fff Zondag 13 November 1808. o centiemen per nummer. 34ste Jaar 3313. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Eene ongelukkige kwaal. Iets voor de ouders De Moordenaar? Landbouw. Nieuwe veroordeeling der Donchisterij Boum Boum Boum DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, ondör dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwilantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Land. Guique «uum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Keklamen fr. 1,00 Vonnisse cp 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 12 November 1898. De kriztelijke leering is de grooteschool ■van den eerbied, heeft eens een Fransche schrijver, de protestant Guizot, gezegd.Hij wilde door die taal hulde brengen aan den katholieken geest van goedwillige onderwerping aan de Overheid. Guizot stelde een daadzaak vast. Die groote geleerde wist, bij ondervinding, hoe zeer het liberalism al de driften van 's menschen hert lossnoert en bijzonder hoe zeer de eigenliefde er door wordt ontwikkeld, die geen enkel gezag boven zich duldt noch eerbiedigt. Van dien verderfelijken wasom zijn de katholieke familien lang bevrijd gebleven; nochtans met een pijnlijk gevoel moeten wij vaststellen dat die liberale ziekte, de geest van opstand en onafhankelijkheid meer en meer zijnen rampzaligen invloed doet gevoelen. In een wel doordacht artikel heeft Het Vaderland van Leuven in zijn nr van zondag 11. de vinger op de kwaal gelegd. Wij willen daarover ook eenige bemer kingen schrijven. Geven wij echter eerst het artikel, in 't lange en in 't breed. Wij zullen daarna onze beurt hebben. Dat schrijven is getiteld en luidt als volgt Deze spreuk Iets voor de ouders is wel wat algemeen doch er steekt veel waarheid in en, nu de scholen weerom open slaan, dienden de ouders, zoo bur gerij als werkersklas, die eens in gemoede te overwegen. Gij zegt, dat het gezag te niet gaat. Ouders klagen, dat hunne zestien, twin tigjarige kinderen alle vermauing in den wind slaan meesters, dat knecht en dienstmeid hun boven den kop wassen; onderwijzers, dat de schoolbengels hun het haar uit het hoofd trokkcu. Het zij zoo 1 Laten wij al maar alle an dere klachten ter zijde.... Waar ligt echter de eerste oorzaak, dik wijls de verborgen oorzaak voor oogen die niet zien willen, meermaals de eenige oorzaak zelfs van een sleep van kwalen Zij ligt in de eerste opvoeding rond den heerdop den schoot der moeder Ja. en dit is zoo Onze burgerskinderen worden heden daags, over bet algemeen te delicaat, al te teertjes opgebrachten dit is voorna melijk het geval in de stad, het wordt, eilaasook waarheid voor den huiten. Daaruit volgt, dat mamma en papa even zeer moeilijk gedoogen dat hunne kinde ren aan 't algemeen regiement eener school onderworpen worden zij aarzelen niet in 't bijwezen der kinderen to zeggen, WIE IS NAAR HET HOOGDUITSCH van EDUABD WAG NEB. 48,u VERVOLG. En zy lijkt zoo sprekend op de Charle- monts, dat ik het niet onmogelijk acht dat zy er van afstamt. Het is zonderling Hebt gy de geljjkeniB niet opgemerkt Dadelijk en mevrouw eveneens. Gij zyt zeker wel jaloersch op haar, Johanna Ik waarom Mevrouw houdt veel van my, Filip, maar ik ben voor haar geen ge zelschap. ik ben te weinig beschaafd dan dat zy belang kan stellen in mijn gesprek. Er is zooveel plaats voor jufvrouw Lepage als voor mij en indien mejuffer aan mevronw bevalt, dan doet bet mij genoegen dat zij bier is. Heeft jufvrouw Lepage bloedverwanten? Haar vader leeft nog. Filip verschrikte. Haar vader riep hij. Er lag iets zoo wouderlij ka in den toon dat dit te streng, datgeen te onredelijk en wellicht ook al een derde punt onnoodig is. En zij begeeren tal van kleine faveurkens; zoo niet, bedrei gen zij de schooloverheid met hunno mis noegdheid, met hunne «colère... Ziet gij van hier welken indruk zulk gedrag op 't gemoed der kindereu maakt Eu ik zwijg van honderd soortgelijke gevallen, waar de ouders niet aarzelen de ouder wijzers, de priesters zeiven te beknibbe len, om hun klein Terusken voor te spreken. Aldus wordt de eerbied voor het gezag bij zijn ontkiemen zelf geknakt... Laat nu de jaren toenemeu en de omstandig heden veranderen, o, indien geeue sterke hand, indien geen wijs beleid het ver keerde zulker ouderlijke opvoeding her stelt; indien de ouders, onnoozel genoeg, voortgaan met door geene andere oogen te zien dan door die eener mis opgevatte ouderliefde, dan is het met dat kind ge daan, het zal nooit begrijpen wat eigen lijk eerbied is voor het gezag. En zulke kindereu worden mannen, worden vrouwen, maken eens de samen leving uit: hoe wilt gij toch daarvan ver hopen, dat zij geestelijk en wereldlijk gezag zullen achten, met overtuiging zul len verdedigen, met die krachtdadigheid, waar beide recht op hebben als zijnde de eerste grondzuilen van het maatschappe lijk bestaan En nu, de wanbegrippen der burgerij vindt ge insgelijks in de werkmansklas eilaas en dikwijls nog met ruwer onbe leefdheid in het werk gesteld, ja, en aan gevoerd en versterkt zoo door de slechte raadgevingen van armoede eu ellende, als door de ordeloosheid in het huishou den en de verleiding van straat cn werk huis. Ouders, vergeet nooit, dat ge, uw ge zag den doodsteek geeft, met het gezag der onderwijzers uwer kinderen te klei- neeren Keurt ge soms de handelwijs der opvoeders uwer kleinen af, zwijgt er toch van iu de tegenwoordigheid der knapen; verontschuldigt dezer snakerijen niet, waar vriend of gebuur er over komt kla gen uwe liefde kan uwe kinderen enge len heeten... maar zegt mij eens, hoeveel engelen zonden er wel op de wereld loopen Ouders, beschouwt den onderwijzer als uwen vriend, uwen steun iu het opleideu der jeugd: gij moet wederzijds hetzelfde willen, betrachten en verrichten: waar gij het niet en doet, lijdt er niemand anders door dan uw eigen kind, gij meent 't wel licht te liefkoozen, en gij steekt naar zijne ziel, gij doodt het misschien voor de toekomst. Waar uw kind u klachten doet, dient gij veeleer naar de roede te grijpen, om het tot zwijgen te dwingen; veeleer dan te wateroogen bij hunne krokodilleutraan- tjes en ze te paaien Het zal niet meer gebeuren Ik zal dien heer weten te spreken. waarop hij deze woorden sprak, dat Sofie beefde. Zou deze man raden wie zij is Had hare gelijkenis op hare ouders zijnen arg waan opgewekt Is bet dan zulk een wonder, dat baar vader nog leeft? zegde Johanna lachend. Waar woont haar vader, Johanna vroeg Filip verder. Wat zijt gij nieuwsgierig, zegde Jo hanna? ik bemerk dat de juifer indruk op u beeft gemaakt. ik stel belang in haar, omdat zij zoozeer op de Charlemonte gelijkt. Zeg mij, waar is baar vader Ik geloof dat hij in Griekenland verblijf hondt. Hij moet reeds vele jaren daar ge woond hebben, maar in elk geval is jufvrouw Lepage eene Fransche. Naar baar uitzicht te oordeelen moet haar vader van booge af komst zijn. Men zweeg. De wind werd heviger, het klotsen der golven geweldiger. De eerste woorden welke Soüe wéér hoorde, betroffen eene andere zaak. Arme mevronw, zuchtte Piron. Haar lot is zeer hard geweest. Deukt gij dat zij den markies zal trouwen, Johanna Zeker, zal zij hem trouwen. Zij zijn reeds verloofd, geloof ik maar dat zeg ik n slechts in vertrouwen. O neen 1 zoo niet te werk gegaan I let op u zclven en op uwe kleinen in huis en school, dan zult gij later zoo licht niet moeten jammeren over uwejongens en meisjes op de straat en in den werk winkel. Gij zelveu vooreerst, en de maatschap pij mot een, zullen er des te beter om varen. Samenwerking op den buiten in 1897. De bieënteelt maatschappij en zijn 210 in getal. Allen zijn, 16 uitgezonderd, in 7 bonden vereenigd.en tellen te samen 17,870leden. Bijna al de bestaande syndicaten tot verbetering van het runder ras zijn in 1897 gesticht. Er zijn er 71, met een getal van 3,945 leden, hebbende te samen 10,396 stuks vee ingeschreven. Van die 71 syndicaten zijn er 45 in Oost-Vlaanderen, met 2,559 leden en 6030 stuks vee. Aan die verdeeling ziet men dat de leden meest allen kleine land bouwers zijn. De aankoopsyndicaten voor mest, zaad, veevoeder, landbouwmacbienon, groeien sterk in getal aau. Zij zijn geklommen van 469 met 3,847 ledeu tot 585 met 47,206 leden. De aankoopen gedurende 1897 bedragen 8,437,328 fr. of gemiddeld 178,73 fr. per lid. De euivelmaatschappijen voor den ver koop van melk, do fabrikatie en den ver koop van kaas en boter volgen dezelde beweging. Men telt er reeds 199, waarvan er in 1897 alleen 97 werden gesticht. Zij tellen te samen 17022 leden, heb bende 50,824 koeien. De meeste leden zijn kleine boeren. De verkochte producten brachten de som 9,142,273 fr. op of 537 per lid. Men ziet wat de goed begrepen samen werking vermag. Het weder. Het weder dat wij thans hebben is volgens het jaargetijde buitengewoon zacht. Wat zal de winter zijn Zacht of streng Het iustinkt der dieren kan men, om zulks te weten, zeer dikwijls nuttig raad plegen. Vele lieden houden staande dat dieren voor het voorspellen van het we der veel beter ingelicht zijn dan de besto weerkundigen. Zoo heeft men, bijvoorbeeld, de bieën welke bij eenen aanstaanden strengeu winter de ingangen van hunno korven met was toestoppen en slechts een zeer klein holletje open laten om de werksters doortocht te verleenen. Ze doen zulks van in de maand octobcr, als zij het noodig oordeelen. Tot nu toe hebbeu deze vernuftige diertjes zich niet ingesloten. Laat ons «lus denken dat de aanstaande winter matig zal ziju. Mevrouw ia zeer rijk en heeft geene kin deren de dochter van eenen hertog zou zeker voor den markies eene goede partij zijn. Ware haar kind in leven gebleveu, dan zou de mar kies thans niets en het kind markiezin vau Charlemont zijn. Ja ja, voegde hij er hij, als ConBtance nog leefde Maar zij is dood. Weet gij dat zeker Ik hoorde dat zij in de Middellandsche zee verdronk. De markies en ik waren toen te Nizza. De dood der kleine markiezin wekte destijds groot opzien. Na vele dagen zoekens werd het lijkje gevonden. Maar hoe werd bewezen dat dit het lijkje van het kind was Aan het blonde haar en aan andere tee- keus, zegde Johanna. De kieoren waren bijl onkenbaar het gelaat was ook niet te on derscheiden. Maar nergens werd een kiud vermisten het gevondene moest dus de kleine markiezin zijn. Mevrouw, de hertog en de meid herkenden haar. Er is dus geen twijfel aan Hoor den wind eens Men zweeg weêr een oogenblik Piron ver volgde Weet gij, Johanna, waarom ik eigenlijk hier ben gekomen Om weêr eens samen te praten. -- Wij hebben reeds achttien jaar lang samen gepraat, Johanna. Gy hebt steedi In den tijd kou meu geeue gazet der zoogezegde christeue democraten in banden nemen zonder er in te lezen dat Mgr de Harlez, Hoogleeraar te Leuven, de Donchisterij goedkeurde. En iuderdaad tot den dag dat de val- sche christene democrateu door do gees telijke Overheid niet waren afgekeurd, was Mgr de Harlez openlijk hunno voor staander en beschermer. Het is dus hoogst belangrijk te weteu hoe Mgr do Harlez nu hedeu het gedrag zijner vroegere hert vrienden beoordeelt. In een brief door Mgr de Harlez ge schreven om do verdwaalde groene socia listen tot inkeer op te wekken, lezen wij 't volgende 11 m'est douloureux de constaler que des catholiques comme vous (?!f?) sont entrainés par un mouvement consideré comme schismatique et hostile A l'Eglise. Cela rtest pas digne de vous. b JRien ne saurait étre plus funeste aux intéréts demoeratiques. - - Je suis impatient eomme beaucoup de vos amis de vous voir rentrer dans la grande familie catho- lique, si dévouée au peuple. Wij vertalen letterlijk - Het doet mij pijn te bestatigen dat catholieken, gelijk gij (?f!?) medege- sleept worden door eene beweging die b als schismatiek en vijandig aan de Kerk wor.lt beschouwd. Dat is uwer onwaardig. Niets kan noodlottiger zijn aan de democratische belangen. Ik beu gelijk velen uwer vrieuden ongeduldig om u in de groote catho- lieke familie zien terug te keeren, welke het volk zooveel genegenheid toedraagt. Dat onze geachte lezers al deze woorden één voor één wel cu rijpelijk overwegen. Het is een vrieud der verdwaalde democraten die spreekt, een priester welke bij hen als een god doorgaat. En welk is het oordeel van Mgr de Harlez 1° De christene democraten zijn schimatiek geworden 2° Zij ziju vijandig aan de Kerk geworden; 3° Hunne werkingen zijn hoogst na- deelig en noodlottig aan de belan gen des volks 4° Zij hebben de groote catholieke familie verlaten en verraden 5° Die groote catholieke familie is nochtans het volk zoo toegenegen. Als wij dat in Denderbode schreven dan wierdeu wij door de gazetten der Dou- chisten uitgescholden men kan niet meer. 't Is nu Mgr de Harlez, een boezem vriend, die dat schryit I weigerd mevrouw te verlaten, maar waaneer zij nu den markies trouwt, waarom zoudeu ij dau ook niet trouwen Gij weet dat ik nooit naar een ander meisje heb omgezien. Als ik wilde, voegde hij er trotsch bij, zou ik eene dame hebben kunnen trouwen. Hó, Filip, wat steekt gij het hoofd hoog in de lucht Het is zoo, maar ik spreek de waar heid. Ik heb op u gewacht eu nu vraag ik u, wilt gij met mij trouwen Ik kan leven, zegde Joanna voorzichtig, mevrouw is steeds mild jegens mij geweest, zoodat ik een aardig sommetje gespaard heb. Maar gij, Filip, zult het iu een jaar zoover gebracht hebben, dat ik gebrek zou moeten lijden- Gij hebt veel noodig en ik kan nooit eenen man trouwen, die de gewoonten heeft van eenen opmaker eu de fortuin van eeueu bediende, ik heb u dit reeds v r geronnen tijd willen zeggen, nu weet gij alles. Pirou lachte. Als gij mij dit vroeger had me lege deeld, zou ik het u reeds lang uit het hoofd gepraat hebben, zegde hij. Geld bezit ik ge noeg eu heb dit rt-eds sedert jaren gehad. Ik heb het inkomen van een rijk man en kan mij ook als zoodanig kleeden. Een oom liet mij een aardig Btuivertje na.... Welke oom Ik ken uwe ooms, Filip zij Eu wat doeu de gazetten van Chipka Zwijgen, zwijgen enuog zwijgen 1 Nu, niet te verwonderen dat dé gebroe ders Daons dien brief in hunno gazetten overdrukten wel de helft hunner reeds zoo dun gezaaide aanhangers zouden hun vluchten en verlaten. Do brave lieden die zich hebben laten misleiden zoudon immers zeggen Wij willen geen gemeens meer hebben met schismatieken Wij willen niet meer omgaan met vijanden der H. Kerk Wij willen de groote catholieke familie niet blijven verraden En daarom zullen de raanuen van Chipka zoomin den brief van Mgr de Harlez aan hunne "aanhangers laten kennen, als ze vroeger de v-.-roordeelingen van HH. de Bisschoppen van Gent en Brugge in hunne gazetten hebben mede gedeeld. Is het dan niet met recht en rede dat men die mannen volksfoppers noemt Het Catholicism in Engeland. In de handelsvereeniging Lcetitia te Angsburg, hield dezer dagen Prins Max van Saksen eene rede over de catholieke Kerk, hare geschiedenis, en haren tegen- woordigeu staat. De redenaar roemde voor alles de vrijheid van beweging, waarin de catholieke Kerk in Engeland zich verheugt. Jaarlijks telt men gemid deld 10,000 bekeeriugen. Toch is de vooruitgang niet zoo groot, als men bui- teu Eugeland wel gelooft. De terugkeer des volks tot de catholieke Kerk, wordt grooteudeels verhiuderd door eeuo diep doorgedrongeoe onverschilligheid welke bij de measte Engelscheu bestaat. Zaken en handel gaat boven allen. LU I DUUIU i .1 Hebt ge zondag den li beraleu Dendergalm gelezen Neou Welnu, g'en hebt er niet veel aau verloren. Op eerste bladzijde een langdradig, pre tentieus, solemneel, belachelijk artikel, in 'tFransck s'il vous plait I f 1 ge schreven door iemand die iets zou willen zeggen maar die niet en durft. t Schijnt dat die woordenkramerij uit depeu is gevloeid van zeker liberaal Cupi- doke waarvan een zijner vrienden zegde dat hij eene uur lang kan praten zonder iets te vertellen En nogthaus de opstelraad van Den dergalm moet dien langen verschrokten boterham zeer smakelijk vinden, want de Fransche tekst is gevolgd van eene ver taling I Nu, om aan dat meesterstuk geeu nadeel te doen, heeft de opstelraad besloten dat er geen enkel auder artikel in dat nr van Dendergalm zou mcêgedeeld worden. Eu achter dat parade-artikel geeft men de namen af van de catholieken wier af- schrabbiug men vraagt en van do libera len, donchisten eu socialisten wier in schrijving men eischt van eu op de kie zerslijsten zoo vour de Volkskamer, het Senaat, den proviutialen Raad als voor den Gemeenteraad. De liberale kiesknoeiors, verzekert men ons, hebben weèreens gelijk voorgaande jaren, bewijzen geleverd van hunno wel gekende kunde en behendigheid. Een staalke daarvan ouder tien Zij vragen do afscbrabbing of vermindering van 't getal stemmen van vele catholieken omdat ze geene genoegzame oigondommen of contributiën op hunnen naam bezit ten. Die liberale slimmerikken schijnen zelfs niet te weten dat men het recht heeft zich aan te rekenen de eigendom- men of contributiën zijner vrouw, van zijne minderjarige kinders, van zijne over ledene ouders, schoonouders, bloedver wanten, in een woord, alles wat men door erfenis verkrijgt. Maar zie, men mocht toch zoo nauw met kijken I.... Men moest eon groot, groot, groot getal reklamen indienen, rijp of groen, om indruk trachten to verwek- keu bij de onnoozele menschen... Maar 't volk laat zich door die kree- merstrokken nimmer beetnemen 1... Die tijd is uit I waren Parijsche schoenmakers en doodarm. Een oudoom mijner moeder, zogde l'iron snel en eeuigszins verward. Hij was koopman op Cayenne. Gij hebt hem niet gekend. Hy vermaakte mij een groot vermogen en ik beu in staat een landgoed in Frankrijk aan to koopen. Wij kunnen voorname lieden v den, als gij maar besluit, Johanna. Ik zou eene jongere en schoonere vrouw kunnen trouweu, maar ik wil u getrouw blijven. Gaan wij nu trouwen Gij zult een landhuis bob ben, partijen geven eu het zal u qau niets ontbreken. Daarom vraag ik u voor het laatst, wilt gij mijne vrouw wordeu De beloofde heerlijkheden maakten indruk op Joanna. Als mevrouw den markies van Charle mont trouwt, antwoordde zij, en ik weet dat zij het doek zal dan wil ik uwe vrouw worden. Piron betuigde zijne vreugde. Maar oqi op het vermogen terug te ko men, hernam Johanna, bij wie plotselings twijfel ontstond ik hob nooit gehoord dut uwe moeder eenen rijken broeder had. Uwe ouders waren behoeftig... Maar de oom van mijne moeder was koop man. Ik heb iu de bank. Wilt gij myn haak boekje zien Wil ik u bewijzen dat ik rijk beu? 8 I. I H H VOGEL. Over eenige dagen, de millionnair die de opperste generaal is van de socia listische bendo in geheel het land, citoyen Vandervelde, gaf eene voordracht over do droukonschap. •t Is oen schande, zei hij, lijt dat er gedronken wordt. In ons land, voegde hit erbij drinkt men jaarlijks 7 millioen oi half liters genever, waarvoor men 15 mil- lioec frank uitgeeft. Citoyen Vaudei'velde gaf aan zijne socia listische toehoorders den raad van een beetje min metsers te pakken. Wij zullen ons wel wachten van te zeggen dat ci toyen Vandervelde daarin ongelijk had, wel ter contrarie. Maar hoort naar het vervolg. Citoyen Vandervelde zei tot slot In plaats van alzoo al uw geld te verzuipen, gij zoudt het beter geven aan den socialisten Strijdpenning Daar komt de aap uit de mouw Gij of ik, gij zoudt zeggen In de plaats van uw geld in overdaad van drank te ge- bruikeu, gij zoudt het beter spareu of aan uwe vrouw geven, om er den pot moêto doen draaien, kleerou to koopen enz. De socialistische kopstukken zyn slim mer. Zij zeggen geeft dat geld aanous... voor do propagande, om ons aan 't scho teltje te brengen En 't zijn millionnaira die alzoo spreken VVat slimme vossen Maarzij zyn zoo danig slim dat gy een kiekenverstand moet hebben om u door die vossen te laten vangen. 't Is waar, vossen eten geerne kiekens. Ja, laat mij uw bankboekje eens zien, zegde Johanna. Ik twijfel niet aan uwe woor den. maar ik vind het toch zonderling, dat gij in dienst bleef van deu markies, als gij zoo rijk zijt. Ik ben den markies evenzeer toegedaan als gij mevrouw, bemerkte Piron. Maar ais de markies trouwt, dan neem ik myn ontslag. Eene hevige windvlaag betette jufvrouw Lepago het antwoord te hooren. Beiden wan delden daarop verder. Heb ik eindelijk een spoor van den moordenaar mijns ooms gevonden vroeg zy zich eindelijk af. Er was iets valsch in Pi» rou's stem toen hij van den oom zijner moeder sprak. De kostbare juweelen van myneu oom werden vermist en niet teruggevonden. De ware moordenaar heeft zo gestolen. Piron haatte den markies. Hij draagt heden nog het teeken van de bekomen wonde, toen de vermoorde hem van de trappen wierp. Zou hij de moordenaar zijn En is Piron'e vermo gen de vrucht vun deu verkoop der vermiste juweelen Ik moet dit spoor verder nagaan en zal het geheim ontsluieren, al moet ik ar alles voor wagen ik zal deu naam myns vaders van de smet bevrijden en de hemel zal mij helpen de schuldigen ontmaskeren. (WORDT VOORTGEZET).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1898 | | pagina 1