Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
Zondag 50 October 1808.
5 centiemen per nummer.
54sle Jaar 5509
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
ïm
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
R o o d e
godloochenaars.
De Moordenaar?
Landbouwwetenschap.
De Feeslelijkheden
van Affligem.
Z0NDAGRUST. S»m-£22S
DE DENDERBODE
l)it blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31,
en in alle Postkantoren des Land.
Guique suuxn.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Keklamen fr. 1,00; Vonnisse cp
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
uijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 29 October 1898.
Het is onbetwistbaar, de roode socia
listen zijn godloochenaars en de onverbid
delijkste vijauden van allen godsdienst.
Om dit te bewijzen boeven wij slechts
hunne schriften en redevoeringen aan te
halen.
Die bewijzen zijn er met de macht, en
wilden wij er slechts het tiende deel van
overschrijven, gansch De Denderbode
ware te eng om ze te bevatten.
Eenige bewijzen nogthans willen wij
aanhalen
Wij, schrijvers van VOORUIT,
kennen geen enkelen god zoo min dien
- der Christenenals dien der Chineezen
- of Mahomedanen - (14 febr. 1892).
Dus geen God want het zijn niet de
goden die de menschen scheppenmaar
het zijn de menschen die de goden of
den god scheppen. (Bebel De Vrouw
bladz. 392).
Het Journal de Charleroi schreef
Wij veroordeelen allen godsdienst,
a 't is te zeggen, allen eeredienst inwen-
a dig of uitwendig gericht tot een opper-
wezen.
n Onze vijanden vertoonen zich in de
a geschiedenis onder drij gedaanten
a Godsdienst, koningdom en kapitaal.
't Is een draak met drij koppen.
- Verrichten wij geen nutteloos werk
- met een dier koppen te willen afslaan
wij moeten het monster dooden.
Anseele, in een oogenblik van geest
driftige stemming, riep uit op eene ver
gadering te Gent
- God is de vijandGod is de leugen
God is de sleutelstecn van 't gewelf der
Kerk, der fabelleer van den godsdienst
- uitgevonden door de roovers, die men
priesters noemt.
Ziedaar bewijzen genoeg....
En nu men ga eens de levenswijze na
van tal roode chefs en anderen.
Wel, ze leven lijk God in Frankrijk.
Ze trouwen niet meer voor de Kerk, ze
laten hunne hinders niot meer doopen en
hunne eerste communie niet meer doen,
ze laten hunne vrouw zitten om, op zijn
Behels, met een ander schepsel te leven.
Voorzeker ontmoet men in alle stan
den menschen die van de rechte baan
afloopeD, maar als ze nog een briezelken
godsdienstig gevoel en eerbaarheid be
zitten zien zij weldra in dat ze verkeerd
gaan en komen tot inkeer.
Maar de socialisten vinden zulke le
venswijze maar zeer natuurlijk, zij passen
slechts hunne leering toe. Bebel schreef
een boekwerk van honderde bladzijden
om te bewijzen dat die socialistische
voorschriften alleen dienen nageleefd te
^wordenen Vooruit, opdat de Vlamingen
ze ook zouden kennen, heeft ze van het
Duitsch in 't Vl&amsch overgebracht.
WIE IS
NAAR HET HOOGDUITSCH
van
EDUARD WAGNER.
47,u VERVOLG.
Ik verkeer thans niet in eene stemming
om te hooren lezen, Sofie, zegde mevrouw.
Ik ben zoo vol van andere zaken, dat het mij
onmogelijk is mijne gedachten te behocrschen.
Gy ziet bleek, myn kind scheelt a iets
O neen, mevrouw, antwoordde Sofie.
Meermalen, zegde Eugenie vriendelijk,
heb ik op uw gelaat eene zwaarmoedige uit
drukking gelezen an daarbij nog iets dat ik
geenen naam geven kan. Het schijnt alsof gij
een geheim verdriet hebt. Als gij behoefte
aan eene viendin, hoop ik dat gij het volste
vertrouwen in mij zult stellen.
Gij zijtzeer goed.
Neen, ik ben Blechts zelfzuchtig. Ik hond
er van gelukkige gezichten te zien. Kan ik
iets voor u doen
Ik heb geene menschelijke hulp noodig,
antwoordde Sofie. Niemand kan mij helpen
dan God.
Zy gij wellicht bedroefd om uwen vader?
vroeg mevrouw, die beproeven wilde haar
Wat wereldje van zedeloosheid, wat
poel van ontucht zou het wezen moesten
die Bebelsche leerstelsols heerschen
Heden worden de kerels die ze naleven
met den vinger aangewezen en dan, in
eenen socialistischea staat, zou het de
regel, de wet zijn...
Geen huwelijk, geen familie meer....
maar leven lijk honden en katten....
Al de voornaamste roode chefs maken
deel uit van eenen vrijdenkersclub de
leden moeten bij eed en schrift de ver
bintenis aangaan van te sterven in den
baat tegen God, zonder HH. Sacramen
ten en als vrijdender te willen begraven
worden.
Leopold I bad wel gelijk toen hij zegde
dat zulk eene levenswijze ons naar dc
barbaarschheid der eerste eeuwen zou
terugvoeren.
Men zal het niet ontkennon dat zulk
eene goddelooze werking veel kwaad
sticht onder de jeugd.
De jongeling die opgroeit in opstand
tegen God, verliest alleu eerbied voor
zijne ouders en voor de geestelijke en
wereldlijke Overheden en weldra is hij
rijp voor 't anarchism.
Ouders, denkt er aan en let op den
handel en wandel uwer kinderen, 't Is
dikweif eene moeilijke taak, gezien het
heerscheude verderf, van ze deugdzaam
op te brengen, maar gedenkt u dat het
zonder de chistelijke zedeleer, zonder den
Godsdienst onmogelijk is.
Zorgt dus dat zij met de roode godloo
chenaars en godsdiensthaters van alle
kleur niet in aanraking komen, er niet
meê verkeeren. 'tis in uw eigen belang
en in 't voordeel van 't Vaderland dat wij
u dat voorhouden, want de goddeloosheid
voert vroeg of laat de familiën en landen
naar den ondergang 1
M. J. Van Seynhaeve, hindbouw-inge-
nieur te Avelghem, geeft in de Gazette
van Brugge do volgende uitslagen van
't besproeien der aardappels
Wij hebben nu van dit jaar een won-
derdroog zomerseizoen gehad. In het zui
den der provincie zijn de aardappels won
derwel gelukt. De ziekte die in de maand
Juli al met eens op de aardappelvelden
losbrak, is gehinderd geweest in hare ont
wikkeling door de buitengewone droogte.
Dit zijn ai omstandigheden die ongunstig
zijn voor de bloote verdediging van de
aardappelbesproeiïog. Wat wordt .er nu
ook al uitgekraamd tegen het gebrui'k van
den bordeauschen pap Ziet gij nu, zegt
men, zonder sproeien, hebben wij nu
aardappels, groote en vele, gelijk wij er
nooit gehad hebben. Als wij ..sproeiden
waren er zwarte en nu zijn er geene, euz.
Men zal allicht besluiten dat de besproei
ing de ziekte bijbrengt en de aardappels
doet zwart komen 1 Vriend landbouwer,
iets dat gij voorzeker nog niet en wist,
hare geheimen te ontrukken. Zijt gij thans
voor het eerst van hem gescheiden
Ja, mevrouw. Zoolang mij heugt zijn
wij voor elkaar alles geweest.
Dan verwondert het mij niet dat gij be
droefd zijt. Het valt hard te scheiden van
hem, dien men lief heeft en Eugenie Mixtome
zuchtte diep. Hebt gij, sedert gy hier zijt,
nog iets van uwen vader gehoord
Neen, mevrouw maar ik verwacht
spoedig eenen brief.
De trekken van haar gelaat toonden zulk
eenen hevigen kommer, dat mevrouw Mix
tome er diep door goroerd werd. Zij kon
■iet vermoeden, dat dit meisje hare doch
ter was, wijl zij deze dood waande en toch
voelde zij zich tot Sofie aangetrokken met
eene teederheid, welke zij niet kon verklaren.
Gij hebt mij nog niets van uwen vader
verteld, zegde zij. Ik zou zoo gaarne willen,
dat gij meer voor mij werd dan eene gezel
schapsjuffer. Deel mij iets van uwen vader
mede, Sofie. Als ik mij niet vergis is uwe
moeder reeds lang dood
Ik heb mijne moeder nooit gekend.
Hebt gij geene blpedverwanten in
Frankrijk
Geene die mij kennen.
En werd gij in Griekenland groot ge.
bracht
Ja.
Vergeef my, mijn kind, maar ik ver-
maar dat er op ons streek door een wel-
weter, na veel studie en zoeken, van dit
jaar is gevonden geweest, 't is dat het
kopotsulfaat, de blauwe aluin, de roode
striepen maakt in sommige aardappels
met roode pel Weet gij ook dat ge moet
opletten van geene aardappels te eten
wier loof besproeid is geweest met bor
deauschen pap De blauwe aluin is ver
gift en dat vergift eaat toch altijd meer of
min in de plant en door de plant in het
lichaam van deu mensch. Dat heeft eeu
doctor gezegd volgens dat het schijnt.
Jammer als dat waar is, dat die doctor
zijne scheikunde eu levensleer vergeten
heeft, en niet meer weet dat de blauwe
aluin met kalkmeel in aanraking ge
bracht, omgezet wordt in koperwater-
oxyde en kalksulfaat, dat er bijgevolg
geene spraak is van blauwen aluin op do
aardappels te brengen. Jammer dat hij
niet meer weet dat de planten die ver
gift innemen zooals schadelijke koper
zouten, ziek worden en sterven, hetgene
hier hoegenaamd het geval niet is, aan
gezien de besproeide aardappelstruiken
langer iu leven blijven dan de niet be
sproeide jammer dat hij zoo bliksems
weinig menschen te meesteren gehad
heeft die vergeven waren van aardappels
te eten
Die prullen daargelaten, ziehier den
welsprekenden uitslag van eene proeve
die wij gedaan hebben.
Wij hebben eene partij aardappels
(asperscbe) een eerste maal besproeid
als de aardappels in de botte kwamen. In
het midden der partij hebben wij eene
breede streek overgehouden zonder be
sproeiing. De gansche overige opper
vlakte wierd regelmatig besproeid met
welbereiden pap, waarvan men een hec
toliter per honderd lauds toediende. Drie
weken later wierd de partij aardappels
eene tweede maal besproeid op dezelde
manier, alzoo nogthans dat men benevens
de streep die de eerste maal niet be
sproeid was geweest, nog een tweede
streep uithield, dewelke beide strepen in
de besproeiing niets ontvingen. Op die
wijze hadden wij in de partij aardappeleu:
1" een deel dat tweemaal was besproeid
geweest;
2° een deel dat eenmaal was besproeid
geweest
3° een deel dat volstrekt niet was be
sproeid geweest.
De aardappels die niet besproeid ge
weest waren vielen eerst dood. Deze die
besproeid geweest waren bewaarden
hunne groeze drij weken langer, dan be
zweken deze die éénmaal hadden be
sproeid geweest, deze die tweemaal waren
besproeid geweest hielden het langst uit.
Dit was een goed voorteeken.
Als de aardappels over geheel de op
pervlakte omtrent rijp waren, zijn wij
met getuigen, naar de partij gegaan, en
wij hebben daar volgens de begeerte en
de plaats aangewezen door de getuigen,
in de drij deelen van de partij verscbil-
lige reken van 12 opeen volgende struiken
laten uitkappen eu in geteekende zakken
inzamelen, op zulke wijze dat wij iu ver
schillige reken vau 12 struiken der aard-
moed, dat uw vader verliezen bi
die hem dwongen naar het buitenland te
trekken. Ik wil mij niet in uwe zaken drin
gen, maar als ik iets doen kan voor uwen
vader, zal het mij aangenaam zijn. Ik heb
veel invloed en myn broeder, de hertog van
Montfa9on, zou hem eene landbetrekking
kunnen bezorgen.
Gij zijtzeer goed, mevrouw, zegde Sofie,
op smartelijken toon maar mijn vader zal
nooit naar Frankrijk terugkeeren of er moest
hem een groot geluk te beurt vallen.
Het overlijden van eenen bloedverwant,
van wien uw vader hoopt te erven misschien
vroeg mevrouw. Gij behoeft niet te antwoor
den, Sofie, ik kan wachten totdat gij mij uw
vertrouwen wilt schenken. Maar denk over
myn aanbod na en meld het uwen vader.
Gelijkt gij op uwen vader
Ja, maar ik gelijk ook op mijne moeder,
antwoordde Sofie kalm, ofschoon zij al hare
krachtan noodig had, om bedaard te blijven.
Uw vader moet een Btatig man zijn, her
nam mevrouw uitvorschend. Gelijken uwe
oogen op de zijne
Zij zijn eveneens blauw, antwoordde
het meisje voorzichtig, en hij is even goed als
edel.
Het verwondert mijdat gij hem hebt
-kunnen verlaten. Gij zijt immers zijn eenig
kind
Ons huis werd door de roovers in brand
appels die niet waren besproeid geweest,
in verschillige andere zakken de op
brengst van verschillige reken van 12
struiken der aardappels die éénmaal wa-
reD besproeid geweest en idem voor deze
die tweemaal waren besproeid geweest.
Wij zijn dan onze verschillige opbrengs
ten nauwkeurig gaan wegen na iedere
hoeveelheid aardappels verscheidene ma
len herraapt te hebben om ze goed te
zuiveren van alle aanklevende aarde.
Ziehier de uitslag.
Gemiddeld bekwamen wij per ^strui
ken aardappels niet besproeid 8 kilogr.
knollen;
Gemiddeld bekwamen wij per ^strui
ken aardappels éénmaal besproeid 10 kil.
knollen;
Gemiddeld bekwamen wij per 12 strui
ken aan lappels tweemaal besproeid 11
kil. knollen.
Het getal aardappelen was overal na
genoeg 't zelfde, maar de knollen voort
komend*) van de besproeide perceelen
waren oogenschouwelijk grooter.
Onze aardappels nu waren geplant in
reken die 67 centimeters tussc.honruimte
haddon, en in de reken waren zij geplant
op 40 centimeters afstand, op die wijze
hoeft men per hectaar 100000,268 =1
37313 struiken. Dat is 37313 12
3109,4 reken van twaalf struiken.
Zonder besproeien bekwamen wij dan
berekend per hectaar 3109,4 x 8 r
24875 kilogrammen aardappels
Emmaal besproeid 3109,4 x 10 z
31094 kil. aardappels;
Tweemaal besproeid '3109,4 x 11 l
34203 kil. aardappels
Verschil in opbrengst per hectare tus-
eenmaal besproeide of niet besproeide
aardappels: 31094 24875 6219 kil.,
zegge: zes duizend tweo honderd en negen
tien kilogrammen.
Verschil iu opbrengst per hectare tus-
schen tweemaal besproeide of niet be
sproeide aardappels
34203 24875 9328 kil., zegge
negen duizend drie honderd acht en twiu-
kilogr.
Verschil in opbrengst per hectare tus
schen eenmaal en tweemaal besproeide
aardappels
9328 6219 3109 kil., zegge drij
duizend honderd en negen kilogrammen.
De landbouwers kennen genoeg den
prijs van de aardappels, dat ze nu maar
eeu rekenen en besluiten.
Stedelijke Werkbeurs van Aalst.
Worden gevraagd
1 stokerleerjongens van 14 tot 15
jaren voor alle werk.
Vragen werk
Een jongeling van zeer goed gedrag,
kennendo de Vlaamschc en Franscbe
talen, vraagt plaats als bediende in werk
huis of fabriek 1 koetsier 1 voerman
daglooners en fabriekwerkers.
gestoken en de hoofdman had gezworen mij
te ontvoeren daarom was ik daar niet veilig
en deed mijn vader het voorstel mij naar
Frankrijk te laten gaan. Het viel hem hard
zijne toestemming te moeten geven, maar hij
zag in dat 't zoo het beste was.
Graaf Beaucourt had niet lang geleden
een gevaarlijk avontuur met eenen Griek-
sehen bandiet, zegde Eugenie. Hij werd ge-
ruimen tijd gevangen gehouden en lag daarna
vele maanden ziek in de hut van eenen wijn
gaardenier. Hoe heette uw vervolger
Leondari.
Zoo heet ook hy, die graaf Beaucourt
gevangen nam. Gij moet er met den graaf
eens over spreken.
Meer dan eens had Sofie willen zeggen, dat
zij den graaf in Griekenland reeds had leeren
kennen. Het scheen haar onbillijk toe deze
kennismaking aau hare moeder te verbergen.
Het bekend worden van hare verhouding tot
graaf Beaucourt kon voor haren vader niet
gevaarlijk zijn. Haar gelaat was gloeiend rood
toon zij vroeg
llebt gij de geschiedenis van graaf Beau
court vernomen
Zeker, hij vertelde ze mij zelf. Ik weet
van de wreedheid van Leondari eu hoe een
Grieksch meisje hem redde. De graaf moet
zijn hart aan dit meisje verloren hebben. Hij
bleef drie maanden in haar huis, waar hij
ziek lag.
Zelden of nooit werd op den buiten
eene kerkelijke plechtigheid met evenveel
luister gevierd als deze van verleden
maandag. Do middeleeuwsche abdij is
uit bare puinen heropgerezen op hot
grensgescheid van Meldert in Vlaanderen,
eu Hekelgem in Brabant, eu het zijn deze
twee gemeenten die gewedieverd hebben
om op prachtige wijze bet wonderbeeld
van O. L. Vr. van Vrede iu te balen eu
op hare oude zuil te herplaatsen.
De geschiedenis van O. L. V. van Affli
gem is wereldbeken I, thans zooverre als
ooit de groote naam beeft geklonken van
den II. Bernanlus, dien zij begroette met
de woorden Salve, Bernardo De laat
ste Groot-Pre voost van Affligem, Dom
Beda Begaus, liet, onder andere, de vol
gende getuigenis na Het beeld stond
- in den kloosterpand op zijne voetzuil,
doch werd er afgerukt door de geuzen
a inden winter vau 1580en brak in twee
stukken, buiten de hoofden die men
nooit terugvond. In 1606 werden de
twee stukken overgevoerd naar Mocho-
8 leu, en men beitelde twee andere beel-
- den eruit, terwijl onze Paters tot het
laatste splinterkeu zorgvuldig opraap-
ten en bewaarden.... Hetgeen ik be-
n vestig, Beda, proost van Affligem,
- 1802.-
Zoo stond Beda Regaus aan het hoofd
van het klooster, toen, in November
1796, de Frausche omwentelaars er in
vielen en de monniken verdreven.
De vrome grijsaard bekreuude zich
weinig om schatten en kerksieraden hij
ontvluchtte met zijn geliefd en vereerd
Mariabeeld, en werd liefderijk ontvangen
ten huize van M. BeDedikt-Eramauuël
De Witte, Griffier der schepenenbank
vaa Affligem.
Ilij stierf aldaar iu 1808, op zijne negen
tig jaren, en werd begraven op het kerk
hof van Hekelgem. Zijne gedachteuis en
zyn grafzerk verdienen toch ook wel eene
toekomstige aardsche vereering
Ziedaar waarom de plechtige stoet
Maandag raorgend vergaderde aau den
voet van den Boekboutberg, en het mira-
kuleus beeld afhaalde aan het hof De
Witte, waar het lang verscholen bleef.
Korts na negen uren kwam Zijne Emi
nentie, de Kardinaal Aartsbisschop Goos-
sens, op den steenweg toegereden en werd
verwelkomd door den Z. E. Abt van
Affligem, in eene treffende rede begin
nende en eindigende met de bijbelwoor
den - Ingredere, Benedicte Domini
Kom binnen, zij welkom, gezegende des
Heeren Na een gevoelig antwoord van
Zijne Doorluchtigheid treed dc stoet in
optocht.
Tijd en plaats ontbreken ons om dien
o verheerlijken historischen en godsdien-
stigen stoet te beschrijveu.
Zeggen wij ter loops dat vier groepen
waren ingericht door de Parochie van
Meldert, een twintigtal door de Parochie
van Hekelgem, terwijl de anderë uit de
Geestelijkheid bestonden. Dry muziek
maatschappijen van Hekelgem eu Mel
dert lieten beurtelings hunne triomf-
toonen hooren. De Geestelijkheid was
buitengewoon talrijk; na de Priesters van
den omtrek en de gansche Kloosterge-
meento van Affligem, volgden de Zeer
Eerw. Prior dor Trappisten van West-
malle, de Prelaten vau Bornhera, van de
orde der Bernardijnen, van Grimbergen,
der orde van de Norbertijnen, Dom Ge
rard van Caloen, van het sticht van
Mare Isons, tijdelijk teruggekeerd uit
Braziilë, de gemiiterdo abten vau Affli
gem, vau Merckelbeke en Steenebrugge,
en eiudelijk Z. E. de Kardinaal, Aarts
bisschop van Mechelen, ouder den draag
hemel. Gedurende deu ganschen door
tocht liet Zijue Erainentio zyn genoegen
blijken over de smakelijke versiering der
straten, tie praalbogens, en de ontelbare
jaarschriften tot aan den gevel der nede
rigste boerenwoning. Hekelgem en Mel
dert halen eer van hun werk 1
Do plechtigheid in de kerk was niet
min indrukwekkend. De pontifikalo Mis
werd gezongen door den Z. E. Prelaat van
Affligem, Dom Gothardus Hcigl. Na het
evangelie werd de kansol beklommen
door den Z. E. Prelaat van Bornhera, dio
iu zalvende woorden den lof verkondigde
van O. L: V. van Vrede on haren groo-
ten dienaar den H. Bernardus.
De bidstoelen waren uit de kerk ge
weerd en de kinderen afgewezen op die
wijze verdrong zich aldaar eeue meuigte
van ougeveer drij duizend man, zelfs de
f plaats niet vindende am te knielen en
niettemin bleven de grootste stilte en
j godsvrucht or heerschen. Een evengroot
getal kon de abdijkerk niet binnen.
Na de inzegening der melkerij van
Affligem door den Kardinaal-Aartsbis
schop, vergaderden de genoodigdon, te
getalle van meer dan honderd, aan een
gastmaal in deu praebtigen ruimen refter,
boven welks ingangdeur dees chronicon
prijkte
Jubelt allen 't Heilig Lieve-
Vrouwbeeld is hier wéér in
Affligem I
Nu dat hot wonderbeeld, getuige van
den roem en den rampspoed dor abdij, in
zijnen ouden luister is hersteld door den
Kardinaal-Primaat van België, moge men
ook er aan denkeu om toekomeude jaar
de martelaars van den boerenkrijg te
verbeerlijkeu, waaronder or vijf hun
leven ten beste gaven voor de verdediging
an het eeuwenoud klooster 1 Men viere
tevens de gedachtenis van Dom Beda
Regaus, niet met eene Rouwmis, maar
wel met eene Mis van Gloria en een al-
lerplechtigt Te Deum I
dienstdoende ApothekersZondag 30
October, Mr Bonner, Bisschopstraat.
Diinsdag 1 November, Mr Ghysse-
"ékx, Molenstraat.
Sofie kleurde nog meer.
Mevrouw Mixtome zegde zij beslist, het
Grieksche meisje dat graaf Beaucourt be
vrijdde, was ik.
Gy
Ja, mevrouw. En graaf Beaucourt ver
bleef niet in de hut van eenen wijngaarde
nier, maar in het huis mijns vaders. Unze
dienaren verpleegden hem.
Dat had ik niet gedachtriep mevrouw
verbaasd.
Ik had het u reeds vroeger gezegd, maar de
gelegenheid daartoe ontbrak mij, sprak Sofie
ook wist ik zelf nog niet wat ik doen zou.
En gij zijt het Grieksche meisje van wie
ik zooveel gehoord heb vervolgde mevrouw.
Hebt gij mij alles gezegd
Neen niet alles, antwoordde Sofie, de
oogen neerslaande. De graaf was mij genegen
en wilde mij trouwen, maar mijn vader wei
gerde zijne toestemming te geven en daar
bleef het bij. Toen ik naar Frankrijk kwam,
dacht ik niet den graaf te zullen ontmoeten.
Ik geloof u. Welk een zonderling avon
tuur. Ik heb nooit vermoeddat gij den graaf
vroeger had gezien, maar nu verwonder ik
er mij niet meer over. Hoe kou ik zoo blind
zijn. Is het huwelijk uitgesteld
Het is onmogelijk mevrouw, of zooals ik
zegde, mijn vader moet weêr naar Frankrijk
komen. Ik ben met graaf Beaucourt niet ver
loofd.
line!
Ik keu hem genoeg om te weten, dat
wanueer hij eenmaal bemint, hy voor altyd
bemint. Ik ken hem als een voorbeeld van
eerlijkheid en als de waardige vertegenwoor
diger van een groot en voornaam huis en het
zou mij genoegen doen n van dienst te kan
nen zijn. Wem oprecht tegen mij, Sofie.
Staat uwe kleine fortuin het huwelijk in den
weg
Neen, geheel iets anders riep Sofie
hartstochtelijk. Gij kunt mij niet helpen, me
vrouw. God alleen kan ons hulp verschaffen.
Zelfs alB mijn vader zijne toestemming gaf,
zou ik graaf Beaucourt niet kunnen trouwen.
En toch bemiut gij hem
Uet meisje boog het hoofd.
Daar schuilt een geheim achter, dacht
mevrouw Mixtome. Wat zon het zyn
Hare belangstelling voor beiden was opge
wekt. Zij besloot graaf Beaucourt er over te
spreken en als het mogelijk was, licht te
brengen in deze duistere zaak.
Het verheugt my, dat gij my dit hebt
medegedeeld, zegde zij ernstig. Het is niet
meer dan billijk, dat ik er van onderricht
ben, maar anderen bohoeven niet te weten
dat gij de Griekin zijt, die den graaf hebt
gered. Alles zal goed komen, laat den moed
niet zinken, Sofie, en vertrouw op de Voor
zienigheid.
(WORDT VOORTGEZET).