Zondag 4 Februari 1900.
5 centiemen per nummer;
34sUi Jaar 3440
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en t Arrondissement van Aalst
Oppassen
Hij is al weg.
r.ODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Landbouwcomice Herzele.
DE
GIFTMENGSTER.
M- Em. Banning
over het socialism.
In Vooruit, r'0 °r|"° JJJ
DE DENDERBODE.
Uit blad verschijnt deD Woensdag en Zaterdag van iedere week. onder
tagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 fram met de Post verzonden 6 frank 's jaars, f1- 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwHantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
Guique «uum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk legen deD
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen lich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 3 Februari 1900.
Oppassen is de boodschap Inderdaad
de dagen der kieziDg' n naderen en met
hen wordt ook bet arsenaal van leugen
en bedrog geopend.
Gij gaat ze zu-n afkomen, de kiesdra-
vers, van bet fameus cartel gevolgd van
eeDe onafzienbare rij van wagens, met
donderend gerucht allen gevuld met
kiesbelofteu I
Wy bebbeD het woord cartel gebruikt,
wat booger. Ja, bet ding zal misschien
zoo wel beeteu mogen. De armtierige
politieke bollen des lands moesten de
E. V. hebben, zoogezegd om aan iedere
party toe te laten in volle vrijheid haar
vaandel te laten wapperen, om de onna
tuurlijke, de vreemdsoortige kieskopp--
lingen te vermijden, welke het gemoed
doen opbruischen 1
Weèral zeepbellen! Wy hadden schoon
te zeggen dat is slechts een voorwendsel
men zal carteleereu ua als men
wil«'e bet maar niet gelooveu I N -g was
de E. V. er niet gansch door of reeds
wierd de vraag van vereenigen en samen
koppelen door onze anti-klerikalen be
sproken. De eeue was er vóór, de andere
tegen maar allen schreeuwden om de
E. V. om op eigen hand, met eigen vaan
del te kunnen strijden I
Dat is reeds een reden om op onze
hoede te zyn en dat te doen wat ons arti
kel uitlokte. Mauneu zoo weinig kiesch,
zullen zeker niet lang verzinnen over de
middelen welke hen tot den gedroomden
hemel voeren moet. Zij zulleD de kiezers
op stoopjes trekken, zouder genade, en
meer dan een verschillend deuDtje zal
er opgaan naar gelang der natuur van de
toehoorders.
Iets zal er gemeen zijn namelijk dees:
dat by too ver slag het aanschijn zal veran
deren zoo zy, cartelisten, worden geko
zen. De geuzen zelf zullen gaan vertel jen
dat zy de boeren,de werklieden, de kleine
men8chen beminnen en steunen dat
hunne party altyd de belangen vau den
landbouw beeft behertigd, de welvaart
van den werkman heeft betracht, zich om
het lot der kleine menschen heeft bekom
merd...
Lach niet, lieve lezer, dat zullen de
geuzen u vertellen, gij zult het met eigen
ooren vernemen kunneü. Gij zult zeggen
hun minister van financiën heette de hoe
ren barbaren, maar uat is niets, die zelfde
minister gaf ten voordeele van het volk
al zijn fameuze bonis uit
Als de geuzen scboolpaleizen hadden
gebouwd, als zy het scbool-enkwest had
den gedaan, als hunne by zondert- com
missarissen bet land afliepen om de
Gemeenteraden te dwingen DUttelooze
uilgaven te uoeu, als zy het volk, als zij
onschuldige menschen deden omver schie
ten dan zegden zij immers dat is voor
het welzyn van het volk.
Een twee-'e uitgave van dat regiem
word! '>p touw gezet en is in de loge uit
gebroeid seden lang want van in 1888
zegde reeds M. Bara Als de liberalen
a-in bet roer terugkomen 'iao zullen /ij
krachtdadig liberaal zijn. D't wil zeggen:
De school- en religieoorlog herin
voeren, wat anders nog dan in 79.
De groenen zullen voorzeker niet ten
achter blijven. Zij zullen u beloven dat,
dank aan hen, gij de maan met de tanden
zult kunnen grypen. J iren lang reeds,
hebben zy zich geoefend io dat vak eu
wij moeten het bekennen, zij 2ijn er mees
ter iü geworden.
Wat echter hunne beloften beteekenen
kunnen wij weten door de opgedane erva
ring en door den iuvloed hunner gazetten.
Heeft de proote groene held niet 4 jareu
in de Kamer gezeteld en wat heeft hij er
gedaau Welke wetten ten voordeele 'ter
weiklieden, ton gunste der laudbouwers
zijn er door hem voorgesteld geweest
Daar had hij zicu nu eens recht ver
dienstelijk kunueu mikeu daar ha l hij
nu eeus iedereen, de geheele wereld,kun- i
oen verbazen dooi zijue krachtdadige eu i
wclil 'unde werkiug, .laar had bij nu eeus j
feitelijk ?ijue liefde, zijne genegenheid
kunueu toouen voor de, bepi oefden dezer
wereld. Als men hem en zijue handlan
gers op de meetiogeu hoorde losgaan, dan
stormde het. Hij had eene oplossing, eene
eenvoudige als afdoende oplossing voor
aide moeilyke vraagstukken, een balsem
voor al het lijden, een geneesmiddel voor
iedere smert en beproeving.
Men geloofde het en de groote belover
trok naar Brassel on wat zagen wij
Niets dan wind, niets dan beslag l Nu
stond hij op de meetiugen meermaals voor
ernstige mannen die zoo gemakkelijk
zijne zeepbelleD, welke de verwonder.io
toehoorders in de herbergen als ballons
aanzagen, door een enkel woordekeD zou
den doen bersten Hij zweeg, of te wel
maakte hij slechts persoonlijken ambras
en beslag 1 Op zijne haudelwijze zou men
de woorden van den dichter Kunnen toe
passen, die dichter immers scüijut ze voor
mannen als ouzen gewezen vierde ge
schreven te hebben
En by maakte veel ambras
En hij dronk een goed glas
Eu hij p.... een groote plas
Eu by liet de zaak gelijk zy was I
Ook het volk leurde hem eindelyk ken
nen en men liet hem op. met klauK 1 Ziju
trawanten bekwamen eeuige duizeudji
min dan de catholieken 1
Men begon het koorn van het kaf te
oudeiscbtideu,men begon te beseffen dat
men beier was met dezen die weinig be
ioven maar veel uoeu dan met jannen dio
het volk willen blinddoeken met het
eenlg doel hooger te geraken, op ue
kussens te komen en die daarna hun be
loften verge.eu. Hoe kan men iuderdaad
iu de roes van de zegepraal nog weton wat
men gezegd heeft als men geen vastge
stelde richting volgt, als men uit alle
winden, zelfs tegenstrijdige, voordeel
trekt als men vandaag -oorhoudt wat
men morgen moet en zal, volgens ge
lang der omstandigheden, afbreken
eu verloochenen
Beloften met volle wagons, maar daden,
geen I Iu die woorden kau mm ganscb de
politieke handeling der groenen sameu-
vatten.
Nu, maar 't is voor een volgend oum
mer, moet er nog een woordeken gezegd
worden <>p de meesters zwetsers eu be-
lovers de socios.
Onder dezen titel leest men in Dender-
galm van 21 Januari 11.
De katholieken van Geertsbergen
n zullen met genoegen vernemen 'lat
M. Van der Linden, hunnen vulks-
vj-rtegenwoor-lijiT by de p-iiiiie au
Aalst als representant is afgestuit.
En ver-Ier
Iu 't politiebureul van Aalst hiug
- eene gravuur met de beeltenis dor 4
volksvertegenwoordigers, uw portretje
(M. Vau der Linden) is er thaus met de
scoaar uilgekuipt eu is wellicht iu de
stoof te recht gekomeu eu iu rook eu
watasch vergaao.
t Land van Aelst, het orgaan vau den
afgestrafteu priester Daeus, deelde oek
met zijue gekende ptoquftpioe eu Sujap
piaq meê dat de agenten van poliue te
Aalst, den heer Van der Linden den kop
hadden afgedaan.
Wij hebben dat vertelselke aanschouwd
als eeue van die eeuwige leugeus die bijna
wekelijks door de blauwe en groeue
van politie niet. De ageut van dienst be
merkte het niut.
Onmiddelijk na de bestatiging werd de
almanak weggenomen.
Wat belang zouden de agenten van po
litie er nu toch kunnen bij hebben of wat
vermaak zouden zij er kunnen in schep
pen dien almanak te beschadigen om M.
Van der Linden te onthoofden? gelijk 7
Land van Aelst zegt.
Valt het niet te bewonderen dat die
blauwe en groene organen op zelfden dag
en uur, die leugentaal iu de wereld heb
ben gezonden
Zij hadden dus malkander verstaan, er
was afspraak.
Bemerken wy ten slotte dat het, by de
liberalen vooral, eene verouderde ge
woonte is geworden van hunne eigeoe
vuiligheid aan een andermans rug te wil
len strijken I...
Ook nog iu bedoelde wachtzaal, nevens
Het socialismus beoogt het afschaffen
van twee gewichtigste instellingen: den
christenen Godsdienst en den bijzonderen
eigendom. Dat is het doel van zijne wüs-
begeerte en staathuishoudkunde. Het
geloof is de machtigste hefboom der bo
venzinnelijke wereld; het geld is de beer-
schende drijfveer der stoffelijke wereld.
Wat zou de maatschappij zijn den dag
waar die twee beweegredenen zouden op
houden te werken? Er zou een plotseliuge
stilstand zyn van alle werkzaamheid, ge
volgd van eene algemeene instorting.
Dees Landbouw-
comice wier
werkzaamheden
zoo gunstig iu
België eu in den
-ovreemde zijn
Ion lessenaar hangen aan een haakje, Zondag 11., zijne jaarlijksche
verscheidene stukken, zoo als signale- I ai„emeeno vergadering gehouden. Zijn
- munten, telegrammen, enz. in een woord, i(,*pii SecretariSt M. Versnick gaf ver-
jj zaken die de Politie alleen betreffen en over Je alrijke huishoudkundige
priester Daens dreef de onbescheidenheid W(£kfin door het Qomice gesticht en die
zoo verre van alles te doorsnuffelen. Zie
daar den mau 1....
Hjj drukte op dit laatste woord, maar
mevr. do Fairièree ontkende noch bekende
iets.
n Gy ziet mevrouw, zei hy, weêr aan 't ziek
bed tredende, hoe laatig het soms ia uitspraak
te doen. Toen wende hij zich tot de meid en
gaf eenige bevelen voor de verpleging des
zieken voor de overige uren van den nacht.
Mevr. de Fairières wierp eeneu vlummen-
den blik op hem als om hem te doorgronden, n
Gy zult morgen terugkomen, niet waar, dok
ter vroeg zy met weeke item. Toch sprak
zij deze woorden met een beklemdheid, die
l)r Landregarde dadelijk gevoelde.
Ik weet nog niet mevrouw antwoordde
hy, of ik my in deze stad zal vestigen. Het
kon gebeuren, dat mijn verblijf alhier slechts
van korten duur vraa.
Maar morgen zult ge toch nog hier bly-
ven?
Waarachijolijk maar morgen zal ook
dokter Uugonet terug zyn en zijne plaats aan
het ziekbed weêr innemen.
o, dat doet niet* ter sake kom maar
i niet den grootsten dank
Du vootuitgaug der suci disten is een
treff -U'l bewijs vau du macht der iubeel-
.liug in de beweging der politieke en
m talschappulijke denkbeelden. Niets i-<
zoo verleidelijk als de stad der hersen
schimmen. O ui haar te verfraaien, uitte
breiden en te bestieren volstaat de in
beelding eene denkbeeldige toekomst
schriivelaars in de wereld worden gezon- kent geene hinderpalen, eu de dorst naar
den en waarop de ernstige lieden meest genietingen, die de grond ïs ^aUe mon-
geen acht geven.
Nu, mon bericht ons dat zekere per
sonen met de leugeus der zweudelaars
van de fi ma Anker en Zonne, Topke en
Leêrke miudei bekend dau de Aalsieuaara
er toch eenig geloof aan hechten, en om
die reden hebben wy onze iufoimeer-
kazak eens aaugetrokkeu.
Wat is nu de waarheid
Ia de wachtzaal der agenten vau poli
tie, die te zelfder tijde tot vei blyfplaats
dient van personen die moeten gehoord
worden door de heeren Commissaiis of
Oudercommissarissen, was op de ueur een
almanak geplakt met de beeltenis onzer
4 volkvertegenwoordigers.
Over eenigeu tijd moesten priester
Daens, Pie Daeos, Prosper De Hauwere
en nog andere blauwe en groene lief
hebbers uour de politie ooderboord wor
den. Zij verbleven geiuimen tijd in die
wachtzaal waar de bewuste almanak op
Ue deur was geplakt.
Eu wat bvstatigde men kort daarna
Men bestatigde dat het poitret van M.
Van der Linden was bescnadigd gewor
den.Door wie?... dat blijft een raadsel en
nu toch, iu alle geval, door de agenten
gerust 1 Zyn w«
verschuldigd
Landregarde boog hoffelijk, wierp zijn man
tel om en vertrok.Mev.deFairières begeleidde j
hem tot aan de eerste deur. Nauwelijks had 1
hij deze achter zich gesloten of Gabriëlle stond
voor hem en hield hem terug.
Gij hebt op de vraag, die men u gedaan
heeft, niet bepaald geantwoord, dokter gij
hebt bet antwoord, ontweken, zeide zy. Be
loof my, dat gy morgen vroeg terug zult ko
men n
Hy wilde een antwoord ontwyken en her
nam Dokter Hugouet zal terug zijn.
Wat raakt my dat riep ze levendig.
Mij echter zeer veel. Er zijn wetten, die
eiken geneesheer verbieden zijnen ambtsbroe
der te onderkruipen. Ik deed het heden avond
omdat 't gevul dringend was maar morgen
heb ik dat recht niet meer.
Dan moet gy het nemen 1
Bedenk verder, mejufvrouw, dat ik de
geneesheer van mynheer uw vader niet ben,
dat ik zijne inwendige lichaamsgesteldheid
niet ken en dien ten gevolge minder in staat
ben, hem te behandelen dau zyn gewone ge.
neesheer.
Zyne hand rustte reeds op de kruk der
deur, die naar de trap voerde.
Gabriëlle hield hem nog terug. Dokter, r.
riep zy innig, ik weet niet, wie gy zijt,
vanwaar gy komt, noch waarheen gy gaat,
schelijk hart, maakt het gemakkelijk tot
medeplichtige van den dichter, die er de
dierbaarste neigingen vau streelt.
Is het verwonderlijk dat, in die gesteld
heid, bet geloof zonder moeite iu dwee-
perij ontaardt Maar wee den profeten
der nieuwe stad den dag dat de zegepraal
huu werk vau verleiding zal bekroond
hebben I Dadelijk zullen de visioenen der
Elyseesche velden smelten gelijk schadu
wen die ze ziju de hersenschimmen zul
len elkauder door aanroering vernielen.
De wezenlijkheid zal zich wroken over
deu droom op het uur zelve dat de laug
gestreel ie verwachtingen zullen verau-
derd zijn in vurige, oustuimige, onweder-
staanbare hartstochten. Op dat oogenblik
zal het herdersdicht tot het drama over-
gaau, en de beschaving zal het gevaar
loopen van een plotseliugen en noodlotii-
geu stilstand. Als het menschdom zijne
regelmatige opstijging zal hernemen, zul
len eeuige denkheuideu, eenige hervor-
miugeu misschien boveu dry ven; maar
de maatschappijen, gelijk de personen,
zullen nooit ophouden le leven onder de
harde wet vau leed en smart. Aan do
menschen het geluk op de aarde beloven,
is hen bedriegen en zich zeiven misleiden.
werken door het Comice gesticht en die
allen zeer bloeiend ziju. Hij oudjf^ield
vervolgens de vergadering over de verze
kering tegen de sterfte der werkpeerden,
eeu werk te stichten in samenhang met
dat vau de veeverzekeriug en ook over
het meer belangrijke vraagstuk der ver
zekering van de landbouw-werklieden te
gen de ongevallen vau het werk.
Hij daukte verder de voorname heeren
welke, de vergadering door hunne tegen
woordigheid hadden willen vereoron en
onder de welke men bemerkte MM. De
Sadeleer, Ondervoorzitter der Volkska
mer, Baron Leo Betbune, Volksvertegen
woordiger, De Vuyst, Landbouw-opzick-
ter, Pciffer, Landbouw-l.-eraar van den
Staat, Vandei haegen O lilon, Provinciaal
Raadslid, Joseph De Vuyst, Advocaat,
enz. enz.
M. De Sadeleer, in eene redevoering
dikwerf door de toejuichingen der aan
wezigen onderbroken, wees al de maatre
gelen aan die, in deze laatste jaren, ten
voordeele van de Landbouwnijverheid
werden verwezenlijkthij riep de aan
dacht in op eene reeks van ontwerpen die
kortelings door de Kamors zullen onder
zocht worden,en waarbij hy aanstipte het
wetsontwerp bestemd om de vervalscbing
der boter bij middel van margarine doel
treffend te bestryden en het voorstel be
trekkelijk de erfenisrechten van kleine
naUteuscbappen.Hij voegde er bij dat bij
aldien, 't gene mogelijk schijnt, de inrich
ting van bet Landbouw-crediet niet bon
gehecht worden aan 't ontwerp betrekke
lijk het privilegie der Nationale Bank,
het zal noodzakelijk zijn een afzonderlijk
wetsontwerp in te dienen om dees belang
rijk vraagstuk te regelen.
M. Baron Bethune voegde er eenige
woorden bij om de gedachten by te treden
welke zyn achtbare collega kwam te ver
toogen en om op zijue beurt, de belang
rijkheid van 't Landbouw-crediet te be
wijzen.
:ondag 11. worden de liberale heeren De
Bruyn Ben., gewezen ontvanger, Gustaaf
L' clercq (De Clercq waarschijnelijk) en
Aoué Eatnond. beschuldigd van zich aan
eene ongehoorde lafheid plichtig ge
maakt te hebben.
In een vroeger nummer van Vooruit
werd er op eeuige misbruiken (be
staande of niet bestaande) gewezen die in
't sargiëufabriek onder hun bestuur zou
den heerschen.
Zekere Nicbels Alfred, werd verdacht
hieromtrent inlichtingen aan Vooruit te
hebben verschaft.
Twee broeders van Nichels Alfred wa
ren op 'tsargiëDfabriek werkzaam en wer
den aan de deur gezet ondanks de be
stuurders des fabrieks moesten bekennen
dat er niets misdaan was, maar dat de
bekendmaking der grieven de oorzaak
was van alles.
Eu Georges Nichels in eenen aanval
van roode gramschap, schreeuwt in
Vooruit
Wie beeft er ooit zulke lafheid kun
nen bestatigen
Wio zou er ooit durven denken heb-
ben dat men voor verdenking van een
broeder, twee andere getrouwde broe
ders, vaders van kinderen, durft broo
deloos stellen
- Om eulke laffe daden te kunnen
plegen moet men liberaal zijn.
- Weluu. liberale heeren, wii verze
keren u dat de weinige liberale werk-
liedeu die nog zoo dwaas zyn zich libe-
te noemen, in uwe laffe handelwyze
klaar zullen zien.
- Wij zullen u op de hielen volgen,
uwe meetiugeu bijwonen, en daar waar
gij u zult wagen het woord vry te ver-
klareu, daar zullen wij steeds zijn.
Liberale heeren, gy zyt gewaar
schuwd...
Dit laatste vooral zal lachlust verwek
ken.
M. Ben. De Bruyn, de pleger der onge
hoorde lafheid, was candidaat by do laat
ste gemeentokiezing en de socialisten
stemden als een man voor hem ook. In
't vervolg zullen zy, ondanks de onge-
hoordste lafheden die kuaueu bedreven
worden, toch nog voor hem stemmen. De
roode chefs die het liberale duimkruid
toch zoo liefhebben, zullen, voor 't vet en
'r smeer, de zweep vertoonen en de roode
troep zal gedwee het hoofd buigen, 't ia
te zeggen, voor kerels stemmen die laffe
daden plegen waartoe liberalen allen
bekwaam zijn, of waarvoor men liberaal
moet zyn 1
Roode lappekakkers, ziedaar t...
slechts één ding weet ik het leven mijne
vaders is mij dierbaarder dan het mijne en iu
u alleen stel ik vertrouwen n
De jonge man was overwonnen en toch
streed hy noch.
Gij zult terugkomen, niet waar bad zij
dringend, beloof mij, dat gy terug zult ko
men.
Een geruiBch kwam uit het vertrek, dat ze
zoo juist verlaten hadden.
Men luistert, fluisterde zij, met den vin
ger op de ÜppeD ga nu heeu en herinner u,
wat ge mij beloofd hebt.
De deur, welke zij reeds geopend had,
sloot zich achter hem en dokter Landregarde
verwijderde zich met vlugge schreden, inwen
dig was by o iep bewogen.
TWEEDE HOOFDSTUK.
I I.
Het was ongeveer elf uur. Landregarde
had pas ontbeten, doorbladerde onverschillig
eenige dagbladen en keerde toen naar zijne
kamer terug. Vele gedachten doorkruisteu
zijn brein en verrieden eene gemoedsaandoe
ning, die hij aanvankelijk niet kon beheer-
schen. Langzamerhand werd hij rustiger,
opende bet venster en keek op straat. Het
weêr, dat den vorigen dag betrokken was,
helderde op. Nog deed een snijdende Koude
zich gevoelen en een yzige wind woei Landre- jong meisje was hem vol vertrouwen gena-
garde in 't gezicht. Voorzichtig sloot hy weêr derd en had zijne aankomst met hare groote,
sprekende doch treurige oogen begroet. Ga
briëlle was de hoofdpersoon, waaraan hij on
willekeurig dacht. Had zij hem niet met die
betooverende zoete macht, welke vrouwen
zoo licht verkrijgen over hen, die zij door
gronden, gezegd u Ga nu heen, en herinner
u uwe belofte. En toch g:ng hij niet.
Maar in dezen strijd mengde zich reeds eene
heimelijke vreugde. Had hij aan liefde ge-
dacht Voorloopig had hij echter heel
't venster, zette zich voor den haard waarin
een helder vuurtje flikkerde, eu stak zijne
oude pijp op, de trouwe gezellin in zijne een
zaamheid. Gemakkelijk in zijn stoel uitge
strekt en gehuld iu dichte rookwolken liet hij
deu vrijen teugel aan zyne verbeelding, en de
klokkeslag, die twaalf oren aankondigde, ver
raste hem nog in dezelfde houding.
Zou ik gaan of niet Wat gaat my deze
familie aan, die ik niet ken Wat behoef ik
my om han lot te bekommeren Ieder heeft andere zaken te verrichten en ook den vrijen
ziju eigeu lief en leed en op 't oogeublik heb tijd niet om zich met dingen van dezen aard
ik daar genoeg aan. n i bezig te houden. Hy behoorde overigens tot
Terwijl hy sprak, keek hy op zijn horloge, diegenen, welke nog aan do jeugdigheid van
en volgde den wijzer met toenemende onge
rustheid.
Wie mag die jonge man zijn, die niet haar
broeder is, zooals ze zeide, en die ook geen
gewoon bezoeker kau zyn
Bah, hij is zeker een neef, een bloedver
hun gelaat uoch aan die huns harten gelooven.
Hy vond een menigte gebreken in zyn
persoon.
Doch ofschoon hy de waarde van zich zei
ven miskende, kon hij toch de oogen niet
sluiten voor de jeugd, schoonheid en teeder-
waut, of een vriend der familie En wat heid, welke hij in 't jonge meisje opgemerkt
gaat mij dat aan, daar ik besloten heb niet had. Zooveel bekoorlijkheid maakte zijne wijs-
meer in dat huis te komen. n heid te niet. Het vertrouwen, dat zij hem ge-
Niettemin had Laudregarde eenen zwaren schonken had, mankte eenen geheel bijzon-
stryd te voeren. Of hij overwinnaar blijven deren indruk opzijn hart. Maar hij bestreed
zon. wist hy zelf niet. Zyne gedachten keer- j hardnekkig deze opwellingen. Wat had hy
den altyd tot hetzelfde voorwerp terug. Van i met dit meisje uit te staan Zy was rijk, hy
den onbekenden jongen man gingen zy naar i arm en een afstand van vijftig raylen
het ziekbed eu van daar naar't strenge gelaat scheidde hnnne wsonplaatsen. Was hetgeen
der dame, die hem ontvangen had. Maar een j dwaasheid, de gedachten op dat kind te
Twee katten aan éèn muis,
Twee vrouwen in één huis,
Twee honden aan één been
Komen zelden overeen.
richten Wellicht werd zij reeds bemind
De jonge man, dien hij gezien had, en dis
haar broeder niet was, zooals zy blozende be
kende... Voelde hij jegens hem niet eene
geheime gedachte, waaraan hij niet durfde
denken, zoo verschrikkelijk was zy
Vlucht, sprak hy tot zich zei ven, vlucht
het te heldere zonnelicht en de te swarts
duisternis. Ga niet meer in dat huis
Plotselings werd hij uit zyne gedachten
opgewekt. Men klopte hevig aan de deur.
u Woont hier niet dokter Landregarde
vroeg iemand buiten.
Jawel, n antwoordde hij na eene wijle.
Dokter Landregarde Niemand anders in
Csën kon zijuen naam weten, dan de familie
do Fairières; want zelfs in het hotel wist
men hem niet. Het kon dus slechts een bode
van daar zijn. bnel bedacht hij zich wat te
doen. Maar hij had ja geantwoord men
wist reeds, dat hij aanwezig was. Hij daoht
aan Gabriëlle en opende. Zijn vermoeden
werd bevestigd, het was Catbarina, de meid,
die hij den vorigen avond in het hois had
gezien.
Kom toch, mijnheer, zeide zij, haastig
binnentredende. Men verwacht u reeds sedert
dezen morgen.
Het is nog niet laat, hernam Landre
garde.
Werdt voortgeest).