Donderdag 19 April 1900. 5 centiemen per nummer. 54s46 Jaar 3461 Hetzelfde niet MEID m DEN SCHOUT Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. D E Papiernijverheid. De duurte der steenkolen. Kieswerkzaamheden. DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitanties door de Post. ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31, en in alle Postkantoren des Lands Cuique «mum. Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnisse op 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk legen deD dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentien uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 18 April 1900. Ik lees kopschuddend het volgende in 'tLand van Aélst De catholieke minister Lejeune is te Brussel in 't Lo kaal der Socialisten gaan spreken tegen deD genever en priester Daens is te Luik in 't Lokaal der Socialisten hun medehulp gaan vragen voor 't Pensioen aan d'oude werklieden en zuiver algemeen stemrecht. De opgescborste heeft ne flater van belang begaan en onze Tie tracht hem te verschoonen met het voorbeeld aan te halen van oud-minister Lejeune. Maar, man, dat en is hetzelfde niet. Wii gaan u dat eens trachten diets te maken, alhoewel wij niet hopen u den misslag te doen betreuren of te doen be kennen wij schrijven alleen voor uwe lezers. Daar priester Daeus weigert het bevel na te leven van zijne geestelijke Overheid was het dus in priesterlijk gewaad dat hij 't lokaal der socios van Luik betrad. Hij zette dus den voet in 't buis van hen die den oorlog hebben verklaard, een onver biddelijke strijd, een kamp op leven en dood tegen Hem wiens dienaar Priester Daefis beweert te zijn. Behoeven wij nog te bewijzen dat de socialisten de hevigste en de hardnek kigste vijanden van den Godsdienst zijn Wijzen wij alleen op eene ijselijbe gods lastering van Vooruit van over eenige dagen Wanneer, zegde die roode vodde, werpt men God met zijnen sleep van capitalisten over boord P De plaats van iemand die priesterklee deren draagt en dezelve wilt doen eerbie digen, is bij zulke mannen niet. Hem staat het niet den voet te zetten in een socialistisch hol, waar gedurig God wordt vervloektden Godsdienst bespot en de Priesters bezwadderd. Wat ging Priester Daens te Luik doen Hij ging, zegt onze Pie, de medehulp der socialisten vragen voor 't pensioen der oude werklieden en zuiver algemeen stemrecht. Als het niet is om hen te smeeken een verbond te sluiten tegen do catholieke Partij, hebben die woorden geenen zin. Inderdaad 1 Zijn de socios tegeD het peusioen Ziju zij tegen het zuiver algemeen stemrecht Maar dat staat in hun programma. Priester Daens moest dus die hervormiu- gen niet gaan verdedigen, vermits de socios op voorhand bekeerd waren.Pries ter Daens heeft dus eenvoudig opene deuren ingestampt. Wat politiek doorzicht voor iemand die wetgever is geweest en het nog wil wor den Niet een zierken zedelijk goed heeft onze ex-vierde te Luik verricht maar oneindig veel kwaad met zijn priester kleed in een holte komen van vrijdenkerij en godsdiensthaat. Hij heeft het roode Janhagel in hun oogen wat verheft en dat is eilaas alles. Magere uitslag 1 De ermbarmelijke advokaat van pries ter Daens tracht dezes vuil lijnwaad wit te krijgeö met zijne onbezonnen daad te vergelijken met eene laat het ons zeg gen verkeerde handelwijze van minis ter Lejeune. Denderbode beeft de daad van minister Lejeune nooit goedgekeurd, er zijo, eilaas, om dit te doeu, te veel reden. Nochtans minister Lejeune is een we reldlijk man en men kan dezen eenigs- zins verschoonen daar waar men een priester volkomen laken moet, zonder daarom de politiek van twee maten en twee gewichten te beoefenen. Het staat een priester niet te doen wat er voor een leek nog eenigzins doorkan. Dat is ééD. Er is nog wat anders. Wat ging M. Le jeune bij de socios doen Hij predikte er den oorlog tegen het Alcoolism. Hij wilde aan «Ie werklieden de ijselijke gevolgen doen keunen van een onmatig drankmisbruik bij wilde hun toonen wat verbeteringen zij in huDnen toestand konden doorvoeren met het laten van drinken. Dat doelwit is edel, het kon groote en goede uitslagen opleveren. Een dronken menscb is een onbezoDneu vijand van het goede en misschien zouden vele werk lieden geen socialist zijn waren zij niet aan den drank verslaafd. Zij zouden, ten minste, dan met gezond verstand denken kunnen en over alles redeneeren volgens het behoort. Een dronkaard kan het niet. Het is een feit en het is onloochenbaar, dat de socialistische redenaars weinig doen tegen de geneverplaag. Denderbode heeft te dikwijls de reden daarvan nit een gedaan. Oud-minister Lejeune kon dus te Brussel iets goed doen en priester Daens te Luik slechts kwaad stich ten. E MARLITT. (NA VERTELD). 30"* Markus bracht de papieren voor zijnen boekhouder in orde en zond ze aan hem af hij had er bij geschreven, dat hij met zijn plezierreisje niet bij Neurenberg en Mnnchen zou blijven hij wilde verder, veel verder weêr eens naar Rome en Napels en hij zon dus niet zoo spoedig terugkomen. En daarbij meende hy, grimmig in zich- selven lachende, dat hij bij het aanschouwen der schoone marmeren beelden in de zalen en museums van Rome, onder den pijnboom aan de golf van Napels niet meer aan het meisje in haar werkpak en aan do Bcherpe lucht van de enge, groene, eenzame dalen van het Thnringerbosch denken zou. Wat hem hier bezield had, zou hem daar als waanzinnigheid voorkomen... Maar toen hij den volgenden morgen de gordijnen niteen eloeg en het venster opende, teen hij de scherpe lucht, na met den gear van aardbeziën bezwangerd, inademde toen hij de golvende korenvelden in het licht der morgenzon aanschouwde en daar vlak naast de beukenboomen, die hunne schaduw over de boschpaden spreidden, maakte zich een onverklaarbaar gevoel van den verbitterden man meester, en een vurig verlangen, dat niets met de strakke oogen der marmerbeelden en de zachte wind van het Zuiden te maken had, vervulde zijne ziel. Hij borg haastig plaid en reitesch weg en nam, als bijna altijd, voor den ganschen dag zijn intrek in het tuinhuisje. Het grondge bied aan genen kant van den mnnr betrad hij echter niet. Hij wandelde onder de lindeboo- men heen en weêr, bij las en schreef, liet de gordijnen neer voor de vensters, die op het dennenboBch uitzagen en sloot de deuren, die naar het bordes en het honten trapke ge leidde, zoo vast toe, al zon er nooit meer een menschenvoet in of uitgaan. En dezen eenen dag volhardde hij, hoeveel moeite het hem ook kostte, in zijne vry willige gevangenschap ja, hij luisterde oogenschijn- lijk geheel onverschillig naar jufvr. Griebel, toen zij hem 's namiddags kwam vertellen, dat zij eene nieuwe meid voor de familie van den schout gehuurd had. Het was een flink vrouwpersoon, ze zou eerstdaags in dienst treden en daarom was zy, jufvrouw Griebel, maar naar de pachthoeve gegaan, om de be woners daarvan meêdeeling te doen... Zy had Dat is een groot verschil en om het gedrag van beide mannen te oordeelen moet men daarvan rekening houdeD. Moest Pie Daens ons antwoorden dat de socios ook gekende vijanden van den genever zijn dan zeggen wij h'-m met den schrijver van het volgende (Gazet van Antwerpen 26-27 Maart 1900.) Als zij er dan toch zóó tegen zijn Als de socialisten zoo radikaal, togen den alkool zijn, hoe komt het toch 1° dat zij in hunne meetingen zoo a zelden tegen deze ondeugd donderen 2° dat zy in al hunne uitgaven niets laten verschijnen dat genoemd misbruik te keer gaat 3* dat er zoovele redenaars, voor- vechters der roode kliek, zijn die zelve een kwakhuis houden en eindelijk, toaarom hebben zij van het wetsontwerp de Smet de Naeyer dat de geneverplaag in 1896 een gedachten knak moest geven, een ellen dig kiesmiddeltje gemaakt - Als wij op dat alles een voldoende ant woord zullen bekomen hebben, zullen wij gaan gelooven dat de rooden onder de bestrijders van het vuurwater mogen ge rekend worden. E. Voescheb. Een nieuwe gezichteinder komt ge opend te worden aan de overgroote hoe veelheid papier welke jaar in, jaar uit, wordt zwart gemaakt in alle landen van de wereld. Na van samengeperst papier allerlei voorwerpen voor huishoudelijk gebruik gemaakt te hebben, ging men over tot het bouwen van papieren huizen, het ineenzetten van papieren werktuigen, doch dat was nog niet genoeg, en als men aanneemt wat ons van Amerika geseind wordt, gaat men daar papier verwerken tot banden en koorden noolig in alle soort van nijverheidsgestichten. Zoo maakt men uit papier koorden van oen vuist dik, die bestaan uit samenge vlochten koordjes even als onze kemptou- wen. Dan wordt de koord gekookt in een mengsel waarvan 't bijzonderste bestand deel de lijnolie is. De uitvinders verklaren dat de weer standskracht van de papieren koord zoo groot niet is als die van de kemptou- wen, en zulks zal men gereedelijk aanne men, en om die reden is het dan ook klaarblijkelijk dat de Amerikaanschc nieuwe uitvinding tot goene groote ont wikkeling zal geroepen zijn, immers het eerste wat men verlangt van een touw dat de handen ineengeslagen, toen zij de oude dame gezien had, die jaar in jaar ait in het bed moest bly ven en daarby was de arme lijderes zoo lief, zoo zacht en vriendelijk ge weest, dat zij nanwelijks den tijd kan afwach ten, waarop zij het zwakke, ingekrompen wijfke zon opnemen en dragen. Want dat zij hare verpleging op zich zou nemen, dat stond, na al hetgeen zij vandaag in een paar oogenblikken gezien had, zoo vast als een muur. De beide oude menschen waren moederziel alleen geweest de kreupele schout, die over den vloer strompelde, had de denr voor haar moeten open doen, en in de keuken was geen vuur of rook te zien Het was me daar een huishonden De gon- vernantejufler deed zeker haar middagslaapje, en de andere, nu ja, van die wist men wel waar ze te vinden was, die kon nn met pak en zak naar haren boschwaehter trekken want de nienwe meid was een echte dragon der, met handen waarvoor ieder rechtschapen huishoudster eerbied moest hebben. Dd nienwe zon wel gauw orde in de huis houding brengen en wat het werken op het land aangaat, dat zou maar eenespelerij voor haar zyu. Ze droeg schoenen, met nagels be slagen, en een baaien rok, gelijk voor eene fatsoenlijke meid op een dorp paste, kort en goed, het was tijd, dat daar ginds eens schoon huis gemaakt werd, en daarmeê zou aan het is dat ze zterk weze en de prijs komt maar voor als van ondergeschikt belang. Doch dat is toch al weder voor eenigen tijd een middel dat de nijverheid aanbiedt aan de boekhandelaars om zich van de overgroote hoeveelheden gedrukt papier, boeken en vluchtschriften te ontdoen, die de stapelhuizen der drukkers vullen en die eene doode waar zijn van weinige vraag. Het is ook een goed baantje voor zoo menige schrijver: in plaats van de boeken dia onverkocht bly ven naar den vleesch- winkel te doen, kan hij ze kwyt worden om touwen te maken, zoo krijgt hij toch iets terug van het uitgegeven geld en ieder is tevreden. N. De prijs der steenkolen heeft, sedert nagenoeg een half jaar, niet opgehouden te stijgen. Thans is hij reeds mot 50 tea honderd verhoogd, en wie weet of het daarby blijven zal Zeker is die buitengewone duurte van eene waar, welke in elk huishouden van dagelijks gebruik is, eene zeer erge zaak. 't Is dan ook zeer waarschijnlijk, dat me nigeen zich in den laatsten tijd zal hebben afgevraagd, waaraan die prijsvermeerde- ring te wijten is, en of er geene hoop be staat zo weldra te zien verdwijnen. Onlangs gaf een Fransch blad desaan- gaande eenige inlichtingen, waarvan wij lier het hoofdzakelijke willen mededeelen Om de oorzaken van de duurte der steenkolen op te sporen, heeft men het bestaan van vergaar plaatsen, van speku- latiën verondersteld men heeft gewezen op den voorraad, vereischt door de bui tengewone bedrijvigheid, die in de me- taalfabrieken heersebtmen heeft doen uitschijnen, hoe het ongeloofelijk gemak van verkeer den uitvoer op merkelijke wijze bevorderd heeft, en dit tot in de verste uiteinden der wereld. Dit alles kan waar zijn en dient voor zeker in aanmerking genomen te worden doch de gewichtigste oorzaak van de duurte der steenkolen is te zoeken in den oorlog, die thans in Zuid-Afrika gevoerd wordt, evenals in de vrees voor nakende groote verwikkelingen, die thans de mo gendheden beheerscht. Aldus heeft Engeland in de laatate zes maanden, in plaats van steenkolen in den vreemde te leveren, groote hoeveelheden van die kostbare stof in naburige landen opgekocht. Niet alleen voor den buidigen krijg heeft hel zich voorzien, maar het heeft ook ongeloofelijk groote massa's steenkolen opgestapeld in al zijne voor raadplaatsen der gansche wereld. En dit schandaal in het Gravenhout eok een «inde komen. Bij dese rede had de kleine dikke, met haar kleine oogen scherp naar M. Markus gezien want sedert gisteren, toen zij haren lekkeren koffie onaangeroerd en koud op de schrijfta fel gevonden en allerhande papieren van den vloer opgeraapt had, wist zij niet, hoe zij het met den nieuwen eigenaar van het Herten veld had. En nn had hij zulk eene driftige bewe ging gemaakt, alsof hij haar met al zijne smalle vingers in het net geborstelde witblon- i haar wilde vliegen. Natuurlijk was zij de vrouw niet, om zich aan zoo iets te storen. Zij had nn eens goed en recht voor de vuist gesproken, en was daarna weggegaan met te zeggen, dat zy vandaag nog de meidenkamer voor de nien we in orde zon brengen. Toen, nadat de zon was ondergegaan, was het wezenlijk geschied, dat eene haastige hand zacht den sleutel van de bordeBdenr omgedraaid en den grendel weggeschoven had, en daarop was M. Markus het houteu trapke afgestegen. Hy stapte tusschen het koren en den hofmuur voortbet pad liep langs de achtergebouwen van het goed en over eene weide rechtstreeks het bosch in. De wuudelaar had den hoed d'ep in de oogen, als schaamde hy zich voor de flluiste- rende koreuhalmen en voor de boomtoppen, dis met strsngs majesteit op eene nienwe om op alle gebeurtenissen voorbereid te zijo, en hare vloot, desnoods, jaren lang de noodige brandstof te kunnen bezorgen. Amerika, Duitschland en Fraukryk beïeveren zich natuurlijk om dit voor beeld te volgen, en zoo komt het dat on ophoudelijk duizenden tonnen steenkolen in de uitgestrekte vergaarplaatsen der mogendheden verdwijnen. Is het dan te verwonderen dat die on misbare schaarsch en duur wordt Neen, niet waar Zoodat weeral de oorlog, buiton de an dere onheilen, die hij sticht, schuld heeft aan het nadeel, dat, vooral voor den ge ringen maD, uit de duurte der steenkolen voortvloeit. Laat ons hopen dat er weldra een einde aan komen zal, en dat zijne nood lottige gevolgen, ook voor wat den prys der kolen aangaat, spoedig mogen ver dwijnen. De regeering heeft aan de Kamerleden eene lijst doen uitdeelen van de werk zaamheden, die ter gelegenheid van de .kiezingen zyn vastgesteld op de volgende datums 7 Mei. Ontbinding der Kamers. 10 Mei. Begin der voorbereidende werk zaamheden voor de Kamerkiezingen. 15 Mei. Begin de voorbereidende werk zaamheden voor de provinciekiezingen. 16 Mei. Aanbieding der candidatenlys- ten voor de Kamerkiezingen. 19 Mei. Aanbieding dgr candidatenlys- ten voor de provinciale kiezingen. 27 Mei. Kamerkiezingen. 3 Juni. Provinciale kiezingen. 11» Juni. Ballotteeren voor deze l&atsten. 12 Juni. Zitting der provincieraden. 13 Juni. Aanbieding der candidaturen van de provinciale senateurs. 16 Juni. Kiezing der provinciale sena teurs. Werklieden 1 Wij hebben geenen tyd om ons met de werklieden onledig te houden Wie riep dat eens uit?.... M. Buis, de liberalen gewezen Burgemeester van Brussel.... Landbouwers Wij kunnen niets doen voor de landbouwde boeren rakeu ons nietol ze wel varen of slecht Taren wat scheelt ons dat Wie riep dat uit De liberale minis ter Rolin in de Volkskamer. Werklieden, Landbouwers onthoudt dat 1 dwaasheid hadden neergezien. Maar ook isdar gedruisch, zelfs dat van zyne eigens stappen, van het wild in het kreupelhout, van de eekhoorntjes boven in de takken, trof hem dnbbel scherp en maakte hem zenuwachtig, een Halt uit den mond van een gerechts dienaar zon hem minder pynlijk geweest zijn dan de gedachte, dat hydie 't huis de strenge man van het recht was hier, schuw als een wilddief, op vreemd grondgebied rondsloop. In den stal van het boschwachtershnis had den de geiten verraderlyk geblaat, en de hond had daar binnen aan de deur gesnuffeld en gebromd tot ergernis van dengene, die om het huis geslopen was en by na onhoorbaar over den zuchten weidegrond geloopen had. De hoekvensters waren even dicht gesloten geweest als gisteren slechte nit een venster aan den noordkant viel een helder licht naar buiten, waar het al donker begon te worden, en door dit venster had hij gaaien, wat hy vreesde, wat hem eene verwenBching op de lippen en een traan van verkropten toorn in de oogen gedreven had. Ja, zij wae er geweest zy had aan den keukenh&ard gestaan en eene heldere vlam had haar geheel verlicht. Hy wae in de ver zoeking geweest, er driftig op toe te loopen en met een vuistslag tegen het venster haar op te schrikken nit het diepe gepeins, dat als het ware een sluier over 't schoone aangezicht van het meisje spreidde. (Wordt voorgeteld

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1900 | | pagina 1