Zondag 8 Juli 1900 5 centiemen per nummer. 54ste Jaar 5485 1 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Aan den gezichteinder. DE GIFTMENGSTER. De werkmanspensioenen. Prijzen van Reinigheid. Vergadering der Rechterzijde.- DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kw'lantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar Men schrijftin bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N.31, en in alle Postkantoren des bands Guique «num. Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnisse op 3* bladzijde 50 centiemen Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad Aalst, 7 Juli 1900. Wij gaan breekspel spelen, heeft M. Vandervelde uitgeroepen wij gaan de Kamer het onderste boven zetten tot dat wy het algemeen stemrecht hebben be komen. Eu degroenen doen meè 'f Land van Aelst eiscbt zelfs dat er bloed voor vergoten worde. De strijd om A. S. gaat dus voor goed herbegiuuen. Denderbode heeft over A. S. reeds zijn gedacht gezegd en zijn beweegreden heb ben de voorstaanders dier hervorming niet weêrlegd. Zij redeneeren altijd ne vens de zaak en hebben schrik den stier bij de horens te vatten. A. S. is de gelijk heid, zegt men. Maar in bet maatschappelijke leven is iedereen niet gelijk volstrekt niet. Als de socios de gelijkheid beloven, dan houden zij het volk voor een groot kind dat men met speelgoed vermaken moet. De maatschappelijke gelijkheid is onmogelijk. Nu het kiesrecht is wel een uitvloeisel uit het maatschappelijke leven. Men kiest, niet omdat men mensch is, maar als burger. Inderdaad indien kiezen een natuur recht is, dan moeten de vreemdelingen, de vrouwen, de kinderen tot dc jaren van verstand gekomen ook kiezen. Een rijke heer ryilt met .zijnen koetsier ter stembus. Onderweg bespreken zy den keus en de candidaten, maar kunnen niet 't akkoord geraken. Ten slotte zegt de heer Laat ons terugkeeren onze stemmen gaan zich we derzyds vernietigen. Het is net zoo goed niet te stemmen. Dat is bet fameus A. S. en vraag u, lezer, een stelsel dat tot zulke domheden leidt is het dwaas genoeg Wie vraagt het A. S. De socios omdat zij denken aldus baas te geraken, degroenen, uit heersch- en baatzucht, omdat zij steuu vinden het meest by het kleine volk aan wie zij de onnoozelste dingen kunnen wijs maken en wier hoofd op hol is door bunno uit zinnige beloften en lage ophitsingen, sommige liberalen ook uit lang verkropte woede omdat zij van het staatsscbotellje zijn weggekegcM en om het leven aan de catholieken ondragelijk te maken. Al de liberalen gaan met dien stroom niet meê, Zy zien in dat bet A. S. voor hunne party de genadeslag zijn zou. Wij zulleu de gebeurtenissen afwachten maar houden ons vast overtuigd dat het volk door de maskaradeu klaar zal zien en die ellendelingen naar bebooren zal vergelden. Wat het volk wil is geen foor- lawaai maar ernstig werk, goede wetten. Sedert onze Pie aan A. S. droomt is zyn verstand op hol. De openbare maebteo, schrijft bij, zijn onverschillig aan 't volk. Waarom Geef alleman ééu stem en gij zult den tocstaDd zien veranderen. De eerste volzin is een laffe leugen, de tweede een kolossale dwaling. Inderdaad. Ouze Pie weet heel goed dat het catholiek bestuur het mogelijke doet voor den werkman. Als bewijs kun nen wij hem naar onze maatschappelijke wetgeving verwijzen. Die leugen is laf omdat zij gedaan wordt met bet lage doel bet volk tegen onze vrienden op te hitsen en er voordeel uit te trekken. Do tweede volzin bevat eene kolossale dwaling. Zie eens naar Frankrijk. Is de toestand daar voor de werklieden beter Bestaan daar lijk in België zulke gunstige wetteu voor de werkliedeu En nochtans in Frankrijk bestaat A. S. En dat gezegend land voor onze Pië komt hier onze wetten afschrijven om ze daar in te voeren 0 arme man Wat beklagen wo uwe lezers cu de ongelukkigen die ongeleerd jenoeg die ezelarijen niet weerleggen runnen. Indien wij geene vaste princiepen had den dan zouden wij aanstonds het ver plicht onderwijs vragen want waarlijk de groene judassery steunt slechts op uit zinnige beloften en op blinde onwetend heid. 23* VERVOLG. Het gevRar, waarin Gabriëlle verkeerde, ■taalde zijnen moed en wekte hem uit den dommel der onverschilligheid. Werd hy schuldig verklaard, dan was hare eer verlo ren. De booze tongen zouden zioh daarover verheugen, haar onmeêdoogend vervloeken. Er had een gausche ommekeer in hem plaats; van een gedwee lam werd hij een getergde leenw. Ha, ik verschoonde n riep by nit. zich in den geeet tot diegene wendende, waaraan hy al dit onheil toeschreef. Ik beperkte de bewijzen mijner onschuld uit vrees, dat er eeno schaduw van smet op dien engel van goedheid en reinheid mocht vallen. Eene me nigte zware vermoedens, die tegen u getui gen, stonden te mijnen dienste ik zweeg om uw naam en uwe familie niet te schandvlek ken. Maar tot hiertoe en niet verder. Nu is aan my de beurt. Al zal nw naam voor eeuwig gebrandmerkt worden, ik zal Gabriëlle en mij rechtvaardigen, ik sal u verpletteren, zooals ge het verdient 1 n Le Bien public Het Handels blad en nog andere dag- en weekbladen verheugen zich omdat M. A. De Backer in - Klokke Roeland heeft afgekondigd dat hij zich by de Rechterzijde wil aan sluiten Men gaat zelfs zoo verre er hem geluk over te wenschen. Moesten die confraters de toestanden in ons Arrondissement, de handelwijze der groene chefs kenneü, de polemiek van de organen der ttroene kliek, - Klokke Roe land't Recht, - Land van Aelst, waardeeren, zo zouden anders oordeelen en M. De Backer toeroepen, gelijk wij, blijft maar daar, blijft bij de liberalen en socialisten die uwe kiezing hebbeu verze kerd.... Wij zouden nog kunnen begrijpen dat er aan de groenen door zekere lieden lootjes worden gegeven, indien men M. )e Backer noodig had om de catholieke meerderheid te versterken maar zoo is 't nietwij hebben zijne hulp niet noodig... Moesten wij wekelijks de organen van M. De Backer ontleden, een volle blad- zyde ware onvoldoende om de gemeene en platte beleedigiDgeu, versmadingen en snoode lasteringen aan te toonen die hij, M. De Backer, met zyne toestemming ze keren Van Cleven en P. V. in de groene organen en anderen laat uitbraken tegen Z. H. den Paus, H. H. onze Bisschoppen, de Eerw. Pastoors, ic een woord tegen de gansche Geestelijkheid welke den afge- straften priester Daens niet willen be wonderen en ook tegen onze catholieke leiders... Maar neen 1 Meer dan eens heeft men ens naar in lichtingen gevraagd omtrent de pensioen wet, onlaugs door de Kamers gesterad. Bij gebrek aan inlichting moesten wij veel lieden onbeantwoord terugzenden. Men weet, dat de wet in werking komt op 1 januari 1901. Wij herinneren dus uog eens de hoofd bepalingen dezer verreikende wet, die, alhoewel Diet het ideaal zijnde, dan toch door duizenden en duizenden als eene weldaad zal worden aanzieD. De socialisten schermen altijd met het woord almoes zij vergeten te zeggen dat, om reeds iets te kunnen doen, da re- geeriDg eene som van 10 millioen beeft gestort. Natuurlijk, zij die maar te babbelen hebbeu en zelfs meestendeels leven in den eenen of anderen coöperatieven kaas, op de kosten der werklieden, hebben gemak kelijk te protesteeren maar de regee ring heeft gehandeld en dat is beter dan duizend protestaties. Om tot de wet terug te keeren Zij, diejong zijn, moeten werken voor de samenstelling van hun pensioen en de Staat helpt hun door bijdragen. Voor hen, die oud zijn, die de 60 be reikt hebbeu, heeft de wet zelf gezorgd. Werklieden, mannen of vrouwen, die in hun eigen bestaan niet kun nen voorzien en die 65 jaar oud zijn vóór 1 januari, hebben recht op 65 fr. pensioen 's jaars een hu- welij kspaar dat zich in dien toe stand bevindt zal 130 fr. trekken. Wij hopen maar één ding en dat is dat de Armbesturen niet van dien toestand zullen profiteeren om tot de ondersteunde behoeftigen te zeggen ge trekt nu 65 fr., wij zulleu u die afhouden zoo niet ziju die menschen even vet als voorheeD. Wy herhalen wat wy reeds zegden voor de belanghebbenden, die op 1 januari 1901 nog geen 65 jaar oud zijn. 2° De werklieden, die voor 1 januari 1901 den ouderdom vau 58 jaar bereiken, zullen ook 65 fr.'s jaars krijgen, als zij 65 jaar oud zullen geworden zijn, zonder dat zij daarvoor iets te storten hebben. 3" De werklieden, die voor 1 januari 1901 tien ouderdom van 55 tot 58 jaar, niet-inbegrepen, bereikt hebben, moeten, om hetzelfde pensioen van 65 fr. te ge- Dieten als zij 65 jaar zijn ten min ste 18 fr. in de Lijfrentkas gestort hebben. De stortingen moeten gedaan worden iu eeu tijdperk dat ten minste drie jaar lang is. De stortingen die zij doen, moeten ten minste drie franks per jaar bedragen. Dus iemaud die nu voor 1 januari 55 jaar wordt moet 18 fr. storten. Hij mag dat doen iu 3 jaren met elk jaar 6 franks te storten. Hij mag het doen in 4-jarcn telken jare fr. 4,50 stortende Hij mae bet doen in 5 jaren telken jare fr. 3,60 stortende En hij mag het doen ic 6 jaren tel ken jare 3 fr. stortende. Weldra zal het koninklijk be sluit, verschijnen waarin de voor waarden en wijze van inschrijven zullen vastgesteld worden. Reisje naar Antwerpen. 't Schijnt dat de Aalsterscho liberale Werkmanskring zich maandag 11., weêr eens beeft doen onderscheiden. Zouden de anders zoo praatzieke Dendergalmers du niet de reden laten kennen om de welke aan velen den iogang van den beestenhof werd geweigerd Terwijl de rechtbank navorachiDgen deed, schreef Landregarde in de eenzaamheid zij ner cel zyne verdediging Moge spoedig de dag aanbreken riep hij uit, Nog eenmaal dacht hy aan haar, die hij liefhad en gevoelde medelyden in zijn hart hij vreesde nogmaals voor den zoo gauw ge. schonden naam van een jong meisje. Denzelfden avond, kreeg mevrouw de Fai- rières eenen brief, waarin zij verzocht werd een bezoek bij den gevangene aan te vragen Zij antwoordde hem, dat dit bezoek niet zou toegestaan worden. Landregarde schroef om aan te honden, hy moest haar noodwendig spreken. Toen verscheen dokter Ilngonet bij den laatigen, eigenzin nigen gevangene. Met n heb ik niets te maken, hernam deze. Mevrouw de Fairières is ziek, hernam de dokter. Landregarde trok de schouders. "Wat verlangt gij van haar hernam Hu- gonet. Ik ben haar vertrouwelingen.... Wat ik haar te zeggen heb, raakt geen derde. Dat spijt my, want zij zal niet ko men. Gij moet begrijpen, dat zij dat niet kan. Er zyn dingen, die men een acherpsiunig man niet behoeft te verklaren. Wel, dan zal ik datgene, wat ik haar te zeggen heb, bewaren tot den dag van de openbare zitting. Maandag 2 Juli, '2en dag onzer Kermis, heeft met de gebruikelijke plechtigheid, ter Groote Feestzaal van ods Stadhuis, de Uitreiking plaats gehad der prijzen van Reinigheid en zindelijkheid der wer- kersgezinoen jaarlijks uitgeloofd door het Bureel van Weldadigheid. De heer, M. L. Geeraerdts, onze acht bare Burgemeester, omriugd vau de hee ren Schepeu, Gemeenteraadsleden, Leden en Armbezoekers van 't Bureel van Weldadigheid, zat de plechtigheid voor. Talrijke heeren en dames behooreude tot pi irate maatschappijen of vereenigin- gan van liefdadigheid, enz vereerden de plechtigheid door hunne tegenwoordig heid. Na eeu openingstuk uitgevoerd door onze Koninklijke Harmonie sprak de heer Burgemeester de volgende redevoering uit, welke menigwerf door goedkeurende betoogingen werd begroet. Dames en Heeren, Nogmaals is mij de aangename taak opge legd in den naam van het Stadsbestuur de Leden van ons Weldadigheidsbureel, de Dames en de Heeren die zich edelmoedig ge lasten met het bezoeken der armen ten huize, te bedanken en aan te moedigen. De noodlijdenden ten hnize bezoeken om ze te helpen in hnnnen lastigen toestand is wel is waar eene plicht door de christelijke broederlijkheid opgelegd doch, wanneer ie ver en zelfsopoffering dezen plicht veredelen, baart het eerbied en bewondering. Soms ge beurt het dat de gifte, om Godswil geschon ken, niet met dankbaarheid wordt aange nomen. Nogtans in het algemeen moeten wij bestatigen dat de ondersteunde noodlijdendeu herkentelijk zijn voor hunne weldoeners. Verleden jaar, wanneer wij de arbeidende huisgezinnen aanzettedan, in het belang van hun eigen welzyn zoowel als van de openbare gezondheid, om zindelijkheid en reinigheid in hunne woning te behouden, trokken wy de bezondere aandacht van allen op deze groote waarheid dat het huiselyk geluk van den werkman afhangt van de zorgen die in zijnen huiskring heerschen. Vooruitgang en verbe tering wordt onder dit opzicht bestatigd, vele ongezonde, onbruikbare woningen verdwijnen en worden gesloten om door ruime en goed- vetlnchte gebouwen vervangen te worden. Ons Stedelijk Bestuur door de stichting en de strenge uitvoering van de reglementen op de bonwingen,door de geneeskundige Commissie aangeprezen,heeft tot dezen toestand krachtig medegewerkt. Wanneer het gebouw in defti- gen staat verkeert, wordt ook de woning zin delijk gehouden en blijft zij gezond. Ook hebben degenen die gelast zijn met het toe kennen van de prijzen van reinigheid in het bezoeken van de werkmanshuizen opgemerkt dat, waar voorheen slordigheid en onacht zaamheid bestond, thans meer orde en reinig heid bevonden worden. Door de herinrichting van den reinigheids- dienst der straten zal ten andere het Stads bestuur medehelpen tot de gezondmaking der werk manskwartieren Wij wenschen dus geluk aan die werkers- gezinnen welke heden eene aanmoediging ontvangen omdat zij boven anderen door reinigheid uitmunten. Wy verwachten van hen dat zij het voorbeeld zullen blyven geven. Eene gezonde woning, een voldoend loon voor de werkers, een pensioen aan dezen die door ongeval of onderdom belet zijn te wer ken, zietdaar wenschen die dienen langzamer hand verwezenlijkt te worden. Soms ontstaan geschillen tusschen patronen en werklieden meermaals wordt het Stede lijk Magistraat geroepen om in de moeilijk heden tusschen te komen als bemiddelaar. Wij gelooven aan de werklieden te moeten aanraden, vooraleer het werk te staken, de bemiddeling te vragen, hetzij van den Nijver heids- en Werkraad, hetzij van invloedheb bende personen, hetzij van het Stedelijk Be- ■tnnr, wiens dienstvaardigheid aan niemand ontzegd. Geschillen tusschen patronen en werklieden kunnen doorgaans gemakkelijker vereffend worden vóór dat het uiterste middel, eene werlutaking gebruikt wordt. In den loop van dit jaar ie door de wetge vende Kamers eene wet gestemd die aan allen werkman, op 1" Januari 1901, 65 jaren oud wezende, een jaarlyksch pensioen verleent van 65 franken. Anderen, die op dezelfden datum 55 jaren oud zyn knnnen insgelijks dit pensioen verkrijgen op den gestelden onderdom, mits kleine stortingen te doen in de algemeene Lijfrentkas. Deze wet die tot eere strekt van de catholieke Regeering die ze heeft voorgedragen, is voorzeker van aard in ruime mate het lot der oude werklieden te verbeteren. Deze wat zal ook voor gelukkig jsvolg hebben do oude werklieden niet meer ;e verplichten in Godshuizen of Gestichten de laatste jaren van hun leven te moeten door brengen. Man en vrouw znllen niet meer ge scheiden worden zy znllen tot last van hnn- ne kinderen niet meer wezen en hun brood de openbare weldadigheid niet meer afbe delen In hunnen ouden dag zullen zij nog de vreugden van hun huiselijk leven kunnen genieten daar die wet aanzienlijke toelagen verleent aan de erkende Maatschappijen van onderlingen Bijstand en bijgevolg belangrijke voordeelen verschaft aan allen werkman lid van zulkdanige maatschappij, behalve den geneeskundigen en gsldelijkon onderetand welke de leden dezer maatschappijen beko men wanneer hen eene ziekte of een werkon geval overkomt, wordt er hen nog verzekerd op bepaalden onderdom eene jaarlijkscbe en levensdurende rente die naarvolgens de ge dane stortingen tot eenen frank daags kan beloopen. Wy kunnen er dus niet genoeg op aandrin gen opdat iedere werkman lid worde van eene der verschillige Maatsehnppyen van onderlingen Bijstand in deze Stad tot stand gebracht. Hngonet liep eene rilling door de leden en ging op dubbel zoeten toon voortIn haren toestand, als weduwe van het slachtoffer en als stiefmoeder van jufvrouw de Fairières.... Lieve Hemel, dat ia toch natuurlijk Ja, het is inderdaad natuurlijk, dat ik haar moet spreken, omdat verschillende zaken haar zeer nauw aangaan, aeide Landregarde met bitteren spot, die Hugonet nog meer van zyn stuk bracht. Wanneer het te doen is om hare belofte te verkrijgen niet tegen n te getuigen, dan kan ik u geruststellen. Mevrouw de Fairières, ging hij op huichelachtigen toon voort, is evengoed als ik overtuigd, dat gij met de beste bedoeling gehandeld hebt. Mijne bedoeling waarborgt mij niet my- ne onschuld. Wel, waarde collega, ik meen dat wij alleen aan die fouten schuldig zyn, die wij met ons weten te vervullen. Volgens n heb ik dus door onwetendheid gezondigd, zeide de gevangene, zijn scher pen blik op Hugonet gevestigd hondend, Deze durfde niet antwoorden. u Spreek toch, mijnheer, zeide Landre garde, spreek toch, het cal my genoegen doen eindelijk nwe zienswyze te vernemen. Het vergift is aanwezig, stotterde Hn gonet, bijgevolg eene vergiftiging en een dader. En daaruit besluit gij Ik geloof eerder, zeide Hngonet aarze lend, dat de trots u verleid of de wetenschap den steek gelaten heeft, dan met de rechtbank aan te nemen, dat gij met voorbe dachten rade gehandeld hebt. Uwe meening verheugt mij inderdaad, zeide Landregarde met dien kouden lach, die zyn ambtgenoot steeds zoo in verlegenheid bracht daaraan heb ik zelfs nog niet ge dacht. Gij bekent het dus, dat bet zoo is, zei Hugonet. Dat zou u veel plezier doen, is 't niet, mijn waarde dokter Hoe bedoelt gij dat Gij zult mij wel begrypen, denk ik Zeg intnsschen aan mevrouw, dat ik besloten ben, de daadzaken zoo te vertellen, als ik ze voor mijne oogen heb zien gebeuren, al zon het mij het leven kosten. En terwijl hy den versuften bezoeker naar de deur zyner cel geleidde, fluisterde hij hem in 't oor Dat zij bedenke, dat de beschul digde plotseling kon opstaan en beschuldiger worden Het ongeluk brengt uw hoofd op hol Ga heen Bedenk toch.... 1 De deur sprong in 't slot en de dokter Bnel- de naar mevrouw de Fairières. Bleek en adem- Dijnsdag 11. vergaderde de Rechterzyde der Volkskamer om een uur namiddag, ten einde zich onderlinge to verstaan aan- gaando de samenstelling van 't Bureel der Volkskamer. In tegenwoordigheid dor aanhoudende weigering van M. Beernaert om zich nog mot het voorzitterschap te gelasten, werd bij acclamotie besloten onzen achtbaren Volksvertegenwoordiger, M. Lodewijk De Sadeleer tot voorzitter to verkiezen. On danks den last dor taak heeft M. De Sadeleer aanveerd en zyne collcgasdank gezegd over dit bewijs vau vertrouwen en eer. 't Is ook eene eer voor ons Arrondis sement. Als ondervoorzitters werden aange wezen MM. Schollaert en Heynen. Als kwestors MM. Deamaisières en de Limbourg-Stirum. Als secretarissen MM. Segher, Carton en Francotte. De vierde plaats is de linkerzijde voor behouden. Men spreekt van M. Pouille. 1fnnrnit van dijnsdag 5 juli doelt v uui uiv me£ onïe iiberaieQ in de laatste vergadering van hunnen Werkmanskring hebben bekend gemaakt dat ze de middels hebben govonden om de socialisten te dooden. Men riep uit Er mag niet meer geluisterd worden naar de leiders der socialisten wiens schuld bet is dat wij geen liberalen beer in Je Kamers hebben. De socialisten zijn volksbedriegers Zie maar vroeger zyu ouzo liberalen toch meer dan eens de bondgenooten geweest dier volksbedriegers. Wisten ze dat vroe ger niet Ja, wel, maar de rooden moes ten hun dan kérken staan om ons stad huis te beklauteren. Eu dan, schrijft Vooruittrad een der chefs op cn bulderde als eeu bezetene Zij moeton kapotWij zullen eene - coöperatief stichten, brood bakken zoo- als zy, het werkvolk der fabriek doen brood eten van ons of anders potver..., - 't zal niet wel vallen De katoenbe- - werkers zullen geene propaganda meer maken op de fabrieken. Ik zal doen plakbrieven hangen, met verbod nog van socialisten te spreken op 't werk.» Vooruit spot vinnig met die dreigemen ten van dien chef en neemt de gelegen heid te baat om tegen do capitalisten te donderen. Wij zullen rooden en blauwen bet kan tje oudereen laten afweven alleenlijk wil len wy doen uitschijnen welke liefde en genegenheid de liberalen over hebben voor de bakkers en kleine neeringdoende burgerij welke door hun ambacht en win kel leven moeten 1.... 't Kan hun weiuig schillen of die menschen er komen of niet als zij, chefs, maar kunnen boven klau teren i loos stormde hij de kamer binnen en riep Ik begrijp Diet, wat die man wil, hij ver klaart zich openly k als uw vijand. Ik geloof dat gij wel deed hem te spreken en te beproe ven hem gerust te stellen. Ik Wat heb ik te vreozen vroeg zy op fleren toon. Niets, hoop ik. Ha, gij hoopt het. Wat weet ik er van. Men vertelt zoo veel, ik ben geheel in de war. Ik wenichte, dat ik niet in de zaak betrokken was 1 - Gij zyt het ook zoo weinig, zeide ze op spottenden en verachtelyken toon. - Maar al te veel, hernam daze, het hoofd opheffend, en ik kan mij gelukkig achten, als mijne geheele reputatie niet door deze ramp zalige historie verloren gaat. Mevrouw de Fa'rières glimlachte en zeide: u Daarvoor znllen wy wel zorgen, waarde heer Zorg het eerst voor u zelf, mevrouw, hernam Hugonet, Die man heeft eene geoe fende tong, en als hij ook niets tegen uwe vrijheid vermag, kun hij toch aanhangers krijgen en uw aanzien zeer doen dalen. In de stad Geloof dat niet Men ver afschuwt hem en zou hem steeuigen, als hy zich op straat durfde ver toonen. O, een oogenblik is soms te veel het volk is weifelachtig. Goed, ik dank u voor uwen raad, dok ter. Overigens bestaat er ook geene reden *m mijn bezoek te weigeren. Gevangenen bezoe ken is immers een werk van barmhartigheid; morgen zal ik naar hem toe gaan. Hugonet vertrok en zij snelde naar den Bpiegel. Toen zy zag dat haar gelaat maar een weinig bleeker was, dan gewoonlijk en geene aandoening verried, sprak sy binnensmonds: Zoo is 't goed ik ben tevreden over mjjn zeiven en heb my niet verraden. Maar mor gen n Zij beschouwde aog eens haar gelaat in den spiegel met de opmerkzaamheid eeaer too- neelspeelater, die bare rol bestudeert eu zeide: Zoo zal ik morgen zyn. Doch spoedig moest zy toegeven aan den hevigen strijd in haar binnenste uitgeput zonk zy in een leunstoel neêr en znchtte. Overvloedige tranen rolden over hare bleeke wangen. "Eu dat alles begint eerst riep zy uit. Den morgen van den volgenden dag begaf zij zich vroeg naar de gevangeniz met een speciaal verlof van den rechter, aan wien zy de mogelijkheid voorgesteld had, om by den gevangene bekentenis nit te lokken. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1900 | | pagina 1