Donderdag 16 November 1899. 5 centiemen per nummer. 34ste Jaar 3417. Het werk in de kloosters. HEID VAN DEN SCHOUT, Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. BERICHT. Alwie zich voor een jaar aan Den Dender- bode abonneert, zal het blad van heden af tot Nieuwjaar GRATIS ontvangen. Men kan zich abonueeren door tusschenkomst van het Postbestuur mits zich te wenden tot 't Postkan toor waardoor men be diend wordt of tot den postbode. Men kan ons ook schrijven of zich persoonlijk naar ons Bureel begeven. Catholieken, leest en verspreidt Den Dender- bode. DE ^LANDBOUW. - - Het lied ran Niet. Nieuwigheden der XIX' eeuw. DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Lands Cuique au Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op 3# bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk legen deD uijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad Aalet, 15 November 1899. Op geregelde tijdstippen zou men bijna mogen zeggen, heffen de geusche orga nen hun doodgezaagd refrein aan over den arbeid in de kloosters. De geusche schrij velaars willen'aan de menschen doen gelooven dat de kloosters de kinders uitbuiten aan de welke zij werk verschaffen, en dit tot groote schade van al de andere werksters. Moeten wij nogmaals de dwaasheid, de ongerijmdheid van die beschuldiging doen uitschijnen Welk mensch die zijne vijf zinnen be zit, zou nu toch kunnen aannemen dat de jonge meisjes tegen verminderd loon zouden gaan werken in de kloosters als ze elders beter betaald werk zouden vinden Waarom vragen zij werk in de kloos ters E MARLITT. (NA VERTELD). Hij verlangde geenen omgang met men schen in zijne eenzaamheid, die hij na voor het eerst leerde kennen. Hij was volstrekt niet geblaseerd het woelige leven der hoofd stad had duizendvoudige bekoorlijkheden voor hem hij nam ruimschoots zijn deel van het schoone, dat er te genieten viel want hij was een levenslustig jonkman, wien gezond bloed door de aders stroomde, maar na de vermaken van het verloopen jaargetij en het drukke werk in zijne fabriek vond hij het aangenaam te verzinken in de lieflijke stilte der boschnatuur. Hij had eene lievelingsplek op het Herte- veld gevonden het kleine paviljoen, dat zich op den noordwestelijken hoek van den hof muur verhief. Het had een achthoekigen vorm en door twee vensters en even zooveel glazen deuren, het uitzicht naar al de hemel streken. De binnenwanden waren op grijzen Veel al om zich meer en meer te be kwamen in den stiel, er te leeren lozen, rekenen en schrijven en tevens een zeker loon te genieten 't welk aan hunne ouders goed kan te pas komen. Maar zegt eens, liberale schrijvelaars, als de kloosters zulke overvloedige wins- sten opstrijkeu mot die zoogezegde uit buiting der kinders, hoe komt het dat de liberale Dij veraars,meestal happige vogels naar voordeel en profijt, ook geene derge lijke uitbuitingsfabrieken inrichten? Voorzeker zou geen gevoel van kiesch- heid, noch de vrees vau openbaarlijk afge keurd te worden, hun wederhouden... Voorwaar, neen, want ze zouden hunne zaak weldra wettigen en verrechtveer- •ligen met op 't verlies te wijzen waaraan zij, even als in alle handelszaken, zijn aan blootgesteld zij zouden luide schermen met de vrijheid van het werk, van het aanbod en de vraag en zij zouden er hunne tegenstrevers doof meê schreeu wen. Maar de liberale bazen wachten zich wel zulke werkscholen in te richten, om dat zij ten volle overtuigd zijn dat die zoogenaamde uitbuiting geene winstge vende onderneming is, en dat met al do lasten die er aan verbonden zijn, het slechts een werk is van toewijding en christene zelfopoffering waartoe zij totaal oobekwaam zijn ja. zij weten bij onder vinding dat die toewijding, die christeoe zelfopoffering alleen bij de kloosterlingen te ontmoeten is I Alt lid de self de schijnheiligheid. J Vooruit van zondag 11. zijue roode partijgenooten uitnoodigende de teraardebestelling bij te wonen van zekere Catharina Crommelinck, zegt onder an deren CathariDa Crommelinck bleof de n partij getrouw en tot op haar sterfbed blee/ zij overtuigde vrijdenkster. Eere zij hare nagedachtenis. Waarom zal bare nagedachtenis in eere zijn Onbetwistbaar omdat zij als overtuigde vrijdenkster, godverloochenende, naar de andere wereld vertrok. En wanneer de Vooruiters, het in 't be lang hunner partij noodig oordeelen eenige kortzichtige lieden om den tuin te leiden, dan roepen zij met gemaakte ver- ontweerdiging uit, dat men beleedigt en lastert wanneer men zegt dat de socialis ten de gezworene vijanden ziju van God, Kerk en Godstdienst... Met hoeveel schijnheiligheid zijn de Vooruiters dan toch wel behept grond met vrucht- en bloemstukken, nn reeds verbleekt, beschilderd een kleine zachte hoeksofa achter een rond tafeltje, eenige rie ten stoelen en eene boekenkas boven de sofa maakten de meubeleering uit, en voor de bo venste ruiten der ramen en glazendeuren hingen draperieën van pnlperklenrigkatoen, die aan het kamerke een tooverachtigen glans gaven. Voor de eene glazendeur naar de westzij bevond zich een smal balkon met houten leu ning en dit was het voornamelijk, wat den nieuwen eigenaar dit verblijf zoo aangenaam maakte vandaar leidde een kleine trap on- middelijk in het vrije veld. Slechts een smalle strook grasveld liep hier buiten den munr daarover waaiden reeds de halmen van het naaste koornveld. Markus zat op den morgend van den vierden dag zijne aankomst in het bovengemeld tuin huisje te schrijven. Hy had met een aantal uitgelezen werken uit de boekenkamer schrijfgereedschap en eenige kistjes regalia's het kamerke nog plezieriger ingericht.,.. Nu had hy een sigaar aangestoken, en de blauwe wolken verdreven den kamille- en lavendel geur, dien de morgendkoelte nit den kruid tuin der buulvesterin naar binnen waaide. Hij zat op de sofa tegenover de balkondeur. Als hij de oogen opsloeg, overzag hij door de ruiten den weg, die voor het hoerenhuis loo- pende, in bijna rechte lijn de velden door- Onze in- en uitvoer van Paarden Do landbou wers zullen zich herinneren dat wij destijds de yrees hebben RjfcSÉïlv ;.T uitgedrukt onze markt door do Amerikaansche paarden te zien verdringen. Dit kwaad is gelukkiglijk verhinderd, noch tans de toestand kan nog verbeteren. In derdaad, de in- en uitvoer gedurende de negen eerste maaodeu des jaars wordt door de volgende cijfers toegelicht. Ingevoerd uit Duitscbland 1,830 paarden en veulens Engeland 12,929 Amerika 2,949 Frankrijk 5,872 Luxemburg 933 Nederland 2,990 Rusland 575 Andere landen 283 a a Te zamen 28,361 waaronder jj 1,450 veulens. 5 Daarvan waren er 8,242 bestemd voor de slachterijen. Werden uitgevoerd naar Muilplaag. Een Fiansch- maD, M. Cro- queville, heeft ^eenc bi-langrijke mededeeling ge daan, nopens het gebruik vaü ijzersulfaat om de muil- en pootplaag te genezen. Hij heeft verklaard onhmgs in de omstreken van Villers-sur-Mer, op 14 koeibeesten die door de ziekte waren aangestast, eene proefneming gedaan te hebben die vol komen gelukt is. Ziehier hoe men moet te werk gaan 1® De muil en de puoten der zieke beesten, twee tot drij maal daags kuischen met eene oplossing van ijzersulfaat, 20 per honderd. Men gehruike daarvoor eene kleine spuit of eene spons. 2° Aan de beesten 2 tot 5 liters ijzer sulfaat (3 per honderd) te drinken geven per 24 uren. De geneziug komt gewoonlijk den der den dag. Deu 15 Augustus laatst schreef M. Croqueville dat, dank aan deze behande ling, al de beesten die op 7 Augusti door de ziekte waren aangetast, reeds genezen waren. Duitscbland 12,320 paarden en veulens Engeland 128 Frankrijk 1,695 Luxemburg 4,856 Nederland 1,862 Zwitserland 1,385 Andere landen 186 To zamen 22,432 waaronder 1,350 veulens. Trekt men van de 28,361 ingevoerde paarden de 8,242 slachtpaarden af, die allen uit Engeland komeu, dan heeft België, gedurende de 9 eerste maanden des jaars, 20,019 paarden en veulens voor de gewone diensten ingevoerd, ter wijl zijn uitvoer gedurende denzelfden tijd, 22,432 paarden en veulens bedroeg. Terwijl Amerika van Januari tot en met September 1898, 5,292 paarden naar België zond, beliep de invoer in 1899, voor dezelfde maanden, tot 2,949. Die invoer is dus afnemende. Onze landbouwers moeten zich meer en meer op den paardenkweek toeleggen, ons ras vepbeteren en alles opofferen om de beste paarden voort te brengen. Het paardenkweeken brengt op. sneed en eerst in de verte aan het oog ont- trokken werd, waar de schaduw van het bosch begon. Slechts eenmaal liep een pad rechtsaf, om achter een klein dennenbosch op de pacht hoeve nit te komen. Op dit voetpad kwam een vrouwelijk wezen te voorschijn het was de meid van de hoeve. Hij erkende haar aan gang en houding, al beschaduwde behalve de groote witte doek door Juffrouw Griebel, in hare knorrige bui, u oogkleppen genoemd nog eeneu strooi- hoed met breeden rand haar gezicht. Zij ging langzaam met gebogen hoofd in hare linker hand had zij eene rijf en in het voorbijgaan liet zij de groeno koornaren door de vingers der rechter loopen. Zij was blijkbaar van plan op de verafge legen weide, waar zij voor eenige dagen gras gesneden had, het hoofd om te keeren. Markus zag haar nader komenzij ver moedde niet dat in het tninhnisje twee scherpe oogen elk barer bewegingen volgde. M. Markus had niet moer aan het meisje ge dacht, dat hem de gevraagde hulp op de brug slechts met tegenzin verleend had, maar nn herinnerde hij zich wéér hoe weinig welwil lend zij was en op wat bitsen toon, zij hem had afgescheept hij moest lachen en hij kon de goesting niet weerstaan, zich nog eens met de trotsche meid te meten. Hij stond op en ging aan de denr, terwijl zij bij den hoek van den muur bleef staan en Menschen, drinkt den borrel niet, Want een borrel baat u niet, En hij stilt uw honger niet, En uw dorst toch lescht hij niet. De verfrisschiDg geeft hij niet, En gezondheid schenkt hij niet, Een lang leven geeft hij niet, Helder denken kunt gij niet, En goed werken wilt gij niet, En uw beurs die vult hij niet, Vrouw en kinderen helpt hij niet, Maar hij baart hun veel verdriet, Daarom drinkt den borrel niet I N. Vkb. t. A. De biecht. Dezer dagen stond er in het Staatsblad to lezen De minister van geldwezen en open bare werken heeft van wege een onbe kende en door tusschenkomst van eenen priester, de sommon van 2,526 fr. en van wege eenen anderen onbekende de somme van 2 fr. ontvangen, als teruggave aan de Rijkskas. De biecht is toch nog tot iets goed I een brief uit den zak haalde. Het was, of zy zag rond naar dezen of genen knecht van het huis, maar voor de deur was niemand. Zy ging daarom vastberaden op het grasveld van deu westelijken hofmuur, zeker om bij het achtergebouw te komen, waar de dienstmei den in den stal waren te vinden. Op dit oogenblik vertoonde zich M. Markus op het balkon hij kwam vlug den trap af en kwam haar zoo in den weg. Zij schrikte het was of een afgrond zich voor haar opende en zij liet van schrik do rjjf vallen. De brief is zeker voor iemand op het goed bestemd, geef hem mij. Ik zal hem be zorgen, zegde hij toen hij eenen oogriag op het adres wierp. Van wien Zij bukte en nam de rijf op. Toch niet van uwen heer vroeg hij verder, toen het antwoord niet volgde. Ja, van den schout, zegde zy nu angstig, op eenen toon dien hy reeds kende. Hy schudde glimlachend het hoofd. Zie, zie, wat eene nette dameshand schrijft de oude heer Het is zyn schrift niet, hij lydt aan de oogen. Ah zoo, dan heeft hij gedikteerd en eene zijner dames, ik vermoed mejufvrouw de gou vernante, heeft geschreven. Hij hield het adres op een korten afstand van zich. Nette letters, op sneeuwwit papier, zooals het voor eene dame past, die niets met het keukenge- In het begin dezer eeuw was de mode van Parijs nog in zwang niet. De verande ring in de kleederdracht was maar onder de rijken en machtigen gekend. Dezelfde kostuum werd in de vier jaargetijden gedregen, en men zorgde voor de koude met van binnen wat aan te voegen. Vaders trouwfrak, met kort lyf, met hooge en stevige kraag,met lange sleppen, kwam uit voor het Paascbfeest,voor trouw of rouwplechtigheid. De oudste zoou had een kostuum voor de eerste communie, en dit diende voor dezelfde plechtigheid der volgende zonen. De treffelijke vrou wen hadden een laken kleed, of zulk lyf met kalemande rok en panen onderband. Do moden zijn opgekomen en alle nationale kleerdracht is verdwenen onder den aandrang der mode van Parijs. Het is nogtans schoon dat elk land aan zyne gebruiken houde.en dat men de Belgen, de Hollanders, de Engelscben, de Frau- schen, de Spanjaards, de Zwitsers, de Turken, de Chineezen, kunne erkennen aan dc kleerdracht. De nieuwe mode is onverbiddelijk en men moet zich opzetten volgens de beeltenissen die de vensters van de kleermakers versieren. De naaitnachien dagteekent van in de jaron.vijftig, en zij is waarlijk eene nood zakelijkheid geworden immers de kleer- dracb^wordt vernieuwd met de vierjaar getijden. De vingernaaldo kan dat werk niet voldoen, In menig burgerhuis heeft men eene naaimachien tea gerieve en ten gebruike van het huishouden. In eenen oogwenk is roklijf en rok verveerdigd. Mon zal u hedendaags de kleerstof voor eene broek verkoopen, die gij eeno uur later moet aanhebben. De breimachien is eene Dog kunstiger uitvinding. Men zegt dat het nandbreisel nog beter eu schooner is, ik kan het gelooven,doch de breimachien heeftintus- schen haar nut, hare noodzakelijkheid. Het gebeurde mij dat ik moest met den trein uitgaan, en dat ik noodig versche zokken aantrok ongelukkiglijk allen waren in den wasch, doch de breimachien uit het gebuurte bezorgde er mij een paar nieuwe in eene halve uur tijds. Ik mag er bijvoegen dat ik mynen trein niet miste. Worden de kleederen met de snelheid van den bliksem gesponnen, geweven, gesneden en genaaid, zij worden ook met dezelfde snelheid versleten. Overouds gingen de kleedingstukken jaren en jaren mede, en slechts vier of vijfmaal in zyn leven had men een nieuw kostuum, nu is het alle dagen wat nieuws, behalve alle jaren twee kostumen. 't Is schoon en wei als de beurs zulks vermag. reodschap en den stofdoek te stellen heeft. Zij richtte het hoofd op en hy hoopte reeds op eon scherp antwoord, maar te vergeefs zy liet de kin wéér naar de borst zakken en zweeg. Gij zijt zeker erg met nwe jonge dame ingenomen vroeg hij, terwyl hij zijne sigaar naar den mond bracht. Dat geloof ik niet, antwoordde zy en ging een weinig terug, als om de blauwe rookwolken te ontwijken die haar hoofd eens klaps omwagen. Bespottelijk Dat meisje, hetwelk in ge lagkamers onder haars gelyken den dikken rook van gemeenen tabak moeet inasemen, stelde zich aan, als had zij de fijnste zenuwen zij aapte waarschijulijk mejufvrouw de gouvernante na. Dit ergerde en stiet hem te gen het hoofd hij deed na een paar goede trekken. Gü gelooft het niet herhaalde hy daarop. Maar hare voorname manieren schy nen u toch te bevallen gy xoudt zeker geerne zijn zooals zy, niet Dat zou een wonderlijke wensch zyn. Wel, waarom dat De netto handen te ontzien en zich in eene koele kamer te laten bedienen, is toch wat anders, dan naar het hooiland te gaan en zich bij zwarea arbeid door de zon te laten verbranden. (Wordt voortgeiet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1899 | | pagina 1