Zondag 19 Maart 1899. 5 centiemen per nummer. S48te Jaar 3549 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Droeve rol. De keiden vau Chipka, Keuring De Moordenaar? De duivel en zijne Van tak op tak. In een vliegende bladje, Z. H. Leo XIII. Wandelen gezonden. DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan istweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Land. Guique euum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 18 Maart 1899. Onze erbarmelijke Don Quichotte uit de Vrijheidstraat heeft in de geruchtma kende zaak van Rijsel eene droeve rol gespeeld. Voor het gerecht heeft die triestige sire uitspraak gedaan, geoordeeld en ver oordeeld. Ah I hoe gelukkig was hij niet eens eenen broeder aan den gloeienden haat van zijne geuzenziel te kunnen offeren I Hij had nochtans met zijne vrienden ge zworen deu godsdienstzin van iederen burger te eerbiedigen Ziedaar dus op heeterdaad betrapt de weerde gehecht aan eenen eed, aan eene openbare belofte. Terwijl de socios lachten en heimelijk in die uitzinnige aanvallen genoegen schepten, zwegen onze groenen. Zij heb ben tegen het lafhartig en lasterend schrijven geen verzet aangeteekend. Het Land van Aélst dat eertijds van ont- weeidiging zou recht gesprongen zijn, heeft gezwegen Ah 1 hoe diep moet men niet in het modder gezonken zijn om niet, uit poli tieke vrees, tegen zulke eerloosheden de stem te durven verheffen I Onze poveren artist is ongelukkiglijk alleen niet in dien haatvollen veldtocht tegen den Godsdienst oudernomen ter gelegenheid van die ijselijke moord te Rijsel gepleegd. De Réforme ook die zulke luidruchtige campagne voert voor den veroordeelde van het Duivelseiland, voor Dreyfus, en die dagelijks van recht en onrecht, van schuld en onschuld gewaagt, heeft aan onzen Don Quichotte het laffe voorbeeld Arme geuzerij! die voor eenen beschul digde, waartegen haast geeue bewijzen, slechts vermoedens bestaan, de trompet heeft aangestoken om het reine priester kleed eens te kunnen bezwadderen 1 Voor een bewijs is gevonden, roepen en schreeuwen en vragen zij zijne veroor- - die zonderlinge, buitengewone onder- vraging van den prokureur der Repu- bliek door eenen gazetschrijver. Die rechter, zelfs in de uitoefening van zijn ambt, ter gelegenheid der ge- a ruchtmakende zaak welke op dit oogen- i blik geheel het Noorder-departement in spanning houdt, heeft gedacht aan de n drukpers de opzoekingen van het ondcr- zoek, de redens door haar doorgrond de getuigenissen door haar verzameld te mogen overleveren. Hij heeft zijn oordeel uitgesproken, a sterk gewettigd, over de plichtigheid vau den beschuldigde hij heeft meer gedaanhij heeft de reden onderzocht verondersteld natuurlijk van dezen, ze besproken, er op geantwoord, ze vernietigd en zegevierde zoo verscliei- t> dene maanden op voorhand van eenen opgesloten en ontwapenden tegenstrever. n Voor ons die gewoon zijn aan de achterhouding en aan de weerdigheid a van ons rechterlijk korps,schijnen zulke noodwendigheid van geruchtmakend reklaam en zulke zucht er eene reden van vooruitgang in te zoeken, heel zon- derling. Hoe zonderlinger is het gedrag x van den algemeenen prokureur en van den minister niet in deze zaak Noch de eene noch de andere denkt het noo- dig er tusschen te komen, om tot den plicht en de welvoegelijkheid dien ma- x gistraat terug te roepen welke ze zoo a gemakkelijk uit het oog verliest. Hoe zulk voorval uitleggen dat nie- mand in Frankrijk schijnt onwettig te vinden, a Wat denkt Don Quichotte over dit schrijven Zal hij er op antwoorden Wij zullen zien Wij zullen echter de dwaze logiek van onze povere artisten niet toepassen. Wij zullen de liberale partij niet beschuldigen met die geruchtmakende redresseurs de torts te willen aanspannen. Neen, er zijn uitzonderingeu. Wij willen hier eenige regelen vertalen uit Le Journal des Tribunauxaan wier hoofd M. Picard staat en wij bevelen ze aau de armtierige kribbelaars van den poveren Dendergalm. Alle eerlijke lieden zullen die taal toe juichen Onder de menigvuldige verwondering- wekkende dingen die in deze laatste n maanden de Fransche magistratuur ons aanbiedt, zal de kleiuste niet zijn stippen het als een triomf aan door heu behaald dat de blauwen en rooden hebben gezworen de godsdienstige overtuiging van al de Aalstenaren te eerbiedigen eu de bestaande toestanden betrekkelijk den Godsdionst te behouden. Do helden moeten waarlijk door wraak zucht ten uiterste verblind zijn, om nu heden nimmer te begrijpen dat men, in zake van religie, op de beloften, van de blauwen en rooden al, waren zij duizend maal onder eed bevestigd, geen staat ma ken mag... Vroeger waren de heldeu hiervan zoo zeer overtuigd dat ze 't volgende schreven: AalstAalst g'en zoudt uw droeve dagrn nog niet overzien hebben men zou u priugelen en zwingelen en eens in de slavernij der Logie, geraakt er I x uit Men deukeer toch ernstig op 't eu is geen zaak van Personen, maar I van algemeen Belang, van opperste x Belang; laat ons edelmoedig zijn en i opoffering doen voor de Goede Zaak; i n geen persoonlijke genegenheid mag ons leiden, ook geenen afkeer of haat, niets dan 't algemeen welzijn en de sterkte der Katholieke Bewarende Ge- n zindheid. Dus gestemd als één man voor de lijst der Eendracht. Ge zweert eerbied aan alle denkwijzen. ii Maar zijt ge dan geen liberalen meer Hebt gij u bekeerd Gaat gij boetveerdigheid doen, gelijk Reynaert de Vos op Malpertuis Zijt gij alle zeven van de Fransche Congregatie ge- n worden of Tertiarissen Eerbied voor alle denkwijze 1 En in alle groote steden roepen en schrijven uwe confraters: Geen rust geen verpoozen of de katholieke Kerk moet weg Dat is onze vijandinnö x Weet gij niet dat het hedendaagsche Liboralismus d'onverdraagzaamheid is en de tirannie Hebben wij hier niet gezien arme garentwijnders, die hun x meesters rijk maakten, verdrukt in hun zondagsche vrijheid, verdrukt in hun kinderen,in de ziel vau hun kinderen, dat het trouwboekske moest komen, verdrukt in hun zieke familieleden Heeren, uit eerbied voor aUe denkwijzen, zoudet gij hier den Religiehaat doen werken, gelijk hij in alle liberale steden be- staat. De Fransche Opsteller van Dendergalm beweert dat wij wekelijks artikels meê- deelen over de gevaren die de Religie zou loopen indien het blauw-rood-groen ver- boud moest zegepralen. Men zou zeggen, schrijft Monsieur le Redacteur «dat 's anderdaags na de blauwe-roode-groene zegepraal de kerken zullen geplunderd, de autareu ontheiligd en de priesters vei bannen worden Maar wie heeft dat alles geschreven?... De helden van Chipka de bondgenoten van liberalen on socialisten eu De Den- derbode bepaalt zich slechts te herhalen wat zij vroeger in 't Land van Aelst heb ben afgekondigd. En dat zal De Denderbode blijven doen spijts Monsieur le Redacteur, want wij zijn nog op verre aan 't einde niet. III. Koeien en Veereen Zestien dieren aangeboden. lu Prijs Hiloné De Cocq, Erembodegem. 2a J. B. Van Cauter, Lede. 3® n E. Buys, Nieuwerkerken. 4® n M. Presiaux, Lede. Plaatsvervangers Joannes De Witte, Aalst en Hiloné De Cocq, Erembodegem. Onder de groote stieren vinden wij eenige goede «lieren en veel slechte. De twee eerste prijzen en den eerste plaats vervanger zijn halve broeders, afstam melingen van eenen stier der. kinderen Daelman, die bier over drij jaren door alle liefhebbers is bewonderd geweest. Nog een bewijs dat er dient naar goede stamvaders uitgezien te worden om 't ras te verbeteren. Onder dejonge stieren weinig goede; vele kalveren die slecht zijn verzorgd ge weest in hunne jeugd eu aldus ten onde ren gebleven. Voor de koeiëngaan wij achteruit, ten ware «Iejury ons toeliet van de lijst der prijswiuuers van onder naar boven te lezen. M. Hiloné De Cocq zou er niet bij verliezen, en de liefhebbers die de dieren goed hebben nagezien zouden ons goed keuren Zou het misschien genoeg zijn dat eene koe een Hollandsch kleed draagt om geene fouten in do lijnen en lichaams bouw meer te bespeuren Wij beknib belen Diet geerne de jury.doch hier gaat het over zijn hout. Niettemin elk zijn goeste, eu 't ware dwaas ons gedacht aau iedereen te willen opdringen. - Taurus. Cantonale WIE IS NAAR HET HOOGDUITSCH van EDUARD WAGNER. 67"® VERVOLG. XXVI. - HEER EN DIENAAR. Filip Piron deed geene enkele poging om den vluchteling te vervolgen ook had hij be sloten zijne vermoedens voor zich te houden. Noch jufvrouw Lepage, noch Johanna moch ten weten dat hij dezen man kende. Hij scheen den uitroep van Johanna als eene voldoende verklaring voor het verdwijnen van jufvrouw Lepage te houden. Het is een minnaar, Johanna, zegde bij met een eigenaardig lachje wij zullen haar niet verraden. Mevrouw maakt zich zeer ongerust luat ons spoedig met mejuffer naar huis gaan, riep Johanna kom mejuffer, gij behoeft zoo niet te beven. Wij zullen er niemand iets vau Sofie antwoordde niet, maar ging naar het slot. Aan do deur werd zij door mevrouw Mixtome en mevrouw Bartineux ontvangen, die zeer opgewonden waren. Mevrouw Bien- jour stond achter haar, hare scherpe oogen trachtten de duisternis te doorboren. Hier is zij riep ze, toen Sofie de trap pen opklom. Jufvrouw Lepage wij zijn bijna dood vau schrik, waar zijt gij geweest Jufvrouw viel in eene kloof, antwoordde Piron voor Sofie zij ging naar de klippen om naar het ruisscheu der zee te luisteren en gleed op de glibberige rotsen uit. Het is een wonder dat zij niet dood is. Noch Sofie, noch Johanna spraken deze leugen tegen. Eene tegenspraak zou Sofie in eene nog ergere positie gebracht hebben. Hare bleekheid en de natte zoomen van haar kleed gaven aau Filips woorden den schijn van geloofwaardigheid en niemand, behalve mevrouw Bienjour, twijfelde er aan. Mevrouw Mixtome noodigde Sofie uit de zen nacht op Montfa§on te blijven, maar een blik op het spotachtig gelaat van mevrouw Bienjour deed haar het verzoek afwijzen. Zij was overtuigd dat hare vijandin de bewering van Filip betwijfelde, dat haar zwijgen eene bevestiging van diens woorden scheen. Hare waugen gloeiden eu zij wist bijna niet wat zij deed. Ik moet heen, mevrouw Mixtome, zegde der Runddieren te Aalst. 14 Meert 1899. 50 stieren werden aangeboden. I. Stieren met tanden 1® Prijs Lod. De Wilde, Erembodegem, met P< ius. 2® Gust. Maltbys, Hofstade Osman. 3® Jos. Cobbaut.Aalst-Mijlb.» Léon. 4° Fr. De Petter', Paul. Plaatsvervangers Daelman kinderen van Hofstade en W® Vermeuleu, Lede II. Stieren zonder tanden 1° Prijs J. B. De Coomau, Welle. 2® n L, De Wilde, Erembodegem. 3® J. Cobbaut, Mijlbeke-Aalst. Plaatsvervanger Sev. Van Wezemael, Erembodegem, Torjoden. zij, en haar angst en onrust namen toe, toen eenige andere gasten uit het salon in het por- taal kwamen. Houd mij niet terug, ik ben I zeer wel. Wij zullen Sofie op Charlemont goed verzorgen, zegde mevrouw Bartineux. Gij moogt mij jufvrouw Lepage toevertrouwen. Jufvrouw Lepage kan doen wat zij ver antwoordde mevrouw Mixtome. Wan neer zij wil gaan, zal ik baar niet terughou den morgen zal ik iemand zenden om te vernemen hoe het met haar is. Gij weet Sofie, voegde zij er op erustigen toon bijdat ik u liever zou houden na zulk een ongeval moest gij dien langen tocht niet ondernemen. Ik moet heen, herhaalde Sofie beslist. Mevrouw Mixtome drong niet langer aan. Zij leidde het meisje naar de kleedkamer. Sofie's treurige blik bij 't afscheid bewoog mevrouw haar nogmaals te omhelzen, Ik wil u vertrouwen, mijn kind, zegde zij zacht. Gij moet de volgende week weer bij mij komen,om met mij naar Parijs te gaan. Zij bracht Sofie naar de deur en zag haar in het rijtuig stappen, over welke vriende lijkheid mevrouw Bienjour zeer boos was. De jonge graaf hielp Sofie op hare plaats, zelfs de markies toonde zich vriendelijker dan te voren en vroeg of zij zich niet bezeerd had. Het rijtuig vertrok Sofie ging iu de kus sens liggen en sloot de oogen om alle mo- handlangers. Eenige jaren geleden riep M. Ro bert,vroeger liberale volks- vertegenwoordiger van Brussel, in eene meeting De duivel is ons aller opperhoofd, n onze vader. De eerste is hij tegen God opgestaan x en heeft uitgeroepen Ik zal u niet r dienen Zoo doen wij ook Weg met God en leve Satan Nu heden schrijft de liberale Chronique op hare beurt De duivel is de vader van al de revo- x hitiemannen, van allen die de wet Gods x niet willen aannemen en M. Vander n Kinderen heeft dus overschot van gelijk x een verbond te willen sluiten met den x duivel om de catholicken te verdelgen. 't Is onbetwistbaar dat de blauwen en roodeu de gezworen vijanden zijn var God, Kerk en Priesters, want hunne leer stelsels, hunnen handel eu wandel be wijzen het zonneklaar. Nu 't is evenmin onbetwistbaar dat de blauwen en rooden tot bijzonder doel hebben den godsdienstzin in de herten der raeuschen uit te dooveD, om dan hun ne heerschappij te vestigen op de puinen onzer christeue samenleving. Eu in die omstaudighedon, men moet toch de schijnheiligheid tot de uiter ste palen drijven, gelijk- de Aalstersche blauwen en rooden, om hel art. 1 van 't blauw- rood- groen programma bij te treden, luidende Eerbied voor de godsdienstige over- x tuiging van al de inwoners. Handha- x ving der bestaande toestanden betrék- x helijk den Godsdienst Mannen die roepen Weg met God, leve Satan en die met dezen laatste een verbond willen sluiten zouden God. Kerk, Godsdienst en Priesters eer biedigen 1... Wie zal dat aannemen I... Denkt de firma van Anker en Zonne dan toch dat de catholieke Aalstenaars dwaas ge noeg zijn om zich door die schijnheiligheid te latèu om den tuin leiden JDat de heldeu vau Chipka wier hersenpan door wraakzucht benevehl is, die schijnheilige verklaringen voor goede munt aannemen dat is begrijpelijk, maar niemand die zijne vijf zinnen bezit zal men er kunnen beet meê nemen in den loop dezer week alhier verspreid door de helden van Chipka wordt er ge spot met de openbare werken door ons catholiek Bestuur uitgevoerd en bijzon derlijk met de brug aan de Hertshage die men Brugge-berg-op heet. Vroeger jaren wanneer de helden hunne partij nog niet verraden hadden, werd er in H Land van Aelst met uiter sten lof gesproken over de openbare wer ken door ons catholiek Bestuur uitge voerd. Ten bewijze willen wij hier laten vol gen wat 't Land van Aelst van 5 October 1890 over de openbare werken schreef Aalst. Welke verandering aan de Hertshage, die oude vermaarde plaats van 't Graven Aalst 1 Scboone Kaaien, eene Brug aau den Zwarten Hoek reeds voltooid, een ander Brug n aan den Moxdmolen, (Bruggo-berg-op), twee Steenwegen en reeds begint men op die hoogte te bouwen. Aalst is een der schoonste ste- den van Vlaanderen geworden dank aan ons catholiek Bestuur... Wie durft x dat loochenen wie zou zoo onrecht- veerdig durven spreken Langs alle - kanten der Stad ziju groote verbeterin- gen en schoone verfraaiingen tot eer van Aalst, tot voordeel van ambachts- man eu werkman... Wie zal zeggen x hoeveel duizende en duizende franken «lie nieuwe gebouwen aan Dam. Vaart, Statie, Dirk-Martensstraat, enz. enz., noeveel duizende franken die werken hebben gebracht aan Metsers, Schrijn- x werkers, Schilders, Smeders, aan kalk- n steen-ijzer-en houtkoopmans!... En wat doen de liberalen Ons hertebloed x uitzuigen door hun scholeu en door hun medehulp aan 't zedebederü. Ze zijn wreed de sommen die de Stad jaarlijks moet steken ia de liberale scholen... Wij staken hier, het vervolg tot betere gelegenheid voorbehoudende. Wie, vraagt 't Land van Aélstdurft dat loochenen wie zou zoo onrechtveer- dig durven spreken En wij ant woorden: Zij die uit hoogmoed, baat zucht en wraak, hunne partij heb ben verraden en de paljassen der blau wen en rooden zijn geworden ten bate van den Judaspenning 1 Men weet dat Z. E. Cardinaal Goossens, Aartsbisschop van Mechelen,dezer dagen, in bijzonder gehoord werd ontvangen door Z. H. Leo XIII. Z. H. Leo XIH sprak in 't latijn tot Z. E. den Cardinaal en drukte de wensch uit dat België nimmer onder de heer schappij van 't liberalism vallen zou. Daarom, zegde Hij, is het noodig, dat de Belgische catholieken vereenigd zijn en zich onderlinge verstaan. Ik houd niet op dit aan te bevelen maar ik kan niet altijd de stem verheffen. Zy moeten naar de Bisschoppen luisteren en de catholieken moeten zelf ieveren a voor de eendracht. Advies aan de helden van Chipka Kokos-boter. Het Fransche tuin bouwblad Le Jardin deelde onlangs mede dat de kokos-boter op weg is de dierlijke boter te verdringen. Door Algiersche landbouwsyndikaten wordt ze de gebrui kers zeer aanbevolen. Volgens een pros- pektus is deze boter gemakkelijker ver teerbaar en ook gezonder dan die van koeimelk ze wordt niet ranzig, terwyl men in het gebruik aau twee derden evenveel heeft als aan drie derden der aandere. Een aangenaam vooruitzicht voor de zuivelhandelaars. Menheer August-Adolf Daons had Het Nieuws van den Dag een antwoord ge zonden op een artikel en het blad wei gerde het af te kondigen om reden dat er l erde personen in de zaak gebracht waren. De Rechtbank van Brussel heeft gelyk gegeven aan Het Nieuios van den Dag en Menheer August-Adolf wandelen gezon den met de onkosten aan zijne slippen. Om rozenstammen te verkloeken. Sommige rozensoorten hebben zeer zwakke stammen en kunnen zich niet alleen recht houden, als ze met bloemen beladen zijn. Om den stam te verkloeken is het goed de struiken te begieten met eene oplos sing van ijzersulfaat men mag dat enkel maar doen als de rozenknoppen reeds goed gevormd zijn. De stammen verkrijgen daardoor ge noegzame kloekte. gelijke vragen te ontwijken maar graaf Boauoourt wist zeer goed dat zij niet sliep. Toen zij liet portaal van Charlemont weer binnentraden, waren graaf Beancourt en Sofie een oogenblik alleen, want de markies begaf zich terstond naar de bibliotheek en mevrouw Bartineux naar de huiskamer. Daar vroeg de graaf voor 't eerst, wat er gebeurd was. Ik heb niet gezegd, dat er een ongeluk heeft plaats gehad, antwoordde zij, hare oogen onbevreesd naar den graaf opslaande. Filip Piron zegde het, ik niet. Was het geen ongeval Neen. Filip Piron en Johanna troffen ij aan op weg naar huis. Er was iemand bij ij dezelfde man die ik reeds vroeger op Montfa£<ni zag. De graaf werd ernstig, maar de oogen die op hem gericht waren, zagen hem open en eerlijk aan. Ik vertrouw u Sofio maar zou het niet beter zijn dat gij mij alles verteldet. Ik v dat de eene of andere ellendeling, dien gij wellicht toevallig op reis hebt ontmoet, zich nan u heeft opgedrongen. Uw vader is te ver van hier dan dat hij u met raad en daad kan bijstaan daarom zeg aan mij of aan mevroui Mixtome alles. Denk er dezen nacht eens ove na en weet wel, dat de raad van hen, die de wereld beter kennen dan gij, u voor veel kwaads kan behouden* Sofie fluisterde eenen goeden nacht en ging naar hare kamer. Mevrouw Mixtome zal nu de waarheid wel reeds gehoord hebben, sprak zij bij zich zelfwant Johanna zal hare meesteres niet beliegen. Wat moet zij van mij denken Ik beu bang van Filip Piron. Hij vermoedt de waarheid ik zag het aan zijn lachen. Wat zal hij doen en wat zal er van mijnen vader geworden Terwijl zij zoo dacht en de vree» haar pij nigde, deelde Johanna de ware toedracht der zaak aan mevrouw Mixtome mede. Een man bij haar riep zij, niet kunnende gelooven dat zij goed gehoord had. Is haar dan geen ongeval overkomen Heeft zij dan de waarheid niet gezegd - Neen, mevrouw, Filip Piron sprak on waarheid. Mejuffer was zeer stil. De arm jonge jnffer zou dit niet gedaan hebben Filip verzon eene leugen, om haar alle vragen •n opmerkingen te sparen, mevrouw. Wat zon mejuffer gezegd hebben indien zij had moeten spreken van haar onderhond met eenen minnaar Een minnaar herhaalde mevrouw Mix tome, aan den graaf denkend. Hoe zag hij er uit Dat kon ik niet zien. Filip hief de lantaarn omhoog, maar hij sloeg hem die uit de hand. Ik zag alleen een vollen, zwarten haard. Vertel niemand iets van dit voorval, zegde mevrouw, na eenig nadenkem. Ik wil er geen gepraat over. Johanna beloofde te zwijgen en keerde naar hare kamer terug. Kan ik aan dit meisje twijfelen vroeg mevrouw Mixtome zich af, toen zij alleen was. Onmogelijk zij is rein en onschuldig als een engel, De een of andere ellendeling heeft zich aan haar opgedrongen en zjj schrikt nu voor terug mij dit te bekennen. Wen er ik bleef aandringen het my mede te doe len V Ik zal haar zoo aanspreken, dat zy niet staat is haar geheim langer voor zich te honden ik wil en moet het weten. Terwijl mevroew Mixtome metznlke ge» dachten hare kamer onrustig op- en melrliep, terwyl graaf Beaucourt zich uitputte om eene verklaring te vinden voor Sofie's verdachte handelwijze, terwyl Sofie zich aan hare smart overgaf werd er in eene kamer van Char lemont een tooneel afgespeeld, dat wel in staat was meer dicht te verspreiden over het duistere drama der familie Charlemont. De markies was naar zijne bibliotheek, waar hij bleef tot alle bewoners van het hnia zich te rust hadden gelogd, Toen zocht hij ook zijne eigene kamer op. (Wordt voertgeeet)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1899 | | pagina 1