
dat" de geuzerij verslagen en verpletterd
het kiesterrein heeft verlaten, terwijl in
tegendeel, de catholieken schitterende
overwinningen hebben behaald of overal
ten minste hunne standplaatsen hebben
behouden.
Een feit van zulken omvang heeft al-
gemeene oorzaken. De oorzaak is immers
van dezelfde natuur als het gevolg, 't is
te zeggen, een algemeen verschijnsel
heeft algemeene reden.
In dees geval welke is zij
Van den anderen kant mag het opzien
verwekken dat overal hot leger der geu
zerij met aanzienlijke verliezen is terug
geslagen en dat een groot deel zijner sol
daten tot den vijand zijn overgeloopen en
dat, hierbij, de socialisten het leeuwen-
aandaal hebben gewonnen.
De boom valt langs den kant langs
waar hij helt, zegt een spreekwoord, dat
- hier weêrom waarheid is gebleken.
Het wordt langs om meer duidelijker,
hoe juist, hoe waar het woord was van
onzen eersten vorst, dat het liberalism
eene zandplaat is, waarop geon maat
schappelijk gebouw rusten kan of zou
kunnen, zonder gevaar het bij eerste
tempeest in duigen te zien vallen.
Moest gij mij vragen wat een liberaal
is, wat het liberalism is, ik zou geen vol
doende antwoord kunnen geven schreef
eens een beroemd huishoükundige, Fré-
déric Bastiat.
Daarin ligt misschien wel de reden
van hunnen achteruitgang in den geest
van het volk, dat veel houdt van le
genre tranche - van scherp afgeteekendc
dingen, welke zoo zijn en niet anders.Oog
in kameleonen welke gestadig van kleur
veranderen heeft het volk niet.
De liberaal heeft geene wijsbegeerte.
Op al de vragen, welke de menschelijke
geest zich stelt en in spanning brengt,
m koortsige spanning, haalt de geus de
schouders op of is genoodzaakt te ant
woorden ik weet het niet.
WIE IS
NAAR HET HOOGDUITSCH
van
EDUARD WAGNER
Is dit de taal, de belachelijke taal niet
van onzen poveren Dendergalm.
Spreek hem, deu*geus, over zijne le
vensbeschouwing, over zijne gedachten
over God, Datuur, levensbestemmingen
het belachelijke antwoord ligt gereed
Weetik het.
Over dit alles weet de geus niets, niets,
Diets
Zijne princiepen, zoo men hem prin
ciepen aaneigenen mag, zijn io aanhou
denden tegenstrijd met zijne daden en
deze zyn gedurig een klinkende kaakslag
voor zijne woorden.
Hij spreekt niet lijk hij handelt, hij
handelt niet lijk hij spreekt. Dit alles
wijst bij hem op een gemis van wijsbe
geerte, op een volkomen gebrek aan eene
doordachte en logieke wereldbeschou
wing.
Hij is tegen den Godsdienst, beweert
hoogmoedig en stout, zoo ten minste onze
stedelijke poveren artist, en hij heeft geen
spot genoeg over voor al de gedachten
welke de catholieken vereeren, voor de
Priesters, voor de geheimheden van onzen
Godsdienst.
De haat welke zijn hert verteert, heeft
hij aan het volk willen inpompen. Hij
heeft den werkman zijn geloof ontnomen
en hij staat, eenvoudig en onnoozel ge
noeg, verwonderd dat de socialisten den
oogst hebben opgedaan waar hij het zaad
had vao verspreid. Hij had die vruchten
gehoopt maar de dwazea, plompzinnigen
zijn in hunne verwachting te leur gesteld
geweest; zy hebben het vreeselyke woord
vergeten van den bloedrooden commu
nards Felix Pyat- Het volk is een ge
dachtige redeneerkundige; het laat nooit
na te besluiten.
Uit de goddelooze gedachten door de
geuzerij rondgestrooid, heeft het socia
lism voordeel getrokken; hot heeft er
zijne princiepen van gelijkheid, van maat
schappelijke gelijkstelling uit afgeleid.
Dat was logiek.
Met de hoop op een toekomstig leven
'ergaat de reden, waarom de mensch,
hier op aarde, de ongelijkheden, de druk
kende lasten der maatschappelijke in
richting zou verduren. De geuzen hebben
het toekomstig leven geloochend en de
ongelijkheden laten bestaan.
De socialisten hebben de zielleer, de
wijsbegeerte der geuzerij overgenomen;
zij hebben het materialism verkondigd
met al de gevolgtrekkingen welke er
uit af te leiden zijn. Zij hebben dus eenen
hemel op aarde willen scheppen, ieder
een moest immers gelijk zijD.
En de menigle dronk gretig aan dien
verleidenden drank.Ol die hemel mogelijk
is daarmeè bekommeren do groote leiders
zich niet, want dit loopt rechtstreeksch
tegen de belangen der afgezanten dier
nieuwe verderfelijke leer.
Dat gevolg hadden de geuzen moeten
inzien maar de dwazen hebben het niet
gedaan en daarom zijn zij gestraft. Want
men is immers gepijnigd in datgeen
waarin men zondigde.
40'" VERVOLG.
Zy ging naar 't schryfkabinet van
Mixtome, die bezig was eenige brieven te
lezen. Mevrouw ontving Sofie vriendelijk en
verzocht deze naaat haar aan de schrijftafel
plaats te nemen.
Ik moet eenige brieven beantwoorden,
dat kunt gij wel voor mij doen, niet waar
Sofie nam de pen en schreef wat mevrouw
Engenie Mixtome haar voorzegde, waarna
Johanna de brieven moest bezorgen. Sofie gaf
haar ook den brief voor haren vader meê. Op
mevrouw's verzoek opende Sofie nu een boek
en las daaruit voor. Engenie Mixtome leende
een aandachtig oor aan hare lezeres en zag
met welgevallen op haar neer.
Het is voor heden genoeg, Sofie, zegde
zij, toen deze omtrent een uur gelezen had.Ik
zal my nu voor het ontbijt gaau
Na het eten hebben verschillige vermakelijk
heden plaats en zullen wy naar het dorp
Charlemont rijden.
fie begaf zich naar hare kamer en bleef
daar tot het ontbijt. Des middags nam het
meisje aan het spelen deel. Zij werd door alle
gasteu als gelijke behandeld, waarin deze het
voorbeeld van mevrouw Mixtomde volgden.
Eene der dames zegde tot eene andere, dat
Sofiie zeker de dochter van eene vroegere
vriendin van mevrouw Mixtome moest zijn,
en deze op zich had genomen haar goed uit te
huwelijken. Dit vermoeden kreeg vleugels en
werd als vaste waarheid aangenomen, totdat
mevrouw Bienjour er uit nijd en afgunst een
einde aan maakte, door hare meening uit te
spreken, dat Sofie eene avonturierster was,
die zich aan mevrouw Mixtoma opgedrongen
had en spoedig zon bewijzen eene Blang te
zyn.
Den volgenden morgend ontbeet mevrouw
Mixtome met hare gasten. Het program voor
den dag werd besproken, alsmede het mid
dagmaal op Charlumont. Do gasten wilden er
aan deel nemen, doch mevrouw had nog geen
besluit genomen of zij ai dan' niet meê zou
gaan. Na hot ontbijt begaven mevrouw en
Sofio zich naar de bibliotheek om brieven te
schrijven. Sofie hield zich hiermede bezig en
begon daarna uit een Duitsch boek voor te
Vroege Zweedsche incamaatklaver
Dit peulgewas is een uitmuntend voe
der dat door het vee zeer gaarne geëten
wordt. Daar zij zeer vroeg is, maakt de
vroege Zweedsche incamaatklaver, die
hare opbrengst in het begin der lente
levert, als voederplant eene kostbare
hulpbron uit op een tijdstip van het jaar,
waarop de schaarschheid aan voedsel
voor het vee zich het sterkst doet ge
voelen.
Niet alleenlijk levert deze plant hare
opbrengst in een oogenblik waarop bot
voeder begint te ontbreken, maar zij bezit
nog het groot voordeel den landbouwer in
staat te stellen, eenige weken vroeger
het droog voeder van den winter door
grqen voeder te vervangen. Daarenboven
is de incamaatklaver eene der voeder-
planten, wier teelt bet minst kost, en die,
den grond slechts beslaande gedurende
den herfst, den winter en in het begin
van de lente, in niets schaadt aan de ge
regelde opvolging onzer teelten. Te meer,
indien de teelt der incamaatklaver ge
schiedt met de toepassing van scheikun
dige mesten (zooals 500 a 600 kg. metaal
slakken, per hectare, te gebruiken voor
de zaaiïng, vergezeld vau eene gelijke
hoeveelheid kaïniet of carnalliet indien
de grond arm is aan potasch en daaren
boven 200 kg pleister uitgestrooid op het
einde van den winter vervult dit peulgc-
was volledigde rol van verbeteriugsplaut
on dit, zoowel door de organieke over
blijfsels die het iu den grond laat, als
door hunne rijkheid aan stikstof geput
ten koste van den damkpkring.
Dit peulgewas is geenszins moeilijk ten
opzichte vau den aard des gronds. Échter
vreest het de kalkgrondeu de weiuig door-
dringbare bodems die onderhevig zijn aan
eene bovenmatige vochtigheid tijdens den
herfst en den winter evenals de landerijen
die buitengewoonlijk zwellen door de
werking vau den vorst. In landen van die
laatste soort, vergaan vele planten door
ontblooting der bovenwortels welke zich
voordoet op het oogenblik van den dooi,
en welke don oogst doet mislukken.
Het is ïd de gronden van middelmatige
vastheid van samenhang, die doordring
baar en diep zijn, dat de incamaatklaver
zijne aanzienlijkste opbrengsten levert. In
't algemeen lukt hij goed in landen waar
tarwe of rogge goed gedijt.
De zaaiïng geschiedt tot half september.
De hoeveelheid zaad per hectare te ge
bruiken verschilt van 25 tot 30 kg.
Er valt op te merken dat de incamaat
klaver de losse gronden vreest. Opdat dit
peulgewas goed gedijo, moet de grond
goed vastgelegd wezen. Het is volstrekt
noodig geene bezaaiïog te doen dau iu
overlang omgeploegden, goed vastgeleg-
den grond, of in stoppelgronden welke
enkel geëgd zijn geworden. Men vergde
daarbij niet dat de vastlegging van den
grond eene onmisbare voorwaarde is tot
het welgelukken. Het is ook aan te bevelen
ten einde de spoedige ontkieming van bet
zaad te bevorderen, de bezaaiing alleen
lijk te doen wanneer het geregend heeft
of wanneer er regen te verwachten is.
Het zaad wordt lichtjes ondergeëgd of
in den grond gedrukt met de rol.
De oogst begint gewoonlijk in de eerste
dagen van mei. Het is aan te bevelen den
oogst te beginnen vóór den bloei, want
zoohaast do incamaatklaver in bioei is
verhardt en verstikt zij.
De middelmatige opbrengst van de
Zweedsche incamaatklaver kan geschat
worden op 20,000 kg groen voeder per
hectare. L. Van den Berck,
Landbouw- ingenieur.
lezen, toen de markies van Charlemont werd
aangemeld.
Laat hem binnen komen, beval me
vrouw aan den bediende.
Sofie stond op en wilde zich verwijderen,
doch mevrouw zeide
Neen Sofie, gij moet hier blijven. Gij
kunt u dan moteen aan de bezoeken van
mijnen vriend den markies van Charlemont
gewennen. Gij zult mij een genoegen doen die
moeielijke Duitecho taal voor mij in het
Fransch over te brengen, opdat ik debetee-
kenis goed begrijpe.
Sofia ging weêr zitten en begon te schrij
ven, juist toen de markies binnentrad. In het
eerst zag hjj haar niet, maar naderde haastig
mevrouw Eugenie Mixtome. Zijn gelaat
glansde van genoegen, zijne oogen lichtten
van gelnk.
Mevrouw stond op en ontving hem vrien
delijk.
Op dat oogenblik zag hij op Sofiie en maakte
eene koele buiging voor haar. Oogenschijnlijk
was hem hare tegenwoordigheid niet aange
naam.
Ik ben altijd verheugd u to zien,August,
antwoordde mevrouw ernstig. Ik geloof dat
gij deze verzekering niet noodig hebt.
Neen, neen. Gij zijt steeds goed voor mij
behalve omtrent één punt, zegde hy
De sterre vau die maatschappij is aan
't verbleeken, en de groote baas schrijft
j gedurig artikels in zijn gazet om zijnen
nood te klagen.
Onze gazet en trekt niet meer; wij
komen jaarlijks 12000 franks te kort om
er de kosteu van te dekken; wij moeten
meer lezers zoeken.
Zoo zucht Anseele.
Wij moeten trachten dat er zooveel
demissiën niet meer en zijn in onze maat
schappij. Wij moeten dogenen die er van
onder trekken bewilligen van toch te
blijven. -
Zoo steent Anseele.
Er zijn er bij ons van langs om meer
die hunne botten vagen aan het socialis-
mus. Wie kan er middels opgeven om dat
te doen beteren
Zoo jammert Anseele.
Om de liefde van den duivel, geeft
toch meer in de strijdpenning.
Zoo bedelt Anseele.
Wij gaan achteruit in onzen handel.
Vroegc-r hadden wij in de dertig schoeu-
makersknechteu die voor onzen winkel
wrochten. Nu zijn er nog acht en zij en
mogen maar eenige uren daags meer
werken, omdat er schier goen werk is,
daar onze leden ons met onze waren laten
zitten en liever elders gaan.
Zoo kriept Anseele.
Vroeger hadden wij veel modisteu
die voor onze confectie wrochten. Veel
van hen hebben zich voor eigen rekening
geplacecrd. Zij hebben nu schier al het
werk, dat wij vroeger zelve verrichtten.
Zoo grimt Anseele.
Ons lokaal is afgebrand. Volgens be
lofte moest het al lang heropgebouwd
zijn. En, verduiveld, er komt lijk geen
avance in de herbouwing.
Zoo murmureert Anseele.
Eu dan dien Van Huffol, ons mede
lid van Vooruit, die per force de boeken
wil uaarzien. Die kerel wi! zijn neus ste
ken in allerhande potjes die wij liever
zouden gedekt laten Die schrikkelijke
kerel zou het al uitbrengen en aan "het
klokzeel hangen. Wij hebben wel gezeid
iedereen mag onze boeken naarzien, maar
't was voor de frim. Van Huffel beeft dat
serieus opgenomen. Hij heeft mededee-
ling gevraagd vau de boeken. Wij cn
hebben niet gewild. Daarop heeft Van
Huffel ons een proces iugespannen. Wij
hebben 't verloren. Wij hebheu dus wel
moeten aan Van Huffel laten zien wat hij
zoo zacht, dat Sofie het nauwelijks hoorde. Ik
kom hier om eene gunst van u te verzoeken
Eugenie.
En die is
Dat gij heden myn huis met uwe tegen
woordigheid moogt vereeren. Gij hebt tot nn
toe geweigerd het kasteel te bezoeken. Euge
nie ik smeek u, niet langer te weigeren.
Gij hebt mij de hoop gegeven dat gij zoudt
komen.
Ik wilde mede gaan, viel mevrouw Mix
tome in do rede, maar ik vrees dat ik mijne
krachten overschat. Het kasteel is voor mij
vol van ontzettende herinneringen.
En toch bracht gy daar de genoeglijkste
uren van uw leven door. Gij kwaamt er als
eene gelukkige bruid aau daar verbleeft gij
de korte dagen van nw huwelijk met den
armen Alexe, daar werd uw kind geboren.
Vergeef mij, Engenie maar die plaats moet
n duurbaar zijn dan alle plaatsen der wereld.
Dat is zij ook dat is zij ook
Uwe kamer is sedert den dag, waarop gij
het kasteel verliet, nog niet gebruikt, ver
volgde de markies. De huishoudster lucht
haar van tijd tot tijd, maar er iB niets in ver
anderd. Wanneer gij deze kamer betreedt,
zult gij u weêr thuis gevoelen, want alles is
nog zooals gij het verlaten hebthet bedje
vau uw kind, 't speelgoed op den vloer.
vroeg. Maar wij en hebben niet alles ge
toond wat hij had willen inspecteeren;
wij Lebben bem gezeid dat d'andore boe
ken iu den brand gebleven waren. En
ziet, hoe dat het ons al tcgenslaat. Van
Huffel is met een oud nummer vau de
gazet vau Vooruit voor de pinnen geko
men waarin er, daags na den brand, te
lezen stond dat de boeken gered waren,
't Is om-er den kop bij to verliezen.
Zoo tempeest Anseele.
- Wij gaan Van Huffel buiteusmyten.
Hij is te kuriens.
Zoo doet Anseele.
Maar wij hebben hem al een keer
aan do deur gelicht en wij hebben hem
opoieuw moeten aanvoerden om nieuwe
processen te ontgaan. Wat zal er nu ge
beuren
Wij hebben hem nu voor de tweede
maal buiten gecijferd
Zoo krijscht Anseele.
Zoo klinken de lamentatiën van Jere-
mias-Anseelo
iirij zouden ten minste een twintig-
VV tal Bisschoppen, Kanunniken,
Pastoor-Dekens, Pastoors, Kloosterlingen
en voorname Catholieken kunnen aan-
wijzeu die heden ten grave zijn nederge
daald, en die, volgens de groeno helden,
in hun leven, voorstaanders waren hun
ner eerlooze groene kliek.
De pas overleden Z. E. H. De Cock,
Pastoor-Deken van Ninove, was ook al
een voorstaander det „groene volksfop
perij.
a Voor ous, christene democraten,
- schrijft Klokke Roeland, is de slag
bijzonder bard, want vau het eerste
oogenblik van ons bestaan, was do
achtbare Ouderling ons zeer gODCgen,
eu terwijl zijne onderzaten de zijde
- kozen van bet kapitaal en niet aarzel-
den ons uit te maken voor ketters, zag
a men hem altijd ous program te volle
- goed keuren. -
Die regels van Klókke Roeland bevat
ten slechts eene snoode beleediging voor
den eerzamen overledene.
Hij, Pastoor-Deken vau Ninove, zou
de vermaniugeu eu raadgeviugeu van zij
nen Bisschop in de veroordeelende Nota
vervat in don wind hebben geslagen
Ja, Hij zou geene rekening hebben ge
houden van 't volgende slot der Bisschop
pelijke Nota
Zulke gedragslijn (deze der groenon)
is te veroordeelou, zij is hoogst nadeo-
lig aan de belangen der ware christene
democratie, zij is gansch tegenstrijdig
met de gedachten van Zijne Heiligheid
n den Raus en van de Belgische Bis-
schoppen en Wij achten het Onze
plicht de gcloovigen tc vermanen zich
door dergelijke gazetten niet te laten
misleiden.
Neen, neen, do achtbare overledene
keurde de groene scheurmakerij af en dat
is gekend en geweten en koude hij uit ziju
graf opstaan, voorzeker zou bij tegen do
beleedigendo beweringen van Klokke
Roeland krachtdadig protest aanteeke-
nen
Mevrouw Mixtome zuchtte en wendde het
gelaat af.
Toen ik voorbij de geopende deur ging,
zag ik een kinderschoentje op het tapijt lig
gen, een klein schoentje.
Zwijg riep zij met eene half verstikte
stem. Ik kan het niet verdragen En toch
gaf ik schatten om deze kamer weêr te zien
De oogen van den markies blonken.
Kom heden, drong hij aan. Gij kunt u
spoedig van liet gezelschap afzonderen, om de
kamer te bezoeken eu niemand zal uwe afwe
zigheid bemerken. Het kasteel is hersteld en
verfraaid, behalve uwe kamer, en de smarte
lijkste herinneringen die er aan verbonden
zijn, zullen langzamerhand verdwijnen. Kom
Eugenie, ik sta er op dat gij mij belooft mij
heden met een bezoek te vereeren. Sofio werd
onrustig,maar noch demorkies noch mevrouw
Mixtome bemorkten het.
Gij wilt dus dat ik zal komen, August,
zegde mevrouw Mixtome als iu gedachten.
Eene bijna onweerstaande begeerte om die
kamer weêr te zien, om dien schoen van mijn
kind te bezitten overvalt mij En mocht ik
er vinden...
Zij schrok en zweeg plotseling stil.
Wat zoudt gij or willeu vinden, Euge
nie Gy zult daar de vroegere bedienden
aantreffen, ten jninste de meeste hunner.
o
Inhuldiging van haar Vaandel,
op 18 September 1898.
o
Om 10 uren. Plechtige Mis ter S'
Martcnskerk en wijdiug van het Vaandel
door den Zeer Eerweerden Heer Deken.
Al de Catholieken zonder onderscheid
worden tot deze plechtigheid uitgenoo-
digd.
Om 11 uren. Vergadering der Jonge
Wachten in de groote zaal van den Catho
lieken Kring - l'Uniok Aanspraak
door den Heor Karei Woeste, Eerevoor
zitter der Jonge Wacht.
Om 3 uren. Betooging der Jonge
Wachten.
De vergaderplaats, alsook do te door-
loopen straten, zullen later opgegeven
worden.
Om 5 uren. Feestmaal in de groote
zaal van den Catholieken Werkmauskriug.
Degene die verlangen er aau deel té
nemen, worden verzocht hunne bijtreding
te doen kennen, vóór Dinsdag avond, aan
het Bestuur der Jonge Wacht. (Inteeke-
niugsliist fr. 3, wijn niet inbegrepen).
De Heoren Senators en Volksvertegen
woordigers van ons Arrondissement, en
do verschillige Overheden dezer Stad,
zullen dit schoon Feest met hunne tegen
woordigheid vereeren.
Wij vernemen dat onze vrienden van
Geerardsbergoo, Sottegem, Ninove en
Dendermonde, reeds hunne komst hebben
aangekondigd vele bijtredingoa uit an
dere gemeenteu komen nog altijd aan.
- heeft haar toppunt boreiktiedereen
- ziet nu die slang, vroeger onder bloe-
men verborgen, haron gruwelijken kop
omboog steken om het harteoloed der
samenleving uit te zuigen.
- Achter 't liberalismus is de godde-
- loosheid, de wanorde, do Commune I
- Och prenteD wij dit wel in ons ge-
heugen....
n Zie gansch Europa door, staan onze
broeders op de bres. In Duitschland,
in Zwitserland,jin Spanje,in Engeland,
in Italië, te Rome 1 overal geven de
goeden zich do hand tegeu do vijandeu
der samenleving. -
Wie schreef deze regelen
Pieter Daens, Opsteller-Drukker van
Land van Aelst....
Geachte menschen, ge weet het hy die
deze regelen schreef is nu heden de
vriend, de bondgenoot geworden van de
liberalen die bij vroeger de vijanden der
samenleving noemde.
Pie I Pie waar zijt ge verdwaald
Wie zou ooit hebben durven denken dat
ge eens aanbidden zoudt wat go vroeger
zoo hardnekkig had bestreden
tot middernacht
ZOND AO 11 SEPTEMBER 1898,
dienstdoende Apotheker Mr Van Caé-
lenberg, Leopoldstraat.
En Filip Piron vroeg zij.
De markies zag mevrouw verwonderd aan.
Ook hij is er, zegde hij kortaf. De arme
man had geene betrekking ?[en daar hy door
het familiedrama der Charlemonta ongelukkig
waa geworden, nam ik hem in mijnen dienst
en het heeft mij nooit berouwd dit gedaaD te
hebben.
Was hij ongelukkig geworden door den
moord van den markies van Charlemont?
vroeg mevrouw. Nu, hij heeft van zijnen heer
veel moeten lijden de markies heeft hem
voor geheel zijn leven goteekend en hij had
gezworen zich te wreken. De markiea werd in
denzelfden nacht vermoord, en zon Filip
daarom ongelukkig zijn geworden? Dat be
grijp ik niet,
Gij hebt vroeger nooit aldus over Filip
gesproken. Mishaagt hij u, Eugenie
Menschen van zijn alach geef ik de eer
niet mij te kunnen behagen of mishagen, zeg
de Fugenie Mixtome trotsch. Ik maakte
slechts een kommenta&r op uwe woorden*
Doch de man schijnt u te bevallen, daar hij
reeds sedert jaren ik meen sedert dia
verschrikkelijke gebeurtenis in uwen
dienst is.
(WORDT VOORTGEZET).