Zondag 28 Januari 1900
5 centiemen per nummer.
54sie Jaar 3438
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
De menschlievend-
heid der socios.
DE
GIFTMENGSTER.
LANDROUW.
Voor Z. H. den Paus.
Landbouwcomice Herzele.
Werkerspensioenen.
VOLKSKAMER.
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
Cuique au um.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen sich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalflt, 27 Januari 1900.
Al« gij ooit een socialist boort dan stoeft
bij immers op de meuschlievendheid der
zoogezegde werklieden-partij. De socia
listen, beweren zij, hebben de werklieden
lief, zij beminnen de kleinen en de ver
drukten en zij willen voor iedereen recht I
Wordt dus allen socialist I
Ja, werklieden, laat u in de doekskens
doen 1
Moest ge zulken praat gelooven, dan te
laat zoudt gij zien hoe deerlijk gij bedro
gen zijt geweest. De menscblievendheid
der socios is slechts bedriegt deD boer.
Als te Gent de socios van Vooruit de
zaal van Valentino aanvielen, de catho-
lieke werklieden er sloegen, het gebouw
vernielden om zoo te zeggen, dan beoefen
den die socios, hunne menscblievendheid 1
Als te Molenbeek de catholieke werk
lieden in stoet uitgingen maar door de
rooden aangevallen wierdeu dan toonden
zij hunne menscblievendheid die dan ook
bestoeft en opgehemeld wierd door Voor
uit en Peuple terwijl plassen bloed te
Molenbeek nog zichtbaar waren.
Zie, zelfs terwijl zij andere werklieden
uitmoorden, om de schoone reden dat die
werklieden niet dachten lijk de lezers van
Vooruit, zie dan nog waren zij mensch-
lievend I Als ge socialist zijt moogt ge
alles doen en toch blijft ge menscblie-
vend.
Terwijl overal spaarbonden worden in
gericht met het schoone, verhevene doel
de werklieden een gelukkigen en kom-
merioozen ouden dag te verzekeren, ter
wijl, zeg ik, die schoone inrichtingen als
uit den grond oprijzen, moet de eerste bij
de socios, do vrienden van den werkman,
nog ingericht worden 1
En toch, lieve lezer, zyn die zonderlinge
kerels de eenige vrienden van den werk
man. Ik zeg eenige vrienden van den
werkmaD, maar gij zult mij begrepen
hebben, als er de groenen niet bij zijn,
want dan doen zy om het meest en wordt
er gestoeft dat het stof in de geburen
vliegt.
De daden der socios bewijzen boe diep
uit den grond hunner overtuiging de woor
den kwamen waarin zij aan hunne li< file,
zondeilinge liefde, voor den werkman
lucht gaven.
Op een groot Congres in 1891 te Brus
sel zegde de groote Bobel Het socia
lism wil geenszins de wonden der
maatschappij genezen
Dat zegde Rebel....
In de dagbladen maakte dat ophef ook
wierden die woorden gelogenstraft en ge
loochend.
Bebel heeft zoo niet gesproken bulder
den soms onze roocle gazetten. Zelfs Van-
dervelde kwam er tusschen met eene
loochening van... Liebknecht. Bebel wilde
zijn uitgesproken woord niet eten.
Te Parys zegde op een ander Congres
onze fameuze Alfred Defuisseaux dat het
volk eens moest bloeden
Die menschlievende taal wierd aange
stipt door de bladen van Parijs ook de
Belgische spraken er van zij herhaalden
die woorden en de vriend der werklieden,
citoyen Alfred, had het toepet te looche
nen. Hij schreef in de Belgische bladen
maar liet deFransche onverlet. Er waren
daar immers te veel getuigen welke die
woorden gehoord hadden en daar was
loochenen niet pluis I
Dit alles is geen jaren geleden.
Na onlangs nog is een werk verschenen
over de socialistische samenleving van
morgen. Een roode schryver spreekt over
hervormingen die in de huidige maat
schappij nog kunnen ingevoerd worden.
Gij zoudt zeggen hij zal ze bijtreden in
't voordeel der werklieden om de tegen
woordige ellende en miserie te bestrijden.
Ja, maar gij hebt te doen met 'nen
socialist en dan keert de kaart. Die zon
derlinge werkman vriend is partyganger
van het gedacht van Bebel en van onzen
fameuzen Alfred. Hij schrijft
- Indien deze hervormingen mogelijk
waren zou men zich nog moeten onthou
den ze te behertigen
Hebt gij het begrepen, lieve lezer
Geen hervormingen Geen verbeteringen
in den toestand der werklieden
Waarom
Vooruit zal het ons zeggen - omdat
de werklieden zich alsdan weinig ge
negen zouden voelen van bijzondere
eigendommen gemeen goed te willen
maken 1
Een ander roode schrijver heeft dit
zelfde gedacht uitgedrukt als hij zogt
Die hervormingen zouden niets anders
dan vertragend kunnen werken voor
wat het einddoel betreft I
Werklieden I lijdt dus honger als het
socialism niets bij uwe verbeteringen
wint 1 Ziet uwe kinderen, uwe vrouw in
armoede, gebrek en ellende gedompeld
als de roode partij er belang bij heeft 1
Zulke taal is een echt schandaal 1
Zij zijn waarlijk goed om arm in arm
te loopen onze fameuze jannen van geu
zen en socios 1 En als alle dingen in drij
volmaakt zyn dan mag men er nog onze
groenen bijvoegen die veel beloven maar
niets doen 1
Werklieden opent de oogen, nu is het
nog tijd
2,U VERVOLG.
O, wat zyt ge goed riep het jonge
meisje.
Maar, mynheer het zal zeer laat voor u
worden, zeide mevrouw de Fairièree.
De werking is oogenblikkelijk, hernam
de dokter. Overigens is de toestand vau den
zieke van dien aard, dat het gevaarlijk
zijn, als ik mij nu reeds verwijderde.
De dame boog. Wij hadden besloten te
waken, sprak ze, maar wij gevoelen om
lukkig eenen man gevonden te hebben, die
zoo doordrongen is van de plichten zijner
betrekking. Zij stond op, groette en ver
liet het vertrek. Landregarde stond ook op,
naderde den zieke'en beschouwde hem eenige
oogeublikken. Daarop wandelde hij een paar
maal door de zaal eu zette zich toen by den
haard. Hij was ernstig, in gedachten verzon
ken en zichtbaar onmatig. Ofwel moest de
dokter nog zeer onervaren zijn in de praktijk
dat hij zoo bevreesd was over den toestand
van eenen hem gebeel onbekenden zieke, of
bad by met een buitengewoon en geheimzin
nig geval te doen. Een scherpziend opmerker
Hftfctarip -Og Zondag 11 Fe
nülhldue. bruariaanst., om 4
uren 's namiddags, in de groote zaal vau
het Klooster, luisterrijk Avondfeest
met lichtgevende zichten door den E. H.
J. Coupé. Verder openiDgstukken
door de Faofaar der Gemeente, aria voor
Mandoline, kluchtlied enz.
Deuren open om 4,15 uren. Kaar
ten aan 2 franks eu 1 frank.
kon zien, dat de jonge man door eene be
klemmende gedachte gedrukt werd, welke
hem geen oogenblik verliet.
Mevrouw de Fairières ging bedrijvig in en
uit, gaf bevelen en zorgde voor hunne uit
voering. Eerst bemerkte de dokter baar niet
maar toen haar kleed hem aanraakte, hief hij
het hoofd op en zag liaar uitvorschend na. Zij
was eene vrouw van ongeveer twee en veertig
jaar, maar had het voorkomen of zjj vijf
twintig was. Ofschoon haar aangezicht zijne
frischheid verloren had, lag er toch nog eene
zekere bekoorlijkheid op, welke haar nog
jong deed Bchynen. Hare oogen en heur weel
derig kastanjebruin haar waren bijzonder
schoon. De wijze, waarop zij het droeg, stem.
de voortreffelijk overeen met het ovale van
baar gelaat. De beweeglijkheid van hare
blauwe oogen verried eenen vluggen geest
eu zekere hevigheid van inborst. Zy waren
een weinig dof, ver geopend, schoon gej
en door lange zydeu wimpers overschaduwd,
eu namen voor bare geheele persoonlijkheid
in. De woorden vloeiden de dame langzaam
en voorzichtig van de lippen hare houding
was waardig en edel, elke harer bewegingen
fier.
Dokter Landregarde had juist tyd on
waarneming te doen, toen het jonge meisje,
dat hij nauwelyks gezien, maar toch reeds
eenen diepen indruk op hem ahtergelatei
had, hem naderde.
Een goede raad is goud waard
Dank aan de lessen in bijna al de lan
delijke gemeenten van ons land gegeveD,
dank aan de proefvelden door de land
bouwkundigen ingesteld en bewaakt,
word', de noodzakelijkheid van het ge
bruik der scheikundige meststoffen thans
door iedereen erkend.
Hetgeen wij nog betreuren, is de onze
kerheid des landbouwers in de toepas
sing, en deze aarzeliog in de aanwending
schrijven wij toe aan bet gemis van prak
tische raadgevingen op het gepaste tijd
stip. Wat moet de landbouwer op dit
oogenblik verrichten
Herinneren wij eerstens dat alle plan
ten van onorganische stoffen leven en
dat er slechts drie voorname stoffen zijn,
welke men moet invoeren om de hoogste
opbrengst te bereiken.
Deze zijn
Stikstof, hetwelk wij toedienen onder
vorm van Sodanitraat
Potasch, welke wij voordeelig vinden
in de Zouten van Strassfurt
Phosphoorzuur, dat het best wordt toe
gepast door Thomasslakken.
Alle landbouwer, die wil geld winnen,
moet de opbrengst zijner gronden ver- j
meerderen, eu deze vermeerdering stemt j
overeen met de hoeveelheid benuttigde
meststoffen.
Op het einde van Januari eu begin Fe
bruari maakt de landbouwer zijue zaai
velden voor de Lente gereed.
Langen tijd was de stalmest de eenigo
meststof, doch deze bevat weinig phos
phoorzuur, eene stof welke voornamelijk
vereischt wordt voor hot graan en welke
het stroo stijf maakt en bestand tegen het
omvallen.
Wij moeten dus den voordeeligsten
phosphaatmest aanwenden, 't is te zeg
gen,het Thomasphosphaat, welke ook in
e Lente nog opneembaar is, zooals blijkt
uit de volgende proeven, waarbij de
metaalslakken in Februari werdeu toe
past
I. Op Haver
15000 kil. stalm. 500 kil. metaalsl.
2562 kilos graan en 2720 kilos stroo.
15000 kil. stalmest
2276 k. graan en 2472 k. stroo.
II. Op Garat.
15000 kil. stalm. 500 kil. metaalsl.
2100 kilos graan en 3200 kilos stroo.
15000 kil. stalmest
1600 kilos graan en 2560 kilos stroo.
Wat de potaschmest betreft, de proe
ven van Schultz-Lupitz, Hildebrand,
Nobbe, Smets en Schreiber. enz. tooneu
ons welk groot nut men kan trekken uit
de toepassing der zouten van Stassfurt op
de zomergranen.
Wij zullen hier nog eene proef ver
melden, welke aantoont dat de werkiug
der metaalslakken door toepassing vaü
potaschmesten vermeerdert, en dat beide
meststoffen meer waarde krijgen door
toevoeging van Sodanitraat. (De mest
stoffen werden einde Februari toegepast).
Zonder mest 1100 kil. gr. 1900 kil. str.
500 k. metaalsl. 1600 kil. gr. en 2900 -
500 k. metaalsl +500 kil. kaïniet 1600
kil. graan 2200 kil. stroo.
500 k. metaalsl.200 kil. nitraat, 1700
kil. graan 3400 kil. stroo.
500 k. metanlsl.+öOO k. kaïniet 200
k. nitraat, 1800 kil. graan 3700 kil. stroo.
De drie meststoffen moeten dus voor de
zomergranen aangewend worden wij
geven de volgende bcmestingsformuul
500 kilos Thomasslakken
100 kilos Cüloorpotasch
100 k. tot 150 Sodanitraat.
Het Sodauitraat zal toegediend worden
in twee of drie keeren, terzelfder tijd als j
op de wintergranen, wanneer de planten
ter opneming gereed zyn.
Wij kunnen uit plaatsgebrek niet breed
voerig over de weiden handelen zeggen
wij enkel dat het oogenblik gekomen is i
om de volgende bemesting toe te passen
Eerste bemestingsjaar
1000 k. Thomasslakken, 600 k. Kaïniet,
Volgende jaren
600 k. Thomasslakken, 400 k. Kaïuiet.
Na deze bemesting eene duchtige egging
eu daarbij in de Leute van 100 tot 200 kil.
Sodanitraat, zoo zal men -de opbrengst
niet zelden verdubbelen,
P. PIPERS, Landbouwleeraar,
van Landbouw aan de landbouwkundigen
van den Staat, duidt de voordeelen aan
welke de landbouwvereenigingen kunnen
vinden in het aannemen van den vorm
Tan erkende vakvereenigingen. De heer
minister verzoekt de landbouwkundigen
die aanduidigingen onder de landbouwers
te verspreiden.
Afdruksels van dezen omzendbrief wor
den kosteloos gezonden aan de personen
die er de vraag van doen aan het Bestuur
van Landbouw, Beyaertstraat, 3, te
Brussel.
Opbrengst der vorige lijsten Fr. 255,00
Naamloos, Aalst, - 200,00
Naamloos, Haeltert. H. Va
der zegent ons I 5,00
E.E. H.H. Onderpastoors
van S' Martinus, Aalst, 50,00
M. Joan.Van Cauter, Aalst, 5,00
Een nieuw monument aan Jezuï
et hriatufl den Verlosser. VerschU-
lige monumenten zullen in Italië opge
richt wordes, ter herinnering van het
Heilig Jaar.
Een monument zal opgericht worden
op den berg Capres, boven Carpinetto, de
geboorteplaats van Leo XIII een ander
zal op Monte-San-Angelo, naby den berg
Gargon opgericht worden.
Vltalia reale van Turin zegt, dat de
katholieken der bisdommen van Aoste,
Biella en Ivrea, een mooumenteel borst
beeld van don H.Zaligmaker gaan oprich
ten, op den top van het gebergte Mont
del tu Vescost, waar de drie bisdommen,
waarvan wij spreken, aaneenpalen.
Het monument zal opgericht worden
op eene hoogte van 2372 meters, hotzy
250 meters hooger dan den top van dea
Pilatus, een der meest bezochte bergen
van Zwitserland, nabij Lucerne.
Algemeene vergadering te Herzele in
het Gemeentehuis, op Zondag 28 Ja
nuari 1900, om 3 uren namiddag stipt
DAGORDE:
1° Rekeningen over 1899.
2° Verslag over de werkzaamheden van het
Cornice voor 1899.
I" Begrooting voor 1900.
4° Verkiezing in vervanging der uittreden
de leden van het Bareel.
5° Voordracht door den Secretaris over de
Paardenverzekering en de Verzekering van
den Landbouwer tegen werkongevallen.
6° Aanspraak door den heer De Sadelker,
Ondervoorzitter der Kamer van Volksverte
genwoordigers en Eerelid van het Cornice.
7° Uitdeeling van verschillende landbouw-
brochuren.
8° Uitdeelen der premiën toegewezen voor
den prijskamp van Inkarnaatklaver.
Oui 2 ureu stipt zal er overgegaau wor
den tot het verdeelen der 100 franks
toegewezen aan het lot peerden van het
Cornice in den Regionalen prijskamp te
Gent.
De Voorzitter,
De SecretarisOVander Maeren
L. Veranick.
Landbouw-vakvereenigingen. -
Een omzendbrief van den heer miuister
Het wetsontwerp op de werkerspen
sioenen, opgemaakt door de Commissie,
buiten de Kamer daarvoor aangesteld,
luidt als volgt
Art. 1. Elke werkman of beambte
in de nijverheid, den handel of den land
bouw, elk lid of elke helper gebruikt door
eene werkmans-vereeniging vau voort-
brengst heeft recht, indien hij de hoeda
nigheid van Belg bezit, en in de voor
waarden verkeert door de tegenwoordige
wet bepaald
1° Op een ouderdomspensioen, te reke
nen van 65 volle jaren en, desgevallende,
op een vervroegd pensioen voor gebrekke-
lijkheid, per drie maanden en voorop
betaalbaar.
2° Indien hij gehuwd is, op verzeke
ring, ingeval van overlijden, van een kapi
taal van 500 frank, ten voordeele van
den overlevenden echtgenoot.
3° Indien hij een of meer wettige of
erkende kindereu heeft, die minder dan
16 jaren oud zijn, op de verzekering,
ingeval vac overlijden, van een kapitaal
van 500 fr. te hunnen voordeele.
Art. 2.Elke werker in Art. 1 be
doeld, moet, alle veertien dagen, op zijn
loon, voor de betaling, eene afhouding
ondergaan, bepaald als volgt
5 centiemen per arbeidsdag, indien hij
niet ten volle 18 jaren oud is op den
laatsten dag der halve maand of indien
hij slechts 2 frank of minder dan 2 frank
daags wint.
10 centiemen per arbeidsdag, indien hy
ten volle 18 jaren oud zijnde op den
laatste der veertien dagen een gemiddeld
loon wint van 2 frank daags en daar
boven.
De dienstboden aan den persoon hun
ner meesters gehecht zyn in het wetsont
werp niet begrepen.
Het geneesmiddel blijft lang uit, niet
waar, mijnheer
- Ik wist dat de bereiding geruimen tijd
zou doren mejafvronw wij moeten geduld
hebben.
Dn oogeublikken zyn kostbaar.
Zeker, maar er is nog niets verloren.
- O, wat zijt ge goed, dat ge ons zoo ge
rust stelt Zoo even gaf ik niets meer om
mijn leven ik was wanhopig, Gy zult toch
morgen terugkomen voegde ze er suel bij,
alsof ze plotseling die gedachte kreeg.
Wanneer mij dat verzocht wordt, zeker,
mejufvrouw.
Bedenk, dat 't leven mijnB vaders op
't spel staat.
Een dokter mag zich in eene familie
niet opdringen. Wanneer mevrouw uwe moe
der volkomen vertrouwen stelt in dokter Hu-
gonet, bestaat er geene reden....
Bestaat er geene reden Maar het
leven mijns vaders, daar moeteu alle andere
redenen voor wjjkeu.
Het jonge me-sje kleurde toen ze zoo sprak.
Een hevige stryd woedde in liaar binnenste.
Dokter Landregarde raadde bet, eu zeide
Gij schynt aan dokter Hugonet eu aan
zijne kennis weinig vertrouwen te schenken.
O I en zyn karakter riep ze, onwille
keurig opgewonden.
Wat voor een mau is hy dan
Hy kan een rechtschapen man zyn maar
hig is me nooit bevallen, waarom weet ik I
niet. In mijne jeugd heeft hy mij behandeld
en zelfs bij eene gevaarlijke ziekte het leven
gered, zooals men mij zegt. Maar toch kan ik
hem niet dankbaar zyn. Ik verafschuw hem
zelfs.
Kinderlijke inbeelding dacht Lan
dregarde. Behandelt hy uwen vader slecht
Ik geloof van ja.
Dat ware eene reden, om tegen hem te zijn.
Zeker, maar mijne schoonmoeder is met
hem erg ingenomen.
Is mevrouw de Fairières niet uwe moe
der?
Mijne moeder is dood, zei het jonge
meisje en hare oogen begonnen vochtig te
worden.
Is het lang geleden dat uw vader weêr
getrouwd is?
Negen jaar.
En is de jonge man, dien ik zoo even
hier zag, uw broeder
Neen, - hernam zij blozende, maar gaf
geen verdere opheldering.
De dokter meende het gesprek niet verder
te moeten voortzetten, en trad weêr aan het
ziekbed.
Het duurt toch te lang, zeide hy men
gebruikt meer tyd dan noodig is. Kan men
niet iemand nazenden om spoed te maken
Het meisje begreep de ougernstheid van
den dokter en ylde naar da deur.
u Gabriëlle riep mevrouw de Fairières op
zachten toon, die echter geene weerspraak
dulde. u Gij moet n niet zoo laat in de stad
wagen. Catharina zal zien, waarde bediende
blijft, n
Doch op 't zelfde oogenblik trad deze met
verschillende ilescbjes binnen. De dokter
mengde den inhoud van twee ondereen, goot
dit iu eeu ledig fieschje over en deed er nog
eene doorzichtige, witte vloeistof by. Hy
schudde het mengsel en bracht het aan den
mond des zieken, welken hy met geweld
moest openbreken.
Zooals hij gezegd had, liet zich de werking
niet wachten. Een hevige rilling doorliep het
lichaam des zieken en na deze volledige om
mekeer volgde eene heilzame rust. In minder
dan een uur tyds gaf de zieke, die eerst ziel
togend lag, onloochenbare teekens van loven;
het bewustzijn kwam zelfs gedeeltelijk terug.
Slechts de ledematen bleven stjjf en koud
de zieke beefde oDder de warme deken. Daar
om wreef de dokter 't lichaam met zwavel
houdend water en andere opwekkende mid
delen, waarna een weldadige slaap volgde.
Afgemat wierp zich Landregarde in eenen
stoel om wat rust te nemen.
Mevrouw de Fairières naderde hem n O,
mijnheer, hoeveel moeite hebt gy u gegeven,
zeide zij.
Wat ik deed, hernam hy, was hoogst
noodig en niet meer dan plicht, n Zij
De heer De Sadeleer heeft de vol
gende vraag tot den heer Minister van
spoorwegen gericht
De werkuren van de talrijke arbeiders
bij den dienst van verwarming en schoon
making der spoorwagens in de Noordsta
tie en ia de andere statiën van den Brus-
selschen omkring zyn op zoodanige wyze
geregeld dat het voor de werklieden die
buiten de hoofdstad wonen, en namelijk
voor hen die in het arrondissement Aalst
verblijven, bijna onmogelijk is iederea
dag naar huis te keerenvooral de pas
aangenomen arbeiders hebben door dezen
toestand te lijden. Ware het nietmogelyk
de diensturen zoo te regelen, dat de be
langhebbenden iederen dag huiswaarts
kunnen gaan
ANTWOORD.
De heer Liebaert, dienstdoende mi
nister van spoorwegen, posteryen en tele
grafen. «De toelating om elders te
wonen dan ter plaatse waar men arbeidt,
moet als eeno gunst beschouwd worden
voor de beambten die eenen onafgebroken
dienst verrü hten, en 't ware niet billyk
hun gemakkelijkheden te verschaffen, die
nadeel kunnen berokkenen aan hen die
ter plaatse van den arbeid wonen.
Het bestuur zoekt gestadig naar midde
len om 't belang der werklieden overeen
te brengen met dat van den dienst, doch
slaagt daar niet altijd in, omdat de gang
der treinen in elk geval op 't bepaald uur
verzekerd moet zijn.
Aalst. De bevolking onzer Stad
Aalst beliep op 31 December 1899 tot
29,746 inwoners, waarvan 14,697 van het
mannelijk geslacht cn 15,049 van bet
vrouwelijke dus 452 juffers meer. Jon
gelingen er is dus nog keus genoeg.
plaats tegenover hem en vroeg langzaam
Kunt ge my nu meer bepaald antwoor
den op de vraag, die ik bij uw komst gesteld
heb?
Wat den toestand des zieken betreft
Ja, dokter.
Hy is veel beter.
Zonder tnyfel Maar den aard sjjner
ziekte
Landregarde scheen te twijfelen. Daar ik,
•prak hij aarzelend, myn antwoord niet op
zekerder bewysen kan gronden, is het myn
plicht te zwijgen.
Dat is iets anders, mijnheer, hernam ze
en stond op.
Maar gijmevrouw, begon hy wederom
gij die uwen echtgenoot geen oogenblik ver
laten hebt, kant mij toch eenige opheldering
geven omtrent de oorzaak der ziekte, wier
verschijnselen my in de war brengen. Door u
ingelicht, sou ik u ook van mjjnen kant kun
nen inlichten.
Dat is my onmogelijk, mijnheer ik heb
u dit reeds gezegd. Wat weet eene vrouw
daarvan
Heeft de zieke eerst niet hoofdpijn ge
had, onpasselijkheid, brandenden dorst en
toen pijn door 't heele lichaam
Ik weet het niet... hoe zou ik dat weten
Had hy ook geen krampen, trekkingen
of brakingen
(Wordt voortgezet).