JUBELFEEST van Aalst. Grootsche Betooging Dwaze bewijsrede. Donderdag IS Juni 1899 S centiemen per nummer. 54ste Jaar 5574 en 't Arrondissement GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. 1874 „ri899" ZILVEREN KAREL WOESTE, Zondag 18 Juni 1899. Ontvangst van den Jubilaris- Mis van dankbaarheid GELUKKIG SCHOT. Antwoordt mij! HULDEZANG Aan Karei Woeste, Gedeeltelijke Provinciale Kiezingen. w W Catholieke Jonge Wacht Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is-: tweemaal ter week voor de Stad b frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bijC. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31 en in alle Postkantoren des band. Cuique «uum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen fteklamen fr. 1,00 Vonnisse p 3« bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. - tteeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen deD dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bare' le van dit blad Aalst, 10 Juni 1899. Arrondissement Aalst. van den achtbaren beer Staatsminister, Volksvertegen woordiger van hel Arrondissement van Aalst, sedert 8 Juni 1874. op Orde der feestelijkheden De Feestelijkheden zullen daags te voren door het luiden der triomfklok en kanongeschut aangekondigd worden. Het nationale vaandel zal aan 't Belfort en 't Stadhuis geheeschen worden. Om 9 uren zullen de stedelijke Over heden van Aalst en do heereD Afgcvcer- digden der Steden en Gemeenten des Arrondissements ten Stadbuize vergade ren om zich iu stoet naar de statie te begeven voor de aankomst van den trein uit Brussel om 9 u. 57 ra. Welkomgroet aan den achtbaren Jnbilarisin naam der Catholieken van 't gansche Arrondisse ment, waarna hij, stoetsgewijze zal geleid worden naar onze Hoofdkerk van Sint- Martinus alwaar onmiddelijk eene zal gecelebreerd worden gevolgd van TE D E IJ M Na de Mis feestzitting ten lokale van den Catholieken Werkmanskring alwaar de adressen van gelukwenscben der 5 Cantons en een bronzen Kunstvoor werp den eerzamcu Jubilaris zullen aangeboden worden. Middag ontbiit. Om 12 llt uren ter Groote Feestzaal van het Stadhuis den eerzamen Jubilaris aangeboden. De AfveordigiDgcu en Maatschappijen des Arrondissements en van 't Land zullen vergaderen om 2 uren 's namiddags ter Statieplaats en in de aanpalende Straten EEN 18' VERVOLG. Donder en bliksem Wat slechte weg en ongunstig weder bromde de koetsier, terwijl hij de paarden, die vermoeid bleven staan, met zweepslagen voortdreef. Wat doet gij toch, Petrowitsch riep do oudste der vrouwen deu dienaar toe. Wij blij ven gelijktijdig bijna staan en ik geloof toch dat men zich mag haasten, wanneer men den wolf achter zich hoort huilen. Genadige gravin, antwoordde de koet sier, ik doe al wat mogelijk iB, doch de paar den verzinken bijna in de sneeuw. Wie kon toch denkeu dat het bij zoo'n vinnige koude nog sneeuwen zou Aim alles moet men denken, sprak do vrouw ernstig, en haddet gij, in plaats van drie, zes paarden voorgespannendan zonden wij niet in gevaar zijn door wolven overval len te worden. Deze nalatigheid kan ons het leven kosten. Zoo slecht zal het, als 't ®od belieft, en stoetsgewijs,onder 't Bestier der Catho lieke Jonge Wacht, de straten doorwan delen later door een bijzonder programma aan te wijzen. Openbar© CON,CERT8 na de Betoogiug op verschillige kiosken. VERLICHTING DER GROOTE MARKT des 's avonds om 9 ureD. Als onze samenleving volkomen ongods dienstig of goddeloos zijn zal, zal zij een gansch ander uitzicht hebben. Volgens de socialisten zal dan de ver lichting, do ontslaving, de vrijheid in de wereld heerschen. Overvloed, vrede, geluk zal eenieders deel zijn en zoo aangenaam zal het in 't werelddal zijn, dat niemand het door zelfmoord zal willen verlaten. Ik begrijp waarlijk niet hoe die omme keer zich verwezenlijken zal. Ik vraag mij af waarom do menschen zullen braaf zijn als er voor die braaf heid hierna geene belooning bestaat Waarom zou de booze geene misdaden meer plegen, aangezien hij geeno straffen meer te vreezen heeft Vele goede werken blijven verholen en talrijke misdaden ook, welke zal de be looning wezen dier goede werken en de straf dier misdaden Gij die <le Godheid verloochent, ant woordt mij Vele lieden verlaten thans de wereld, zonder andore hoop dan cene belooning hierna, om in de Gasthuizen de zieken te verplegen, de gevallene meisjes uit 't ver derf te helpen bü haar op don weg des berouws te leiden, de wilde volkeren te beschaven, de onwetenden te onderwijzen, enz. enz... Gij die God aan kant wilt zetten in uwe samenleving, antwoordt mij, hoe gij do naastenliefde zult verwekken die daartoe uoodig is? Gedenkt u dat ge met geld geen naas tenliefde koopen kunt, want de liefde die re kent is geene liefde maar hebzucht. Als God niet meer loeren mag dat meD zijnen naaste moet bemiunen om Hem, wie zal het dan leeren Wie onder u zal zich laten kruisigen om door zijne wonden steeds getuigenis te geven van de waarheid zijner leer Als de onderwerping geene deugd meer is, wie zal zich nog willen onderwerpen Als aan de armen het rijk des Hemels niet meer zal beloofd worden, wie zal nog kunnen lijden dat iemaud meer bezit dan hij niet uitvallen, gaf de dienaar bedeesd ten antwoord. Gij verlangdet ook zoo spoedig de afreis, dat ik den tijd niet meer had de wol ken te onderzoeken, of zij wel zooveel sneeuw op ons neêr8chudden zonden. Verschooning ik zal voortaan voorzichtiger zijn. Nauwelijks had de dienaar dit gezegd, toen een aanhoudend wolfsgehuil, op niet verren afstand zich deed kooren. De paarden ver schrikten, en zonder zweepslag te ontvangen, stormden zij, door angst overmeesterd, met verwarde, vliegende manen, door de sneeuw heen. Zoo is 'tgoed, gij brave dieren riep de gravin, teeilerlijk den arm rond hare dochter slaande, die zich vreesachtig tegen haar drong. Nu voort voort wellicht red ons uw in stinkt Zijt gij van uwe zinnen, Petro witsch riep zij, zich tot dezen wendende, toen zij zag dat hij met alle geweld de paarden inhield. Ach neen, aehtbare gravin. Vier dan den vrijen teugel beval de gravin. Dan zullen wij aanstonds omvergewor pen liggen. Ook kunnen de vermoeide paar den deze vlucht niet lang uithouden. Zy zul len spoedig uedersloi ten, en dat is het ergste wat wij thans te vreezen hebben. Luider builden nu de wolven, en de paar den, door de Bterke vuist van den koetsier Als er geen paal meer gesteld wordt aan de bcdorvene neigingen desmensckes, wie zal dc maagd, de eerlijke huisvrouw beschermen Als 't zevende gebod Gods zal afgeschaft zijn, wie zal cr niet zeggen dat stelen eene behendigheid is als meu het verbor gen doen kan Gij die God verloochent, antwoordt mij Ja, zegt mij waarop uwe gedroom de samenleving steunt, welk licht baar beschijnt, welke deugden haar versieren. Waarlijk ik begrijp uwe samenleving niet.... Ik weet dat de dieren elkander ver scheuren maar hunne samenleving is zonder God. Dat weet ik stellig. Antwoordt mij, hoe zonder God de uwe ziju zal den achtbare Jubilaris, den achtbaren heer Kaeel WOESTE, den verkleefden kristen, den onschatbaren leider der katholieke Partij, uit bewondering aan geboden door het katholiek weekblad De Vrije Stem van Lokeren ter gelegenheid van zijn JUBELFEEST als Lid der Kamer, gedurende 25 jaren, gevierd te Aalst den 18 Juni 1899. o De Ridder van den Plicht. Wat klopt ons 't harte van genoegen, Bij 't heugelijke jubelfeest Een blijk van dank te kunnen geven Aan Woestk s diepen, kloeken geeBt. Aan hem die vijf-en-twintig jaren, Den ricktspaal was, het wakend licht, Van belgi8ch' dichte kristne scharen.... Heil hem den ridder van den plicht 2. Toen we onder dwang gebogen gingen, Toen mets'larij ons zielen stool, Toen Vrijheid en Geloof hier zuchtten, Gepletterd door den geuzenzool.... Dan klonk in Kamer en vergaring Het woord van Woeste,een waarheidsschicht De dwang, de dwaling werd verwonnen Door hem, den ridder van den plicht 3. En toen het juk was neergeworpen, Na langen taaien heldenstrijd, Zag men hem in den raad der Kroone.... Bestookt door geuzenhaat en nijd. De kloeke stam, de onwrikbre rotse, Werd g'offerd. Schande Doch, hoe licht Was 't offer voor den grooten kristen, Voor hem, deu ridder van den plicht beteugeld, Bchuimden, steigerden en holden immer voort. Hond ze niet langer tegen Vier hun don teugel beval de gravin, op eenen toon die geen wederspraak dulde, en nu ging hot zoo ras voort, dat niet de slede, maar de aarde onder haar scheen te vluchten. Genadige gravin wij zullen verongeluk, ken Bevreesd waagde Petrowitsch nog deze opmerking doch de gravin riep ver toond Voort voort De slede zwenkte nn rechts, dan links met verschrikkend geweld joeg de wind rond het hoofd der vrouwen, en de dochter riep Ach, moeder Ik verstik Kind, wees niet onnoozel, vermaande de moeder sluit uwe oogen en houd den pels voor uwen mond. Hop hop riep Petrowitsch verschrikt, sloeg op de paarden, en door deze overgroote suelheid bekwam de slede, die dreigde om te slaan, het evenwicht terug. Een angstkreet ontglipte de vrouwen en nu beval de gravin langzamer te rijden. Doch het was te laat een der dieren stortte, met zweet en schuim belekt, dood ter aarde. Daar hebben wij nn het ongeluk jam merde de oude Petrowitsch, doch de gravin beval met mannelijke vastberadenheid, een ander paard voor de slede te spannen. Maar 4. Nog grooter is hij in zijn' vrijheid, Geen staatsvergulsel drnkt hem neêr, Met 8teev'ger vuist knelt hij de vlagge, Nog kloeker strijdt hij voor hare eer 1 Met scherpen blik mijdt hij gevaren, En treft hem soms een vricndenschicht, Hij stopt de wonde van het harte En blijft den ridder van den plicht 5. Wat twijfel in dees' dwarreltijden, Wat nieuwheidszncht, wat volksbedrog Voor afgod Volksgunst n knielen velen.... Hoe blind voor veel' gevaren toch Doch Woestk's oog ontwaart de klippen, Zijn kalmo rede brengt het licht, En trots den ondank der verblinden, Blijft hij den ridder van den plicht 6. Dat bij de nadrende onweerwolken, De lieer ons lang den Veldheer spaar', Wier wijsheid toont de rechte hane, Wier blik is kalm en vast en klaar. Het kristne België schat U, Ridder, Het houdt het oog op U gericht, En daaglijks groeit nog zijn vertrouwen In U, o ridder van den plicht H. Van Duyse. Zondag 11.. hebben cr in onze Provincie drij provinciale kiezingen plaats gehad, namelijk, te Audenaarde, Gocrardsber- gel en Nederbrakel. Do groene socialisten ofte zoogezegde christene democraten traden in de drij Cantons in strijd Ziehier de uitslagen Audenaarde M. Vander Staepele, notaris to Berchem, catholieke candi dal, 5384 stem. tegen Leeuwken Planc- quaert 4231. Liberalen en socialisten stemden als een man voor Plancquaert. Hot heeft aan de meetingen van pries ter Daens, niet gelogen dat zijn eerste luitenant Plaucquaert zoo deerlijk is ge klopt geworden Onze confrater Het Land van Aude naarde legt zondag uit hoeveel liefde en genegenheid de familie Plaucquaert voor den minderen man koestert wij zullen het artikel in een toekomend nr meêdceleu, opdat men zou kunneu oor- deelen over de baatzucht waarmeè zekere groene chefs behept zijn. Goerardsbergen. M. Vandcr Tao- len Emiel, landbouwer, te Idegem, can- didaat der catholieke democratische Ver- eeniging bekwam 4698 steramen, tegen 3139 gegeven aan M. Paul Guillemiu, advocaat te Geerardsbcrgen candidaat eer men het doode paard uit den weg gemimd en het ander voorgespannen had, verliep een geruime tijd. Het wolvengehnil klonk steeds nader en vreeselijker door het wond, en nauwelijks had de kozak naast den dienaar op de ach terstellage plaats genomen, en weder de slede in gang gebracht, toen men reeds het snoeven der najagende wolven hoorde, en oogenblik- kelijk hierop de hongerige roofdieren, om trent tien iu getal, bemerkte. Men moest nu tot eenen vertwijfelenden strijd besluiten, en niet onzeker en nutteloos de kogels verschieten. Petrowitsch beproefde de paarden in te houden. Doch deze sidderden namen het gebit tusschen de tanden en dreig den, zoo zij niet voort mochten, de lichte slede aan stukken te slaan. Petrowitsch moest toegeven, en hot gevaarlijk jagen begon op nieuw. Do wolven wuren de slede genaderd. Met vraatzuchtig verlangen omringden zy, op hunne tauden knarsende, de slede, terwijl eeuigen op het doode paard vielen. Met eenige sprongen naderde een dezer roofdieren de paarden, doch Petrowitsch schoot de wolf dood op hetzelfde oogenblik dat hij een der paarden aan de keel vatten ging. De wolven weken en de slede stormde voort. Dit was een gelukkig schot, Petrowitsch 1 der vereenigde blauwen, rooden en groe nen. Dus eene meerderheid voor M. Vander Taelen van 1559 stemmen. Nederbrakel. M. Pieter Verhae- gen, advocaat te Gent, catholieke candi daat, 2276 stemmen, (gekozen). M. Faig- naert, landbouwer te S,e Maria-Lierde, liberaal, gesteund door de christene demo craten 2011 stemmen. Smid Lambrechts gaf talrijke meetingen. De ongeloovigen of godsverloochenaars komen gemeenlijk met deze dwaze bewys- rede voor den dag Het geloof is een hinderpaal voor de - wetenschapeen beletsel tot ontwikke- ling van den geest. Welnu een der grootste verstanden van onzen tijd zooniet do geleerdste onzer eeuw, wij noemen Pasteur, de vermaardo ontdekker van den leveling of mikroob der razernij, was een eenvoudig en vastgo- loovend christen. Ik geloof, zegde hij meermaals, ik geloof als eert Betronsche boer en ware ik geleerderik zou gelooven gelijk een - Bretonsche meid. Ziedaar een bewijs 't welk ons de dwaasheid der beweringen van de godde- loozcn aantoont, een bewijs dat geloof en wetenschap elkander niet vijandig zijn en het eene het andere niet uitsluit. Zijn de ongeloovige geleerden dan t&l- ryker dan de geloovige Voorzeker neen en de ongeloovige geleerden kannen niet opwegen tegen de geloovige beroemd heden in al de vakken van kunsten, let teren en wetenschappen in het verlc- dene en het heden. Het christen Geloof, schreef Thiers, de vermaarde Franschc staatsman, en die nogthans voor geen catholick kan door gaan, - het christen Geloof belet niemand le rede.neerentenzij zij die niet redeneeren willen Iuderdaad zoo is 't, en wij mogen er bijvoegen Vele ongeloovigen zijn te dom om te redeneeren. AALST Zaterdag 17 Juni om 8 lft uren 's avonds. ALGE.MEENE VERGADERING bij do Wr Colson, In de Vlaamsche LeeuwDamkaai. riep de gravin, die de bevende dochter tegen hare borst drnkte. Er verliepen eenige minuten, voor dat zich een nieuwe vijand vertoonde en reeds achtte men het dreigend gevaar voorbij, toen men aan het ritselen en ruischen bespeurde, dat de wolven hunne vervolging in het aan de straat liggende bosch voortzetten. De gravin, doorliet gelukkig gevolg van het eerste schot uangemeedigd, trok uit den zak dor slede een sierlijk pistool, en toen drie wolven uit het bosch sprongen, schoot zy het op een dezer dieren af. Het pistool, door eene bevende hand afge schoten, trof Diet. Petrowitsch deed eveneens een misschot, en toen de op de achterstellage zittendo hunne pistolen losten, stortte slechts een der dieren neder. In den kruiddamp die slechts eeuige oogenblikken de slede omhul de, werd de monsterachtige kop van een wolf zichtbaar. Met de suelheid van een gedacht sloeg hij zijne tanden in hot pelswerk dsr jonge gravin, die met den roep Hemelsohe moeder, besciierm mij een doodangstigen blik uunr de wolkeu verhief stuiptrekkend omklampte zij hare moeder die door schrik verpletterd, gelijk een onbeweeglijk wassen beeld den wolf aanstaarde, die haar dochter dreigde te verscheuren j doch zwaar en bloe dend viel dit ondier plotseling van de slede in en 6neenw netr. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1899 | | pagina 1