fff
Zondag 13 November 1808.
o centiemen per nummer.
34ste Jaar 3313.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Eene ongelukkige
kwaal.
Iets voor de ouders
De Moordenaar?
Landbouw.
Nieuwe veroordeeling
der Donchisterij
Boum Boum Boum
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, ondör
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwilantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Land.
Guique «uum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Keklamen fr. 1,00 Vonnisse cp
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 12 November 1898.
De kriztelijke leering is de grooteschool
■van den eerbied, heeft eens een Fransche
schrijver, de protestant Guizot, gezegd.Hij
wilde door die taal hulde brengen aan
den katholieken geest van goedwillige
onderwerping aan de Overheid.
Guizot stelde een daadzaak vast. Die
groote geleerde wist, bij ondervinding,
hoe zeer het liberalism al de driften van
's menschen hert lossnoert en bijzonder
hoe zeer de eigenliefde er door wordt
ontwikkeld, die geen enkel gezag boven
zich duldt noch eerbiedigt.
Van dien verderfelijken wasom zijn de
katholieke familien lang bevrijd gebleven;
nochtans met een pijnlijk gevoel moeten
wij vaststellen dat die liberale ziekte, de
geest van opstand en onafhankelijkheid
meer en meer zijnen rampzaligen invloed
doet gevoelen.
In een wel doordacht artikel heeft Het
Vaderland van Leuven in zijn nr van
zondag 11. de vinger op de kwaal gelegd.
Wij willen daarover ook eenige bemer
kingen schrijven. Geven wij echter eerst
het artikel, in 't lange en in 't breed. Wij
zullen daarna onze beurt hebben.
Dat schrijven is getiteld
en luidt als volgt
Deze spreuk Iets voor de ouders is
wel wat algemeen doch er steekt veel
waarheid in en, nu de scholen weerom
open slaan, dienden de ouders, zoo bur
gerij als werkersklas, die eens in gemoede
te overwegen.
Gij zegt, dat het gezag te niet gaat.
Ouders klagen, dat hunne zestien, twin
tigjarige kinderen alle vermauing in den
wind slaan meesters, dat knecht en
dienstmeid hun boven den kop wassen;
onderwijzers, dat de schoolbengels hun
het haar uit het hoofd trokkcu.
Het zij zoo 1 Laten wij al maar alle an
dere klachten ter zijde....
Waar ligt echter de eerste oorzaak, dik
wijls de verborgen oorzaak voor oogen die
niet zien willen, meermaals de eenige
oorzaak zelfs van een sleep van kwalen
Zij ligt in de eerste opvoeding rond
den heerdop den schoot der moeder
Ja. en dit is zoo
Onze burgerskinderen worden heden
daags, over bet algemeen te delicaat, al
te teertjes opgebrachten dit is voorna
melijk het geval in de stad, het wordt,
eilaasook waarheid voor den huiten.
Daaruit volgt, dat mamma en papa even
zeer moeilijk gedoogen dat hunne kinde
ren aan 't algemeen regiement eener
school onderworpen worden zij aarzelen
niet in 't bijwezen der kinderen to zeggen,
WIE IS
NAAR HET HOOGDUITSCH
van
EDUABD WAG NEB.
48,u VERVOLG.
En zy lijkt zoo sprekend op de Charle-
monts, dat ik het niet onmogelijk acht dat
zy er van afstamt. Het is zonderling Hebt
gy de geljjkeniB niet opgemerkt
Dadelijk en mevrouw eveneens.
Gij zyt zeker wel jaloersch op haar,
Johanna
Ik waarom Mevrouw houdt veel van
my, Filip, maar ik ben voor haar geen ge
zelschap. ik ben te weinig beschaafd dan dat
zy belang kan stellen in mijn gesprek. Er is
zooveel plaats voor jufvrouw Lepage als voor
mij en indien mejuffer aan mevronw bevalt,
dan doet bet mij genoegen dat zij bier is.
Heeft jufvrouw Lepage bloedverwanten?
Haar vader leeft nog.
Filip verschrikte.
Haar vader riep hij.
Er lag iets zoo wouderlij ka in den toon
dat dit te streng, datgeen te onredelijk
en wellicht ook al een derde punt
onnoodig is. En zij begeeren tal van
kleine faveurkens; zoo niet, bedrei
gen zij de schooloverheid met hunno mis
noegdheid, met hunne «colère... Ziet
gij van hier welken indruk zulk gedrag
op 't gemoed der kindereu maakt Eu ik
zwijg van honderd soortgelijke gevallen,
waar de ouders niet aarzelen de ouder
wijzers, de priesters zeiven te beknibbe
len, om hun klein Terusken voor te
spreken.
Aldus wordt de eerbied voor het gezag
bij zijn ontkiemen zelf geknakt... Laat
nu de jaren toenemeu en de omstandig
heden veranderen, o, indien geeue sterke
hand, indien geen wijs beleid het ver
keerde zulker ouderlijke opvoeding her
stelt; indien de ouders, onnoozel genoeg,
voortgaan met door geene andere oogen
te zien dan door die eener mis opgevatte
ouderliefde, dan is het met dat kind ge
daan, het zal nooit begrijpen wat eigen
lijk eerbied is voor het gezag.
En zulke kindereu worden mannen,
worden vrouwen, maken eens de samen
leving uit: hoe wilt gij toch daarvan ver
hopen, dat zij geestelijk en wereldlijk
gezag zullen achten, met overtuiging zul
len verdedigen, met die krachtdadigheid,
waar beide recht op hebben als zijnde de
eerste grondzuilen van het maatschappe
lijk bestaan
En nu, de wanbegrippen der burgerij
vindt ge insgelijks in de werkmansklas
eilaas en dikwijls nog met ruwer onbe
leefdheid in het werk gesteld, ja, en aan
gevoerd en versterkt zoo door de slechte
raadgevingen van armoede eu ellende,
als door de ordeloosheid in het huishou
den en de verleiding van straat cn werk
huis.
Ouders, vergeet nooit, dat ge, uw ge
zag den doodsteek geeft, met het gezag
der onderwijzers uwer kinderen te klei-
neeren Keurt ge soms de handelwijs der
opvoeders uwer kleinen af, zwijgt er toch
van iu de tegenwoordigheid der knapen;
verontschuldigt dezer snakerijen niet,
waar vriend of gebuur er over komt kla
gen uwe liefde kan uwe kinderen enge
len heeten... maar zegt mij eens, hoeveel
engelen zonden er wel op de wereld
loopen
Ouders, beschouwt den onderwijzer als
uwen vriend, uwen steun iu het opleideu
der jeugd: gij moet wederzijds hetzelfde
willen, betrachten en verrichten: waar gij
het niet en doet, lijdt er niemand anders
door dan uw eigen kind, gij meent 't wel
licht te liefkoozen, en gij steekt naar
zijne ziel, gij doodt het misschien voor de
toekomst.
Waar uw kind u klachten doet, dient
gij veeleer naar de roede te grijpen, om
het tot zwijgen te dwingen; veeleer dan te
wateroogen bij hunne krokodilleutraan-
tjes en ze te paaien Het zal niet meer
gebeuren Ik zal dien heer weten te
spreken.
waarop hij deze woorden sprak, dat Sofie
beefde. Zou deze man raden wie zij is Had
hare gelijkenis op hare ouders zijnen arg
waan opgewekt
Is bet dan zulk een wonder, dat baar
vader nog leeft? zegde Johanna lachend.
Waar woont haar vader, Johanna
vroeg Filip verder.
Wat zijt gij nieuwsgierig, zegde Jo
hanna? ik bemerk dat de juifer indruk op u
beeft gemaakt.
ik stel belang in haar, omdat zij zoozeer
op de Charlemonte gelijkt. Zeg mij, waar is
baar vader
Ik geloof dat hij in Griekenland verblijf
hondt. Hij moet reeds vele jaren daar ge
woond hebben, maar in elk geval is jufvrouw
Lepage eene Fransche. Naar baar uitzicht te
oordeelen moet haar vader van booge af
komst zijn.
Men zweeg. De wind werd heviger, het
klotsen der golven geweldiger. De eerste
woorden welke Soüe wéér hoorde, betroffen
eene andere zaak.
Arme mevronw, zuchtte Piron. Haar
lot is zeer hard geweest. Deukt gij dat zij
den markies zal trouwen, Johanna
Zeker, zal zij hem trouwen. Zij zijn
reeds verloofd, geloof ik maar dat zeg ik n
slechts in vertrouwen.
O neen 1 zoo niet te werk gegaan I let
op u zclven en op uwe kleinen in huis en
school, dan zult gij later zoo licht niet
moeten jammeren over uwejongens en
meisjes op de straat en in den werk
winkel.
Gij zelveu vooreerst, en de maatschap
pij mot een, zullen er des te beter om
varen.
Samenwerking op den buiten in
1897. De bieënteelt maatschappij en
zijn 210 in getal.
Allen zijn, 16 uitgezonderd, in 7 bonden
vereenigd.en tellen te samen 17,870leden.
Bijna al de bestaande syndicaten tot
verbetering van het runder ras zijn in
1897 gesticht.
Er zijn er 71, met een getal van 3,945
leden, hebbende te samen 10,396 stuks
vee ingeschreven.
Van die 71 syndicaten zijn er 45 in
Oost-Vlaanderen, met 2,559 leden en
6030 stuks vee. Aan die verdeeling ziet
men dat de leden meest allen kleine land
bouwers zijn.
De aankoopsyndicaten voor mest, zaad,
veevoeder, landbouwmacbienon, groeien
sterk in getal aau. Zij zijn geklommen
van 469 met 3,847 ledeu tot 585 met
47,206 leden.
De aankoopen gedurende 1897 bedragen
8,437,328 fr. of gemiddeld 178,73 fr.
per lid.
De euivelmaatschappijen voor den ver
koop van melk, do fabrikatie en den ver
koop van kaas en boter volgen dezelde
beweging.
Men telt er reeds 199, waarvan er in
1897 alleen 97 werden gesticht.
Zij tellen te samen 17022 leden, heb
bende 50,824 koeien. De meeste leden
zijn kleine boeren.
De verkochte producten brachten de
som 9,142,273 fr. op of 537 per lid.
Men ziet wat de goed begrepen samen
werking vermag.
Het weder. Het weder dat wij
thans hebben is volgens het jaargetijde
buitengewoon zacht. Wat zal de winter
zijn Zacht of streng
Het iustinkt der dieren kan men, om
zulks te weten, zeer dikwijls nuttig raad
plegen. Vele lieden houden staande dat
dieren voor het voorspellen van het we
der veel beter ingelicht zijn dan de besto
weerkundigen.
Zoo heeft men, bijvoorbeeld, de bieën
welke bij eenen aanstaanden strengeu
winter de ingangen van hunno korven
met was toestoppen en slechts een zeer
klein holletje open laten om de werksters
doortocht te verleenen.
Ze doen zulks van in de maand octobcr,
als zij het noodig oordeelen. Tot nu toe
hebbeu deze vernuftige diertjes zich niet
ingesloten. Laat ons «lus denken dat de
aanstaande winter matig zal ziju.
Mevrouw ia zeer rijk en heeft geene kin
deren de dochter van eenen hertog zou zeker
voor den markies eene goede partij zijn. Ware
haar kind in leven gebleveu, dan zou de mar
kies thans niets en het kind markiezin vau
Charlemont zijn. Ja ja, voegde hij er hij, als
ConBtance nog leefde Maar zij is dood.
Weet gij dat zeker
Ik hoorde dat zij in de Middellandsche
zee verdronk. De markies en ik waren toen
te Nizza. De dood der kleine markiezin wekte
destijds groot opzien. Na vele dagen zoekens
werd het lijkje gevonden. Maar hoe werd
bewezen dat dit het lijkje van het kind was
Aan het blonde haar en aan andere tee-
keus, zegde Johanna. De kieoren waren bijl
onkenbaar het gelaat was ook niet te on
derscheiden. Maar nergens werd een kiud
vermisten het gevondene moest dus de kleine
markiezin zijn. Mevrouw, de hertog en de
meid herkenden haar.
Er is dus geen twijfel aan Hoor den
wind eens
Men zweeg weêr een oogenblik Piron ver
volgde
Weet gij, Johanna, waarom ik eigenlijk
hier ben gekomen
Om weêr eens samen te praten.
-- Wij hebben reeds achttien jaar lang
samen gepraat, Johanna. Gy hebt steedi
In den tijd kou meu geeue gazet der
zoogezegde christeue democraten in
banden nemen zonder er in te lezen dat
Mgr de Harlez, Hoogleeraar te Leuven,
de Donchisterij goedkeurde.
En iuderdaad tot den dag dat de val-
sche christene democrateu door do gees
telijke Overheid niet waren afgekeurd,
was Mgr de Harlez openlijk hunno voor
staander en beschermer.
Het is dus hoogst belangrijk te weteu
hoe Mgr do Harlez nu hedeu het gedrag
zijner vroegere hert vrienden beoordeelt.
In een brief door Mgr de Harlez ge
schreven om do verdwaalde groene socia
listen tot inkeer op te wekken, lezen wij
't volgende
11 m'est douloureux de constaler que
des catholiques comme vous (?!f?) sont
entrainés par un mouvement consideré
comme schismatique et hostile A
l'Eglise. Cela rtest pas digne de vous.
b JRien ne saurait étre plus funeste aux
intéréts demoeratiques. -
- Je suis impatient eomme beaucoup
de vos amis de vous voir rentrer
dans la grande familie catho-
lique, si dévouée au peuple.
Wij vertalen letterlijk
- Het doet mij pijn te bestatigen dat
catholieken, gelijk gij (?f!?) medege-
sleept worden door eene beweging die
b als schismatiek en vijandig aan
de Kerk wor.lt beschouwd. Dat is
uwer onwaardig. Niets kan noodlottiger
zijn aan de democratische belangen.
Ik beu gelijk velen uwer vrieuden
ongeduldig om u in de groote catho-
lieke familie zien terug te keeren,
welke het volk zooveel genegenheid
toedraagt.
Dat onze geachte lezers al deze woorden
één voor één wel cu rijpelijk overwegen.
Het is een vrieud der verdwaalde
democraten die spreekt, een priester
welke bij hen als een god doorgaat.
En welk is het oordeel van Mgr de
Harlez
1° De christene democraten zijn
schimatiek geworden
2° Zij ziju vijandig aan de Kerk
geworden;
3° Hunne werkingen zijn hoogst na-
deelig en noodlottig aan de belan
gen des volks
4° Zij hebben de groote catholieke
familie verlaten en verraden
5° Die groote catholieke familie is
nochtans het volk zoo toegenegen.
Als wij dat in Denderbode schreven dan
wierdeu wij door de gazetten der Dou-
chisten uitgescholden men kan niet meer.
't Is nu Mgr de Harlez, een boezem
vriend, die dat schryit I
weigerd mevrouw te verlaten, maar waaneer
zij nu den markies trouwt, waarom zoudeu
ij dau ook niet trouwen Gij weet dat ik
nooit naar een ander meisje heb omgezien.
Als ik wilde, voegde hij er trotsch bij, zou ik
eene dame hebben kunnen trouwen.
Hó, Filip, wat steekt gij het hoofd hoog
in de lucht
Het is zoo, maar ik spreek de waar
heid. Ik heb op u gewacht eu nu vraag ik u,
wilt gij met mij trouwen
Ik kan leven, zegde Joanna voorzichtig,
mevrouw is steeds mild jegens mij geweest,
zoodat ik een aardig sommetje gespaard heb.
Maar gij, Filip, zult het iu een jaar zoover
gebracht hebben, dat ik gebrek zou moeten
lijden- Gij hebt veel noodig en ik kan nooit
eenen man trouwen, die de gewoonten heeft
van eenen opmaker eu de fortuin van eeueu
bediende, ik heb u dit reeds v
r geronnen
tijd willen zeggen, nu weet gij alles.
Pirou lachte.
Als gij mij dit vroeger had me lege
deeld, zou ik het u reeds lang uit het hoofd
gepraat hebben, zegde hij. Geld bezit ik ge
noeg eu heb dit rt-eds sedert jaren gehad. Ik
heb het inkomen van een rijk man en kan mij
ook als zoodanig kleeden. Een oom liet mij
een aardig Btuivertje na....
Welke oom Ik ken uwe ooms, Filip zij
Eu wat doeu de gazetten van Chipka
Zwijgen, zwijgen enuog zwijgen 1
Nu, niet te verwonderen dat dé gebroe
ders Daons dien brief in hunno gazetten
overdrukten wel de helft hunner reeds
zoo dun gezaaide aanhangers zouden hun
vluchten en verlaten.
Do brave lieden die zich hebben laten
misleiden zoudon immers zeggen
Wij willen geen gemeens meer
hebben met schismatieken
Wij willen niet meer omgaan met
vijanden der H. Kerk
Wij willen de groote catholieke
familie niet blijven verraden
En daarom zullen de raanuen van
Chipka zoomin den brief van Mgr de
Harlez aan hunne "aanhangers laten
kennen, als ze vroeger de v-.-roordeelingen
van HH. de Bisschoppen van Gent en
Brugge in hunne gazetten hebben mede
gedeeld.
Is het dan niet met recht en rede dat
men die mannen volksfoppers noemt
Het Catholicism in Engeland.
In de handelsvereeniging Lcetitia te
Angsburg, hield dezer dagen Prins Max
van Saksen eene rede over de catholieke
Kerk, hare geschiedenis, en haren tegen-
woordigeu staat. De redenaar roemde
voor alles de vrijheid van beweging,
waarin de catholieke Kerk in Engeland
zich verheugt. Jaarlijks telt men gemid
deld 10,000 bekeeriugen. Toch is de
vooruitgang niet zoo groot, als men bui-
teu Eugeland wel gelooft. De terugkeer
des volks tot de catholieke Kerk, wordt
grooteudeels verhiuderd door eeuo diep
doorgedrongeoe onverschilligheid welke
bij de measte Engelscheu bestaat. Zaken
en handel gaat boven allen.
LU I DUUIU i .1
Hebt ge zondag den
li beraleu Dendergalm
gelezen
Neou Welnu,
g'en hebt er niet veel
aau verloren.
Op eerste bladzijde een langdradig, pre
tentieus, solemneel, belachelijk artikel,
in 'tFransck s'il vous plait I f 1 ge
schreven door iemand die iets zou willen
zeggen maar die niet en durft.
t Schijnt dat die woordenkramerij uit
depeu is gevloeid van zeker liberaal Cupi-
doke waarvan een zijner vrienden zegde
dat hij eene uur lang kan praten zonder
iets te vertellen
En nogthaus de opstelraad van Den
dergalm moet dien langen verschrokten
boterham zeer smakelijk vinden, want de
Fransche tekst is gevolgd van eene ver
taling I
Nu, om aan dat meesterstuk geeu
nadeel te doen, heeft de opstelraad
besloten dat er geen enkel auder artikel
in dat nr van Dendergalm zou mcêgedeeld
worden.
Eu achter dat parade-artikel geeft men
de namen af van de catholieken wier af-
schrabbiug men vraagt en van do libera
len, donchisten eu socialisten wier in
schrijving men eischt van eu op de kie
zerslijsten zoo vour de Volkskamer, het
Senaat, den proviutialen Raad als voor
den Gemeenteraad.
De liberale kiesknoeiors, verzekert men
ons, hebben weèreens gelijk voorgaande
jaren, bewijzen geleverd van hunno wel
gekende kunde en behendigheid.
Een staalke daarvan ouder tien Zij
vragen do afscbrabbing of vermindering
van 't getal stemmen van vele catholieken
omdat ze geene genoegzame oigondommen
of contributiën op hunnen naam bezit
ten.
Die liberale slimmerikken schijnen
zelfs niet te weten dat men het recht
heeft zich aan te rekenen de eigendom-
men of contributiën zijner vrouw, van
zijne minderjarige kinders, van zijne over
ledene ouders, schoonouders, bloedver
wanten, in een woord, alles wat men door
erfenis verkrijgt.
Maar zie, men mocht toch zoo nauw
met kijken I.... Men moest eon groot,
groot, groot getal reklamen indienen, rijp
of groen, om indruk trachten to verwek-
keu bij de onnoozele menschen...
Maar 't volk laat zich door die kree-
merstrokken nimmer beetnemen 1... Die
tijd is uit I
waren Parijsche schoenmakers en doodarm.
Een oudoom mijner moeder, zogde l'iron
snel en eeuigszins verward. Hij was koopman
op Cayenne. Gij hebt hem niet gekend. Hy
vermaakte mij een groot vermogen en ik beu
in staat een landgoed in Frankrijk aan to
koopen. Wij kunnen voorname lieden v
den, als gij maar besluit, Johanna. Ik zou
eene jongere en schoonere vrouw kunnen
trouweu, maar ik wil u getrouw blijven. Gaan
wij nu trouwen Gij zult een landhuis bob
ben, partijen geven eu het zal u qau niets
ontbreken. Daarom vraag ik u voor het
laatst, wilt gij mijne vrouw wordeu
De beloofde heerlijkheden maakten indruk
op Joanna.
Als mevrouw den markies van Charle
mont trouwt, antwoordde zij, en ik weet dat
zij het doek zal dan wil ik uwe vrouw
worden.
Piron betuigde zijne vreugde.
Maar oqi op het vermogen terug te ko
men, hernam Johanna, bij wie plotselings
twijfel ontstond ik hob nooit gehoord dut
uwe moeder eenen rijken broeder had. Uwe
ouders waren behoeftig...
Maar de oom van mijne moeder was koop
man. Ik heb iu de bank. Wilt gij myn haak
boekje zien Wil ik u bewijzen dat ik rijk
beu?
8 I. I H H VOGEL.
Over eenige dagen, de millionnair
die de opperste generaal is van de socia
listische bendo in geheel het land, citoyen
Vandervelde, gaf eene voordracht over
do droukonschap.
•t Is oen schande, zei hij, lijt dat er
gedronken wordt. In ons land, voegde hit
erbij drinkt men jaarlijks 7 millioen oi
half liters genever, waarvoor men 15 mil-
lioec frank uitgeeft.
Citoyen Vaudei'velde gaf aan zijne socia
listische toehoorders den raad van een
beetje min metsers te pakken. Wij zullen
ons wel wachten van te zeggen dat ci
toyen Vandervelde daarin ongelijk had,
wel ter contrarie. Maar hoort naar het
vervolg.
Citoyen Vandervelde zei tot slot
In plaats van alzoo al uw geld te
verzuipen, gij zoudt het beter geven
aan den socialisten Strijdpenning
Daar komt de aap uit de mouw Gij
of ik, gij zoudt zeggen In de plaats van
uw geld in overdaad van drank te ge-
bruikeu, gij zoudt het beter spareu of
aan uwe vrouw geven, om er den pot
moêto doen draaien, kleerou to koopen
enz.
De socialistische kopstukken zyn slim
mer. Zij zeggen geeft dat geld aanous...
voor do propagande, om ons aan 't scho
teltje te brengen En 't zijn millionnaira
die alzoo spreken
VVat slimme vossen Maarzij zyn zoo
danig slim dat gy een kiekenverstand
moet hebben om u door die vossen te
laten vangen.
't Is waar, vossen eten geerne kiekens.
Ja, laat mij uw bankboekje eens zien,
zegde Johanna. Ik twijfel niet aan uwe woor
den. maar ik vind het toch zonderling, dat
gij in dienst bleef van deu markies, als gij
zoo rijk zijt.
Ik ben den markies evenzeer toegedaan
als gij mevrouw, bemerkte Piron. Maar ais
de markies trouwt, dan neem ik myn ontslag.
Eene hevige windvlaag betette jufvrouw
Lepago het antwoord te hooren. Beiden wan
delden daarop verder.
Heb ik eindelijk een spoor van den
moordenaar mijns ooms gevonden vroeg zy
zich eindelijk af. Er was iets valsch in Pi»
rou's stem toen hij van den oom zijner moeder
sprak. De kostbare juweelen van myneu oom
werden vermist en niet teruggevonden. De
ware moordenaar heeft zo gestolen. Piron
haatte den markies. Hij draagt heden nog
het teeken van de bekomen wonde, toen de
vermoorde hem van de trappen wierp. Zou
hij de moordenaar zijn En is Piron'e vermo
gen de vrucht vun deu verkoop der vermiste
juweelen Ik moet dit spoor verder nagaan
en zal het geheim ontsluieren, al moet ik ar
alles voor wagen ik zal deu naam myns
vaders van de smet bevrijden en de hemel
zal mij helpen de schuldigen ontmaskeren.
(WORDT VOORTGEZET).