Zondag 25 Februari 11)00. 5 centiemen per nummer. 54s,e Jaar 3446 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Slad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, 'HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Bij onze tegenstrevers. W DE GIFTMENGSTER. LANDBOUW. Behoud en uitbreiding van den kleinen landeigendom. De oester en de pleiters.- DE DENDEFBODE. Uit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder agteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal Ier week voor de Stad 5 frannmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des bands. Guique suum. Per drukregel, Gewone IS centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op 8' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk legen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureeie van dit blad. Aalst, 24 Februari 1900. Als ge 'nen jongen naar den winkel zendt, dan komt er 'nen jongen thuis. - Dit eigenaardig spreekwoord moet ik toepassen op do kinderen die Klokke Roeland opstellen en er zoo 'nen hoogcn doctoralen toon aaDbeffen. In den beginne zoudt gij er verbluft van staan, maar als gij die groote woordenkramerij thans eons van nabij beschouwt dan vindt ge niets dau wind en kolossale dwaasheden. Lezer, laat er ons een oogenbliksken stil bijstaan, maar u geen vrees aanja gen door den naam van den schrijver, al ware hij een advocaat. Ik herhaal het wij hebben hier te doen met kinder streken. Hij zingt een loflied ten voordeele der Fransche omwenteling. De socialisten en de geuzen doen dat ook, omdat de slechte menscben dan zegevierden en op deD troon van den goeden God een verachte lijk wijf van lichte zeden, een Jezabel, wierd gevierd en aangebeden. De Fransche omwenteling van sociaal oogpunt beschouwd is de grootste en heugelijkste gebeurtenis die plaats greep sedert Christus geboorte. De mcnsch werd verheven tot zelfs standigen, onafhaDkelijken persoon; al de leenroerige beperkingen der indivi- dueele vrijheid werden verbannen tot de geschiedenis. Dat schrijft advocaat De Backer. Door die ronkende volzinnen moet ge begrijpen dat de Fraosche omwenteling zoo groot is omdat de gilden wier den af geschaft. Met de invoering vau het chris tendom was de meüsch tot een zelfstan digen en onafhaokelijken persoon ver heven. M. De Backer weet dat en zal, hoop ik, dien perel uit de kroon der H. Kerk niet rukken. Wij achten het niet noodig dit punt te bewijzen. Wie er een oogenbliksken aau twijfelen mocht, sla zijnen catechismus open. Een ander feit ook is onbetwist. Do Fransche omwenteling is oorzaak van den hedendaagscben benarden toestand der werklieden. Zij heeft de vrijheid uitge roepen, het recht van vereeniging aan kluisters gelegd, en daardoor den werkman, den zwakke, prijs gegeven aan de uitbuiting van wege den sterke. Dat is onbetwistbaar en ook onbetwist. Zou M. de advocaat dit loochenen De gilden der middenleeuwec moesten gewijzigd worden, er waren daar vele misbruiken ingeslopenmaarzij moch ten in 't voordeel der werklieden niet afgeschaft worden. Hunne afschaffing was eene ramp en die afschaffing bezingt die zonderlinge werkmansvriend 1 De Fransche omwenteling heeft de maatschappij uit haren weg geslagen. Zij heeft haar een gevoeligen schok toege bracht. Schokken en crisissen zijn voor de samenleving wat de ziekte voor den mensch is. De aard en het wezen der gilden zou den door den drang van den tijd gewij zigd worden, en dat had duizendmaal beter geweest. Reeds lang voor de Fransche omwen teling had men er aan gedacht. Een minister van den ongelukkigen Lode wijk XVI, Turgot, had het beproefd reeds in 1776; doch moest zijn ontwerp terug trekken voor het geschreeuw der belanghebbenden. Zoo gaat het altijd; de tijd was nog niet gekomen, maar toch zou die dag aau bre ken 1 Dan ook zouden wij de huidige crisis niet gekend hebben. De slavernijbeweert nog onze advo caat mag in haar eigen niet veroor deeld worden. Hij schrijftGij ziet hier dat het slavendom zelve 'ueu stap was naar vooruitgang, 'nen noodzakelijken scha kel in di6 eeuwige ketting bijgevolg ook zijne tijdei|ke diensten beeft bewe zen, en enkel mag gebrandmerkt worden als vergelijking met la tere tijdvakken. B Zoo I zoo I het slavendom was maar slecht omdat wij nu beter zijn Die woorden in den mond van iemand die zoo hoog oploopt met de persoonlijke weerde en zeifstaudigheid, zijn waarlijk zonderling. Houd, om Gods wil op, M. De Backer met de geschiedenis der mensch- heid te schrijven, want gij zult nog het christendom veroordeelen die aan de slavernij een einde stelde, niet plotseling maar door den invloed zijner leerstelsels! Als men Ie Fransche omwenteling be zingt waarom zou men dan ook de sla vernij niet verdedigen en beweren dat in haar zelve zij geen kwaad is en zij maar gebrandmerkt mag worden als vergelijkingspunt met latere tijdvakken Moest de slavernij hier nog bestaan het zou M. De Backer niet zijn die er naar streven zou om ze af te schaffen I Want hij ziet er geen kaf in dat een mensch de slaaf weze van eenen anderen Maar, man lief, waar blijft gij toch met uwe werkmansliefde Wij veroordeelen do slavernij om de slavernij zelve; want het is tegen de weerdigheid van den mensch, schepsel Gods, dat hij hel ding weze in de han den van eenen anderen. Is dat duidelijk Mijnheer de advocaat. VERVOLG. Mijn God, antwoordde de jengdige dok ter, eenvoudig de hoop om mij hier te plaat sen en praktijk te zoeken. Parijs wordt over stroomd door eerznehtigen. Hoe groot het ook is, het kan niet allen voldoen. Het leven in Parijs heeft mij ook een afkeer ingeboe zemd. Ik vluchtte het gewoel, dat ik met ge sloten oogen doorloopen ben. Overigens was mijn streven op eene bescheiden pluats ge richt, daar ik slechts middelmatige behoeften heb. Deze betrekking zou mij door arbeid voldoen. Doch het toeval heeft niet alleen uwe- schreden naar Caëu gericht. Ge moet toch reden hebben eerder hierheen dan naar eeni- ge andere stad te gaan, die u wellicht betere bronnen opende. Een goede raad en een brief van aan beveling is alles, wat my hierheen dreef. Een brief? Aan iemand uit de stad waarsohynlyk Na al die kolossale dwalingen mettrot- sche fierheid uitgekraaid te hebben,werpt die overmoedige wetkenner nog den steen aan zijne vrienden en veroordeelt zijne eigene werking I Dat is een comble I Ik zal bewijzen dat de tegenwerking Ja, en wel iemand, dien gij kentdok ter Hugonet. De krachten begaven den zieke. Meermalen had hem Laudregarde eenen verfrisschenden drank toegediend, die hem verkwikte. Ook had hij hem het zwijgen opgelegd, maar hoe zwak de heer de Fairières ook was, hij scheen er behagen in te scheppen den jongen man te ondervragen. Wellicht herdacht hij, die bereid met voet in het graf stond en 't doel zijuer aard- scha loopbaau naderde, zijn vroeger leven. Stel n niets van dokter Hugonet voor, begon de zieke weêr op eens hij kan u niet helpen. Verbrand den brief en steun opeigen krachten. Maar met uw verlof, mynheer....? Vraag mij niet naur de beweegredenen van mijn raad. Ik zeg u alleen mijn gevoelen. Plaats u in deze stad, ge zult bijval hebben, en gij verdient het ook. De zieke haalde adem en ging op iuuigon toon voortGij hebt misschien geld noodig Bloos maar niet, het ontbreekt soms den beste. Ik zal u geld geven ik bezit meer dan ik kan gebruiken, en ben u veel Bchuldig, zeer veel I Laudregarde wilde hem in de rede vallen «Ja, hernam hy, ik ben u zeer veel schul dig. Zonder u was het guteren met my ge- der behoudsgezinden zoo noodig is als de werking der vooruitstrevers van ons) om eene duurzame maat schappelijke verbetering te be- komen, n Wij nemen M. den advocaat op zijn woord. Gij tiert en dondert zoo fel, mijnheer, tegen de behoudsgezinder), gij verwenscht ze op al uwe meetingen naar maan en bliksems en nu verklaart gij «lat hunne werking zoo noodig is als de uive om eene. duurzame verin tering op maat schappelijk gebied te bekomen Indien zij zoo veel goed doen als gij met welk recht moogt gij ze veroordeelen Gij houdt dus, iü uwe dagbladen, op uwe meetingen met uwe lezers, met uwe goed willige loehoorders den aap I In hunnen naam, M. De Backer, dank u. Maar om Gods wil toch, waar loopt uw versland nu toch En zeggen, lezers, dat op sociaal gebied onze groenen toch zooveel verwaandheid bezitten en iedereen de les willen spellen 1 Teelt der haver. De haver is het minst eischend van al onze graange wassen. Nochtans geeft zij dan alleen hare hoog ste opbrengst, wanneer zij in de door haar gevergde voorwaarde geteeld wordt, cn namelijk in dc volgende A. Voorbereiding van den grond. Zij bestaat in eene goede wintorploeging, opgevolgd in 'Je Leute voor de zware eu vochtige gronden door eene gewone ploe- ging eu voor de lichte en gezoude gron den, enkelijk door het bewerken met den hakploeg of de eg. Op het oogenblik der zaaiïog moet do grond oppervlakkig zeer fiju (uiet kluiterig) zijn, en goed gesloten' zoo uiet is de oogst blootgesteld aan het nederslaan. B. Bemesting. Zoo men stalmest ge bruikt, ploegt men het in den herfst of zeer vroeg in den winter onder. In dit laatste geval, neemt men alleen kort mest daar het lang mest den grond te zeer los houdt en alzoo aan uitdroogen blootstelt. Buitendien, dewijl het onmogelijk is, verscb mest gelijkelijk in den grond te verdeelen,is deze niet overal even vrucht baar eu het graan rijpt op onregelmatige wijze. Het stalmest bevat, in verhouding met zijne stikstof veel te min phosphoorzuur liet is dus noodig in allo geval, welkdanig de hoeveelheid stalmest ook zij die meu gebruikt, vau den grond met phosphoor zuur te verrijken, door er 5 tot 600 kilos Thomasslakkeu bij te voegeu, ouderge- ploegd vóór den Winter of vroeg in de Leute. Bij gebrek aan eene goede bemes ting met stalmest, moet men in de lichte gronden bij de Thomasslakken ook nog potaschmest voegen (5 a 600 kilos kaïuiet b. v.) Eindelijk zal meu per hectaar 100 5. 250 kilos sodanitraat strooien, volgens dat de grond min of meer oplosbare stik stof bevat. Dit mest gebruikt meu in de Lente en voor het beste, in twee keeren daan, en gij alleen weet misschien de oorzaak myner ziekte om mij te kunnen redden, ten minste als ik gered kan worden. Landregarde wilde antwoorden, toen zich schreden deden hooren in 't uevenvertrek. De dear ging open en mevroaw de Fairières trad binnen in een wit morgeudkleed met loshan gend haar haar aangezicht was bleek. Ter wijl zij een onderzoekenden blik door 't ver trek wierp, zag zij de slapende meid en eene donkere wolk gleed over haar gelaat. Aan 't bed baars gemaals helderde het weêr op, en zelfs glimlachend groette zij den dokter. Hoe bracht ge den nacht door, myn vriend? vroeg zij zacht en met belangstelling. Beter, antwoordde de zieke gelaten. Dokter zeide zy zich tot Laudregarde wendende, gij moet zeer vermoeid zijn het is hoog tijd, dat ge wat rust neemt. Ik ben ter beschikking vau den zieke, hernam hij. Mijnheer de Fairières knikte toestemmend eu zeide Ja, het is zoo besloten ik heb den dokter verzocht mij den nacht te schen ken, en hij heeft het mij beloofd. Wenscht gij, dat ik ook bij u blijve 't Is onnoodig u te vermoeien, lieve, daar de dokter hier is. Het is beter, dat ge uwe krachten spaart voor later. Ach verwij der u zonder zorg. eene helft vóór de laatste bewerking van •len grond, de andere helft, 5a 7 weken na de zaaiïog. C. Zaaiing. Het zaadgoed moet van alle eerste kwaliteit zijn, te weten het moet goed gerijpt hebben op stam, goed bewaard en volkomen getreuzeld zijn (met den treuzelaar) zoodat men niets dan zware eu dikke korrels voor zaad ge bruikt. Het zal gevitrioold worden indien bet voorkomt vau eenen oogst die door koolziekte (zwart) aangetast was. Het zaaien heeft plaats zoohaast den grond opgedroogd is. Op rijen zaaien is voor deliger Jan met de hand. Eindelijk de wilde mostaard, de herik, do distel, enz. die 'onze haveroogst dikwijls doen mis lukken, worden vernietigd door be sproeiing met water, dat met 4 °/0 zwa velzure koper, (blauwe vitriool) opgelost is (ougeveer 800 liters per bectaar). Men zal deze spoedig mogelijk doeu, daar de wilde mostaard, de herik, enz., des te gemakkelijk te vernielen ziju, naarmate deze planten jonger zijn. L. Van Den Berck, Landbouw-Ingenieur. v Kwade gewoonten bij het rund vee. Melkkoeien hebben soms de sleclite gewoonte zichzelf uittczuigon. Om dit te beletten gebruikt men de zoogenaamde Spaanscbe kraag. Heb ben kalvers de gewoonte aan de koeiën te zuigen of aan andere kalveren te lik ken en van dezen haar op te vreten, dan kan men ze een stekeltoom aandoen, dat is een band voorzien van korte landen en nagels die men iets hooger dan de neus aanbindt. De dieren dragers van den ste keltoom genieten bij de koeiën en kalve ren een zoo slecht onthaal, dat zij al spoe dig van hun ondeugd genezen zijn. Wil eene koe zich niet laten melken, en is dit niet het gevolg van zweren of wonden aan uier of spenen, lijdt zij niet aan uierontsteking, maar is de oorzaak te zoeken in verkeerde behandeling in vroe ger tijd, dan tracht men haar vertrouwen te winnen door eene za«hte behandeling. Helpt dit niet, dan laat men een der voorpooten oplichten en pyp en beneden- darm mot een riem te samen binden. Soms helpt het opleggen van een natten zak op het kruis, natuurlijk ouder het melken. In 't uiterste geval moet van een stie- reuring gebruik gemaakt worden. Melkerij school voor mansperso nen te Borsbeke, bij Aalst. Over eeuigen tijd hebben wij aan onze lezers een bericht over de Melkerijschool vao Borsbeke medegedeeld. Wij deden het groote nut uitschijnen dat onze zuivelbe reiding in gemelde inrichting kan putten. Inderdaad, wat kan men beter wenschen voor eene melkerij dan een verstandige manspersoon, theoretisch en praktisch geleerd in al de vakken welke er te pas komen de bereiding van boter en van verschillende soorten van kazen, de mel kerij boek houding en de handelspapieren; do werktuigen en namelijk de stoomma- chienen de veekweek en tevens de me- Gy hebt gelijk, mijn vriend ik zal mij verwijderen, n hernam de dame, wekte eerst echter de maagd, die met wijd opengespalkte oogen hnre meesteres verschrikt aanstaarde en snel opsprong. Gehoorzaamt gij zoo aan myne bevelen zei mevrouw de Fairières op strengen toon. Gy slaapt Het brave meisje verontschuldigde zich, wreef zich de oogen en viel tien minuten later in een nog dieperen slaap. Wederom konden zieke eu dokter ongestoord praten. DERDE HOOFDSTUK. Het was nog nacht, maar eenige heldere strepen aan den blauwen hemel duidden reeds aan, dat de morgenschemering begon door te breken. Een waar vuur verteert myn lichaam, steunde de zieke. Ik werk om het te verzachten, en hoop dat het morgen weg zal zyn, hernam Land regarde. Hij stond op en reikte den zieke den drank, dien hij tot nu toe gretig innam. Mocht gij de waarheid spreken Ik wordt hier overigens krachtig bijge- stuau, zeide de jonge man op welge meenden toon. Iedereen stelt levendig belang in u, en mevrouw de Fairières schyut door uwen toe stand zeer getroffen te zyn. nigvuldigo oorzaken welke op do hoeda nigheid der boter en der kazen invloed hebben zooals ook de middelen welke in vele gevallen moeten toegepast worden. Ook bestatigen wij dat meestal de ver standige stichters van melkerijeu jonge lingen naar Borsbeke zenden om op de hoogte vau het vak te geraken. Op die wijze hebben zij mannen die van 't begin af het bestuur in handen kunnen nemen terwijl anderen door ondervinding eu dikwijls met schade moeten leeren eu dan nog soms hun leven laug aan de vereiscb- ten niet voldoen. De aanstaande leertyd te Borsbeke zal roud 15 Maart aanvang nemen om vier maandeu te duren. Het onderwijs is gansch kosteloos en de leerlingen die niet alle dagen Daar huis kunnen gaan, mogen toch wekelijks den zondag bij hunne ouders doorbrengen. De reis per abonne ment op den ijzerenweg kost zeer weinig. Voor verdere inlichtingen wende men zich tot den Bestuurder der school, M. Peiffbb, Staatslandbouwkundige te Den- dermonde. Men kent de voordeelen der wot van 9 Oogst 1886 over de werkmanswoningen. Reeds 13000 werklieden zijn, dauk aan deze wet, eigenaars van hun huis gewor den. Tot hiertoe bleef de kleine landbouwer uit al de voordeelen dier wet gesloten. In die leemte heeft eene groep Volksverte genwoordigers, waaronder onze achtbare Volksvertegenwoordiger, M Baron Leo Bethune, wjllen voorzieD,door de stichting van een goedkoop landbouwkrediet, ten dienste vau alle landbouwers wier eigen dom de kadastrale waarde van 10,000 frs. dus eene wezenlijke waarde van onge veer 15,000 frs. niet overtreft. Dit krediet zal dienen hetzij om den aankoop van eigendom te vergemakkelij ken, hetzij om bestaande schulden uit te dooven. Overigons, ziehier hot wetsvoorstel dat M. Bethune hierover in zitting van 13 Februari laatstleden, gezamenlijk met de heeren H. Delvaux, eerste ondertee kenaar, Maenhaut, Cartuyvels, Carton en P. Delvaux onderteekenci en neêrge- legd heeft Artikel 1. Er wordt eon bijzonder fonds van vijftig millioen franks inge steld tot behoud en uitbreiding van den kleinen landeigendom. Artikel 2. Tegen een jaarlijkschen inli est vau 2 stelt de Regeering de sommen, die dat fonds uitmaken, ter beschikking van naamlooze of samen werkende kredietsvereenigingen of van landbouwkantooren welker inlichting eerst moet worden goedgekeurd overeen komstig de bepalingen van het navolgend artikel 8. Artikel 3. Deze vereenigingen of kantooren mogen, uitsluitend tot aankoop of outlastiug van landeigendommen, lee- ningen van geld toestaan onder verband van vaste goederen, akten tot betaling De zieke zag den dokter ongerust en ver wonderd aan. Troaw nooit dokter I lispelde hy. Waarom niet, als ik zulk een tronwe echtgenoote konde vinden Zeker, maar dat gelukt niet altijd. Dan is het een ongeluk en het recht vaardigt nog niet uwe waarschuwing. Zeker zuchtte de zieke, met bevende hand het zweet van het voorhoofd vegende. Zeker I maar men moet goed overleggen En dat hebt gij als diepdenkend, be schaafd eu praktisch man toch zeker gedaan, zeide Landregarde zonder aarzelen. Neen, vriend, dat is het juist, wat ik niet gedaan heb. Ik wil met u openhartig ■preken, en gij zult mijne lotgevallen hooren. Wie weet, of u myne woorden niet eens van nut kunnen zyn. Vele diugen leert men eerst na laugo juren en op gevorderden leeftijd vele waarheden kent men door ervaring eu teleurstelling, en daarom is bet goed, dat de grysaard aan den jongeling zijne levenserva ringen mededeelt, voor zooverre dit kan. Ik laat u, wel is waar, eenen diepen blik werpen in mijn eigen leven, maar waarvoor zou ik het u verbergen Gy bezit toch mijn volle vertrouwen. En gy kent my eerst sedert een j uren met overdracht van rechten sluiten en pandbrieven uitgeven. Artikel 4. De aldus toegestane lee- uiugen en verschotten brengen eenen jaarlijkscheo intrest op van ten hoogste 3 7* °lo, en zijn bij jaarlijkscbe, driemaan- delijksche of zesmaandelijksche gedeel ten, aflosbaar binnen een tijdbestek dat geen dertig jaren mag te boven gaan. Artikel 5. De akten waarbij deze leeningen of voorschotten werden toege staan, zijn onderhevig aan een vast recht van fr. 2,40. Artikel 6. Alleen de werklieden, bedienden of geringe landeigenaars, wier onroerende goederen gezamenlijk niet boven eene cadastrale waarde van 10,000 fr. gaan, kunnen van deze wet genieten. Artikel 7. De kantooren, alsmede de naamlooze of samenwerkende kre dietsvereenigingen voor landbouw genie ten de fiscale voorrechten voorzien by de artikelen 12 en 18 der wet van 9 Augus tus 1889 op de werkmanswoningen. Artikel 8. Een koninklijk besluit bepaalt tot welk bedrag, in welke vor men en onder welke voorwaarden de voorschotten, zoowel de voorschotten door de Regeering aan de vereenigingen of kantooren als die door de vereenigin gen of kantooren aan do ontleeners, wor den toegestaan Wie kent de fabel niet van den onsterfe- lijken Franschen dichter Lafontaine Twee pelgrims vonden eene oester op den oever der zee eD waren aan 't twisten wie ze natten zou, want beiden beweerden er recht toe to hebben. Zij riepen 't oordeel in van eenen voorbijganger, maar deze, als vonnis, opende de oester slokte ze binnen en gaf aan de twee pleiters ieder eene schelp zonder verdere onkosten met verzoek van hunnen weg vreedzaam voor te zetten. Die fabel welke de befaamde Fransch» man in de 17* eeuw dichte gaat nu in 't arrondissement van Aalst, op politiek gebied hare toepassing vinden. De oester verbeeldt hier den zetel ter Volkskamer, welke ten gevolge van de E. V. door een liberaal waarschijnelijk, zal bekleed worden. De pleiters zijn Amourke Oalle en de Heer ende Moester Verbrugghen. Die heeren zijn sedert weken cn weken aan 't twisten om do oester ofte grooten pot van 4000 ballekens, gelijk ze dat op Chipka heeten. Om den twist te eindigen, heeft men ook 't oordeel ingeroepen van den hooge- ren blauwen Raad. Er is nu beslist dat M. Rons van Geeraardsbergen de oester zal nutten en de twee Aalstersche twisters elk een scbelp zullen hebbenook alles zonder onkosten. Als vastenavond-nieuws loopt 't gerucht nu dat Amourke met een kwaad hairloopt, zich terug naar den afgestraften pries ter Daens heeft gekeerd en, als protest tegen het vonnis, een cartel gaat sluiten met de groene socialistenEr zal dus nog leute zijn Er was nog minder tyd noodig omnts beoordeelen. n Landregarde boog. Mynheer, bad hy dringend, denk wel na, eer gij mij met uw» toestanden bekend maakt. Voor u en mij konden door bijkomende omstandigheden groote onaangenaamheden daaruit voort vloeien. Ik weet zeer goed, wat ik zeg, en tot wien ik spreek, hernam de zieke. Ook is myne geschiedenis zeer eenrondig en onderscheidt zich nauwelijks van duizend andere, die zich dagelijks voordoen. Maar toch kan ze een jongen man nog genoeg, tot waarschuwing dienen. Hoor dan 1 Ik ben tweemaal ge huwd den eersten keer werd ik begrepen, den tweeden keer nietdat iseigenlyk alles. Ik behoorde tot die meuschen, welke geloo- ven, dat eene vrouw, die schoonheid buit, ook een hart moest hebben. Ik was zoo dwaas als vele anderen.de waarde eener vrouw naar haar uiterlijk te schatten, en meende dat het genoeg was, zulk eene vrouw ter zijde te i om met haar alle vrengde te zien De dood pleit dikwijlder ten gunste der doodenmerkte Landregarde. Wordt Toortgaaet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1900 | | pagina 1