Donderdag 20 April 1809,
5 centiemen per nummer.
54810 Jaar 3558
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 1 Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
VERHOOR
bij Z.H.Leo XIII.
GELUKKIG SCHOT.
De ambachten
verdwijnen.
Langrand en de Hirsch
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwilaritiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Land.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00Vonniss# cp
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen deD
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voer de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden tee Bureel#
van dit blad.
Aalst, 19 April 1899.
Alle goede zaken moeten herhaald
worden en zoo komen wij terug op 't ver
hoor 't welk de Belgische catholieke
dagbladschrijvers bij Z. H. Leo XIII ge
noten.
Tot. een Luikenaar zegde de II. Vader
Ha I Gij waart ginder in den strijd
a ongelukkiglijk hebt gij u verdeeld. Ik
heb vernomen dat zondag een socialist
gekozen is. Ge moet de socialisten
a bestrijden, wat doet gij daartoe
En de Luikenaar antwoordde
H. Vader, wij werken en hebben veel
sociale werken gesticht.
En Z. H. Leo XIII hernam
Ge moet u vereenigen en ze
a krachtdadig bestrijden.
De helden van Cbipka zitten leelijk in
nesten met die uitdrukkelijke bevelen van
den H. Vader en ten bewijze willen wij
hier letterlijk overschrijven wat Het
Land van Aélst n van 9 April 11. over
't verhoor der catholieke dagbladschrij
vers meêdeelt
Over weinige dagen werden veel
gazetschrijvers der Bewarende Partij
door den ouden Paus ontvangen, herte-
a lijk gezegend en Leo XIII sprak de
volgende woorden uit
Ik heb vernomen dat een socia-
list gekozen is te Luik het is een
droeve zaak. Gij hebt een katholiek
- ministerie, het is nog aan 't bewind
doch ik vrees dat het weldra zal omge-
worpen worden, indien de katholieken
verdeeld blijven. Gij moet u vcreenigeu
en wederzijdsche toegevingen en opoffe-
ringen doen.
En dau roepen de helden uit
Die woorden zijn klaar cn uitdruk-
kelijk. -
Ja, de bevelen van Z. H. den Paus zijn
uitdrukkelijk en zoo uitdrukkelijk, groene
helden, dat ze op uw geweten liggen cn
dat zoo lood zwaar dat go zorgvuldig en
met opzet verzwijgt dat Z.H.Leo XIII
bevool
Ge moet de socialisten bestrij
den
Ge moet u vereenigen en ze
krachtdadig bestrijden
Maar geen wonder I Die bevelen van
den II. Vader spreken immers de veroor
deeling uit van hot Dacnsism of zoogezegde
christene Volkspartij.
En uwe eigene veroordeeling afkon
digen, moeten bekennen dat de H. Vader
u afkeurt wanneer gij gedurig beweert
EEN
10* VERVOLG.
Bij deze gedachten betrok eene hevige
smart het hard der afgematten deze teleur
stelling was zeer pijnlijk, en hernam geheel
hnnne hoop.
De jonge Israëliet scheen door de droefheid
van de ongelukkigen getroffen, en fluisterde
hnn zachtjes toe
Gij moet niet vreezen, de kozakken zul
len in dit woud niet komen. Zij zullen u niet
hebben.
Dan krijgen ons anderen, hetzij de hon
ger of de koude, lachte Johan met treurigen
weemoed, en trok de jonge knaap, die het
hoofd vooruit stak, in het woud terug.
Ik zeg u, zeide Johan, dat ik u wurg
zoo gij ons door een teeken of schreeuw aan
de kozakken verraadt.
Zacht beweerde de knaap het niet te doen,
en bukte onder eenen struik. Toen de kozak
ken, zooals do knaap voorzegd had, eene
dat Hij u goedkeurt wij begrijpen het dat
kon over uw hoogmoedige en wraakzuch
tige herten niet I
Maar uwe stilzwijgendheid zal u niet
baten, 't Is immers gekend en geweten
door al wie het weten wil, dat Z. H. Leo
XIII bevool
Ge moet de socialisten bestrijden
en dat gij, Helden van Cbipka, in plaats
v&n de socialisten en de liberalen te be
strijden, met hun een verbond hebt ge
sloten, om do catholieke partij van 't be
stuur des Lands eu uit do stadhuizen te
verjagen.
Ondanks den kaakslag dien de H. Vader
aan de Helden eu hunne kliek komt te
geven, zullen zij onbeschaamd genoeg zijn
ora zich blijven voor te stellen als «Ie ware
volgelingen van Z. H. Leo XIII, als man
nen die alleen de encycliek iu waarheid
en rechtveerdigheid toepassen en;hier
om door Hem goedgekeurd worden.
Ook 't bevel van den H. Vader Ge
moet u vereenigen.... wordt in den
wind geslagen.
Non possimus, antwoordt de Domine
der groenen nu is 'f onmogelijk de
Menigte van H Volk eou hare Aan-
- voerders niet volgen ze zou naar
H socialisnius overslaan gelijk in de
Walen en gelijk te Brussel.
En dat wordt geschrevon door do hel
den die met de socialisten een verbond
hebben gesloten, en aldus huune blinde
aaniiaugers bij 't socialism onvermijdelijk
zullen inlijven.
Nu is H onmogelijk zich to vereeni
gen, roepen de Helden, in andere woor-
deu wil dit zeggeD Catholieken, toij
blijven uwe vijanden Aan ons dus, iu
tegenwoordigheid dezer reeds dikwerf
herhaalde oorlogsverklaring, het Daou-
sism of groene socialism te bestrijden met
de zelfde krachtdadigheid als hunne
bondgenooten,de liberalen en socialisteu
De Benedictijner-orde telt, volgens
«le laatste aflevering der Civilla Cattolica,
thans congregaties, bestaande uit drie
duizend vijf honderd zeventien monniken
en duizend drie honderd drie en twintig
conversen. Deze congregatiën zijn die
van Monte Cassino, de Engelscbe, de
Zwitsersche, de Bcierschc, de Braziliaan-
sche, de Fransche, de Amerikaansch-
Kassineesche, de Zwitsersch-Amerikaan-
sche, die van Beuren, van Sabiako, van
de Onbevlekte Ontvangenis eu van Sint-
Joseph in Oostenrijk, die van St-Ottolia,
en do Hongaarschc. Bovendien zijn er nog
vijf onafhankelijke abdijen.
Tot de Benediktijner-orde behooron
thans de Cardinaal Aartsbisschop vau
Palermo, Mgr Celesia, en die van Gran,
Mgr Vaszary, nog twee Aartsbisschoppen
en zes a Abbates nullius.
andere richting volgden, en eindelijk in het
uitgestrekt sneeuwveld als een zwart gewemel
verdwenen, ademden de broeders en Johan
weer vrijer.
IV. DE HERBERG VAN DEN
POOLSCHEN JOOD.
Toen eindelijk de kozakken geheel nit hot
gezicht vordwenen waren, kropen de vluch
telingen uit hunnen schuilhoek, en Julius,
aan wien de angst van den jongen Irsaëliet
niet ontgaan was, schonk hem voor zijne
oprechte waarschuwing een gondstnk. De
kuaap daarover verheugd, verzekerde hen,
dat zij nu zonder gevaar hot dorp naderen
konden.
Meent gij, vroeg Theodoor, dat ons de
eigenaar der herberg voor geld en schoone
woorden rust in zijn huis geven zal
O ja, lachte do knaap sluw; voor geld
zal hij nog meer doen. Voor geld zal hij u
voedsel geven en zoo goed verbergen, dat u
geen kozak vinden zal.
Deze woorden gaven den vertwijfelden toch
weer eene vonk hoop. Dankend verwijderden
zij zich van hem, en voor dat een halfuur
verloopeu was, hadden zij den heuvel bereikt.
Het eerste huis was gelijk de knaap gezegd
Vele menschen zijn het eens om te be
kennen eu te betreuren dat er tegenwoor
dig in de verschillende stielen zoo weinig
wezenlijk goede en kuudige werklieden
gevonden worden.
Wilt ge een voorbeeld
Sedert jaren loopen oudheidliefhebbers
de dorpen af, om oude meubelen,beelden,
pottekens en pannekens in koper, brons
en aarde op te zoeken,en betalen er eenen
goeden prijs voor.
Zal zulks ook gebeuron met de veel
soortige meubelen eu voorwerpen in den
tegeuwoordigen tijd vervaardigd
't Is hard te betwijfelen..
Waarom
Omdat in de middeleeuwen de bekwaam
heid en kunstzin der werklieden, in do
gilden verzorgd en ontwikkeld eu door
huune tijdgenooten hoogst gewaardeerd
werden.
Wie heden 't bestkoop een voorwerp
levert, die wordt geprezen en de kunstige
werkman moet met de armen overeen
naar klanten wachten of voor zijn eigen
magazijn wcrkeD.
Eu nochtans bekent de vreemdeling,
en de geschiedenis is daar om het te be
wijzen, dat de Belg in zake van kunst
aanleg voor niemand moet onderdoen.
Waaraan die toestand te schrijven
Aan het gebrekkig vakonderricht.
Na een jaar of twee bij eenen meester
die zich zelf dezen titel gegeven heeft
gewerkt te hebben, acht de leerjongen
zich reeds bekwaam om zelf op eigen
vleugels te vliegen en den geleerden stiel
meesterlijk te oefenen.'t Spreekt vau zelfs
dat zijne leerjongens er op hunne beurt
nog al wat minder zullen van afrapen en
zicb na een paar jaren leeftijd ook alweer
als meesters zullen zetten.
Heden is de werkman te zeer alleen
staande en aan zijne eigene krachten
overgegeven, de ingeborene kunstsmaak
wordt niet outwikkeld, en zijn geest, bij
gebrek aan kunstopleiding, verheft zich
niet boven het alledaagsche.
Zelfs tot over weinige jaren trof meu
werklieden aan, die beweerden dat het
teekenen hun slechts weinig vau nut
was.
De Fransche revolutie, met de gilden
af te schaffen, heeft de kunst eenen doo-
delijken slag toegebracht.
Het redmiddel
Dikwijls wordt er geschreven over het
nut van de herinrichting der gilden op
den ouden voet.
Wie heeft de wcrlicden gevormd, dio do
prachtige kasteelen en paleizen, de heer
lijke kathedralen bouwden, wier over
had eene herberg, en door het verward ge
rucht, dat uit de onderste verdieping op
steeg, vernamen de luisterenden dat er veel
volk verzameld was.
Waren er misschien nog kozakken achter
gebleven Deze vraag verdiende ernstige
overweging, en juist wilden zij zich achter
eene schnur verbergen, toen er een onge
meen, sterk man buiten de deur trad. Zijne
kleediug, en zijn scherp afgeteekend gelaat
verrieden iu hem een Poolschen jood. Hij
hield zijne diep liggende oogen, welke van
vuur straalden, op de van uitputting sidde
rende vluchtelingen gericht. Doch nauwelijks
had Julins een paar goudstukken, waarvoor
hij rust en voedsel voor hem en zijne gezellen
verlangde, getoond, of het gezicht van den
jood, die de eigenaar van de herberg was,
werd vriendelijk. Hij deed een stap buiten de
deur, en verzocht hen binnen te gaan. Niet
zonder hardklopping werd zijne uitnoodiging
aangenomen.
De nederige, met tabaksrook gevulde
drinkkamer waarin de gebroeders door Johan
geleid werden, was een duister, afzichtelijk
vertrek.
Rond ruw aaneengoslagen tafels en banken
zaten vele boeren, bijna allen door brande
wijn beschonken. Zeisens, vorkon en gewe
ren, leunden en kingen tegen den muur,
blijfselen hedeu nog de scheppingskracht,
de kunstvaardigheid eu 't arbeidsvernuft
vau die dagen luisterrijk getuigen
Wie heeft toen den arbeider gemaakt
tot. een edelman in denk- en handelwijze,
hem verheven in waardigheid en hem in
staat gesteld een rechtmatigen invloed te
doen gelden op den gang der openbare
zaak
De samenwerking der Gilden van am
bachten en neringen 1
De Engelscho regeering is ernstig voor
nemens iu dit land het gildewezen te her
stellen. Reeds heeft zij in dien zin een
wetsvoorstel neergelegd, waaraan al de
vertegenwoordigers der vakvereenigingen,
op eene confereucie vergaderd, hunne
goedkeuring gegeven hebben.
Volgens dit wetsontwerp, zouden alle
bazen die gezellen of leerlingen in hunnen
dienst hebben, verplicht zijn van eene
gilde te maken. De conferencie der vak
vereenigingen stelt voor deze verplichting
uit te breiden tot de grooto nijveraars,die
ambachtslieden in dienst hebben, opdat
zij in evenredigheid van hot aantal ge
zellen, insgelijks zouden bijdragen in de
uitgaven, welke de gilden zullen te doen
hebben, ten behoeve der gezellen en leer
lingen.
De afgevaardigde der regeering bij de
conferentie nam dit voorstel aan. Buiten
de gilde zullen dus allecu blijven de
kleine bazen, welke zonder hulp werken,
en de nij veraars, voor zooveel zij geene
ambachtslieden in dieust hebben
De conferencie eischt vau de gildeleden
een bewijs van bekwaamheid iu hun am
bacht. De regeeriug echter zou wilieu
wachteu tot de nieuwe inrichting eenigen
tijd zal gewerkt hebben.
De regeering is van gevoelen, dat het
verplichtend lidmaatschap van ecue gilde
met do daaraau verbonden strafbepalin
gen, voorloopig een voldoende wapen zal
zijn tegen de oneerlijke concurrentie.
Hy alleen zal recht hebben op den titel
van meester te dragen, die het am
bacht geleerd en de voorgeschreven proef
van bekwaamheid afgelegd heeft. Doch,
zonder moester te zijn, zal men recht
hebben leerlingen te vormeu, als men vijf
jaar baas is geweest, 't is te zeggen voor
eigen rekeniDg heeft gewerkt.
De maatschappij der
^-.rlnignnliaflinhhorc vau het
Westen heeftin algemeene
vergadering besloten,
voortaan de Fransche
richtingen te verlaten en de jonge duiven
naar Engeland to- zenden. Dit besluit
heeft voor reden, de moeilijkheden van
alleu aard, die door do Fransche Over
heden voor douanen, vervoei kosten, enz.,
worden in den weggebracht. Voor Enge
land zullen de kosten de helft minder
zijn.
en de uitdrukkingen welke deze dronkaards
in hunne hevige gesprekkon gebruikten,
waren geschikt om de moedigsten nog schrik
aan te jagen.
Zoo, noemt hier plaats, zeide de jood,
de even aaugekotnenen eone ledige tafel in
een hoek der kamer wijzende. Daarop ver
wijderde hij zich om brandewijn, brood en
vleesch te halen.
De drie gasten waren thans het voorworp
der algemeene opmerkzaamheid en een der
boeren, die een weinig Duitsch spreken kon,
vroeg hun wat landslieden zij waren,
feaksers, antwoordde de oude soldaat,
in do hoop vriendelijk behandeld te worden,
omdat eertijds deze landstreek onder Saksisch
bestuur stoml.
Deze noodleugen bracht wezenlijk eene
goede uitwerking te weeg; de boeren, die zoo
even dreigende blikken op hen wierpen,
kwamen hnn bescheid doen.
Daarop volgden eenige oogenblikken rust
en van de weldadige warmte doordrongen,
bogen de broeders eu Johan zich over de tafel
en sliepen iu.
Toen zij tegen den avond weder ontwaak
ten, waren de meeste boeren vertrokken. Bij
het vuur zagen zij Franschen, die men tot
heden noch brood noch drank gegeven had.
Gy hebt eens goed geslapen 1 riep de
De baronnes de Hirsch, weduwe van
den schatrijken bankier van dien naam,
is onlangs overleden.
De baronnes wa3 eene Jodin, cn dc for
tuin welke haar man achterliet, was over
groot.
De liberale bladen bezingen luide den
lof der afgestorvene, die zoo mild was en
zooveel gaf.
Bovendien gaf baronnes de Hirsch niet
alleen aan joo-lsche IiedeD, maar ook aan
audere menschen.
Dat is geheel schoon, zegt de Courrier
de VEscaut; doch hij redeneert wat
over de fortuin in kwestie.
Het kan eons te pas komen, zegt het
blad, bij deze gelegenheid te herinne-
i) ren van waar het grootste deel dezer
fortuin afkomstig is. Deze reusachtige
n fortuin van rond do 400 miljoen, is
voor ruim deel bijeen gegaard mot de
puinou en weëen welke in ons land
gezaaid zijn geworden door de hatelijke
tt geld-omwenteling, op zoo iinksche
wijze aangestookt en voltrokken door
de joodsebe bankierdorij, die in dit el-
lendig werk door het Belgisch libera-
lism werd geholpen.
Eene dor zaken welke Langrand-
Dumonceau had aangegaan, was deze
a der Tursche ijzerenwegen, door M.
Bara - eene zaak in de lucht ge-
a noemd, (une entreprise dans les brouil-
lards). Als joderij en liberalism de
catholieke golJmaunen hadden doen
a tuimelen, zoo heeft de joodsche bankier
- de Hirsch de zake der Turk.sche ijzeren-
n wegen hernomen, en hij heeft er 200
miljoen aan gewonnen I
Baron do Hirsch had, zoo schrijft do
Chronique, tijdens den val van Lan-
grand-Dumoneeau, eenige vergunnin-
gen afgekocht welke aan de catholieken
a geldman waren toegestaan, onder an-
«lere deze van gezegde ijzerenwegen.
Ecin de knappe handen van baron
de Hirsch, werden deze ondernemingen
zeer vruchtbaar en winstgevend, a zoo
schryft het liberaal blad.
De bekentenis is er. De handen van
a den joodschen ban kier ,'waren niet rap-
per als dezo van den zoogenoemden
clerikalen geldman maar 't ver-
schil was, dat de Hirsch zoo ongenadig
- niet werd aaogevallen door do joodsch-
liberale vrijmetselarij. En de onder-
a neming van den joodschen bankierde
a Hirsch, overgenomen van LaDgrand-
Dumonceau, was zij alsdan geene zaak
meer in de nevelen van de lucht
Altijd meer en meer wordt het bewezen
dat het de schuld der liberalen is dat zoo
vele lieden die hun fortuin, ja, zelfs al
wat zij bezaten, in dc Langrand-zaken
haddeu geplaatst, alles hebben verloren.
boer, die bij hunne aankomst gevraagd had
welke landslieden zij waren. By deze woorden
verhief hij zich zwijmelend, en drong hnn een
glas brandewijn op.
Jalius, die noch dorst nog honger gevoelde,
reikte het glas aan eenen Franschman over
die het dankend en met haast aangreep. Doch
eer de ongelukkige het glas aan de lippen
kon brengen, ontnam het hem de boer en
wiord den brandenwijn met een houenden
lach in het aangezicht van Franschman.
Onbeschaamde deugniet! riep Johan,
veroutwaardigd door «len smaad den soldaat
aangedaan. De dronken boer wendde het op
geblazen, gloeiend aangezicht tot Johan en
vroeg wat hij gezegd had.
Hij meent, aldus nam Juüub het woord,
JohAn met eenen blik het stilzwijgen opleg
gende, dat de lacht heden zoo schrikkelijk
koud zijnde, men eenen half verstevene wel
een glas brandewijn mag geven.
Ha zoo hij sprak van de lacht, bromde
de boer. Hoe men toch, als men wat to veel
gedronken hoeft, alles slecht verstaat. En een
blik vol innigen haat op de Franschen wer
pende, riep hij: Dit gespuis is geen glas bran-
dewiju waard 1 en gaf den soldaat een harden
vuistslag.
(Wordt voortgent).
Cuique luum.