Zondag 25 September 1898 5 centiemen per nummer. 55sle Jaar 5299 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Catholieke Jonge Wacht Inhuldiging van haar Vaandel. Redevoering De Moordenaar? w De betooging. Het Banket. De Lichtsloet Losse gedachten. DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Land Cuique mum. Per drukregel. Gewone 15 centiemen Keklamen fr. 1,00 Vonnisse op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voer de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 24 September 1898. VAN AALST. Zondag 11. hadden de plechtigheden plaats te gelegenheid der inhuldiging van het vaandel onzer catholieke Jonge Wacht. De Hoogmis welke gewoonelijk in onze Sint-Martenskerk om 9 uren wordt gece lebreerd, werd nu, bij uitzondering, op 10 uren gesteld. De Hoogmis opgedragen door den Z. E. H. Raemdonck, Pasmor-Deken werd door eene talrijke menigte bijgewoond. In hot koor bemerkte MM. Gheeraerdts, Burgemeester, Van Vreckem, de Kerc- hove, Senateurs, Woeste, De Sadeleer, Volksvertegenwoordigers, Eeman, Lid der bestendige Deputatie, Meert-Scheurmans, V. De Gheest, P De Clippele, Schepenen der Stad van Aalst, V. Diericx, Oudvolks- vertegenwoordiger, talrijke leden der Jonge Wacht en voorname Catholieken. Na de Hoogmis werd het Vaandel plechtiglijk gewijd door den Z. E. Heer Raemdonck. Na de voltrekking der kerkelijke plech tigheid begaf de Jonge Wacht, fanfaar aau 't hoofd, zich langs de Brusselsche- straat, Houtmarkt, Zonnestraal, Korte en Lange Zoutstraat, naar den catholieke Kring, ter Groote Merkt. Onmiddelijk ving de plechtige zitting aan. De zaal van den Kring was wel vijf maal te klein om allen te kunnen bevat ten welke onzen Woeste wilden hooren spreken. De heer Desideer De Wolf, Voorzitter der Jonge Wacht, heete M. Woeste wel kom in naam der Jonge Wachten en van al de Catholieken van Aalst en dankte hem over de eer hun aangedaan door zijne zoo bereidwillige aanveerding van het Eerevoorzitterschap der Maatschappij. Deze laatste woorden van den heer Voorzitter verwekten de geestdriftigste toejuichingen. Het leve onze Woeste! deed de zaal dreunen. Toen de stilte hersteld was, nam onze Woeste het woord van MWOESTE. Mijnheeren, Ik dank u uit den grond mijns herten over de nieuwe waardigheid die gij mij hebt toegekend. Wat uw ieverige Voorzitter er ook over denke of zegge, wanneer eenigen van u mij ziju komen vragen het Eerevoorzitterschap uwer Ver- eeniging te aanveerden, heb ik mij niet kunnen wachten verwonderd te wezen; ik heb mij niet kunnen weêrhoudec te overwe gen dat mijne jaren altijd verhoogen en WIE IS NAAR HET HOOGDUITSCH van EDUARD WAGNER. de ouderdom mij noodlottiglijk meer en meer van de jeugd moet verwijderen. Maar die bezwaren onderdrukkende, heb ik ook ingezien dat ge slechts een doel beoogt: het middel vinden om nuttig te zijn aan onze edele zaak. Van dan af heb ik nimmer geaarzeld ik heb geoor deeld dat alle ouderdommen moeten sa menspannen om tegen de zaaiers der verdeeldheid en der scheuring, een werk van eensgezindheid en vereeuiging te stichten. (Luidruchtige toejuichingen). Gij hebt mij uwe genegenheid willen betoonen, niet toeboorende, gelijk de lage zieleD, totdezeu die knielen voor het standbeeld der ondankbaarheid. Dit ver schaft mij een waar genoegen. Sedert lang bemin ik u en acht ik u want gij hebt een belangrijk deel genomen in den laatsten veldslag voor de goede zaak. Maar hoe komt het dat gij het noodig hebt geoordeeld eene inrichting tot stand te breDgen die tot hiertoe niet bestond Het antwoord is eenvoudig Men mocht hopen dat dezen die gelaakt zijn geworden door do Kerk, afgekeurd door HH. HH. de Bisschoppen, dat deze die opeubaarlijk ondersteund worden door de liberalen en door al de vijanden onzer zaak, «Ie wroe ging aan het hert en de schaamteblos aan lunne kaken zouden gevoeld hebben. Nu, er is niets van. De bijbelsche teksten vervalschende, dè ware zin der pauselijke onderrichtin- ;eu verdraaiende, zetten zij hunnen nood- ottigen veldtocht voort. Altijd nemen zij hunne toevlucht tot do lastertaal, die langs de wereld zweeft en overal hare verwoestende microben verspreidt. Als dan hebt gij gezegd dat het dringend was u nauwer bij een to sluiten. Ontvangt tniine gelukwenschen voor uwe initiatief. (Toejuichingen). Op onze dagen vooral, heeft de druk pers hare groote nuttigheid. Hare pole miek verbeeldt den druppel water die gedurig op den steen vallende, eindigt met hem te doorboren; ook naar mate de onbeschaamdheid onzer tegenstrevers stijgt, zou de polemiek der catholieke drukpers zich moeten accentuéeren. Eu om de pogingen der drukpers te ondersteunen, spoor ik u vuriglijk aan een comiteit in te richten met het doel, voor onze drukpers, propaganda te makou van man tot man, van hut tot hut, van dorp tot dorp, bij voorbeeld door 't zen den van nieuwsbladen in tweede lezing. Ja, in tegenwoordigheid der leugens die men verspreid onder de eenvoudige Ii«- den, is het tijd te handelen. Mijn acht bare vriend, M. Diericx, welke ik ginder zie, vroeg onlangs aan eenen kiezer om voor mij te stemmen. De kiezer ant woordde kortweg Nooit I Waarom vroeg M. Diericx. Omdat M. Woeste nooit ter Volkskamer spreekt. (Algemeen spotgelach). Ziedaar wat meu aan de buitenlieden doet gelooven ziedaar een staaltje dor middelen die men tegen ons gebruikt. (Toejuichingen). Jongelingen, gaat in de meetingen,man tegen man, de leugens en drogredenen 42"* VERVOLG. - Ja, ja, dat hoop ik, antwoordde de markies onrustiger dan ooit. Gij hoopt het? vroeg Maria verwonderd. Hare verschijning op Charlemont kan niet anders verklaard worden. Zij komt als toe komstige gebiedster. Wanneer viert gy de bruiloft, August De markies behoefde niet te antwoorden, want eenige gasten traden binnen. Onder hen bevond zich ook graaf Heancourt en nauwe lijks had de gastheer hem gegroet of het lang verwachte rijtuig liet zich hooren. Eenige minuten later hield het voor de trappen van het portaal stil en de gasten stegen uit. De markies van Charlemont stond als op gloeiende kolen, toen de gasten van Montfa- Son het salon binnentraden en hij mevrouw Mixtome niet zag. Ziju bleek gelaat en zijne angstig starende oogen, verrieden wat er in hem omging. Reeds wilde hij mevrouw Uien- jour vragen waar Eugenie bleef, toen deze en juffrouw Lepage werden aangemeld. Dadelijk daarop traden beiden doodsbleek binnen. De uitdrukkiug harer oogen was zeer verschil lend die van mevrouw Mixtome stonden flets, terwijl in die van Sofie een koortsachtige gloed brandde. Eindelijk was zij op de plaats, waar het bloedige familiedrama was afge speeld, dat zij wilde ontsluieren. Het eerste doel was bereikt. De markies verwelkomde mevrouw Mix tome met onverholen vreugde, en Sofie werd door Alfred Beaucourt in beslag genomen, zoodra zij August Bartinenx had begroet. Ik kan u niot genoeg bedanken, Euge nie, dat gij mij heden met een bezoek vereert, zegde de markies, zoo zacht, dat niemand het kon hooren. Laat mij u welkom heeten in uwe oude woning, waar gij eens meesteres waart, in de woning, waarin gij eiken dag opnienw als meesteres kunt optreden. Wees welkom, Eugenie Mevrouw Mixtome liet hare blikken door het salon gaan. Hare lippen beefden een enkel oogen blik, maar zij had het plan gemaakt zien goed te houden en men kon verder niet aan haar bemerken dat zij ontroerd was. Bedrieg u niet, August, zegde zij vrien delijk. Ik kwam niet alleen omdat gij mij had uitgenoodigd, maar ook omdat ik ver langde mijne vroegere kamer wéér te zien en eene herinnering van myn kind te hebben. Denk aan uwe belofte. onzer tegenstrevers bevechten... Hunne pogingen zijn vooral bestemd voor de booren, arbeiders en werklieden wat de burgerij betreft zij laten ze varen.'l Is dat onze tegenstrevers de llchtgeloovigheid der werkersstanden kennen, lichtgeloo vigheid, dio ze uitbuiten. Gaat, jonge lieden, verspreidt overal het goede woord. Overigens de stichting uwer maat- ichappijgetuigt dat dit wel uw doel, ïw programma is. Ovcrwegeodo dat de Kerk uwe wieg heeft gezegend, dat zij op u haren goddelijkeu zegel heeft geprent, ■lat zij u het evangelie heeft verkondigt, onderricht, gewapend met de waarheid, wilt gij u aan haar toewijden. Gij zegt Wij hebben een zweerd ehwel, wij stellen het ten dienste der Kerk. (Lang durige toejuichiugen.) Ook gevoel ik mijnen moed herleven door de aanroering van uwen ijver. (Toe juichingen.) Napoleon I zegde - Het vaderland is daar waar het vaandel zich bevindt. - Ik, ik zeg dat het vaandel daar is waar de plicht zich bevindten zijne plicht doen 't is allerbest het vaderland dienen. Be werken wij vooral de eendracht der catho lieke Partij. Eeuigen willeu de catholieke Partij in erschillige deelen scheiden ze willen haar verdeelen in Worklieden. Burgers, Landbouwers, Kooplieden, enz. derwijze dat de stoffelijke belangen alleen in acht worden genomen en de geestelijke belan gen verwaarloosd. Ehwel I Voor ons, wij willen onze zaak bewaren in haro gansche geheelheid, de zaak der religie zoekende te vrijwaren en al de belangen in een reebtveerdig even wicht houden. (Geestdriftige toejuichin gen.) Eon laatste woord. De werkzaamheden aan de welke gij u gaat toewijden zullen wellicht onbemerkt door de wereld voor bijgaan maar uwe pogingen zullen bij God niet verloren gaan. (Laugdurige toejuichingen en het Leve Woeste deden de zaak dreunen). De heer Hendrik Boone, Ondervoor zitter, dankte vuriglijk den heer Woeste en verklaarde, in naam der Aalstersche Catholieken, dat zij zijne raadgevingen zullen in acht nemen en naleven. De heer Bernard Goethals, Secretaris, gaf lezing van oenen brief des hoeren Leo Bethune verschooning vragende daar hij de feestelijkheden uit hoofde van eenen familierouw niet bijwonen kan. De zitting werd om 12 l/t uren gesloten te midden van den allergrootsten geest drift. Rond 3 uren vergaderden ter Grooto Merkt een dertigtal Maatschappijen en Sectiën m6t hare standaards en kartels. 't Was half vier toen de stoet zich in beweging stelde. Zeker, antwoordde de markies. Straks kunt gij er heengaan en niemand sal uwe afwezigheid bemerken. Het middagmaal werd gemeld en daardoor een einde gemaakt aan het gesprek. De eetzaal was schitterend. Overal wissel den bloemen en verblindend licht elkander af- Gedurende het middagmaal scheen mevrouw Mixtome zeer vroolijk, vroolijker dan de markies haar ooit had aangetroffen maar hij vermoedde, dat hare vroolijkheid gedwongen moest dienen om hare ontroering te dameB naar 3n nog een Na het middagmaal keerden het salon terug, terwijl de hi glas wijn bleven drinken. Mevrouw Mixtome hield nu haren tyd voor gekomen zij naderde Sofie, die alleen in een vensterraam zat. Sofie, volg mij in de kleedkamer, zegde zij zacht. Juffrouw Lepage stond op en volgde me vrouw. De kamer was leeg. Lief kind, zegde Eugenie, hare ontroe ring nu niet meer verbergende, eens was ik meesteres op dit kasteel. Ik kwam hier als bruid en ging heen.... maar gij hebt déze treurige geschiedenis zeker reeds vernomen. Het heeft mij veel moeite gekost dezen avond hier te komen, maar ik heb het alleen gedaan om mijne vroegere kamer wéér te zien. Zij is niet gebruikt, sedert ik haar heb verlaten. Aan 'thoofd marcheerde onze Konink lijke Harmonie welke van tijd tot tijd hare vrolijkste arias liet hooren. Men be merkte verder behalve de Jonge Wacht onzer Stad, deze van Goerardsbergen en Sottegem beide met Fanfaarkorps, Den- dermonde, Edioghen, Ninove, Wettoron, St. Joost-ten-Noode, gevoled door al de Sektiön van Aalst. Rond de 3000 man schappen namen deel aan de betooging, welke in de meeste orde onze bevlagde straten doorwandelden. En wanneer wij van bevlagde straten spreken dan mogen zij zonder vrees van tegenspraak zeggen dat aan de der woningen de nationale vlag was geheeschen. De stoet trok van de Groote Merkt, langs de Molenstraat, Vaartstraat, Esplanadestraat, Esplanade, Leopoldstraat, Groote Merkt, Nieuw- straat, Keizerlijke Plaats, Korte Zout straat, Lange Zoutstraat, Groote Merkt. Toen de stoet voor de eerste maal terug ter Groote Merkt verscheen, bovondt de heer Woeste zich aan een venster van den catholieken Kring en iedere voorbijtrek kende groep bracht hem eeneluidruch tige geestdriftige ovatie. Kwaart voor 5 uren, toen de stoet terug ter Groote Merkt kwam, bevonden zich op 't balcon van 't Stadhuis onze heeren Burgemeester en Schopeueu, onze acht bare gekozenen, Senateurs en Volksver tegenwoordigers, verders Gouwraadsleden, Gemeenteraadsleden euz., enz Alvorens uiteen te gaan schaarden de Maatschappijen cn en Sectiën zich rond de Grooto Merkt. De Muziekmaatschap pijen welke zich te midden bevonden, hieven nns nationaal aria aan onder de herhaalde toejuichingen der menigte... Om 6 V* uren ving 't Banket aan in de ruime zaal van den cath. Werkmanskring welke voor de omstandigheid wonder wel versierd was. Ongeveer 200 disebgeuoo- ten namen er deel aan. Aan de eeretafel waren gezeten, MM. Desideer De Wolf, Voorzitter, Woeste, Staatsminister, Gheeraerdts, Burgemees ter, Raemdonck, Pastoor-Deken, Eeman, lid der bestendige Deputatie, Hendrik Booue, Bernard Goethals. Van Vrec kem, de Kerchove, Senateurs, Meert- Schuormans, De Gheest en De Clippele, Schepenen, Ponnet, geestelijke Bestuur der van den Werkmanskring, verscheideue Gemeenteraadsleden en leden van 't Be stuur der Jonge Wacht. Do heer De Wolf, Voorzitter, stelde eenen heildrouk voor aan Z. H. deu Paus, aan Z. M. Leopold H en koninklijke Fa milie en aan den heer Woeste. (Toejuich.) Onze Woeste staat recht en eene luidruchtige ovatie werd hem gebracht. Al de aanwezigen wuiven met huuDo ser- viettcn en als uit eene borst wordt er met forsche stem gezongen Vie an onzen Woeste en hij mag er wezen... Toen de stilte hersteld was, sprak de heer Woeste Ik dank de heer De Wolf, de Jonge Wachten van Aalst, alsook deze van Sot- Daar zijn nog relikwieën te vinden van iemand die mij even duurbaar is als mijn doch tertje. Ga meê, Sofie. Gij kunt voor de deur wachten, want niemand mag de kamer met mij betreden. Maar ik wilde niet alleen weg gaan, want men zou het hebben kunnen mer ken en misschien zou eene booze tong er aanleiding tot laster in gevonden hebben. Wanneer gij voor de deur wacht blijft hou den, zal dit eene voldoende bescherming zijn tegen allen, die zouden willen zien wat ik daar ga doen en ik blijf onopgemerkt. Kom Mevrouw Mixtome ging haar voor door de gang, den breeden marmeren trap op naar de groote zaal daar sloeg zij den langen gang in en bleef voor eene deur staan, welke zij beproefde te openen, wat haar na eenige oogenblikken gelukte. Ga daar op dio bank zitten, Sofie, zegde mevrouw, en wacht hier op mij. Zij opende de deur en trad binnen. Sofie kon slechts eenen blik in de prachtig gemeu belde kamer werpen daarna werd do deur gesloten en Sofie stond alleen. Het scheen haar toe, alsof zij er recht toe had eveneens de kamer binnen te gaau. Zy voelde zich aangezet hare moeder to volgen, die thans weende bij het zien van den schoen an haar kind. Zij wilde zich aan haar hart erpen en haar zeggen dat haar kind niet dood was, dat het leefde en voor haar stond maar zy wist zich met alle mogelijke kraehtin- tegem, Niuov,>,Geerardsbergen en andere plaatsen, welke aan het feest van heden hebben willen deelnemen. De achtbare redenaar herinnert de oorsprong der Jonge Wachten wier zen ding in vroeger tijden was de buitehkie- zers te beschermen tegen de listen en kuiperijen der liberalen. Nu, heden onder 't regiem der stem ming in de gemeente, heeft die zending gecne reden van bestaan meer. Maar nu heden eischen andere belan gen de medewerking der jeugd. Ik zou willen, ging de heer Woeste voort, dat de Jonge Wachten overal zou den herboren worden dat zij zich in nationale federatie zouden vereenigen en, zoo als voorheen, jaarlij'ks vergaderen om beslissingen to nomen in 't belang van de eenheid in den strijd. Indien de Jonge Wacht van Aalst het initiatief nam van epn outwerp in dien zin, ik ben verzekerd dat het weêrklank in 't Land vinden zou. (Toejuichingen.) De achtbare spreker treed in uitge breide beschouwingen over de plichten der catholieke jeugd en wensebt de catho lieke jongelingen van Aalst geluk, omdat zij datgene hebben afgeschudt wat men menschel ijk opzicht heet en zij de daden boven de woorden verkiezen. Opnieuw spoort bij hen aan om propa ganda te maken voor het goede bij middel der drukpers. Onze achtbare Volksvertegenwoordiger eindigde zijne welsprekende redevoering door de volgende woorden In tegenwoordigheid der vijanden die ons van alle zijden aanvallen op het gods dienstig, politiek en sociaal terrein, heeft niemand het recht te rusten. Allen moeten wij meehelpen in den kring onzer werking. Vooruit voor de zaak van God en der Maatschappij 1... Do vergadering brengt hem opnieuw eene zoo geestdriftige als luidruchtige ovatie en nogmaals wordt met krachtige stem gezongen Vivan oneen Woeste en hij mag er wezen Nog andere redenaars namen 't woord. De beer Van Vreckem dankte allen welke hebben meegewerkt tot het wclgelukken van het 12jarige Eeuwfeest der H. Berlen- dis te Meerbeke dc heer Hendrik Boone dankte de vreemde Maatschappijen welke hare medewerking tot de opluistering vau het feest hebben verleend; de heer Diericx antwoordde in naam der vreemde Maat schappijen cn du Z. E. H. Raemdonck drukte de vaste hoop uit dat de Jonge Wachten van Aalst getrouw zullen blijven aau 't vaandel 't welk hij des voormiddags bad iugezegend en waarop te lezen staat Voor God en Vaderland Plaats gebrek laat ous niet toe over deze redevoeringen meer uit te weiden. Dt> heer Gustaaf Pape zong het strijd lied der Jonge Wachten van Aalst, door hem gecomponeerd. Nog audere leden traden op en verlustigden de vergadering door vrolijke gezangen en verder eene afdeeliug der Maatschappij van Sympho nic gaf verscheidene stukken uit haar rijk repartorium ten gehoore op meesterlijke wijze uitgevoerd onder de leiding van den heer Karei De Mette. Kortom 't "was eene vrolijke broederfeest welko de bandon ouder oud en jong nog nauwer hebben toegehaald tot voorspoed van onze groote catholieke zaak. welko maandag onze Stad doorkruiste was tooverachtig schoon en strekt den inrichters tot eer. Moeten wij er bijvoe gen dat do stoet werd gevolgd door oen duizendtal Aalstenaren tot al de standen der samenleving en iu meerderheid door do catholieke worklieden De liebtstoet moet waarlijk prachtig zijn geweest om aan den held vau Chipka de getuigenis te ontrukken dat bij schoon en rijkelijk was, - doch nogthans, voegde hij er bij, bostatigdo men weinig volk I Op d'horlogio ziet men hoe laat het is. - De Aalstenaars die deze laatste bemer kingen lezen zullen, gaan voorzeker uit roepen Ne zöóööööót I Indien er iemand op d'horiogie ziet hoe laat het wordt dan is 't voorzeker onze af gekookte vierde man, want nog weinige dagen en zijn rijk van voor de negen te reizen en de rest is uit... Men zegt ons dat onze afgekookte zich te Brussel gaat vestigen. Indien't waar is, de catholieke Aastenaars, wenschen u goede reis, mao, eu den wind van achter I... spanning te beheerschen. Zij mocht het be- u van haren vader niet verraden, zelfs niet aan zijne echtgenoote, die hem nog be minde en nog om hem treurde, die aan zijne onschuld geloofde en zijne nagedachteuis in eere hield. O, kon ik slechts mot haar weenen om haar to troosten dacht zij. O God, voreeuig hen, die zoo ver van elkander gescheiden ziju Is er dan geene hoop, dat mijn vader zal ge rechtvaardigd worden V Kan ik dan volstrekt niets doen Zij wrong zich wanhopig de handen. Moed en hoop hadden haar voor eenen oogenblik geheel verlaten. Een tijd lang zat zij in ge- dachten verzonken, tot dat lichte voetstappen in hare nabijheid haar deden ontwaken. Zij zag eenen man voor zich staan, die zij uit de beschrijving haars vaders terstond herkendo als Filip Piron. De magere figuur, de kleine, flikkerende oogen, het lage voorhoofd en vooral een lang lidteeken over de wang, dat hem een akelig voorkomen gaf, konden haar niet doen twijfelen. Sofie sprong op en deed onwillekeurig eene schrede achterwaarts. Hij zag hare beweging en lachte spottend. Zijt gij verdwaald, mejuffer vroeg hij scherp. De gasten zijn beneden. Sofie wierp haar hoofd trotsch in den nek, hetgeen Piron onmiddelijk aan mevrouw Mix tome deed denken. Hy zag het meisje op merkzaam aan. De Roelanders, verwaanJe mannen kan niet meer, hebben weer, naar loffelijke gewoonte nen schoonon kemel geschoten. Die geleerde mannen, die zich verre boven hunne geestelijke Overheid denken hebben een artikel geschreven over het proces en de veroordeeling van don jood eu landverrader Dreyfus. Klokke Roeland gaat het volgende los: (4 Sept. 3® bl. 1" kol.) - Kolonel Henry heeft dijnsdag in het kabinet van den minister van oorlog verklaard, de schrij ver te zijn des briefs, gedagteekend van October 1896 in welken Dreyfus ge noemd word. Kolonel Henry werd onmid delijk-langehonden en in de forteros van Mont-Valérien opgesloten. j, Dreyfus is dus niet aangewezen als dader en aangezien hij op dit valseh stuk veroordeeld werd, moet zijn proces nu herzien worden. Bravo Roelanders Wij zullen die woorden inlijsten. Dreyfus is veroordeeld in 1894. Dus twee jaar voor den valschen brief van Kolonel Henry. Volgens de geleerde heeren van Klokke Roeland werd Dreyfus iu 1894 veroor deeld op een bewijsstuk dat eerst twee jaar later het daglicht zou zien Arme lezers van Klokke Roeland Me op zulke wijze iugelicht worden 1 En zegge, a. u. b. dat de mannen van Roe land con pretentie hebben om aan ieder een de les te spellen. Mevrouw Engenie Mixtome is in hare vroegere kamer, antwoordde Sofie koel, en ik wacht op haar. Piron s kleine oogen schoten vuurstralen. De gelijkenis van Sofie met haren vader, viel hem op. Vergeef mij, mejuffer, zegde hij eerbie dig, mag ik uwen naam weten Sofie was vau plan zijne nieuwsgierigheid niot te bevredigen, maar het verlangen hem nauwkeuriger op te nemen, deed haar beslui ten hem te antwoorden. Mijn naam is juffronw Lepage zegde zij. Ik ben de gezelschapsjuffer van mevrouw Mixtome. Ik dank u, mejuffer, antwoordde Piron. Ik ben l'ilip Piron, de kaïnerdienaar van den markies vau Charlemont en ondervroeg u alleen, omdat gij zoo sprekend gelijkt op eeu portret dat iu de zaal hangt. Nogmaals vergeef mij. Hy boog opnieuw en verwijderde zich. In de zaal tredende, mompelde hy Zij heet Lepage Wie is zij Van welke familie Wat wil zij De zaak is niet zuiver. Zij moet eene andero wezen dan voor wie zy zich uit geeft. Ik zal te weten komen wat en wie «y is. Mocht ook iedereen blind zyn, Piron heeft een paar goede oogen (WOIiDT VOORTGEZET).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1898 | | pagina 1