Zondag 18 Februari 1900. 5 centiemen per nummer. 54sW Jaar 5444 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Roode beloften DE GIFTMENGSTER. Verzorgt uwe weiden. Z0NDAGRUST Onze Vlaamsche werklieden Kleine erfenissen. DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweema-il ter week voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des bands. Cuique hu um. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk legen deD dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 17 Februari 1900. Indien onze proenen een handje van beloven weg hebben toch zijn de s«'Cios hunne meesters. In 'i algemeen kunnen de leerlingen den stiel zoo goed niet als de patroons en onze groenen zijn wat bij bunne oudere broeders ter school ge weest. Onze lezers zullen zich herinneren dat onze groenen vei 1 met de socios heb ben verkeerd, zelfs hebben wij gezien dat zij met hen op dezelfde kiezinglijsten stonden als cocandidaten. De roode beloften kosten hen weinig; zij moeten inderdaad niets uitvoeren zij moeten hen woord niet gestand zijn, hunne beloften niet houden. Zij maken alleen bespiegelingen voor de toekomst en verliezen geheel en gansch 't tegenwoordige maatschappelijke leven uit het oog. "Waarom Omdatzegt een hunner schrijvers wier werken duor Vooruit worden aan geprezen en uitverkocht, al de verbete ringen nu in den toestand der werk lieden ingevoerd, slechts vertraaend hunnen werken wat het einddoel be treft. Dat schijnt een ordewoord te zijn dat stipt en trouw door de roode leiders niet lijders wordi gevolgd. Nergens inderdaad zien wij bij de socios inrichtin gen tot stand komen die eenig licht in den benarden loestand der werkende klas zouden kunnen brengen en niettegen staande dit alles verklaren zij luid dat zij alleen de liefde voor de beproefden, voor de noodlijdenden in pacht hebben en in praktijk stellen. Ach ja I wy vergeten hunne coöpera tieven, maar de bonis dier inrichtingen komen niet te goede aan de werklieden zeiven maar worden grootendeels gebruikt om de onkosten der kiespropagande te dekken die de groote leiders, de schreeu wers op de Kamerkussens brengen moet en hen toelaten als groote heeren, als fijne burgers, zoo zeer uitgekreten, te leven. Ja, ook wij vergeten de syndikaten waar haat en nijd in het hert des werk- mans wordt geblazen, waar zijn geest wordt verstompt en hem tot een willen- loozen knecht en slaaf maakt in de han den der grooten. Daar worden die groote werkstakingen op touw gezet die zoovele tranen aan de huismoeders kosten, die overal de ellende en gebrek rondzaaien, maar die het zaad uitmaken waaruit er socialisten moeten opgroeien. Die werk stakingen zijn de gapende wonde der samenleving die open moeten gehouden worden, want zegde een hunner op een rood congres het vc Ik moet soms eens bloedenom het kneedbaar te maken in de handen der uitvoerende macht en die bestaat uit een klein troepje van heersch- zuchiigen, van eenige gewezen werklie den en van verschillige burgers uit 5d* VERVOLG. Uwe ziekte kan niet in eenen dag over zyn. Heb geduld God zal n voor al uw lij den beloonea 1 Het gelaat dee zieken kreeg eene porpere kleur. Ik verlang den dokter 1 herbaalde hy met holle stem. Voorheen was een woord van dezen man een bevel in zijn huis. Men vreesde hem wel niet, maar men was gewoon hem te gehoor zamen als hoofd der familie, als een man be- zidld met een edel karakter en eerwaardig door zynen ouderdom en bijzonder door zyue rechtveerdigheid. Ook mevrouw de Fairières boog dadelyk voor de plotselinge uiting van zijnen vasten en onverzettelijken wil. Dat men Dr Hugonet roepe, n riep zij. Die is niet in de stad, zeide Gabriëlie, die joist binnenkwam. Pardon, hernam hare schoonmoeder leveidig, hij moet terng zijn. Ik wil den dokter van dezen morgen I beval de zieke, hy heeft my geholpen, hij zal geroepen worden. heerschzucbt in de raneen der socios ize- Sloprn, omdat misschien het blauwe vaandel hen int de vervulling hunner duurbaarste weuschen niet voere i kon De werklieden blijveu het slacht ff-r en terwijl zijn de leiders op hun gemak. Wat hen ongemak aanbrengt dat weten zij wel terzij te stellen Zo<> hebben wij gezien dat d- gekozenen der roode pai lij beloofd ha-lden een deeloh een kieiuije op te offeren aan de propaganda i Dat duurde niet lang, geen Jaar slechts, en die schoone belofte was vergeten. Hun traktement van volksvertegen woordiger g ng den weg in van huuneD zak en brandk- ffer Dat is een. Het Gatholiek Bestuur geeft aanzien lijke toelagen aan do wettelijk erkende spaarbonden I De socios stichten er geene; zij beletten zelfs hun ontslaan zooveel het in hunne m *cht is. De partijraad heeft besloten in zulke dingen niet tusschen ie komen I Waarom Ook al misschien uit liefde voor den werkman Dat is twee. In Frankrijk heeft men een ronde mi nister van handel. En de zaken gaan er lijk onder het uitgekreten beheer van eenen burger. Niets is veranderd. Zelfs als zekere werklieden, wier hoofd op hol was gebracht zich gereed hielden in massa naar Parijs te trekken, liet men hen weten dat hun fameuze minister ze op eenige korrels lood zou onthalen Zij hadden nochtans zooveel beloofd als de rooden aan het roer zouden zijn 1 Dat is dry. Wij zyn de serie niet ten einde maar mogen toch reeds besluiten dat de be loften der socios een fameuze blague zijn om de werklieden op stoopjes te trekken. Waarom wordon de weiden meestal verwaarloosd Op deze vraag zullen wy met drie re denen antwoorden, I reden. Ook de niet bemeste wei den of beemden leveren eeuen oogst op, en ziehier waarom a) In de weiden vindt men allerlei planten, met verschillende noodwendig heden, welke in verschillende grondla gen hun voedsel zoeken. b) De heideplanten hebben bijna eenen onafgebroken groei, zoodat zij over veel tijd beschikken om hun opnemingsver mogen en hun losmakend vermogen op de onopgeluste bestanddeelen des gi onds uit te oefenen. XI reden. De opbrengst der weide wordt zelden gewogen, men werpt eenen oogslag op den hoop en men bedi iegt zich voor de hoeveelheid en de hoedanigheid van het hooi. Overigens de vermagering van den grond heeft eerder de verminde ring der voedende waarde, dan die der hoeveelheid voor gevolg. Men moest gehoorzamen, en zoo gebeurde het dat Laudregarde ten derde male aan het bed trad, waar men hem twee uur geleden zoo vriendelijk vaarwel gezegd had. Om elf uur had de zieke eenen hevigen crisis te door staan en de dokter kwam juist van pas. Toen hij zich om middernacht wilde ver wijderen, richtte de Fairières, die zijne ge duchte raadde, eenen smeekendeu blik op hem, alsof hij wilde zeggen Blijf, het is beter, als gij hier zijt. De jonge arts gaf bereidwillig aan dezen weusch gehoor, die aan zulk eenen hard ge troffen man te vergeven was. Toen de zieke insluimerde, begon Landregarde na te den ken. Met het hoofd in de handen leunende, beschouwde hjj den aan deu dood gewyden man, en hij begon te sidderen Dan outmoette zijn oog Gabriëlie, en een heldere vriende lijke zonnestraal verlichtte zyn droevig ge moed. Hoe dikwijlder hij mejnfrrouw de Fairières zag, des te dnidelyker zag hij dat hij niet meester meer was van zijne gedachte hoe meer hy echter ook bespiedde, wat in dit Bomber huis gebeurde, des te strenger drong zich eene vraag in zijn geeBt op, die hem met Bchrik vervulde. Het scheen hem toe, dat van alles wat hier geschiedde, niets natuurlijk was. Personen en dingen deden zich voor zyu geest op als in een geheimzinnig donker gehuld. Toch dacht hy mijne onkunde III reden. In vele streken nog heelt de eigenaar alleen rpclit op het gras der eerste snede, de verdere opbrengst hooit toe aan al de gemeentenaren, die dan volle weirecht op een andermans goed bezitten Zulk gebruik is een hinder paal voor de verbetering der weiden, v >or de verbetering der heesten, voor den aangroei van den algemeenen rijkdom. Welke zijn de voordeelen eener goede weideverzoiging Wij zullen niet handelen over den in vloed, welke deze verzorging uitoefent op de veeteelt de rechtstreeksche voordee len zullen eiken landbouwer tot handelen aansporen. In proefnemingen te Rothamsted, gedu rende 40 jaar, met minerale meststoffen bekwam men gemiddeld op de ongemeste perceelcB 2875 kil. en op de. bemesie per- ceelen gemiddeld 8000 kil. hooi per hec- taar en per jaar. Hoe zal men de weiden bemesten Stalmest is geenzins gepast, scheikun dige mesistoffen integendeel zijn ontnis baar om de weiden te verzorgen. Een enkel bestanddeel is niet voldoen de, do gezamenlijke werking van phos- phaten, potaschzouten en nitraat is bier vereischt. Ten bewijze zouden wij talrijke proefnemingen kunnen aanhalen, wy zullen ons echter bepalen bij de volgende besluiten, afgeleid uit proefnemingen, door den landb.-ingenieur Van den Berck, in het Landbouwblad van Limbnrg be kend gemaakt. Deze besluiten zijn I. Men bekwam de grootste kooiop- brengst a) in zandgrond arm aan organi sche stuffen, b) in zandgrond rijk aan org. St., c) in leemacbtigen zandgrond arm aan org. st., d in denzelfden grond rijk aan org. st., altoos door de toepas sing van 400 k. metaalslakken, -f- 600 k. kaïniet, -f 200 k. sodanitraat. II. De vervanging van de metaalslak ken door dezelfde hoeveelheid superplios- phaat verminderde do opbrengst. Wij kunnen de volgende bemesting aanraden 1° jaar 1000 k. metaalsl., 600 k. kaïniet, 200 k. nitraat. Volgende jaren 600 k. metaalsl., -f- 400 k. kaïniet, -f 100 k. nitraat. De thomasslakken en de kaïniet moeten zonder uitstel toegepast worden. Daarna zal men eggen. Het sodanitraat zal in de lente, bij de herneming van den gi oei worden uitge strooid. P. Pipers, landbouwieeraar. dienstdoende Apotheker Zondag 18 Februari 1900, Mr De Waele, Kerk straat. bedriegt mij. Maar tegen wil en dank kwam de eerste gedachte altijd bij hem terug. De jonge man, die men mijnheer Lachenal noemde, betoonde hem eene koele vriend schap, die weinig sympathie opwekte. In den loop van den avond had hij eenige woorden met mevrouw gewisseld en zich daarna terng- gotrokkeu. Wat de laatste betreft, zij had bij 't verschijnen van Dr Landregarde hare vijan- delyke stemming duidelijk laten blijken. Of schoon beleefd, maar trotacli, scheen zij de rol vau den vorigen avond en huar pogiugeu om te behagen, vergeten te hebben. Met zichtbare ergernis had zij zich verwijderd en Gabriëlie medegenomen, welke moeite had om hare verlegenheid te verbergen. Jan, de bediende, bracht den nacht inde voorkamer door. Ook de dienstmeid van me vrouw de FairièreB was gedwongen met Lan dregarde te waken. Een aur had zij het vol gehouden tegen slaap en vermoeidheid, toen viel ze in een diepen slaap. De oogen van den dokter bleven op den sluimerenden zieke gevestigd. Hij kon 68 of 70 jaren tellen, maar de ziekte gaf hem het voorkomen van eenen 80jarigen grijsaard. Hij moest vroeger een zeer schoon man ge weest zijn nn was hij niet meer dan een geraamte. Landregarde bestudeerde opmerk zaam het gelaat, dat niettegenstaande den ouderdom eu de ziekte eene karakteristieke IN FRANKRIJK. VERSLAG van M. Baron Belhune, ter Volkskamer, over de begroolmg van buitenlandsche zakeyi Verleden jaar had de Middenafdeeling aan het Gouvernement twee zeer belang rijke vragen gesteld, die volgenderwijze waren saamgevat 1° Is de dienst onzer consuls in de land bouwstreken van Frankrijk,voornamelijk in Brie, (Seine-et-Marne, Seine et Oise, Maine, Aube, Yonne), Beauce, (Eure-ct- Loire, Loire-et-Cher) en aangrenzende departementen, ingericht op eene wijze die genoegz «am en voldoende bescherming ver/ekert aan de Belgische werklieden, die jaarlijks in deze gewesten verblijven. 2° Hoe is de dienst onzer consuls inge richt in de nijverheidstreken van het Noorden en het Oosten van Frankrijk Het Gouvernement bracht,in antwoord op d ze vragen, een belangrijk advies uit, dat ingelascht werd in 't laatste verslasz over de Begrooting van Buitenlandsche Zakon. Alhoewel hulde brengende aan de toe wijding en verknochtheid, door verschei dene Belgische consuls in Frankrijk aan deu dag gelegd, drukt de Midd-nafdeeling de meening uit, dat de tijdelijke en bepaaldelijke uitwijking dsr Vlaamsche wer.lieden do inrichting vereischt van verscheidene nieuwe consulaten in zekere landbouw- en nijverheidstreken van Frankrijk. In zijne redevoering van 23 Februari 1899 beloofde de heer Minister van Bui tenlandsche Zaken,een afgeveerdigde van zijn Departement met een onderzoek be trekkelijk deze kwestie te zullen gelasten. Dit jaar werd door verscheidene leden, in afdeelingen vergaderd, het verlangen uitgedrukt, ingelicht te worden over het gevolg dat door het Ministerie aan deze belofte gegeven werd Diensvolgens stelde de Middenafdeeling aan den heer Minister de vulgende vraag: Welke zijn de uitslagen geweest van het onderzoek dat beloofd werd tijdens de bespreking der laatste Begrooting nnpens de te nemen maatregelen, om, in het be lang der Vlaamsche uitwijkelingen, onzen Consulairendienst in Frankrijk te volle- digen Ziehier het antwoord van het Departe ment Dit onderzoek is ingesteld en geleid ge weest met het rechtzinnig verlangen van voldoening te schenken aan de wenschen, in den schoot der Volkskamer uitgedrukt. De hervormingen, als noodig erkend, bevatten 1° Eene nieuwe herverdeeling der Bel gische con-uls in Frankrijk, rekening houdende van den tegenwoordigen toe stand. 2° Middelen in uitvoering te brengen ten einde de Belgische arbeiders alle ge- uitdrukking had. Het voorhoofd was hoog, bet oog, als de zieke, voor een oogeublik uit den slaap wakker, opkeek, zwart eu levendig, het haar was overvloedig en sneeuwwit. In zijue jeugd moest deze man een hevigen strijd tegen zijue hartstochten gevoerd hebben. Eene uitstekende opvoeding en een ingeprent gevoel voor recht hadden den overwinnaar doen blijven over zijn vurig hart, eu den man gevormd, dis recht door zee ging eu rustig naar de haven vau rust en tevredenheid ste vende, welke de ouderdom voor krachtige naturen opent. Dit was 't oordeel, dat zich de jeugdige op merker bij den aanblik vaD dit edel hoofd vormde. Op dit oogenblik opende de zieke de oogen. Zijt ge daar vroeg by met nauwelijks hoorbare stem. Zeker, autwoordde Landregarde. De lamp brandde op de kleine nachttafel en de dokter schoof haar zachtjes weg, opdat 't licht den zieke niet zou hinderen. Deze deed eene poging om zich op te richten. Hoe laat is het vroeg hij. Twee uren. Al reeds dan heb ik geslapen. Ja tamelijk lang. Ik gevoel, dat het mij goed doet. Kort voor nwe aankomst had ik nog eeu hevigeu crisis te doorstaan. Ge gaat toch niet weg, niet waar mak te verschaffen om zich in betrek king te stellen met de Consulsposten, te genieten van hunnen bijstand en alle praktische inlichtingen te bekomen die zij van noode hebben. Wat het eerste punt betreft, er zullen zoodra mogelijk uitvoeringsmaatregelen genomen worden, rekening houdende van de bijzo dere vereischten en hoedanighe den die de Consulaten dienen te bezitten, die gesticht zijn in de streken, waarheen zich onze arbeiders wenden. Aangaande het tweede punt, het Depar tement van Buitenlandsche Zaken be reidt, met de medehulp der overheden en bevoegde persondn, do noodige hervor mingen. Het zal niet ten achteren blijven in het bekendmaken en afleveren van alle praktische en zeer volledige bestatigin- gen die toegelaten hebben van de in de zen laat>ten tijd uitgevoerde voorbehou- dene onderzoeken te ontheffen. De Middenafdeeling was het eens, om het Gouvernement over dit antwoord dank te zeggen. Zij dringt en houdt krachtdadig aan op deze belangrijke kwestie, en beveelt haar opnieuw in de aandacht en de bezorgdheid vau het Gou vernement aan. Kieekronijk. Wij vernemen dat do achtbare heer Baron Pyoke de Pete- ghem, Senatenr voor Audenaarde, vau de vernieuwing zijns maudaats afziet om rede vau hoogen ouderdom. Een wetsvoorstel, aangeboden door M. den baron vander Bruggen (thans mi nister van landbouw) en anderen, hoeft voor doel den overgang der kleine eigen dommen in de familie te verzekeren en tevens de voordeelen uil te breiden, welke de wet toekent aan den overleden echt genoot De midden-afdeeling der Kamer, voor gezeten door M. De Sadeleer, heeft het ontwerp, met eenige wijzigingen goedge keurd. Het verslag vau M. Juliaan Yan der Linden is reeds neèrgelegd. Het ontwerp is toepasselijk op du erfe nissen bevattende onroerende goederen, waarvan het kadastraal inkomen de 400 fr. niet overtreft, hetgeen overeenkomt met eene verkoopweerde van 12 tot 16,000 fr., zonder te rekenen de meu bels, het landbouw gereedschap en de dieren behoorende tot het laud bouwge bruik. Als een der ouder6 is gestorven, laat de wet aan ieder der erfgenamen toe de on- middelijke verdceling te eischen en waar borgt hem zijn aandeel, in natuur van al de roerende en onroerende goederen wel ke de erfenis uitmaken. Daar deze ver- deeling meest altijd feitelijk onmogelijk is, moet men tot de verkooping overgaan en onzcggelijke kosten dragen. Neen, ik blijf ik heb het u beloofd. De sympathie was opgewekt tusschen den zieke en den arts. Ze gevoelden dat, zonder dat ze eene gedachte van beteekenis samen gewisseld hadden. De tijd kroop voor Landregarde, die geene seconde de oogen sloot, langzaam voort en twee uren later weêr door de Fairières uit zijn gepeins opgewekt werd. De zieke deed hem verschillende vragen, die door deu ge neesheer met zekere vertrouwelijkheid beant woord werden. Toen hnn gesprek eeu daar mede overeenstemmend karakter kreeg, begon de zieke door de vrengde zijner beterschap zich ook meer voor den jongen man te inte resseeren. Het is dus het toeval, dat u in dit huis ge voerd heeft vroeg hij. Het toeval alleen. Als de dokter der Parijsche faculteit eu als inwoner dier Btad hebt ge dus veel on dervonden Ik heb meer gestudeerd dan ondervon den, hernam Landregarde, ik heb meer ge studeerd iu boekeu, dau iu menschelijke lichamen, meer gedacht, dan belesfd. Dok was ik vijf jaar als geneesheer aan een zie kenhuis verbonden. Dat is eene leerschool, zeide de grijs aard, daar ziet men de ziekte in al hare ge stalte en de ellende in al hare grootte. Als Dat is de verstrooiing van het bezit der familie en dikwijls haar onderg&ug. De bijzonderste veranderingen, welke de nieuwe staat van zaken toebrengt zijn de volgende 1° Wanneer de overledene, echtgenoot (of echtgenoote) achterlaat, zal deze geheel de erfenis in vruchtgebruik mogen behouden. Doch, daar hetgeen hij aldus ontvangt de weerde kan overtreffen van hetgeen hem we zenlijk toekomt, betaalt hy aan de erfgenamen eene jaarlijksche rente voor hetgeen zijn aan deel overtreft. 2° Indien er daarenboven minderjarigen zijn en dat er belang by is eene verdeeling te beletten, kan men de onverdeeldheid behou den indien men zulks goed vindt tot dat al de minderjarigen hunne meerderjarigheid be reikt hebben. 3° Indien de verdeeling gedaan wordt heeft de overledene echtgenoot 't recht de massa op schatting over te nemen. Bij gebreke van hem behoort hetzelfde recht aan dezen der erfgenamen die daarvoor door den overledene aangeduid zyn en indien hij' niemand heeft aangeduid, behoort dit aan ieder der erfge namen. 4° Alles wat betreft de uitoefening van het recht van vruchtgebruik, ten voordeele van den overlevenden echtgenoot, of het recht van overneming ten voordeele van deze laatste of van de kinderen wordt geregeld met tus- schenkomst van den Vrederechter, die in laatsten aanleg uitspraak doet. 5° De registratie- en overschrijvingsrechten voor de uitoefening van het recht vau over neming worden verminderd op de helft van den tegenwoordigen taks, duB met 50 °/0. Dat zijn de bepalingen van het nieuw ontwerp, dat voorzeker bestemd is om de heilzaamste uitslagen op te leveren. Daengistlsche litteratuur. Onder dezen titel ontleedt de hoor Henri Ryckmansin - Le Messager de Bruxelles - Het loopende nieuws dat zondag 4 Febr. door 't Land van Aelst werd meégedeeld. De hoer Ryckmans bestatigt dat het in eene taal is geschreven weerdig van Vooruit n en van Het Volksrecht twee roode organen. Verder wijst de schrijver met verachting op de talrijke beleedigingen en lasteringen die in 't iac- tum van Pie Daens zijn vervat, tegen de rijken,tegeD de voorname catholieken, die hij schelmen van behouders heet, tegen de cath. ministers, tegen Z. M. den Ko ning, tegen de EE. HH. Priesters en Kloosterlingen en tegen Z. H. Mgr Stil lemans. Ook doet hij bemerken dat P. Daens den burgeroorlog tot der dood aan- gepredikt.... En na dat alles gelezen te hebben, gaat M. Ryckmans voort, vraagt men zich af of men niet aan 't droomen is ge weest... Dat schrijven van P. Daens schijnt u te verwonderen M. Ryckmans nogtbans het duurt bijna 7 jaren lang dat die deun tjes wekelijks herhaald worden. De Aal- stenaars zijn ze zoodaDig gewoon te boo- ren dat ze zeggen Oh 1 't komt vau Chipka waar al de wyzen in 't zothuis zitten en men do gekken laat in vrijheid loopen 1 men iets dikwijls en van nabij ziet, most men het ten slotte grondig kennen. Een arts die geruimen tijd in zulk gesticht werkzaam ge weest is, heeft niet alleen zyn gezichtskring als geneesheer uitgebreid, maar ook een die pen blik in 't leven en de maatschappij ge worpen. n Er ontstond een pauze, want de zieke was zeer zwak en 't aanhoudend spreken ver- Hebt ge ook familie vroeg hij na eenige minuten. Geene, mijnheer. Men heeft toch altijd ergens een bloed verwant, hernam de gry«aard en beproefde te glimlachen. Ik, myuheer, ik heb er geen. Zyn nwe verwanten dan allen dood. Ik weet het niet, hernam de jonge man met bewogen stem ik heb noch een vader, noch eene moeder, noch eeu bloedverwant gekend. Voor zoover ik my kan herinneren, sta ik alleen in de wereld en ben ook immer alleen gebleven. En wat voerde u naar Caën vroeg de zieke snel, terwyl hy eene zekere aandoening trachtte te verbergen. (Wordt voortgeset).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1900 | | pagina 1