Zondag 4 Februari 1900. 5 centiemen per nummer; 34sUi Jaar 3440 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en t Arrondissement van Aalst Oppassen Hij is al weg. r.ODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Landbouwcomice Herzele. DE GIFTMENGSTER. M- Em. Banning over het socialism. In Vooruit, r'0 °r|"° JJJ DE DENDERBODE. Uit blad verschijnt deD Woensdag en Zaterdag van iedere week. onder tagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 fram met de Post verzonden 6 frank 's jaars, f1- 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwHantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Lands. Guique «uum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk legen deD dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen lich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 3 Februari 1900. Oppassen is de boodschap Inderdaad de dagen der kieziDg' n naderen en met hen wordt ook bet arsenaal van leugen en bedrog geopend. Gij gaat ze zu-n afkomen, de kiesdra- vers, van bet fameus cartel gevolgd van eeDe onafzienbare rij van wagens, met donderend gerucht allen gevuld met kiesbelofteu I Wy bebbeD het woord cartel gebruikt, wat booger. Ja, bet ding zal misschien zoo wel beeteu mogen. De armtierige politieke bollen des lands moesten de E. V. hebben, zoogezegd om aan iedere party toe te laten in volle vrijheid haar vaandel te laten wapperen, om de onna tuurlijke, de vreemdsoortige kieskopp-- lingen te vermijden, welke het gemoed doen opbruischen 1 Weèral zeepbellen! Wy hadden schoon te zeggen dat is slechts een voorwendsel men zal carteleereu ua als men wil«'e bet maar niet gelooveu I N -g was de E. V. er niet gansch door of reeds wierd de vraag van vereenigen en samen koppelen door onze anti-klerikalen be sproken. De eeue was er vóór, de andere tegen maar allen schreeuwden om de E. V. om op eigen hand, met eigen vaan del te kunnen strijden I Dat is reeds een reden om op onze hoede te zyn en dat te doen wat ons arti kel uitlokte. Mauneu zoo weinig kiesch, zullen zeker niet lang verzinnen over de middelen welke hen tot den gedroomden hemel voeren moet. Zij zulleD de kiezers op stoopjes trekken, zouder genade, en meer dan een verschillend deuDtje zal er opgaan naar gelang der natuur van de toehoorders. Iets zal er gemeen zijn namelijk dees: dat by too ver slag het aanschijn zal veran deren zoo zy, cartelisten, worden geko zen. De geuzen zelf zullen gaan vertel jen dat zy de boeren,de werklieden, de kleine men8chen beminnen en steunen dat hunne party altyd de belangen vau den landbouw beeft behertigd, de welvaart van den werkman heeft betracht, zich om het lot der kleine menschen heeft bekom merd... Lach niet, lieve lezer, dat zullen de geuzen u vertellen, gij zult het met eigen ooren vernemen kunneü. Gij zult zeggen hun minister van financiën heette de hoe ren barbaren, maar uat is niets, die zelfde minister gaf ten voordeele van het volk al zijn fameuze bonis uit Als de geuzen scboolpaleizen hadden gebouwd, als zy het scbool-enkwest had den gedaan, als hunne by zondert- com missarissen bet land afliepen om de Gemeenteraden te dwingen DUttelooze uilgaven te uoeu, als zy het volk, als zij onschuldige menschen deden omver schie ten dan zegden zij immers dat is voor het welzyn van het volk. Een twee-'e uitgave van dat regiem word! '>p touw gezet en is in de loge uit gebroeid seden lang want van in 1888 zegde reeds M. Bara Als de liberalen a-in bet roer terugkomen 'iao zullen /ij krachtdadig liberaal zijn. D't wil zeggen: De school- en religieoorlog herin voeren, wat anders nog dan in 79. De groenen zullen voorzeker niet ten achter blijven. Zij zullen u beloven dat, dank aan hen, gij de maan met de tanden zult kunnen grypen. J iren lang reeds, hebben zy zich geoefend io dat vak eu wij moeten het bekennen, zij 2ijn er mees ter iü geworden. Wat echter hunne beloften beteekenen kunnen wij weten door de opgedane erva ring en door den iuvloed hunner gazetten. Heeft de proote groene held niet 4 jareu in de Kamer gezeteld en wat heeft hij er gedaau Welke wetten ten voordeele 'ter weiklieden, ton gunste der laudbouwers zijn er door hem voorgesteld geweest Daar had hij zicu nu eens recht ver dienstelijk kunueu mikeu daar ha l hij nu eeus iedereen, de geheele wereld,kun- i oen verbazen dooi zijue krachtdadige eu i wclil 'unde werkiug, .laar had bij nu eeus j feitelijk ?ijue liefde, zijne genegenheid kunueu toouen voor de, bepi oefden dezer wereld. Als men hem en zijue handlan gers op de meetiogeu hoorde losgaan, dan stormde het. Hij had eene oplossing, eene eenvoudige als afdoende oplossing voor aide moeilyke vraagstukken, een balsem voor al het lijden, een geneesmiddel voor iedere smert en beproeving. Men geloofde het en de groote belover trok naar Brassel on wat zagen wij Niets dan wind, niets dan beslag l Nu stond hij op de meetiugen meermaals voor ernstige mannen die zoo gemakkelijk zijne zeepbelleD, welke de verwonder.io toehoorders in de herbergen als ballons aanzagen, door een enkel woordekeD zou den doen bersten Hij zweeg, of te wel maakte hij slechts persoonlijken ambras en beslag 1 Op zijne haudelwijze zou men de woorden van den dichter Kunnen toe passen, die dichter immers scüijut ze voor mannen als ouzen gewezen vierde ge schreven te hebben En by maakte veel ambras En hij dronk een goed glas Eu hij p.... een groote plas Eu by liet de zaak gelijk zy was I Ook het volk leurde hem eindelyk ken nen en men liet hem op. met klauK 1 Ziju trawanten bekwamen eeuige duizeudji min dan de catholieken 1 Men begon het koorn van het kaf te oudeiscbtideu,men begon te beseffen dat men beier was met dezen die weinig be ioven maar veel uoeu dan met jannen dio het volk willen blinddoeken met het eenlg doel hooger te geraken, op ue kussens te komen en die daarna hun be loften verge.eu. Hoe kan men iuderdaad iu de roes van de zegepraal nog weton wat men gezegd heeft als men geen vastge stelde richting volgt, als men uit alle winden, zelfs tegenstrijdige, voordeel trekt als men vandaag -oorhoudt wat men morgen moet en zal, volgens ge lang der omstandigheden, afbreken eu verloochenen Beloften met volle wagons, maar daden, geen I Iu die woorden kau mm ganscb de politieke handeling der groenen sameu- vatten. Nu, maar 't is voor een volgend oum mer, moet er nog een woordeken gezegd worden <>p de meesters zwetsers eu be- lovers de socios. Onder dezen titel leest men in Dender- galm van 21 Januari 11. De katholieken van Geertsbergen n zullen met genoegen vernemen 'lat M. Van der Linden, hunnen vulks- vj-rtegenwoor-lijiT by de p-iiiiie au Aalst als representant is afgestuit. En ver-Ier Iu 't politiebureul van Aalst hiug - eene gravuur met de beeltenis dor 4 volksvertegenwoordigers, uw portretje (M. Vau der Linden) is er thaus met de scoaar uilgekuipt eu is wellicht iu de stoof te recht gekomeu eu iu rook eu watasch vergaao. t Land van Aelst, het orgaan vau den afgestrafteu priester Daeus, deelde oek met zijue gekende ptoquftpioe eu Sujap piaq meê dat de agenten van poliue te Aalst, den heer Van der Linden den kop hadden afgedaan. Wij hebben dat vertelselke aanschouwd als eeue van die eeuwige leugeus die bijna wekelijks door de blauwe en groeue van politie niet. De ageut van dienst be merkte het niut. Onmiddelijk na de bestatiging werd de almanak weggenomen. Wat belang zouden de agenten van po litie er nu toch kunnen bij hebben of wat vermaak zouden zij er kunnen in schep pen dien almanak te beschadigen om M. Van der Linden te onthoofden? gelijk 7 Land van Aelst zegt. Valt het niet te bewonderen dat die blauwe en groene organen op zelfden dag en uur, die leugentaal iu de wereld heb ben gezonden Zij hadden dus malkander verstaan, er was afspraak. Bemerken wy ten slotte dat het, by de liberalen vooral, eene verouderde ge woonte is geworden van hunne eigeoe vuiligheid aan een andermans rug te wil len strijken I... Ook nog iu bedoelde wachtzaal, nevens Het socialismus beoogt het afschaffen van twee gewichtigste instellingen: den christenen Godsdienst en den bijzonderen eigendom. Dat is het doel van zijne wüs- begeerte en staathuishoudkunde. Het geloof is de machtigste hefboom der bo venzinnelijke wereld; het geld is de beer- schende drijfveer der stoffelijke wereld. Wat zou de maatschappij zijn den dag waar die twee beweegredenen zouden op houden te werken? Er zou een plotseliuge stilstand zyn van alle werkzaamheid, ge volgd van eene algemeene instorting. Dees Landbouw- comice wier werkzaamheden zoo gunstig iu België eu in den -ovreemde zijn Ion lessenaar hangen aan een haakje, Zondag 11., zijne jaarlijksche verscheidene stukken, zoo als signale- I ai„emeeno vergadering gehouden. Zijn - munten, telegrammen, enz. in een woord, i(,*pii SecretariSt M. Versnick gaf ver- jj zaken die de Politie alleen betreffen en over Je alrijke huishoudkundige priester Daens dreef de onbescheidenheid W(£kfin door het Qomice gesticht en die zoo verre van alles te doorsnuffelen. Zie daar den mau 1.... Hjj drukte op dit laatste woord, maar mevr. do Fairièree ontkende noch bekende iets. n Gy ziet mevrouw, zei hy, weêr aan 't ziek bed tredende, hoe laatig het soms ia uitspraak te doen. Toen wende hij zich tot de meid en gaf eenige bevelen voor de verpleging des zieken voor de overige uren van den nacht. Mevr. de Fairières wierp eeneu vlummen- den blik op hem als om hem te doorgronden, n Gy zult morgen terugkomen, niet waar, dok ter vroeg zy met weeke item. Toch sprak zij deze woorden met een beklemdheid, die l)r Landregarde dadelijk gevoelde. Ik weet nog niet mevrouw antwoordde hy, of ik my in deze stad zal vestigen. Het kon gebeuren, dat mijn verblijf alhier slechts van korten duur vraa. Maar morgen zult ge toch nog hier bly- ven? Waarachijolijk maar morgen zal ook dokter Uugonet terug zyn en zijne plaats aan het ziekbed weêr innemen. o, dat doet niet* ter sake kom maar i niet den grootsten dank Du vootuitgaug der suci disten is een treff -U'l bewijs vau du macht der iubeel- .liug in de beweging der politieke en m talschappulijke denkbeelden. Niets i-< zoo verleidelijk als de stad der hersen schimmen. O ui haar te verfraaien, uitte breiden en te bestieren volstaat de in beelding eene denkbeeldige toekomst schriivelaars in de wereld worden gezon- kent geene hinderpalen, eu de dorst naar den en waarop de ernstige lieden meest genietingen, die de grond ïs ^aUe mon- geen acht geven. Nu, mon bericht ons dat zekere per sonen met de leugeus der zweudelaars van de fi ma Anker en Zonne, Topke en Leêrke miudei bekend dau de Aalsieuaara er toch eenig geloof aan hechten, en om die reden hebben wy onze iufoimeer- kazak eens aaugetrokkeu. Wat is nu de waarheid Ia de wachtzaal der agenten vau poli tie, die te zelfder tijde tot vei blyfplaats dient van personen die moeten gehoord worden door de heeren Commissaiis of Oudercommissarissen, was op de ueur een almanak geplakt met de beeltenis onzer 4 volkvertegenwoordigers. Over eenigeu tijd moesten priester Daens, Pie Daeos, Prosper De Hauwere en nog andere blauwe en groene lief hebbers uour de politie ooderboord wor den. Zij verbleven geiuimen tijd in die wachtzaal waar de bewuste almanak op Ue deur was geplakt. Eu wat bvstatigde men kort daarna Men bestatigde dat het poitret van M. Van der Linden was bescnadigd gewor den.Door wie?... dat blijft een raadsel en nu toch, iu alle geval, door de agenten gerust 1 Zyn w« verschuldigd Landregarde boog hoffelijk, wierp zijn man tel om en vertrok.Mev.deFairières begeleidde j hem tot aan de eerste deur. Nauwelijks had 1 hij deze achter zich gesloten of Gabriëlle stond voor hem en hield hem terug. Gij hebt op de vraag, die men u gedaan heeft, niet bepaald geantwoord, dokter gij hebt bet antwoord, ontweken, zeide zy. Be loof my, dat gy morgen vroeg terug zult ko men n Hy wilde een antwoord ontwyken en her nam Dokter Hugouet zal terug zijn. Wat raakt my dat riep ze levendig. Mij echter zeer veel. Er zijn wetten, die eiken geneesheer verbieden zijnen ambtsbroe der te onderkruipen. Ik deed het heden avond omdat 't gevul dringend was maar morgen heb ik dat recht niet meer. Dan moet gy het nemen 1 Bedenk verder, mejufvrouw, dat ik de geneesheer van mynheer uw vader niet ben, dat ik zijne inwendige lichaamsgesteldheid niet ken en dien ten gevolge minder in staat ben, hem te behandelen dau zyn gewone ge. neesheer. Zyne hand rustte reeds op de kruk der deur, die naar de trap voerde. Gabriëlle hield hem nog terug. Dokter, r. riep zy innig, ik weet niet, wie gy zijt, vanwaar gy komt, noch waarheen gy gaat, schelijk hart, maakt het gemakkelijk tot medeplichtige van den dichter, die er de dierbaarste neigingen vau streelt. Is het verwonderlijk dat, in die gesteld heid, bet geloof zonder moeite iu dwee- perij ontaardt Maar wee den profeten der nieuwe stad den dag dat de zegepraal huu werk vau verleiding zal bekroond hebben I Dadelijk zullen de visioenen der Elyseesche velden smelten gelijk schadu wen die ze ziju de hersenschimmen zul len elkauder door aanroering vernielen. De wezenlijkheid zal zich wroken over deu droom op het uur zelve dat de laug gestreel ie verwachtingen zullen verau- derd zijn in vurige, oustuimige, onweder- staanbare hartstochten. Op dat oogenblik zal het herdersdicht tot het drama over- gaau, en de beschaving zal het gevaar loopen van een plotseliugen en noodlotii- geu stilstand. Als het menschdom zijne regelmatige opstijging zal hernemen, zul len eeuige denkheuideu, eenige hervor- miugeu misschien boveu dry ven; maar de maatschappijen, gelijk de personen, zullen nooit ophouden le leven onder de harde wet vau leed en smart. Aan do menschen het geluk op de aarde beloven, is hen bedriegen en zich zeiven misleiden. werken door het Comice gesticht en die allen zeer bloeiend ziju. Hij oudjf^ield vervolgens de vergadering over de verze kering tegen de sterfte der werkpeerden, eeu werk te stichten in samenhang met dat vau de veeverzekeriug en ook over het meer belangrijke vraagstuk der ver zekering van de landbouw-werklieden te gen de ongevallen vau het werk. Hij daukte verder de voorname heeren welke, de vergadering door hunne tegen woordigheid hadden willen vereoron en onder de welke men bemerkte MM. De Sadeleer, Ondervoorzitter der Volkska mer, Baron Leo Betbune, Volksvertegen woordiger, De Vuyst, Landbouw-opzick- ter, Pciffer, Landbouw-l.-eraar van den Staat, Vandei haegen O lilon, Provinciaal Raadslid, Joseph De Vuyst, Advocaat, enz. enz. M. De Sadeleer, in eene redevoering dikwerf door de toejuichingen der aan wezigen onderbroken, wees al de maatre gelen aan die, in deze laatste jaren, ten voordeele van de Landbouwnijverheid werden verwezenlijkthij riep de aan dacht in op eene reeks van ontwerpen die kortelings door de Kamors zullen onder zocht worden,en waarbij hy aanstipte het wetsontwerp bestemd om de vervalscbing der boter bij middel van margarine doel treffend te bestryden en het voorstel be trekkelijk de erfenisrechten van kleine naUteuscbappen.Hij voegde er bij dat bij aldien, 't gene mogelijk schijnt, de inrich ting van bet Landbouw-crediet niet bon gehecht worden aan 't ontwerp betrekke lijk het privilegie der Nationale Bank, het zal noodzakelijk zijn een afzonderlijk wetsontwerp in te dienen om dees belang rijk vraagstuk te regelen. M. Baron Bethune voegde er eenige woorden bij om de gedachten by te treden welke zyn achtbare collega kwam te ver toogen en om op zijue beurt, de belang rijkheid van 't Landbouw-crediet te be wijzen. :ondag 11. worden de liberale heeren De Bruyn Ben., gewezen ontvanger, Gustaaf L' clercq (De Clercq waarschijnelijk) en Aoué Eatnond. beschuldigd van zich aan eene ongehoorde lafheid plichtig ge maakt te hebben. In een vroeger nummer van Vooruit werd er op eeuige misbruiken (be staande of niet bestaande) gewezen die in 't sargiëufabriek onder hun bestuur zou den heerschen. Zekere Nicbels Alfred, werd verdacht hieromtrent inlichtingen aan Vooruit te hebben verschaft. Twee broeders van Nichels Alfred wa ren op 'tsargiëDfabriek werkzaam en wer den aan de deur gezet ondanks de be stuurders des fabrieks moesten bekennen dat er niets misdaan was, maar dat de bekendmaking der grieven de oorzaak was van alles. Eu Georges Nichels in eenen aanval van roode gramschap, schreeuwt in Vooruit Wie beeft er ooit zulke lafheid kun nen bestatigen Wio zou er ooit durven denken heb- ben dat men voor verdenking van een broeder, twee andere getrouwde broe ders, vaders van kinderen, durft broo deloos stellen - Om eulke laffe daden te kunnen plegen moet men liberaal zijn. - Weluu. liberale heeren, wii verze keren u dat de weinige liberale werk- liedeu die nog zoo dwaas zyn zich libe- te noemen, in uwe laffe handelwyze klaar zullen zien. - Wij zullen u op de hielen volgen, uwe meetiugeu bijwonen, en daar waar gij u zult wagen het woord vry te ver- klareu, daar zullen wij steeds zijn. Liberale heeren, gy zyt gewaar schuwd... Dit laatste vooral zal lachlust verwek ken. M. Ben. De Bruyn, de pleger der onge hoorde lafheid, was candidaat by do laat ste gemeentokiezing en de socialisten stemden als een man voor hem ook. In 't vervolg zullen zy, ondanks de onge- hoordste lafheden die kuaueu bedreven worden, toch nog voor hem stemmen. De roode chefs die het liberale duimkruid toch zoo liefhebben, zullen, voor 't vet en 'r smeer, de zweep vertoonen en de roode troep zal gedwee het hoofd buigen, 't ia te zeggen, voor kerels stemmen die laffe daden plegen waartoe liberalen allen bekwaam zijn, of waarvoor men liberaal moet zyn 1 Roode lappekakkers, ziedaar t... slechts één ding weet ik het leven mijne vaders is mij dierbaarder dan het mijne en iu u alleen stel ik vertrouwen n De jonge man was overwonnen en toch streed hy noch. Gij zult terugkomen, niet waar bad zij dringend, beloof mij, dat gy terug zult ko men. Een geruiBch kwam uit het vertrek, dat ze zoo juist verlaten hadden. Men luistert, fluisterde zij, met den vin ger op de ÜppeD ga nu heeu en herinner u, wat ge mij beloofd hebt. De deur, welke zij reeds geopend had, sloot zich achter hem en dokter Landregarde verwijderde zich met vlugge schreden, inwen dig was by o iep bewogen. TWEEDE HOOFDSTUK. I I. Het was ongeveer elf uur. Landregarde had pas ontbeten, doorbladerde onverschillig eenige dagbladen en keerde toen naar zijne kamer terug. Vele gedachten doorkruisteu zijn brein en verrieden eene gemoedsaandoe ning, die hij aanvankelijk niet kon beheer- schen. Langzamerhand werd hij rustiger, opende bet venster en keek op straat. Het weêr, dat den vorigen dag betrokken was, helderde op. Nog deed een snijdende Koude zich gevoelen en een yzige wind woei Landre- jong meisje was hem vol vertrouwen gena- garde in 't gezicht. Voorzichtig sloot hy weêr derd en had zijne aankomst met hare groote, sprekende doch treurige oogen begroet. Ga briëlle was de hoofdpersoon, waaraan hij on willekeurig dacht. Had zij hem niet met die betooverende zoete macht, welke vrouwen zoo licht verkrijgen over hen, die zij door gronden, gezegd u Ga nu heen, en herinner u uwe belofte. En toch g:ng hij niet. Maar in dezen strijd mengde zich reeds eene heimelijke vreugde. Had hij aan liefde ge- dacht Voorloopig had hij echter heel 't venster, zette zich voor den haard waarin een helder vuurtje flikkerde, eu stak zijne oude pijp op, de trouwe gezellin in zijne een zaamheid. Gemakkelijk in zijn stoel uitge strekt en gehuld iu dichte rookwolken liet hij deu vrijen teugel aan zyne verbeelding, en de klokkeslag, die twaalf oren aankondigde, ver raste hem nog in dezelfde houding. Zou ik gaan of niet Wat gaat my deze familie aan, die ik niet ken Wat behoef ik my om han lot te bekommeren Ieder heeft andere zaken te verrichten en ook den vrijen ziju eigeu lief en leed en op 't oogeublik heb tijd niet om zich met dingen van dezen aard ik daar genoeg aan. n i bezig te houden. Hy behoorde overigens tot Terwijl hy sprak, keek hy op zijn horloge, diegenen, welke nog aan do jeugdigheid van en volgde den wijzer met toenemende onge rustheid. Wie mag die jonge man zijn, die niet haar broeder is, zooals ze zeide, en die ook geen gewoon bezoeker kau zyn Bah, hij is zeker een neef, een bloedver hun gelaat uoch aan die huns harten gelooven. Hy vond een menigte gebreken in zyn persoon. Doch ofschoon hy de waarde van zich zei ven miskende, kon hij toch de oogen niet sluiten voor de jeugd, schoonheid en teeder- waut, of een vriend der familie En wat heid, welke hij in 't jonge meisje opgemerkt gaat mij dat aan, daar ik besloten heb niet had. Zooveel bekoorlijkheid maakte zijne wijs- meer in dat huis te komen. n heid te niet. Het vertrouwen, dat zij hem ge- Niettemin had Laudregarde eenen zwaren schonken had, mankte eenen geheel bijzon- stryd te voeren. Of hij overwinnaar blijven deren indruk opzijn hart. Maar hij bestreed zon. wist hy zelf niet. Zyne gedachten keer- j hardnekkig deze opwellingen. Wat had hy den altyd tot hetzelfde voorwerp terug. Van i met dit meisje uit te staan Zy was rijk, hy den onbekenden jongen man gingen zy naar i arm en een afstand van vijftig raylen het ziekbed eu van daar naar't strenge gelaat scheidde hnnne wsonplaatsen. Was hetgeen der dame, die hem ontvangen had. Maar een j dwaasheid, de gedachten op dat kind te Twee katten aan éèn muis, Twee vrouwen in één huis, Twee honden aan één been Komen zelden overeen. richten Wellicht werd zij reeds bemind De jonge man, dien hij gezien had, en dis haar broeder niet was, zooals zy blozende be kende... Voelde hij jegens hem niet eene geheime gedachte, waaraan hij niet durfde denken, zoo verschrikkelijk was zy Vlucht, sprak hy tot zich zei ven, vlucht het te heldere zonnelicht en de te swarts duisternis. Ga niet meer in dat huis Plotselings werd hij uit zyne gedachten opgewekt. Men klopte hevig aan de deur. u Woont hier niet dokter Landregarde vroeg iemand buiten. Jawel, n antwoordde hij na eene wijle. Dokter Landregarde Niemand anders in Csën kon zijuen naam weten, dan de familie do Fairières; want zelfs in het hotel wist men hem niet. Het kon dus slechts een bode van daar zijn. bnel bedacht hij zich wat te doen. Maar hij had ja geantwoord men wist reeds, dat hij aanwezig was. Hij daoht aan Gabriëlle en opende. Zijn vermoeden werd bevestigd, het was Catbarina, de meid, die hij den vorigen avond in het hois had gezien. Kom toch, mijnheer, zeide zij, haastig binnentredende. Men verwacht u reeds sedert dezen morgen. Het is nog niet laat, hernam Landre garde. Werdt voortgeest).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1900 | | pagina 1