Zondag 19 Februari 1899 3 centiemen per nummer. 348te Jaar 3341. Tegen de razernij. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 'I Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Voor den ouden dag. De Moordenaar? w Landbouw. IN 'T RECHT Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, tn in alle Postkantoren des Land. Cuique suum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op 3' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen deD dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 18 Februari 1899. Onze verdienstrijke briefwisselaar is op zijne stelling terug gekomen. Na ken nis genomen te hebben van den brief ons gestuurd door het beheer der lijfrentkas- sen waarin zoo klaar en duidelijk wierd gezegd dat een en zelfde pet-soon lid mocht zijn van verschillige spaarbonden en deelachtig tvordcn telkenmale aan de gunsten door den Staat toegestaanheeft hij op zijne beurt ceno vraag om inlich tingen naar Brussel gezonden en vandaar het volgende antwoord ontvangen. Wij vertalen het letterlijk; wij beoogen alleen dat onze lezers klaar zien iu de zaak: Mr. Als antwoord op uwen brief van 28 jan. 11. heb ik de eer u te laten weten dat, in geval een persoou lid is van ver schillende spaarbondeD, de algemeeoe kas het afleveren toelaat van TWEE spaarboekjes door bijzondere vergunning voor ieder geval. Gcene jacht op het toestaan van aan moedigingsgelden is uit dien hoofde te vreezeu, want de drager van een lijfrcnt- boekje, die in het geval is, kan geen tweemaal deelnemen aan de toelage door den Staat toegestaan. Aanveerd enz. Zoo luidt het verkregen antwoord. Uit dien brief vloeit dus klaar en duidelijk voort dat een en zelfde persoon aan de Staats- en Froviticicloelagen geen twee maal deel kan nemen. Op voldoening van eigenliefde komt het bij ons, schrijvers van Dendcrbode en briefwisselaars, niet aan. Wij zullen ech ter betreuren dat men niet beter in do bureelen van dc lijfrentkas op de hoogte is der wetsbepalingou nopens hun vak. Op vier maanden tijd nu wit dau zwart zeggeu op eeno vraag van belaug, is wat sterk van wege eene Maatschappij die geroepen is op onze dagen eene door wegende rol te spelen. Dat betreuren wij en roepen er de aan dacht op in van wien het behoort. Het is de lijfrentkas niet welke hare briefwisse laars in dwaling zou mogen brengen lijk het hier gebeurd is. De zaak schijnt ons alles behalve klaar. De kas laat toe, zegt men dat er twee boekjes worden afgegeven Waartoe dient dat Waarom lid wor den van twee spaarbonden als men toch maar in eenen van de Staatsgunsten kan deelachtig worden Waarom op twee boekjes storten Dat alles heeft geene reden, tochgeene afdoendo. Men zegt verder dal er geene jacht zal kunnen gemaakt worden op de Staats- toelagen. Welke maatregelen zal men nemen of heeft men genomen om het te beletten, vermits een persoon twee boek jes hebben mag Wij willen op dit thema niet voortgaan vermits wij alleen vraagpunten kunnen stellen. WIE IS NAAR HET HOOGDUITSCH van EDUARD WAGNER. YV ij maken nog van de gelegenheid ge bruik om onze vrienden aan te zetten lid te worden eenor lijfrentkas. In do onstuimige dagen der jeugd denkt men te weinig op den ouden dag. En nochtans hoe gelunkig zal men later niet zijn onzen goeden raad gevolgd te hebben, wanneer de tijd van oogsten zal gekomen zijn. Vraag aan vele ouderlingen hoe bitter het brood is dat zij, zelf.s bij hunne hin ders, eten moeten. Hadden zij slechts een pensioentje van 200 fr. 's jaars hoe rustig en gelukkig zou-leu zij huune laat ste dagen met doorbrengen kunnen I Geen bitter woord zouden zij verplicht ziju op te kroppen; integendeel zij zomleu ver- cerd wqrdeu en welgekomen ziju waar zij binnentreden. Wij hebben teveel pijnlijke tooneelen van dien aard nagegaau, onder deoogen gehad om niet to kuunen beseffen hoe gelukkig eeu oude dag zijn kau als hij onafhankelijk is. Vau hen die gedwongeu het brood van den vreemde te eieu, willen wij niet ge wagen men weet met hoe bitter het is heeft een grootc dichter gezegd. Daarom lezers, zorgt voor den ouden dag. In de goede dagou, trekt iels vau uwe vermaken af met het gedacht ze later terug te viudeu. Zij zullen u dan te beter smaken. Gij, ouders, leert uwe kinders den weg der spaarzaamheid met ze vroeg, zoo vroeg mogelijk in te lijven bij eene er kende spaarkas, leert hun donken op de toekomst en gij zult hun vele rampen en aan u veel droefheid misschien spareu. Als geneesmiddel, raden wij den vol genden geneesdrank aan Lauw water 3 liters Honig 300 grammen Dubbele wijnsteenzure potasch 60 gr. Alhoewel dit geneesmiddel, kort na het optreden van den buikloop aangewend in 't algemeen de genezing voor gevolg liebbe, raden wij nochtans nog aan, in dien het.mogelijk is, den veearts zonder uitstel te raadplegen. L. Van den Berck landbouw-ingenieur. Buikloop en lamheid bij jonge Kalveren. De buikloop bij jonge kalveren 't zij hij met of zonder verlamming optreedt, heeft dikwijls de dood voor gevolg bijzonder indien deze ontsteltenis met op tijd wordt bestreden. Deze ziekte kan verschillende oorzaken hebben: Meestal, is zij te wijten aan ver koudheid, verzuurdo melk, overlasting van den^ maag, bedorven of verkeerd voedsel. Zij hoeft ook dikwijls als oorzaak ccnc verandering van voedsel bij de koe, zooals b. v. plotselinge overgang van droog voeder op groen voeder. Doch in zekere gevallen ook, bijzonder bij zeer jonge kalveren, kan de buikloop veroorzaakt ziju door eene besmettelijke microbe of bacil. Deze vestigt zich op den navelstreng van het jonge dier, zet zich vandaar voort tot de inwendige doe len en verwekt den buikloop. In dit geval maakt de buikloop eene rondgaande ziekte uit. Om den buikloop van besmeitendea aard te voorkomen, is het sterk aan te raden de navelstrengen van pas geboreu kalveren met eene ontsmettende stof te behandeleu alsook ze dagelijks met zuiver vet te bestrijken. 63"* VERVOLG. XXV. EEN STRIK. Mevrouw Mixtome was door de schijnbare onopgerechtheid eu door het stilzwijgen van Sofio dieper beleedigd dan het meisje kon denken. Trotsch als zij was, koel en afgemeten als zij scheen, had eeu voor linar zelf onver klaarbaar gevoel haar hart voor Sofie doen kloppen en gedurende weinige weken had zij het meisje lief gekregen, met eene harts tochtelijke teederheid, waartoe alleen edele karakters in staat ziju. De schijnbare ondank baarheid en onwaardigheid van hot meisje brachten haar hart eenen zwuren slag toe. Den nacht voor Sofie's vertrek uanr Charle- mont had zij geon oog gesloten, en eerst nadat het meisje vertrokken was, viel zij van lou tere vermoeienis iu slaap. Zij ontwaakte met eeu bitter gevoel van eenzaamheid. Het was haar zoo wee aan het harte als had zij alles verloren wat zij op dezo wereld beminde. Het gezelschap harer gasten stuitte haar tegen de borst. Zij bleef uren lang in hare kamer en zat er stil en droevig voor zich uit te staren. Haar vertrouwen iu Sofie had eenen gevoeligen knak gekregen en toch dacht zij aan do zuiverheid, de onschuldige en kinder lijke lieftalligheid van haar gelaat. Dau twij felde zij aan haar eigen oordeel en wilde den schijn niet gelooven, die haar voorkwam valsch te ziju. Zij wilde zich zeiven overtui gen dat zij hare jonge gezelschapsdochter haar volkomen betrouwen behoorde te schen ken, dat do man die des avonds met haar in den tuin was gezien, graaf Beaucourt geweest moest zijn, ofschoon mevrouw Bienjour het tegendeel beweerde en Sofio dit had bekend. Wellicht was zij te trotsoh geweest en had zij zich te diep beleedigd gevoeld, om de waarheid te zeggeu. Den geheeleu dag, den geheelen nacht en den volgenden morgeud streed zij met haren twijfel. indien het de graaf was, dio haar ilit bezoek bracht en het stond bij liaar vast, dat hij het moest geweest zijn, want wio zou anders bij haar kunnen komen dan was hot toch zuo erg niet, het was alleen maar onvoorzichtig. Ik moet alleen de waarheid van hem hooreu. Het staat hem vrij huur te bezoeken zoo dikwijls hg wil, wunueor zij De veearts L. P. Gobbels schrijft in de Soir naar aauleidiug van het geval van razernij te Ukkel,een artikel, onder bovenstaand opschrift, waarin hij de ver schijnselen dier vreeselijkc ziekte bij den hond nagenoeg als volgt beschrijft Hot begin dor ziekte is eene lichte op gewondenheid. De werkiug van de cen trale zenuworgancn is heviger. De hond voelt de vreescdijke kwaal komen, hij zoekt de streelingeu zijns meesters,beziet hem met vochtig oog en srneekende blik- koD, hij schijnt hulp en bescherming to u vragen. I* Zijne blikken ziju schitterender, zijn verstand is scherper soms blaft hij vau vreugde, springt en huppelt, schijnt ge lukkig te zijn. Onmiddellijk daarna, zon der de minste reden, zwijgt hij eensklaps, wordt tristig, ligt daar onbeweeglijk, met starenden blik, als zag hij reeds dc dood voor zich. Dit is hot eerste gevolg van de prikke ling der hersenmassa. Deze aanhoudende prikkeling brengt zenuwachtige over spanning teweeg, met verstomping der zintuigen. Het zieke dier heeft hallucinaties,kwa de droomen. Zijn slaap is, onrustig, het luistert naar ingebeelde geruchten, bijt in het ledige als wilde het vliegen vangen. Daarna, do ziekte voortgaande, wordt hij somber, stil, bij zoekt de donkere plaatsen, de stilte nu vlucht hij zijnen meester. Wantrouw hem dan Indien bij u bomt streeleu vrees dan niets, maar poog niet hem te vatten, to slaan of zelfs te streelen eene opwinding, eene woede, hij kent u niet meer... en gij zijt gebeten. Op dat oogenblik doen zich twee ver schijnselen voor die eene groote weerde hebben voorde diagnose. Het geluid van den hond veraudert geheel, 't Is geen ge blaf meer, geen kreet van vreugde of woede, 't is een naar gehuil, langzaam cu somber, dat begint met eene soort geblaf en eindigt in eene scherpe klacht, droe viger dan iets ter wereld. Eens gehoord, vergeet men dit gehuil nooit meer. Hoort men jaren nadien weer dat gehuil, dan zal men onmiddellijk zeggen Een razende hond. Dit verschijnsel is bijna eene zekere aauduiding der ziekte. Daarop alleen kan men bijna voortgaau. Het tweede belangrijk verschijnsel is dat, 't welk de eetlust betreft. Van iu weór bij mij komt. Ik zal onmiddelijk om hem zenden. Zij schreef den brief aan den graaf, waar van wij reeds kennis dragen en waarin zij graaf Beauoonrt vorzocktbij haar te komen. Een paar uren later verscheen deze op Montfagon men geleidde hem naar de bal- koukamer van Mevrouw. Hij zag dut zij bleek was en zeer bezorgd uit de oogen keek, toen zij hem te gemoet trad om hem te groeten. Zijt gij ziek, mevrouw vroeg hij deel nemend. Ik geloof ja, antwoordde zij meteen lachje. Ik heb u laten vorzoeken hier te komen, graaf Beaucourt, om u in vertrouwou te spreken over eene zaak welke voor ons beiden van het grootste belaug is. Het geldt jufvrouw Le- pago. Zij nam plaats en noodigde den jongen graaf uit hetzelfde te doen. Gij zult het mij niet euvel duiden, wanneer ik maar met de deur iu huis val, zegdo zij. Het meisje beeft mijne genegenheid gewon nen. Zij heeft mij verteld boe en waar zij u in Griekenland beeft leeren kennen en zegde mij ook, dut gij elkaar hebt leeren beminnen. De graai boog toestemmend. Zij heeft mij echter niet gezegd waarom zij nog niet trouwen wil, vervolgde mevrouw Mixtome, eu dat zou ik gaarne weten. Ik ge loof dat er een hinderpaal is, die dit huwelijk in den weg staat. 't begin der ziekte eet het dier niet meer. En toch, hoeveel honden werden niet wegens razernij gedood, die nochtans de maag vol hadden. Welnu, een razende hond eet niet. I)e ziekte wordt erger, het dier verma gert, het verbergt zich nu en dan heeft het, zonder reden, aanvallen van woede het zal op eenen steen, een stuk hout, welkdanig voorwerp ook toespriogéu, er iu bijteo, het verscheuren, inslikken zelfs, zich altoos de maag vullen met vreemde zaken vodden, strooi, mest, keien, aarde, vuilnis zelfs, do smaak is geheel verdorven. Op dit tijdstip zijn de hersens buiten gewoon geprikkeld; er komt aandrang van bloed. Alles wat dus de hersens kan aau- doeu, treft ook het dier. Eeu eenigzius hevig gerucht maakt het woedend. Een to hevig ücht doet hot ook lijden en van daar komt de dwaling, welke men moet doen verdwijnen de razende hond is bang van het water hij lijdt aan water vrees. Mistrouw u, vriend lezer. Men heeft honderdo razende honden zien drinken zooveel zij maar konden 't is dat zelfs dat hen hot meest verlicht. Men heeft er gezien die zwemmend de rivier overtrok- keu. Het water zelf jaagt hen dus geen vrees aan. Maar wol de terugkaatsing van het licht op de oppervlakte geeft hen een zenuwschok en doet ze lijden. Ziedaar de oorzaak van hunnen afkeer. De aan watervrees lijdende hond wil dus niets zeggen. Na eenige dagen, gewoonlijk van den 5" tot den 7e, wordt tie ziekte zeer erg. De werkingen, die afhangen vau de hersens, eerst geprikkeld, dan zeer opgewonden, eindelijk verdorven, verstompen. Het zenuwstelsel is vermoeid,de herssens ver lammen en de gevoelens, die er uit voort spruiten, lijden daar natuurlijk onder. Do razende hond voelt Damelijk geeu pijn meer. Sla hem, martel hem, hij zal zich nauwelijks verroeren. Bied hem een gloeiend ijzer aan en hij zal er in bijten hij voelt geene uitwendige aanprikkeling meer. Dan worden de aanvallen van woede tal rijker. Hij tracht meer en meer te bijten, een niets maakt hem woedend, 't Is in dit stadium der ziekte (zonderling iets of wonderbaar instinct van genegenheid voor den meester dat de houd het huis ver laat. Hij gaat recht vooruit met hangen den steert, verwilderd oog, schuimenden muil. Hij is dus gemeenlijk niet gevaarlijk voor degenen met welke hij leeft. Maar tracht hem niet tegen te houden, tracht hem den weg niet te versporren indien Diets hem hindert, zal hij recht vooruit gaan, zonder te weten wat rond hem ge beurt. Eeuo zaak maakt hem woedend,'t is het zicht van audere houden. Indien hij er ontmoet zal hij ze bijten, groote of kleine, eu, verrassend instiuct, al de andere hou den zijn bang voor hem, en steeds zullen zij vermijden zich op zijnen weg te bevin den. Dit is zelfs ceno aanwijzing waarvan de veeartsen zich bedienen. Men biedt een zieken hond, die niet kau schaden, een anderen hond aan. Indien hij poogt hem te bijten, is er geen twijfel meer de razernij houdt haar slachtoffer. Eu zon- dcrling genoeg, hij zal vooral in de oogen pogen te bijten, waarvau het geschitter hem aantrekt en woedend maakt. Even zoo bijt hij in gloeiend ijzer. Dat zijn twee voortreffelijke middelen om de ziekte te herkennen. Dan komt de slotperiode of de verlam ming. Zij volgt op den toestand van he vige opgewondenheid, die vooral het ge vaarlijk oogenblik is, omdat bij alsdan bijt alles wat hem bindert.En bijna altijd, altijd zelfs, is bet in - 't naakte vlcesch, io handen en gelaat, - dat de razende hond bijt, nooit elders. Bij de laatste periode volgt do hond,die zijne woonplaats beeft verlaten, den weg recht voor zich uit, wankelend, het ach terdeel van zijn lichaam slepend, meer en meer instortend, 't Is de verlamming die bc-gint do mergstrengen zijn aan getast, do achterste leden verlammen, daarna de voorste deelen. Dau uitgeput zijnde door de pijnen, rolt het armo dier bier of daar in eene gracht, waar de dood hem spoedig verlost. Ziedaar in 't kort de beschrijving der vreezelijke razernij. Met aandacht gele zen, kau zij diensten bewijzen. De razernij veropenbaart zich ook op andere manier, zeer verschillend van de eerste. Dezo is de woedende razernij de tweede is de stille bondsdolhei-l. De verschijnselen zijn hierbij minder inge wikkeld, minder schrikbarend. Zij is ook veel minder gevaarlijk voor het publiek Eu inderdaad, de verlamming komt vroe ger en begint bij de kaaksbeenderen. In de stille razernij eet de zieke houd niet, bij drinkt, noch blaft, noch bijt. Do kaaksbeendoren blijven open en de hond kan ze niet sluiten. Dit bijzonder ver schijnsel, bij do treurnis en den zonder lingen toestand van het dier, zal dezo soort razernij gemakkelijk doen her kennen Daarbij, deze vorm van ziekte is niet gevaarlijk het dier sterft altijd zonder bijten. Haar vader weigerde zijne toestemming, en zonder deze wilde zij mij niet trouwen. Dat is goed en braaf. Ik liet u roepen, waarde graaf om u te zeggen, dat indien Sofie tot my terugkeert, gij volle vrijheid hebt om haar te bezoeken wanneer gij wilt. De graaf dankte. Gij zegdet wanneer zij terugkeert, voegdo bij or bij. Is het dan aan twijfel onder hevig dat zij terugkeert Wil zij bij mevrouw Bartineux blijven Jufvrouw Lepage ging been toen ik eene kwade bui bad, antwoordde mevrouw eeu weinig verlegen. Uw bezoek eergisteren avond in den tuin werd door mevrouw Bien- jour bemerkt en kwaad opgenomen. Jufvrouw Lepage was te trotsch om mij den naam van den »pan to noemen, die baar bezocht, maar ik vermoedde dat gij het waart. Dat is een misverstand, antwoordde de graaf. Ik was dien avond niet op Montfagon ik beu nooit hier geweest om jufvrouw Le page alleen te zien. ik heb baar niet gezien of gesproken, of gij hebt het geweten. Wat moet liet dan beteekenen vroeg evrouw Mixtome. Wie omhelsde dan het meisje in duu lain Niemand! riep graaf Beaucourt ernstig. Mevrouw Bietjour beeft zich vergist. Maar Sofie verklaarde bet zelf, doch ilde den man niet noemen. Maar mevrouw, zij kent niemand in Stedelijke Werkbeurs van Aalst. Worden gevraagd 1 bakkersgast 1 schoenmaker (leer jongen) 2 stiksters voor kousen enz. 1 jongen van 14 tot 15 jaar 2 leerjon gens voor het kleermaken; 1 goede dieust- meid, loon 20 tot 25 fr. in de maand schrijnwerkers voor Brussel en Namen 10 goede machienbreisters. Vragen werk 1 bakkersgast (groote gast)1 hovenier, dienstig voor alle werk 1 kuiper 1 schrijnwerker (halve gast) daglooners en fabriekwerkers een jongeling met eca zeer goed gedrag, kunnende de Vlaarn- scbo en Frausche talen, vraagt plaats als bediende (schrijver) in fabriekof werk huis. Frankrijk, zij heeft hier geene bloedverwan ten en haar vader woont in Griekenland. De beschuldiging is ongehoord Mevrouw Mixtome belde en beval eenen bediende mevrouw Bienjour te roepen. Graaf Beaucourt kende de vijandige ge zindheid van mevrouw Bienjour en eeu bang voorgevoel kwam bij hem op, dat Sofie door een gevaar werd bedreigd, hetwelk afgeweud moest worden, wilde hij haar en zijn levens geluk niet geheel en al verwoest zien. Mevrouw Bienjour verscheen en verteldo hare geschiedenis met eene uitvoerigheid die goenen twijfel aan hare woorden kon over- lateu. Graaf Beaucourt was verbaasd, maar zijn vertrouwen in Sofie waukelde uiet. Kunt gij mij hetuiterlyk van den man beschrijven, mevrouw Bienjour vroeg hij. Ik heb hem niet goed kuunen opnemen, omdat bet te donker was, maar ik zag toch zijne groote gestalte eu zijnen vollen baard, antwoordde de aangesprokene hij scheen mij jong eu schoon te zijn. Zonderling zegde de graaf, nadat de zaak nog eens over en weêr besproken was maar ik geef u mijn eerewoord, movrouw Mixtomo, dut jufvrouw Lepage niet iu staat is iets on edels te doen. Ik geloof het niet dat een man haar omhelsde. Alleen hare eigen bekentenis zal mij overtuigen. Ik ken haar zoo goed dat ik zelfs de. getuigenis van eenen engel tegen haar niet gelooven zou. leest men - Sedert eenige weken doet de bewa- n rende drukpers ongelooflijke pogiDgen om de christene democraten als bond- genoten der liberalen en socialisten voor te stellen. En om te bewijzen dat de bewarende drukpers de groenen onrechtveerdiglijk beschuldigt, haalt 't Leeuwken aan dat hot Congres van Antwerpen enkel heeft besloten dat de democraten eeno geza menlijke propaganda met allo andere partijen, de calholieke bewaarders begre pen, op het getouw mogeu zetten voor het bekomen der evenredige vertegen woordiging. Versta wel, roept 't Leeuwken, eene propagandageen kiesverbond. En om aan zijne bewering nog meer kracht bij te zetten, schrijft 't Leeuwken A. Het zelfde Congres van Antwerpen heeft zelfs allo kiesverbond met andere partijen verworpen. B. - De propagandakring van Brugge n hoeft, in zijne vergadering van zondag n laatst, met eenparigheid besloten dat u er geen spraak is of kan zijn van kies- verbonden met goddeloozen. - Ehwel, ondanks al de beslissingen zoo plechtig genomen, hebben do groene democraten hier te Aalst een verbond gesloten met de liberalen en socialisten, met de goddeloozen. Het programma tusschen den liberalen Burgerskring, Concordia, de christene volkspartij en de socialistische werklie denpartij van Aalst is verre van eenvou dig eene propaganda te zijn voor de even redige vertegenwoordiging 't is een programma van hervormingen in zekere zaken di,e de liberalen en socialisten naar hunnen geest zouden willon ingericht zien.... En de groenen komen niet beweren dat de liberalen en socialisten geene godde loozen zijn, want wij willen ben hier on der oogen brongen in welke sombere kleuren de held van Chipka, op Zondag 19 October 1890, de liberalen als godde loozen afschilderde Attentie Heeren Kiezers, Morgen, ze verwachten ons morgen b in de respektieve Bureelen. Morgen, zondag, Kiezing g'heel Bel- - genland door, voor den helft der Gemeen- teraden. - 't Is eene groote, een weordige Vry- heid, dat de bevolking haar Overheden mag kiezen. Achtbare Kiezers, let toch op een - zaak voornamelijk Van nooit, ondar geen opzicht, voor niemand, in 't werk - van het hedendaagsche Liberalismus a meê te helpen. - Bestrijdt toch het kostbaarste niet dat er bestaat Uw geloof, uw Katholiek Vaderland. De oogen van mevrouw Mixtome straalden van genoegen. Zij reikte de graaf de hand, die deze greep en warm drukte. Doch na de halve bekentenis, welke Sofie deed, is het noodig dat zij die volledig maakt, zegde mevrouw Mixtome, na eenige oogenblikken gezwegen te hebben. Ik moet weten wie doze man was en waarom hg hier niet aan huis kwam, om naar haar te vragen. Het is uwe plicht graaf Beauconrt, om met haar over deze zaak te spreken. Zy is oner varen in de wereld en reisde alleen van Grie kenland naar Parys. Misschien heeft zij on derweg den man leeren kennen, die haar later volgde en nu lastig valt. Wellicht wae het een harer bloedverwanten. Doch, wie het ook zy, in elk geval is het zeker, dat jufvrouw Lepage den raad van eenen vriend noodig heeft, en ik zou haar gaarne mijne hulp wil len bieden, indion zij maar rechtuit tegen mij wilde opbiechten. Uwe vrees, dat Sofie dezen man toevallig op reis heeft leeren kennen, is niet onwaar schijnlijk, zegde graaf Beaucourt bezorgd. Bij de eerste gelegenheid de beete zal ik de zaak eens ter dege met haar bespraken. Indien iemand gewaagd heeft haar te belagen, zal hij ondervinden dat zy niet zonder beecher- mbr is. Kort daarop nam graaf Beaucourt afscheid en reed naar Charlemont terug. (WORDT VOORTGEZET).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1899 | | pagina 1