Donderdag 26 October 1899 5 centiemen per nummer r>4ste Jaar 5411
Droevig België.
DIN SCHOUT,
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
DE
M. THIERS
en de Godsdienst,
LANDBOUW.
DE DENDERBODE.
Uit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad o frant; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
•indigt met 31 December. De onkosten der kwi tan tien door de Post ont
vangen zijn tan Jaste van den schuldenaar
Man schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31,
ai in alle Postkantoren des Lands
Cuique suum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op
•f bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden i.iet teruggestuurd.
fleeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureel*
van dit blad
Aalst, 95 October 1899.
Volgens de socialisten van alle kleur is
België het land waar men verstooten
wordt, verdrukt en uilgezoc/en, het land
waar men honger en ellende heerschen,
het land waar men nooit eeker is niet van
honger te sterven.
Wat gezeever toch
Wie wordt or in België verstooten
Toch zeker de werbersstanden niet 1...
Ons catholiek ministerie is gedurig be
zorgd om den toestand der werkersstan
den te verbeteren. Hunne rechten werden
uitgebreid en een ministerie van arbeid
en nijverheid is gesticht.
Wie wordt er dan verdrukt Wie
uitgezogen
Niet de werklieden want arbeidswetten
werden tot stand gebracht, en maatrege
len genomen om de arbeiders te bescher
men tegen de mogelijke uitbuiting door
bet capitaal.
Er bestaan werk- en nijverheidsraden,
goedemannenraden, werkbeurzen, zieken
bussen, werkmanswoningen ontlast van
eontributiën, maatschappijen om den
werkman zijne eigene woon te bezorgen
en de kwestie van 't pensioen voor den
ouden dag ligt ernstig ter studie.
Maar wie lijdt er dau honger
Wij beweren niet dat er niemand hon
ger lijdt.
Indien er honger geleden wordt, dan is
het meest altijd in de guisgeeinnen der
geneverdr inkers, wier akelige misdaden
dagelijks door de nieuwsbladen worden
meêgedeeld.
Niemand sterft hier van honger tenzij
door zijne eigene schuld. Er bestaan im
mers eene openbare en eene private wel
dadigheid....
Geen volk ter wereld gevoelt zich vrijer
dan bet Belgische. Vrijheid, vrede, voor
spoed beerschen bier te lande en dat
hebben wij aan onze grondwettelijke in
stellingen en aan 't Koningdom te danken
Wat zou er van onze vrijheid,van onzen
vrede en wellicht van onzen voorspoed
geworden, moesten wij, Belgen, bier de
republiek invoeren gelijk de liberaleu en
socialisten het willen
Wat wij in Frankrijk zien gebeuren
diene tot antwoord.
Laat ons dus onze Dationale instellin-
jen en 't Koningdom ongeschonden bewa
ren welke ons, bijna 70jaren lang, vrij
heid, vrede en welvaart hebben bezorgd.
Leve dus België en we» «Ie blauwe, roode
en groene vaderlandshaters
E M A R L I T T
(NA VERTELD).
Yijfd* vbrvolg.
Brr klonk het uit den mond van den
beer Markus, terwijl hij eene beweging
maakte, als wilde hy iets Tan aich schudden,
Is er iets En Jufvrouw Griebel zette
hare kleine oogen zoover mogelijk open.
Ja beste jufvrouw Griebel, gij moet we
ten dat ik zenuwachtig ben ik heb vooral
een onbedwingbaren tegenzin voor gonver-
nanten uitstaan Dat zou ik me kunnen
aantrekken, M. Markus want mqne Louise
wil ook gouvernante worden, maar niet zoo
als die op de pachthoeve. Daar wil ik niets
van hooren. In de vakantie moet zij werken.
Zij kan goed bakken, inmaken en vogels mes
ten in de melkerij is zij 't huis, zoo goed als
ik, en daarbij heeft zij roode wangen als een
appeltje, en is frisch en gezond.... Ik wil ook
niet dat zjj naar eene groote Btad ga, want
daar komt men van terug met bleeke kleur en
gekke manieren, gelijk Juffrouw Franz op de
Tegenover de hatelijke aanvallen en
beleedigingen, waaraan de godsdienst
vanwege de liberale en ongodsdienstige
drukpers dagelijks blootgesteld is. vcr-
oorlooven wij ons de volgende plechtige
verklaringen over te nemen van den
grooten Franschen Staatsman, Thiers,
die, ten aanzien zijner vrijzinnige denk
wijze, geenszins van klerikalism kan ver
dacht worden.
Ziehier boe hij zich over de verheven
heid en de noodzakelijkheid der katho
lieke religie uitdrukt
't Is eene volstrekte, eeDe natuurlijke
behoefte voor elke menschelijke vereeni-
ging eene godsdienstige overtuiging, een
eeredienst te bezitten.
De mensch, te midden der wereld
geworpen, waarheen bij gaat, waarom bij
lijdt, zelfs waarom hij bestaat, welke
belooning of straf bij te verwachten
beeft de mensch, bestormd ten allen
kante door de verscbillige tegenstellingen
zijner medemenscben die hem zeggen
deze, dat er een God bestaat, een wijze
en volmaakte Schepper van alles wat is
dat er én goed én kwaad bestaat, volgens
welk bij zijn gedrag moet regelen ec
genen, die dat alles loochenen en slechts
als uitvindsels der grooten der aarde
aanzien de mensch, te midden dier
tegenstrijdigheden, gevoelt eene onont
beerlijke, eene onweerstaanbare behoefte
van zicb nopens al die gewichtige punten
eene vaste overtuiging te vormen. Óveral,
in alle landen en ten allen tijde, in de
oudheid evenals op onze huidige dagen,
in de beschaafde evenals in de wilde
landen, ontmoet men hem aan den voet
der altaren neêrgeknield. Daar waar
geen stellige godsdienst heerscht, daar
woelen duizend twistzieke sekten, zooals
in Amerika, of duizend schandige bijge
lovigheden, zooals in China, die 's men-
schen geest bestormen, benevelen en
onteeren.
Of wanneer, gelijk in Frankrijk ten
jare 1793, eene voorbijgaande ontroering
het oude vaderlijk en nationaal geloof
weggemaaid beeft, op het oogenblik zelf
dat de mensch gezworen had van aan
niets meer te gelooven, dan, na verloop
van pas eenige dagen, spreekt hij zich-
zelveu legen en de dwaze eeredienst der
Godin van de Redenevens het schavot
opgericht, komt bewijzen dat de belofte
die hij deed én ijdel én goddeloos was.
Dus, te oordeelen volgens zijn gewoon
en standvastig gedrag, behoeft de mensch
eene godsdienstige overtuiging, een vast
geloof. Wat kan men dan wel beters aan
eene beschaafde samenleving wenschen
pachthoeve. Ik heb haar maar eens in de kerk
van Tillroda gezien, en toen had ik er genoeg
van. Zoo'n lange boonstaak als hare meid
een nuf met veel verbeelding en bleek en ma-
er in het gezicht, voor zoover ik van mijne
itplaats zien kon.
7.ij hield in en wendde zich eensklaps naar
de deur.
Maar ik Bta hier mijnen tijd te verbab-
bolen en ik heb nog zooveel te doeu. Peter,
moet jonge duiven van het hok halen en
verache eieren brengen, terwijl ik de koffie
Daarna moet hier boven gestoft worden.
Tot zoo lang moet gij den tijd maar verdrij
ven, mijnheer Markus er zijn hier aardig
heden genoeg te zien.
Daarmee ging zij weg. Peter volgde haar
op den voet en, de nieuwe heer keerde van
het venster terug, terwijl zijn oog nauwkeu
riger de kamer rondwaarde.
De ramen der koepel waren in hot midden
van den voormuur der groote kamer, zoodat
de glazendeur aan weerskanten door een ven
ster bezet werd. Zoo kwam er veel licht, een
weinig verzacht door katoenen gordijnen met
groene bloemen, binnen en deed twee por
tretten op den tegenoverataanden muur uit
komen.
De jonge man fronste het voorhoofd bij het
zien van het schoone, mannelijke portret in
groenen jagersrok, welk door een verdorde
eikekrans omgeven was.
dan eene religie die, gestaafd op do ware
gevoelens vau het menschelijk hert,gelijk
vormig aan al de voorschriften eener
zuivere zedenleer, door den tijd bekrach
tigd en die, zonder geweld en vervolgin
gen te moeten gebruiken,zoo niet de alge
meenheid, dan toch de overgroote meer
derheid der burgers aan den voet van den
alouden en geëerbiedigden altaar ver-
eenigt
Zulk eene religie zou niet kunnen uit
gevonden worden, zoo zij niet van eeuwen
bestond. De filosofen, zelfs do verheven-
sten onder hen, kunnen slechts eene wijs
begeerte uitdenken, wetenschappelijke
vraagstukken bespreken, die hun tot eer
verstrekken: zij doen denkenmaar niet
gelooven. EeD roemrijke krijger vermag
een rijk te vestigen, doch is niet bij
machte eene religie te stichtten. Hij, die
zulks op onze dagen mocht beproeven,
hoe gevreesd hij ook mochte wezen, zoo
als een Robespierre, of hoe roem rij ook
als een Bonaparte, zou daarin mislukken
en slechts den algemeenen spot inoogsten.
In 1800, hoefde men Diets nieuws uit
te vinden. Dat zuiver, zedelijk, voorva
derlijk geloof bestond 't was do oude
religie van Christus, werk vau God, vol
gens de eenen, een menschelijk werk,
volgens anderen maar volgens allen het
verheven werk van een diepzinnigen
wereldhervormer, wiens leering, gedu
rende een tijdverloop van 18 eeuwen,
door de kerkvergaderingen onderzocht,
uitgelegd en toegepast... die schoone,
die onveranderlijke, die immer aange
rande doch immer zegevierende samen
vatting van godsdienstige en zedelijke
leerstelsels heeft voortgebracht, welke,
onder den naam van katholieke éénheid,
de volkeren heeft beschaafd, de zeilen
hervormd, overal haren onsterfelijken
geest in de nationale gedenkteekens ge
prent, het rijk van Karel-de-Groote, van
Clovis en van den H. Lodewijk gegrond
vest heelt, en aan wier heilzamen invloed
de grootste verstanden, de verhevenste
genieën hulde brachten en zich hebben
onderworpen I
Zoo spreekt de groote vrijzinnige
Staatsman, die, ondanks zijne oude voor
oordeelen, gevolg zijner opvoeding, niet
aarzelt zijne innige bewondering uit te
drukken voor eene religie die gij, dwazo
godsdiensthaters, in uwe verwaande on
wetendheid dagelijks lastert en bespot,
en die gij uit het herto der menscheu
zoudt willen bannen.
Zulke schoone taal, in den mond van
zoo een uitmuntenden man, weegt zwaar
der in de balans der geschiedenis dan
al uwe domme aanvallen, en wreekt de
religie ruimschoots ovor de lage beschim
pingen die gij haar zoo geestig toewerpt I
't Is de taal der waarheid, de taal der
rechtzinnigheid, de taal van het mensche
lijk gevoel.
't Is insgelijks de taal der wijze Staat
kunde.
En nu, blaft maar op en scheldt maar
voort, ongodsdienstige Staatsmannekens,
V*Dgekwauwd papier I
Gij kunt, wel is waar, veel kwaad stich
ten en menige ziel verwoesten, (en dat is
misschien uw verhevea ideaal I) maar
golukken, dat niet, dat nooit
Ja, zoo moest hij er uitgezien hebben de
trotsche opperhoutvester, die zich van zijne
eenige zuster had losgemaakt, omdat zy aan
eenen man uit den ambachtsstand haar hart
had geschonken on hem ook, ondanks de
gramschap en het verzet van haren broeder,
getrouwd had. Deze zuster waa de moeder
van den jongen Markus geweest.... Ja, dat
was de verpersoonlijking van den ambte-
naarshoogmoed, die de verwantschap met
den slotmaker van zich gewezen had, al
was ook de slotmakerswerkplaats in den loop
van den tjjd in eene kolossaie fabriek veran.
derd, welke een hooggeachten naam droeg.
De opperhoutvester wilde altijd de hoogte
in het moest eene adellijke dame zijn, die
hij zijn huis binnenleidde zij was arm en de
leste van haar oud geslacht geweest dat
echter hare voorname afkomst alleen zijne
keuze bepaald had dat geloofde de jonge man,
nu hij tegenover de twee portretten stond.
Diet meer.
In het ouderlijk huis van M. Markns
waren deze twee menschen bijna nooit ge
noemd. Als knaap had hij niet geweten, dat
hij in Thuringen oom en tante had hij was
zeer verwonderd geweest, toen op zekeren
dag een briet van de opperhoutvester-in aan
zijne moeder den plotselingen dood van haren
broeder meldde hij was op eene jachtpart ij
vau zijnen vorst door eene beroerte getroffen.
Dit doodsbericht was het onderwerp van
De aardappel. De aardappel is bij
ieder goed bekend, en toch weten slechts
weinigen er genoeg van. Dat schijnt wel
eene groote tegenstrijdigheid. Ieder ziet
de aardappelen dagelijks op tafel, den
smaak zou meu zelfs ia den donker her
kennen I En toch, vraag eens aan do
meisjes in de stad hoe een aardappel
groeit, hoe men kan zien of hij rijp is om
geëteu te worden, of men zich inderdaad
met aardappelen voldoende voeden kan
ze blijven het antwoord schuldig. De
aardappelen worden eiken dag door ons
geschild, doch de wijze, waarop wij het
doen, toont dat wij niets van hunne voe
dingswaarde kennen.
We weten alleen dat wij zand- en klei-
aardappelen hebben de zandaardappelen
zijn veel duurder dan de kleiaardappelen,
doch deze laatste zijn veel voedzamer.
Beklaag u daarom nooit dat ge maar
kieiaardappelen kunt eten.
De schil bestaat uit een dnn kurklaags-
ken dat de vrucht voor letsel beschut.
Vlak daaronder zit het voedzaamste be
standdeel van den aardappel. En daarom
is het zoo jammer dat we den aardappel
altijd dik schillen en zoodoende voor bet
vee laten wal de uienscheu het best zelf
kunnen gebruiken en by hard werk zoo
zeer noodig hebben.
De anrdappel heeft veel zetmeel, heel
weinig vet en heel weinig eiwit als
bestanddeelen. Nu is eiwit het allernoo-
digste voor ons lichaam wij moeten er
dus op uit zijn dat zooveel mogelijk voor
weinig geld aan te brengen, eu het vooral
nooit weg te doen en nu doen wij eiken
dag het eiwit met de schillen weg.
Nog een groot voordeel heeft het, als
wij de aardappelen met schil koken. Wij
moeten ze Jan schillen vóórdat wy ze
kunnen eten. Dat neemt tijd wegen van
zelf zullen wij dan zooveel niet eten als
we anders doen, wanneer zij kant en klaar
voor ons staan.
Zijn aardappelen dan een goed voedsel?
Zeker zijn ze dat,maar niet als uitsluitend
voedingsmiddel. Wij krygeu door aard
appelen heel weinig eiwit, en dus moeten
eene langdurige beraadslaging zijner ouders
geweest daarop was een zeer formeele, korte
brief van rouwbeklag van de hand zijns va
ders aan de dame en later eenen afstand zijner
moeder van alle aanspraken op de nalaten
schap van den kinderloos gestorven broeder,
aan den zaakverzorger afgezonden.
Sedert was het, alsof een gordijn over de
gebeurtenis gevallen was er werd niet
meer van gesproken. Had de hoogmoedige
ambtenaar zuster en schoonbroeder verloo
chend,ook de arbeider was trotsch genoeg, om
zijnen bloedverwant met te willen kennen.
Hoe zou de schoone vrouw over deze onna
tuurlijke betrekking gedacht hebben Hoog
moed lag niet op het aangezicht wel iets
teers, gelukkigs. Zy hnd zeker den man van
haar hart boven alles bemind, en was blinde
lings met hem gegaan. Misschien had zij na
zijuen dood zijne varstooten zuster verzoenend
de hand willen bieden, terwyl zij eene schrif
telijke gelegenheid zocht, zy werd streng afge
wezen....
Nu was de eenige zoon dezer zuster toch
nog de erfgenaam van het Hertenveld ge
worden. Had de afgestorvene misschien opzet
telijk nooit oen testament gemaakt om stil
zwijgend de nalatenschap van haren man toch
in de hand te doen komen, die daarop het
eenig recht had
Hij kou haast niet het oog van het bloeiende
aangezicht afwonden, dat uit «ene feeën pracht
we niet aardappelen eten totdat onze
maag gevuld is. Voeden en vullen zyn
twee verschillende diDgen wij kunnen
best gevoed ziju, al hebben wij schijnbaar
nog ia 't geheel niet genoeg geëten
Het is dus noodig dat we bij aardappe
len wat eiwit zien te krijgen daarom zijn
gestoofde aardappelen met melk, waarin
veel eiwit voorkomt, veel beter dan
gekookte doe or in den goedkoopen tijd
maar een ei door, dat wint ge ook al aan
voedsel.
Eigenlijk zou het veel beter zyn als we
do aardappelen ongeschild kookten. Wij
borstelen ze dan eerst goed af, wasschen
ze daarna en zetten ze dan vervolgens met
kokend water op. Als ze gaar ziju, kan
men het schilleken er heel dun met vork
of mes afdoen. In Duitschland wordt dit
ook heel veel gedaan. Daar kookt of
braadt men de aardappelen met de schil.
In dat geval gaat veel minder voedsel ver
loren. De schil gaat er dunner af en ook
het water waarin de aardappelen gekookt
zijn, ziet er geheel anders uit. Probeer
eens, of ge by het koken ook verschil
ziet. Let eens goed op I
Als ge dun geschilde aardappelen kookt
zult go, wanneer zij aan den kook komen,
schuim zien aan de oppervlakte van het
water dat is het oiwit dat bij verwar
ming stolt, evenals het eiwit uit de kie-
kenei maar kookt ge de aardappelen in
de schil, dan ziet ge dat niet, het beste
bewijs dus, dat in het laatste geval geen
eiwit vorloren gaat.
Het serum. Er zyn bij het minis
terie van landbouw klachten ingekomen
van wege de voorzitters dor provinciale
geneeskundige commissiën, over het
serum, dat in de apotheken bewaard
wordt.
Het schijnt dat die flesschen dikwijls
bedorven zijn en het gebruik van den
inhoud soms ongelukken veroorzaakt.
De commissiëa moeten er de hand aan
houden, dat de praclizijns bij tijds hun
nen voorraad vernieuwen.
prachtrij tuigen ryden nu met
ap sezoen letterlijk allen leeg.
het slap s
Do zaak blijkt dus eene slechte onder
neming te zijn.
Ook vraagt men niet beter dan eene
schikkiüg te treffen.
Er is spraak dat de surlaxe, om in
prachtrijtuigon te reizen, met 50 0/0 zal
afgeslagen worden en dat abonnementen
op gezegde treinen zullen ingesteld wor
den, aan prijzen die 't abonnement der
vroegere eerste klas niet ver overschrij
den zal.
In werkelijkheid is het een terugkeer
tot de eerste klas.
van blonde zijden lokken hem tegenlachte
maar het spoorde hem ook aan, de vertrek
ken te doorkruisen, waarin deze kluizenaar
ster vele jaren van haar leven gesleten had.
De deuren der in-een loopende kamers
stonden open, hq kon de geheele bovenwoning
ongeveer met een enkelen blik overzien. Welk
een verschil tusschen deze ouderwetsche en
versleten meubeleering en de nieuwe weelde
de prachtige villa, die zijn overleden vader
niet verre van de fabriek had gebouwd 1
De koepelkamer met hare glazen deuren
kostbare meubels met overtrekken van groen
gebloemd katoen, die met de gordijnen har
monieerden, was het deftigste. Er stond
schoon saksisch porselein op de commodes, en
nevens goede schilderijen in olieverf, versierde
een groote spiegel deu mnur. Dit was zeker de
kamer van de vrouw des huizes, en daarne
vens had haar echtgenoot gehuisd.
Zijne weduwe had hem bijna twintig jaren
overleefd, maar nog hing de kamerjapon aan
den nagel, als had de heer van 't huis hem
paa uitgetrokken, om zijn uniform aan te
trekken. De pijpen stonden behoorlijk ge
rangschikt in de rek en de schrijftafel was
blykbaar met de stipste nauwkeurigheid in
den toestand behouden, waarin de overste die
achterliet, toen hij was heengegaan om aan de
hofjacht deel te nemen, van waar hy niet zou
terugkeeren.
(Wordt voortgezet)