Zondair II Maart 1900
5 centiemen per nummer.
548te Jaar 3450
Ouders, Kiezers,
oogen open.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en t Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
LANDBOUW.
DE
GIFTMENGSTER.
Wacht u van de wolven
in schaapsvel.
DE DENDERBODE.
Hit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, ondet
lagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont-
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Menschrijftin bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
Guique luum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00Vonnisse op
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 10 Maart 1900.
Wij hebben re^ds gewezen op de droe
vige hervormingen welke de geuzen in
hun scbild voeren en welke zij ons, zo
zij eens meester worden van 's Lands be
stemmingen, zullen opdringen. Wij be
doelen de leger kwee tie en de ver
plichte school.
Iedereen naar de kazerneiedereen
naar de school van den Staat, dat is
het vereenigingswoord der geuzerij ge-
Lezers, hebt gij op die punten al eens
nagedacht De eerste hervorming zou het
Land in een afgrond van schulden en
Jasten werpen en van het gelukkige en
voorspoedige België een tweede Italië
maken, bezwijkend onder d« drukkende
zwaarte van het militarism.
Zij willen langs dien w >g ook de god
deloosheid in het hert van het volk doen
wortel schieten.
Wij moeten, zegt men, in staat
zijn onze onafhankelijkheid te ver
dedigen.
Dat zijn spookjes tegen den vaak..
Wij moeten ze verdedigen, tegen wie
Tegen onze machtige geburen, die, lijk ze
zeggen de militaristen, op ons rijk erf
deel met lef de en afgunstige oogen loeren»
Moeten wij ze verdedigen legen Frank
rijk, Duitschland of Engeland
Maar wil meu dat de kikvorsch zoo
groot als de os worde Men gedenke die
fabel. Het lot van dien dwaze zou het
onze zijn en niemand zou ons beklagen.
Het spook dus der inpalming waar
mede onze militaristen en daaronder
rekenen wij de geuzen lijk de groc nen
zoodanig schermen is het gevaardat
ons van 't zuiden of oosten bedreigen
zou.
Dat is een gevecht, eeu strijd van een
dwerg tegen een overgrooten reus. En
voor een zulk ongelijken kamp zouden
wij een leger moeten hebben zoo groot
dat het ons merg en beenderen zelfs op-
wreten zou
Dat ware uitzinnig.
Ik neem gaarne aan dat wij heden
in kwestie van volkenrecht, droeve
tijden beleven. Men zegt dat onze tijd
een tijd is van besctiaving Dat woord
doet my blozen als ik op den huidigen,
moorddadigen oorlog denk, die in het
zuiden vau Afrika wordt gevoerd. Een
overgroote reus drukt etn kleine dwerg,
een volk dat slechts vroeg viy in zijne
bergen te mogen leven. Die groote reus
vecht er met wapens door het wereld-
recht en het gezond verstand als wreed
en onmenscbelijk veroordeeld de groote
reus wil niet alleen zijne vijanden on
schadelijk maken, hij wil ze boven
dien verminken of dooden.
Wat doet Euiopa?
Het blijft meedoogenloos op dit gevecht
staren Het blijft gevoelloos, meer nog
hft zendt gelukwenschen als uie gr.'oie
reus eene overwinning i' huis haalt. Een
keizer zelf, die misschie groo'elijks ver
antwoordelijk is voor den oorlog mei
eens zoo luidruchtig aan zijne genegen
heid voorde Boeren lucht te geven, is
gelukkig nu, tegen den \»il van zijn volk
in, den verdrukker de hand te drukken.
Droeve zeden.
Europa blijft gevoelloos den roof en de
uitmoording van een dapper volk aan
staren
Dit feit staat niet alleeu. Een machtige
wolf ook heeft Spanje m'gen bero>ven
van zijne bezittingen en Europa bleef
kalm en liet beaaan 1
Ik wil hieruit de droevige besluitselen
niet trekken tegen de kleine volkeren, die
in het gedrag der mogendheden liggen
besloten.
Europa zal, vrees ik, België tegen
geene inpalming beschermen als er eens
een machtige durver tegen ons opkomen
zal. Ons kleine leger kan het even
min. Gewapend of niet. wij zijn volko
men machteloos.
Landbouwstokerij en
In hare zitting van donderdag 11. beeft de
Kamer een wetsontwerp besproken aan
gaande de landbouwstokerijen. Onze acht
bare vertegenwoordigers hebben de be
langen onzer landbouwers warm verdedigd
en door hun aandringen by de Regeering
wijzigingen bekomen in het belang onzer
landbouwstokerijen.
Zoo de wet nu geschikt is, zal zij waar
schijnlijk éénparig voor de Kamer aange
nomen.
Ziehier een beknopt verslag der rede-
voet iug uitgesproken door deu achtbaren
heer De Sadeleer in zitticg van donderdag:
De hoor Do Sadoloer. Het oogenblik
is niet gekomen om de gezamenlijke wetten
op ile stokerij te onderzoeken. Deze wetten
zijn niet volmaakt en zullen voorzeker nog
veel discussie verwekken Welke ook de ver
dienste van deze wetten zij, men weze er voor
of tegen, tocb ontstonden, onder die wetten,
aanzienlijke groepen van landbouwbelangen,
die we moeten vnjwareu. Deze belangeu zou
den in gevaar verkeeren, moest de laatste
bepaling, door de Kegeering voorgesteld, ver
keerd toegepast worden.
Volgens 3 van dat amendement, zullen
nijveraurs, wier gebouwen voor 1 Februari
1900 tot bunne bestemming geschikt waren of
werden gemaakt, het voordeel van de wet
genieten
In dit naval, waarom ons arm makenI Da>re jen ,ntw00rdd0 de heer minister vuu
ons het vleesch van de beenei. knagen s fiuullC,gIJ opmy,i0 onderbreking,dat bedoeld»
voor een leger dat, och heertrtoch, ons v ^„paling iu «enen uiterst üroedeu zin zou toe-
niet beschermen kan Wij kunnen niets
legen onze machtige geburen, waarom
zouden wij ons dan uitputten in nutte-
looze krachtinspanningen
Laat ons de kikvorsch van de fabel
niet zijn Laat ons hopen in de toekomst!
Gij, kiezer, die de bestemming van het
Land in uwe handen hebt, denkt er rijpe
lijk op na. Wilt gij alleman naar de ka
zerne, wilt gij de lasten zienverhoogen
stemt dan voor de geuzen. Zy zullen uwe
duurgewonnene spaarpenningeu wel ver
spillen aan nuttelooze kazernen en uit
zinnige schooloorlogen- Want dit alles
wil de geus
Dit tweede punt blijft te verhandelen
en moeten wij naar een volgend nummer
verzenden. Reeds van nu af roepen wij
de aandacht der ouders op de woorden
van onzen poveren artist, wij bedoelen
Dender galm. Kiezers, denkt op die woor
den na, zij zijn leerrijk en hunne uitvoe
ring zal het Land voeren naar bloedigen
twist en onvermydelijken ondergang.
De armtierige scht yft
Wanneer de Staat de ouders dwingt
huvne kinderen naar schooi te zenden
- is het logisch dat het zijn plicht is er id
b voldoende getal te openen dat hij het
programma opmake. de onder-
wijzers benoeme en zijne opzich-
n ters strenge bevelen geve om te
zien of de voorschriften der wet
- nitgevoerd worden, dit zijn de
b waarborgen welke de ouders kun-
- nen eischen.
Wij schrijven onze bedenkingen daar
over in een volgend nummer.
De vrijzinnige geschriften van Voltaire
welke de jeugd verleidden en de maatschappij
vergiftigden, huldigde hy geenszins. Hij er
kende de wysheid der regeering en't gezond
verstand van den burgemeester der stad.Zulk
eeu man moest natuurlijk eenen elfen weg
vinden,en Hugonet had zich niet te beklagen.
Door zijn beroep, zijn tamelyk groot vermo
gen, zyn betrekking als
naburige stad,als lid van
raad, als professor der Pathologie en als pre
sident van verschillende geleerde landhuis
houdkundige en ny verheidsvereenigingen was
hy een voornaam persoon. Wanneer hij door
de straten zijner geboortestad stapte, riepen
de menschen u Daar is de dokter Meer
nietmaar dat beteekende reeds veel. De
kinderen riepen Daar is de dikke dokter in
Hy zon liever gehoord hebben de groote, n
maar hij was zoo klein en de kindereu oor-
deelen naar het oiterlyke.
Op zeer jeugdigen leeftyd was de dokter
Hugonet met eeu niet zeer jong, leelyk,
maar ryk en aan alle yoorname lauulits ver
want meisje gehuwd.
fiuuuciëii op
j bepaling iu eem
I gepast worden.
I Zoo moeten zekere belanghebbenden
het eigendom Diet konden aaukoopeu, of-
schoon ze met hunne vorkoopors onderhan
delden wier statuten voor 1 Februari in
regel waren die gedeeltelijk hun materieel
voor dezen datum aankochten, het voordeel
n de bepaling genieten. Zoo er de minste
ij fel bestond, dan dient de Kamer den da
tum vau 1 Februari te vervangeu door 1
Maartdoch gezien de verklaringen van den
heer minister, acht ik zulks niet noodig.
Het is niet mogelijk de door den heer mi
nister gevergde aunzeggiug streng op te vat-
ueu moet uitgaan van dit beginsel, dat,
w geen bedrog bestaat en de goede trouw
blijkbaar is, zoo de belastiugsbeambten voor
1 Februari worden ingelicht, men t voordeel
van het ontwerp zal kunnen genieten.
Dat is wel de zin der verklaringen van den
heer minister, die zegde 't bedrog te willen
vermydeu. Doch zoo de minste twyfel bleef
bestaan dan zou ik voorstellen den hoorde
Kegeering voorgesteldeu tekst te wijzigen en
te vervangeu door deze woorden u dat hun
voornemen om eene stokerij op te richten
door eeu beambte vaD het bestuur was ge
kend.
Ik vestig de aandacht van de Regeering
hierop het is bepaald noodzakelijk de sto
kerijen, welke sedert maanden regelmatig in
werking zijn en deu landbouw veel diensten
bewijzen, niet in een ouzekereu toestand te
laten verkeeren. In mijn arrondissement zijn
er zulke stokerijen en 't schijnt mij onmoge
lijk, zoowel iu 't opzicht van reebt als van
billijkheid, thans hare werking te belemme
ren. ik boop dat men, zonder verder verwijl,
tot eene voor haar gunstige eiud-oplossmg
zul komen.
De heer Hambursin, werd mij gezegd, is
de landbouwstokers die
tevens alcohol zuiveraars zijn en wier belan
gen ik hier sedert achttien jaar onvermoeid
verdedisr, in deze tank steeds bijgestaan door
den achtbaren heer Tack. Behoort de toestand
van deze stokerijen niet verbeterd te worden
De hoor Hambursin. Dat is het reeds.
Do hoer do Smot de ITaeyer, minister van
financiëu en openbare werken. Zij hebben
mij geschreveu dat ze te vreden waren.
De hoor Do Sadoloer. Niet alle Ik heb
andere brieven ontvangen waarin het tegen
deel wordt gezegd en daarom vestig ik de
aandacht van de Regeering op dit punt. De
groote stokers die, vijf jaar geleden, deeluit-
maakteu van de commissie voor stokerijen,
hebben hare afschaffiug niet gevraagd. Dit
blijkt uit de processen-verbaal van deze com
missie, waarvan ik de eer had lid te zijn. Ten
allen tijde hebben die landbouwers-stokers
deu landbouw groote diensten bewezen.
Dit is namelijk het geval in 't arrondisse
ment Aalst en, zoo men er de afschaffing
moest van voorstellen, dan hadde men bet in
1896 dienen te doen. Doch, toen men den
accijns naar de wezenlyke opbrengst aannam
iu de plaats van deu accijns naar de inhouds
maat, heeft men er zich wel voor gewacht die
af6cbaffiug voor te stellen.
De accijns naar de wezenlijke opbrengst
was voordeelig voor de nijverheid en tevens
voor de Schatkist toen hij werd ingevoerd,
handhaafde men den toestand van de iodivi-
duëele alcohol-zuiveraars, die bet dan ook
verdienen. Is hun toestand minder goed dan
voor 1896 Dat wordt door enkelen beweerd
Ik verzoek den heer minister dit punt te
onderzoeken en, zoo het juist wordt bevon
den. de vereischte maatregelen te nemen.
In afwachting zal ik voor het ontwerp stom
men do-h met ae door mij reeds uiteengezette
voorbeliuudiugen, en onder voorwaarde dat
do laatste amendementen van de regeering,
waarover wij bet allen eens schijnen, worden
verstaan zooals gezegd is.
Margarine.
Onze lezers zullen zich herinneren dat
in Januari laatst de heer De Sadeleer, in
naam onzer deputatie, eeue ondervragiug
richtte tot de Regeeriug opdat het wets
ontwerp aangaaude de vervalsching der
boter bij middel van margarine, in dezen
zit'ijd zoude besproken worden. In zitting
van woensdag heeft de heer de Mérode
het verslag der middensectie neêrgelegd.
Dit verslag is voordeelig aan het aanne
men vau bedoeld wetsontwerp.
Het zal dus nog iu dazen zittijd kunnen
gestemd worden.
M. Rolin en het Siameesch.
Wij vinden in een Brusselsch blad de
reden, waarom M. Rolio, na 9 jaar ver
blijf iu Siam, waar hij eeuen zeer goed
betaalden post vervulde, naar België
terugkeert.
Een bevel zou van de regeering zijn
uitgegaan,waardoor al de ambtenaars den
plicht zou zijn opgelegd, zich te bedienen
van de Siameesche taal.
Moest zoo'n bevel in ons Vlaamsche
land eens uitgeveerdigd worden, wat zou
den er bij dozijnen naar het Walenland
vliegen.
Wacht u, geëerde lezers van den buiten
der wolven in schaapsvel. Om de bui
tenlieden destebeter te kunnen verschal
ken, hebben de roode socialisten zich nu,
even als de wolf die den herder wilde be
driegen, in een schaapsvel gehuld.
Die roode volksbedriegers verspreiden
ou op den buiten een propagandablad,
getiteld De Ploeg waarin de roode
socialisten worden voorgesteld als de
eenige en ware navolgers van de groote
maatschappelijke hervorming door O. H.
Jesus-Christus begonnen.
Dit volk>foppersblad deelt zelfs een
gansch sermoen meè van verscheidene
kolommen in 't welk met eene ongemeeno
schijnheiligheid onder anderen 't vol
gende wordt gezegd
Vrienden, Landbouwers
Ziehier de grondbeginselen van het
n christendom,de regels die men moet volgen
om ware christen te zyn
n Jesus verklaarde dat de menschen allen
zonen van een en den zelfden goeden en
n rechtvaardigen Schepper zijn, dat zij allen
b broeders zijn.
n Christus veroordeelde in hevige woorden
de onrechtveerdigheid en hij predikte in
n vurige beelden de broederlijkheid, den
n vrede en het welzijn onder de menschen.
n Hij verkondigde de noodzakelijkheid van
n te strijden om dit doel te verwezenlijken.
n Eu ziedaar ook de ziel, het merg en de hei-
lige onsterfelijke rol, die het christendom
n op de wereld vervulde.
Eu 't besluit dat de schijnheilige Ploeg
hieruit afleidt, is dat de socialisten alleen
die leeriug vaD onzen Goddelijken Zalig
maker toepassen, of liever, naleven....
Wat verachtelijke volksverleiders 1 Wat
schijnheilige loriassen zijn me de socia
listen toch 1
Zij de socialisten zouden dus de eenige
ware volgelingen zijn vau Jesus-Christus 1
Maar wat zijn ze de socialisten onder
godsdienstig en zedelijk opzicht t... Wy
laten de stoffelijke belaogen nu terzyde.
De socialisten zijn manuen die de vyan-
den zyu van God, Kerk en Priesters.
De socialisten willen de cliristene fami
lie afschaffen en om daartoe te geraken
moet den Godsdienst uitgeroeid worden.
Daarom willen zij geen doopsel meer
voor hunne kinderen
Geen eerste commimie meer
Geen HH. Sacramenten meer
Geen christelijk huwelijk meer
Geen kerkelyke diensten meer en de
kerken gesloten
Geen Priester meer aan het sterfbed;
Geen godsdieDstigo begrafenissen meer;
Geeu zegening, geen kruis meer op
het graf
Iu een woord leven gclyk honden en
sterven gelyk honden
De socialisten spotten met de ceremo
niën van onzen Godsdienst, mot de HH,
Deze verbintenis opende hem eene geluk
kige loopbaan, want spoedig was bij niet
alleen de geneesheer der gegoede burgers,
r ook die der voorname klasse.In den tijd
van ons verhaal telde hij 75 jaar,en de eigen-
schap, die hem 't best was bijgebleven, was
de losheid van tong. Altyd was hy gereed om
i grappigste streken en de kodiligste ge-
hiedenissen te verhalen.
De goed geluimde Hugonet was honderd
maal beter te verdragen dan de ernstige ge
wichtige dokter bij feestelijke gelegenheden.
Een schrik Bloeg de aanwezigen om het liart,
wanneer bij Btyf en deftig, met wit halsboord
en zwarte jas in de vergadering trad, want
vas bet zeker, dat buiten hem niemand
meer aan het woord kwam en alle gemoede
lijke samenspraak opgehouden bad. In geheel
Nor mandie was er geeu advokaat, die het in
woordendom van dokter Hugonet zou ge
wonnen hebben.
u Waarde, jeugdige ambtgenoot, zeide hij
zijn gouden bril rechtzettend en Landregarde
op eeuen Sloel naast bet bed neêi trekkend,
daar ons het toeval samenbrengt, zullen wij
samen de ziekte bespreken eu onderzoeken,
wat onze wetenschap hier moet beoordeelen.
Die heer is toch zeer vriendelyk, dacht
Landregarde en hernam Ik kan n slechts
van weinig nut zyn, want noch bezit ik uwe
kennis en ondervinding, noch had ik ooit de
gelegenheid zooals gy, den inwendigen li
chaamstoestand van den lijder te bestudeeren
eu de ziekte in haar outstoun te bespieden.
Men zocht een geneesheer en vond mij toe
vallig ik kwum eu deed wat ik kon.
- En ik beu overtuigd, dat alles wat gij
deedt, goed is.
Ik geloof, dat mijne hulp op den eersten
avond van miju bezoek niet zonder goed ge
volg was. n
Dft blik, dien den zieke op Landregarde
ierp, scheen zijue woorden te bevestigen.
En ik ben er van overtuigd, hernam
Hugonet, wien deze blik niet ontgaan was.
Ik kan u overigens mijne voorschriften
laten zien, zei de jonge man, die zijne porte
feuille opende cd er eenige papieren uitnam.
Wel, wel welk een bescheidenheid
voor een jong mensch Dit verwondert mij,
waarde collega De hedendaagsche jeugd wü
zoo graag den ouderdom tot leermeester die
nen. Een massa wetenschappelijke leerstel
lingen worden door den jeugdigen geneesheer
in het hoofd gepompt, en daarmee moet hij
uan bet ziekbed wonderen verrichten. Maar
geloof mij, de ondervinding is de beste leer
meesteres bij de behandeling van een zieke.
Het zon verkeerd zyn, hernam Landre
garde, wanneer ik de waarheid uwer woor
den zou willen bestrijden. Hier zijn mijne
voorschriften. Gij kunt daaruit zien of ik
goed deed.
Toen Hugonet by zijnen terugkeer vernam,
Sscramenton. De roode eerste communie
iu Vooruit te Gent is er 't bewijs van.
Wil meD eenige bewijzen ziehier
Op 14 Febr. 1892 las men in Vooruit
- Wij, schryvers van Vooruit, kennen
geen enkelen god,zoo min dien der Chris
tenen, als dien der Chineezen of Maho-
medanen. a
Gezél Anseele in een oogenblik van
geestdrift riep uit op eene vergadering
te Gent
God is de vijand 1 God is de leugen
God is de sleutelsteen van 't gewelf der
Kerk, vau de fabelleer van den Gods
dienst, uitgevonden door de roovers
die men priesters heet.
Het Joumal de Charleroi schreef
Wy veroordeelen allen godsdienst,
't is te zeggeD, allen eeredieust inwen
dig of uitwendig gericht tot een opper*
wezen.
Onze vyanden vertoonen zich in de
geschiedenis ouder de drie gedachten
Godsdienst, Koningdom en Capitaal.
't Is een draak met dry koppen
Verrichten wij geen nutteloos werk
b met een dier koppen te willen afslaan
wij moeten het monster dooden.
Eu zij die dat schrijven, zouden de
volgelingen zijn van Jesus, onzen Zalig
maker
Achteruit schijnheilige volksbe
driegers
Nu, opdat men nog beter zou kunnen
oordeelen wat de socialisten in 't schild
voeren, wat er ons te verwachten staat
moesten ze eens meester worden, willen
wij andermaal de aandacht onzer geachte
lezers inroepen op 't geeno gezel Reulig,
een Zwitser, uitriep in 1877 te Gent
't Zal ons een vermaak zyn, den
b doodstrijd der priesters, burgers en
b capitalisten te zien. Neêrgeworpen in
de goten der strateo, zullen ze van
honger sterven, langzaam en schrikke
lijk, en dit voor ooze oogen. Dat zal
onze wraak zijn 1 En voor het genot
van deze wraak, voor eens enkele flesch
Bordeaux wy a verkoopen wij geern onze
plaats in den hemel. Wat zog ik Den
hemel I Dezen willeu wij niet 1 Wat wy
vragen is de bel met al de wellusten
die haar voorafgaaa den hemel laten
wij aan den God der papen en aan
hunne arme zaligen.
Geëerde lezers, overweegt het nu ry-
pelijt
Zoo ifl 't. De liberale Liberté zegt:
De evenredige vertegenwoordiging heeft
maar eene verdienste maar deze komt
haar toe zy dulJt geene valsche toe-
standeu, noch loensche politiek. Catho-
lieken, liberalen en socialisten moeten
vrij en vrank met hun vaandel vooruit
komen en de kiezers zullen beslissen
Zoo is 't. Daarom willen wy catholiek
ziju, catholiek alleen, zonder verdere
bondgenootschappen met verwateno onaf*
hankelyken noch leugenachtige en volks-
foppende democraten.
dat de familiie de Fairières hem meermalen
ontboden had, was hij er dadelyk hee
sneld, zonder te weten, dat een ander genees
heer geroepen was en hem voor 't oogenblik
vervaDgen had. Ook was hij weinig met deze
onverwachte tijding ingenomen, want hij
vreesde eene vermindering van 't vertrouwen,
dat men steeds in bem gestold ban. Doch het
bescheiden voorkomen van Landregarde, zijn
bedaarde toon en bijzonder het gering belang
dat mevrouw in den jongen man scheen te
stellen, veranderde zijue meeuing. Hij zag
geen mededinger in hem, maar een leerling,
een bewonderaar. Hadde Hugonet maar eeu
weiuig opmerkingsgave bezeten, dan zon hy
wellicht het tegengestelde opgemerkt hebben.
Maar als oppervlakkig, van zijne eigene ge
wichtigheid te zeer vervuld man, zag hij in
Landregarde slechts een eenvoudigeu en
vriendelijken jongen man, en besloot daaruit
tot zijne onkunde. Des te meer wae hy er op
bedacht zich gewichtig voor te doen en meen
de zonder gevaar zijne wijsheid te kunnen
uitkramen.
Landregarde stoüd er op, dat de dokti
zijne voorschriften zoude inzien.
a Later, later, zeide deze nu geheel over
tuigd van zijne macht over den joDgen dokter.
Zeg mij veeleer, wat gy gezien hebt.
Niets, antwoordde Landregarde be
daard, wiens antwoord voorbereid was.
Hoe, nieta riep Hugonet en maakte
zich gereed om zijnen leerling eens door te
halen. Wilt gij daarmede zeggen, dat myn
heer de Fairières zoo wel is als gy en ik
Dat zon dwaas zijn. Ik wil daarmede
zeggen, dat ik het geval, dat zich hier voor
doet, niet juiBt uitleggen kan.
Mevrouw de Fairières keek verschrikt op.
Het gelaat van Gabrielle verried de grootste
verbaasdheid en zelfs de meid, welke juist
door 't vertrek ging, bleef staan en luisterde.
Wat Hngonet betreft, deze verheugde zich
ode bij voorbaat over zijne overwiuning.
Maar hoe kondt gij dan iets voorschrijven
vraagde hy dat deedt gij toch.
- Ik moest wel, daar de zieke op sterven
lag- a n
En ofschoon gij de kwaal ni6t kendet
Laat oub liever zeggen zonder de oor
zaak ervan te kennen maar ik oordeelde naar
uiterlijke kenteekenen, die zich voordeden.
Zulke handelwijze kau ik niet goedkeu
ren, mijn vriend, vermaande Hngonet, ter
wijl hij een vaderlijk gezicht zette. Men kan
eerst dan met de bebaudeliug van een zieke
beginnen wanneer men zich rekenschap van
de natuur der ziekte heeft gegeven. Onder-
tusschen verheugt mij uwe openhartige ver
klaring, want ze bewyst, dat ge niet aanma
tigend zijt en dit is reeds eene groote ver
dienste voor een jong geneesheer.
Dat is uiet voldoende voor eenen zieke,
dié zich in gevaar bevindt, bemerkte me
vrouw de Fairières halfluid op, aan wie geen
woord van 't gesprek ontgaan was en deze
zeldzame onbescheidenheid van Landregarde
niet scheen te vertrouwen.
De zieke bad ook het gesprek met belang
stelling gevolgd ten Blotte kon hy zijne
ontevredenheid over de aanmatigende taal
van dokter llngonet niet weerhouden.
Ik verklaar, sprak hy op vasten toon,
dat ik zonder de hulp van dokter Landre
garde zonde gestorven syu.
Hngonet beet zich op de lippen. Hm I
Hm 1 hernam hy na eene pauze, rast besloten
n zyn pijnlykea toestand te verbergen.
Het kan zijn, dat mijn jeugdige kollega,
zonder veel ondervinding te bezitten, toch
juist gehandeld heeft. Dit bewyst de uitslag,
maar toch blyft 't waar, wat ik zeide Zeken
uitkomsten kan men alleen door eene veelja
rige praktijd verkrijgen. Ik vergis my nog
dikwijls, ofschoon ik reeds 40 jaren genees-
- ben. Maar ik laat my daardoor niet
afschrikken. Gebruik uw tyd wel, kollega,
dan zult gy ondervinden wat ds latynscha
dichter zegt üuis coronat opus. En....
Waarde dokter, willen wy niet op 't uit
gangspunt van ons gesprek terugkomen?
viel Landregarde den prater, die met een
vloed van afgezaagde spreekwoorden zich uit
zijne netelige positie wilde redden, in de
rede.
(Wordt Toortfsast.)