Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. Zondag 50 October 1808. 5 centiemen per nummer. 54sle Jaar 5509 GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. ïm VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. R o o d e godloochenaars. De Moordenaar? Landbouwwetenschap. De Feeslelijkheden van Affligem. Z0NDAGRUST. S»m-£22S DE DENDERBODE l)it blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31, en in alle Postkantoren des Land. Guique suuxn. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Keklamen fr. 1,00; Vonnisse cp 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den uijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 29 October 1898. Het is onbetwistbaar, de roode socia listen zijn godloochenaars en de onverbid delijkste vijauden van allen godsdienst. Om dit te bewijzen boeven wij slechts hunne schriften en redevoeringen aan te halen. Die bewijzen zijn er met de macht, en wilden wij er slechts het tiende deel van overschrijven, gansch De Denderbode ware te eng om ze te bevatten. Eenige bewijzen nogthans willen wij aanhalen Wij, schrijvers van VOORUIT, kennen geen enkelen god zoo min dien - der Christenenals dien der Chineezen - of Mahomedanen - (14 febr. 1892). Dus geen God want het zijn niet de goden die de menschen scheppenmaar het zijn de menschen die de goden of den god scheppen. (Bebel De Vrouw bladz. 392). Het Journal de Charleroi schreef Wij veroordeelen allen godsdienst, a 't is te zeggen, allen eeredienst inwen- a dig of uitwendig gericht tot een opper- wezen. n Onze vijanden vertoonen zich in de a geschiedenis onder drij gedaanten a Godsdienst, koningdom en kapitaal. 't Is een draak met drij koppen. - Verrichten wij geen nutteloos werk - met een dier koppen te willen afslaan wij moeten het monster dooden. Anseele, in een oogenblik van geest driftige stemming, riep uit op eene ver gadering te Gent - God is de vijandGod is de leugen God is de sleutelstecn van 't gewelf der Kerk, der fabelleer van den godsdienst - uitgevonden door de roovers, die men priesters noemt. Ziedaar bewijzen genoeg.... En nu men ga eens de levenswijze na van tal roode chefs en anderen. Wel, ze leven lijk God in Frankrijk. Ze trouwen niet meer voor de Kerk, ze laten hunne hinders niot meer doopen en hunne eerste communie niet meer doen, ze laten hunne vrouw zitten om, op zijn Behels, met een ander schepsel te leven. Voorzeker ontmoet men in alle stan den menschen die van de rechte baan afloopeD, maar als ze nog een briezelken godsdienstig gevoel en eerbaarheid be zitten zien zij weldra in dat ze verkeerd gaan en komen tot inkeer. Maar de socialisten vinden zulke le venswijze maar zeer natuurlijk, zij passen slechts hunne leering toe. Bebel schreef een boekwerk van honderde bladzijden om te bewijzen dat die socialistische voorschriften alleen dienen nageleefd te ^wordenen Vooruit, opdat de Vlamingen ze ook zouden kennen, heeft ze van het Duitsch in 't Vl&amsch overgebracht. WIE IS NAAR HET HOOGDUITSCH van EDUARD WAGNER. 47,u VERVOLG. Ik verkeer thans niet in eene stemming om te hooren lezen, Sofie, zegde mevrouw. Ik ben zoo vol van andere zaken, dat het mij onmogelijk is mijne gedachten te behocrschen. Gy ziet bleek, myn kind scheelt a iets O neen, mevrouw, antwoordde Sofie. Meermalen, zegde Eugenie vriendelijk, heb ik op uw gelaat eene zwaarmoedige uit drukking gelezen an daarbij nog iets dat ik geenen naam geven kan. Het schijnt alsof gij een geheim verdriet hebt. Als gij behoefte aan eene viendin, hoop ik dat gij het volste vertrouwen in mij zult stellen. Gij zijtzeer goed. Neen, ik ben Blechts zelfzuchtig. Ik hond er van gelukkige gezichten te zien. Kan ik iets voor u doen Ik heb geene menschelijke hulp noodig, antwoordde Sofie. Niemand kan mij helpen dan God. Zy gij wellicht bedroefd om uwen vader? vroeg mevrouw, die beproeven wilde haar Wat wereldje van zedeloosheid, wat poel van ontucht zou het wezen moesten die Bebelsche leerstelsols heerschen Heden worden de kerels die ze naleven met den vinger aangewezen en dan, in eenen socialistischea staat, zou het de regel, de wet zijn... Geen huwelijk, geen familie meer.... maar leven lijk honden en katten.... Al de voornaamste roode chefs maken deel uit van eenen vrijdenkersclub de leden moeten bij eed en schrift de ver bintenis aangaan van te sterven in den baat tegen God, zonder HH. Sacramen ten en als vrijdender te willen begraven worden. Leopold I bad wel gelijk toen hij zegde dat zulk eene levenswijze ons naar dc barbaarschheid der eerste eeuwen zou terugvoeren. Men zal het niet ontkennon dat zulk eene goddelooze werking veel kwaad sticht onder de jeugd. De jongeling die opgroeit in opstand tegen God, verliest alleu eerbied voor zijne ouders en voor de geestelijke en wereldlijke Overheden en weldra is hij rijp voor 't anarchism. Ouders, denkt er aan en let op den handel en wandel uwer kinderen, 't Is dikweif eene moeilijke taak, gezien het heerscheude verderf, van ze deugdzaam op te brengen, maar gedenkt u dat het zonder de chistelijke zedeleer, zonder den Godsdienst onmogelijk is. Zorgt dus dat zij met de roode godloo chenaars en godsdiensthaters van alle kleur niet in aanraking komen, er niet meê verkeeren. 'tis in uw eigen belang en in 't voordeel van 't Vaderland dat wij u dat voorhouden, want de goddeloosheid voert vroeg of laat de familiën en landen naar den ondergang 1 M. J. Van Seynhaeve, hindbouw-inge- nieur te Avelghem, geeft in de Gazette van Brugge do volgende uitslagen van 't besproeien der aardappels Wij hebben nu van dit jaar een won- derdroog zomerseizoen gehad. In het zui den der provincie zijn de aardappels won derwel gelukt. De ziekte die in de maand Juli al met eens op de aardappelvelden losbrak, is gehinderd geweest in hare ont wikkeling door de buitengewone droogte. Dit zijn ai omstandigheden die ongunstig zijn voor de bloote verdediging van de aardappelbesproeiïog. Wat wordt .er nu ook al uitgekraamd tegen het gebrui'k van den bordeauschen pap Ziet gij nu, zegt men, zonder sproeien, hebben wij nu aardappels, groote en vele, gelijk wij er nooit gehad hebben. Als wij ..sproeiden waren er zwarte en nu zijn er geene, euz. Men zal allicht besluiten dat de besproei ing de ziekte bijbrengt en de aardappels doet zwart komen 1 Vriend landbouwer, iets dat gij voorzeker nog niet en wist, hare geheimen te ontrukken. Zijt gij thans voor het eerst van hem gescheiden Ja, mevrouw. Zoolang mij heugt zijn wij voor elkaar alles geweest. Dan verwondert het mij niet dat gij be droefd zijt. Het valt hard te scheiden van hem, dien men lief heeft en Eugenie Mixtome zuchtte diep. Hebt gij, sedert gy hier zijt, nog iets van uwen vader gehoord Neen, mevrouw maar ik verwacht spoedig eenen brief. De trekken van haar gelaat toonden zulk eenen hevigen kommer, dat mevrouw Mix tome er diep door goroerd werd. Zij kon ■iet vermoeden, dat dit meisje hare doch ter was, wijl zij deze dood waande en toch voelde zij zich tot Sofie aangetrokken met eene teederheid, welke zij niet kon verklaren. Gij hebt mij nog niets van uwen vader verteld, zegde zij. Ik zou zoo gaarne willen, dat gij meer voor mij werd dan eene gezel schapsjuffer. Deel mij iets van uwen vader mede, Sofie. Als ik mij niet vergis is uwe moeder reeds lang dood Ik heb mijne moeder nooit gekend. Hebt gij geene blpedverwanten in Frankrijk Geene die mij kennen. En werd gij in Griekenland groot ge. bracht Ja. Vergeef my, mijn kind, maar ik ver- maar dat er op ons streek door een wel- weter, na veel studie en zoeken, van dit jaar is gevonden geweest, 't is dat het kopotsulfaat, de blauwe aluin, de roode striepen maakt in sommige aardappels met roode pel Weet gij ook dat ge moet opletten van geene aardappels te eten wier loof besproeid is geweest met bor deauschen pap De blauwe aluin is ver gift en dat vergift eaat toch altijd meer of min in de plant en door de plant in het lichaam van deu mensch. Dat heeft eeu doctor gezegd volgens dat het schijnt. Jammer als dat waar is, dat die doctor zijne scheikunde eu levensleer vergeten heeft, en niet meer weet dat de blauwe aluin met kalkmeel in aanraking ge bracht, omgezet wordt in koperwater- oxyde en kalksulfaat, dat er bijgevolg geene spraak is van blauwen aluin op do aardappels te brengen. Jammer dat hij niet meer weet dat de planten die ver gift innemen zooals schadelijke koper zouten, ziek worden en sterven, hetgene hier hoegenaamd het geval niet is, aan gezien de besproeide aardappelstruiken langer iu leven blijven dan de niet be sproeide jammer dat hij zoo bliksems weinig menschen te meesteren gehad heeft die vergeven waren van aardappels te eten Die prullen daargelaten, ziehier den welsprekenden uitslag van eene proeve die wij gedaan hebben. Wij hebben eene partij aardappels (asperscbe) een eerste maal besproeid als de aardappels in de botte kwamen. In het midden der partij hebben wij eene breede streek overgehouden zonder be sproeiing. De gansche overige opper vlakte wierd regelmatig besproeid met welbereiden pap, waarvan men een hec toliter per honderd lauds toediende. Drie weken later wierd de partij aardappels eene tweede maal besproeid op dezelde manier, alzoo nogthans dat men benevens de streep die de eerste maal niet be sproeid was geweest, nog een tweede streep uithield, dewelke beide strepen in de besproeiing niets ontvingen. Op die wijze hadden wij in de partij aardappeleu: 1" een deel dat tweemaal was besproeid geweest; 2° een deel dat eenmaal was besproeid geweest 3° een deel dat volstrekt niet was be sproeid geweest. De aardappels die niet besproeid ge weest waren vielen eerst dood. Deze die besproeid geweest waren bewaarden hunne groeze drij weken langer, dan be zweken deze die éénmaal hadden be sproeid geweest, deze die tweemaal waren besproeid geweest hielden het langst uit. Dit was een goed voorteeken. Als de aardappels over geheel de op pervlakte omtrent rijp waren, zijn wij met getuigen, naar de partij gegaan, en wij hebben daar volgens de begeerte en de plaats aangewezen door de getuigen, in de drij deelen van de partij verscbil- lige reken van 12 opeen volgende struiken laten uitkappen eu in geteekende zakken inzamelen, op zulke wijze dat wij iu ver schillige reken vau 12 struiken der aard- moed, dat uw vader verliezen bi die hem dwongen naar het buitenland te trekken. Ik wil mij niet in uwe zaken drin gen, maar als ik iets doen kan voor uwen vader, zal het mij aangenaam zijn. Ik heb veel invloed en myn broeder, de hertog van Montfa9on, zou hem eene landbetrekking kunnen bezorgen. Gij zijtzeer goed, mevrouw, zegde Sofie, op smartelijken toon maar mijn vader zal nooit naar Frankrijk terugkeeren of er moest hem een groot geluk te beurt vallen. Het overlijden van eenen bloedverwant, van wien uw vader hoopt te erven misschien vroeg mevrouw. Gij behoeft niet te antwoor den, Sofie, ik kan wachten totdat gij mij uw vertrouwen wilt schenken. Maar denk over myn aanbod na en meld het uwen vader. Gelijkt gij op uwen vader Ja, maar ik gelijk ook op mijne moeder, antwoordde Sofie kalm, ofschoon zij al hare krachtan noodig had, om bedaard te blijven. Uw vader moet een Btatig man zijn, her nam mevrouw uitvorschend. Gelijken uwe oogen op de zijne Zij zijn eveneens blauw, antwoordde het meisje voorzichtig, en hij is even goed als edel. Het verwondert mijdat gij hem hebt -kunnen verlaten. Gij zijt immers zijn eenig kind Ons huis werd door de roovers in brand appels die niet waren besproeid geweest, in verschillige andere zakken de op brengst van verschillige reken van 12 struiken der aardappels die éénmaal wa- reD besproeid geweest en idem voor deze die tweemaal waren besproeid geweest. Wij zijn dan onze verschillige opbrengs ten nauwkeurig gaan wegen na iedere hoeveelheid aardappels verscheidene ma len herraapt te hebben om ze goed te zuiveren van alle aanklevende aarde. Ziehier de uitslag. Gemiddeld bekwamen wij per ^strui ken aardappels niet besproeid 8 kilogr. knollen; Gemiddeld bekwamen wij per ^strui ken aardappels éénmaal besproeid 10 kil. knollen; Gemiddeld bekwamen wij per 12 strui ken aan lappels tweemaal besproeid 11 kil. knollen. Het getal aardappelen was overal na genoeg 't zelfde, maar de knollen voort komend*) van de besproeide perceelen waren oogenschouwelijk grooter. Onze aardappels nu waren geplant in reken die 67 centimeters tussc.honruimte haddon, en in de reken waren zij geplant op 40 centimeters afstand, op die wijze hoeft men per hectaar 100000,268 =1 37313 struiken. Dat is 37313 12 3109,4 reken van twaalf struiken. Zonder besproeien bekwamen wij dan berekend per hectaar 3109,4 x 8 r 24875 kilogrammen aardappels Emmaal besproeid 3109,4 x 10 z 31094 kil. aardappels; Tweemaal besproeid '3109,4 x 11 l 34203 kil. aardappels Verschil in opbrengst per hectare tus- eenmaal besproeide of niet besproeide aardappels: 31094 24875 6219 kil., zegge: zes duizend tweo honderd en negen tien kilogrammen. Verschil iu opbrengst per hectare tus- schen tweemaal besproeide of niet be sproeide aardappels 34203 24875 9328 kil., zegge negen duizend drie honderd acht en twiu- kilogr. Verschil in opbrengst per hectare tus schen eenmaal en tweemaal besproeide aardappels 9328 6219 3109 kil., zegge drij duizend honderd en negen kilogrammen. De landbouwers kennen genoeg den prijs van de aardappels, dat ze nu maar eeu rekenen en besluiten. Stedelijke Werkbeurs van Aalst. Worden gevraagd 1 stokerleerjongens van 14 tot 15 jaren voor alle werk. Vragen werk Een jongeling van zeer goed gedrag, kennendo de Vlaamschc en Franscbe talen, vraagt plaats als bediende in werk huis of fabriek 1 koetsier 1 voerman daglooners en fabriekwerkers. gestoken en de hoofdman had gezworen mij te ontvoeren daarom was ik daar niet veilig en deed mijn vader het voorstel mij naar Frankrijk te laten gaan. Het viel hem hard zijne toestemming te moeten geven, maar hij zag in dat 't zoo het beste was. Graaf Beaucourt had niet lang geleden een gevaarlijk avontuur met eenen Griek- sehen bandiet, zegde Eugenie. Hij werd ge- ruimen tijd gevangen gehouden en lag daarna vele maanden ziek in de hut van eenen wijn gaardenier. Hoe heette uw vervolger Leondari. Zoo heet ook hy, die graaf Beaucourt gevangen nam. Gij moet er met den graaf eens over spreken. Meer dan eens had Sofie willen zeggen, dat zij den graaf in Griekenland reeds had leeren kennen. Het scheen haar onbillijk toe deze kennismaking aau hare moeder te verbergen. Het bekend worden van hare verhouding tot graaf Beaucourt kon voor haren vader niet gevaarlijk zijn. Haar gelaat was gloeiend rood toon zij vroeg llebt gij de geschiedenis van graaf Beau court vernomen Zeker, hij vertelde ze mij zelf. Ik weet van de wreedheid van Leondari eu hoe een Grieksch meisje hem redde. De graaf moet zijn hart aan dit meisje verloren hebben. Hij bleef drie maanden in haar huis, waar hij ziek lag. Zelden of nooit werd op den buiten eene kerkelijke plechtigheid met evenveel luister gevierd als deze van verleden maandag. Do middeleeuwsche abdij is uit bare puinen heropgerezen op hot grensgescheid van Meldert in Vlaanderen, eu Hekelgem in Brabant, eu het zijn deze twee gemeenten die gewedieverd hebben om op prachtige wijze bet wonderbeeld van O. L. Vr. van Vrede iu te balen eu op hare oude zuil te herplaatsen. De geschiedenis van O. L. V. van Affli gem is wereldbeken I, thans zooverre als ooit de groote naam beeft geklonken van den II. Bernanlus, dien zij begroette met de woorden Salve, Bernardo De laat ste Groot-Pre voost van Affligem, Dom Beda Begaus, liet, onder andere, de vol gende getuigenis na Het beeld stond - in den kloosterpand op zijne voetzuil, doch werd er afgerukt door de geuzen a inden winter vau 1580en brak in twee stukken, buiten de hoofden die men nooit terugvond. In 1606 werden de twee stukken overgevoerd naar Mocho- 8 leu, en men beitelde twee andere beel- - den eruit, terwijl onze Paters tot het laatste splinterkeu zorgvuldig opraap- ten en bewaarden.... Hetgeen ik be- n vestig, Beda, proost van Affligem, - 1802.- Zoo stond Beda Regaus aan het hoofd van het klooster, toen, in November 1796, de Frausche omwentelaars er in vielen en de monniken verdreven. De vrome grijsaard bekreuude zich weinig om schatten en kerksieraden hij ontvluchtte met zijn geliefd en vereerd Mariabeeld, en werd liefderijk ontvangen ten huize van M. BeDedikt-Eramauuël De Witte, Griffier der schepenenbank vaa Affligem. Ilij stierf aldaar iu 1808, op zijne negen tig jaren, en werd begraven op het kerk hof van Hekelgem. Zijne gedachteuis en zyn grafzerk verdienen toch ook wel eene toekomstige aardsche vereering Ziedaar waarom de plechtige stoet Maandag raorgend vergaderde aau den voet van den Boekboutberg, en het mira- kuleus beeld afhaalde aan het hof De Witte, waar het lang verscholen bleef. Korts na negen uren kwam Zijne Emi nentie, de Kardinaal Aartsbisschop Goos- sens, op den steenweg toegereden en werd verwelkomd door den Z. E. Abt van Affligem, in eene treffende rede begin nende en eindigende met de bijbelwoor den - Ingredere, Benedicte Domini Kom binnen, zij welkom, gezegende des Heeren Na een gevoelig antwoord van Zijne Doorluchtigheid treed dc stoet in optocht. Tijd en plaats ontbreken ons om dien o verheerlijken historischen en godsdien- stigen stoet te beschrijveu. Zeggen wij ter loops dat vier groepen waren ingericht door de Parochie van Meldert, een twintigtal door de Parochie van Hekelgem, terwijl de anderë uit de Geestelijkheid bestonden. Dry muziek maatschappijen van Hekelgem eu Mel dert lieten beurtelings hunne triomf- toonen hooren. De Geestelijkheid was buitengewoon talrijk; na de Priesters van den omtrek en de gansche Kloosterge- meento van Affligem, volgden de Zeer Eerw. Prior dor Trappisten van West- malle, de Prelaten vau Bornhera, van de orde der Bernardijnen, van Grimbergen, der orde van de Norbertijnen, Dom Ge rard van Caloen, van het sticht van Mare Isons, tijdelijk teruggekeerd uit Braziilë, de gemiiterdo abten vau Affli gem, vau Merckelbeke en Steenebrugge, en eiudelijk Z. E. de Kardinaal, Aarts bisschop van Mechelen, ouder den draag hemel. Gedurende deu ganschen door tocht liet Zijue Erainentio zyn genoegen blijken over de smakelijke versiering der straten, tie praalbogens, en de ontelbare jaarschriften tot aan den gevel der nede rigste boerenwoning. Hekelgem en Mel dert halen eer van hun werk 1 Do plechtigheid in de kerk was niet min indrukwekkend. De pontifikalo Mis werd gezongen door den Z. E. Prelaat van Affligem, Dom Gothardus Hcigl. Na het evangelie werd de kansol beklommen door den Z. E. Prelaat van Bornhera, dio iu zalvende woorden den lof verkondigde van O. L: V. van Vrede on haren groo- ten dienaar den H. Bernardus. De bidstoelen waren uit de kerk ge weerd en de kinderen afgewezen op die wijze verdrong zich aldaar eeue meuigte van ougeveer drij duizend man, zelfs de f plaats niet vindende am te knielen en niettemin bleven de grootste stilte en j godsvrucht or heerschen. Een evengroot getal kon de abdijkerk niet binnen. Na de inzegening der melkerij van Affligem door den Kardinaal-Aartsbis schop, vergaderden de genoodigdon, te getalle van meer dan honderd, aan een gastmaal in deu praebtigen ruimen refter, boven welks ingangdeur dees chronicon prijkte Jubelt allen 't Heilig Lieve- Vrouwbeeld is hier wéér in Affligem I Nu dat hot wonderbeeld, getuige van den roem en den rampspoed dor abdij, in zijnen ouden luister is hersteld door den Kardinaal-Primaat van België, moge men ook er aan denkeu om toekomeude jaar de martelaars van den boerenkrijg te verbeerlijkeu, waaronder or vijf hun leven ten beste gaven voor de verdediging an het eeuwenoud klooster 1 Men viere tevens de gedachtenis van Dom Beda Regaus, niet met eene Rouwmis, maar wel met eene Mis van Gloria en een al- lerplechtigt Te Deum I dienstdoende ApothekersZondag 30 October, Mr Bonner, Bisschopstraat. Diinsdag 1 November, Mr Ghysse- "ékx, Molenstraat. Sofie kleurde nog meer. Mevrouw Mixtome zegde zij beslist, het Grieksche meisje dat graaf Beaucourt be vrijdde, was ik. Gy Ja, mevrouw. En graaf Beaucourt ver bleef niet in de hut van eenen wijngaarde nier, maar in het huis mijns vaders. Unze dienaren verpleegden hem. Dat had ik niet gedachtriep mevrouw verbaasd. Ik had het u reeds vroeger gezegd, maar de gelegenheid daartoe ontbrak mij, sprak Sofie ook wist ik zelf nog niet wat ik doen zou. En gij zijt het Grieksche meisje van wie ik zooveel gehoord heb vervolgde mevrouw. Hebt gij mij alles gezegd Neen niet alles, antwoordde Sofie, de oogen neerslaande. De graaf was mij genegen en wilde mij trouwen, maar mijn vader wei gerde zijne toestemming te geven en daar bleef het bij. Toen ik naar Frankrijk kwam, dacht ik niet den graaf te zullen ontmoeten. Ik geloof u. Welk een zonderling avon tuur. Ik heb nooit vermoeddat gij den graaf vroeger had gezien, maar nu verwonder ik er mij niet meer over. Hoe kou ik zoo blind zijn. Is het huwelijk uitgesteld Het is onmogelijk mevrouw, of zooals ik zegde, mijn vader moet weêr naar Frankrijk komen. Ik ben met graaf Beaucourt niet ver loofd. line! Ik keu hem genoeg om te weten, dat wanueer hij eenmaal bemint, hy voor altyd bemint. Ik ken hem als een voorbeeld van eerlijkheid en als de waardige vertegenwoor diger van een groot en voornaam huis en het zou mij genoegen doen n van dienst te kan nen zijn. Wem oprecht tegen mij, Sofie. Staat uwe kleine fortuin het huwelijk in den weg Neen, geheel iets anders riep Sofie hartstochtelijk. Gij kunt mij niet helpen, me vrouw. God alleen kan ons hulp verschaffen. Zelfs alB mijn vader zijne toestemming gaf, zou ik graaf Beaucourt niet kunnen trouwen. En toch bemiut gij hem Uet meisje boog het hoofd. Daar schuilt een geheim achter, dacht mevrouw Mixtome. Wat zon het zyn Hare belangstelling voor beiden was opge wekt. Zij besloot graaf Beaucourt er over te spreken en als het mogelijk was, licht te brengen in deze duistere zaak. Het verheugt my, dat gij my dit hebt medegedeeld, zegde zij ernstig. Het is niet meer dan billijk, dat ik er van onderricht ben, maar anderen bohoeven niet te weten dat gij de Griekin zijt, die den graaf hebt gered. Alles zal goed komen, laat den moed niet zinken, Sofie, en vertrouw op de Voor zienigheid. (WORDT VOORTGEZET).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1898 | | pagina 1