Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
Politieke vrijheid.
Zondag 1 Januari 1899.
3 centiemen per nummer.
34*"r Jaar 3327
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
De Moordenaar?
Landbouw.
Losse gedachten.
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31,
•n in alle Postkantoren des Land.
Cuique si
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; VonnitM cp
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen dei
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen sioh te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aa7st, 81 December 1898.
Nieuwjaarwensch.
Aan al zijne geachte lezers
wenscht De Denderbode een
zalig, voorspoedig en ge
lukkig Nieuwjaar.
De verdwaalde waarvan dagelijks
alle gazetten schrijven, waarover de brave
menscben droef zijn, en de slechte zich
verheugen, die verdwaalde, om zijnen
opstand tegen zijne wettige Overheid te
recbtveerdigen,zingt op alle tónen het oud
deuntje de H. Kerk heeft niet tusschen
te komen in politieke zaken het geldt
hier geen Godsdienst; ik wil mijne poli
tieke vrijheid als priester uitoefenen.
Politiek Wat is dat, menschen
Politieke vrijheid Wat is dat
Heeft de H. Kerk niet tusschen te ko
men in politiek
Moet een priester om zijne politieke
vrijheid te hebben in opstand zijn met
zijne geestelijke Overheid
Ziedaar 4 vraagskens die wij eens te
zamen gaan onderzoeken.
Dat onderzoek zal ons coonen wat al
die drogredenen van den groot'sprelifèr in
houden.
1. Wat is Politiek
Om dat gemakkelijk te verstaan, zendt
dat vreemd woord naar de mane, want
vreemde munt is dikwijls valsche munt,
of ten minste, zij kan gemakkelijk dienen
om het volk te bedriegen.
Politiek, vrienden, dat beteekent in
onze taal, Land bestuur, Staatsbestuur,
kunst om den Staat, het Land te bestu
ren, verschillige stelsels omdat bestuur
te regelen enz.
Politieke zaken zijn dus alle zakon die
alleenlijk betrek hebben op het bestuur
van het Land, op het stoffelijk welzijn
van den Staat.
Om dat beter te verstaan, moeten wij
zien wat de Staat is.
De burgerlijke Staat is eene vergade
ring, eene maatschappij, waarin al de
personen van het zelfde Land, onder een
wettig gezag, samenwerken om tot het
stoffelijk, het lichamelijk welzijn te
komen.
In den Staat zijn er dan burgers, over
heden en wetten of middelen door al de
burgers in acht te nemen om hun weder-
zydscb geluk te verzekeren
De Staatkunde of politiek is de kunst
van alle dry die bestanddeelen zóó te
regelen, zóó overeen te brengen dat de
Staat het best, het gemakkelijkst tot zijn
bestemd geluk kome.
WIE IS
NAAR HET HOOGDUITSCH
EDVARD WAGNER
In zuivere, ware politiek kunnen er
verschillige gezindheden zijn en zelfs is
er geen vak waar men beter het spreek
woord kunne op toepassen Zooveel
hoofden, zooveel zinnen.
Men kan verschillen over den keus van
het gezag, over den persoon die het gezag
zal uitoefenen, over de vergelding hem
te verleenen, over de uitgestrektheid vau
zijne macht enz. enz. Zóó zijn er republi
keinen, voorstaanders van het koninkrijk,
van het keizerrijk enz.
Men kan verschillen over de manier
van de wetten te maken, van ie uit te
voeren, over de lasten aan de burgers op
te leggen enz.
Dat is politiek.
2. Wat is de politieke vrijheid
Is het de vrijheid die iedereen bezit
van in zake van zuiver politiek te denken
en te handelen naar zijne beliefte
Of is het de vrijheid die hem door de
wetten van zijn Land, door de politiek
van zijn Land geschonken wordt
Bij v. de vrijheid van geweten of de vrij
heid van te schrijven en van te drukken
wat hij wil, of de vrijheid van godsdiens
tig of ongodsdienstig te zijn, of de vrijheid
van zyne stem te geven aan wie hij wil.
Wat verstaat M. Daens door zijne
politieke vrijheid, die hij wi!f- hernemen
Is het de eerste beteekenis die hij be
doelt, zulke vrijheid heeft iedereen.
Is het de tweede, zulke vrijheden, al
hoewel door do^wetten v$d het Land ge-
waarBorgïl, zijn in de oogen van GoJ" niet
wettig en zij kunnen dan aan niet óénen
burger, nog min aan eenen priester, in
consciëntie gegund worden.
3. Heeft de H. Kerk niet tusschen te
komen in de politiek
In de zuivere politiek, heeft zij niet
tusschen te komen, en is zij nóóit tus
schen gekomen.
Ik zeg in zuiver politiek, 't is te zeggen,
daar waar het uitsluitelijk het stoffelijke
welzijn der samenleving geldt.
Het is haar onverschillig of het Land
bestuurd worde door eenen voorzitter der
republiek of door eenen koniug of door
eenen keizer;
Het is haar onverschillig of koning»
kroon erfelijk of door kiezing te bekomen
zij enz. enz.
Maar aangezien het gezag der Kerk
zich over allen uitstrekt, oefent zij ook
haar gezag uit over de Overheden des
Lands en over de onderdanen ?ij schrijft
ook plichten voor aan koningen en kei
kers, aan ministers en wetgevers, aan
grooten en machtigen.
Eu aangezien de mensch niet kan ver
deeld worden, en met zijn ziel God dienen
en met zijn lichaam, den Staat, zoo
schrijft ile H. Kerk aan de Staatsoversten
voor dat zij in hunne tijdelijke wetten de
eeuwige wetten moeten eerbiedigen en
dat die twee wetten malkander niet mo
gen tegenspreken noeh belemmeren.
56,u VERVOLG.
Wat beteekent dat vroeg Eugenie, hare
vriendin wantrouwend aanziende.
Dit beteekent, waarde Eugenie, ant
woordde mevrouw Bienjour, dat dit meisje
in uwen tuin eene geheime samenkomst beeft
gehad met eenen man. Het beteekent dat zij
zoo even afscheid van hem beeft genomen, op
eene wijze waaruit ik mag besluiten, dat zij
op eenen zeer vertrouwelyken voet met hem
stond. Ik zag hoe hij baar omhelsde, en deze
man was graal Beauconrt niet.
Zij liet Sofie los, die met ueêrgeslagi
oogen bleef staan.
De uitdrukking van wantrouwen op bet
gelaat van Eugenie veranderde in toorn,
maar deze wus tegen de klaagster en niet
tegen de aangeklaagde gericht.
Ik kan niot inzien, zegde zij koel, welk
belang mevrouw Bienjour kan hebben bij de
bijzondere zaken van jufvrouw Lepage. Ik
wil er niets vun hooren.
Zal men zeggen dat de H. Kerk, dat
de Bisschoppen en de Priesters zich
daarom met politiek bemoeien, omdat zij
aan de politiekers hunne geestelijke
plichten voorhouden
Zal men zeggen dat de Priester zich
met de fabricatie of met het winkelhou-
den bemoeit, omdat hij aan fabrikanten
of aan winkeliers hunne ambtsplichten
herinnert
Of zal men zeggen dat hij het land be
ploegt of timmert of smeedt, omdat hij
den landbouwer, den timmerman en den
smid zijne plichten voorhoudt
Iu zaken, dan, die gcene zuivere poli
tiek zijn, 't is te zeggen, in zaken, waar
geestelijke belagen vereennigd zijn met
stoffelijke belangen, daar heeft de H.
Kerk tusschen te komen, daar komt zij
tusschen en dat moet ze.
B. v. in de werkmanskwestie heeft zij
tusschen te komen, omdat er zedelijke
belangen met stoffelijke vermengd zijn.
Rechtveerdigheid, liefdadigheid, vrede,
eendracht en vele audere christelijke
deugden staan op het spel en loopon
gevaar.
In zake van kiezingen heeft zij tus
schen te komen als er spraak is van eenen
keus te doen tusschen vijanden en voor
staanders van den Godsdienst.
Eu zoo voort, in menige andere zaken
4. Moet de priester, nu, om politieke
vrijheid te hebben in opstand zijn met
zyne geestelijke Overheid
Niet ten minste, vrienden: de H. Kerk
laat iedereen vrij naar believen te han
delen en te denken in zuivere politiek.
Zij zelf handelt volgens de omstandig
heden: zoo is zij voor de republiek met
de republikeinen, voor den koning in
het koningrijk.
Alzoo tijdeus de omwenteling van 1830
waren er verscheidene voorstaanders dei-
republiek onder de priesters die de Grond
wet van ons Land hielpen verveerdigen,
en een hunner, Mgr De Haerne, is het
altyd gebleven, en nooit bij onze wete,
is er een van die priesters gelaakt of af
gekeurd geworden door zijne geestelijke
Overheid.
Maar in zake waar de politiek den
Godsdienst raakt, daar, voorzeker, is
niemand vrij, niet meer een dief vrij is
van ie stelen of een branJstichter of een
moordenaar vrij van te branden of te
moorden.
Iedereen, burger en priester, heeft zich
te gedragen naar dc voorschriften der
zedenleer, en daarvan heeft God de wet
ten voorgeschreven en aan de H. Kerk de
macht gegeven om ze uit te leggen en de
tijdsomstandigheden toe te passen.
Alwie dan in die punten zijne vrijheid
\yil hebben, moet iu opstand komen met
zijne geestelijke Overheid en met den
Godsdienst en met de zedenleer, gelijk
een dief en eeu moordenaar en een brand
stichter in opstand komt met de politie,
met de gendarmen en met rechtbauken
van zijn Land.
De zaak van M. A. Daens is geene zui
vere politieke zaak.
Zuivere politieke vrijheid heeft hij
altijd gehad, gelijk alle priesters.
De H. Kerk, do Bisschoppen hebben
er tusschen te komen, niet alleen omdat
hij priester is, maar omdat er godsdiens
tige en zedelijke belangen tusschen ko
men, waar de H. Kerk alleen over te
oordeelen heeft.
Is hij daarom in opstand met zijne
geestelijke Overheid, al hetgeen hij
schrijft en zegt heeft zooveel gewicht als
hetgeen een dief, eon moordenaar of een
brandstichter uitbraakt tegen politie,
wetten, rechtbanken of gevangenissen.
Over roggeteelt in lichte grond.
De rogge is van alle onze graange
wassen het best geschikt voor lichte
gronden zij is bestand tegen alle weêr
en kan zich desnoods tevreden stellen
met weinig vruchtbaren grond in een
woord, zij is het graangewas der arme
gronden.
Indien de rogge, in onze lichte gron
den, gewoonlijk eene opbrengst van 1400
kg. graan en 4000 kg. stroo, per hectare,
niet te boven gaat, is dit te wijten aan het
misbruik dat men van hare hardheid
maakt, met de voornaamste voorwaarden
har- teelt te verwaarloozen.
Om de vruchtbaarheid der rogge te
vermeerderen en groote opbrengsten te
bekomen, moet men de voorwaarden in
't oog houden, waarvan wij hierna de
voornaamste opsommen
a) Men moet den grond goed opwerken
en hem gedurende 2 a 3 weken minstens
laten rusten, alvorens hem te bezaaien,
want de rogge eischt goed opgewerkte
doch belegen grond.
b) De rogge moet gezaaid worden bij
droog weêr en vroeg genoeg, opdat zij tija
heb be, vóór den winter krachtige wortel
scheuten te maken.
e) Het uitspruiten der rogge vóór den
winter is van het grootste belang, daar
de overvloed van oogst er bijzonder van
afhangt. Zelfs in geval van vroege zaaiïng
geschiedt dit uitspruiten niet zooals het
behoort, dan indien de grond, onder op-
slorpbaren vorm in voldoende hoeveel
heid, al de noodige miuerale voedingsbo-
standdeelen bevat stikstof, phosphoor-
zuurpofasch en kalk.
De zandgronden, echter, zyn van na
tuur arm aan phosphoorzuur, potasch en
kalk en daarenboven bewaren zij slecht
de stikstof. Ingeval men den grond met
stalmest bemest, zal deze meststof hom
van deze voedende bestanddeelen voor
zien, maar iu 't algemeen in onvoldoende
en altijd in slecht geëvenredigde hoeveel
heden; want, indien de stalmest betrek
kelijk rijk is aan stikstof, potasch en
kalk, is bij daarentegen, te arm in phos
phoorzuur.
Dit laatste vruchtbaarmakend bestan-
deel ontbreekt dus altijd. Alzoo is het
ook iu 't algemeen voor de stikstof, de
potasch en kalk, aangezien do bemestin
gen met stalmest gering zijn in zand
gronden. Indien men dus eene rijken
oogst wil bekomen, moet men zijne toe
vlucht nemen tot de minerale mesten. In
alle geval is het gebruik van pbosphaat-
mest onontbeerlijk, hetzij men met stal
mest bemest of niet. Het phosphoorzuur
zal het voordeeligst aangewend worden
onder den vorm van metaalstakken, ge
middeld 400 kg. per hectare. De metaal
slakken verrijkeu gelijkertijd den grond
in hare voedende bestanddeelen, onder
opslorpbaren vorm, hetzij het phosphoor
zuur en de kalk, welke eveneens in
zandgronden ontbreken. Dit meststof zal
regelmatig uitgestrooid worden vóór de
laatste beploeging. Zoo de grond geen
stalmest ontvangt, is het ook noodig,
voor de laatste beploeging gemiddeld,
500 kg. kaiïuiet of 600 kg. karnaatliet,
per hectaar te gebruiken. Eindelijk de
stikstof zal bij voorkeur aan den grond
toegediend worden onder vorm van soda
nitraat: 100 a 200 kg. per hectare, naar
mate de grond min of meer arm is aan
opslorpbare stikstof en de meer of min
sterke ontwikkeling des oogsts op het
einde van den winter. De soda-nitraat
zal toegepast worden, als dekmest, en
per helft in Februari-Maart en per helft
weinige dagen vóór de aanvorming.
d) Eindelijk de rogge bestemd tot zaad-
goed zal op voet volkomeu rijp geworden
ziju.'t Zaadgood zal ook niet verjaard zyn
noch gedorscheu geweest zijn dan na ge
zweet te hebben, om vervolgens bewaard
te worden in eene drooge en luchtige
plaats, in dunne laag welke van tijd tot
tijd zal omgezet worden. Kort vóór de
zaaiïng zal men de rogge goed schiffen,
by middel van eene sorteermachine om
alzoo zaadgoed te bekomen welke gansch
zuiver is en slechts bestaat uit de dikste
en zwaarste korrels. In 't algemeen zal
men per hectare, de 170 kg. zaadgoed
niet overtreffen, by handzaaiïtig en de
120 kg. als de zaaiïng geschiedt bij mid
del van een zaaituig, in lijnen afstandig
van 0,15. m. Er dient opgemerkt te wor
den dat die laatste wijze van zaaiïng wyd
boven de eerste aan te bevelen is.
L. Van den Bebck,
Landbouw-ingenieur.
Sofie wierp mevrouw Mixtome eeuen dank
baren blik toe.
Mevrouw Bienjour sloeg de handen samen
en baar wezen drukte de hoogste verbazing
uit.
Mevrouw Mixtome, riep zij, gij schijnt
mij niet verstaan te hebben. Dit meisje heeft
n gezegd, dat zij vreemd was in Frankrijk.
Zij kent hier niemand behalve graaf Beau-
court. Zij heeft u bedrogen. Nog geen twee
minuten geleden zag ik baar iu de armen van
eenen man, die mij onbekend was. Dat zij
bet looohene als zij kan.
Gij zult u vergissen, mevrouw.
Juffrouw Lepage riep de oude dame,
Eugenie in de rede vallende eu zich tot Sofie
wendende, kunt gij het tegenspreken dat ik
zoo even getuige was hoe gij afscheid naamt
van een vreemden man
Sofie antwoordde niet' en haar stilzwijgen
verontrustte Eugenie.
Zy kan het niet loochenen riep do
onde dame zegepralend. Mevronw Mixtome,
juffrouw Lepage is eene adder, en gij behoort
dit feit vast te Btellen. Gij hebt het meisje
hier voorgesteld en met uwe gasten op ééne
lijn geplaatsthet is uwe plicht u ervan te
overtuigen, dat gij uwe gasten in aanraking
met eene onwaardige hebt gebracht. Wanneer
zy bewijzen kan niets kwaads gedaan te heb
ben, wil ik haar gaarne vergiffenis vragen.
Sofie zag nog altyd zwijgend ter aarde.
Ik geloof zeker dat gij n vergist hebt,
zegde mevrouw Mixtome.
Ik heb haar onmiddelijk hij den arm
genomen, zonder haar eeu oogenblik uit het
oog te verliezen riep mevrouw Bienjour op
nieuw. Neen, ik vergis mij niet. Ik bemerk
dat gij niets van jufvrouw Lepage kunt lioo-
ren of ze moet het zelf bekennen, Welnu,
jufvrouw en zij wendde zich met gebiedend
gebaar tot het meisje, hebt gij heden avond
niet iemand in den tuin aangetroffen Heb
ik u geen afscheid van hem zien nemen
Sofie sloeg hare oogen op en Engenie be
merkte hoe wanhopig zij was, hare lippen
openden zich een weinig, maar er kwam geen
geluid over dezelve.
Er heerschte eene pijnlyke stilte, Eugenie
erd bleek. Waarom weêrsprak Sofie deze
beschuldigingen niet? Waarom verdedigde
zij zich niet tegen dezen laster
Jufvrouw Lepage, vervolgde mevrouw
Bienjour kunt gij het loochenen dat gij in
dienst van mevrouw Mixtome zijt getreden
om nwe geheime plannen door te zetten.
Een licht snikken, eene siddering, bewees
dat deze vraag Sofie geheel ontroerde.
Jufvrouw Lepage, zegde Eugeuie vrien
delijk, geloof mij als ik n zeg, <lat ik geene
schuld heb aan dit tooneel. Ik ben vast over
tuigd, dat mevrouw Bienjour zich bedriegt.
Mijne oude vriendin schijnt hard en wreed te
zyn, maar ik geloof aan den ernst van hare
mocht, zoo zegde men, zyne politieke
rechton als Belgischo burger, rechten
hem door de grondwet gewaarborgd, niet
door den Bisschop laten met de voeten
treden I
En de Chronique donderde fel tegen
Mgr Stillemans I
Aardig.
In dit zelfde nummer randde de Chre-
nique de geestelijkheid aan omdat deze
zich te veel met de politiek bemoeien. Dat
zy iu hunne sacristy blijven, zegde de
Chronique, en niet verdergaan.
En de Chronique was boos, erg boos.
Zij dacht immers dat het dank aan de
geestelijkheid was dat degeuzerij inde
kiezingen wierd verslagen.
En het verstand der Chronique raakte
op hol en zij deed, wat onze povere Den
der galm altijd doet, zij schold uit, den
kende dat scheldwoorden goede beweeg
reden zijn 1
Ik haalde bij die vaartkapoenentaai
de schouders op en ik dacht op die twee
artikeltjes na.
M. Daens mocht zich met de politiek
bemoeien; de andere niet.
De Chronique was kwaad op Mgr omdat
hij M. Daens verbood politiek te drijven;
en op de andere geestelijkheid, omdat zij
zich met politiek bemoeien I
Wordt daar nu eens wys uit.
Eu daarop zat ik lang temymeren.
Alles heeft zyne roden, zegde ik, en de
dubbelzinnige houding der Chronique
heeft de hare.
De politiek van M. Daens is voordes lig
aan de geuzery en aan het socialism.
In die enkele woorden ligt de gansche
knoop der zaak.
Wilde onze groote Dendergalm nog
eens oprecht spreken, lyk hij over veer
tien dagen over zijne godsdienstige over
tuiging deed, zie, dan zou hij het beken
nen. Ons groot orgaan heeft verschei
dene malen in den zin der Chronique
gesproken.
Een dezer dagen viel bij toeval de
Chronique in mijne handeu en in een
artikeltje was er spraak van M. Daens.
Dit geuzcnbladje was dol, uitzinnig van
woede omdat Z. H. de Bisschop van Gent
aan Mijnheer Daeus nogmaals uitdruk
kelijk verboden had zich met do politiek
te bemoeien.
Mgr was, volgens de Chronique, niet
bevoegd om dit aan M. Daens te verbie
den. Ook hitste dit geuzenblad M. Daens
op deD rok uit te trekken en voor goed in
het burgerlijke leveu terug te treden. Hij
met overtuiging uitgesproken woorden. Niet
om mij, want ik wantrouw u niet, maar
n zelf, bid ik u mij te zeggen, dat mevronw
zich bedriegt. Gij zijt een vreemde in Frank
rijk en daarom is het niet aan te nemen, dat
gij met iemand van uwe kennis eene samen
komst kunt hebben in mijnen tuiu.
Sofie had zich opgericht. Eugenie Mixtomo,
hare eigen moeder scheen haar rechter te zyn
geworden. Zij kon zich nauwelijks weerhou
den zich aan de met juweelen versierde borst
te werpen, een beroep te doen op de liefde
der vrouw, waarop zij rechtmatig aanspraak
kon maken want opnieuw was de geduchte
aan huren vader, die haar sterkte. Zij dacht
in welk groot gevaar deze verkeerde zij dacht
er aan dat zyn leven van hare voorzichtig
heid afhing. Zy kon de beschuldiging van
mevronw Bienjour niet tegenspreken, liever
wilde zij alles verdragen, wat er dan ook
mocht gebeuren. Het was geene vrees die uit
hare oogen sprak, maar er lag een smeeken
in te lezen, zoo innig, dat mevronw Mixtome
er pijnlijk door werd aangedaan.
Ik kan de beschuldiging van mevronw
Bienjour niet tegesprekeu, zegde zy bevend
maar ik ben niet onwaardig. Ik beu geene
avonturierster Geloof my, mevrouw ik be
zweer u, vertrouw my. Misschien kan ik n
eens alles verklaren, doch nn kan ik het niet.
Mevrouw Mixtome scheen ontsteld. Haar
I vsrtruuweu werd spoedig geschokt. Zy had
het meisje leeren beminnen met eene harte
lijkheid, welke zij zelfs niet kon verklaren.
Dat Sofie een geheim bezat, was haar duide
lijk maar hoe kon zij iets slechts van haar
denken Hare trouwe en oprechte oogen
spraken voor de reinheid harer ziel.
Zij maakte aan het tooneel spoedig
einde.
Wij zullen de zaak heden avond niet
verder bespreken, zegde zij ernstig. Sofie, ik
zal n dadelijk op nwe kamer bezoeken.
Zij wenkte met de hand op de gewone vrien.
delijke wijze en Sofie begaf zioh zwijgend
naar hare kamer.
Mevronw Bienjour, zegde Eugenie ernstig,
toen zij met de onde d&me alleen was, ik ver
zoek en gebied u, dit voorval voor iedereen
geheim te honden. Onze gasten mogen
niets van weten.
Ik zal zwijgen.
Het is hoogst waarschijnlijk dat het
meisje de zaak zal ophelderen, vervolgde zij.
De man is misschien een onwaardig lid der
familie van jufvrouw Lepage en dit bekent zij
zeker niet gaarne. Ongetwijfeld zal zij alles
verklaren maar gij en anderen hebt geen
recht op haar vertrouwen. Wanneer zij my
tevreden stelt moet gij ook tevreden zyn.
Het doet mij leed, waarde Eugeuie ant-
woordde.de onde dame, dat ik n zulk eene
di jpe smart veroorzaaktedoch ik achtte
he-, mijn plicht u een bewys te geven, dat het
Verscheidene jaren is het geleden. Het
kopstuk der socialisten van Brussel, E.
Vande velde, sprak over da handelwijze
over de politiek van M. Daens en over
hare gevolgen. Wij begroeten in M.
Daens den baanbreker van het socialism
%n Vlaanderen. Hij is de bres aan hei
houwen langs waar het roode vaandel in
de sterkte zal binnen treden
En Anseele voegde erbij Wij heb'
ben nu drij duizend stemmenmet de
eerstkomde kiezing zal het 15 duizend
zyn.
Inderdaad.
Eene vlek is het voor het arrondisse
ment van Aalst dat een socialist er moer
dan 17000 stemmen behaalde.
En wie draagt de schuld daarvan
De groenen met M. Daens aan het
meiBje u bedriegt. Gy suit my, hoop ik, ver
geven, dat ik n dit leed heb aangedaan.
Eugenie knikte en verzocht mevronw
Bienjour nogmaals dringend te «wygen,
waarop deze zioh terugtrok. Mevronw Mix
tome ging eenige minuten vol gedachten op
en neêr, verliet nn insgelijks het salon, ging
langzaam den trap op en klopte aan 8ofis's
deur. Desa opende. De roode oogen en do
sporen van tranen op de wangenverrieden,
dat zy geweend had.
Mevronw Mixtome zette zich aan don
schoorsteen en wenkte Sofie tot sioh. Dsns
ging naar haar toe, knielde naast msvronw
néér en legde haar gezicht op hare knioln.
Eugenie streek haar door de blonde haren on
speelde teedor met hare op de schonden han
gende lokken.
Gy weet dat ik n lief hob, Sofia, sogdo
■y zacht.
Eene neiging mot hot hoofd was Sofia's
antwoord.
Weet gy ook, dat ik niets kwaads van
kan denkon Ik bedoel dat gy u in oenen
nood bevindt, waar uit,ik u gemakkotyk be
grijpen kan. Ik heb oen recht op nw vertron-
wod, mijn kind, en ik moet dit laten gelden.
Wie was de man dien gy heden avond in de*
tuin aantrof!
(WORDT VOORTGEZET).