Zondair II Maart 1900 5 centiemen per nummer. 548te Jaar 3450 Ouders, Kiezers, oogen open. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en t Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. LANDBOUW. DE GIFTMENGSTER. Wacht u van de wolven in schaapsvel. DE DENDERBODE. Hit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, ondet lagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont- vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Menschrijftin bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Lands. Guique luum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00Vonnisse op 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 10 Maart 1900. Wij hebben re^ds gewezen op de droe vige hervormingen welke de geuzen in hun scbild voeren en welke zij ons, zo zij eens meester worden van 's Lands be stemmingen, zullen opdringen. Wij be doelen de leger kwee tie en de ver plichte school. Iedereen naar de kazerneiedereen naar de school van den Staat, dat is het vereenigingswoord der geuzerij ge- Lezers, hebt gij op die punten al eens nagedacht De eerste hervorming zou het Land in een afgrond van schulden en Jasten werpen en van het gelukkige en voorspoedige België een tweede Italië maken, bezwijkend onder d« drukkende zwaarte van het militarism. Zij willen langs dien w >g ook de god deloosheid in het hert van het volk doen wortel schieten. Wij moeten, zegt men, in staat zijn onze onafhankelijkheid te ver dedigen. Dat zijn spookjes tegen den vaak.. Wij moeten ze verdedigen, tegen wie Tegen onze machtige geburen, die, lijk ze zeggen de militaristen, op ons rijk erf deel met lef de en afgunstige oogen loeren» Moeten wij ze verdedigen legen Frank rijk, Duitschland of Engeland Maar wil meu dat de kikvorsch zoo groot als de os worde Men gedenke die fabel. Het lot van dien dwaze zou het onze zijn en niemand zou ons beklagen. Het spook dus der inpalming waar mede onze militaristen en daaronder rekenen wij de geuzen lijk de groc nen zoodanig schermen is het gevaardat ons van 't zuiden of oosten bedreigen zou. Dat is een gevecht, eeu strijd van een dwerg tegen een overgrooten reus. En voor een zulk ongelijken kamp zouden wij een leger moeten hebben zoo groot dat het ons merg en beenderen zelfs op- wreten zou Dat ware uitzinnig. Ik neem gaarne aan dat wij heden in kwestie van volkenrecht, droeve tijden beleven. Men zegt dat onze tijd een tijd is van besctiaving Dat woord doet my blozen als ik op den huidigen, moorddadigen oorlog denk, die in het zuiden vau Afrika wordt gevoerd. Een overgroote reus drukt etn kleine dwerg, een volk dat slechts vroeg viy in zijne bergen te mogen leven. Die groote reus vecht er met wapens door het wereld- recht en het gezond verstand als wreed en onmenscbelijk veroordeeld de groote reus wil niet alleen zijne vijanden on schadelijk maken, hij wil ze boven dien verminken of dooden. Wat doet Euiopa? Het blijft meedoogenloos op dit gevecht staren Het blijft gevoelloos, meer nog hft zendt gelukwenschen als uie gr.'oie reus eene overwinning i' huis haalt. Een keizer zelf, die misschie groo'elijks ver antwoordelijk is voor den oorlog mei eens zoo luidruchtig aan zijne genegen heid voorde Boeren lucht te geven, is gelukkig nu, tegen den \»il van zijn volk in, den verdrukker de hand te drukken. Droeve zeden. Europa blijft gevoelloos den roof en de uitmoording van een dapper volk aan staren Dit feit staat niet alleeu. Een machtige wolf ook heeft Spanje m'gen bero>ven van zijne bezittingen en Europa bleef kalm en liet beaaan 1 Ik wil hieruit de droevige besluitselen niet trekken tegen de kleine volkeren, die in het gedrag der mogendheden liggen besloten. Europa zal, vrees ik, België tegen geene inpalming beschermen als er eens een machtige durver tegen ons opkomen zal. Ons kleine leger kan het even min. Gewapend of niet. wij zijn volko men machteloos. Landbouwstokerij en In hare zitting van donderdag 11. beeft de Kamer een wetsontwerp besproken aan gaande de landbouwstokerijen. Onze acht bare vertegenwoordigers hebben de be langen onzer landbouwers warm verdedigd en door hun aandringen by de Regeering wijzigingen bekomen in het belang onzer landbouwstokerijen. Zoo de wet nu geschikt is, zal zij waar schijnlijk éénparig voor de Kamer aange nomen. Ziehier een beknopt verslag der rede- voet iug uitgesproken door deu achtbaren heer De Sadeleer in zitticg van donderdag: De hoor Do Sadoloer. Het oogenblik is niet gekomen om de gezamenlijke wetten op ile stokerij te onderzoeken. Deze wetten zijn niet volmaakt en zullen voorzeker nog veel discussie verwekken Welke ook de ver dienste van deze wetten zij, men weze er voor of tegen, tocb ontstonden, onder die wetten, aanzienlijke groepen van landbouwbelangen, die we moeten vnjwareu. Deze belangeu zou den in gevaar verkeeren, moest de laatste bepaling, door de Kegeering voorgesteld, ver keerd toegepast worden. Volgens 3 van dat amendement, zullen nijveraurs, wier gebouwen voor 1 Februari 1900 tot bunne bestemming geschikt waren of werden gemaakt, het voordeel van de wet genieten In dit naval, waarom ons arm makenI Da>re jen ,ntw00rdd0 de heer minister vuu ons het vleesch van de beenei. knagen s fiuullC,gIJ opmy,i0 onderbreking,dat bedoeld» voor een leger dat, och heertrtoch, ons v ^„paling iu «enen uiterst üroedeu zin zou toe- niet beschermen kan Wij kunnen niets legen onze machtige geburen, waarom zouden wij ons dan uitputten in nutte- looze krachtinspanningen Laat ons de kikvorsch van de fabel niet zijn Laat ons hopen in de toekomst! Gij, kiezer, die de bestemming van het Land in uwe handen hebt, denkt er rijpe lijk op na. Wilt gij alleman naar de ka zerne, wilt gij de lasten zienverhoogen stemt dan voor de geuzen. Zy zullen uwe duurgewonnene spaarpenningeu wel ver spillen aan nuttelooze kazernen en uit zinnige schooloorlogen- Want dit alles wil de geus Dit tweede punt blijft te verhandelen en moeten wij naar een volgend nummer verzenden. Reeds van nu af roepen wij de aandacht der ouders op de woorden van onzen poveren artist, wij bedoelen Dender galm. Kiezers, denkt op die woor den na, zij zijn leerrijk en hunne uitvoe ring zal het Land voeren naar bloedigen twist en onvermydelijken ondergang. De armtierige scht yft Wanneer de Staat de ouders dwingt huvne kinderen naar schooi te zenden - is het logisch dat het zijn plicht is er id b voldoende getal te openen dat hij het programma opmake. de onder- wijzers benoeme en zijne opzich- n ters strenge bevelen geve om te zien of de voorschriften der wet - nitgevoerd worden, dit zijn de b waarborgen welke de ouders kun- - nen eischen. Wij schrijven onze bedenkingen daar over in een volgend nummer. De vrijzinnige geschriften van Voltaire welke de jeugd verleidden en de maatschappij vergiftigden, huldigde hy geenszins. Hij er kende de wysheid der regeering en't gezond verstand van den burgemeester der stad.Zulk eeu man moest natuurlijk eenen elfen weg vinden,en Hugonet had zich niet te beklagen. Door zijn beroep, zijn tamelyk groot vermo gen, zyn betrekking als naburige stad,als lid van raad, als professor der Pathologie en als pre sident van verschillende geleerde landhuis houdkundige en ny verheidsvereenigingen was hy een voornaam persoon. Wanneer hij door de straten zijner geboortestad stapte, riepen de menschen u Daar is de dokter Meer nietmaar dat beteekende reeds veel. De kinderen riepen Daar is de dikke dokter in Hy zon liever gehoord hebben de groote, n maar hij was zoo klein en de kindereu oor- deelen naar het oiterlyke. Op zeer jeugdigen leeftyd was de dokter Hugonet met eeu niet zeer jong, leelyk, maar ryk en aan alle yoorname lauulits ver want meisje gehuwd. fiuuuciëii op j bepaling iu eem I gepast worden. I Zoo moeten zekere belanghebbenden het eigendom Diet konden aaukoopeu, of- schoon ze met hunne vorkoopors onderhan delden wier statuten voor 1 Februari in regel waren die gedeeltelijk hun materieel voor dezen datum aankochten, het voordeel n de bepaling genieten. Zoo er de minste ij fel bestond, dan dient de Kamer den da tum vau 1 Februari te vervangeu door 1 Maartdoch gezien de verklaringen van den heer minister, acht ik zulks niet noodig. Het is niet mogelijk de door den heer mi nister gevergde aunzeggiug streng op te vat- ueu moet uitgaan van dit beginsel, dat, w geen bedrog bestaat en de goede trouw blijkbaar is, zoo de belastiugsbeambten voor 1 Februari worden ingelicht, men t voordeel van het ontwerp zal kunnen genieten. Dat is wel de zin der verklaringen van den heer minister, die zegde 't bedrog te willen vermydeu. Doch zoo de minste twyfel bleef bestaan dan zou ik voorstellen den hoorde Kegeering voorgesteldeu tekst te wijzigen en te vervangeu door deze woorden u dat hun voornemen om eene stokerij op te richten door eeu beambte vaD het bestuur was ge kend. Ik vestig de aandacht van de Regeering hierop het is bepaald noodzakelijk de sto kerijen, welke sedert maanden regelmatig in werking zijn en deu landbouw veel diensten bewijzen, niet in een ouzekereu toestand te laten verkeeren. In mijn arrondissement zijn er zulke stokerijen en 't schijnt mij onmoge lijk, zoowel iu 't opzicht van reebt als van billijkheid, thans hare werking te belemme ren. ik boop dat men, zonder verder verwijl, tot eene voor haar gunstige eiud-oplossmg zul komen. De heer Hambursin, werd mij gezegd, is de landbouwstokers die tevens alcohol zuiveraars zijn en wier belan gen ik hier sedert achttien jaar onvermoeid verdedisr, in deze tank steeds bijgestaan door den achtbaren heer Tack. Behoort de toestand van deze stokerijen niet verbeterd te worden De hoor Hambursin. Dat is het reeds. Do hoer do Smot de ITaeyer, minister van financiëu en openbare werken. Zij hebben mij geschreveu dat ze te vreden waren. De hoor Do Sadoloer. Niet alle Ik heb andere brieven ontvangen waarin het tegen deel wordt gezegd en daarom vestig ik de aandacht van de Regeering op dit punt. De groote stokers die, vijf jaar geleden, deeluit- maakteu van de commissie voor stokerijen, hebben hare afschaffiug niet gevraagd. Dit blijkt uit de processen-verbaal van deze com missie, waarvan ik de eer had lid te zijn. Ten allen tijde hebben die landbouwers-stokers deu landbouw groote diensten bewezen. Dit is namelijk het geval in 't arrondisse ment Aalst en, zoo men er de afschaffing moest van voorstellen, dan hadde men bet in 1896 dienen te doen. Doch, toen men den accijns naar de wezenlyke opbrengst aannam iu de plaats van deu accijns naar de inhouds maat, heeft men er zich wel voor gewacht die af6cbaffiug voor te stellen. De accijns naar de wezenlijke opbrengst was voordeelig voor de nijverheid en tevens voor de Schatkist toen hij werd ingevoerd, handhaafde men den toestand van de iodivi- duëele alcohol-zuiveraars, die bet dan ook verdienen. Is hun toestand minder goed dan voor 1896 Dat wordt door enkelen beweerd Ik verzoek den heer minister dit punt te onderzoeken en, zoo het juist wordt bevon den. de vereischte maatregelen te nemen. In afwachting zal ik voor het ontwerp stom men do-h met ae door mij reeds uiteengezette voorbeliuudiugen, en onder voorwaarde dat do laatste amendementen van de regeering, waarover wij bet allen eens schijnen, worden verstaan zooals gezegd is. Margarine. Onze lezers zullen zich herinneren dat in Januari laatst de heer De Sadeleer, in naam onzer deputatie, eeue ondervragiug richtte tot de Regeeriug opdat het wets ontwerp aangaaude de vervalsching der boter bij middel van margarine, in dezen zit'ijd zoude besproken worden. In zitting van woensdag heeft de heer de Mérode het verslag der middensectie neêrgelegd. Dit verslag is voordeelig aan het aanne men vau bedoeld wetsontwerp. Het zal dus nog iu dazen zittijd kunnen gestemd worden. M. Rolin en het Siameesch. Wij vinden in een Brusselsch blad de reden, waarom M. Rolio, na 9 jaar ver blijf iu Siam, waar hij eeuen zeer goed betaalden post vervulde, naar België terugkeert. Een bevel zou van de regeering zijn uitgegaan,waardoor al de ambtenaars den plicht zou zijn opgelegd, zich te bedienen van de Siameesche taal. Moest zoo'n bevel in ons Vlaamsche land eens uitgeveerdigd worden, wat zou den er bij dozijnen naar het Walenland vliegen. Wacht u, geëerde lezers van den buiten der wolven in schaapsvel. Om de bui tenlieden destebeter te kunnen verschal ken, hebben de roode socialisten zich nu, even als de wolf die den herder wilde be driegen, in een schaapsvel gehuld. Die roode volksbedriegers verspreiden ou op den buiten een propagandablad, getiteld De Ploeg waarin de roode socialisten worden voorgesteld als de eenige en ware navolgers van de groote maatschappelijke hervorming door O. H. Jesus-Christus begonnen. Dit volk>foppersblad deelt zelfs een gansch sermoen meè van verscheidene kolommen in 't welk met eene ongemeeno schijnheiligheid onder anderen 't vol gende wordt gezegd Vrienden, Landbouwers Ziehier de grondbeginselen van het n christendom,de regels die men moet volgen om ware christen te zyn n Jesus verklaarde dat de menschen allen zonen van een en den zelfden goeden en n rechtvaardigen Schepper zijn, dat zij allen b broeders zijn. n Christus veroordeelde in hevige woorden de onrechtveerdigheid en hij predikte in n vurige beelden de broederlijkheid, den n vrede en het welzijn onder de menschen. n Hij verkondigde de noodzakelijkheid van n te strijden om dit doel te verwezenlijken. n Eu ziedaar ook de ziel, het merg en de hei- lige onsterfelijke rol, die het christendom n op de wereld vervulde. Eu 't besluit dat de schijnheilige Ploeg hieruit afleidt, is dat de socialisten alleen die leeriug vaD onzen Goddelijken Zalig maker toepassen, of liever, naleven.... Wat verachtelijke volksverleiders 1 Wat schijnheilige loriassen zijn me de socia listen toch 1 Zij de socialisten zouden dus de eenige ware volgelingen zijn vau Jesus-Christus 1 Maar wat zijn ze de socialisten onder godsdienstig en zedelijk opzicht t... Wy laten de stoffelijke belaogen nu terzyde. De socialisten zijn manuen die de vyan- den zyu van God, Kerk en Priesters. De socialisten willen de cliristene fami lie afschaffen en om daartoe te geraken moet den Godsdienst uitgeroeid worden. Daarom willen zij geen doopsel meer voor hunne kinderen Geen eerste commimie meer Geen HH. Sacramenten meer Geen christelijk huwelijk meer Geen kerkelyke diensten meer en de kerken gesloten Geen Priester meer aan het sterfbed; Geen godsdieDstigo begrafenissen meer; Geeu zegening, geen kruis meer op het graf Iu een woord leven gclyk honden en sterven gelyk honden De socialisten spotten met de ceremo niën van onzen Godsdienst, mot de HH, Deze verbintenis opende hem eene geluk kige loopbaan, want spoedig was bij niet alleen de geneesheer der gegoede burgers, r ook die der voorname klasse.In den tijd van ons verhaal telde hij 75 jaar,en de eigen- schap, die hem 't best was bijgebleven, was de losheid van tong. Altyd was hy gereed om i grappigste streken en de kodiligste ge- hiedenissen te verhalen. De goed geluimde Hugonet was honderd maal beter te verdragen dan de ernstige ge wichtige dokter bij feestelijke gelegenheden. Een schrik Bloeg de aanwezigen om het liart, wanneer bij Btyf en deftig, met wit halsboord en zwarte jas in de vergadering trad, want vas bet zeker, dat buiten hem niemand meer aan het woord kwam en alle gemoede lijke samenspraak opgehouden bad. In geheel Nor mandie was er geeu advokaat, die het in woordendom van dokter Hugonet zou ge wonnen hebben. u Waarde, jeugdige ambtgenoot, zeide hij zijn gouden bril rechtzettend en Landregarde op eeuen Sloel naast bet bed neêi trekkend, daar ons het toeval samenbrengt, zullen wij samen de ziekte bespreken eu onderzoeken, wat onze wetenschap hier moet beoordeelen. Die heer is toch zeer vriendelyk, dacht Landregarde en hernam Ik kan n slechts van weinig nut zyn, want noch bezit ik uwe kennis en ondervinding, noch had ik ooit de gelegenheid zooals gy, den inwendigen li chaamstoestand van den lijder te bestudeeren eu de ziekte in haar outstoun te bespieden. Men zocht een geneesheer en vond mij toe vallig ik kwum eu deed wat ik kon. - En ik beu overtuigd, dat alles wat gij deedt, goed is. Ik geloof, dat mijne hulp op den eersten avond van miju bezoek niet zonder goed ge volg was. n Dft blik, dien den zieke op Landregarde ierp, scheen zijue woorden te bevestigen. En ik ben er van overtuigd, hernam Hugonet, wien deze blik niet ontgaan was. Ik kan u overigens mijne voorschriften laten zien, zei de jonge man, die zijne porte feuille opende cd er eenige papieren uitnam. Wel, wel welk een bescheidenheid voor een jong mensch Dit verwondert mij, waarde collega De hedendaagsche jeugd wü zoo graag den ouderdom tot leermeester die nen. Een massa wetenschappelijke leerstel lingen worden door den jeugdigen geneesheer in het hoofd gepompt, en daarmee moet hij uan bet ziekbed wonderen verrichten. Maar geloof mij, de ondervinding is de beste leer meesteres bij de behandeling van een zieke. Het zon verkeerd zyn, hernam Landre garde, wanneer ik de waarheid uwer woor den zou willen bestrijden. Hier zijn mijne voorschriften. Gij kunt daaruit zien of ik goed deed. Toen Hugonet by zijnen terugkeer vernam, Sscramenton. De roode eerste communie iu Vooruit te Gent is er 't bewijs van. Wil meD eenige bewijzen ziehier Op 14 Febr. 1892 las men in Vooruit - Wij, schryvers van Vooruit, kennen geen enkelen god,zoo min dien der Chris tenen, als dien der Chineezen of Maho- medanen. a Gezél Anseele in een oogenblik van geestdrift riep uit op eene vergadering te Gent God is de vijand 1 God is de leugen God is de sleutelsteen van 't gewelf der Kerk, vau de fabelleer van den Gods dienst, uitgevonden door de roovers die men priesters heet. Het Joumal de Charleroi schreef Wy veroordeelen allen godsdienst, 't is te zeggeD, allen eeredieust inwen dig of uitwendig gericht tot een opper* wezen. Onze vyanden vertoonen zich in de geschiedenis ouder de drie gedachten Godsdienst, Koningdom en Capitaal. 't Is een draak met dry koppen Verrichten wij geen nutteloos werk b met een dier koppen te willen afslaan wij moeten het monster dooden. Eu zij die dat schrijven, zouden de volgelingen zijn van Jesus, onzen Zalig maker Achteruit schijnheilige volksbe driegers Nu, opdat men nog beter zou kunnen oordeelen wat de socialisten in 't schild voeren, wat er ons te verwachten staat moesten ze eens meester worden, willen wij andermaal de aandacht onzer geachte lezers inroepen op 't geeno gezel Reulig, een Zwitser, uitriep in 1877 te Gent 't Zal ons een vermaak zyn, den b doodstrijd der priesters, burgers en b capitalisten te zien. Neêrgeworpen in de goten der strateo, zullen ze van honger sterven, langzaam en schrikke lijk, en dit voor ooze oogen. Dat zal onze wraak zijn 1 En voor het genot van deze wraak, voor eens enkele flesch Bordeaux wy a verkoopen wij geern onze plaats in den hemel. Wat zog ik Den hemel I Dezen willeu wij niet 1 Wat wy vragen is de bel met al de wellusten die haar voorafgaaa den hemel laten wij aan den God der papen en aan hunne arme zaligen. Geëerde lezers, overweegt het nu ry- pelijt Zoo ifl 't. De liberale Liberté zegt: De evenredige vertegenwoordiging heeft maar eene verdienste maar deze komt haar toe zy dulJt geene valsche toe- standeu, noch loensche politiek. Catho- lieken, liberalen en socialisten moeten vrij en vrank met hun vaandel vooruit komen en de kiezers zullen beslissen Zoo is 't. Daarom willen wy catholiek ziju, catholiek alleen, zonder verdere bondgenootschappen met verwateno onaf* hankelyken noch leugenachtige en volks- foppende democraten. dat de familiie de Fairières hem meermalen ontboden had, was hij er dadelyk hee sneld, zonder te weten, dat een ander genees heer geroepen was en hem voor 't oogenblik vervaDgen had. Ook was hij weinig met deze onverwachte tijding ingenomen, want hij vreesde eene vermindering van 't vertrouwen, dat men steeds in bem gestold ban. Doch het bescheiden voorkomen van Landregarde, zijn bedaarde toon en bijzonder het gering belang dat mevrouw in den jongen man scheen te stellen, veranderde zijue meeuing. Hij zag geen mededinger in hem, maar een leerling, een bewonderaar. Hadde Hugonet maar eeu weiuig opmerkingsgave bezeten, dan zon hy wellicht het tegengestelde opgemerkt hebben. Maar als oppervlakkig, van zijne eigene ge wichtigheid te zeer vervuld man, zag hij in Landregarde slechts een eenvoudigeu en vriendelijken jongen man, en besloot daaruit tot zijne onkunde. Des te meer wae hy er op bedacht zich gewichtig voor te doen en meen de zonder gevaar zijne wijsheid te kunnen uitkramen. Landregarde stoüd er op, dat de dokti zijne voorschriften zoude inzien. a Later, later, zeide deze nu geheel over tuigd van zijne macht over den joDgen dokter. Zeg mij veeleer, wat gy gezien hebt. Niets, antwoordde Landregarde be daard, wiens antwoord voorbereid was. Hoe, nieta riep Hugonet en maakte zich gereed om zijnen leerling eens door te halen. Wilt gij daarmede zeggen, dat myn heer de Fairières zoo wel is als gy en ik Dat zon dwaas zijn. Ik wil daarmede zeggen, dat ik het geval, dat zich hier voor doet, niet juiBt uitleggen kan. Mevrouw de Fairières keek verschrikt op. Het gelaat van Gabrielle verried de grootste verbaasdheid en zelfs de meid, welke juist door 't vertrek ging, bleef staan en luisterde. Wat Hngonet betreft, deze verheugde zich ode bij voorbaat over zijne overwiuning. Maar hoe kondt gij dan iets voorschrijven vraagde hy dat deedt gij toch. - Ik moest wel, daar de zieke op sterven lag- a n En ofschoon gij de kwaal ni6t kendet Laat oub liever zeggen zonder de oor zaak ervan te kennen maar ik oordeelde naar uiterlijke kenteekenen, die zich voordeden. Zulke handelwijze kau ik niet goedkeu ren, mijn vriend, vermaande Hngonet, ter wijl hij een vaderlijk gezicht zette. Men kan eerst dan met de bebaudeliug van een zieke beginnen wanneer men zich rekenschap van de natuur der ziekte heeft gegeven. Onder- tusschen verheugt mij uwe openhartige ver klaring, want ze bewyst, dat ge niet aanma tigend zijt en dit is reeds eene groote ver dienste voor een jong geneesheer. Dat is uiet voldoende voor eenen zieke, dié zich in gevaar bevindt, bemerkte me vrouw de Fairières halfluid op, aan wie geen woord van 't gesprek ontgaan was en deze zeldzame onbescheidenheid van Landregarde niet scheen te vertrouwen. De zieke bad ook het gesprek met belang stelling gevolgd ten Blotte kon hy zijne ontevredenheid over de aanmatigende taal van dokter llngonet niet weerhouden. Ik verklaar, sprak hy op vasten toon, dat ik zonder de hulp van dokter Landre garde zonde gestorven syu. Hngonet beet zich op de lippen. Hm I Hm 1 hernam hy na eene pauze, rast besloten n zyn pijnlykea toestand te verbergen. Het kan zijn, dat mijn jeugdige kollega, zonder veel ondervinding te bezitten, toch juist gehandeld heeft. Dit bewyst de uitslag, maar toch blyft 't waar, wat ik zeide Zeken uitkomsten kan men alleen door eene veelja rige praktijd verkrijgen. Ik vergis my nog dikwijls, ofschoon ik reeds 40 jaren genees- - ben. Maar ik laat my daardoor niet afschrikken. Gebruik uw tyd wel, kollega, dan zult gy ondervinden wat ds latynscha dichter zegt üuis coronat opus. En.... Waarde dokter, willen wy niet op 't uit gangspunt van ons gesprek terugkomen? viel Landregarde den prater, die met een vloed van afgezaagde spreekwoorden zich uit zijne netelige positie wilde redden, in de rede. (Wordt Toortfsast.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1900 | | pagina 1