Zondag 48 December 4898.
5 centiemen per nummer.
Jaar 5523
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
De Moordenaar?
Kerstboom.
Pol en Stant.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Wie inschrijft voor 1899
zal Den Denderbode
van heden af tot Nieuw
jaar gratis ontvangen.
Verdraagzaamheid
der Geuzerij.
Priester Daens
de Vrijmetselarij.
Dendergalm en
't Sladsverslag.
't Land van Aelst en de
Tentoonstelling
van Pluimgedierte.
DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwlantiëfi door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31,
en in alle Postkantoren des band.
Cuique auum.
Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisso op
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voer de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Buret Ie
van dit blad.
Aalst, 17 December 1898.
Meer dan eens hebben wij de aandacht
onzer lezers op dit punt geroepen. Door
uittreksels uit werken van geuzen hebben
wij aangetoond waarin de vrijheidsliefde
onzer tegenstrevers bestaat. In die revue
van schandige uitbrakingeD, van dolle
woede en ijdele razernij is zelfs de lam
lendige proza van onzen poveren Dender
galm niet gespaard geworden.
Knarsetandend van onmacht hseft die
armtierige eens uitgeroepen Ja, ivij
ookwij zouden de geestelijkgeid ver
bannen
O die lieve geuzenvrijheid
De geschiedenis der laatste jaren toont
ze ons in levende beelden, iu werkelijk
loven hoe akelig en barbaarsch, boe
onmeeduogend is zij toch I
In de laatste gemeentokiezingen waren
op verscheidene plaatsen de kiezers blind
genoeg geweest de kiesbeloften der geuzen
geboor te schenkeu. Nauw waren zij
aan het roer of bijna overal wierden de
catholieken getroffen, gebroodroofd, hoe
onberispbaar ook hun gedrag moge
wezen Zij gijn eatholiek en dat is ge
noeg een geloovige is de grootste vijand
van den geus 1
Nergens waren de tooneelen baldadiger
van aard dan te Edingen en te Mecheleu.
In deze laatste stad schijnt hot tijdperk
der onmenschelijke, der barbaarsche ver
volgingen nog niet gesloten de storm
van woede en wraakzucht der geuzerij is
er nog niet uitgewoeid.
Dezer dagen is er het 47c slachtoffer
gevallen Een politieagent is er, zonder
eenige reden, alleen uit politiekeu haat
afgesteld en dit toonbeeld van -uqosjqoaj
onod ediliteit weigert zelfs het geld terug
te geven dat in de kas der rustgelden
voor de stadsbedienden is gestort
O geuzerij Welke schoone werken
richt gij uit in uw nakenden doodstrijd 1
Het slachtoffer heeft tot de Volkskamer
dén volgenden brief gericht dat een recht
schapen man zonder verontweerdiging
niet lezen kan en aan ieder bert den
kreet ontrukt Quousque tandemhoe
lang zal dit akelig spel nog duren
Ik ben het 47,le slachtoffer der
Mechelsche politiek, en iu den brief
gericht tot den heer minister van bin-
nenlandsche zaken heb ik de eer gehad
WIE IS
li AAK HET HOOGDUITSCH
van
tUVABl) WAGNER.
hem uit te leggen iu welke omstandig-
beden ik bruta tl ben weggezonden na
18 jaar trouwe en goede diensten in de
politie, en dat niettegenstaande de
getuigenis der acht achtingswaardige
burgers welke over mijn goed gedrag
getuigden. -
Ten tijde der eerste broodrooverijen
beloofde M. Magnette, de advocaat der
Mechelsche autokraten, dat het tijdstip
der vervolging gesloten was.
M. Schollaert heeft zich alsdan ver
bonden een wetsontwerp neêr te leggen
om aan zulke ongehoorde barbaarech-
heden een einde te stellen.
Eilaas sedert dan hebben de afstraffin
gen de eene de andere opgevolgd zonder
mededoogen en in bet ganscbe land de
verontweerdiging opgewekt.
Mijne afstraffing bijzonder was hate-
lijk want het bleek klaar uit de ver-
slagen aan M. den Minister meêgedeeld
b dat men een ousehuldige hadgetroffen.»
Aan die hatelijkheden dient een einde
gesteld te worden zonder talmen, zonder
uitstel. Te lang heeft de hatelijke geuzerij
slachtoffers gemaakt.
Gij, lezer, voegt dit feit bij de andere
welke de verdraagzaamheid der dwee-
pende geuzerij in gansch hare naaktheid
daarstellen.
Voegen wij er ten slotte bij dat men
zich overal waar de liberalen zullen
meester worden, aan zulke wraaknemin
gen zal mogon verwachten indien er geeu
paal en perk wordt aangesteld.
EN
Sedert veertien dagen kan men geene
liberale of socialistische dagbladen ope
nen, zonder er lange artikels in aan te
treffeu aangaande Piiester Daens.
De logiebladeren hebben zich zonder
eenigeu twijfel het ordewoord gegeveu en
hunne plans getrokken om Priester Daens
openlijk in opstand te brengen tegeu zijne
geestelijke Overheid. Allen kondigen aan
dat zij uit de beste bron weten dat Priester
Daens besloten heeft de vermaningen en
de bevelen van Z. H. den Bisschop onder
de voeten te trappelen en zijne burger
lijke vrijheid gaat hernemen... En
men voegt erbij dat er eeu Daens-penning
gaat ingericht worden om Priester Daens
te ondersteunen.
Welke is de beste bron waar de geusche
gazetten dit erge nieuws hebben geput
Is het Priester Daens zelf, zoo als die
bladen het te verstaan geven 't Is
wel mogelijk, want zijne goede betrekkin
gen mot de opstellers van zekere Brussel-
sche liberale dagbladen zijn alom gekend.
Van den anderen kant, de razende on
beschoftheid van 't Land van Aelst ten
opzichte der geestelijke Overheden en
der catholieke Geestelijkheid in 't alge
meen, kent gcene palen meer
Ziehier den ougehoorden brief die Het
Land van Aelst afkondigt als zijnde aan
Z. H. den Bisschop van Gent toegestuurd:
54'" VERVOLG.
Sofie... lieve Sofie stamelde hij.
Ik ben het, vader maar waarom sijt gij
hier vroeg het meisje angstig. Wanneer
men u ziet en herkent, en zij keek uuai de
verlichte vensters van het kaateel. Wanneer
iemand n had opgemerkt
Niemand kan mij herkennen. Gij ver
geet hoe seer ik veranderd ben. Wees gerust,
Sofie. Denkt dat van uwe voorziohtigheid
veel afhangt.
De schrik over uwe onverwachte ver
schijning heeft mij bevangen. Er kan iemand
komen die ons ziet. Volg mij naar de klippen
vader.
Zij trok hem zacht en voerde hem naar de
klippen, waar zij zich op een eensaam plekje
neerzetten.
Wat deed u naar Frankryk komen, va
der vroeg na het meisje.
Hoog weer de Bisschop
«Ik bid en smeek U: laai mijnen
Broeder Priester Daens, Mis lezen
gelijk alle andere Priesters; de pijnlijke
b en schandige straf duurt al zoo lang;
en was onverdiend.
Eerbiedige groetenissen
- P. Daens-Mayart.
Kan men oubeschofter en met meer
verachting schrijven aan zyneu Bisschop?
En dat is geteekend P. Daeus-Mayart
en gedrukt iu de gazet der gebroeders
Daens
- Le Gourrier de Bruxelles - zegt dat
ten gevolge van dit hoogst lasterend
schrift, Priester Daens, door zijneu Bis
schop, in interdictie isgestold, i. a. w. dat
het hem varboden is nog Mis t« lezen.
De vrijmetselarij zou dus reeds iu hare
helscho plannen gelukt zijn om Priester
Daens in hare strikken te doen vallen???
Weldra zullen wij weten wat er van is,
want de logicorganen kondigen nog aan
dat Priester Daens zich onledig houdt
met het opstellen van eenen brief, dien
zij zullen afkondigen, en in den welken
Hij zijne gedragslijn zal doen kennen
Uw brief, antwoordde mijnheer Lepage.
Uit uwen brief las ik, dat mijne echtgenoote
nooit aan mij had getwijfeld in weerwil alles
wat er gebeurd ia, dat de scheiding niet op
haar verzoek plaats had en dat zij mijn aan
denken nog steeds in eere houdt.
Sofie beefde van overspanning. Haar vader
trok haar weêr aan zijn hart en streek liefde
rijk het haar van haar voorhoofd.
Kind, zegde hij op teederen toon, gij
kont er Diets op tegen hebben dat nw brief
mij naar Frankrijk deed komen. Gij waart
het mij en uwe moeder verplieht de geheele
waarheid te zeggen.
Maar ik kou niet denken dat gij n in
Frankrijk zoudt wagen, antwoordde Sofie. O
vader, vader Wat hebt ge gedaan
Nadat ik uwen brief ontvangen had,
konden geene gevaren mij meer afschrikken,
om naar mijn vaderland terug te keeren.
Ik wilde en moest uwe moeder zien, Sofie.
Wanneer ik er aan denk welk onrecht ik
haar heb aangedaan, door te gelooven, dat
zij mij in het gevaar alleen had gelaten,
kunt gij u niet meer verwonderen over
mijne terugkomst. Zij heeft mij altijd bemind
en vertrouwd Dat had ik moeten weten
Het was slecht van mij aan haar te twijfelen,
mijne edele trouwe Eugenie
Hebt gij haar gezien
N'een ik was juist naar het venster
Dendergalm had in twee volle nummers
het verslag over de stadsbegrooting voor
1899, besproken op zijne maoier
niet met reden en cijfers, maar met zoute-
loozo persoonlijkheden te slingeren naar
het hoofd van onzen achtbaren Schepen
en Volksvertegenwoordiger, Mr B" Leo
Bethuue.
Deze heeft zijue weêrwraak op eeue
luimige wijze genomen. Hij heeft gebruik
gemaakt van zijn recht van antwoord om
gansch hot verslag in den Dendergalm
te doen opnemen.
Druipneuzend heeft Dendergalm moe
ten dit stuk iulasschen. Gansch zijn num
mer van 4 December was or mede opge
vuld. In eenige volzinnen bij het verslag
gevoegd beeft dnze achtbare Schepenen
bet geuzenorgaan eene geduchte les ge
geven.
De ernstige liberale partij in do welke
Dendergalm op zijue waarde geschat
is, heeft met eenen luiden schaterlach de
luimige nutwoord vau Mr Bn Leo Bfthune
onthaald, en menig rechtzinnig liberaal
heeft er dees bij gewonnen «lat hij met
aandacht het varslag over onze stadszakeu
heeft gelezen.
HET BESTUUR van den Catholieken
Werkrnanskriog onzer Stad wendt zich
nog eens tot alle weldenkende Medebur
gers, ten einde geholpen te worden in het
planten van oenen Kerstboom wiens
vruchten nut od voldoening verschaffen
aan onze duizend en vijf honderd wer
kendo Leden. Zooals gij het ziet, geërde
en geachte Burgers, ous volksgeziud en
liefderijk werk bloeit meer eu meer; wij
hebben, dus ook meer en mear uwe me
dewerking noodig wii rekenen erjop mot
een vast betrouwen. De winter is daar,
tot hiertoe genadig wel is waar, maar
wie weet welke gure en strenge dagen
ons nog te wachten staan Dus gezorgd
voor vele en warme kleedingstukken I
Dat onze vijftien honderd brave on def
tige Werklieden tot den laatsten toe te
plukken vinden aan den Cbristusboom
van vrede en verbroedering I
Meu is verzocht in den loop van deze
week alle nuttige voorwerpen voor 't buis
gezin van den Werkman te willen zendon
naar het huis van onzen Eerevoorzitter
M. Eugeen Van Itterbeek of van den Be
stuurder E. H. Pontiet.
Namens de Bestuurcommissie van den
Cath. Werkmauskring vau Aalst.
Zult gy het in de uwe dulden, liberale
burgers, die do rechtzinnigheid,de gema-
tigbeid en den rechten handel nog aan
kleeft
Drankmisbruik. Als be
wijs hoe ernstig de socialisten het meenen
om het drankmisbruik te bestrijden,
diene oen artikel door gezel Lekou, in
Le Peuple s geschreven en waarin men
onder andere leest
Het is uitdrukkelijk verstaan dat er
8 geene spraak kan zijn van te velde te
trekken tegen de draukslijterijen want,
alhoewel de vermenigvuldiging der
kroegen slechter is dan de pest, toch
a ware hot onrechtveordig te loochenen
dat dc drankslijterij eene aanzienlijke
rol speelt in de inrichting der socialisti-
sche partij, a
Gezel Loken bekent dus zoudor omwe
gen dat de roode partij een groot getal
barer aanhangers aanwerft onders de
minnaars van den snaps en dat daarom
de vermenigvuldiging der goneverkroegen
door de socialisten niet mag tegenge
werkt worden.
Dat mag men ten minste rechtuit ge
sproken heoten.
Stedelijke Werkbeurs van Aalst.
Worden gevraagd
2 Bchrijuwerkers 1 schoeumaker (leer
jongen) goede wevers en leerjongens
voor het weven.
Vragen werk
Een jongeling van zeer goed gedrag,
kennende de Vlaamsche en Fransche
talen, vraagt plaats als bediende iu werk
huis of fabriek 1 koetsier 1 voerman
1 goede bakkersgast 1 brouwersgast
dagloouers eu fabriekwerkers.
gegaan toen gij mij in 't oog kreegt. Ik moet
haar zien en dan terugkeeren naar mijn bal
lingsoord, met een herinnering die mijn leven
in de toekomst zal veraangenamen.
Zijt gij er zeker van dat iemund u in
het dorp herkend heeft
Niemand heeft mij herkend, de zorgen
hebben den jonkman, die vroeger hier onder
de mensehen verkeerde, eenen man gemaakt,
ik geloof voor herkenning veilig te wezen,
doch beu niet te min zeer voorzichtig ge
weest. Morgen vertrek ik naar Parijs daar
zal ik niemand in het oag loopen.
Gaat gij dan niet naar Griekenland
terug
Neen, mijn kind, ik heb ons erf daar
varkooht en het geld ontvangen. Ik schreef a
over eenen Franschman, die onze streek be
zocht en de oude Amiuka ondervroeg. Zijne
houding was zoo verdaoht, dat ik hem i
een spioen aanzag ik vernam echter dat hjj
naar Griekenland was gekomen om teekenin-
gen te maken voor een geïllustreerd tijd
schrift, van de streek waar de gebeurtenissen
met graaf Beaucourt hadden plaats gevonden.
Hij had gehoord dat de graaf eenige maanden
in mijn huis verbleef, en wilde my spre
ken.
Het doet mij genoegen, dat hij geen
spioen was.
Eene week daarna, hernam mynheer
Onze lezers weten dat er hier over drie
weken eene nuttige en schoone tentoon
stelling van pluimgedierte heeft plaats
gehad.
7 Land van Aelst heeft er schier Diets
over gezegd. Doch iu zijn nummer van
zondag laatst schrijft het met zijne ge
wone eerlijkheid en deftigheid D'ou
8 bowaarders hebben 'Ie presentatie ge-
b daan aan rijke liberalen om op eenen
8 lijst te komnn tegeD 't volk. Ge
8 liegt. Ha 'k lieg Is dat niet gebeurd
8 op eenen grooten dinné Ze willen
b met liberalen doen voor hun preponder-
autie...
Hoe is 't toch mogelijk zoo de waarheid
te verdraaien? Wij vragen het in allen
ernst aan de liberalen die aanwezig waren
p 't bauket der tentoonstelling: is er daar
eeu woord, eeu eDkel woord, gezegd dat
do veronderstellingen van den heiligoa
man kan verrechtvaardigen Er is daar
geen woord, geeu enkel woord, politiek
gesproken.
Wij betrappen dus nogmaals 't orgaan
vau de Daenspartij op keeterdaad van....
onwaarheid.... om niet meer te zeggeu.
Eu aan die soort, zou meu u, deftige
liberalen, willen verslaven 1 aan die soort
spioeoeu eu leugenaars, zouden de Rid
ders van anker en zon no eu de Dender-
galmscke Redactie iu hare galachtige
razernij u willen onderwerpen
Geen enkele katholieke burger zou die
•ernederiug iu zync partij verdragen.
Lepage, kwam een andere, meer verdachte
man, in de buurt inlichtingen omtrent my
inwinnen en mij ook bezoeken. Deze was een
Franschman, dien ik meen vroeger meer ge
zien te hebben.
O, vader
Ik geloof dat hij de broeder is van Filip
Piron, den dienaar van den markies van Char-
lemont.
Sofie werd bang.
Het komt mij voor, vervolgde Lepage,
dat Jan Piron, die mij vroeger gekend heeft
en seer scherpzinnig is, als spioen der policie
werd aangesteld, om mij te zoeken. Zijne
komst kan niet toevallig zijn. Denzelfden
nacht zeilde ik met eeu bootje naar Courtu,
verkleedde mij, reisde langs groote omwegen
naar Frankrijk, besloten om myne echtge
noote te zien, zonder mijne tegenwoordigheid
te verraden, een gesprek met n te hebben en
dan naar Zuid-Amerika te gaan. Iu Europa
ben ik niet veilig, maar gij zijt hier veiliger
dau bij mij.
Ik wil niet van n gescheiden ziju Ik
ga met u mede, waarheen ook Gij zijt alles
wat ik in de wereld heb eu ik beu alles
gij bezitLaat ons bij elkaar blyven Maar
waarom wilt gij zoo ver weg, vader Ik heb
een spoor gevonden, dat ik wensch te volgen.
Een spoor van den moordenaar viel de
I vader haar in de rede.
POL is aan 't chanfaren op de
terwe.
Stant. Zoo,
Pol, ge rijdt nog
oens rond meê
roozenwater
maar mij dnnkt
mij dat gy meêr
O P "'"rPS schaal doet op nw
^*2 3#*-' land dan gy er
kant uit trekken gij rydt er spearen in lijk
grachten
Pol. Overdrijft niet, Stant, overdrijft
nietDoor sneeuw, regen en ander prutsen
die wij nog te verwachten hebbengedurende
den winter, smakken die speuren stillekens
aan toe, en de groote zaak is van 't graan
kloek te doen wortelen opdat het forsig op-
schiete in den uitkon^enen
Stant. Zoo dat het vet dat gij er nu
opvoert, niet verloren gaat, Pol
Pol. Integendeel, Stant het dient om
de plant te verkloeken en om den teer er uit
te nonden.
Stant. Ja, Pol, da verstaa'k en mn
dunkt mij dat 't graan in 't algemeen veel
belooft.
Pol. 't Staat goed, Stantmaar er valt
daar nog weinig over te zeggen voor de toe
komst nochtans 't weêr is tot hiertoe aller-
voordeeligst goweest.
Stant. 't En is nog nooit te zien geweest,
Pol 't is nu zondag en acht dagen al Kerst
dag, en wen hebben nog den vriezeman nie
gezien
Pol. 't Is pertekelier, Stant, en den
buiten bijzonderlijk en heeft niet te klagen
't en is maar den goeiën koop die er onder
lalt.
r Stant. Zijn de beesten nog niet een wat
opgeslagen, Pol
Pol. De goeie melkbeesten zijn dnur,
Stantmaar 't zijn juist dedie die zonden
mogen koop lijn voor den boer,aangezien dat
hij zulke niet moet verkoopen, maar zelfs
dikwijls koopen de vetbeeston zonden moe
ten aan 'nen goeiën prijs staan
Stant. En g'hebt het my nog gezeid,
Pol, 't ia nit de stallen dat het moet komen
Pol. Och jaat, Staat, al ander dingen
zijn g'heel en ganBch onder den voetgraan,
vlos en ander artikels, zooals de patatten
ook, en brengen maar half moer op.
Stant. De boter staat toch nog aan 'nen
schoonen prys, Pol
Pol. Dat gaat nog al, Stantmaar 't is
nu in 't dood sezoen voor de boter er wordt
tegenwoordig doorgaans weg weinig gemol
ken nog maar weiuig koeien hebben gekalfd
en vele staan om zoo te zeggen droog.
Stant.— Wordt hier van da ziekte nog
niet gesproken onder de koeibeesten, Pol
Pol. God zij gedankt, Stant, neen 't.
Integendeel, we hooren dagelijks zeggen dat
de gemeenten, waar de plaag versohenen was,
er ook reeds g'heel en gansch van verlost zijn.
Stant. Dat is wel, Pol want de boer-
kens hebben het al krabz genoeg; en om wel
te zyn, eu zonden ze nooit ziekte of sterfge
vallen in hnnne stallen mogen ontmoeten.
Pol. 't Is waar, Stantmaar dat is ook
al bijkans onmogelyk hoe meer beesten
men heeft, hoe meer getakens En om nooit
geen ongevallen tegen te komen, dat waar
om zoo te zeggen,een mirakel; en 't is daarom
da ,nen boer altijd zon moeten kunnen een
appelken over hebben tegen den dorst.
Stant. En van 'nen anderen kant, Pol,
er wordt altijd aan ook meer verteerd als
naar gewoonte.
Pol. Dat en is nog zoo erg niet op den
boer, Stant maar 'nen mensen moet toch
altyd meê meê de gewoonten* en de gebrui
ken van den dag, en 't is do kleeragie die den
dag vau vandaag veel meer geld vraagt als in
ouzcd jongen tjjd,
Stant. De kleeragie en d'herbergen, Pol;
maar wat is er aan te aoen
pOL. Er en ie daar maar weinig of niet
aan te doen, Stantden eenen bederft den
anderen en niemand en wilt onder liggen.
Stant. Daar ligt 't peerd gebonden, Pol;
en dan komen de volksbedriegers gedurig roe
pen en schreeuwen dat het de schold is van
t goevernement dat er erremoei en verkort
ider 't volk te vinden is.
Pol. Dat d'eenvoudigheid en d'onder-
danigheid konden onder't menschdom terug
keeren, Stant, dat waar de groote middel om
ook den welstand en 't gelnk te sien terug
kamen.
Stant. En waar zijn. Polen die man
nen die 't volk opmaken en alle valsche leer
stelsels in schriften en gazetten vooruitzetten,
weten dat zoowel als wymaar 't is om zelf
op d'eereposten te geraken eu hun geldzucht
te voldoendat ze da mansohen willen doen
gelooven dat 't land zlecht bestuurd en behan
deld wordt.
l. Dat is zoo klaar als pompwater,
Stantmaar dat de geuzerü en de socialisten
eu donsjenboel ooit van z'leven eens aan 't
hoofd geraakten, dan sonden wy weten van
waar aat de wind komt
Stant. Hoe zouden zij grawwelen ea
stelen, Pol, en de brave oatholieke menscben
uitbuiten en vervolgen I
Pol. 't Ware lijk over honderd jaar ten
iyde van de Fransche revolntie.Stant 't Zon
zijn Weg meê do religie Weg meê de
priesters Weg meê de catholieke scholen
Weg meê de kloosters En 't ware een alge-
moene vervolging en moordery
Stant. En dan zou ons landeken goluk-
kigzjjn, he Pol 1?!? Dan waar 't een o Ge !?l?
- Ja, vader. Toevallig hoorde ik dat Filip
Piron Joanua een huwelijksvoorstol deed. Ilij
vertelde dat hij ryk genoeg was om in Frank
rijk een goed te koopen en er als heer te
leven. Hoe kan een bediende zoo rijk wor
den Hy bezit diamanten en heeft veel geld
noodig, zooals Joanna, de kamenier rnyner
moeder mij vertelde.
- Dat is een Bpoor, maar knnt gij het vol
gen, Sofie
Ik wil het beproeven. Morgen ga ik
voor veertien dagen naar Charlemont. Mis
schien hoor ik dan wel iets anders.
Gy verdenkt dus Filip Piron vroeg
Lepage als iu gedachten.
Ja, vader, ik geloof dat hy de moorde
naar van mijnen oom is, antwoordde Sofie
met overtuiging.
Menigmaal hoopte ik, dat het n geluk
ken zou, de duisternis te verdrijven, die deze
zaak omhult, on dan wanhoop ik cr weêr aan.
Ik ben zoo aan mijn ongelukkig lot gewoon
geraakt, dat ik niet kan gelooven ooit in
myne eer hersteld te worden. Doch laat
daarover zwijgen. Vertel mij iets van August
Bartineux, den togenwoordigen markies.
H ij wordt geëerd en geacht door ieder
een. Hij is zeer vriendelijk, maar schynt
zwaarmoedig en niet zeer gezond te sijn.
Wanneer trouwt hij vroeg mynheer
Lepage stotterend.
- Ik geloof seer spoedig, antwoordde So
fie treurig.
Houdt hjj van haar
Ja vader, zeer veel.
En zij vroeg Lepage verder, maar slechte
met moeite kon hy deze woorden niten.
Ik weet het niet, vader. Ik geloof dat
zij hein acht, maar zij kan n niet vergeten,
daarvan ben ik zeker. Zy meent dat gy dood
zijt.
Ik ben dood voor haar. Wy moeten
haar in dien waan laten, totdat ik gerecht
vaardigd ben. Is de dag voor de bruiloft
vastgesteld
Ik geloof ja. Mevrouw Bienjour, eene
vriendin van Engenie, zegde my dat de brui
loft spoedig zou plaats hebben.
Mijnheer Lepage zuohtte diep.
Is zij gelukkig vroeg hij verder.
Zij is zoo trotsch, dat men niet zien
kan of zij zich gelukkig gevoelt, maar tegen
my ia zij altyd vriendelyk.
Is zij u genegen, Sofie
Het schijnt alsof zij in haar gevoelt, wie
ik ben. En ik houd van haar. Hoe trotsch en
koel zy ook wezen moge, zy heeft een warm
hart zegde Sofie. O, als ik er in moeht slagen
u beiden te vereenigen.
Lepage stond plotseling op by moest
met geweld inhouden.
(WORDT VOORTGEZET.)