Zondag 24 Juni 1900.
5 centiemen per nummer.
54ste Jaar 5480
Pensioen.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
DE
GIPTMENGSTER.
ZONDAGRUST.
BIJ DE SOCIOS.
De Melkerij in
den vreemde.
Tegen den
Godsdienst niet
Priester Fonteyne.
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
"tagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31,
en in alle Postkantoren des Lands
Guique auum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijn8dag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 23 Juni 1900.
Dank aan de krachtdadige werking der
catholieke partij, door hare tegenstrevers
van het binnenland zoo zeer, maar ten
onrechte, beknibbeld, nochtans door alle
Staatsmannen van het buitenland bewon
derd en toegejuicht, is de wet op de pen
sioen gestemd, bekrachtigd en afgekon
digd.
Zij is in het Staatsblad verschenen en
vandaar door de gazetten overgenomen en
zoo hebben wij ze ook gevooden in het
officieel Arbeidsblad van Mei 11.
Hoe zal de wet de meeste vruchten
geven
Het is niet genoeg dat zij gestemd zij,
men moet ze nog aan het volk doen ken
nen. En laat het ons rechtuit zeggen zij
is onder de kleine menschen nog niet
gekend en tot hen dringt zelden het ge
schreven artikel door. Het gesproken
woord alleen gaat tot daar.
Wie zal het goede zaad rondstrooien
Het zullen de wezenlijke missionarissen
van het arbeidende volk zijn en tot zijn
geluk zullen zij meer bijgedragen hebben
dan de wetgevers zeil die het ontwerp heb
ben gestemd.
Het zijn by zonderlij k de E. H. Pastoors
en Onderpastoors in hunne dagelykscben
omgang met het volk, het zijn de Onder
wijzers in hunne betrekkiugen met de
ouders die de hoofdzakelijke werking
kunnen verrichten.
Tot u, heeren, richten wij het woord en
durven u toeroepen de geestelijke en
verstandelijke belangen van het volk
rusten op u, neemt ook die zijner stoffe
lijke in zake der pensioen bijzonder ter
harte. Gij kunt het, en gij zult het doen
omdat uwe handeling de edelste dryfveer
ten gronde ligt: de zelfsoffering voor het
geluk en het welzijn van het volk. -
Om echter het recht te hebben u die
woorden toe te sturen zullen wij ook onze
plicht betrachten. Daarom willen wij de
nieuwe wet, die geroepen is wat licht en
beteruis in kommervolle toestanden te
brengen, wat toelichten en uitleggen.
Geven wij vooreerst een tafereeltje
waar bondig de voordeelen zijn uitgelegd
welke aan de nieuwe wet zijn vastgehecht.
Aan personen Voordeelen.
geboren in
1835 en vroeger. Indien zij werklieden
zyn, jaarlijksch pensioen
van 65 fr. zonder storting.
1836 tot 1842. Indien zy werklieden
zijn, pensioen van 65 fr.
's jaars, zonder storting
van af hun 65 jaar.
1843 tot 1845. Indien zy werklieden
zyn, pensioen van 65 fr.
op 65 jarigen ouderdom,
op vooiwaarde van in
H geheel 18 fr. te hebben
gestort,waar van minstens
3 fr. de drie eerste jaren.
21* VERVOLG.
De eenige in deze zaak betrokken per
soon is de weduwe Uerbelet, ging de rechter
voort. Deze heeft echter het procee gewon
nen en het papier kon haar slechts schaden.
Het bewyst wel, dat u niets meer toekomt
maar tevens ook, dat gy schnldeischer ge
weest zijt, wat zy in het proces ontkende. Gy
ziet dos dat deze dame dwaas zon geweest
zijn, indien zy het stnk vervalschte, daar het
in haar nadeel pleit, afgezien van 't gevaar
waaraan zy zich blootstelde.
Ik zweer n op myn eerewoord dat....
Zweer niethet gerecht wil bewyzen en
geen eed. Vooralsnog zyt gij de man, die op
een en twintigjarigen leeftijd beproefd heeft
op onrechtvaardige wyze in 't bezit eener
beduidende som geld te komen. Doch die
zaak is afgedaan en de rechtbank zal ze niet
oprakelen. Maar ik moet u bekennen, dat
deze misstap in uw verleden niet ten uwen
gunste pleit in het aanstaand proces.
Wat vermag ik tegen mijn lot
1846 tot 1859. Toelage van 60 centie
men per gestorteu frank
op de 25 eerste franks des
jaars, zoodat tcanneer
men van zijn 45* jaar,
2 fr. per maand stort,
men op 65 jaar eene
rente heeft van 170 fr.
's jaars.
1860 en later. Toelage van 60 centie
men per frank op de 15
eerste franks des jaars,
wat toelaat, als men 1 fr.
25 per maand storteene
rente te bekomen, die in
de meeste gevallen 1 fr.
per dag bereikt.
De wet bestaat uit twee deelen
1) De overgangsmaatregelen.
2) De eigenlijke wet op de pensioenen
verworven door persoonlijke stortingen
op de lijfrentkas, aangemoedigd door rijke
toelagen der openbare besturen.
I. De overgangsmaatregelen.
Zij bevatten verscbillige schikkingen
1) Werklieden, 65 jaar oud krijgen
jaarlijks 65 fr. zonder daarvoor een cen
tiem te moeten betalen.
De vrouw van een werkman geniet de
zelfde voordeelenzij zullen dus te samen
130 fr. 's jaars trekken indien beiden den
vereischten ouderdom hebben.
Zal als werkman in nood mogen aanzien
worden al degenen die niet als recht-
streeksche belastingen, patenten mede-
gerekend ten voordeele van den staat eene
som betalen van ten minste (art. 2 der
wet).
50 fr. in de gemeenten waarvan de be
volking niet tot 10,000 inwoners beloopt.
60 fr. in de gemeenten van 10 tot 25,000
inwoners.
70 fr. in de gemeenten van 25 tot 50,000
inwoners.
80 fr. in de gemeenten van 50,000 in
woners en meer.
Deze inlichtingen zyn getrokken uit
een kiesmanifest van den heer Hoyois
Volksvertegenwoordiger voor Doornik die
de wet heeft gestemd.
2) Werklieden van 58 tot 64 jaar oud
krijgen insgelijks een pensioen van 65 fr.
zonder eenige storting. Wie dus 58 jaar
wordt voor l"*n Januari 1901, zal op 65
jarigeu ouderdom 65 fr. pensioen krijgen.
Begint by nu te storten, dan kan hij dit
pensioen verhoogen en geniet, boven de
65 fr., nog de bijzondere toelagen waar
van wy later zullen spreken en welke
toegekend zyn aan de werklieden van
1846 tot 1859 geboren.
M. P. Daens beweert in Land van 3
Juni dat wie 65 fr. pensioen ontvangt
niets van het Armbureel zal ontvangen.
Dit punt zullen wy onderzoeken en
zullen daarover onze lezers inlichten.
Wellicht zal onze Pie met opzet hebben
Vervolgt).
dienstdoende Apotheker: Zondag 24 Juni
1900, Mr Callebaut, Botermarkt.
Ik spreek slechts van uwe daden.
Daarover heb ik u geantwoord.
Er ontstond eene kleine pauze rechter en
aangeklaagde schenen geheel vermoeid.
VIJFDE HOOFDSTUK.
Het verhoor werd weer voortgezel.
Toen gij den eersten avond d$n zieke be
zocht, hebt gy daar een jong meisje aange
troffen n vroeg de rechter.
Landregarde zag getroffen en by na ver
schrikt op doch hij vermande zich en ant
woordde bedaard Ja, mynheer
- Heeft dit meisje niet plotseling indruk
op n gemaakt
- Zooals zy op ieder ander, dan ik, zon
gemaakt hebben.
Dit ontkent gij dus niet.
Ik heb niets te ontkennen, omdat ik mij
daarby van geen kwaad bewust gevoel. Ech-
moet ik er by voegen, dat ze my meer
getroffen heeft door hare droefheid, dan door
hare schoonheid.
- Het kan zyn de gevolgen in de aan
klacht vermeld, bljj ven dezelfde. Den eersten
avond reeds toen gij u alleen met den zieke
moest bezig houden, hebt gy een onderhoud
gehad met de dame en haar uitgevorscht.
- Jawel, ik heb haar ondervraagd. Moest
ik het niet, om te kunnen handelen
Waarom hebt ge uwe vragen niet gerieht
Van het woordeken vrijheid wordt er
toch veel misbruik gemaakt. Niet alleen
de geuzen maar ook de socios beweren de
vrienden der vrijheid te zyn.
Ja, vrijheid voor hunne eigene partijge-
nooten maar voor anderen, niet.
Als zij nu toch zoo vrijheidgezind zijn
waarom beletten de socios van Rouhaix
de processiën uit te gaan
Roubaix is eene Fransche stad, dicht
bij de Belgische grenzen gelegen. Zij
heeft het onuitspreekbaar geluk door
eenen socialistischen gemeenteraad be
heerd te worden
Welnu die socios die altijd spraken van
vrij zijn, van vrij zijn gedacht te uiten,
van vrij te handelen, die fameuze jannen
verbieden de processiën
De processie mag in Roubaix niet uit
gaan I De socios mogen op straat huilen
en tieren, de geuzen mogen ar lawijd ma
ken dat hooren en zien vergaan, dat is
niets maar dat eene ingetogene menigte
God vereerd door boetgezangen, zie dat
mag niet zijn
De socios zijn voor de vrijheid van allen
en de catholieken mogen op straat hun
nen God niet vereeren I Mannen die be
weren verdraagzaam te zyn, andermans
zienswijze te eerbiedigen, iedereen vry te
laten in zijn handel en wandel, beletten
dat.
Niet waar, lezers, de socios zyn tegen
den Godsdienst niet
Om zich te verontschuldigen zeggen
zij de geuzen zijn begonnen de proces
siën te verbieden wy moeten die dekre
ten uitvoeren 1
Het is waar de geuzen hebben het eerst
de processiën verboden maar, heeren
socios, gij zijt toch de knechten der geu
zen niet. Indien bet u niet behaagde
moest gij dat aartsslecht geuzenwerk niet
uitvoeren. Verbreek dat besluit, vertrapt
het of werpt het in de scheurmand.
Gij zyt meerderheid, gy kunt dat.
Mannen van gelyke rechten, gelijke
plichten gij hebt het recht niet de pro-
cessïëu te verbieden. De straat hoort zoo
goed aan de catholieke geloovigen als aan
de godhatende niet-geloovigen.
Met welk recht verbiedt gij de proces
siën.
Gij maakt misbruik van uw macht I
Wat kan het u geven dat de brave een
voudige christene menschen op straat
hunnen God vereeren Wat kan u dat
deeren
Gy zegtGod bestaat niet Hij heeft
geen macht,geen invloed.
Wat kan het u hinderen dat zij die aan
God gelooven dat Opperwezen aanbidden
welke gy beweert niet te bestaan. Die
handeling moet voor u zeer onschuldig
zyn.
Zegt, socios, wat kan het u hinderen en
waarom verbiedt gy de processiën terwijl
gij andere stoeten toelaat den doorgang
der straten voor een zekeren tijd te be
lemmeren
tot de meesteres des haizes, tot mevrouw de
Fairières zelf
Deze dame bleef stom tegenover my.
't Is mogelijk, dat ze weinig vertrouwen
in u stelde, omdat gij haar geheel onbekend
waart.
Ik was geneesheer.
Dat is niet voldoende om vertrouwen in
te boezemen. Maar om 't even. Wat ons hier
g houdt is de omstandigheid, dat gy u
dadelyk tot jufvrouw de Fairières gewend
hebt, met het doel om haar vertrouwen te
verwerven.
Landregarde voelde hoe 't bloed hem naar
het hoofd steeg, maar hy bedwong zijne opge
wondenheid en zeide kalm Gij vergist n,
mijnheer.
Den volgenden morgen doet gy aan de
meid uit het huis nog meer vragen, gij vraagt
naar het vermogen van den heer de Fairidres
en, wat nog meer is, gij schijnt wantrouwen
te vatten tegen eenen jongen man, dien ge
daags te voren by jufvrouw de Fairidres ge
zien hadt en van wien gij reeds wist, dat hy
noch haar broeder noch een bloedverwant
was.
Landregarde scheen door zoo groote nauw
keurigheid iu de bijzonderheden der beschul
diging geheel verpletterd. Hij had niet ge
dacht, dat de weinige vragen, die hy in 't be-
Maar gij haat den Godsdienst dien gij
beweert u onverschillig te laten. Gij hebt
de vrijheid niet lief omdat gij den haat
in het hert hebt.
Iu kwestie van vrijheid gezindheid baat
gij ook, zoowel als de geuzen, het woord
uit en de catholieken alleen hebben de
zaak.
Bewaren der Boter.
Eene der moeilijkste zaken voor de
huishoudsters, is altijd goede boter te
hebben Zulks is, op zekere tijden van het
jaar, bijna onmogelijk, welke ook de prijs
weze die men er voor betaalt en den ver-
kooper tot denwelken men zich richt. De
oorzaken van dezen slechten staat der
boter op zekere tijdstippen, zijn talrijk
b. v. in den winter, de voeding der melk-
koeiën die invloed heeft op de hoedanig
heid der melk, en in den zomer, de groote
warmte die de vastheid der boter vermin
dert en de gebreken der fabricatio meer
doet nitkomen.
Nochtans ontbreken de middels niet
om altijd goede boter te hebben, hetzij om
zo te bewaren, hetzij op alle andere
manier doch die middels zijn niet ge
noeg gekend. Bij voorbeeld, om den ster
ken smaak der boter te doen verdwijnen,
is het voldoende ze te wasschen en te be
werken in water, waarin dubbele kool
zure kalk opgelost is, iu eene verhouding
vanons tot éóne ons (30 gr.) voor 2
pond boter. Daarna wordt de boter, ge
heel ontdaan van haren slechten smaak,
afgespoeld en onmiddelijk gezouten.
Laat ons eenige manieren van boter te
bewaren onderzoeken, onder deze die
goede uitslagen opgeleverd hebben.
Ten einde de boter geheel versch te
bewaren, handelen vele Fransche land
bouwers als volgt
Onmiddelyk na het karnen, wordt zij
in eenen aarden pot geplaatst, en over
goten met twee vingers gefiltreerd water.
De pot met zijoen iuhoud wordt vervol
gens in eene koele plaats, of beter nog in
eenen kelder gedragen, waar men hem
gedurende eenen dag laat staan. Den
volgenden dag wordt het water weggego-
ten en de boter wordt in klompen gesne
den van do grootte van een appel, en
zorgvuldig ontdaan van de karnemelk
door kneding met de handen, nadat men
deze in kcud water nat gemaakt heeft.
Deze klompjes worden dan afgespoeld, en
daarna wordt de boter opnieuw in den
pot gestoken, en opnieuw met wator over
goten.
Deze bewerking der boter wordt twee
maal per week herhaald en het water
dagelyks vernieuwd.
Door deze behandeling bewaren de Nor-
mandische boeren hunne boter gedurende
gansch den winter en verkoopen ze als
dan zoo frisch dat zelfs goede kenners
met moeite bewaarde boter van vorsch
gemaakte herkennen.
lang des zieken gedaan had, eenige maanden
later tot zijn nadeel zouden uitgelegd worden,
ofschoon zij slechts het welzijn van den lijder
Antwoord, mijnheer zeide de rechter
waartoe deze vragen aan eene dienstmeid
Uit dezelfde reden, om welke ik my
reeds tot jufvrouw de Fairières gewend had
ik begon in twijfel te komen en wilde helder
inzicht in de zaak hebben.
Twijfeldet gij omtrent de ziekte
Omtrent de vergiftiging.
En om zulken twyfel op te lossen, vraagt
gy naar het vermogen van den zieke, naar
zynen stand en naar de betrekking van een
vreemden man in de familie Dat is eene
zonderlinge bezigheid voor eenen dokter
Beksnt gij, dat gy reeds een plan ontworpen
hadt, dat gij reeds begont nit te voeren
Ik verzoek a mynheer....
De feiten spreken lnider, dan al uw ont
kennen. Ik kom op 't begin uwer behandeling
van de Fairières terug en zie, hoe gij u in
't huis gewichtig maakt, hoe gij den huisdok
ter tegenwerkt. Het consult dat gy verlangt,
is een krijgslist om zeker van awe zaak te
zyn. Gy hebt het vergiftin handen gy kunt
de werking er van verhaasten of verzwakken
en dewijl de geneesheeren de ziekte natuurlijk
vinden, hebt gij vry spel.
Eene andere handelwijze der Fransche
landbouwers bestaat hierin, dat men dc
boter in eenen gewonen pot goed tasse,
na ze eerst, zooals hierboven gewasschen
en bewroeht te hebben.
-De pot wordt daarna omgekeerd op
eene diepe telloor, vol koud water ge
legd, en in den kelder gedragen. Het wa
ter der telloor moet iederen dag ver
nieuwd worden.
Wanneer de boter mag gezouten wor
den, is de volgende manier van boter te
bewaren, de beste
Men wascht en bewerkt ze goed, ten
einde ze te ontlasten van al de karne
melk men breidt ze vervolgens uit op
eene natte plaat, bij voorkeur marmer,
en men rolt ze met eene houton rol die
men nu en dan nat maakt, opdat de bo
ter er niet zou aankleven.
Daarna wordt zy orerstrooid in de ver
houding van ééne ons per pond boter,
met een mengsel op voorhand bereid en
behelzende 2 aeeleu zout voor 1 deel fijn
gemaakte broodsuiker, en één deel sal
peter. Men werkt alles dooreen en rolt
opnieuw. Dan tast men ze opnieuw goed
in eenen pot.
Eene week later is er door het samen
trekken der boter eene ruimte ontstaan
tusschen den klomp en de wanden van
den pot. Dat is het oogenblik om ze te
overdekken, omtrent een duim dik, met
een pekel gemaakt met bij warm water 2
pond zout, 2 onsen broodsuiker en 1 ons
salpeter te voegen, en deze oplossingen
goed om te roeren en daarna af te gieten.
J. M.
Vooruitgang der liberalen. In
1894 streden radicalen en socialisten te
gen de liberalen in 1900 hadden zij hun
nen steun. Vele onder de gekozen libera
len zijn eigenlijk geen liberalen, maar
radicalen socialisten. En toch bekwamen
zy den 27 Mei 54.142 stemmen minder
dan in 1894.
Dat heeten de liberalon vooruitgang.
Neen Zij zijn tegen den Godsdienst
niet onze liberalen van Kortryk en el
ders Zij zworen 't by boog en by leeg als
de kieziogen naderen, maar de valsche
schynheiligaards kunnen niet lang hunne
gevoelens verduiken als zij eens meenen
dat het bun geen kwaad meer doen kan.
Die lage, gemeene gevoelens braken
over eenige dagen nog uit iu eenen arti
kel van het Laatste Nieuws dieD wij met
tegenzin, maar om eens te meer aan onze
lezers te toonen waartoe de geuzen bo-
kwaam zyn, overdrukken.
De haarkappers en pruikmakers van
't Kortrijksche hebben zich zondag de
- handen gewreven.
't Was haar processie. (Te Kortryk
berust het heilig haar gelijk te Brugge
het Heilig Bloed).
Zal dan alles tegen mij pleiten riep Land
regarde, alles, zelfs de onwetendheid uwer
dokters
Alles doet vermoeden, dat gy met eene
hand het vergift bereidt, en het met de andere
schijnbaar tegenwerkt. In elk geval verer
gert de toestand van den lyder zyne smarten
verdubbelen en gy staat er bijzonder hem te
helpen of uit te roepen Hier werkt een
moordenaarshand Welke rol speelt gy on-
dertnsschen by het jonge meisje. Ik zal het
u zeggen gij verpleegt zorgvuldig den vader,
dien zij aanbidt. Zy roept n toe Red
hem en gij schijnt haar te antwoorden, dat
datgene, wat zy van u verlangt een wonder
is, maar dat gij dit wonder wilt doen uit
liefde tot haar, of ontkent gy, dat gy het
hart Tan dit jonge meisje hebt zoeken te
winnen
Dat ontken ik bepaald.
Gij handelt verkeerd gij zult toch wel
begrypen, dat niemand kan aannemen, dat
dit kind zich vanzelf in uwe armen geworpen
heeft, n
By deze woorden wierp de rechter een door
dringenden blik op Landregarde, die plotse
ling opsprong en zyne drift niet langer kon
bedwingen.
Ik mag niet zeggen, mynheer, riep hy
hevig nit, dat gy uwe macht te buiten gaat,
Tot over drie jaar wist dat niemand
en opdat men het nooit meer vergete,
- werd er nu alle jaren mot het heilig
haar eens rond de stad gewandeld.
De eerste uitgang had veel by val en
riep al de bijgeloovige gladhoofden naar
ons steedje I Remediën tegen haaruit-
valling hadden gedaan en de coiffeur
moest met zijne pommades, olieflesch-
jes, enz. niet meer voor den dag komen
Men diende nu voor de haarhersehie-
ting!
Veel kaalhoofden, ja talryke dom-
- perskletsen deden zelfs de processie
mede te paard en hunne gebeden zyn
- zeker niet aanhoord geweest en waar-
schijnlijk hebben zij sinds dien het
- overige van hun haar verloren, want
dit jaar ging het getal ruiters onbe-
- merkt voorby zoo klein was het 1
- Klein succes dit jaar voor 't heilig
haar niet waar Coiffeurs, haalt uwe
- potten met remediën terug van den
zolder I
Ovorweegt die schandalige en spottend®
taal en zegt my welke eerbied or nog zit
in 't hert en den geest van dezen die zulks
schrijft 1 Overweegt dat en onthoudt het
tegen dat de geuzen nog eens van hunnen
eerbied voor den Godsdienst spreken.
Een dingen troost ons 't is dat de
schryver van die walgelyke spotternij
geeu kaalhoofd moet zijn, nog geen dom-
persklets, maar een oSipjaaupaiqjoo ezels
kop met grys haar én twee lange ooren
en moesten de verlichte Kortryksche
liberalen eens processie houden zy «ouden
geene ruzie hebben om eenige zulke
fernansgroepea samen te stellen 1
(Gazette van Kortrijk),
Uit een artikel van priester Fonteyne,
zondag 11. door Klokke Roeland meêge-
deeld knippen wij
De laagheden van zekere drukpers
hebben ons ongevoelig gelaten. Als de
honden bassen langs de straat men gaat
voorbij en als straatschavuiten met vui-
ligheid werpen naar den eerlijken voor-
- bijganger de man stapt kloekmoedig
- voort gerust en gelaten in zijn eerlijke
- deftigheid en beandwoordt die helden-
daad met verachting.s
Komt dat niet juist overeen met het
certificaat datM.Carton de Wiart,aflevert
aan zijnen gewezen boezemvriend de af
gestrafte priester Daens, in zijnen brief
vm 15Jnni lit (Messager de Bruxelles
16 Juni li.)
Wat de beleedigingen en de gewilde
rfheden van M. Daeus betreft, schrijft
Carton de Wiart, indien hij zich
inbeeldt dat ik er ga op antwoorden
hij bedriegt zich zeer wonderlyk 't Is
een vak in t welk hij meester is gepas
seerd. En daar ik de gevechten met
ongelyke wapens niet verlang, laat ik
hem de plaats over.
Niet waar M. Fonteyne de gelijkenis is
treffend
want deze moet wel zeer uitgebreid zyn, maar
ik maak er n opmerkzaam op, dat gij mij niet
meer alleen beschuldigt.
- Gy zyt mis ik beschuldig n alleen gij
zyt voor alles verantwoordelijk. De bewyzen
zyn verpletterend. Er werden geheime ge
sprekken tusschen u beiden gevoerd. Het
jonge meisje heeft n geschreven hier is de
brief waarin zy n tot eene bijeenkomst uit-
noodigt. Gy komt werkelijk samen en kiest
eenzaamsten wandelweg, blyft tot tien
uren buiten en jufvrouw de Fairières keert
opgewonden naar huis terug. Twee da-
later een nieuw rendez-vons. Het jonge
meisje Bchynt geheel aan n gehecht. Kortom,
gy wildet nit Caën vertrekken nw koffer
ingepakt en plotselings worden de bord
jes verhangen en gij vertrekt niet. Hoe dit te
verklaren
Wel, wegens zekere geruchten, die ik
van jufvrouw de Fairières vornomen had.
- Wat kon zy u mededeelen, dat gy niet
reeds wist.
Ik wist niet, dat het iemand kon inval
len, my te beschuldigen.
Gij moet bekennen, dat de jonge dame
u een groot bewijs van genegenheid gaf, toen
zy zoover ging om n een ongegrond gerucht
mede te deelen.
(Wordt roortgeset).