Zondag Januari 1900.
5 centiemen per nummer.
34°* Jaar~ 3436
Moeder I
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
EEN PAKJE
WAARHEDEN.
DE
GIFTMENGSTER.
Kamer van Volksver
tegenwoordigers.
ZONDAGRUST.
E DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
'lagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitanties door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
Cuique Buum.
Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00Vonnisse op
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
üeeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 20 Januari 1900.
Sedert eenigeu tijd, zijü in Klókke
Roeland artibeleD verschenen die beier
op bunne plaats in Vooruit zouden zijn.
Wy willen ze niet bespieken omdat wij
er geen belang aan hechten. Hun invloed
is zoo bitter klein en moet voorzeker meer
nadeel aan de daenserij berokkenen dan
zij er voordeel hoopt uit te trekken. Zij
moeten inderdaad voor gevolg hebben de
oogen te openen van hen wier geest nog
Diet totaal door dwaze vooroordeelen is
beneveld.
Iedereen met gezond verstand bpgaafd,
moet zich bij het lezen zulker ellendige
en lage persooDlijheden afvragen Wat
voordeel kaD er tocb wel insteken voor de
zoogezegde partij der groene deinokrateD?
Welke inrichting van eenig nut voor den
werkman is door zulke lage taal wel tot
stand gebracht Wint de werkman daar
door wel een centiem meer of wordt hij
daardoor tegen werkeloosheid en ouder
dom verzekerd
Volstrekt Diet
Onze groenen hebben tot biertoe nog
gc-eDe Spaarbonden ingericht en hoevele
duizende franks hebben zij daardoor,
door die opgezette werkeloosheid niet
aaD de werklieden onttrokken
Zij hebben liever met die kiesche
kwestie te schermen en te huileu op de
meetings I Dat is voor den werkman
beter, denken ze.
Zij gelooven, even als de socialisten,
dat het volk eens moet bloeden, dat er
ellende en armoede moet zijn, dat de
wonden der maatschappij open moeten
gehouden worden ten voordeele der
partij I Dan immers kunnen zij donderen
tegen hunne ingebeelde vyanden zij mo
gen zoo uitdagend spreken en zand wer
pen in de oogen der toehoorders 1
En de eenvoudigen, de gefopten, zij
juichen toe cu zij zien niet dat zij het
slachtoffer zijn eener ellendige politiek,van
lage persoonlijke doeleinden
Zy mogen gerust donderen, de moei
lykste vragen behandelen met eene on
gelooflijke lichtzinnigheid omdat zy niet
geroepen zijn, op praktisch gebied, buune
voorstellingen te verwezenlijken. Maar
een ernstige Staatsman, op wien alle
verantwoordelijkheid weegt kan oumo-
gelijk zulke lichtzinnige en buitensporige
taal voeren.
Waarom
Omdat bij gehouden is datgene door te
voeren wat hij beloofde. Hij draagt de
verantwoordelijkheid zijner gezegden eu
zijner daden.
Vier jaar is M. Daens in de Kamers
geweest; bij bad de noodige macht om de
vraag der hulpgelden zoo niet op telos
sen dan toch de oplossing ervan te be
spoedigen. Indien dit vraagstuk zoo gc-
De bediende bief den zwaren ijzeren klop
per op, die met een zweren slag neerviel. De
vreemde geneesheer betrad een groot dnister
plein. Slechts eene brandende lantaarn ver
lichtte de trap, die van eene steenen leuning
voorzien was. Dd bediende nam het licht en
voerde zijnen geleider de trappen op door
verschillende gangen. Hy opende eene deur
en verw ijderde zich om den dokter aan te
melden. Dezen liet hij alleen in eon groote
zaal in den styl van het eerste keizerrijk ge
meubeld. Doch onze vreemdeling behoefde
niet lang te waehten, want nauwelijks had
hy plaats geDomen of eene tweede deur werd
geopend en eene dame verscheeu. De vreem
de, welken zij stijf groette, sioud op en boog.
Mijnheer is geneesheer vroeg de dame.
Jawel, mevrouw.
Eu uw naam
Landregarde.
Zy groette weer. Gy zijt toch niet van
hier en komt uit Parijs
Inderdaad, eu ik dacht niet, dat ik he
den avond nog eenen zieke zou bezoeken.
makkelijk to verwezenlijken was, lijk de
schrijvers vau bedoeld orgaan bet weke
lijks uitbazuinen, indieu dit maar eeu
kunstgreep was, waarom heeft de hoofd
man het niet doorgedreven
Eu indien de fameuze leider het niet
kon, indien de krachten van den opper
generaal te kort schoten wat mogen wij
dan van de kaporaals, van de kleine
schreeuwers verwachten
M. Daens heeft de vraag niet een
stootje vooruitgebracht en zoo wij nog
waieu waar bij het liet, dan trippelden
wij nog immer op dezelfde plaats.
Eu niettegenstaande dit doorslaand
bewijs van machteloosheid, blijven onze
«menen zicb op buune macht beroemen I
Zij hebben toepet, die schreeuwers, maar
zij schijnen zoo zeker vaa bun stuk; zij
hebben zooveel nevelen opgeworpen in
den geest hunner toehoorders, dat de
waarheid er nog met moeito door zal
kunnen.
Zij verwachten veel, zegden zij, vau
het zuiver algemeeD stemrecht maar in
dien zij rechtzinnig ziju dan zouden zij de
oogen naar bet zuiden moeten weudeu
om eens een kijkje te werpen op den toe
stand iD Frankrijk. Indieu het algemeen
stemrecht, beter dan ons kiesstelsel, be
kwaam was het vraagstuk der pensioenen
op te losseu, waarom is dit heden bij ouze
zuiderburen nog niet ingericht
Waarom?
Wy vragen het ons af, doch kunnen
geen voldoende antwoord vinden.
Wij mogen dus gerust het besluit trek
ken dat al die hooge en bolkliukeude
woordenkramerij vau ouze groeoeD op een
zisser uitloopen zal, dat zij niets doen
dan beloven en zand werpen, tot het groot
ongeluk der werklieden die nog eenvou
dig geuoeg zijn om Daar die vleiende taal
te luisteren en er geloof aan te schenken.
De uitkomst der groene beloften zal
een groote zero uitmaken I
Oogkleppen voor paarden.
1Hel Kaard schrijft daarover: Men heeft
al menige lans gebroken voor en tegen de
oogkleppen. Bij de trammaatschappy te
Groningen is in de laatste jaren meer
maals de ervaring opgedaan geworden
dat luie paarden veel beter willen door-
loopen als zij voorzien zijn van oogkleppen
dan wanneer dit niet het geval is.
Dit werd te Groningen bevonden met
diereu vau Belgisch ras of vau Ameri-
kaauschen oorsprong. Sommige dieren
konden moeilijk tot die snelheid worden
gebracht, welke noodig is om een rit in
den gesteldeu tijd te volbrengen. Alleen
wanneer de zweep werd opgeheven, ging
zoo eeu paard iets sneller, doch zeer
spoedig na bet opheffen of het slaau werd
den korten draf -.veer aaugeuomen, alhoe
wel de dienst niet zwaar was. Na het
aanbrengen vau oogkleppen werd beter
gt-loopeu eu werd tevens het zijdeliugs
uitwijken uit de rails by na geheel ver
meden.
- Wy zijn u grooteu dank verschuldigd
voor de bereidwilligheid, waarop gij ons op
dit late uur ter hulpe komt.
Landregarde had bij dit kort onderhoud
eenen onderzoekenden blik op de dame ge
worpen. Zy was eene groote slanke vrouw
van eene deftige, fijne houding, maar met een
bleek, ziekelijk gelaat waarop eene zekere
vermoeidheid te lezen was. Eene heerlijke
schoonheid, die reeds haren herfst te gemoet
gaat, n dacht de geneesheer.
De dame had vau haren kant den vreemde
ling beschouwd, en over haar onderzoek te
vredeu, zeide ze Volg mij mijnheergij
zult zien, dat hij zeer ziek is.
- Geeft gij alle hoop verloren, mevrouw
- Ik, ach, wat weet ik, mijnheer? wat
kent eene vrouw daarvan Verschillende
dokters hebben hem bezocht en wisten niets
te zeggen. Dokter Hngouet, die hem behan-
dalt, weet ons ook niet te veel te zeggen. Er
doen zich bij deze ziekte zulke vreemde ver
schijnselen voor.
- Heb ik de eer mevrouw de Fairières zelf
te spreken vroeg de geneesheer.
Ja, mijnheer. Och, als myn echtgenoot
stierf, zou ik zinneloos worden.
Wy willen hopen, dat God u voor znlk
n ongeluk beware, hernam de dokter, se
dert wanneer is de heer de Fainères onder
behandeling
Heeds long,,., verscheidene maanden.
Zitting van Dijnsdag 16 Januari 11.
De heer Baron Leo Bethune.
De heer Voorzitter. II t woord
woidt veileend aan den hoer Minister vau
spoorwegen om to antwoorden op de
vraag van den beer Bethune, betnïwnde
1° het loou der werklieden aau wegeu en
werken te Gceraardsbergen, Viano, Moer-
beke 2° het loou der gewezen werklie
den van do Maatschappij Heuegouw-
Vlaanderen, door den Staat overgenomen.
De heer Liebaert, dienstdoende mi
nister vau spooi wegen, posterijen en tele
grafen. 1° Het loou worat bepaald
volgens 't gemiddeld bedrag van 't loon
in de streek, zooals den minister van
spoorwegen steeds werd aaubemleu.
2° De dagloonen ziju dezelfde voor al
de aibeide>s vau Siliegemen omstreken;
allen, betzij ze al of niet viocger behoor
den tot maatschappijen welker lijtieu
werden overgenomen, zijn aan dezelfie
regelen van bevoideiing onderworpen eu
bet achtbaar lid moei onnauwkiung ziju
Ïugc licht geworden, als meu hem beves
tigd heeft dat sommige dagloonen voor
eeu derde verschillen.
Wij vernemen dat de heer Baron Leo
Bethuuo de zaak opüieuw zal opwerpen
en grondig behandelen tijdens dc beraad
slaging over de begrooting van spoor
wegen, enz.
De heer L. De Sadeleer.
In zitting van Dijnsdag laatst stelde
onze achtbare Volksvertegenwoordiger,
M. De Sadeleer, eene ordemotie voor van
groot belang voor den landbouw.
Talrijke maatregelen zijn reeds geno
men door de Regeering om de vervalschiug
der boter bij middel van margariue te be
teugelen. Het wetsontwerp door M. De
Sadeleer bedoeld, stelt een aautal maat
regelen daar om, bij de fabricatie van
margarine, de vermenging van deze laat
ste met zekere sloffen, altijd erkenbaar
bij de outledigiug, verplichtend te maken.
Het hedeudaagscü Oestaande toezicht
wordt ook versterkt.
Wij laten bier het beknopt verslag
volgeu over deze beraadslaging waaruit
blijkt dat niets zal verwaarloosd worden
om vooimeld wetsontwerp in den tegeu-
woordigeu zittijd der Kamer nog te be
spreken.
Ziehier de debatten over deze orde-
motie.
De heer De Sadeleer. Iu bet
zittingsjaar 1897-1898 weid er een wets
voorstel ter tafel neergelegd hooi de beu
ren de Biocqueviile eu medeonderteeke-
uaars, betrekkelijk de beteugeling van
het bedrog dat iu het vervaardigt u van
boter wordt gepleegd door middel vau
margarine. Dit vraagstuk staat sedert ten
minste tien jaar aau du dagorde van deze
Kamer. Elk zittingsjaar hebben velschil
lende leden, onder welke ik zelf, het be
drog aaugcklaagvl en krachtdadige maat-
De jonge dokter scheen over dit onbestemd
antwoord verwonderd. Kent gij niet de oor
zaak der ziekte, waaraan hy lijdt
W at zou ik, hy keut ze iiumera zelf niet.
Dat zich dokter Hugonet met iu 't bij
zij u vau den zieke heeft uitgesproken, laat
zich niet begrijpen, want daarvoor nad hij
reden waar toch heeft hij u wellicht eenmaal
zijne ziekte genoemd, of er bedekt over ge
sproken
Neen mijnheer, nooit, n
De arts zweeg en volgde de dame, die met
eene lamp voorging.
ik vind hem heden avond zeer ziek, be
gon mevrouw de Fairières weder, slechter dan
gewooulyk daarom wilde ik liet bezoek van
dokter iiugouet met afwachten. Nu gy hier
zyt beu ik reeds rustiger.
Zij hadden verschillende vertrekken door-
loopen voor eene half geopende deur bleef
de dame staan en zeide Uier ligt hy, eu
deu vinger op den mond houdend, voegde zij
er bij ees voorzicutig versennk hem
nietn
Beiden traden binnen. Mevrouw de Fai
rières naderde het bed en schoof de kostbare
gordijnen ter zijde. Hier is de dokter, myn
vriend, fluisterde zij. De zieke verroerde
zich niet.
Mynheer is werkelijk zeer ziek, zeide
Landregarde zachtjes, terwijl hij 't gelaat des
zieken opmerkzaam beschouwde. Wij ver-
regelon geëisebt om er een eind aan te
maken.
Onze landbouw heeft een groot belang
in deze zaak; de verkoop van boter is een
der bijzonderste hulpbronnen voor onze
landbouwers en haar prijs mag niet op
onrechtvaardige wijze worden verlaagd.
Ik voeg er bij dat de Regeering tot het
grondbeginsel van het voorstel reeds is
toegetreden. Iu Februari 1899 heeft zij
eeu aantal amendementen neergelegd en
lateu drukken. De middecafdeeliog heeft
bet ontwerp met aandacht en zorg bestu
deerd en de heer de Merode is zoo wel
willend geweest het ambt van verslagge
ver te aanvaarden.
Mijne ordemotie heeft voor doeJ de
aandacht der Kamer eu der Regeering te
vestigen op de noodzakelijkheid die er
bestaat om spoedig de quacstie op te
lossen.
Ik ben ervan overtuigd dat de achtbare
verslaggever en de Regeering hunne beste
klachten zullen inspaunen om ons in staat
te stijlen dat wetsvoorstel in het loopende
zittingsjaar te behandelen, dadelijk na de
begiooiiug vau landbouw.
De heer de Merode-Westerloo.
De wensch, door den heer De Sadeleer
uitgedrukt is gewettigd. De middenafdee-
liug he< ft me tut verslaggever benoemd;
ik bedank den beer De Sadeleer daar hij
mij verwittigde dat hij eene ordemotie zou
doen.
De middenafdeeling bleef inderdaad
niet werkeloos. Zij zegde dat zy genegen
was een ontwerp te stemmen waardoor de
Rug 'i ing zou worden gemachtigd om de
eerlijkheid in de verhaudeliugen te ver
zekeren eu om elke vervalscbing van de
voediugswaren en namelijk van de mar
garine te beletten. Üoch de ingevoerde
waren dienen aan dezelfde maatregelen
onderworpen, zooniet zou er niets worden
gedaan, integendeel.
Dientengevolge heeft de middenafdee
ling do Regeering verzocht het daarover
eens te worden met de vreemde Regee-
riugeu, met name Nederlanden Frankrijk,
de voornaamste invoerders van margariue.
Ongelukkiglijk gaven beide landen een
afwyzend autwooid. Dus dienen er nieuwe
stappen aangewend om die verschillende
vraagstukken op te lossen. Dat is uiterst
kiesch eu lastig.
De heer van der Bruggen, minister
van landbouw. Die zaak is van iu t
hoogste gewicht eu ik voeg mijnen wensch
bij dien vau den heer De Sadeleer, opdat
er eene oplossing aangegeven worde. Doch
telkenmale zij bestudeerd werd, werd men
fuwaar welke moeilijkheden zy oplevert,
lietteiuiu zou ik niets beters vragen dan
dat er nog in den loop van dezen zittijd
een einde aan kwam.
De heer De Sadeleer. Ik zeg u
dank voor deze verklaring.
Eene Belgische stichting te
Rome. Ziehier eenige bijzonderheden
nopens eene der oudste Belgische stich-
tiugeu te Rome men doet ze tot den tijd
van Pepin van Herstel (713) opklimmen.
Hetgeen men met zekerheid weet is
dat in 1094 toen Urbanus II Paus was,
de hertog van Vlaanderen, Robrecht, naar
Rome gekomen was en bevool de herstel
ling van het Vlaamsch gasthuis van St-
Juliaan den Arme en deed het met kost
bare giften versieren.
De stichting niet alleen bestaat nog,
maar bangt om zoo te reggen af van de
Belgische zending bij den Heiligen Stoel,
'f want de minister van België is van rechts
wege voorzitter van het bureel van het
i gasthuis vau den H. Juliaan den Arme.
De kerk, in ovalen vorm, is zeer beval
lig van bouwtrant en versierd mot de
schoonste marmers. Zij is iu 't midden
der stad gelegen en men vindt' er een
groot getal monumenten, belangrijk voor
de Belgische geschiedenis. Het oudste
I monument is van 1449 en werd aldaar
geplaatst ter herinnering aan den heer
Holle, geneesheer te Gent. Men ziet daar
ook de grafsteden van Louisa, gravin van
Celles, te Rome overleden iu 1828 Dit
monument werd vervaardigd door Kes-
sela, van Maastricht. De vout der kerk
werd kunstig hersteld in 1842 en was
feschilderd geweest in 1715 door Wilhelm
lent, die in zijne schilderij de wapen
schilden der steden Brugge, Gent en
Ieperen, alsook de wapeus van Vlaande
ren hei ft afgebeeld. Nog kunnen de pel
grims van Vlaanderen er hulpmiddelen
bekomen. De priesters mogen er acht
dagen vernachten, op voorwaarde van
twee missen voor de woldoeners te lezen.
dienstdoende Apotheker Zondag 2)
Januari 1900, Mr Meirschaut, Korte
Zoutstraat.
Eene moeder neen, wij weten niet
genoeg wat eene moeder is I
O dagen der kindsheid, gelukkige da
gen, toen onze liefdevolle moeder ons
met al hare teedere zorgen omringde,
toen zij met eene kommervolle bezorgd
heid onze weuschen die wij nog niet
konden uitspreken in onzo oogen
trachtte te lezen, welko zoete herinne
ringen wekt gij niet op in ons gemoed I
Iloe heeft hare teederheid, hare zorg,
haar onuitputtelijk geduld, steeds ge-
wedieverd om ons op to leiden tot een
krachtvol meusch, tot een geaeht en eer
baar lid der maatschappij. Nacht en
dag heeft zij ons omringd met hare zorgen,
met haar liefkozingen, met hare weerga-
looze liefde.
Hoe hebben hare oogen over ons ge
waakt 1 Zorg gedragen voor dien dier
baren schathaar kind. En zoo zal zij
ons liefhebbeu van in 't begin van ons
beslaan, tot den dag dat de eugel des
doods haar uit ons midden zal komen
rooven. Haar leven zal slechts een
doel hebben waken over haar kind eu
trouwen op u, antwoordde mevrouw de
Fair-ères, schoof een stoel bij. en zette zich
een weinig verder neer, maar zoo, dat het
licht der op den schoorsteen staande lamp
geheel op 't gelaat van den geneesheer viel en
het hare in het donkere bleef.
Landregarde boog zich over den zieke
eene diepe stilte hoerschte iu de deftig ge
meubelde zaal. Het licht van 't vuur dut in
den haard brandde eu alles vriendelijk ver
lichtte, speelde tegen de wanden eu verzachte
den Uroevigeu indruk, welken het vertrek op
de aanwezigen maakte. De dokter sprak geen
woord, ilij stond op, schoof zijnen stoel een
weiuig terug en beschouwde den zieke met
dubbele opmerkzaamheid. Maar verre vau
dour zy u onderzoek bevredigd te zijn, scheen
hij voortdurend meer te weifelen en onzeker
der te worden.
Mevrouw de Fairières volgde met toene
mende opmerkzaamheid 't onderzoek van den
arts. Zijue inspanning mus duidelijk te zien
op zyue gelaatstrekken.
Hij keerde zich om en verklaarde op be
scheiden toon, waarvan men de oprechtheid
niet kon loochenen, dat hy verlegen wus met
het geval dat hij behandelde en dat hij zich
nog niet duidelijk kon verklaren.
De zieke lag bew ustclouB en reutelde zwaar;
eeu steenend geluiu kwam nit zyue gloeiëude
borst, het zweel parelde in groote druppels
op zyn voorhoofd. De weiuig ervaren hand
des dokters voelde nu eens een koortsachtig
snellen, dan weêr een zwakken, haast on-
merkbaren polsslag.
De zieke is verloren, zeide hjj met
vastberadenheid, wanneer hem niet spoedig
hulp verleend wordt. Toen nam hij eene pen,
en schreef eenige nauwelijks leesbare regels,
Toen hij weêr opzag, bemerkte hy vijf per
sonen in de kamer, die hem onophoudelijk en
vragend aanstaarden. Achteraan stoud de
kuecht, die hem hierheen gevoerd had aan
het venster der meid, mevrouw de Fairières
iu het donker, ter zyde een jong meisje, dat
in vertwijfeling op de knieëu lag en eeu jonge
man, die strak en ourustig voor zich keek.
Van al deze personen was de arts niet de
miuBt bleeke. Het licht der lamp bescheen
ziju vreesachtig gelaatzyn zwart oog scheen
te flikkeren. Op het aanschouwen van het
jonge meisje maakte zich een zeldzaam ge
voel van hem meester, dat hy echter dadelijk
onderdrukte.
Men bezorge dadelijk dit recept, zeide
hij, terwyl het overreikte, üp eeu teeken van
mevrouw de Fairières verdween de meid er
meê. Hebben wy eenige hoop, heer dokter
vroeg zy met bevende stem.
Ik woet het nog niet, mevrouw, n ant
woordde Landregarde.
Het jonge meisje stond op en snelde naar
hem toe Och, mijnheer, behoud hem, red
hem, hy ia mijn vader riep zij ameekend.
zorgen voor zyn eeuwig en tijdelijk wel
zijn.
Fier en gelukkig zal de moeder wezen
indien hare telgen op den weg van eer en
deugd eene goede plaats in de samen
leving bekomen. Doch ook, als het
mocht gebeuren dat haar. kind, 't welk
haar glorie is, wordt medegesleept door
den stroom der wereld en eenen weg be
wandelt, die alles behalve eervol en braaf
is, dan ook nog blijft de moeder haar
kind beminnen. Dan zal zij alles beproe
ven om, door haar gebed, den schipbreu
keling, die op de baren der toomlooze
zee des verderfs ligt te dobberen, to
redden en op den goeden weg terug te
brengen.
Zelfs als het mocht gebeuren dat haar
kind verre afdwaalt, dan nog blyft hare
liefde leven. Het deel er niets toe, of
hij haar bespot, mishandelt en verstoot
het is immers toch haar kind I
Het kan zijn dat haar lichaam niet
bestand is tegen de overstelpende aan
doeningen harer ziel het kan zijn dat
haar eene slepende ziekte aangrijpt en op
het ziekbed nederwerpt, maar dan nog
zal hare liefde blijven loven en, op het
punt van de eeuwigheid in te gaan, ster
vende en mot brekende oogen, hoort men
haar nog fluistereu Mijn kind, mijn
duurbaar kind, uwe moeder vergeeft u
alles I...
Twee gezichten. - De so
cialisten hebben twee gezichten.
Op den buiten doen zy zich doorgaan
als vijanden der rijken. Zij donderen
tegen de eigenaars. Zij sporen de kleine
landbouwers en de huurders aau om
samen te spannen tegen de heeren.
Eerste gezicht.
Tegenwoordig, in de steden, spelen de
socialisten den vriendelijke jegens do
rijke liberale. Zy trachten zich met deze
to verstaan en vragen hen samen het
Staatsbestuur te bekampen. Tweede ge
zicht.
De socialisten zeggen dat do liberalen
met hen zullen medestrijden. Zeker, zy
doen dit om gekozen te worden. Maar
eens gekozen, dan lachen die ryke libe
ralen met het volk. Zy hebben de vergun
ning van het algemeen stemrecht uit al
hunne macht bevochten. Zy zyn tegen
het stelsel één man ééne stem. Zij zyn
ook alle verbeteringen ten voordeele des
volks vijandig.
En ondanks dat alles, zyn toch de
socialisten gereed om met hen samen te
gaan. Waarom Omdat die liberalen
vooral tegen den godsdienst zyn. Als men
maar den godsdienst baat en verfoeit en
bevecht, dat is voldoende voor de socia
listen. Wees rijk, verdrukker, volkhatend,
't doet er niets aan. Maar wees gods-
dienstbatend en de socialisten zullen voor
u op de knieën kruipen. Dat bewyst nog
maals dat de socialisten party niet ander»
is dan eene partij van godsdiensthaters en
kerkvervolgers.
Door hare schoonheid overweldigd, aan-
schonwde Landregarde haar een oogenblik
en beproefde toen haar gerust te stellen. Het
zon te treurig zijn, op den leeftyd van dan
heer Fairièrea te moeten sterven, als men zoo
bemind wordt, zeide hij, terwyl hy een
blik op dienB echtgenoote wierp.
Zult gij ons beter uwe meening zeggen
over den aard der ziekte van mynen echtge
noot dan dokter Hugonet vroeg de dame.
Mevrouw, antwoordde Landregarde,
terwijl hij ieder woord scheen te wegen, wat
zoo ongewoon is voor eenen jongen dokter,
ik zie heel goed waaraan de zieke lijdt en
van welken aard zyue ziekte is. Maar wat de
oorzaak betreft en de mogelijke gevolgen de
zer zeldzame ziekte, waarvan gij de goedheid
niet hadt mij de verschijnselen meê te deelen,
zal nog wel meer dan één onderzoek noodig
wezen.
Dat begryp ik, zeide de dame. Zjj
scheen met dit antwoord tevreden en dacht
er niet aan zich te verdedigen tegen de be
schuldiging welke zy bevatten.
Indien gy het veroorlooft, Mevrouw, ver
volgde by, zal ik wachten tot de geneesmid
delen hier zyn «n ze zelf aan den zieke toe
dienen. Als ik de werking er van zie, zei ik u
een meer bepaald antwoord kunnen geren.
(Wordt voortgezet).