Zondag 48 December 4898. 5 centiemen per nummer. Jaar 5523 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. De Moordenaar? Kerstboom. Pol en Stant. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Wie inschrijft voor 1899 zal Den Denderbode van heden af tot Nieuw jaar gratis ontvangen. Verdraagzaamheid der Geuzerij. Priester Daens de Vrijmetselarij. Dendergalm en 't Sladsverslag. 't Land van Aelst en de Tentoonstelling van Pluimgedierte. DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwlantiëfi door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31, en in alle Postkantoren des band. Cuique auum. Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisso op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voer de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Buret Ie van dit blad. Aalst, 17 December 1898. Meer dan eens hebben wij de aandacht onzer lezers op dit punt geroepen. Door uittreksels uit werken van geuzen hebben wij aangetoond waarin de vrijheidsliefde onzer tegenstrevers bestaat. In die revue van schandige uitbrakingeD, van dolle woede en ijdele razernij is zelfs de lam lendige proza van onzen poveren Dender galm niet gespaard geworden. Knarsetandend van onmacht hseft die armtierige eens uitgeroepen Ja, ivij ookwij zouden de geestelijkgeid ver bannen O die lieve geuzenvrijheid De geschiedenis der laatste jaren toont ze ons in levende beelden, iu werkelijk loven hoe akelig en barbaarsch, boe onmeeduogend is zij toch I In de laatste gemeentokiezingen waren op verscheidene plaatsen de kiezers blind genoeg geweest de kiesbeloften der geuzen geboor te schenkeu. Nauw waren zij aan het roer of bijna overal wierden de catholieken getroffen, gebroodroofd, hoe onberispbaar ook hun gedrag moge wezen Zij gijn eatholiek en dat is ge noeg een geloovige is de grootste vijand van den geus 1 Nergens waren de tooneelen baldadiger van aard dan te Edingen en te Mecheleu. In deze laatste stad schijnt hot tijdperk der onmenschelijke, der barbaarsche ver volgingen nog niet gesloten de storm van woede en wraakzucht der geuzerij is er nog niet uitgewoeid. Dezer dagen is er het 47c slachtoffer gevallen Een politieagent is er, zonder eenige reden, alleen uit politiekeu haat afgesteld en dit toonbeeld van -uqosjqoaj onod ediliteit weigert zelfs het geld terug te geven dat in de kas der rustgelden voor de stadsbedienden is gestort O geuzerij Welke schoone werken richt gij uit in uw nakenden doodstrijd 1 Het slachtoffer heeft tot de Volkskamer dén volgenden brief gericht dat een recht schapen man zonder verontweerdiging niet lezen kan en aan ieder bert den kreet ontrukt Quousque tandemhoe lang zal dit akelig spel nog duren Ik ben het 47,le slachtoffer der Mechelsche politiek, en iu den brief gericht tot den heer minister van bin- nenlandsche zaken heb ik de eer gehad WIE IS li AAK HET HOOGDUITSCH van tUVABl) WAGNER. hem uit te leggen iu welke omstandig- beden ik bruta tl ben weggezonden na 18 jaar trouwe en goede diensten in de politie, en dat niettegenstaande de getuigenis der acht achtingswaardige burgers welke over mijn goed gedrag getuigden. - Ten tijde der eerste broodrooverijen beloofde M. Magnette, de advocaat der Mechelsche autokraten, dat het tijdstip der vervolging gesloten was. M. Schollaert heeft zich alsdan ver bonden een wetsontwerp neêr te leggen om aan zulke ongehoorde barbaarech- heden een einde te stellen. Eilaas sedert dan hebben de afstraffin gen de eene de andere opgevolgd zonder mededoogen en in bet ganscbe land de verontweerdiging opgewekt. Mijne afstraffing bijzonder was hate- lijk want het bleek klaar uit de ver- slagen aan M. den Minister meêgedeeld b dat men een ousehuldige hadgetroffen.» Aan die hatelijkheden dient een einde gesteld te worden zonder talmen, zonder uitstel. Te lang heeft de hatelijke geuzerij slachtoffers gemaakt. Gij, lezer, voegt dit feit bij de andere welke de verdraagzaamheid der dwee- pende geuzerij in gansch hare naaktheid daarstellen. Voegen wij er ten slotte bij dat men zich overal waar de liberalen zullen meester worden, aan zulke wraaknemin gen zal mogon verwachten indien er geeu paal en perk wordt aangesteld. EN Sedert veertien dagen kan men geene liberale of socialistische dagbladen ope nen, zonder er lange artikels in aan te treffeu aangaande Piiester Daens. De logiebladeren hebben zich zonder eenigeu twijfel het ordewoord gegeveu en hunne plans getrokken om Priester Daens openlijk in opstand te brengen tegeu zijne geestelijke Overheid. Allen kondigen aan dat zij uit de beste bron weten dat Priester Daens besloten heeft de vermaningen en de bevelen van Z. H. den Bisschop onder de voeten te trappelen en zijne burger lijke vrijheid gaat hernemen... En men voegt erbij dat er eeu Daens-penning gaat ingericht worden om Priester Daens te ondersteunen. Welke is de beste bron waar de geusche gazetten dit erge nieuws hebben geput Is het Priester Daens zelf, zoo als die bladen het te verstaan geven 't Is wel mogelijk, want zijne goede betrekkin gen mot de opstellers van zekere Brussel- sche liberale dagbladen zijn alom gekend. Van den anderen kant, de razende on beschoftheid van 't Land van Aelst ten opzichte der geestelijke Overheden en der catholieke Geestelijkheid in 't alge meen, kent gcene palen meer Ziehier den ougehoorden brief die Het Land van Aelst afkondigt als zijnde aan Z. H. den Bisschop van Gent toegestuurd: 54'" VERVOLG. Sofie... lieve Sofie stamelde hij. Ik ben het, vader maar waarom sijt gij hier vroeg het meisje angstig. Wanneer men u ziet en herkent, en zij keek uuai de verlichte vensters van het kaateel. Wanneer iemand n had opgemerkt Niemand kan mij herkennen. Gij ver geet hoe seer ik veranderd ben. Wees gerust, Sofie. Denkt dat van uwe voorziohtigheid veel afhangt. De schrik over uwe onverwachte ver schijning heeft mij bevangen. Er kan iemand komen die ons ziet. Volg mij naar de klippen vader. Zij trok hem zacht en voerde hem naar de klippen, waar zij zich op een eensaam plekje neerzetten. Wat deed u naar Frankryk komen, va der vroeg na het meisje. Hoog weer de Bisschop «Ik bid en smeek U: laai mijnen Broeder Priester Daens, Mis lezen gelijk alle andere Priesters; de pijnlijke b en schandige straf duurt al zoo lang; en was onverdiend. Eerbiedige groetenissen - P. Daens-Mayart. Kan men oubeschofter en met meer verachting schrijven aan zyneu Bisschop? En dat is geteekend P. Daeus-Mayart en gedrukt iu de gazet der gebroeders Daens - Le Gourrier de Bruxelles - zegt dat ten gevolge van dit hoogst lasterend schrift, Priester Daens, door zijneu Bis schop, in interdictie isgestold, i. a. w. dat het hem varboden is nog Mis t« lezen. De vrijmetselarij zou dus reeds iu hare helscho plannen gelukt zijn om Priester Daens in hare strikken te doen vallen??? Weldra zullen wij weten wat er van is, want de logicorganen kondigen nog aan dat Priester Daens zich onledig houdt met het opstellen van eenen brief, dien zij zullen afkondigen, en in den welken Hij zijne gedragslijn zal doen kennen Uw brief, antwoordde mijnheer Lepage. Uit uwen brief las ik, dat mijne echtgenoote nooit aan mij had getwijfeld in weerwil alles wat er gebeurd ia, dat de scheiding niet op haar verzoek plaats had en dat zij mijn aan denken nog steeds in eere houdt. Sofie beefde van overspanning. Haar vader trok haar weêr aan zijn hart en streek liefde rijk het haar van haar voorhoofd. Kind, zegde hij op teederen toon, gij kont er Diets op tegen hebben dat nw brief mij naar Frankrijk deed komen. Gij waart het mij en uwe moeder verplieht de geheele waarheid te zeggen. Maar ik kou niet denken dat gij n in Frankrijk zoudt wagen, antwoordde Sofie. O vader, vader Wat hebt ge gedaan Nadat ik uwen brief ontvangen had, konden geene gevaren mij meer afschrikken, om naar mijn vaderland terug te keeren. Ik wilde en moest uwe moeder zien, Sofie. Wanneer ik er aan denk welk onrecht ik haar heb aangedaan, door te gelooven, dat zij mij in het gevaar alleen had gelaten, kunt gij u niet meer verwonderen over mijne terugkomst. Zij heeft mij altijd bemind en vertrouwd Dat had ik moeten weten Het was slecht van mij aan haar te twijfelen, mijne edele trouwe Eugenie Hebt gij haar gezien N'een ik was juist naar het venster Dendergalm had in twee volle nummers het verslag over de stadsbegrooting voor 1899, besproken op zijne maoier niet met reden en cijfers, maar met zoute- loozo persoonlijkheden te slingeren naar het hoofd van onzen achtbaren Schepen en Volksvertegenwoordiger, Mr B" Leo Bethuue. Deze heeft zijue weêrwraak op eeue luimige wijze genomen. Hij heeft gebruik gemaakt van zijn recht van antwoord om gansch hot verslag in den Dendergalm te doen opnemen. Druipneuzend heeft Dendergalm moe ten dit stuk iulasschen. Gansch zijn num mer van 4 December was or mede opge vuld. In eenige volzinnen bij het verslag gevoegd beeft dnze achtbare Schepenen bet geuzenorgaan eene geduchte les ge geven. De ernstige liberale partij in do welke Dendergalm op zijue waarde geschat is, heeft met eenen luiden schaterlach de luimige nutwoord vau Mr Bn Leo Bfthune onthaald, en menig rechtzinnig liberaal heeft er dees bij gewonnen «lat hij met aandacht het varslag over onze stadszakeu heeft gelezen. HET BESTUUR van den Catholieken Werkrnanskriog onzer Stad wendt zich nog eens tot alle weldenkende Medebur gers, ten einde geholpen te worden in het planten van oenen Kerstboom wiens vruchten nut od voldoening verschaffen aan onze duizend en vijf honderd wer kendo Leden. Zooals gij het ziet, geërde en geachte Burgers, ous volksgeziud en liefderijk werk bloeit meer eu meer; wij hebben, dus ook meer en mear uwe me dewerking noodig wii rekenen erjop mot een vast betrouwen. De winter is daar, tot hiertoe genadig wel is waar, maar wie weet welke gure en strenge dagen ons nog te wachten staan Dus gezorgd voor vele en warme kleedingstukken I Dat onze vijftien honderd brave on def tige Werklieden tot den laatsten toe te plukken vinden aan den Cbristusboom van vrede en verbroedering I Meu is verzocht in den loop van deze week alle nuttige voorwerpen voor 't buis gezin van den Werkman te willen zendon naar het huis van onzen Eerevoorzitter M. Eugeen Van Itterbeek of van den Be stuurder E. H. Pontiet. Namens de Bestuurcommissie van den Cath. Werkmauskring vau Aalst. Zult gy het in de uwe dulden, liberale burgers, die do rechtzinnigheid,de gema- tigbeid en den rechten handel nog aan kleeft Drankmisbruik. Als be wijs hoe ernstig de socialisten het meenen om het drankmisbruik te bestrijden, diene oen artikel door gezel Lekou, in Le Peuple s geschreven en waarin men onder andere leest Het is uitdrukkelijk verstaan dat er 8 geene spraak kan zijn van te velde te trekken tegen de draukslijterijen want, alhoewel de vermenigvuldiging der kroegen slechter is dan de pest, toch a ware hot onrechtveordig te loochenen dat dc drankslijterij eene aanzienlijke rol speelt in de inrichting der socialisti- sche partij, a Gezel Loken bekent dus zoudor omwe gen dat de roode partij een groot getal barer aanhangers aanwerft onders de minnaars van den snaps en dat daarom de vermenigvuldiging der goneverkroegen door de socialisten niet mag tegenge werkt worden. Dat mag men ten minste rechtuit ge sproken heoten. Stedelijke Werkbeurs van Aalst. Worden gevraagd 2 Bchrijuwerkers 1 schoeumaker (leer jongen) goede wevers en leerjongens voor het weven. Vragen werk Een jongeling van zeer goed gedrag, kennende de Vlaamsche en Fransche talen, vraagt plaats als bediende iu werk huis of fabriek 1 koetsier 1 voerman 1 goede bakkersgast 1 brouwersgast dagloouers eu fabriekwerkers. gegaan toen gij mij in 't oog kreegt. Ik moet haar zien en dan terugkeeren naar mijn bal lingsoord, met een herinnering die mijn leven in de toekomst zal veraangenamen. Zijt gij er zeker van dat iemund u in het dorp herkend heeft Niemand heeft mij herkend, de zorgen hebben den jonkman, die vroeger hier onder de mensehen verkeerde, eenen man gemaakt, ik geloof voor herkenning veilig te wezen, doch beu niet te min zeer voorzichtig ge weest. Morgen vertrek ik naar Parijs daar zal ik niemand in het oag loopen. Gaat gij dan niet naar Griekenland terug Neen, mijn kind, ik heb ons erf daar varkooht en het geld ontvangen. Ik schreef a over eenen Franschman, die onze streek be zocht en de oude Amiuka ondervroeg. Zijne houding was zoo verdaoht, dat ik hem i een spioen aanzag ik vernam echter dat hjj naar Griekenland was gekomen om teekenin- gen te maken voor een geïllustreerd tijd schrift, van de streek waar de gebeurtenissen met graaf Beaucourt hadden plaats gevonden. Hij had gehoord dat de graaf eenige maanden in mijn huis verbleef, en wilde my spre ken. Het doet mij genoegen, dat hij geen spioen was. Eene week daarna, hernam mynheer Onze lezers weten dat er hier over drie weken eene nuttige en schoone tentoon stelling van pluimgedierte heeft plaats gehad. 7 Land van Aelst heeft er schier Diets over gezegd. Doch iu zijn nummer van zondag laatst schrijft het met zijne ge wone eerlijkheid en deftigheid D'ou 8 bowaarders hebben 'Ie presentatie ge- b daan aan rijke liberalen om op eenen 8 lijst te komnn tegeD 't volk. Ge 8 liegt. Ha 'k lieg Is dat niet gebeurd 8 op eenen grooten dinné Ze willen b met liberalen doen voor hun preponder- autie... Hoe is 't toch mogelijk zoo de waarheid te verdraaien? Wij vragen het in allen ernst aan de liberalen die aanwezig waren p 't bauket der tentoonstelling: is er daar eeu woord, eeu eDkel woord, gezegd dat do veronderstellingen van den heiligoa man kan verrechtvaardigen Er is daar geen woord, geeu enkel woord, politiek gesproken. Wij betrappen dus nogmaals 't orgaan vau de Daenspartij op keeterdaad van.... onwaarheid.... om niet meer te zeggeu. Eu aan die soort, zou meu u, deftige liberalen, willen verslaven 1 aan die soort spioeoeu eu leugenaars, zouden de Rid ders van anker en zon no eu de Dender- galmscke Redactie iu hare galachtige razernij u willen onderwerpen Geen enkele katholieke burger zou die •ernederiug iu zync partij verdragen. Lepage, kwam een andere, meer verdachte man, in de buurt inlichtingen omtrent my inwinnen en mij ook bezoeken. Deze was een Franschman, dien ik meen vroeger meer ge zien te hebben. O, vader Ik geloof dat hij de broeder is van Filip Piron, den dienaar van den markies van Char- lemont. Sofie werd bang. Het komt mij voor, vervolgde Lepage, dat Jan Piron, die mij vroeger gekend heeft en seer scherpzinnig is, als spioen der policie werd aangesteld, om mij te zoeken. Zijne komst kan niet toevallig zijn. Denzelfden nacht zeilde ik met eeu bootje naar Courtu, verkleedde mij, reisde langs groote omwegen naar Frankrijk, besloten om myne echtge noote te zien, zonder mijne tegenwoordigheid te verraden, een gesprek met n te hebben en dan naar Zuid-Amerika te gaan. Iu Europa ben ik niet veilig, maar gij zijt hier veiliger dau bij mij. Ik wil niet van n gescheiden ziju Ik ga met u mede, waarheen ook Gij zijt alles wat ik in de wereld heb eu ik beu alles gij bezitLaat ons bij elkaar blyven Maar waarom wilt gij zoo ver weg, vader Ik heb een spoor gevonden, dat ik wensch te volgen. Een spoor van den moordenaar viel de I vader haar in de rede. POL is aan 't chanfaren op de terwe. Stant. Zoo, Pol, ge rijdt nog oens rond meê roozenwater maar mij dnnkt mij dat gy meêr O P "'"rPS schaal doet op nw ^*2 3#*-' land dan gy er kant uit trekken gij rydt er spearen in lijk grachten Pol. Overdrijft niet, Stant, overdrijft nietDoor sneeuw, regen en ander prutsen die wij nog te verwachten hebbengedurende den winter, smakken die speuren stillekens aan toe, en de groote zaak is van 't graan kloek te doen wortelen opdat het forsig op- schiete in den uitkon^enen Stant. Zoo dat het vet dat gij er nu opvoert, niet verloren gaat, Pol Pol. Integendeel, Stant het dient om de plant te verkloeken en om den teer er uit te nonden. Stant. Ja, Pol, da verstaa'k en mn dunkt mij dat 't graan in 't algemeen veel belooft. Pol. 't Staat goed, Stantmaar er valt daar nog weinig over te zeggen voor de toe komst nochtans 't weêr is tot hiertoe aller- voordeeligst goweest. Stant. 't En is nog nooit te zien geweest, Pol 't is nu zondag en acht dagen al Kerst dag, en wen hebben nog den vriezeman nie gezien Pol. 't Is pertekelier, Stant, en den buiten bijzonderlijk en heeft niet te klagen 't en is maar den goeiën koop die er onder lalt. r Stant. Zijn de beesten nog niet een wat opgeslagen, Pol Pol. De goeie melkbeesten zijn dnur, Stantmaar 't zijn juist dedie die zonden mogen koop lijn voor den boer,aangezien dat hij zulke niet moet verkoopen, maar zelfs dikwijls koopen de vetbeeston zonden moe ten aan 'nen goeiën prijs staan Stant. En g'hebt het my nog gezeid, Pol, 't ia nit de stallen dat het moet komen Pol. Och jaat, Staat, al ander dingen zijn g'heel en ganBch onder den voetgraan, vlos en ander artikels, zooals de patatten ook, en brengen maar half moer op. Stant. De boter staat toch nog aan 'nen schoonen prys, Pol Pol. Dat gaat nog al, Stantmaar 't is nu in 't dood sezoen voor de boter er wordt tegenwoordig doorgaans weg weinig gemol ken nog maar weiuig koeien hebben gekalfd en vele staan om zoo te zeggen droog. Stant.— Wordt hier van da ziekte nog niet gesproken onder de koeibeesten, Pol Pol. God zij gedankt, Stant, neen 't. Integendeel, we hooren dagelijks zeggen dat de gemeenten, waar de plaag versohenen was, er ook reeds g'heel en gansch van verlost zijn. Stant. Dat is wel, Pol want de boer- kens hebben het al krabz genoeg; en om wel te zyn, eu zonden ze nooit ziekte of sterfge vallen in hnnne stallen mogen ontmoeten. Pol. 't Is waar, Stantmaar dat is ook al bijkans onmogelyk hoe meer beesten men heeft, hoe meer getakens En om nooit geen ongevallen tegen te komen, dat waar om zoo te zeggen,een mirakel; en 't is daarom da ,nen boer altijd zon moeten kunnen een appelken over hebben tegen den dorst. Stant. En van 'nen anderen kant, Pol, er wordt altijd aan ook meer verteerd als naar gewoonte. Pol. Dat en is nog zoo erg niet op den boer, Stant maar 'nen mensen moet toch altyd meê meê de gewoonten* en de gebrui ken van den dag, en 't is do kleeragie die den dag vau vandaag veel meer geld vraagt als in ouzcd jongen tjjd, Stant. De kleeragie en d'herbergen, Pol; maar wat is er aan te aoen pOL. Er en ie daar maar weinig of niet aan te doen, Stantden eenen bederft den anderen en niemand en wilt onder liggen. Stant. Daar ligt 't peerd gebonden, Pol; en dan komen de volksbedriegers gedurig roe pen en schreeuwen dat het de schold is van t goevernement dat er erremoei en verkort ider 't volk te vinden is. Pol. Dat d'eenvoudigheid en d'onder- danigheid konden onder't menschdom terug keeren, Stant, dat waar de groote middel om ook den welstand en 't gelnk te sien terug kamen. Stant. En waar zijn. Polen die man nen die 't volk opmaken en alle valsche leer stelsels in schriften en gazetten vooruitzetten, weten dat zoowel als wymaar 't is om zelf op d'eereposten te geraken eu hun geldzucht te voldoendat ze da mansohen willen doen gelooven dat 't land zlecht bestuurd en behan deld wordt. l. Dat is zoo klaar als pompwater, Stantmaar dat de geuzerü en de socialisten eu donsjenboel ooit van z'leven eens aan 't hoofd geraakten, dan sonden wy weten van waar aat de wind komt Stant. Hoe zouden zij grawwelen ea stelen, Pol, en de brave oatholieke menscben uitbuiten en vervolgen I Pol. 't Ware lijk over honderd jaar ten iyde van de Fransche revolntie.Stant 't Zon zijn Weg meê do religie Weg meê de priesters Weg meê de catholieke scholen Weg meê de kloosters En 't ware een alge- moene vervolging en moordery Stant. En dan zou ons landeken goluk- kigzjjn, he Pol 1?!? Dan waar 't een o Ge !?l? - Ja, vader. Toevallig hoorde ik dat Filip Piron Joanua een huwelijksvoorstol deed. Ilij vertelde dat hij ryk genoeg was om in Frank rijk een goed te koopen en er als heer te leven. Hoe kan een bediende zoo rijk wor den Hy bezit diamanten en heeft veel geld noodig, zooals Joanna, de kamenier rnyner moeder mij vertelde. - Dat is een Bpoor, maar knnt gij het vol gen, Sofie Ik wil het beproeven. Morgen ga ik voor veertien dagen naar Charlemont. Mis schien hoor ik dan wel iets anders. Gy verdenkt dus Filip Piron vroeg Lepage als iu gedachten. Ja, vader, ik geloof dat hy de moorde naar van mijnen oom is, antwoordde Sofie met overtuiging. Menigmaal hoopte ik, dat het n geluk ken zou, de duisternis te verdrijven, die deze zaak omhult, on dan wanhoop ik cr weêr aan. Ik ben zoo aan mijn ongelukkig lot gewoon geraakt, dat ik niet kan gelooven ooit in myne eer hersteld te worden. Doch laat daarover zwijgen. Vertel mij iets van August Bartineux, den togenwoordigen markies. H ij wordt geëerd en geacht door ieder een. Hij is zeer vriendelijk, maar schynt zwaarmoedig en niet zeer gezond te sijn. Wanneer trouwt hij vroeg mynheer Lepage stotterend. - Ik geloof seer spoedig, antwoordde So fie treurig. Houdt hjj van haar Ja vader, zeer veel. En zij vroeg Lepage verder, maar slechte met moeite kon hy deze woorden niten. Ik weet het niet, vader. Ik geloof dat zij hein acht, maar zij kan n niet vergeten, daarvan ben ik zeker. Zy meent dat gy dood zijt. Ik ben dood voor haar. Wy moeten haar in dien waan laten, totdat ik gerecht vaardigd ben. Is de dag voor de bruiloft vastgesteld Ik geloof ja. Mevrouw Bienjour, eene vriendin van Engenie, zegde my dat de brui loft spoedig zou plaats hebben. Mijnheer Lepage zuohtte diep. Is zij gelukkig vroeg hij verder. Zij is zoo trotsch, dat men niet zien kan of zij zich gelukkig gevoelt, maar tegen my ia zij altyd vriendelyk. Is zij u genegen, Sofie Het schijnt alsof zij in haar gevoelt, wie ik ben. En ik houd van haar. Hoe trotsch en koel zy ook wezen moge, zy heeft een warm hart zegde Sofie. O, als ik er in moeht slagen u beiden te vereenigen. Lepage stond plotseling op by moest met geweld inhouden. (WORDT VOORTGEZET.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1898 | | pagina 1