Zondag 24 Juni 1900. 5 centiemen per nummer. 54ste Jaar 5480 Pensioen. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. DE GIPTMENGSTER. ZONDAGRUST. BIJ DE SOCIOS. De Melkerij in den vreemde. Tegen den Godsdienst niet Priester Fonteyne. DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder "tagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31, en in alle Postkantoren des Lands Guique auum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijn8dag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 23 Juni 1900. Dank aan de krachtdadige werking der catholieke partij, door hare tegenstrevers van het binnenland zoo zeer, maar ten onrechte, beknibbeld, nochtans door alle Staatsmannen van het buitenland bewon derd en toegejuicht, is de wet op de pen sioen gestemd, bekrachtigd en afgekon digd. Zij is in het Staatsblad verschenen en vandaar door de gazetten overgenomen en zoo hebben wij ze ook gevooden in het officieel Arbeidsblad van Mei 11. Hoe zal de wet de meeste vruchten geven Het is niet genoeg dat zij gestemd zij, men moet ze nog aan het volk doen ken nen. En laat het ons rechtuit zeggen zij is onder de kleine menschen nog niet gekend en tot hen dringt zelden het ge schreven artikel door. Het gesproken woord alleen gaat tot daar. Wie zal het goede zaad rondstrooien Het zullen de wezenlijke missionarissen van het arbeidende volk zijn en tot zijn geluk zullen zij meer bijgedragen hebben dan de wetgevers zeil die het ontwerp heb ben gestemd. Het zijn by zonderlij k de E. H. Pastoors en Onderpastoors in hunne dagelykscben omgang met het volk, het zijn de Onder wijzers in hunne betrekkiugen met de ouders die de hoofdzakelijke werking kunnen verrichten. Tot u, heeren, richten wij het woord en durven u toeroepen de geestelijke en verstandelijke belangen van het volk rusten op u, neemt ook die zijner stoffe lijke in zake der pensioen bijzonder ter harte. Gij kunt het, en gij zult het doen omdat uwe handeling de edelste dryfveer ten gronde ligt: de zelfsoffering voor het geluk en het welzijn van het volk. - Om echter het recht te hebben u die woorden toe te sturen zullen wij ook onze plicht betrachten. Daarom willen wij de nieuwe wet, die geroepen is wat licht en beteruis in kommervolle toestanden te brengen, wat toelichten en uitleggen. Geven wij vooreerst een tafereeltje waar bondig de voordeelen zijn uitgelegd welke aan de nieuwe wet zijn vastgehecht. Aan personen Voordeelen. geboren in 1835 en vroeger. Indien zij werklieden zyn, jaarlijksch pensioen van 65 fr. zonder storting. 1836 tot 1842. Indien zy werklieden zijn, pensioen van 65 fr. 's jaars, zonder storting van af hun 65 jaar. 1843 tot 1845. Indien zy werklieden zyn, pensioen van 65 fr. op 65 jarigen ouderdom, op vooiwaarde van in H geheel 18 fr. te hebben gestort,waar van minstens 3 fr. de drie eerste jaren. 21* VERVOLG. De eenige in deze zaak betrokken per soon is de weduwe Uerbelet, ging de rechter voort. Deze heeft echter het procee gewon nen en het papier kon haar slechts schaden. Het bewyst wel, dat u niets meer toekomt maar tevens ook, dat gy schnldeischer ge weest zijt, wat zy in het proces ontkende. Gy ziet dos dat deze dame dwaas zon geweest zijn, indien zy het stnk vervalschte, daar het in haar nadeel pleit, afgezien van 't gevaar waaraan zy zich blootstelde. Ik zweer n op myn eerewoord dat.... Zweer niethet gerecht wil bewyzen en geen eed. Vooralsnog zyt gij de man, die op een en twintigjarigen leeftijd beproefd heeft op onrechtvaardige wyze in 't bezit eener beduidende som geld te komen. Doch die zaak is afgedaan en de rechtbank zal ze niet oprakelen. Maar ik moet u bekennen, dat deze misstap in uw verleden niet ten uwen gunste pleit in het aanstaand proces. Wat vermag ik tegen mijn lot 1846 tot 1859. Toelage van 60 centie men per gestorteu frank op de 25 eerste franks des jaars, zoodat tcanneer men van zijn 45* jaar, 2 fr. per maand stort, men op 65 jaar eene rente heeft van 170 fr. 's jaars. 1860 en later. Toelage van 60 centie men per frank op de 15 eerste franks des jaars, wat toelaat, als men 1 fr. 25 per maand storteene rente te bekomen, die in de meeste gevallen 1 fr. per dag bereikt. De wet bestaat uit twee deelen 1) De overgangsmaatregelen. 2) De eigenlijke wet op de pensioenen verworven door persoonlijke stortingen op de lijfrentkas, aangemoedigd door rijke toelagen der openbare besturen. I. De overgangsmaatregelen. Zij bevatten verscbillige schikkingen 1) Werklieden, 65 jaar oud krijgen jaarlijks 65 fr. zonder daarvoor een cen tiem te moeten betalen. De vrouw van een werkman geniet de zelfde voordeelenzij zullen dus te samen 130 fr. 's jaars trekken indien beiden den vereischten ouderdom hebben. Zal als werkman in nood mogen aanzien worden al degenen die niet als recht- streeksche belastingen, patenten mede- gerekend ten voordeele van den staat eene som betalen van ten minste (art. 2 der wet). 50 fr. in de gemeenten waarvan de be volking niet tot 10,000 inwoners beloopt. 60 fr. in de gemeenten van 10 tot 25,000 inwoners. 70 fr. in de gemeenten van 25 tot 50,000 inwoners. 80 fr. in de gemeenten van 50,000 in woners en meer. Deze inlichtingen zyn getrokken uit een kiesmanifest van den heer Hoyois Volksvertegenwoordiger voor Doornik die de wet heeft gestemd. 2) Werklieden van 58 tot 64 jaar oud krijgen insgelijks een pensioen van 65 fr. zonder eenige storting. Wie dus 58 jaar wordt voor l"*n Januari 1901, zal op 65 jarigeu ouderdom 65 fr. pensioen krijgen. Begint by nu te storten, dan kan hij dit pensioen verhoogen en geniet, boven de 65 fr., nog de bijzondere toelagen waar van wy later zullen spreken en welke toegekend zyn aan de werklieden van 1846 tot 1859 geboren. M. P. Daens beweert in Land van 3 Juni dat wie 65 fr. pensioen ontvangt niets van het Armbureel zal ontvangen. Dit punt zullen wy onderzoeken en zullen daarover onze lezers inlichten. Wellicht zal onze Pie met opzet hebben Vervolgt). dienstdoende Apotheker: Zondag 24 Juni 1900, Mr Callebaut, Botermarkt. Ik spreek slechts van uwe daden. Daarover heb ik u geantwoord. Er ontstond eene kleine pauze rechter en aangeklaagde schenen geheel vermoeid. VIJFDE HOOFDSTUK. Het verhoor werd weer voortgezel. Toen gij den eersten avond d$n zieke be zocht, hebt gy daar een jong meisje aange troffen n vroeg de rechter. Landregarde zag getroffen en by na ver schrikt op doch hij vermande zich en ant woordde bedaard Ja, mynheer - Heeft dit meisje niet plotseling indruk op n gemaakt - Zooals zy op ieder ander, dan ik, zon gemaakt hebben. Dit ontkent gij dus niet. Ik heb niets te ontkennen, omdat ik mij daarby van geen kwaad bewust gevoel. Ech- moet ik er by voegen, dat ze my meer getroffen heeft door hare droefheid, dan door hare schoonheid. - Het kan zyn de gevolgen in de aan klacht vermeld, bljj ven dezelfde. Den eersten avond reeds toen gij u alleen met den zieke moest bezig houden, hebt gy een onderhoud gehad met de dame en haar uitgevorscht. - Jawel, ik heb haar ondervraagd. Moest ik het niet, om te kunnen handelen Waarom hebt ge uwe vragen niet gerieht Van het woordeken vrijheid wordt er toch veel misbruik gemaakt. Niet alleen de geuzen maar ook de socios beweren de vrienden der vrijheid te zyn. Ja, vrijheid voor hunne eigene partijge- nooten maar voor anderen, niet. Als zij nu toch zoo vrijheidgezind zijn waarom beletten de socios van Rouhaix de processiën uit te gaan Roubaix is eene Fransche stad, dicht bij de Belgische grenzen gelegen. Zij heeft het onuitspreekbaar geluk door eenen socialistischen gemeenteraad be heerd te worden Welnu die socios die altijd spraken van vrij zijn, van vrij zijn gedacht te uiten, van vrij te handelen, die fameuze jannen verbieden de processiën De processie mag in Roubaix niet uit gaan I De socios mogen op straat huilen en tieren, de geuzen mogen ar lawijd ma ken dat hooren en zien vergaan, dat is niets maar dat eene ingetogene menigte God vereerd door boetgezangen, zie dat mag niet zijn De socios zijn voor de vrijheid van allen en de catholieken mogen op straat hun nen God niet vereeren I Mannen die be weren verdraagzaam te zyn, andermans zienswijze te eerbiedigen, iedereen vry te laten in zijn handel en wandel, beletten dat. Niet waar, lezers, de socios zyn tegen den Godsdienst niet Om zich te verontschuldigen zeggen zij de geuzen zijn begonnen de proces siën te verbieden wy moeten die dekre ten uitvoeren 1 Het is waar de geuzen hebben het eerst de processiën verboden maar, heeren socios, gij zijt toch de knechten der geu zen niet. Indien bet u niet behaagde moest gij dat aartsslecht geuzenwerk niet uitvoeren. Verbreek dat besluit, vertrapt het of werpt het in de scheurmand. Gij zyt meerderheid, gy kunt dat. Mannen van gelyke rechten, gelijke plichten gij hebt het recht niet de pro- cessïëu te verbieden. De straat hoort zoo goed aan de catholieke geloovigen als aan de godhatende niet-geloovigen. Met welk recht verbiedt gij de proces siën. Gij maakt misbruik van uw macht I Wat kan het u geven dat de brave een voudige christene menschen op straat hunnen God vereeren Wat kan u dat deeren Gy zegtGod bestaat niet Hij heeft geen macht,geen invloed. Wat kan het u hinderen dat zij die aan God gelooven dat Opperwezen aanbidden welke gy beweert niet te bestaan. Die handeling moet voor u zeer onschuldig zyn. Zegt, socios, wat kan het u hinderen en waarom verbiedt gy de processiën terwijl gij andere stoeten toelaat den doorgang der straten voor een zekeren tijd te be lemmeren tot de meesteres des haizes, tot mevrouw de Fairières zelf Deze dame bleef stom tegenover my. 't Is mogelijk, dat ze weinig vertrouwen in u stelde, omdat gij haar geheel onbekend waart. Ik was geneesheer. Dat is niet voldoende om vertrouwen in te boezemen. Maar om 't even. Wat ons hier g houdt is de omstandigheid, dat gy u dadelyk tot jufvrouw de Fairières gewend hebt, met het doel om haar vertrouwen te verwerven. Landregarde voelde hoe 't bloed hem naar het hoofd steeg, maar hy bedwong zijne opge wondenheid en zeide kalm Gij vergist n, mijnheer. Den volgenden morgen doet gy aan de meid uit het huis nog meer vragen, gij vraagt naar het vermogen van den heer de Fairidres en, wat nog meer is, gij schijnt wantrouwen te vatten tegen eenen jongen man, dien ge daags te voren by jufvrouw de Fairidres ge zien hadt en van wien gij reeds wist, dat hy noch haar broeder noch een bloedverwant was. Landregarde scheen door zoo groote nauw keurigheid iu de bijzonderheden der beschul diging geheel verpletterd. Hij had niet ge dacht, dat de weinige vragen, die hy in 't be- Maar gij haat den Godsdienst dien gij beweert u onverschillig te laten. Gij hebt de vrijheid niet lief omdat gij den haat in het hert hebt. Iu kwestie van vrijheid gezindheid baat gij ook, zoowel als de geuzen, het woord uit en de catholieken alleen hebben de zaak. Bewaren der Boter. Eene der moeilijkste zaken voor de huishoudsters, is altijd goede boter te hebben Zulks is, op zekere tijden van het jaar, bijna onmogelijk, welke ook de prijs weze die men er voor betaalt en den ver- kooper tot denwelken men zich richt. De oorzaken van dezen slechten staat der boter op zekere tijdstippen, zijn talrijk b. v. in den winter, de voeding der melk- koeiën die invloed heeft op de hoedanig heid der melk, en in den zomer, de groote warmte die de vastheid der boter vermin dert en de gebreken der fabricatio meer doet nitkomen. Nochtans ontbreken de middels niet om altijd goede boter te hebben, hetzij om zo te bewaren, hetzij op alle andere manier doch die middels zijn niet ge noeg gekend. Bij voorbeeld, om den ster ken smaak der boter te doen verdwijnen, is het voldoende ze te wasschen en te be werken in water, waarin dubbele kool zure kalk opgelost is, iu eene verhouding vanons tot éóne ons (30 gr.) voor 2 pond boter. Daarna wordt de boter, ge heel ontdaan van haren slechten smaak, afgespoeld en onmiddelijk gezouten. Laat ons eenige manieren van boter te bewaren onderzoeken, onder deze die goede uitslagen opgeleverd hebben. Ten einde de boter geheel versch te bewaren, handelen vele Fransche land bouwers als volgt Onmiddelyk na het karnen, wordt zij in eenen aarden pot geplaatst, en over goten met twee vingers gefiltreerd water. De pot met zijoen iuhoud wordt vervol gens in eene koele plaats, of beter nog in eenen kelder gedragen, waar men hem gedurende eenen dag laat staan. Den volgenden dag wordt het water weggego- ten en de boter wordt in klompen gesne den van do grootte van een appel, en zorgvuldig ontdaan van de karnemelk door kneding met de handen, nadat men deze in kcud water nat gemaakt heeft. Deze klompjes worden dan afgespoeld, en daarna wordt de boter opnieuw in den pot gestoken, en opnieuw met wator over goten. Deze bewerking der boter wordt twee maal per week herhaald en het water dagelyks vernieuwd. Door deze behandeling bewaren de Nor- mandische boeren hunne boter gedurende gansch den winter en verkoopen ze als dan zoo frisch dat zelfs goede kenners met moeite bewaarde boter van vorsch gemaakte herkennen. lang des zieken gedaan had, eenige maanden later tot zijn nadeel zouden uitgelegd worden, ofschoon zij slechts het welzijn van den lijder Antwoord, mijnheer zeide de rechter waartoe deze vragen aan eene dienstmeid Uit dezelfde reden, om welke ik my reeds tot jufvrouw de Fairières gewend had ik begon in twijfel te komen en wilde helder inzicht in de zaak hebben. Twijfeldet gij omtrent de ziekte Omtrent de vergiftiging. En om zulken twyfel op te lossen, vraagt gy naar het vermogen van den zieke, naar zynen stand en naar de betrekking van een vreemden man in de familie Dat is eene zonderlinge bezigheid voor eenen dokter Beksnt gij, dat gy reeds een plan ontworpen hadt, dat gij reeds begont nit te voeren Ik verzoek a mynheer.... De feiten spreken lnider, dan al uw ont kennen. Ik kom op 't begin uwer behandeling van de Fairières terug en zie, hoe gij u in 't huis gewichtig maakt, hoe gij den huisdok ter tegenwerkt. Het consult dat gy verlangt, is een krijgslist om zeker van awe zaak te zyn. Gy hebt het vergiftin handen gy kunt de werking er van verhaasten of verzwakken en dewijl de geneesheeren de ziekte natuurlijk vinden, hebt gij vry spel. Eene andere handelwijze der Fransche landbouwers bestaat hierin, dat men dc boter in eenen gewonen pot goed tasse, na ze eerst, zooals hierboven gewasschen en bewroeht te hebben. -De pot wordt daarna omgekeerd op eene diepe telloor, vol koud water ge legd, en in den kelder gedragen. Het wa ter der telloor moet iederen dag ver nieuwd worden. Wanneer de boter mag gezouten wor den, is de volgende manier van boter te bewaren, de beste Men wascht en bewerkt ze goed, ten einde ze te ontlasten van al de karne melk men breidt ze vervolgens uit op eene natte plaat, bij voorkeur marmer, en men rolt ze met eene houton rol die men nu en dan nat maakt, opdat de bo ter er niet zou aankleven. Daarna wordt zy orerstrooid in de ver houding van ééne ons per pond boter, met een mengsel op voorhand bereid en behelzende 2 aeeleu zout voor 1 deel fijn gemaakte broodsuiker, en één deel sal peter. Men werkt alles dooreen en rolt opnieuw. Dan tast men ze opnieuw goed in eenen pot. Eene week later is er door het samen trekken der boter eene ruimte ontstaan tusschen den klomp en de wanden van den pot. Dat is het oogenblik om ze te overdekken, omtrent een duim dik, met een pekel gemaakt met bij warm water 2 pond zout, 2 onsen broodsuiker en 1 ons salpeter te voegen, en deze oplossingen goed om te roeren en daarna af te gieten. J. M. Vooruitgang der liberalen. In 1894 streden radicalen en socialisten te gen de liberalen in 1900 hadden zij hun nen steun. Vele onder de gekozen libera len zijn eigenlijk geen liberalen, maar radicalen socialisten. En toch bekwamen zy den 27 Mei 54.142 stemmen minder dan in 1894. Dat heeten de liberalon vooruitgang. Neen Zij zijn tegen den Godsdienst niet onze liberalen van Kortryk en el ders Zij zworen 't by boog en by leeg als de kieziogen naderen, maar de valsche schynheiligaards kunnen niet lang hunne gevoelens verduiken als zij eens meenen dat het bun geen kwaad meer doen kan. Die lage, gemeene gevoelens braken over eenige dagen nog uit iu eenen arti kel van het Laatste Nieuws dieD wij met tegenzin, maar om eens te meer aan onze lezers te toonen waartoe de geuzen bo- kwaam zyn, overdrukken. De haarkappers en pruikmakers van 't Kortrijksche hebben zich zondag de - handen gewreven. 't Was haar processie. (Te Kortryk berust het heilig haar gelijk te Brugge het Heilig Bloed). Zal dan alles tegen mij pleiten riep Land regarde, alles, zelfs de onwetendheid uwer dokters Alles doet vermoeden, dat gy met eene hand het vergift bereidt, en het met de andere schijnbaar tegenwerkt. In elk geval verer gert de toestand van den lyder zyne smarten verdubbelen en gy staat er bijzonder hem te helpen of uit te roepen Hier werkt een moordenaarshand Welke rol speelt gy on- dertnsschen by het jonge meisje. Ik zal het u zeggen gij verpleegt zorgvuldig den vader, dien zij aanbidt. Zy roept n toe Red hem en gij schijnt haar te antwoorden, dat datgene, wat zy van u verlangt een wonder is, maar dat gij dit wonder wilt doen uit liefde tot haar, of ontkent gy, dat gy het hart Tan dit jonge meisje hebt zoeken te winnen Dat ontken ik bepaald. Gij handelt verkeerd gij zult toch wel begrypen, dat niemand kan aannemen, dat dit kind zich vanzelf in uwe armen geworpen heeft, n By deze woorden wierp de rechter een door dringenden blik op Landregarde, die plotse ling opsprong en zyne drift niet langer kon bedwingen. Ik mag niet zeggen, mynheer, riep hy hevig nit, dat gy uwe macht te buiten gaat, Tot over drie jaar wist dat niemand en opdat men het nooit meer vergete, - werd er nu alle jaren mot het heilig haar eens rond de stad gewandeld. De eerste uitgang had veel by val en riep al de bijgeloovige gladhoofden naar ons steedje I Remediën tegen haaruit- valling hadden gedaan en de coiffeur moest met zijne pommades, olieflesch- jes, enz. niet meer voor den dag komen Men diende nu voor de haarhersehie- ting! Veel kaalhoofden, ja talryke dom- - perskletsen deden zelfs de processie mede te paard en hunne gebeden zyn - zeker niet aanhoord geweest en waar- schijnlijk hebben zij sinds dien het - overige van hun haar verloren, want dit jaar ging het getal ruiters onbe- - merkt voorby zoo klein was het 1 - Klein succes dit jaar voor 't heilig haar niet waar Coiffeurs, haalt uwe - potten met remediën terug van den zolder I Ovorweegt die schandalige en spottend® taal en zegt my welke eerbied or nog zit in 't hert en den geest van dezen die zulks schrijft 1 Overweegt dat en onthoudt het tegen dat de geuzen nog eens van hunnen eerbied voor den Godsdienst spreken. Een dingen troost ons 't is dat de schryver van die walgelyke spotternij geeu kaalhoofd moet zijn, nog geen dom- persklets, maar een oSipjaaupaiqjoo ezels kop met grys haar én twee lange ooren en moesten de verlichte Kortryksche liberalen eens processie houden zy «ouden geene ruzie hebben om eenige zulke fernansgroepea samen te stellen 1 (Gazette van Kortrijk), Uit een artikel van priester Fonteyne, zondag 11. door Klokke Roeland meêge- deeld knippen wij De laagheden van zekere drukpers hebben ons ongevoelig gelaten. Als de honden bassen langs de straat men gaat voorbij en als straatschavuiten met vui- ligheid werpen naar den eerlijken voor- - bijganger de man stapt kloekmoedig - voort gerust en gelaten in zijn eerlijke - deftigheid en beandwoordt die helden- daad met verachting.s Komt dat niet juist overeen met het certificaat datM.Carton de Wiart,aflevert aan zijnen gewezen boezemvriend de af gestrafte priester Daens, in zijnen brief vm 15Jnni lit (Messager de Bruxelles 16 Juni li.) Wat de beleedigingen en de gewilde rfheden van M. Daeus betreft, schrijft Carton de Wiart, indien hij zich inbeeldt dat ik er ga op antwoorden hij bedriegt zich zeer wonderlyk 't Is een vak in t welk hij meester is gepas seerd. En daar ik de gevechten met ongelyke wapens niet verlang, laat ik hem de plaats over. Niet waar M. Fonteyne de gelijkenis is treffend want deze moet wel zeer uitgebreid zyn, maar ik maak er n opmerkzaam op, dat gij mij niet meer alleen beschuldigt. - Gy zyt mis ik beschuldig n alleen gij zyt voor alles verantwoordelijk. De bewyzen zyn verpletterend. Er werden geheime ge sprekken tusschen u beiden gevoerd. Het jonge meisje heeft n geschreven hier is de brief waarin zy n tot eene bijeenkomst uit- noodigt. Gy komt werkelijk samen en kiest eenzaamsten wandelweg, blyft tot tien uren buiten en jufvrouw de Fairières keert opgewonden naar huis terug. Twee da- later een nieuw rendez-vons. Het jonge meisje Bchynt geheel aan n gehecht. Kortom, gy wildet nit Caën vertrekken nw koffer ingepakt en plotselings worden de bord jes verhangen en gij vertrekt niet. Hoe dit te verklaren Wel, wegens zekere geruchten, die ik van jufvrouw de Fairières vornomen had. - Wat kon zy u mededeelen, dat gy niet reeds wist. Ik wist niet, dat het iemand kon inval len, my te beschuldigen. Gij moet bekennen, dat de jonge dame u een groot bewijs van genegenheid gaf, toen zy zoover ging om n een ongegrond gerucht mede te deelen. (Wordt roortgeset).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1900 | | pagina 1