Zondag 28 Januari 1900 5 centiemen per nummer. 54sie Jaar 3438 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. De menschlievend- heid der socios. DE GIFTMENGSTER. LANDROUW. Voor Z. H. den Paus. Landbouwcomice Herzele. Werkerspensioenen. VOLKSKAMER. DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Lands. Cuique au um. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen sich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalflt, 27 Januari 1900. Al« gij ooit een socialist boort dan stoeft bij immers op de meuschlievendheid der zoogezegde werklieden-partij. De socia listen, beweren zij, hebben de werklieden lief, zij beminnen de kleinen en de ver drukten en zij willen voor iedereen recht I Wordt dus allen socialist I Ja, werklieden, laat u in de doekskens doen 1 Moest ge zulken praat gelooven, dan te laat zoudt gij zien hoe deerlijk gij bedro gen zijt geweest. De menscblievendheid der socios is slechts bedriegt deD boer. Als te Gent de socios van Vooruit de zaal van Valentino aanvielen, de catho- lieke werklieden er sloegen, het gebouw vernielden om zoo te zeggen, dan beoefen den die socios, hunne menscblievendheid 1 Als te Molenbeek de catholieke werk lieden in stoet uitgingen maar door de rooden aangevallen wierdeu dan toonden zij hunne menscblievendheid die dan ook bestoeft en opgehemeld wierd door Voor uit en Peuple terwijl plassen bloed te Molenbeek nog zichtbaar waren. Zie, zelfs terwijl zij andere werklieden uitmoorden, om de schoone reden dat die werklieden niet dachten lijk de lezers van Vooruit, zie dan nog waren zij mensch- lievend I Als ge socialist zijt moogt ge alles doen en toch blijft ge menscblie- vend. Terwijl overal spaarbonden worden in gericht met het schoone, verhevene doel de werklieden een gelukkigen en kom- merioozen ouden dag te verzekeren, ter wijl, zeg ik, die schoone inrichtingen als uit den grond oprijzen, moet de eerste bij de socios, do vrienden van den werkman, nog ingericht worden 1 En toch, lieve lezer, zyn die zonderlinge kerels de eenige vrienden van den werk man. Ik zeg eenige vrienden van den werkmaD, maar gij zult mij begrepen hebben, als er de groenen niet bij zijn, want dan doen zy om het meest en wordt er gestoeft dat het stof in de geburen vliegt. De daden der socios bewijzen boe diep uit den grond hunner overtuiging de woor den kwamen waarin zij aan hunne li< file, zondeilinge liefde, voor den werkman lucht gaven. Op een groot Congres in 1891 te Brus sel zegde de groote Bobel Het socia lism wil geenszins de wonden der maatschappij genezen Dat zegde Rebel.... In de dagbladen maakte dat ophef ook wierden die woorden gelogenstraft en ge loochend. Bebel heeft zoo niet gesproken bulder den soms onze roocle gazetten. Zelfs Van- dervelde kwam er tusschen met eene loochening van... Liebknecht. Bebel wilde zijn uitgesproken woord niet eten. Te Parys zegde op een ander Congres onze fameuze Alfred Defuisseaux dat het volk eens moest bloeden Die menschlievende taal wierd aange stipt door de bladen van Parijs ook de Belgische spraken er van zij herhaalden die woorden en de vriend der werklieden, citoyen Alfred, had het toepet te looche nen. Hij schreef in de Belgische bladen maar liet deFransche onverlet. Er waren daar immers te veel getuigen welke die woorden gehoord hadden en daar was loochenen niet pluis I Dit alles is geen jaren geleden. Na onlangs nog is een werk verschenen over de socialistische samenleving van morgen. Een roode schryver spreekt over hervormingen die in de huidige maat schappij nog kunnen ingevoerd worden. Gij zoudt zeggen hij zal ze bijtreden in 't voordeel der werklieden om de tegen woordige ellende en miserie te bestrijden. Ja, maar gij hebt te doen met 'nen socialist en dan keert de kaart. Die zon derlinge werkman vriend is partyganger van het gedacht van Bebel en van onzen fameuzen Alfred. Hij schrijft - Indien deze hervormingen mogelijk waren zou men zich nog moeten onthou den ze te behertigen Hebt gij het begrepen, lieve lezer Geen hervormingen Geen verbeteringen in den toestand der werklieden Waarom Vooruit zal het ons zeggen - omdat de werklieden zich alsdan weinig ge negen zouden voelen van bijzondere eigendommen gemeen goed te willen maken 1 Een ander roode schrijver heeft dit zelfde gedacht uitgedrukt als hij zogt Die hervormingen zouden niets anders dan vertragend kunnen werken voor wat het einddoel betreft I Werklieden I lijdt dus honger als het socialism niets bij uwe verbeteringen wint 1 Ziet uwe kinderen, uwe vrouw in armoede, gebrek en ellende gedompeld als de roode partij er belang bij heeft 1 Zulke taal is een echt schandaal 1 Zij zijn waarlijk goed om arm in arm te loopen onze fameuze jannen van geu zen en socios 1 En als alle dingen in drij volmaakt zyn dan mag men er nog onze groenen bijvoegen die veel beloven maar niets doen 1 Werklieden opent de oogen, nu is het nog tijd 2,U VERVOLG. O, wat zyt ge goed riep het jonge meisje. Maar, mynheer het zal zeer laat voor u worden, zeide mevrouw de Fairièree. De werking is oogenblikkelijk, hernam de dokter. Overigens is de toestand vau den zieke van dien aard, dat het gevaarlijk zijn, als ik mij nu reeds verwijderde. De dame boog. Wij hadden besloten te waken, sprak ze, maar wij gevoelen om lukkig eenen man gevonden te hebben, die zoo doordrongen is van de plichten zijner betrekking. Zij stond op, groette en ver liet het vertrek. Landregarde stond ook op, naderde den zieke'en beschouwde hem eenige oogeublikken. Daarop wandelde hij een paar maal door de zaal eu zette zich toen by den haard. Hij was ernstig, in gedachten verzon ken en zichtbaar onmatig. Ofwel moest de dokter nog zeer onervaren zijn in de praktijk dat hij zoo bevreesd was over den toestand van eenen hem gebeel onbekenden zieke, of bad by met een buitengewoon en geheimzin nig geval te doen. Een scherpziend opmerker Hftfctarip -Og Zondag 11 Fe nülhldue. bruariaanst., om 4 uren 's namiddags, in de groote zaal vau het Klooster, luisterrijk Avondfeest met lichtgevende zichten door den E. H. J. Coupé. Verder openiDgstukken door de Faofaar der Gemeente, aria voor Mandoline, kluchtlied enz. Deuren open om 4,15 uren. Kaar ten aan 2 franks eu 1 frank. kon zien, dat de jonge man door eene be klemmende gedachte gedrukt werd, welke hem geen oogenblik verliet. Mevrouw de Fairières ging bedrijvig in en uit, gaf bevelen en zorgde voor hunne uit voering. Eerst bemerkte de dokter baar niet maar toen haar kleed hem aanraakte, hief hij het hoofd op en zag liaar uitvorschend na. Zij was eene vrouw van ongeveer twee en veertig jaar, maar had het voorkomen of zjj vijf twintig was. Ofschoon haar aangezicht zijne frischheid verloren had, lag er toch nog eene zekere bekoorlijkheid op, welke haar nog jong deed Bchynen. Hare oogen en heur weel derig kastanjebruin haar waren bijzonder schoon. De wijze, waarop zij het droeg, stem. de voortreffelijk overeen met het ovale van baar gelaat. De beweeglijkheid van hare blauwe oogen verried eenen vluggen geest eu zekere hevigheid van inborst. Zy waren een weinig dof, ver geopend, schoon gej en door lange zydeu wimpers overschaduwd, eu namen voor bare geheele persoonlijkheid in. De woorden vloeiden de dame langzaam en voorzichtig van de lippen hare houding was waardig en edel, elke harer bewegingen fier. Dokter Landregarde had juist tyd on waarneming te doen, toen het jonge meisje, dat hij nauwelyks gezien, maar toch reeds eenen diepen indruk op hem ahtergelatei had, hem naderde. Een goede raad is goud waard Dank aan de lessen in bijna al de lan delijke gemeenten van ons land gegeveD, dank aan de proefvelden door de land bouwkundigen ingesteld en bewaakt, word', de noodzakelijkheid van het ge bruik der scheikundige meststoffen thans door iedereen erkend. Hetgeen wij nog betreuren, is de onze kerheid des landbouwers in de toepas sing, en deze aarzeliog in de aanwending schrijven wij toe aan bet gemis van prak tische raadgevingen op het gepaste tijd stip. Wat moet de landbouwer op dit oogenblik verrichten Herinneren wij eerstens dat alle plan ten van onorganische stoffen leven en dat er slechts drie voorname stoffen zijn, welke men moet invoeren om de hoogste opbrengst te bereiken. Deze zijn Stikstof, hetwelk wij toedienen onder vorm van Sodanitraat Potasch, welke wij voordeelig vinden in de Zouten van Strassfurt Phosphoorzuur, dat het best wordt toe gepast door Thomasslakken. Alle landbouwer, die wil geld winnen, moet de opbrengst zijner gronden ver- j meerderen, eu deze vermeerdering stemt j overeen met de hoeveelheid benuttigde meststoffen. Op het einde van Januari eu begin Fe bruari maakt de landbouwer zijue zaai velden voor de Lente gereed. Langen tijd was de stalmest de eenigo meststof, doch deze bevat weinig phos phoorzuur, eene stof welke voornamelijk vereischt wordt voor hot graan en welke het stroo stijf maakt en bestand tegen het omvallen. Wij moeten dus den voordeeligsten phosphaatmest aanwenden, 't is te zeg gen,het Thomasphosphaat, welke ook in e Lente nog opneembaar is, zooals blijkt uit de volgende proeven, waarbij de metaalslakken in Februari werdeu toe past I. Op Haver 15000 kil. stalm. 500 kil. metaalsl. 2562 kilos graan en 2720 kilos stroo. 15000 kil. stalmest 2276 k. graan en 2472 k. stroo. II. Op Garat. 15000 kil. stalm. 500 kil. metaalsl. 2100 kilos graan en 3200 kilos stroo. 15000 kil. stalmest 1600 kilos graan en 2560 kilos stroo. Wat de potaschmest betreft, de proe ven van Schultz-Lupitz, Hildebrand, Nobbe, Smets en Schreiber. enz. tooneu ons welk groot nut men kan trekken uit de toepassing der zouten van Stassfurt op de zomergranen. Wij zullen hier nog eene proef ver melden, welke aantoont dat de werkiug der metaalslakken door toepassing vaü potaschmesten vermeerdert, en dat beide meststoffen meer waarde krijgen door toevoeging van Sodanitraat. (De mest stoffen werden einde Februari toegepast). Zonder mest 1100 kil. gr. 1900 kil. str. 500 k. metaalsl. 1600 kil. gr. en 2900 - 500 k. metaalsl +500 kil. kaïniet 1600 kil. graan 2200 kil. stroo. 500 k. metaalsl.200 kil. nitraat, 1700 kil. graan 3400 kil. stroo. 500 k. metanlsl.+öOO k. kaïniet 200 k. nitraat, 1800 kil. graan 3700 kil. stroo. De drie meststoffen moeten dus voor de zomergranen aangewend worden wij geven de volgende bcmestingsformuul 500 kilos Thomasslakken 100 kilos Cüloorpotasch 100 k. tot 150 Sodanitraat. Het Sodauitraat zal toegediend worden in twee of drie keeren, terzelfder tijd als j op de wintergranen, wanneer de planten ter opneming gereed zyn. Wij kunnen uit plaatsgebrek niet breed voerig over de weiden handelen zeggen wij enkel dat het oogenblik gekomen is i om de volgende bemesting toe te passen Eerste bemestingsjaar 1000 k. Thomasslakken, 600 k. Kaïniet, Volgende jaren 600 k. Thomasslakken, 400 k. Kaïuiet. Na deze bemesting eene duchtige egging eu daarbij in de Leute van 100 tot 200 kil. Sodanitraat, zoo zal men -de opbrengst niet zelden verdubbelen, P. PIPERS, Landbouwleeraar, van Landbouw aan de landbouwkundigen van den Staat, duidt de voordeelen aan welke de landbouwvereenigingen kunnen vinden in het aannemen van den vorm Tan erkende vakvereenigingen. De heer minister verzoekt de landbouwkundigen die aanduidigingen onder de landbouwers te verspreiden. Afdruksels van dezen omzendbrief wor den kosteloos gezonden aan de personen die er de vraag van doen aan het Bestuur van Landbouw, Beyaertstraat, 3, te Brussel. Opbrengst der vorige lijsten Fr. 255,00 Naamloos, Aalst, - 200,00 Naamloos, Haeltert. H. Va der zegent ons I 5,00 E.E. H.H. Onderpastoors van S' Martinus, Aalst, 50,00 M. Joan.Van Cauter, Aalst, 5,00 Een nieuw monument aan Jezuï et hriatufl den Verlosser. VerschU- lige monumenten zullen in Italië opge richt wordes, ter herinnering van het Heilig Jaar. Een monument zal opgericht worden op den berg Capres, boven Carpinetto, de geboorteplaats van Leo XIII een ander zal op Monte-San-Angelo, naby den berg Gargon opgericht worden. Vltalia reale van Turin zegt, dat de katholieken der bisdommen van Aoste, Biella en Ivrea, een mooumenteel borst beeld van don H.Zaligmaker gaan oprich ten, op den top van het gebergte Mont del tu Vescost, waar de drie bisdommen, waarvan wij spreken, aaneenpalen. Het monument zal opgericht worden op eene hoogte van 2372 meters, hotzy 250 meters hooger dan den top van dea Pilatus, een der meest bezochte bergen van Zwitserland, nabij Lucerne. Algemeene vergadering te Herzele in het Gemeentehuis, op Zondag 28 Ja nuari 1900, om 3 uren namiddag stipt DAGORDE: 1° Rekeningen over 1899. 2° Verslag over de werkzaamheden van het Cornice voor 1899. I" Begrooting voor 1900. 4° Verkiezing in vervanging der uittreden de leden van het Bareel. 5° Voordracht door den Secretaris over de Paardenverzekering en de Verzekering van den Landbouwer tegen werkongevallen. 6° Aanspraak door den heer De Sadelker, Ondervoorzitter der Kamer van Volksverte genwoordigers en Eerelid van het Cornice. 7° Uitdeeling van verschillende landbouw- brochuren. 8° Uitdeelen der premiën toegewezen voor den prijskamp van Inkarnaatklaver. Oui 2 ureu stipt zal er overgegaau wor den tot het verdeelen der 100 franks toegewezen aan het lot peerden van het Cornice in den Regionalen prijskamp te Gent. De Voorzitter, De SecretarisOVander Maeren L. Veranick. Landbouw-vakvereenigingen. - Een omzendbrief van den heer miuister Het wetsontwerp op de werkerspen sioenen, opgemaakt door de Commissie, buiten de Kamer daarvoor aangesteld, luidt als volgt Art. 1. Elke werkman of beambte in de nijverheid, den handel of den land bouw, elk lid of elke helper gebruikt door eene werkmans-vereeniging vau voort- brengst heeft recht, indien hij de hoeda nigheid van Belg bezit, en in de voor waarden verkeert door de tegenwoordige wet bepaald 1° Op een ouderdomspensioen, te reke nen van 65 volle jaren en, desgevallende, op een vervroegd pensioen voor gebrekke- lijkheid, per drie maanden en voorop betaalbaar. 2° Indien hij gehuwd is, op verzeke ring, ingeval van overlijden, van een kapi taal van 500 frank, ten voordeele van den overlevenden echtgenoot. 3° Indien hij een of meer wettige of erkende kindereu heeft, die minder dan 16 jaren oud zijn, op de verzekering, ingeval vac overlijden, van een kapitaal van 500 fr. te hunnen voordeele. Art. 2.Elke werker in Art. 1 be doeld, moet, alle veertien dagen, op zijn loon, voor de betaling, eene afhouding ondergaan, bepaald als volgt 5 centiemen per arbeidsdag, indien hij niet ten volle 18 jaren oud is op den laatsten dag der halve maand of indien hij slechts 2 frank of minder dan 2 frank daags wint. 10 centiemen per arbeidsdag, indien hy ten volle 18 jaren oud zijnde op den laatste der veertien dagen een gemiddeld loon wint van 2 frank daags en daar boven. De dienstboden aan den persoon hun ner meesters gehecht zyn in het wetsont werp niet begrepen. Het geneesmiddel blijft lang uit, niet waar, mijnheer - Ik wist dat de bereiding geruimen tijd zou doren mejafvronw wij moeten geduld hebben. Dn oogeublikken zyn kostbaar. Zeker, maar er is nog niets verloren. - O, wat zijt ge goed, dat ge ons zoo ge rust stelt Zoo even gaf ik niets meer om mijn leven ik was wanhopig, Gy zult toch morgen terugkomen voegde ze er suel bij, alsof ze plotseling die gedachte kreeg. Wanneer mij dat verzocht wordt, zeker, mejufvrouw. Bedenk, dat 't leven mijnB vaders op 't spel staat. Een dokter mag zich in eene familie niet opdringen. Wanneer mevrouw uwe moe der volkomen vertrouwen stelt in dokter Hu- gonet, bestaat er geene reden.... Bestaat er geene reden Maar het leven mijns vaders, daar moeteu alle andere redenen voor wjjkeu. Het jonge me-sje kleurde toen ze zoo sprak. Een hevige stryd woedde in liaar binnenste. Dokter Landregarde raadde bet, eu zeide Gij schynt aan dokter Hugonet eu aan zijne kennis weinig vertrouwen te schenken. O I en zyn karakter riep ze, onwille keurig opgewonden. Wat voor een mau is hy dan Hy kan een rechtschapen man zyn maar hig is me nooit bevallen, waarom weet ik I niet. In mijne jeugd heeft hy mij behandeld en zelfs bij eene gevaarlijke ziekte het leven gered, zooals men mij zegt. Maar toch kan ik hem niet dankbaar zyn. Ik verafschuw hem zelfs. Kinderlijke inbeelding dacht Lan dregarde. Behandelt hy uwen vader slecht Ik geloof van ja. Dat ware eene reden, om tegen hem te zijn. Zeker, maar mijne schoonmoeder is met hem erg ingenomen. Is mevrouw de Fairières niet uwe moe der? Mijne moeder is dood, zei het jonge meisje en hare oogen begonnen vochtig te worden. Is het lang geleden dat uw vader weêr getrouwd is? Negen jaar. En is de jonge man, dien ik zoo even hier zag, uw broeder Neen, - hernam zij blozende, maar gaf geen verdere opheldering. De dokter meende het gesprek niet verder te moeten voortzetten, en trad weêr aan het ziekbed. Het duurt toch te lang, zeide hy men gebruikt meer tyd dan noodig is. Kan men niet iemand nazenden om spoed te maken Het meisje begreep de ougernstheid van den dokter en ylde naar da deur. u Gabriëlle riep mevrouw de Fairières op zachten toon, die echter geene weerspraak dulde. u Gij moet n niet zoo laat in de stad wagen. Catharina zal zien, waarde bediende blijft, n Doch op 't zelfde oogenblik trad deze met verschillende ilescbjes binnen. De dokter mengde den inhoud van twee ondereen, goot dit iu eeu ledig fieschje over en deed er nog eene doorzichtige, witte vloeistof by. Hy schudde het mengsel en bracht het aan den mond des zieken, welken hy met geweld moest openbreken. Zooals hij gezegd had, liet zich de werking niet wachten. Een hevige rilling doorliep het lichaam des zieken en na deze volledige om mekeer volgde eene heilzame rust. In minder dan een uur tyds gaf de zieke, die eerst ziel togend lag, onloochenbare teekens van loven; het bewustzijn kwam zelfs gedeeltelijk terug. Slechts de ledematen bleven stjjf en koud de zieke beefde oDder de warme deken. Daar om wreef de dokter 't lichaam met zwavel houdend water en andere opwekkende mid delen, waarna een weldadige slaap volgde. Afgemat wierp zich Landregarde in eenen stoel om wat rust te nemen. Mevrouw de Fairières naderde hem n O, mijnheer, hoeveel moeite hebt gy u gegeven, zeide zij. Wat ik deed, hernam hy, was hoogst noodig en niet meer dan plicht, n Zij De heer De Sadeleer heeft de vol gende vraag tot den heer Minister van spoorwegen gericht De werkuren van de talrijke arbeiders bij den dienst van verwarming en schoon making der spoorwagens in de Noordsta tie en ia de andere statiën van den Brus- selschen omkring zyn op zoodanige wyze geregeld dat het voor de werklieden die buiten de hoofdstad wonen, en namelijk voor hen die in het arrondissement Aalst verblijven, bijna onmogelijk is iederea dag naar huis te keerenvooral de pas aangenomen arbeiders hebben door dezen toestand te lijden. Ware het nietmogelyk de diensturen zoo te regelen, dat de be langhebbenden iederen dag huiswaarts kunnen gaan ANTWOORD. De heer Liebaert, dienstdoende mi nister van spoorwegen, posteryen en tele grafen. «De toelating om elders te wonen dan ter plaatse waar men arbeidt, moet als eeno gunst beschouwd worden voor de beambten die eenen onafgebroken dienst verrü hten, en 't ware niet billyk hun gemakkelijkheden te verschaffen, die nadeel kunnen berokkenen aan hen die ter plaatse van den arbeid wonen. Het bestuur zoekt gestadig naar midde len om 't belang der werklieden overeen te brengen met dat van den dienst, doch slaagt daar niet altijd in, omdat de gang der treinen in elk geval op 't bepaald uur verzekerd moet zijn. Aalst. De bevolking onzer Stad Aalst beliep op 31 December 1899 tot 29,746 inwoners, waarvan 14,697 van het mannelijk geslacht cn 15,049 van bet vrouwelijke dus 452 juffers meer. Jon gelingen er is dus nog keus genoeg. plaats tegenover hem en vroeg langzaam Kunt ge my nu meer bepaald antwoor den op de vraag, die ik bij uw komst gesteld heb? Wat den toestand des zieken betreft Ja, dokter. Hy is veel beter. Zonder tnyfel Maar den aard sjjner ziekte Landregarde scheen te twijfelen. Daar ik, •prak hij aarzelend, myn antwoord niet op zekerder bewysen kan gronden, is het myn plicht te zwijgen. Dat is iets anders, mijnheer, hernam ze en stond op. Maar gijmevrouw, begon hy wederom gij die uwen echtgenoot geen oogenblik ver laten hebt, kant mij toch eenige opheldering geven omtrent de oorzaak der ziekte, wier verschijnselen my in de war brengen. Door u ingelicht, sou ik u ook van mjjnen kant kun nen inlichten. Dat is my onmogelijk, mijnheer ik heb u dit reeds gezegd. Wat weet eene vrouw daarvan Heeft de zieke eerst niet hoofdpijn ge had, onpasselijkheid, brandenden dorst en toen pijn door 't heele lichaam Ik weet het niet... hoe zou ik dat weten Had hy ook geen krampen, trekkingen of brakingen (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1900 | | pagina 1