1. Donderdag 10 November 1898. 5 centiemen per nummer. 54ste Jaar 5512 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. I GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Catholieke N, heerschappij. VERLOREN EER 't Mos op de fruitboomen. DE DENDERBOD Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder agteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week oor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes jaanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving jndigt met 31 December. De onkosten der kwHantiën door de Post ont togen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31, 0 in alle Postkantoren des band vJ'O. Guique auum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse cp 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den (iijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Buret la van dit blad T, ,oper- mizen ipsuls onder hij de Aalst, 9 November 1898. Reeds veertien jaren, roepen de lihe- alen, zitten de catholieken aan 't bestuur es lands om hot naar den afgrond te oeren. Maar onze liberalen wachten zich wel •enig konteeken aan te wijzen dat getuigt lat wij den voorspelden afgrond of onder- ang naderen. Zelfs ontwaren bij geen enkel onzer indgeiioton de gejaagdheid, de onrust, ie koortsachtige bedrijvigheid welke de rees van een nakend te duchten onheil nboezemd. Integendeel, al wat wij zien en bemer- en, bewijst dat de opperste belangen es volks onder zedelijk en stoffelijk op- icht, dat onze nationale instellingen op •aste gronden berusten dat do verschil- ige openbare machten ontzag en eerbied erwekken en ze verdienen dat de open- iare welvaart der vcrscbillige standen en lijzoudei lijk die dor werklieden meer en meer behartigd wordt in andere woor- len, dat ons maatschappelijk en politiek even getuigt van vreedzame ontwikkeling Bn gedurigen vooruitgang. België geniet ook de achting, de toege negenheid der andere natiën van Europa. Dikwerf bemerkt men in de vreemde lrukpers lofartikels hoogst vleieiid voor onze Dationale fierheid. En op de Congressen welke in de laat ste tyden hier te lande werden gehou- len, gaven de uitstekendste geleerden, kunstenaars en staatsmannen enz. menig maal ondubbelzinnige blijken der waar- ieering welke zij onzen staatsmannen, kunst- en letterbeoefenaars toewijden. Geen enkel dezer heeren heeft een woord gezegd of geschreven waaruit af te leiden zou zijn dat het verstandelijke peil onzer bevolking zou gedaald zijn, sedert dat het vrye onderwijs zich meer en meer ontwikkelt. Integendeel, allen hebben kunnen bestatigen dat België onder de eatholieke heerschappij, onder opzicht van stoffelijke welvaart, van zedelijke ontwikkeling en van vooruitgang van allen aard, verre boven het België van vóór 1884 is, 't is te zeggen, teD tyde der liberale heerschappij. Velen dier congresleden waren libe ralen, protestanten, joden, vrijdenkers welke in hunne dagbladen weinig goeds hadden vernomen over het Belgische cat- holiek Bestier. ten verhaal naar het hoogduitscb. Als gij morgen komt znlt gy de raderen weêr hooren klapperen, hernam zij bits. Maalt gij alleen voor loon vraagde Isaac. Tot dusverre ja, maar mijn man wil nu zijn eigen graan malen en het meel verkoo- pen hij meent daarbij betere zaken te zullen doen. Hebt gij het gehoord, Isaac vraagde de oude vergenoegd, de acht duizend mud Als zij er zijn merkte de jonkman droog aan. Hij zal ze ons toonen. O, hij is een eer lijk man. Ik vrees, dat de zaken, die gij met mij nen man doen wilt, niet naar zijnen zin zul len wezen wenddo Dora zich tot den ban kier. Och wat noemt gij niet naar den zin antwoordde de oude bedaard, terwyl hij achteloos met zijn lorgnet speelde. Zaken zijn zaken, mejuffrouw, en elke zaak heeft hare zorgen. Is mijn man u geld schuldig Hm... ja, maar wij hebben dekking. Maar des te boter hebben ze kunnen bestatigen en oordeelen hoe kleingeestig de liberalen zijn in hunne beknibbelingen der daden en van het streven hunner tegenstrevers. Nu wij hebben de overtuiging dat die kleingeestige beknibbelingen en de hate lijke aanvallen tegen onze Staatsmannen aan de blauwen, rooden en groeueu meer nadeel dan voordeel moet berokkenen. Een huiselijk tooneeltje in het Vaticaan. Op O. H. Hemelvaartdag deden twee achternichtjes van Leo XIII, Gabriello en Agnesina, hare eerste H. Cpmmuuie in de huiskapel van Z. H. Dien zelfden dag diende de Paus aan hun broertje Stanis las het Vormsel toe. De kinderen waren vergezeld van hun ne ouders,graaf en gravin Pecci, hunne grootmoeder schoonzuster des Pausen, mevr. de Monteynard, en de eerw. Moe der van het pensionaat, waar do nichtjes van Z. H. worden opgeleid. Na de Mis waarin de beide meisjes voor de eerste maal tot de H. Tafel na derden, zette de H. Vader zich neer en beval ook den aanwezigen neer te zitten; dan nam hij zijn achterneefje, slechts zes jaren oud, op de knieën, en hem vrien delijk strcclend, maakte hij zich gereed hem het H. Vormsel toe te dienen. - Maar, mijn kind, zeg eerst het Credo op. Het Credo opzeggen in het Latijn, als men slechts zes jaren telt, is voorwaar geen gemakkelijke taak. Een der aanwe zigen zegde den kleinen eenige woorden voor, de jongen herhaalde ze en weldra was de moeilijkheid overwonnen. Aan stonds begon de H. Vader het Paternu was het vroolijke jongske in zijn clement, en met triomfante stem trotsch op zijne kennis, sprak ook het Pater uit en bood het van onschuld stralend voorhoofd tot de zalving, die den volmaakten Christen maakt. Na afloop begaf men zich naar de eet zaal. Op dit oogenblik merkte Mgr Mar- zollini op, dat Hij vergeten had, den klei nen vormeling den liturgischen kaakslag toe te dienen. - O, des te beter 1 riep de kleine uit, die zich gereed maakte het pontificaal ontbijt eer aan te doen. (De aangestipte weglating maakte het H. Sacrament niet ongeldig). Eenige oogenblikken later liet Z. H. waarschuwen, dat Hij ter ontvangst ge reed was. De kleine groep begaf zich naar eene zaal, grenzend aan het studeerver- Dat versta ik niot. Wij weten dat hij ons zal betalen, wat hij ons schuldig is. Is het eene groote som De bankier glimlachte veelbeteekenend. Weet ik, wat gij een groote som noemt hernam hij met diplomatische terughoudend heid. Als ik u zeg dat bij de schnld met eene enkele pennenstreek betalen kan... Isaac, haal mij een glas water. - Ik zal het voor u balen, zegde Dora, die niet eens bemerkte, dat de jouge heer vol strekt geen aanstalten maakte om aan het verzoek zijns vaders te voldoen. - De vrouw zou alles voor ons kunnen bederven, fluisterde de oude, zoodra hij uiet zijn zoon alleen was. Zij wil ons uithooren zeg niets, wees op uwe hoede als wij met hem alleen zijn zullen wij hem dwingen, het stnk te onderteekenen. Hij is oen hooghar tige, een trotsche man, wij moeten hem aan tasten in zijne eer, dan hebben wij hem zeker. Maar de vrouw iB slim en bedaard zij mager niet bij tegenwoordig zijn. Isaac beet nadenkend op zijne nagels. Wat gaan haar onze zaken aan ant woordde hij geërgerd. Als de man niet onder hare pantoffel staat, dan zal hy wel zorgen, dat zij niet te weten komt, hoeveel hij ons schuldig is. Maar zoo hij het stak onderteekent, zal hij zeggen dat zyne vrouw het moet weten. trek van Z. H. en daar ontrolde zich een aardig familietooneel. Allen zijn gezeten. De II. Vader roept zijn neefje tot zich en slaat hem den eenen arm om den hals. Voor hem staan zijne twee nichtjes. Wel, kinderen, gij hebt zeker wel een versje geleerd Laat eens hooren. Gabriella begint, en Agnesina volgt het voorbeeld harer zuster na; do twee stukjes worden met volmaakte kalmte opgezegd. Bij tusscbenpoozeu onderbrak do H. Vader haar. Welnu, wat zegt gij er van, Sta nislas vindt go het geen schoou vers Dan neemt de H. Vader het woord en spreekt over de eerste Communie, over dien schoouon dag, waarvan zoo meuig- maal het gausche leven afhangt; Hij her haalde het bekende woord vau Napoleon I en vervolgde Ik heb mijn eerste H. Communie gedaan nu reeds zeven en 2eventig jaren geleden. Ik was toen te Viterbo bij de Paters Jesuiëten. Hoort gij wel, Stanislas vermaande de jeugdige moeder, de H. Vader ging toen ook op school. Ja, vervolgde Z. H. lachend, maar, weet, gij, toen was ik elf jaren oud; en gij Stanislas, hoe oud zijt gij nu Ik ben zes jaren. Nu gij ziet, dat, wij dan nog veel tijd voor ons bobben. Ik was toen te Vi terbo men denkt er nog aan, men wilde de kerk restaureeren, waar ik mijne eer ste Communie gedaaD heb. Waar is het ook weer Ik meende, dat het daar lag. Eu haastig opstaande, begaf hij zich naar zijn studeervertrek eu verscheen wederom, ecu boek iu de hand houdende.- Zie, mijn kind, wat een aardige plaathet is mijn beeltenis, terwijl ik mijne eerste H. Communie deed, nu 77 jaren geleden. Hoe gelukkig gevoelen wij ons, hei lige Vader, hernam nu de jeugdige gravin, dat uwe gezondheid steeds zoo voorspoe dig blijft. Ja, ik gevoel mij zeer wel; ik lijd aan geen enkel der gebreken van den ouderdom, ik kan nog goed gaan, mijn verstand blijft helder, het is waarlijk eene groote genade van de Voorzienig heid; de gebeden dor goede :geloovigen ondersteunen mij blijkbaar. Eu toch, zie eens welk leven ik leid; iederen dag be steed ik zestien uren aan den arbeid en aan ontvangsten, des nachts slaap ik nauwelijks twee uren en dit duurt nu reeds twintig jaren zoo. Twintig jaren opgesloten Wat zoudt gij doen, Sta nislas, indien men u twintig jaren lang opsloot Hij kan het haar later meêdeelen, als het geschied is. En als hij niet wil Dan laten wij beslag leggen op zijne roerende en onroerende goederen, dan.... Stil, daar komt de vrouw Dora keerde terug. Zij reikte den bankier het glas toe hij raakte er nauwelijks met de lippen aan en zette het toen weêr aan tafel. Hebt gij in het geheel geenen knecht vraagde hij na een poos. Wy hadden er tot dusverre slechts eenen mijn man heeft hem uit zijnen dienBt gejaagd, omdat hij onbeschaamd was, ant. woord de Dora, die hare inwendige onrust met moeite meer bedwingen kon Aha staat daarom de molen stil zegde Isaac met een kwaadaardigen lach om de dikke lippen. Uit de vlammende oogen der jonge vrouw trof hem een toornige blik, dien hij echter niet zag, want het pluimgedierte op het erf scheen zijne gansche aandacht te boeien. En al was dit nu zoo vraagde Dora scherp. Wij kunnen knechts genoeg krijgen en als de molen stilstaat, verliest mijn man er alleen geld hij. De jonge heer krulde verachtelijk de lip pen, maar zijn vader gaf hem ter Bluiks een duw in de zijde. Bij den God van Abraham, wat gaat het ons aan 'i merkte de bankier bedaard Wel, ik zou wachten tot men mij weer losliet 1 Ja, dat doe ik ook, voegde de H. Vader er glimlachend aan toe. Laat ons hopen, hernam de gravin, dat dit twintigste jaar het jaar uwer be vrijding moge zijn, H. Vader. Ja want deze toestand is onhoud baar; hij kan niet lang meer duren. Zie ook eens al die revoluties 1 Er wordt ge zegd, dat de honger ze in het leven geroe pen heeftde eigeutlijke oorzaak echter is, dat het volk van den godsdienst wordt vervreemd. Dan komt het tot opstand. Het is noodzakelijk, dat bet volk een nieuw leven worde ingestort, en dat het meer tot God nadere. Alleen de Paus kan dit doen, waut hij is de voornaamste grondslag van vereeniging en vau kracht; maar daarvoor moet hij vrij zijn, en dat ben ik niet Hierna stelde de Paus aan ieder der drie kinderen een zijner portretten ter hand en zegende op bijzondere wijze de aanwezigen, die van deze gebeurtenis eene onvergankelijke herinnering met zich namen. Sedert eenige jaren,''heeft men talrijke fruitboomen geplant, eu heden is er geen boomgaard, die niet eenige appelboomen van dezen of geenen vorm heeft. Vele dier hoornen wordou zonder ge noegzame zorg, in een vochtigen, kiezel- of kleigrond geplant; toch worden er ook een aantal in behoorlyke voorwaarden in de aarde gezet. Welnu, bezoekt die boomgaarden of tuinen, wanneer de boomon, die er in den eersten tijd goed uitzagen, eenige jaren oud zijn. Huu treurige aanblik zal u treffen; waut over het algemeen zult gij maar schrale, verneuteldo boomon meer vindcu, die nog ter nauwernood snoei- bout genoeg hebben en veelal maar kleine, gevlekte en mismaakte vruchten geven. Somwijlen echter snoeit de eige naar van den boomgaard zoo goed bij maar kan, mest en verpleegt bij zijne boom op behoorlijke wijze; van waar komt dan het kwaad VaD het mos, waaronder talloos onge dierte schuilt, dat even als het mos zelf ten koste van den boom leeft, en aldus de hoofdoorzaak van het verkwijnen des booms wordt, die ziekten op ziekten krijgt en eindelijk vroegtijdig sterft. Het kwaad is dus gevonden; ook het heelmiddel is gemakkelijk genoeg; maar men maakt er een gebruik van. Laat ons er thans nogmaals de aaudacht op ves tigen. aan. Ik wenachte maar dat nw man kwam wij hebben niet veel tijd. Dit was ook Dora's vurigste wensch, het onderhoud nam voor haar een steeds meer pijnlijke wending. De oude lieer haalde een zwaar gouden horlogio uit en hield het zijn zoon voor de oogen, die zwijgend knikte vervolgens liep hij de kamer langzaam op en neer, terwijl Isaac onverpoosd naar het pluimgedierte zag. Dora verontschuldigde zich met huiselijke bezigheden en ging heen, hetwelk beide hee ren blijkbaar lichter deed ademen. Zij is een slimme vrouw sprak de ban kier. bedenkelijk het hoofd schuddende. Pas op, Isaac, dat wij het met haar niet te kwaad krijgen. Wij hebben alleen met hem te maken, viel Isaac driftig uit. Wij zeggen eenvoudig tot hein Wij willen het zoo en niet anders en hij zal het doen. De oude kuikte toestemmend. Hij zal huis en hof en de acht duizend mudden koren bovendien op ons overschrij ven ging de jonge man voort. Als hij ze heeft. Ja, als hij ze heeftEn heeft hij ze niet, dan heeft hij ons belogen en bedrogen, en wij zullen korto nietten met hem maken. Bijna op hetzelfde oogenblik kwam de mul der binnen hij wist reeds wie er op hem wachtte on zyne opgewondenheid moest bei- Zet u, zooveel doenlijk, met het einde van den winter of in het begin van de lente, aan het ontmossen uwer boomen; want dan is 't dasrvoor de guustigste tijd. Schrab vooreerst de boomstammen ter dege af, om aide slechte schors te doen verdwijnen; reinig goed de wonden, de verzweringen wrijf met een berken bezem het meeste mos af en bestrijk dan alle deelen des booms, zonder de botten aan te raken, met een verfborstel dien gy zult gedopt hebben in oen mengsel van geblusebtc kalk en ODgebluschte aich, aangelegd met aal of mestwater. Het vocht dat gij aldus, tot tegen den grond, op uwen boom zult gestreken heb ben, zal er eenigen tijd blijven aanplak ken, om vervolgens langzamerhand af te schilferen en door den regen naar omlaag gespoeld te wonen. Dan zal de boom eeno effene, versche schors hebben, zonder mos en dus zonder ongedierte. Bovendien zal die behandeling uwen boom niet alleen gereinigd hebben de gebruikte vloeistof zal tevens dienst doen als mest en aan den boom nieuwe kracht geven zij zal hem verder tegen winter vorst cn zomergloed beschermen én voor den ondergang bewaard hebben. Reizende geiten. Dezen zomer zag men in Brugge en in nog andere steden vau Wost-Vlaauderen kleine kud den van zwarte gehoornde geiten, welke op het geluid van een klein fluitje gehoor zaamden en de straten rond geleid wer den om voor do deur der liefhebbers gemolkeu te worden. Do dieren zijn afkomstig uit de Pyre- neën. Zij worden, zoo schreef do Landman, ieder voorjaar door hare herders of pas~ tears, gelijk men deze noemt in de taal der streek, geleid naar het Noorden van Frankrijk, naar België en Nederland en in het huidige tijdstip, begin van deu herfst brengt men ze naar haar geboorteland terug, hetwelk op eene gansch eigenaardige wijze geschiedt Langs vast bepaalde en altijd dezelfde wegen stellen zich dè afzonderlijke kud den in gang, vereenigen zich langzamer hand ook op bepaalde plaatsen en eindi gen met in de nabijheid van Parijs eene verzameling te vormen van verscheidene duizende dieren. Aldaar worden zij in bijzondere spoor treinen opgeladen tot aan de stad Bor deaux waar men zo wedor uitlaadt Iedere pasteur zijne dieren herkenten ze,weder om bij afzonderlijke hoopjes, naar huis leidt. Zes wintermaanden worden in de Pyre- neën doorgebracht cn daarna begint weder de tocht naar het Noorden. den verraden, dat hnn bezoek hem niet aan genaam was. Ik zou morgen bij n gekomen zijn, zegde hij op een toon, die niets minder dan hoffelijk was, nadat hij den groet zijner gasten beant. woord had, dat gij eergisteren te vergeefs op mij hebt moeten wachten, spijt mij, maar ik denk, dat mijn wegblijven door den dood mijner schoonmoeder genoegzaam veront schuldigd is. - Is het u onaangenaam dat wy naar bui ten gekomen zijn vraagde de bankier, ter wijl hij een wantrouwenden blik op de deur wierp. Wij hebheu niet geweten, waarom gij niet gekomen zyt.... En toen vreesdet gy, dat ik in het ge heel niet komen zon De oude heer schudde afkeurend het hoofd. Ik heb altijd gezegd Peter Hagen is een eerlijk man, hij zal zijne schuld betalen tot den laatsten penning, verzekerde hy. Dat zal ik gelooven zoo lang tot men mij bewijst, dat ik gedwaald heb, maar dit bewijs zal my niemand kunnen leveren Deze betuigiug scheen den mulder niet ge rust te stellen zijn blik zweefde onderzoe kend van den zoon op den vader en van dezen weêr op den zoon. Eindelijk noodigde hij beiden met een gebaar uit, om plaats te nomen. (WORDT VOORTGEZET).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1898 | | pagina 1