Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. Politieke vrijheid. Zondag 1 Januari 1899. 3 centiemen per nummer. 34*"r Jaar 3327 GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. De Moordenaar? Landbouw. Losse gedachten. DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31, •n in alle Postkantoren des Land. Cuique si Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; VonnitM cp 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen dei dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen sioh te wenden ten Bureele van dit blad. Aa7st, 81 December 1898. Nieuwjaarwensch. Aan al zijne geachte lezers wenscht De Denderbode een zalig, voorspoedig en ge lukkig Nieuwjaar. De verdwaalde waarvan dagelijks alle gazetten schrijven, waarover de brave menscben droef zijn, en de slechte zich verheugen, die verdwaalde, om zijnen opstand tegen zijne wettige Overheid te recbtveerdigen,zingt op alle tónen het oud deuntje de H. Kerk heeft niet tusschen te komen in politieke zaken het geldt hier geen Godsdienst; ik wil mijne poli tieke vrijheid als priester uitoefenen. Politiek Wat is dat, menschen Politieke vrijheid Wat is dat Heeft de H. Kerk niet tusschen te ko men in politiek Moet een priester om zijne politieke vrijheid te hebben in opstand zijn met zijne geestelijke Overheid Ziedaar 4 vraagskens die wij eens te zamen gaan onderzoeken. Dat onderzoek zal ons coonen wat al die drogredenen van den groot'sprelifèr in houden. 1. Wat is Politiek Om dat gemakkelijk te verstaan, zendt dat vreemd woord naar de mane, want vreemde munt is dikwijls valsche munt, of ten minste, zij kan gemakkelijk dienen om het volk te bedriegen. Politiek, vrienden, dat beteekent in onze taal, Land bestuur, Staatsbestuur, kunst om den Staat, het Land te bestu ren, verschillige stelsels omdat bestuur te regelen enz. Politieke zaken zijn dus alle zakon die alleenlijk betrek hebben op het bestuur van het Land, op het stoffelijk welzijn van den Staat. Om dat beter te verstaan, moeten wij zien wat de Staat is. De burgerlijke Staat is eene vergade ring, eene maatschappij, waarin al de personen van het zelfde Land, onder een wettig gezag, samenwerken om tot het stoffelijk, het lichamelijk welzijn te komen. In den Staat zijn er dan burgers, over heden en wetten of middelen door al de burgers in acht te nemen om hun weder- zydscb geluk te verzekeren De Staatkunde of politiek is de kunst van alle dry die bestanddeelen zóó te regelen, zóó overeen te brengen dat de Staat het best, het gemakkelijkst tot zijn bestemd geluk kome. WIE IS NAAR HET HOOGDUITSCH EDVARD WAGNER In zuivere, ware politiek kunnen er verschillige gezindheden zijn en zelfs is er geen vak waar men beter het spreek woord kunne op toepassen Zooveel hoofden, zooveel zinnen. Men kan verschillen over den keus van het gezag, over den persoon die het gezag zal uitoefenen, over de vergelding hem te verleenen, over de uitgestrektheid vau zijne macht enz. enz. Zóó zijn er republi keinen, voorstaanders van het koninkrijk, van het keizerrijk enz. Men kan verschillen over de manier van de wetten te maken, van ie uit te voeren, over de lasten aan de burgers op te leggen enz. Dat is politiek. 2. Wat is de politieke vrijheid Is het de vrijheid die iedereen bezit van in zake van zuiver politiek te denken en te handelen naar zijne beliefte Of is het de vrijheid die hem door de wetten van zijn Land, door de politiek van zijn Land geschonken wordt Bij v. de vrijheid van geweten of de vrij heid van te schrijven en van te drukken wat hij wil, of de vrijheid van godsdiens tig of ongodsdienstig te zijn, of de vrijheid van zyne stem te geven aan wie hij wil. Wat verstaat M. Daens door zijne politieke vrijheid, die hij wi!f- hernemen Is het de eerste beteekenis die hij be doelt, zulke vrijheid heeft iedereen. Is het de tweede, zulke vrijheden, al hoewel door do^wetten v$d het Land ge- waarBorgïl, zijn in de oogen van GoJ" niet wettig en zij kunnen dan aan niet óénen burger, nog min aan eenen priester, in consciëntie gegund worden. 3. Heeft de H. Kerk niet tusschen te komen in de politiek In de zuivere politiek, heeft zij niet tusschen te komen, en is zij nóóit tus schen gekomen. Ik zeg in zuiver politiek, 't is te zeggen, daar waar het uitsluitelijk het stoffelijke welzijn der samenleving geldt. Het is haar onverschillig of het Land bestuurd worde door eenen voorzitter der republiek of door eenen koniug of door eenen keizer; Het is haar onverschillig of koning» kroon erfelijk of door kiezing te bekomen zij enz. enz. Maar aangezien het gezag der Kerk zich over allen uitstrekt, oefent zij ook haar gezag uit over de Overheden des Lands en over de onderdanen ?ij schrijft ook plichten voor aan koningen en kei kers, aan ministers en wetgevers, aan grooten en machtigen. Eu aangezien de mensch niet kan ver deeld worden, en met zijn ziel God dienen en met zijn lichaam, den Staat, zoo schrijft ile H. Kerk aan de Staatsoversten voor dat zij in hunne tijdelijke wetten de eeuwige wetten moeten eerbiedigen en dat die twee wetten malkander niet mo gen tegenspreken noeh belemmeren. 56,u VERVOLG. Wat beteekent dat vroeg Eugenie, hare vriendin wantrouwend aanziende. Dit beteekent, waarde Eugenie, ant woordde mevrouw Bienjour, dat dit meisje in uwen tuin eene geheime samenkomst beeft gehad met eenen man. Het beteekent dat zij zoo even afscheid van hem beeft genomen, op eene wijze waaruit ik mag besluiten, dat zij op eenen zeer vertrouwelyken voet met hem stond. Ik zag hoe hij baar omhelsde, en deze man was graal Beauconrt niet. Zij liet Sofie los, die met ueêrgeslagi oogen bleef staan. De uitdrukking van wantrouwen op bet gelaat van Eugenie veranderde in toorn, maar deze wus tegen de klaagster en niet tegen de aangeklaagde gericht. Ik kan niot inzien, zegde zij koel, welk belang mevrouw Bienjour kan hebben bij de bijzondere zaken van jufvrouw Lepage. Ik wil er niets vun hooren. Zal men zeggen dat de H. Kerk, dat de Bisschoppen en de Priesters zich daarom met politiek bemoeien, omdat zij aan de politiekers hunne geestelijke plichten voorhouden Zal men zeggen dat de Priester zich met de fabricatie of met het winkelhou- den bemoeit, omdat hij aan fabrikanten of aan winkeliers hunne ambtsplichten herinnert Of zal men zeggen dat hij het land be ploegt of timmert of smeedt, omdat hij den landbouwer, den timmerman en den smid zijne plichten voorhoudt Iu zaken, dan, die gcene zuivere poli tiek zijn, 't is te zeggen, in zaken, waar geestelijke belagen vereennigd zijn met stoffelijke belangen, daar heeft de H. Kerk tusschen te komen, daar komt zij tusschen en dat moet ze. B. v. in de werkmanskwestie heeft zij tusschen te komen, omdat er zedelijke belangen met stoffelijke vermengd zijn. Rechtveerdigheid, liefdadigheid, vrede, eendracht en vele audere christelijke deugden staan op het spel en loopon gevaar. In zake van kiezingen heeft zij tus schen te komen als er spraak is van eenen keus te doen tusschen vijanden en voor staanders van den Godsdienst. Eu zoo voort, in menige andere zaken 4. Moet de priester, nu, om politieke vrijheid te hebben in opstand zijn met zyne geestelijke Overheid Niet ten minste, vrienden: de H. Kerk laat iedereen vrij naar believen te han delen en te denken in zuivere politiek. Zij zelf handelt volgens de omstandig heden: zoo is zij voor de republiek met de republikeinen, voor den koning in het koningrijk. Alzoo tijdeus de omwenteling van 1830 waren er verscheidene voorstaanders dei- republiek onder de priesters die de Grond wet van ons Land hielpen verveerdigen, en een hunner, Mgr De Haerne, is het altyd gebleven, en nooit bij onze wete, is er een van die priesters gelaakt of af gekeurd geworden door zijne geestelijke Overheid. Maar in zake waar de politiek den Godsdienst raakt, daar, voorzeker, is niemand vrij, niet meer een dief vrij is van ie stelen of een branJstichter of een moordenaar vrij van te branden of te moorden. Iedereen, burger en priester, heeft zich te gedragen naar dc voorschriften der zedenleer, en daarvan heeft God de wet ten voorgeschreven en aan de H. Kerk de macht gegeven om ze uit te leggen en de tijdsomstandigheden toe te passen. Alwie dan in die punten zijne vrijheid \yil hebben, moet iu opstand komen met zijne geestelijke Overheid en met den Godsdienst en met de zedenleer, gelijk een dief en eeu moordenaar en een brand stichter in opstand komt met de politie, met de gendarmen en met rechtbauken van zijn Land. De zaak van M. A. Daens is geene zui vere politieke zaak. Zuivere politieke vrijheid heeft hij altijd gehad, gelijk alle priesters. De H. Kerk, do Bisschoppen hebben er tusschen te komen, niet alleen omdat hij priester is, maar omdat er godsdiens tige en zedelijke belangen tusschen ko men, waar de H. Kerk alleen over te oordeelen heeft. Is hij daarom in opstand met zijne geestelijke Overheid, al hetgeen hij schrijft en zegt heeft zooveel gewicht als hetgeen een dief, eon moordenaar of een brandstichter uitbraakt tegen politie, wetten, rechtbanken of gevangenissen. Over roggeteelt in lichte grond. De rogge is van alle onze graange wassen het best geschikt voor lichte gronden zij is bestand tegen alle weêr en kan zich desnoods tevreden stellen met weinig vruchtbaren grond in een woord, zij is het graangewas der arme gronden. Indien de rogge, in onze lichte gron den, gewoonlijk eene opbrengst van 1400 kg. graan en 4000 kg. stroo, per hectare, niet te boven gaat, is dit te wijten aan het misbruik dat men van hare hardheid maakt, met de voornaamste voorwaarden har- teelt te verwaarloozen. Om de vruchtbaarheid der rogge te vermeerderen en groote opbrengsten te bekomen, moet men de voorwaarden in 't oog houden, waarvan wij hierna de voornaamste opsommen a) Men moet den grond goed opwerken en hem gedurende 2 a 3 weken minstens laten rusten, alvorens hem te bezaaien, want de rogge eischt goed opgewerkte doch belegen grond. b) De rogge moet gezaaid worden bij droog weêr en vroeg genoeg, opdat zij tija heb be, vóór den winter krachtige wortel scheuten te maken. e) Het uitspruiten der rogge vóór den winter is van het grootste belang, daar de overvloed van oogst er bijzonder van afhangt. Zelfs in geval van vroege zaaiïng geschiedt dit uitspruiten niet zooals het behoort, dan indien de grond, onder op- slorpbaren vorm in voldoende hoeveel heid, al de noodige miuerale voedingsbo- standdeelen bevat stikstof, phosphoor- zuurpofasch en kalk. De zandgronden, echter, zyn van na tuur arm aan phosphoorzuur, potasch en kalk en daarenboven bewaren zij slecht de stikstof. Ingeval men den grond met stalmest bemest, zal deze meststof hom van deze voedende bestanddeelen voor zien, maar iu 't algemeen in onvoldoende en altijd in slecht geëvenredigde hoeveel heden; want, indien de stalmest betrek kelijk rijk is aan stikstof, potasch en kalk, is bij daarentegen, te arm in phos phoorzuur. Dit laatste vruchtbaarmakend bestan- deel ontbreekt dus altijd. Alzoo is het ook iu 't algemeen voor de stikstof, de potasch en kalk, aangezien do bemestin gen met stalmest gering zijn in zand gronden. Indien men dus eene rijken oogst wil bekomen, moet men zijne toe vlucht nemen tot de minerale mesten. In alle geval is het gebruik van pbosphaat- mest onontbeerlijk, hetzij men met stal mest bemest of niet. Het phosphoorzuur zal het voordeeligst aangewend worden onder den vorm van metaalstakken, ge middeld 400 kg. per hectare. De metaal slakken verrijkeu gelijkertijd den grond in hare voedende bestanddeelen, onder opslorpbaren vorm, hetzij het phosphoor zuur en de kalk, welke eveneens in zandgronden ontbreken. Dit meststof zal regelmatig uitgestrooid worden vóór de laatste beploeging. Zoo de grond geen stalmest ontvangt, is het ook noodig, voor de laatste beploeging gemiddeld, 500 kg. kaiïuiet of 600 kg. karnaatliet, per hectaar te gebruiken. Eindelijk de stikstof zal bij voorkeur aan den grond toegediend worden onder vorm van soda nitraat: 100 a 200 kg. per hectare, naar mate de grond min of meer arm is aan opslorpbare stikstof en de meer of min sterke ontwikkeling des oogsts op het einde van den winter. De soda-nitraat zal toegepast worden, als dekmest, en per helft in Februari-Maart en per helft weinige dagen vóór de aanvorming. d) Eindelijk de rogge bestemd tot zaad- goed zal op voet volkomeu rijp geworden ziju.'t Zaadgood zal ook niet verjaard zyn noch gedorscheu geweest zijn dan na ge zweet te hebben, om vervolgens bewaard te worden in eene drooge en luchtige plaats, in dunne laag welke van tijd tot tijd zal omgezet worden. Kort vóór de zaaiïng zal men de rogge goed schiffen, by middel van eene sorteermachine om alzoo zaadgoed te bekomen welke gansch zuiver is en slechts bestaat uit de dikste en zwaarste korrels. In 't algemeen zal men per hectare, de 170 kg. zaadgoed niet overtreffen, by handzaaiïtig en de 120 kg. als de zaaiïng geschiedt bij mid del van een zaaituig, in lijnen afstandig van 0,15. m. Er dient opgemerkt te wor den dat die laatste wijze van zaaiïng wyd boven de eerste aan te bevelen is. L. Van den Bebck, Landbouw-ingenieur. Sofie wierp mevrouw Mixtome eeuen dank baren blik toe. Mevrouw Bienjour sloeg de handen samen en baar wezen drukte de hoogste verbazing uit. Mevrouw Mixtome, riep zij, gij schijnt mij niet verstaan te hebben. Dit meisje heeft n gezegd, dat zij vreemd was in Frankrijk. Zij kent hier niemand behalve graaf Beau- court. Zij heeft u bedrogen. Nog geen twee minuten geleden zag ik baar iu de armen van eenen man, die mij onbekend was. Dat zij bet looohene als zij kan. Gij zult u vergissen, mevrouw. Juffrouw Lepage riep de oude dame, Eugenie in de rede vallende eu zich tot Sofie wendende, kunt gij het tegenspreken dat ik zoo even getuige was hoe gij afscheid naamt van een vreemden man Sofie antwoordde niet' en haar stilzwijgen verontrustte Eugenie. Zy kan het niet loochenen riep do onde dame zegepralend. Mevronw Mixtome, juffrouw Lepage is eene adder, en gij behoort dit feit vast te Btellen. Gij hebt het meisje hier voorgesteld en met uwe gasten op ééne lijn geplaatsthet is uwe plicht u ervan te overtuigen, dat gij uwe gasten in aanraking met eene onwaardige hebt gebracht. Wanneer zy bewijzen kan niets kwaads gedaan te heb ben, wil ik haar gaarne vergiffenis vragen. Sofie zag nog altyd zwijgend ter aarde. Ik geloof zeker dat gij n vergist hebt, zegde mevrouw Mixtome. Ik heb haar onmiddelijk hij den arm genomen, zonder haar eeu oogenblik uit het oog te verliezen riep mevrouw Bienjour op nieuw. Neen, ik vergis mij niet. Ik bemerk dat gij niets van jufvrouw Lepage kunt lioo- ren of ze moet het zelf bekennen, Welnu, jufvrouw en zij wendde zich met gebiedend gebaar tot het meisje, hebt gij heden avond niet iemand in den tuin aangetroffen Heb ik u geen afscheid van hem zien nemen Sofie sloeg hare oogen op en Engenie be merkte hoe wanhopig zij was, hare lippen openden zich een weinig, maar er kwam geen geluid over dezelve. Er heerschte eene pijnlyke stilte, Eugenie erd bleek. Waarom weêrsprak Sofie deze beschuldigingen niet? Waarom verdedigde zij zich niet tegen dezen laster Jufvrouw Lepage, vervolgde mevrouw Bienjour kunt gij het loochenen dat gij in dienst van mevrouw Mixtome zijt getreden om nwe geheime plannen door te zetten. Een licht snikken, eene siddering, bewees dat deze vraag Sofie geheel ontroerde. Jufvrouw Lepage, zegde Eugeuie vrien delijk, geloof mij als ik n zeg, <lat ik geene schuld heb aan dit tooneel. Ik ben vast over tuigd, dat mevrouw Bienjour zich bedriegt. Mijne oude vriendin schijnt hard en wreed te zyn, maar ik geloof aan den ernst van hare mocht, zoo zegde men, zyne politieke rechton als Belgischo burger, rechten hem door de grondwet gewaarborgd, niet door den Bisschop laten met de voeten treden I En de Chronique donderde fel tegen Mgr Stillemans I Aardig. In dit zelfde nummer randde de Chre- nique de geestelijkheid aan omdat deze zich te veel met de politiek bemoeien. Dat zy iu hunne sacristy blijven, zegde de Chronique, en niet verdergaan. En de Chronique was boos, erg boos. Zij dacht immers dat het dank aan de geestelijkheid was dat degeuzerij inde kiezingen wierd verslagen. En het verstand der Chronique raakte op hol en zij deed, wat onze povere Den der galm altijd doet, zij schold uit, den kende dat scheldwoorden goede beweeg reden zijn 1 Ik haalde bij die vaartkapoenentaai de schouders op en ik dacht op die twee artikeltjes na. M. Daens mocht zich met de politiek bemoeien; de andere niet. De Chronique was kwaad op Mgr omdat hij M. Daens verbood politiek te drijven; en op de andere geestelijkheid, omdat zij zich met politiek bemoeien I Wordt daar nu eens wys uit. Eu daarop zat ik lang temymeren. Alles heeft zyne roden, zegde ik, en de dubbelzinnige houding der Chronique heeft de hare. De politiek van M. Daens is voordes lig aan de geuzery en aan het socialism. In die enkele woorden ligt de gansche knoop der zaak. Wilde onze groote Dendergalm nog eens oprecht spreken, lyk hij over veer tien dagen over zijne godsdienstige over tuiging deed, zie, dan zou hij het beken nen. Ons groot orgaan heeft verschei dene malen in den zin der Chronique gesproken. Een dezer dagen viel bij toeval de Chronique in mijne handeu en in een artikeltje was er spraak van M. Daens. Dit geuzcnbladje was dol, uitzinnig van woede omdat Z. H. de Bisschop van Gent aan Mijnheer Daeus nogmaals uitdruk kelijk verboden had zich met do politiek te bemoeien. Mgr was, volgens de Chronique, niet bevoegd om dit aan M. Daens te verbie den. Ook hitste dit geuzenblad M. Daens op deD rok uit te trekken en voor goed in het burgerlijke leveu terug te treden. Hij met overtuiging uitgesproken woorden. Niet om mij, want ik wantrouw u niet, maar n zelf, bid ik u mij te zeggen, dat mevronw zich bedriegt. Gij zijt een vreemde in Frank rijk en daarom is het niet aan te nemen, dat gij met iemand van uwe kennis eene samen komst kunt hebben in mijnen tuiu. Sofie had zich opgericht. Eugenie Mixtomo, hare eigen moeder scheen haar rechter te zyn geworden. Zij kon zich nauwelijks weerhou den zich aan de met juweelen versierde borst te werpen, een beroep te doen op de liefde der vrouw, waarop zij rechtmatig aanspraak kon maken want opnieuw was de geduchte aan huren vader, die haar sterkte. Zij dacht in welk groot gevaar deze verkeerde zij dacht er aan dat zyn leven van hare voorzichtig heid afhing. Zy kon de beschuldiging van mevronw Bienjour niet tegenspreken, liever wilde zij alles verdragen, wat er dan ook mocht gebeuren. Het was geene vrees die uit hare oogen sprak, maar er lag een smeeken in te lezen, zoo innig, dat mevronw Mixtome er pijnlijk door werd aangedaan. Ik kan de beschuldiging van mevronw Bienjour niet tegesprekeu, zegde zy bevend maar ik ben niet onwaardig. Ik beu geene avonturierster Geloof my, mevrouw ik be zweer u, vertrouw my. Misschien kan ik n eens alles verklaren, doch nn kan ik het niet. Mevrouw Mixtome scheen ontsteld. Haar I vsrtruuweu werd spoedig geschokt. Zy had het meisje leeren beminnen met eene harte lijkheid, welke zij zelfs niet kon verklaren. Dat Sofie een geheim bezat, was haar duide lijk maar hoe kon zij iets slechts van haar denken Hare trouwe en oprechte oogen spraken voor de reinheid harer ziel. Zij maakte aan het tooneel spoedig einde. Wij zullen de zaak heden avond niet verder bespreken, zegde zij ernstig. Sofie, ik zal n dadelijk op nwe kamer bezoeken. Zij wenkte met de hand op de gewone vrien. delijke wijze en Sofie begaf zioh zwijgend naar hare kamer. Mevronw Bienjour, zegde Eugenie ernstig, toen zij met de onde d&me alleen was, ik ver zoek en gebied u, dit voorval voor iedereen geheim te honden. Onze gasten mogen niets van weten. Ik zal zwijgen. Het is hoogst waarschijnlijk dat het meisje de zaak zal ophelderen, vervolgde zij. De man is misschien een onwaardig lid der familie van jufvrouw Lepage en dit bekent zij zeker niet gaarne. Ongetwijfeld zal zij alles verklaren maar gij en anderen hebt geen recht op haar vertrouwen. Wanneer zij my tevreden stelt moet gij ook tevreden zyn. Het doet mij leed, waarde Eugeuie ant- woordde.de onde dame, dat ik n zulk eene di jpe smart veroorzaaktedoch ik achtte he-, mijn plicht u een bewys te geven, dat het Verscheidene jaren is het geleden. Het kopstuk der socialisten van Brussel, E. Vande velde, sprak over da handelwijze over de politiek van M. Daens en over hare gevolgen. Wij begroeten in M. Daens den baanbreker van het socialism %n Vlaanderen. Hij is de bres aan hei houwen langs waar het roode vaandel in de sterkte zal binnen treden En Anseele voegde erbij Wij heb' ben nu drij duizend stemmenmet de eerstkomde kiezing zal het 15 duizend zyn. Inderdaad. Eene vlek is het voor het arrondisse ment van Aalst dat een socialist er moer dan 17000 stemmen behaalde. En wie draagt de schuld daarvan De groenen met M. Daens aan het meiBje u bedriegt. Gy suit my, hoop ik, ver geven, dat ik n dit leed heb aangedaan. Eugenie knikte en verzocht mevronw Bienjour nogmaals dringend te «wygen, waarop deze zioh terugtrok. Mevronw Mix tome ging eenige minuten vol gedachten op en neêr, verliet nn insgelijks het salon, ging langzaam den trap op en klopte aan 8ofis's deur. Desa opende. De roode oogen en do sporen van tranen op de wangenverrieden, dat zy geweend had. Mevronw Mixtome zette zich aan don schoorsteen en wenkte Sofie tot sioh. Dsns ging naar haar toe, knielde naast msvronw néér en legde haar gezicht op hare knioln. Eugenie streek haar door de blonde haren on speelde teedor met hare op de schonden han gende lokken. Gy weet dat ik n lief hob, Sofia, sogdo ■y zacht. Eene neiging mot hot hoofd was Sofia's antwoord. Weet gy ook, dat ik niets kwaads van kan denkon Ik bedoel dat gy u in oenen nood bevindt, waar uit,ik u gemakkotyk be grijpen kan. Ik heb oen recht op nw vertron- wod, mijn kind, en ik moet dit laten gelden. Wie was de man dien gy heden avond in de* tuin aantrof! (WORDT VOORTGEZET).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1899 | | pagina 1