558le Jaar 521)5 5 centiemen per nummer. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Rondvliegende gedachten. w De Moordenaar? LANDROUW. «Vooruitvan Gent. Catholieke Jonge Wacht. De booze partij, ZONDAGRUST. X" 's'nidda«» DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad o frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwilantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Land. Culque «uum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse cp 3' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voer de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 10 September 1898. Dees jaar is een jaar van kiezen ge weest bij ons en bij onze geburcu van noord, oost en zuid. Wij hebben hier to lande, kiezingen gehad voor de Kamers en voor de Gouw- raden in Bolland kiezing voor de provin ciale Staten in Duitschland kiezingen voor den Reichstag. Van Frankrijk houden wij geene reke ning, omdat dit land, om de reden welke men kent, builen blijft uit den kring on- Een feit dat in 't oog van ieder rede- neerend man vallen moet, heeft men in de drij bedoelde landen kunnen vaststel len; namelijk dees feit dat overal het liberalism sterk achteruit is gedreven, dat" de geuzerij verslagen en verpletterd het kiesterrein heeft verlaten, terwijl in tegendeel, de catholieken schitterende overwinningen hebben behaald of overal ten minste hunne standplaatsen hebben behouden. Een feit van zulken omvang heeft al- gemeene oorzaken. De oorzaak is immers van dezelfde natuur als het gevolg, 't is te zeggen, een algemeen verschijnsel heeft algemeene reden. In dees geval welke is zij Van den anderen kant mag het opzien verwekken dat overal hot leger der geu zerij met aanzienlijke verliezen is terug geslagen en dat een groot deel zijner sol daten tot den vijand zijn overgeloopen en dat, hierbij, de socialisten het leeuwen- aandaal hebben gewonnen. De boom valt langs den kant langs waar hij helt, zegt een spreekwoord, dat - hier weêrom waarheid is gebleken. Het wordt langs om meer duidelijker, hoe juist, hoe waar het woord was van onzen eersten vorst, dat het liberalism eene zandplaat is, waarop geon maat schappelijk gebouw rusten kan of zou kunnen, zonder gevaar het bij eerste tempeest in duigen te zien vallen. Moest gij mij vragen wat een liberaal is, wat het liberalism is, ik zou geen vol doende antwoord kunnen geven schreef eens een beroemd huishoükundige, Fré- déric Bastiat. Daarin ligt misschien wel de reden van hunnen achteruitgang in den geest van het volk, dat veel houdt van le genre tranche - van scherp afgeteekendc dingen, welke zoo zijn en niet anders.Oog in kameleonen welke gestadig van kleur veranderen heeft het volk niet. De liberaal heeft geene wijsbegeerte. Op al de vragen, welke de menschelijke geest zich stelt en in spanning brengt, m koortsige spanning, haalt de geus de schouders op of is genoodzaakt te ant woorden ik weet het niet. WIE IS NAAR HET HOOGDUITSCH van EDUARD WAGNER Is dit de taal, de belachelijke taal niet van onzen poveren Dendergalm. Spreek hem, deu*geus, over zijne le vensbeschouwing, over zijne gedachten over God, Datuur, levensbestemmingen het belachelijke antwoord ligt gereed Weetik het. Over dit alles weet de geus niets, niets, Diets Zijne princiepen, zoo men hem prin ciepen aaneigenen mag, zijn io aanhou denden tegenstrijd met zijne daden en deze zyn gedurig een klinkende kaakslag voor zijne woorden. Hij spreekt niet lijk hij handelt, hij handelt niet lijk hij spreekt. Dit alles wijst bij hem op een gemis van wijsbe geerte, op een volkomen gebrek aan eene doordachte en logieke wereldbeschou wing. Hij is tegen den Godsdienst, beweert hoogmoedig en stout, zoo ten minste onze stedelijke poveren artist, en hij heeft geen spot genoeg over voor al de gedachten welke de catholieken vereeren, voor de Priesters, voor de geheimheden van onzen Godsdienst. De haat welke zijn hert verteert, heeft hij aan het volk willen inpompen. Hij heeft den werkman zijn geloof ontnomen en hij staat, eenvoudig en onnoozel ge noeg, verwonderd dat de socialisten den oogst hebben opgedaan waar hij het zaad had vao verspreid. Hij had die vruchten gehoopt maar de dwazea, plompzinnigen zijn in hunne verwachting te leur gesteld geweest; zy hebben het vreeselyke woord vergeten van den bloedrooden commu nards Felix Pyat- Het volk is een ge dachtige redeneerkundige; het laat nooit na te besluiten. Uit de goddelooze gedachten door de geuzerij rondgestrooid, heeft het socia lism voordeel getrokken; hot heeft er zijne princiepen van gelijkheid, van maat schappelijke gelijkstelling uit afgeleid. Dat was logiek. Met de hoop op een toekomstig leven 'ergaat de reden, waarom de mensch, hier op aarde, de ongelijkheden, de druk kende lasten der maatschappelijke in richting zou verduren. De geuzen hebben het toekomstig leven geloochend en de ongelijkheden laten bestaan. De socialisten hebben de zielleer, de wijsbegeerte der geuzerij overgenomen; zij hebben het materialism verkondigd met al de gevolgtrekkingen welke er uit af te leiden zijn. Zij hebben dus eenen hemel op aarde willen scheppen, ieder een moest immers gelijk zijD. En de menigle dronk gretig aan dien verleidenden drank.Ol die hemel mogelijk is daarmeè bekommeren do groote leiders zich niet, want dit loopt rechtstreeksch tegen de belangen der afgezanten dier nieuwe verderfelijke leer. Dat gevolg hadden de geuzen moeten inzien maar de dwazen hebben het niet gedaan en daarom zijn zij gestraft. Want men is immers gepijnigd in datgeen waarin men zondigde. 40'" VERVOLG. Zy ging naar 't schryfkabinet van Mixtome, die bezig was eenige brieven te lezen. Mevrouw ontving Sofie vriendelijk en verzocht deze naaat haar aan de schrijftafel plaats te nemen. Ik moet eenige brieven beantwoorden, dat kunt gij wel voor mij doen, niet waar Sofie nam de pen en schreef wat mevrouw Engenie Mixtome haar voorzegde, waarna Johanna de brieven moest bezorgen. Sofie gaf haar ook den brief voor haren vader meê. Op mevrouw's verzoek opende Sofie nu een boek en las daaruit voor. Engenie Mixtome leende een aandachtig oor aan hare lezeres en zag met welgevallen op haar neer. Het is voor heden genoeg, Sofie, zegde zij, toen deze omtrent een uur gelezen had.Ik zal my nu voor het ontbijt gaau Na het eten hebben verschillige vermakelijk heden plaats en zullen wy naar het dorp Charlemont rijden. fie begaf zich naar hare kamer en bleef daar tot het ontbijt. Des middags nam het meisje aan het spelen deel. Zij werd door alle gasteu als gelijke behandeld, waarin deze het voorbeeld van mevrouw Mixtomde volgden. Eene der dames zegde tot eene andere, dat Sofiie zeker de dochter van eene vroegere vriendin van mevrouw Mixtome moest zijn, en deze op zich had genomen haar goed uit te huwelijken. Dit vermoeden kreeg vleugels en werd als vaste waarheid aangenomen, totdat mevrouw Bienjour er uit nijd en afgunst een einde aan maakte, door hare meening uit te spreken, dat Sofie eene avonturierster was, die zich aan mevrouw Mixtoma opgedrongen had en spoedig zon bewijzen eene Blang te zyn. Den volgenden morgend ontbeet mevrouw Mixtome met hare gasten. Het program voor den dag werd besproken, alsmede het mid dagmaal op Charlumont. Do gasten wilden er aan deel nemen, doch mevrouw had nog geen besluit genomen of zij ai dan' niet meê zou gaan. Na hot ontbijt begaven mevrouw en Sofio zich naar de bibliotheek om brieven te schrijven. Sofie hield zich hiermede bezig en begon daarna uit een Duitsch boek voor te Vroege Zweedsche incamaatklaver Dit peulgewas is een uitmuntend voe der dat door het vee zeer gaarne geëten wordt. Daar zij zeer vroeg is, maakt de vroege Zweedsche incamaatklaver, die hare opbrengst in het begin der lente levert, als voederplant eene kostbare hulpbron uit op een tijdstip van het jaar, waarop de schaarschheid aan voedsel voor het vee zich het sterkst doet ge voelen. Niet alleenlijk levert deze plant hare opbrengst in een oogenblik waarop bot voeder begint te ontbreken, maar zij bezit nog het groot voordeel den landbouwer in staat te stellen, eenige weken vroeger het droog voeder van den winter door grqen voeder te vervangen. Daarenboven is de incamaatklaver eene der voeder- planten, wier teelt bet minst kost, en die, den grond slechts beslaande gedurende den herfst, den winter en in het begin van de lente, in niets schaadt aan de ge regelde opvolging onzer teelten. Te meer, indien de teelt der incamaatklaver ge schiedt met de toepassing van scheikun dige mesten (zooals 500 a 600 kg. metaal slakken, per hectare, te gebruiken voor de zaaiïng, vergezeld vau eene gelijke hoeveelheid kaïniet of carnalliet indien de grond arm is aan potasch en daaren boven 200 kg pleister uitgestrooid op het einde van den winter vervult dit peulgc- was volledigde rol van verbeteriugsplaut on dit, zoowel door de organieke over blijfsels die het iu den grond laat, als door hunne rijkheid aan stikstof geput ten koste van den damkpkring. Dit peulgewas is geenszins moeilijk ten opzichte vau den aard des gronds. Échter vreest het de kalkgrondeu de weiuig door- dringbare bodems die onderhevig zijn aan eene bovenmatige vochtigheid tijdens den herfst en den winter evenals de landerijen die buitengewoonlijk zwellen door de werking vau den vorst. In landen van die laatste soort, vergaan vele planten door ontblooting der bovenwortels welke zich voordoet op het oogenblik van den dooi, en welke don oogst doet mislukken. Het is ïd de gronden van middelmatige vastheid van samenhang, die doordring baar en diep zijn, dat de incamaatklaver zijne aanzienlijkste opbrengsten levert. In 't algemeen lukt hij goed in landen waar tarwe of rogge goed gedijt. De zaaiïng geschiedt tot half september. De hoeveelheid zaad per hectare te ge bruiken verschilt van 25 tot 30 kg. Er valt op te merken dat de incamaat klaver de losse gronden vreest. Opdat dit peulgewas goed gedijo, moet de grond goed vastgelegd wezen. Het is volstrekt noodig geene bezaaiïog te doen dau iu overlang omgeploegden, goed vastgeleg- den grond, of in stoppelgronden welke enkel geëgd zijn geworden. Men vergde daarbij niet dat de vastlegging van den grond eene onmisbare voorwaarde is tot het welgelukken. Het is ook aan te bevelen ten einde de spoedige ontkieming van bet zaad te bevorderen, de bezaaiing alleen lijk te doen wanneer het geregend heeft of wanneer er regen te verwachten is. Het zaad wordt lichtjes ondergeëgd of in den grond gedrukt met de rol. De oogst begint gewoonlijk in de eerste dagen van mei. Het is aan te bevelen den oogst te beginnen vóór den bloei, want zoohaast do incamaatklaver in bioei is verhardt en verstikt zij. De middelmatige opbrengst van de Zweedsche incamaatklaver kan geschat worden op 20,000 kg groen voeder per hectare. L. Van den Berck, Landbouw- ingenieur. lezen, toen de markies van Charlemont werd aangemeld. Laat hem binnen komen, beval me vrouw aan den bediende. Sofie stond op en wilde zich verwijderen, doch mevrouw zeide Neen Sofie, gij moet hier blijven. Gij kunt u dan moteen aan de bezoeken van mijnen vriend den markies van Charlemont gewennen. Gij zult mij een genoegen doen die moeielijke Duitecho taal voor mij in het Fransch over te brengen, opdat ik debetee- kenis goed begrijpe. Sofia ging weêr zitten en begon te schrij ven, juist toen de markies binnentrad. In het eerst zag hjj haar niet, maar naderde haastig mevrouw Eugenie Mixtome. Zijn gelaat glansde van genoegen, zijne oogen lichtten van gelnk. Mevrouw stond op en ontving hem vrien delijk. Op dat oogenblik zag hij op Sofiie en maakte eene koele buiging voor haar. Oogenschijnlijk was hem hare tegenwoordigheid niet aange naam. Ik ben altijd verheugd u to zien,August, antwoordde mevrouw ernstig. Ik geloof dat gij deze verzekering niet noodig hebt. Neen, neen. Gij zijt steeds goed voor mij behalve omtrent één punt, zegde hy De sterre vau die maatschappij is aan 't verbleeken, en de groote baas schrijft j gedurig artikels in zijn gazet om zijnen nood te klagen. Onze gazet en trekt niet meer; wij komen jaarlijks 12000 franks te kort om er de kosteu van te dekken; wij moeten meer lezers zoeken. Zoo zucht Anseele. Wij moeten trachten dat er zooveel demissiën niet meer en zijn in onze maat schappij. Wij moeten dogenen die er van onder trekken bewilligen van toch te blijven. - Zoo steent Anseele. Er zijn er bij ons van langs om meer die hunne botten vagen aan het socialis- mus. Wie kan er middels opgeven om dat te doen beteren Zoo jammert Anseele. Om de liefde van den duivel, geeft toch meer in de strijdpenning. Zoo bedelt Anseele. Wij gaan achteruit in onzen handel. Vroegc-r hadden wij in de dertig schoeu- makersknechteu die voor onzen winkel wrochten. Nu zijn er nog acht en zij en mogen maar eenige uren daags meer werken, omdat er schier goen werk is, daar onze leden ons met onze waren laten zitten en liever elders gaan. Zoo kriept Anseele. Vroeger hadden wij veel modisteu die voor onze confectie wrochten. Veel van hen hebben zich voor eigen rekening geplacecrd. Zij hebben nu schier al het werk, dat wij vroeger zelve verrichtten. Zoo grimt Anseele. Ons lokaal is afgebrand. Volgens be lofte moest het al lang heropgebouwd zijn. En, verduiveld, er komt lijk geen avance in de herbouwing. Zoo murmureert Anseele. Eu dan dien Van Huffol, ons mede lid van Vooruit, die per force de boeken wil uaarzien. Die kerel wi! zijn neus ste ken in allerhande potjes die wij liever zouden gedekt laten Die schrikkelijke kerel zou het al uitbrengen en aan "het klokzeel hangen. Wij hebben wel gezeid iedereen mag onze boeken naarzien, maar 't was voor de frim. Van Huffel beeft dat serieus opgenomen. Hij heeft mededee- ling gevraagd vau de boeken. Wij cn hebben niet gewild. Daarop heeft Van Huffel ons een proces iugespannen. Wij hebben 't verloren. Wij hebheu dus wel moeten aan Van Huffel laten zien wat hij zoo zacht, dat Sofie het nauwelijks hoorde. Ik kom hier om eene gunst van u te verzoeken Eugenie. En die is Dat gij heden myn huis met uwe tegen woordigheid moogt vereeren. Gij hebt tot nn toe geweigerd het kasteel te bezoeken. Euge nie ik smeek u, niet langer te weigeren. Gij hebt mij de hoop gegeven dat gij zoudt komen. Ik wilde mede gaan, viel mevrouw Mix tome in do rede, maar ik vrees dat ik mijne krachten overschat. Het kasteel is voor mij vol van ontzettende herinneringen. En toch bracht gy daar de genoeglijkste uren van uw leven door. Gij kwaamt er als eene gelukkige bruid aau daar verbleeft gij de korte dagen van nw huwelijk met den armen Alexe, daar werd uw kind geboren. Vergeef mij, Engenie maar die plaats moet n duurbaar zijn dan alle plaatsen der wereld. Dat is zij ook dat is zij ook Uwe kamer is sedert den dag, waarop gij het kasteel verliet, nog niet gebruikt, ver volgde de markies. De huishoudster lucht haar van tijd tot tijd, maar er iB niets in ver anderd. Wanneer gij deze kamer betreedt, zult gij u weêr thuis gevoelen, want alles is nog zooals gij het verlaten hebthet bedje vau uw kind, 't speelgoed op den vloer. vroeg. Maar wij en hebben niet alles ge toond wat hij had willen inspecteeren; wij Lebben bem gezeid dat d'andore boe ken iu den brand gebleven waren. En ziet, hoe dat het ons al tcgenslaat. Van Huffel is met een oud nummer vau de gazet vau Vooruit voor de pinnen geko men waarin er, daags na den brand, te lezen stond dat de boeken gered waren, 't Is om-er den kop bij to verliezen. Zoo tempeest Anseele. - Wij gaan Van Huffel buiteusmyten. Hij is te kuriens. Zoo doet Anseele. Maar wij hebben hem al een keer aan do deur gelicht en wij hebben hem opoieuw moeten aanvoerden om nieuwe processen te ontgaan. Wat zal er nu ge beuren Wij hebben hem nu voor de tweede maal buiten gecijferd Zoo krijscht Anseele. Zoo klinken de lamentatiën van Jere- mias-Anseelo iirij zouden ten minste een twintig- VV tal Bisschoppen, Kanunniken, Pastoor-Dekens, Pastoors, Kloosterlingen en voorname Catholieken kunnen aan- wijzeu die heden ten grave zijn nederge daald, en die, volgens de groeno helden, in hun leven, voorstaanders waren hun ner eerlooze groene kliek. De pas overleden Z. E. H. De Cock, Pastoor-Deken van Ninove, was ook al een voorstaander det „groene volksfop perij. a Voor ous, christene democraten, - schrijft Klokke Roeland, is de slag bijzonder bard, want vau het eerste oogenblik van ons bestaan, was do achtbare Ouderling ons zeer gODCgen, eu terwijl zijne onderzaten de zijde - kozen van bet kapitaal en niet aarzel- den ons uit te maken voor ketters, zag a men hem altijd ous program te volle - goed keuren. - Die regels van Klókke Roeland bevat ten slechts eene snoode beleediging voor den eerzamen overledene. Hij, Pastoor-Deken vau Ninove, zou de vermaniugeu eu raadgeviugeu van zij nen Bisschop in de veroordeelende Nota vervat in don wind hebben geslagen Ja, Hij zou geene rekening hebben ge houden van 't volgende slot der Bisschop pelijke Nota Zulke gedragslijn (deze der groenon) is te veroordeelou, zij is hoogst nadeo- lig aan de belangen der ware christene democratie, zij is gansch tegenstrijdig met de gedachten van Zijne Heiligheid n den Raus en van de Belgische Bis- schoppen en Wij achten het Onze plicht de gcloovigen tc vermanen zich door dergelijke gazetten niet te laten misleiden. Neen, neen, do achtbare overledene keurde de groene scheurmakerij af en dat is gekend en geweten en koude hij uit ziju graf opstaan, voorzeker zou bij tegen do beleedigendo beweringen van Klokke Roeland krachtdadig protest aanteeke- nen Mevrouw Mixtome zuchtte en wendde het gelaat af. Toen ik voorbij de geopende deur ging, zag ik een kinderschoentje op het tapijt lig gen, een klein schoentje. Zwijg riep zij met eene half verstikte stem. Ik kan het niet verdragen En toch gaf ik schatten om deze kamer weêr te zien De oogen van den markies blonken. Kom heden, drong hij aan. Gij kunt u spoedig van liet gezelschap afzonderen, om de kamer te bezoeken eu niemand zal uwe afwe zigheid bemerken. Het kasteel is hersteld en verfraaid, behalve uwe kamer, en de smarte lijkste herinneringen die er aan verbonden zijn, zullen langzamerhand verdwijnen. Kom Eugenie, ik sta er op dat gij mij belooft mij heden met een bezoek te vereeren. Sofio werd onrustig,maar noch demorkies noch mevrouw Mixtome bemorkten het. Gij wilt dus dat ik zal komen, August, zegde mevrouw Mixtome als iu gedachten. Eene bijna onweerstaande begeerte om die kamer weêr te zien, om dien schoen van mijn kind te bezitten overvalt mij En mocht ik er vinden... Zij schrok en zweeg plotseling stil. Wat zoudt gij or willeu vinden, Euge nie Gy zult daar de vroegere bedienden aantreffen, ten jninste de meeste hunner. o Inhuldiging van haar Vaandel, op 18 September 1898. o Om 10 uren. Plechtige Mis ter S' Martcnskerk en wijdiug van het Vaandel door den Zeer Eerweerden Heer Deken. Al de Catholieken zonder onderscheid worden tot deze plechtigheid uitgenoo- digd. Om 11 uren. Vergadering der Jonge Wachten in de groote zaal van den Catho lieken Kring - l'Uniok Aanspraak door den Heor Karei Woeste, Eerevoor zitter der Jonge Wacht. Om 3 uren. Betooging der Jonge Wachten. De vergaderplaats, alsook do te door- loopen straten, zullen later opgegeven worden. Om 5 uren. Feestmaal in de groote zaal van den Catholieken Werkmauskriug. Degene die verlangen er aau deel té nemen, worden verzocht hunne bijtreding te doen kennen, vóór Dinsdag avond, aan het Bestuur der Jonge Wacht. (Inteeke- niugsliist fr. 3, wijn niet inbegrepen). De Heoren Senators en Volksvertegen woordigers van ons Arrondissement, en do verschillige Overheden dezer Stad, zullen dit schoon Feest met hunne tegen woordigheid vereeren. Wij vernemen dat onze vrienden van Geerardsbergoo, Sottegem, Ninove en Dendermonde, reeds hunne komst hebben aangekondigd vele bijtredingoa uit an dere gemeenteu komen nog altijd aan. - heeft haar toppunt boreiktiedereen - ziet nu die slang, vroeger onder bloe- men verborgen, haron gruwelijken kop omboog steken om het harteoloed der samenleving uit te zuigen. - Achter 't liberalismus is de godde- - loosheid, de wanorde, do Commune I - Och prenteD wij dit wel in ons ge- heugen.... n Zie gansch Europa door, staan onze broeders op de bres. In Duitschland, in Zwitserland,jin Spanje,in Engeland, in Italië, te Rome 1 overal geven de goeden zich do hand tegeu do vijandeu der samenleving. - Wie schreef deze regelen Pieter Daens, Opsteller-Drukker van Land van Aelst.... Geachte menschen, ge weet het hy die deze regelen schreef is nu heden de vriend, de bondgenoot geworden van de liberalen die bij vroeger de vijanden der samenleving noemde. Pie I Pie waar zijt ge verdwaald Wie zou ooit hebben durven denken dat ge eens aanbidden zoudt wat go vroeger zoo hardnekkig had bestreden tot middernacht ZOND AO 11 SEPTEMBER 1898, dienstdoende Apotheker Mr Van Caé- lenberg, Leopoldstraat. En Filip Piron vroeg zij. De markies zag mevrouw verwonderd aan. Ook hij is er, zegde hij kortaf. De arme man had geene betrekking ?[en daar hy door het familiedrama der Charlemonta ongelukkig waa geworden, nam ik hem in mijnen dienst en het heeft mij nooit berouwd dit gedaaD te hebben. Was hij ongelukkig geworden door den moord van den markies van Charlemont? vroeg mevrouw. Nu, hij heeft van zijnen heer veel moeten lijden de markies heeft hem voor geheel zijn leven goteekend en hij had gezworen zich te wreken. De markiea werd in denzelfden nacht vermoord, en zon Filip daarom ongelukkig zijn geworden? Dat be grijp ik niet, Gij hebt vroeger nooit aldus over Filip gesproken. Mishaagt hij u, Eugenie Menschen van zijn alach geef ik de eer niet mij te kunnen behagen of mishagen, zeg de Fugenie Mixtome trotsch. Ik maakte slechts een kommenta&r op uwe woorden* Doch de man schijnt u te bevallen, daar hij reeds sedert jaren ik meen sedert dia verschrikkelijke gebeurtenis in uwen dienst is. (WORDT VOORTGEZET).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1898 | | pagina 1