Zondag Januari 1900. 5 centiemen per nummer. 34°* Jaar~ 3436 Moeder I Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. EEN PAKJE WAARHEDEN. DE GIFTMENGSTER. Kamer van Volksver tegenwoordigers. ZONDAGRUST. E DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder 'lagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitanties door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Lands. Cuique Buum. Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00Vonnisse op 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. üeeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 20 Januari 1900. Sedert eenigeu tijd, zijü in Klókke Roeland artibeleD verschenen die beier op bunne plaats in Vooruit zouden zijn. Wy willen ze niet bespieken omdat wij er geen belang aan hechten. Hun invloed is zoo bitter klein en moet voorzeker meer nadeel aan de daenserij berokkenen dan zij er voordeel hoopt uit te trekken. Zij moeten inderdaad voor gevolg hebben de oogen te openen van hen wier geest nog Diet totaal door dwaze vooroordeelen is beneveld. Iedereen met gezond verstand bpgaafd, moet zich bij het lezen zulker ellendige en lage persooDlijheden afvragen Wat voordeel kaD er tocb wel insteken voor de zoogezegde partij der groene deinokrateD? Welke inrichting van eenig nut voor den werkman is door zulke lage taal wel tot stand gebracht Wint de werkman daar door wel een centiem meer of wordt hij daardoor tegen werkeloosheid en ouder dom verzekerd Volstrekt Diet Onze groenen hebben tot biertoe nog gc-eDe Spaarbonden ingericht en hoevele duizende franks hebben zij daardoor, door die opgezette werkeloosheid niet aaD de werklieden onttrokken Zij hebben liever met die kiesche kwestie te schermen en te huileu op de meetings I Dat is voor den werkman beter, denken ze. Zij gelooven, even als de socialisten, dat het volk eens moet bloeden, dat er ellende en armoede moet zijn, dat de wonden der maatschappij open moeten gehouden worden ten voordeele der partij I Dan immers kunnen zij donderen tegen hunne ingebeelde vyanden zij mo gen zoo uitdagend spreken en zand wer pen in de oogen der toehoorders 1 En de eenvoudigen, de gefopten, zij juichen toe cu zij zien niet dat zij het slachtoffer zijn eener ellendige politiek,van lage persoonlijke doeleinden Zy mogen gerust donderen, de moei lykste vragen behandelen met eene on gelooflijke lichtzinnigheid omdat zy niet geroepen zijn, op praktisch gebied, buune voorstellingen te verwezenlijken. Maar een ernstige Staatsman, op wien alle verantwoordelijkheid weegt kan oumo- gelijk zulke lichtzinnige en buitensporige taal voeren. Waarom Omdat bij gehouden is datgene door te voeren wat hij beloofde. Hij draagt de verantwoordelijkheid zijner gezegden eu zijner daden. Vier jaar is M. Daens in de Kamers geweest; bij bad de noodige macht om de vraag der hulpgelden zoo niet op telos sen dan toch de oplossing ervan te be spoedigen. Indien dit vraagstuk zoo gc- De bediende bief den zwaren ijzeren klop per op, die met een zweren slag neerviel. De vreemde geneesheer betrad een groot dnister plein. Slechts eene brandende lantaarn ver lichtte de trap, die van eene steenen leuning voorzien was. Dd bediende nam het licht en voerde zijnen geleider de trappen op door verschillende gangen. Hy opende eene deur en verw ijderde zich om den dokter aan te melden. Dezen liet hij alleen in eon groote zaal in den styl van het eerste keizerrijk ge meubeld. Doch onze vreemdeling behoefde niet lang te waehten, want nauwelijks had hy plaats geDomen of eene tweede deur werd geopend en eene dame verscheeu. De vreem de, welken zij stijf groette, sioud op en boog. Mijnheer is geneesheer vroeg de dame. Jawel, mevrouw. Eu uw naam Landregarde. Zy groette weer. Gy zijt toch niet van hier en komt uit Parijs Inderdaad, eu ik dacht niet, dat ik he den avond nog eenen zieke zou bezoeken. makkelijk to verwezenlijken was, lijk de schrijvers vau bedoeld orgaan bet weke lijks uitbazuinen, indieu dit maar eeu kunstgreep was, waarom heeft de hoofd man het niet doorgedreven Eu indien de fameuze leider het niet kon, indien de krachten van den opper generaal te kort schoten wat mogen wij dan van de kaporaals, van de kleine schreeuwers verwachten M. Daens heeft de vraag niet een stootje vooruitgebracht en zoo wij nog waieu waar bij het liet, dan trippelden wij nog immer op dezelfde plaats. Eu niettegenstaande dit doorslaand bewijs van machteloosheid, blijven onze «menen zicb op buune macht beroemen I Zij hebben toepet, die schreeuwers, maar zij schijnen zoo zeker vaa bun stuk; zij hebben zooveel nevelen opgeworpen in den geest hunner toehoorders, dat de waarheid er nog met moeito door zal kunnen. Zij verwachten veel, zegden zij, vau het zuiver algemeeD stemrecht maar in dien zij rechtzinnig ziju dan zouden zij de oogen naar bet zuiden moeten weudeu om eens een kijkje te werpen op den toe stand iD Frankrijk. Indieu het algemeen stemrecht, beter dan ons kiesstelsel, be kwaam was het vraagstuk der pensioenen op te losseu, waarom is dit heden bij ouze zuiderburen nog niet ingericht Waarom? Wy vragen het ons af, doch kunnen geen voldoende antwoord vinden. Wij mogen dus gerust het besluit trek ken dat al die hooge en bolkliukeude woordenkramerij vau ouze groeoeD op een zisser uitloopen zal, dat zij niets doen dan beloven en zand werpen, tot het groot ongeluk der werklieden die nog eenvou dig geuoeg zijn om Daar die vleiende taal te luisteren en er geloof aan te schenken. De uitkomst der groene beloften zal een groote zero uitmaken I Oogkleppen voor paarden. 1Hel Kaard schrijft daarover: Men heeft al menige lans gebroken voor en tegen de oogkleppen. Bij de trammaatschappy te Groningen is in de laatste jaren meer maals de ervaring opgedaan geworden dat luie paarden veel beter willen door- loopen als zij voorzien zijn van oogkleppen dan wanneer dit niet het geval is. Dit werd te Groningen bevonden met diereu vau Belgisch ras of vau Ameri- kaauschen oorsprong. Sommige dieren konden moeilijk tot die snelheid worden gebracht, welke noodig is om een rit in den gesteldeu tijd te volbrengen. Alleen wanneer de zweep werd opgeheven, ging zoo eeu paard iets sneller, doch zeer spoedig na bet opheffen of het slaau werd den korten draf -.veer aaugeuomen, alhoe wel de dienst niet zwaar was. Na het aanbrengen vau oogkleppen werd beter gt-loopeu eu werd tevens het zijdeliugs uitwijken uit de rails by na geheel ver meden. - Wy zijn u grooteu dank verschuldigd voor de bereidwilligheid, waarop gij ons op dit late uur ter hulpe komt. Landregarde had bij dit kort onderhoud eenen onderzoekenden blik op de dame ge worpen. Zy was eene groote slanke vrouw van eene deftige, fijne houding, maar met een bleek, ziekelijk gelaat waarop eene zekere vermoeidheid te lezen was. Eene heerlijke schoonheid, die reeds haren herfst te gemoet gaat, n dacht de geneesheer. De dame had vau haren kant den vreemde ling beschouwd, en over haar onderzoek te vredeu, zeide ze Volg mij mijnheergij zult zien, dat hij zeer ziek is. - Geeft gij alle hoop verloren, mevrouw - Ik, ach, wat weet ik, mijnheer? wat kent eene vrouw daarvan Verschillende dokters hebben hem bezocht en wisten niets te zeggen. Dokter Hngouet, die hem behan- dalt, weet ons ook niet te veel te zeggen. Er doen zich bij deze ziekte zulke vreemde ver schijnselen voor. - Heb ik de eer mevrouw de Fairières zelf te spreken vroeg de geneesheer. Ja, mijnheer. Och, als myn echtgenoot stierf, zou ik zinneloos worden. Wy willen hopen, dat God u voor znlk n ongeluk beware, hernam de dokter, se dert wanneer is de heer de Fainères onder behandeling Heeds long,,., verscheidene maanden. Zitting van Dijnsdag 16 Januari 11. De heer Baron Leo Bethune. De heer Voorzitter. II t woord woidt veileend aan den hoer Minister vau spoorwegen om to antwoorden op de vraag van den beer Bethune, betnïwnde 1° het loou der werklieden aau wegeu en werken te Gceraardsbergen, Viano, Moer- beke 2° het loou der gewezen werklie den van do Maatschappij Heuegouw- Vlaanderen, door den Staat overgenomen. De heer Liebaert, dienstdoende mi nister vau spooi wegen, posterijen en tele grafen. 1° Het loou worat bepaald volgens 't gemiddeld bedrag van 't loon in de streek, zooals den minister van spoorwegen steeds werd aaubemleu. 2° De dagloonen ziju dezelfde voor al de aibeide>s vau Siliegemen omstreken; allen, betzij ze al of niet viocger behoor den tot maatschappijen welker lijtieu werden overgenomen, zijn aan dezelfie regelen van bevoideiing onderworpen eu bet achtbaar lid moei onnauwkiung ziju Ïugc licht geworden, als meu hem beves tigd heeft dat sommige dagloonen voor eeu derde verschillen. Wij vernemen dat de heer Baron Leo Bethuuo de zaak opüieuw zal opwerpen en grondig behandelen tijdens dc beraad slaging over de begrooting van spoor wegen, enz. De heer L. De Sadeleer. In zitting van Dijnsdag laatst stelde onze achtbare Volksvertegenwoordiger, M. De Sadeleer, eene ordemotie voor van groot belang voor den landbouw. Talrijke maatregelen zijn reeds geno men door de Regeering om de vervalschiug der boter bij middel van margariue te be teugelen. Het wetsontwerp door M. De Sadeleer bedoeld, stelt een aautal maat regelen daar om, bij de fabricatie van margarine, de vermenging van deze laat ste met zekere sloffen, altijd erkenbaar bij de outledigiug, verplichtend te maken. Het hedeudaagscü Oestaande toezicht wordt ook versterkt. Wij laten bier het beknopt verslag volgeu over deze beraadslaging waaruit blijkt dat niets zal verwaarloosd worden om vooimeld wetsontwerp in den tegeu- woordigeu zittijd der Kamer nog te be spreken. Ziehier de debatten over deze orde- motie. De heer De Sadeleer. Iu bet zittingsjaar 1897-1898 weid er een wets voorstel ter tafel neergelegd hooi de beu ren de Biocqueviile eu medeonderteeke- uaars, betrekkelijk de beteugeling van het bedrog dat iu het vervaardigt u van boter wordt gepleegd door middel vau margarine. Dit vraagstuk staat sedert ten minste tien jaar aau du dagorde van deze Kamer. Elk zittingsjaar hebben velschil lende leden, onder welke ik zelf, het be drog aaugcklaagvl en krachtdadige maat- De jonge dokter scheen over dit onbestemd antwoord verwonderd. Kent gij niet de oor zaak der ziekte, waaraan hy lijdt W at zou ik, hy keut ze iiumera zelf niet. Dat zich dokter Hugonet met iu 't bij zij u vau den zieke heeft uitgesproken, laat zich niet begrijpen, want daarvoor nad hij reden waar toch heeft hij u wellicht eenmaal zijne ziekte genoemd, of er bedekt over ge sproken Neen mijnheer, nooit, n De arts zweeg en volgde de dame, die met eene lamp voorging. ik vind hem heden avond zeer ziek, be gon mevrouw de Fairières weder, slechter dan gewooulyk daarom wilde ik liet bezoek van dokter iiugouet met afwachten. Nu gy hier zyt beu ik reeds rustiger. Zij hadden verschillende vertrekken door- loopen voor eene half geopende deur bleef de dame staan en zeide Uier ligt hy, eu deu vinger op den mond houdend, voegde zij er bij ees voorzicutig versennk hem nietn Beiden traden binnen. Mevrouw de Fai rières naderde het bed en schoof de kostbare gordijnen ter zijde. Hier is de dokter, myn vriend, fluisterde zij. De zieke verroerde zich niet. Mynheer is werkelijk zeer ziek, zeide Landregarde zachtjes, terwijl hij 't gelaat des zieken opmerkzaam beschouwde. Wij ver- regelon geëisebt om er een eind aan te maken. Onze landbouw heeft een groot belang in deze zaak; de verkoop van boter is een der bijzonderste hulpbronnen voor onze landbouwers en haar prijs mag niet op onrechtvaardige wijze worden verlaagd. Ik voeg er bij dat de Regeering tot het grondbeginsel van het voorstel reeds is toegetreden. Iu Februari 1899 heeft zij eeu aantal amendementen neergelegd en lateu drukken. De middecafdeeliog heeft bet ontwerp met aandacht en zorg bestu deerd en de heer de Merode is zoo wel willend geweest het ambt van verslagge ver te aanvaarden. Mijne ordemotie heeft voor doeJ de aandacht der Kamer eu der Regeering te vestigen op de noodzakelijkheid die er bestaat om spoedig de quacstie op te lossen. Ik ben ervan overtuigd dat de achtbare verslaggever en de Regeering hunne beste klachten zullen inspaunen om ons in staat te stijlen dat wetsvoorstel in het loopende zittingsjaar te behandelen, dadelijk na de begiooiiug vau landbouw. De heer de Merode-Westerloo. De wensch, door den heer De Sadeleer uitgedrukt is gewettigd. De middenafdee- liug he< ft me tut verslaggever benoemd; ik bedank den beer De Sadeleer daar hij mij verwittigde dat hij eene ordemotie zou doen. De middenafdeeling bleef inderdaad niet werkeloos. Zij zegde dat zy genegen was een ontwerp te stemmen waardoor de Rug 'i ing zou worden gemachtigd om de eerlijkheid in de verhaudeliugen te ver zekeren eu om elke vervalscbing van de voediugswaren en namelijk van de mar garine te beletten. Üoch de ingevoerde waren dienen aan dezelfde maatregelen onderworpen, zooniet zou er niets worden gedaan, integendeel. Dientengevolge heeft de middenafdee ling do Regeering verzocht het daarover eens te worden met de vreemde Regee- riugeu, met name Nederlanden Frankrijk, de voornaamste invoerders van margariue. Ongelukkiglijk gaven beide landen een afwyzend autwooid. Dus dienen er nieuwe stappen aangewend om die verschillende vraagstukken op te lossen. Dat is uiterst kiesch eu lastig. De heer van der Bruggen, minister van landbouw. Die zaak is van iu t hoogste gewicht eu ik voeg mijnen wensch bij dien vau den heer De Sadeleer, opdat er eene oplossing aangegeven worde. Doch telkenmale zij bestudeerd werd, werd men fuwaar welke moeilijkheden zy oplevert, lietteiuiu zou ik niets beters vragen dan dat er nog in den loop van dezen zittijd een einde aan kwam. De heer De Sadeleer. Ik zeg u dank voor deze verklaring. Eene Belgische stichting te Rome. Ziehier eenige bijzonderheden nopens eene der oudste Belgische stich- tiugeu te Rome men doet ze tot den tijd van Pepin van Herstel (713) opklimmen. Hetgeen men met zekerheid weet is dat in 1094 toen Urbanus II Paus was, de hertog van Vlaanderen, Robrecht, naar Rome gekomen was en bevool de herstel ling van het Vlaamsch gasthuis van St- Juliaan den Arme en deed het met kost bare giften versieren. De stichting niet alleen bestaat nog, maar bangt om zoo te reggen af van de Belgische zending bij den Heiligen Stoel, 'f want de minister van België is van rechts wege voorzitter van het bureel van het i gasthuis vau den H. Juliaan den Arme. De kerk, in ovalen vorm, is zeer beval lig van bouwtrant en versierd mot de schoonste marmers. Zij is iu 't midden der stad gelegen en men vindt' er een groot getal monumenten, belangrijk voor de Belgische geschiedenis. Het oudste I monument is van 1449 en werd aldaar geplaatst ter herinnering aan den heer Holle, geneesheer te Gent. Men ziet daar ook de grafsteden van Louisa, gravin van Celles, te Rome overleden iu 1828 Dit monument werd vervaardigd door Kes- sela, van Maastricht. De vout der kerk werd kunstig hersteld in 1842 en was feschilderd geweest in 1715 door Wilhelm lent, die in zijne schilderij de wapen schilden der steden Brugge, Gent en Ieperen, alsook de wapeus van Vlaande ren hei ft afgebeeld. Nog kunnen de pel grims van Vlaanderen er hulpmiddelen bekomen. De priesters mogen er acht dagen vernachten, op voorwaarde van twee missen voor de woldoeners te lezen. dienstdoende Apotheker Zondag 2) Januari 1900, Mr Meirschaut, Korte Zoutstraat. Eene moeder neen, wij weten niet genoeg wat eene moeder is I O dagen der kindsheid, gelukkige da gen, toen onze liefdevolle moeder ons met al hare teedere zorgen omringde, toen zij met eene kommervolle bezorgd heid onze weuschen die wij nog niet konden uitspreken in onzo oogen trachtte te lezen, welko zoete herinne ringen wekt gij niet op in ons gemoed I Iloe heeft hare teederheid, hare zorg, haar onuitputtelijk geduld, steeds ge- wedieverd om ons op to leiden tot een krachtvol meusch, tot een geaeht en eer baar lid der maatschappij. Nacht en dag heeft zij ons omringd met hare zorgen, met haar liefkozingen, met hare weerga- looze liefde. Hoe hebben hare oogen over ons ge waakt 1 Zorg gedragen voor dien dier baren schathaar kind. En zoo zal zij ons liefhebbeu van in 't begin van ons beslaan, tot den dag dat de eugel des doods haar uit ons midden zal komen rooven. Haar leven zal slechts een doel hebben waken over haar kind eu trouwen op u, antwoordde mevrouw de Fair-ères, schoof een stoel bij. en zette zich een weinig verder neer, maar zoo, dat het licht der op den schoorsteen staande lamp geheel op 't gelaat van den geneesheer viel en het hare in het donkere bleef. Landregarde boog zich over den zieke eene diepe stilte hoerschte iu de deftig ge meubelde zaal. Het licht van 't vuur dut in den haard brandde eu alles vriendelijk ver lichtte, speelde tegen de wanden eu verzachte den Uroevigeu indruk, welken het vertrek op de aanwezigen maakte. De dokter sprak geen woord, ilij stond op, schoof zijnen stoel een weiuig terug en beschouwde den zieke met dubbele opmerkzaamheid. Maar verre vau dour zy u onderzoek bevredigd te zijn, scheen hij voortdurend meer te weifelen en onzeker der te worden. Mevrouw de Fairières volgde met toene mende opmerkzaamheid 't onderzoek van den arts. Zijue inspanning mus duidelijk te zien op zyue gelaatstrekken. Hij keerde zich om en verklaarde op be scheiden toon, waarvan men de oprechtheid niet kon loochenen, dat hy verlegen wus met het geval dat hij behandelde en dat hij zich nog niet duidelijk kon verklaren. De zieke lag bew ustclouB en reutelde zwaar; eeu steenend geluiu kwam nit zyue gloeiëude borst, het zweel parelde in groote druppels op zyn voorhoofd. De weiuig ervaren hand des dokters voelde nu eens een koortsachtig snellen, dan weêr een zwakken, haast on- merkbaren polsslag. De zieke is verloren, zeide hjj met vastberadenheid, wanneer hem niet spoedig hulp verleend wordt. Toen nam hij eene pen, en schreef eenige nauwelijks leesbare regels, Toen hij weêr opzag, bemerkte hy vijf per sonen in de kamer, die hem onophoudelijk en vragend aanstaarden. Achteraan stoud de kuecht, die hem hierheen gevoerd had aan het venster der meid, mevrouw de Fairières iu het donker, ter zyde een jong meisje, dat in vertwijfeling op de knieëu lag en eeu jonge man, die strak en ourustig voor zich keek. Van al deze personen was de arts niet de miuBt bleeke. Het licht der lamp bescheen ziju vreesachtig gelaatzyn zwart oog scheen te flikkeren. Op het aanschouwen van het jonge meisje maakte zich een zeldzaam ge voel van hem meester, dat hy echter dadelijk onderdrukte. Men bezorge dadelijk dit recept, zeide hij, terwyl het overreikte, üp eeu teeken van mevrouw de Fairières verdween de meid er meê. Hebben wy eenige hoop, heer dokter vroeg zy met bevende stem. Ik woet het nog niet, mevrouw, n ant woordde Landregarde. Het jonge meisje stond op en snelde naar hem toe Och, mijnheer, behoud hem, red hem, hy ia mijn vader riep zij ameekend. zorgen voor zyn eeuwig en tijdelijk wel zijn. Fier en gelukkig zal de moeder wezen indien hare telgen op den weg van eer en deugd eene goede plaats in de samen leving bekomen. Doch ook, als het mocht gebeuren dat haar. kind, 't welk haar glorie is, wordt medegesleept door den stroom der wereld en eenen weg be wandelt, die alles behalve eervol en braaf is, dan ook nog blijft de moeder haar kind beminnen. Dan zal zij alles beproe ven om, door haar gebed, den schipbreu keling, die op de baren der toomlooze zee des verderfs ligt te dobberen, to redden en op den goeden weg terug te brengen. Zelfs als het mocht gebeuren dat haar kind verre afdwaalt, dan nog blyft hare liefde leven. Het deel er niets toe, of hij haar bespot, mishandelt en verstoot het is immers toch haar kind I Het kan zijn dat haar lichaam niet bestand is tegen de overstelpende aan doeningen harer ziel het kan zijn dat haar eene slepende ziekte aangrijpt en op het ziekbed nederwerpt, maar dan nog zal hare liefde blijven loven en, op het punt van de eeuwigheid in te gaan, ster vende en mot brekende oogen, hoort men haar nog fluistereu Mijn kind, mijn duurbaar kind, uwe moeder vergeeft u alles I... Twee gezichten. - De so cialisten hebben twee gezichten. Op den buiten doen zy zich doorgaan als vijanden der rijken. Zij donderen tegen de eigenaars. Zij sporen de kleine landbouwers en de huurders aau om samen te spannen tegen de heeren. Eerste gezicht. Tegenwoordig, in de steden, spelen de socialisten den vriendelijke jegens do rijke liberale. Zy trachten zich met deze to verstaan en vragen hen samen het Staatsbestuur te bekampen. Tweede ge zicht. De socialisten zeggen dat do liberalen met hen zullen medestrijden. Zeker, zy doen dit om gekozen te worden. Maar eens gekozen, dan lachen die ryke libe ralen met het volk. Zy hebben de vergun ning van het algemeen stemrecht uit al hunne macht bevochten. Zy zyn tegen het stelsel één man ééne stem. Zij zyn ook alle verbeteringen ten voordeele des volks vijandig. En ondanks dat alles, zyn toch de socialisten gereed om met hen samen te gaan. Waarom Omdat die liberalen vooral tegen den godsdienst zyn. Als men maar den godsdienst baat en verfoeit en bevecht, dat is voldoende voor de socia listen. Wees rijk, verdrukker, volkhatend, 't doet er niets aan. Maar wees gods- dienstbatend en de socialisten zullen voor u op de knieën kruipen. Dat bewyst nog maals dat de socialisten party niet ander» is dan eene partij van godsdiensthaters en kerkvervolgers. Door hare schoonheid overweldigd, aan- schonwde Landregarde haar een oogenblik en beproefde toen haar gerust te stellen. Het zon te treurig zijn, op den leeftyd van dan heer Fairièrea te moeten sterven, als men zoo bemind wordt, zeide hij, terwyl hy een blik op dienB echtgenoote wierp. Zult gij ons beter uwe meening zeggen over den aard der ziekte van mynen echtge noot dan dokter Hugonet vroeg de dame. Mevrouw, antwoordde Landregarde, terwijl hij ieder woord scheen te wegen, wat zoo ongewoon is voor eenen jongen dokter, ik zie heel goed waaraan de zieke lijdt en van welken aard zyue ziekte is. Maar wat de oorzaak betreft en de mogelijke gevolgen de zer zeldzame ziekte, waarvan gij de goedheid niet hadt mij de verschijnselen meê te deelen, zal nog wel meer dan één onderzoek noodig wezen. Dat begryp ik, zeide de dame. Zjj scheen met dit antwoord tevreden en dacht er niet aan zich te verdedigen tegen de be schuldiging welke zy bevatten. Indien gy het veroorlooft, Mevrouw, ver volgde by, zal ik wachten tot de geneesmid delen hier zyn «n ze zelf aan den zieke toe dienen. Als ik de werking er van zie, zei ik u een meer bepaald antwoord kunnen geren. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1900 | | pagina 1