Donderdag 7 Juni 1900. 3 centiemen per nummer. 54ste Jaar 3473
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
Uil) MN DEN SI11IIT
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
UITSLAG
der provinciale kiezingen
Huwelijk van
Prins Albert.
D E
De Godsdienst
sociale kwestie.
Merkwaardige visschen.
DE DENDERBODE.
Uit blad yerschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan istweemaal ter week
voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
tn in alle Postkantoren des Lands.
Cuique Kim ui.
Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamem fr. 1,00Vonniase op
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd,
öeeren notarissen moeien hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten BureeJe
van dit blad.
Aalst, 6 Juni 1900.
van 3 Juni 1900.
CAMTOM VAIAAI.8T.
Getal stembrieven 18514
Ongeldige en witte stembrieven 1061
Geldige stembrieven 17453
Volstrekte meerderheid 8727
Catholieken-Titel voerders
MM.Blancquaert 11631
De Hert 11309
De Vis 11318
Eeman 11352
Moyersoen 11327
Scbelstraete 11512
Plaatsvervangers
MM.De Clippele 11232
Lacomte 11221
Groene socialisten.
MM.Boone 5282
V. Schuylenbergh 5248
Catholieke meerderheid meer dan 6000
stemmen,
Wij zullen in ons nr van zondag
aanst. den uitslag meêdeelen per
bureel.
Wij willen heden slechts eenige be
knopte bemerkingen laten volgen
Vooreerst de uitslag dezer kiezing is
de bevestiging van de uitspraak welke
het kiezerskorps van ons Canton op 27
Moi 11. deed. De bevolkingen van ons
Canton hebben andermaal getoond dat ze
Vlamingen en Catholiek zijn eu het willen
blyven.
Voor ons, catholioken, is de kiezing
van zondag 11 eene schitterende zegepraal
terwijl by voor de groene socialisten, on
danks de heimelijke ondersteuning der
liberalen en socialisten, eene verplette
ring is.
Men kome niet beweren dat liberalen
en socialisten zijn thuis gebleven, of met
witte brieven hebben gestemd, of huune
stembrieven hebben ongeldig gemaakt.
Immers bet getal der afwezigen is ge-
HDg geweest en dit bewijzen de 18,514
stembrieven in de bussen gevonden. Bui
ten eenige liberale heeren tot de begoede
burgerij behoorende, namen al de libera
len en socialisten aan de stemming deel.
Wat de ongeldige stembrieven betreft ze
waren in meerderheid ten voordeele der
catholieke candidaten.
Wij bepalen ons hierbij en komen er
zondag op terug.
Geeraardsbergen. Catholieke
candidaten gekozen MM. De Clippele
4479, Vander Linden 5345 en Vander
Taelen 5150. Blauwe-roode-groene can-
didaat M. De Launoit 3316.
Geen kleine buis zoo men ziet.
Ninove, Herzele, Sottegem. Ca-
tbolieken gekozen zonder strijd.
D© algemeen© uitslag des
Lauds is eene andere zegepraal voor ons
catholioken.
Overal is 't in vrede afgeloopen, nergens
is er eenige wanorde bestatigd geworden.
De provinciale kiezingen hebben do ge
moederen niet ontroerd, integendeel ve
len waren nisnoegd en verklaren dat ze
die gedurige kiezingen beu zijn, dat men
welhaast alle maanden ter stembus zal
geroepen worden. En daarby 't waren de
Sioxendagen en velen zouden liever die
dagen van den last zijn vrij gebleven.
De algemeene uitslag levert ons het
bewijs dat het kiezerskorps zijne uitspraak
van 27 Mei heeft bekrachtigd.
De Belgen moeten toch het catholieke
juk nog niet zoo beu zijn dan de liberalen,
groene en roode socialisten het willen
doen gelooven, want zij zouden het voor
zeker hebben afgeschud.
Overal hebben wij onze positiën op
schitterende wijze weten te behouden en
hebben wij, bier of daar, de nederlaag ge
leden. ze wordt vergoed door eene zege
praal elders.
Wij bobouden de meerderheid in zes
provinciale Raden op 9 en dit getuigt dat
de catholieken de meerderheid des Lands
uitmakeu 't gene overigens erkend wordt
door de blauwe en roode drukpers.
Kortelings zullen de provinciale Raden
vergaderen om tot de verkiezing over te
gaan van 26 Senateurs.
De verkozenen zullen in meerderheid
de rechterzijde der liooge Vergadering
versterken tot spijt van wie 't benijdt 1
De nieuwstijdingen over eenige dagen
meêgedeeld aangaande het huwelijk van
Prins Albert met eene Duitscbe Prinses
is in 't Staatsblad van zaterdag bevestigd
geworden.
Het Staatsblad kondigt aan 't hoofd van
zijn officieel gedeelte de volgende nota af:
Met inwilliging van den Koning heb
ben HH. KK. HH. de Graaf en de Gravin
van Vlaanderen toegestemd in het huwe
lijk van hunnen zoon Z. K. H. Prins
Albert van België met H. K. H. Mevrouw
de Hertogin Elisabeth van Beieren.
De aankondiging van bet aanstaande
huwelijk van Z. K. H Prins Albert met
de Duitsche Priuses Elisabeth van Beie
ren zal voor ons Land eene gelukkige
gebeurtenis daarstellen. De ware Belgen
zijn innig gehecht aan ons Vorstenhuis en
bet zal met vreugde vernomen worden.
De overgroote meerderheid onzer be
volkingen zijn koningsgezind in den vollen
zin des woords; zij hebben de overtuiging
dat het koningdom de beste waarborg is
van onze onafhankelijkheid en van de al
gemeene welvaart.
Wij komen hierop terug.
Sluitingswedstrijd der burger
wacht. Als boventallige prijzen voor
den grooten wedstrijd van 1900, heeft de
minister van binneolandscbe zaken 2 gou
den en 2 zilveren chronometers en 100
zilveren couverten toegestaan.
Voor deze prijzen heeft een bijzondere
wedstrijd plaats tusscben de wachten der
4 Idatste lichtingen, welke wachten
bovendien aan den algemeenen wedstrijd
mogen deelnemen.
E M A R L I T T
(NA VERTELD
36,U VERYOLG.
Ik dank n, zegde zij een zucht loozende,
alsof haar gemoed van een zwaren last bevrijd
was. Morgen zal ik terugkomen om naar de
wonde te zien.
Daar had hy niets tegen in te brengen,
maar hij sprak niet zijno ziel hield zich bezig
met booze wenschen en verraderlijke
gen, terwijl hij met kalmte bare bezigheid
gadesloeg, droomde by dat eene windvlaag
het kleine, ronde nest op den hofmuur met
man eu muis opnam en het met de snelheid
van den stoom door de lucht droeg, om het
in de villa Markus ueêr te zetten.
En wat belette hem, de rol van stormwind
op zich te nemen en aanzoek te doen om de
hand van het meisje Niets anderb dan de wil
in dat vernuftige meisjeshoofd. Zou by de
kans willen loopen, dat de meid van den
schout hem kort en bits h&rtelyk dank zegde
voor de eer, meesteres in de villa Markus te
worden
XIV.
Hij had er niets op tegen, dat jufvrouw
Griebel hem nu en dan opzochthij klapt
wel geerne met haar, maar op dit oogenblik
kon hij het gekraak van de zware schoenen,
die flink hettrapke opkwamen, niet uitstaan
Hij zag, hoe op dit geluid een gloeiend rood
in 't aangezicht van het meisje opsteegi
verloor hare tegenwoordigheid van
niet en bond de rol linnen weer vast,
jufvrouw Griebel de deur opende.
Ook was hare dochter bij haar. De presen
teerbladen, die beide droegen, waren térnau-
wernood voldoende voor de flesschen frambo-
zensap en Seltzerwater, koffiepot en toebe
hoor ten, en God weet wat de brave dikke in
de haast al meer byeen gehaald had.
Wat vroeg zij op gerekten toon, ter
wijl zij de wenkbrauwen hoog optrok en op
den bovensten trap als vastgenageld bleef
staan.
Ja, nn komt gij te laat, beste jufvrouw
Griebel ««d. de heer van het Hertenveld.
Het is toch niet te verachten, als men li
en wondkrnid bij de hand heeft. Zooals de
bewoners van de hoeve. Het ongeluk met
mijne hand is mij daar overkomen, en omdat
ik vreeselyk bang voor verbinden ben ik
ben zoo vreesachtig van gemoed ben ik op
den loop gegaan, maar zooals gy ziet, te ver
geefs hij haalde met het ernstigste gezicht
van de wereld de schouders op de genees-
en de
Wij hebben het meermaals gezegd en
doen uitschijnen, tegen de denkwijze der
dwaze wereldhervormers in Zonder
Godsdienst geene zedelijkheid, en zender
zedelijkheid geene oplossing der sociale
kwestie mogelijk.
De dagelijksche ondervinding en het
eenvoudig gezond verstand wijzen het uit.
Tevergeefs beproeft men alle mogelijke
middelen om het lot van den armen
zwoeger te verbeteren, tevergeefs wordt
alles in het werk gelegd om zijnen toe
stand deugdelijk te verholpen zoolang
er voor zijnen geestolyken toestand, voor
de hervorming van zijn hert en van zynen
geest niet eerst en vooral gezorgd wordt,
zoolang, iu een woord, hij niet verkriste-
lijkt wordt, zullen onvermijdelijk al de
pogiDgen, die aangewend worden, vruch
teloos blijven, en ja wel, misschien tot
zijne grootere ellende, tot zyn dieper
ongeluk verstrekken.
Vast en zeker behoeft hij stoffelijke
behulpzaamheid doch zooals het
Evangelie zegt, en wat maar al te dik-
'ijls over het hoofd gezien wordt - de
mensch leeft niet alleen van brood, maar
van alle woord, dat van Ood komt -
Wat zal het hem tot verbetering van
zijnen toestand en van dien zijner familie
baten, dat hij dagelijks 4 it 5 franks kan
verdienen, indien zijne bedorvene neigia-
gen, zijne nooit verzadigde begeerlijk
heden er dagelijks 5 of 6 vereischen
Wat zal het hem baten in den huise-
lijken kring alles te bezitten wat wensche-
lijk is, zoo zijn hert, door de dierlijke
driften vervoerd, slechts in het voldoen
dier driften zijn behagen vindt
En zoo met alles wat hem aanbelangt,
't Is wat M. Jules Lemaitre een
vrijdenker nochtans, maar wiens recht
schapenheid meermaals der waarheid
hulde brengt in dezer voege bekent
Elke socialo kwestieschrijft hij
is eene zedelijke kwestie en die, op slot
van rekening, slechts kan opgelost
- worden door de deugd van allen en van
iedereen. -
En, voegt hij er bij- Zij allen, socia-
listen en radikalen, die beweren de
wetten en de instellingen in den zin der
rechtveerdigheid te hervormen, zonder
de zeden te hervormen, maar, integen-
deel, met het menschelijk dier van allen
zedelijken en godsdienstigea teugel los
te maken, beproeven iets wat alleszins
dwaas en vruchteloos is 1 -
Zonder Jan de stoffelijke liefdadigheid,
die ons insgelijks door den Godsdienst
opgelegd wordt, te verwaarloozen, dient
eerst en vooral voor de geestelijke aalmoes
gezorgd te worden.
Het zoo belangrijk werk der retraiten
voor werklieden, waarvan wij meermaals
hebben gesproken, is een der nuttigste,
een der meest praktische middelen om de
zedelijke liefdadigheid te beoefenen en
alzoo het gewenscht doel te bereiken.
Aan de personen wien de liefdadige
t sociale werken ter herte liggen, kun
nen wij hetzelve niet dringend genoeg
aanbevelen.
Er zijn visschen, die evengoed op het
land als in het water kunnen leven
andere, die men door verdrinken kan
dooden, alsof het menschelijke wezens
waren. Er zijü visschen die nesten bou
wen, vliegende visschen en ook visschen,
die iu de hoornen klimmen.
Tot de laatstgenoemde soort behoort
de Indische klimbaars, die dikwijls uit
gestrekte tochten over land onderneemt,
zooals uit verschillende meèdeelingen
gebleken is. Deze visch bezit, behalve
kundige hnlp is mij op de hielen gevolgd, en
of ik wilde of niet, ik moest stilhouden. Zie
eens hier, zorgzaamste van alle pleegmoe
ders de gapende wonde is toegenaaid en
ik zou wel eens willen zien, wie er wat heeft
op aan te merken.
Ib het mogelyk toegenaaid Met deze
woorden werd het presenteerblad rammelend
op de tafel gezet, en na kon Louise ook gernst
binnentreden.
Nu, dan is het goed, vervolgde jufvrouw j
Griebel. Maar wat die u vreesachtigheid van
gemoed n aangaat, laat dat maar achterwege,
Mijnheer Markus, ik ben ook niet van gis
teren.... Op mijn woord, het verband ziet er
zoo netjes nit, alsof de dokter van den Graaf
het gedaan had een bekwaam, ja, beroemd
geneesheer, Mijnheer Markns. Inderdaad>
voor zoo'n verband moet de baardkrabber in
Tillroda den hoed afnemen. En hebt gij dat
gedaan, gij, de meid van den schout Zij
richtte de oogen scherp op het meisje. Zoo,
waar leeren bij u te lande de meiden zulk
mannenwerk Zelfs niet op de kostschool,
waar mjjne Louise al het mogelijke leert, komt
zoo iets voor, wel Louisje
Neen, mama, antwoordde het kind, dat
tot nu toe zwijgend de meid van den schout
had aangestaard. Maar een van de meisjes
die tegen Paschen als gouvernante naar een
landgoed in Zuid-Rusland vertrekt, gaat nu
in hot gasthuis, om daar van allerlei te leeren.
Zoo, nu, dan kan ik begrijpen, uwe
gewone kiewen, ook nog eena echte long,
waarmeê hij in de lucht kan ademhalen.
De wijze, waarop een levend wezen adem
haalt, maakt het tot een amphibie of tot
wat anders. De mensch bij voorbeeld kan,
ofschoon hij in staat is uitstekend te
zwemmen, in geen geval onder water
ademhalen.
Bij de visschen komen evenwel vele
uitzonderingen voor op den regel, dat zy
alleen in het water ademhalen. Sommige
visschen, die van tyd tot tijd gebrek aan
water hebben, zooals in moerassen dik
wijls voorkomt, zijn door de natuur voor
zien van een orgaan, dat ander» alleen
by amphibieën gevonden wordt.
Wanneer een instinct hen waarschuwt,
dat zij door verhuizing niets zouden win
nen, dan begraven zij zich na uitdrooging
van het moeras dood eenvoudig iu het
slijk en blijven gedurende den heeten
zomertijd schijnbaar levenloos liggen, tot
dat de regentijd terugkeert. De bewoners
van het eiland Ceylon graven de visschen
op uit slib en klei.
Ook de oogen van vele visschen ver-
toonen dikwijls allerlei zonderlinge ver
schijnselen.
Pasgeboren platvisscben, zooals bot,
tong en dergelijke, zwemmen, evenals
andere visschen, met den rug naar boven;
maar reeds na verloop van eene week zyn
zij niet meer in staat in die houding te
volharden, zoodat zy op eene zyde vallen.
Nu begint het aan de onderzyde gelegen
oog zich te verplaatsen, tot dat het aaa
denzelfden kaut als het andere oog ligt.
Het oog gaat hierbij door den kop van
den visch heen, in plaats van om de bui
tenzijde van het lichaam heen te gaan.
De verlaten oogholte sluit zich langzamer
hand.
Sommige grondeliDgen hebben het ver
mogen, om hunne oogen tamelijk ver
buiten den kop uit te laten steken, ten
einde goed te kunnen rondzien.
Visschen, die in het donker, by voor
beeld diep in de zee, leven, zijn blind,
ofschoon zy gewoonlijk wel de kiem van
een oog bezitten, dat zich ook ontwik
kelt, zoodra het noodig wordt.
De militaire kwestie. De Kamer
zal binnenkort de militaire kwestie moe
ten beslissen. De Soir meent te weten
dat het gouvernement zelf genegen is ze
op te werpen, door het neerleggen van
een wetsontwerp dat den diensttyd zou
verminderen met proportioneele verhoo
ging van het contingentmaatregelen ten
gunste van bet vry willigerschap en defi
nitieve maatregelen voor de versterking
van Antwerpen zou bevatten.
jufvrouw is er ook zoo een, en gij hebt het
haar afgekeken zegde jufvrouw Griebel tot
het meisje, die met afgewend gelaat kalm
voortging haar mandje te pakken en er einde
lijk het deksel oplegde. Nn, ik moet zeggen
dat het goed te pas komt bij zoo'n ongeluk, i
als onzen heer overkomen is; nn kon zij er n
gerust op afzenden; zelve durfde zij het
natuurlijk niet wagen tot hier, in de kamer
van een heer te komen, dat zon de nicht van
een Bchout niet weinig in opspraak brengen.
Ik zou wel eens willen hooren, wat myne
trawanten in stal en keuken er van sonden
zeggen hebben.
Een gloeiend rood steeg het meisje in de
wangen, zij bracht de handen op den rug, om
den knoop van haar grooten witten omslag
doek los te maken.
Wat praat gij daar stoof de landheer
op. Waar blijft het gezond verstand van de
wakkere jufvrouw Griebel Ik vraag u, welk
verstandig mensch zich aan de zotte taal van
uwe trawanten iu stal en keuken zou storen.
De geneeskundige hulp, onverschillig wie ze
uitoefent, vraagt naar geene afkomst noch
stand in de maatschappij. Het zonden schoon*
helpers zyn, die bij eenen drenkeling of ge
wonde eerst vroegen, of hun fatsoen het wel
toeliet, geneeskundige hulp te verleenen.
Nu, met die wonde sou het zoo'n vaart
niet loopen, M. Markus, hervatte jufvrouw
Griebel met onverstoorbare kalmte, on vol
strekt niet geraakt. M*t allen eerbied voer
uwe schoone redevoering, moet ik neggen,
dat ze hier niet bijzonder toepasselijk is. Ik
blijf er by, dat het ruwe geselschap, waarvan
ik sprak, den goeden naam eener dame bena-
deelen kan even goed als het nietswaardige
muizenvolk een nieuw zijden kleed bederft,
door er in te knabbelen, zonder te vragen, of
het door voorname of niet voorname damen
gedragen wordt. Gij moest den ratel in de
dienstboden-kamer eens hooren, over dese bjj
voorbeeld zij wees op het meisje maar
ik wil myn mond niet weêr branden d*
hemel bewaar me ik zeg niets, viel zy haar
zelve in de rede.
- Dat zou ik n ook verzoeken, zegde M.
Markus met somberen ernBt.
Goede hemel, M. Markus, gij neemt het
zoo ernstig op als een advocaat. Wel ja, nn
iade wakkere jufvrouw Griebel op eens een
draak geworden, die van jonge menschen niet
verdragen kan ik begryp het al. Maar zoo
ben ik niet, neen, zoo ben ik nooit geweest.
Ik heb mij altijd, ook in mijne jeugd, door
jonge meisjes laten inpakken ik heb zeksr
daarom, altijd tegen zoo'n slanke opgezien,
omdat ik zelve nooit ichoon geweest ben,
altijd zoo'n kleine, dikke, ronde prop, zooala
ik nog ben, maar myn Peter was met my
niet tevreden....
(Wordt voortgezet).