Zondag 8 Juli 1900
5 centiemen per nummer.
54ste Jaar 5485 1
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Aan den
gezichteinder.
DE
GIFTMENGSTER.
De
werkmanspensioenen.
Prijzen van Reinigheid.
Vergadering der Rechterzijde.-
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kw'lantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar
Men schrijftin bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N.31,
en in alle Postkantoren des bands
Guique «num.
Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnisse op
3* bladzijde 50 centiemen Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad
Aalst, 7 Juli 1900.
Wij gaan breekspel spelen, heeft M.
Vandervelde uitgeroepen wij gaan de
Kamer het onderste boven zetten tot dat
wy het algemeen stemrecht hebben be
komen. Eu degroenen doen meè 'f Land
van Aelst eiscbt zelfs dat er bloed voor
vergoten worde.
De strijd om A. S. gaat dus voor goed
herbegiuuen.
Denderbode heeft over A. S. reeds zijn
gedacht gezegd en zijn beweegreden heb
ben de voorstaanders dier hervorming
niet weêrlegd. Zij redeneeren altijd ne
vens de zaak en hebben schrik den stier
bij de horens te vatten. A. S. is de gelijk
heid, zegt men.
Maar in bet maatschappelijke leven is
iedereen niet gelijk volstrekt niet.
Als de socios de gelijkheid beloven,
dan houden zij het volk voor een groot
kind dat men met speelgoed vermaken
moet. De maatschappelijke gelijkheid is
onmogelijk.
Nu het kiesrecht is wel een uitvloeisel
uit het maatschappelijke leven. Men
kiest, niet omdat men mensch is,
maar als burger.
Inderdaad indien kiezen een natuur
recht is, dan moeten de vreemdelingen,
de vrouwen, de kinderen tot dc jaren van
verstand gekomen ook kiezen.
Een rijke heer ryilt met .zijnen koetsier
ter stembus. Onderweg bespreken zy den
keus en de candidaten, maar kunnen niet
't akkoord geraken.
Ten slotte zegt de heer Laat ons
terugkeeren onze stemmen gaan zich we
derzyds vernietigen. Het is net zoo goed
niet te stemmen.
Dat is bet fameus A. S. en vraag u,
lezer, een stelsel dat tot zulke domheden
leidt is het dwaas genoeg
Wie vraagt het A. S.
De socios omdat zij denken aldus baas
te geraken, degroenen, uit heersch-
en baatzucht, omdat zij steuu vinden het
meest by het kleine volk aan wie zij de
onnoozelste dingen kunnen wijs maken
en wier hoofd op hol is door bunno uit
zinnige beloften en lage ophitsingen,
sommige liberalen ook uit lang verkropte
woede omdat zij van het staatsscbotellje
zijn weggekegcM en om het leven aan de
catholieken ondragelijk te maken.
Al de liberalen gaan met dien stroom
niet meê, Zy zien in dat bet A. S. voor
hunne party de genadeslag zijn zou.
Wij zulleu de gebeurtenissen afwachten
maar houden ons vast overtuigd dat het
volk door de maskaradeu klaar zal zien
en die ellendelingen naar bebooren zal
vergelden. Wat het volk wil is geen foor-
lawaai maar ernstig werk, goede wetten.
Sedert onze Pie aan A. S. droomt is
zyn verstand op hol.
De openbare maebteo, schrijft bij, zijn
onverschillig aan 't volk.
Waarom Geef alleman ééu stem en
gij zult den tocstaDd zien veranderen.
De eerste volzin is een laffe leugen, de
tweede een kolossale dwaling.
Inderdaad. Ouze Pie weet heel goed
dat het catholiek bestuur het mogelijke
doet voor den werkman. Als bewijs kun
nen wij hem naar onze maatschappelijke
wetgeving verwijzen. Die leugen is laf
omdat zij gedaan wordt met bet lage doel
bet volk tegen onze vrienden op te hitsen
en er voordeel uit te trekken.
Do tweede volzin bevat eene kolossale
dwaling. Zie eens naar Frankrijk. Is de
toestand daar voor de werklieden beter
Bestaan daar lijk in België zulke gunstige
wetteu voor de werkliedeu
En nochtans in Frankrijk bestaat A. S.
En dat gezegend land voor onze Pië komt
hier onze wetten afschrijven om ze daar
in te voeren
0 arme man Wat beklagen wo uwe
lezers cu de ongelukkigen die ongeleerd
jenoeg die ezelarijen niet weerleggen
runnen.
Indien wij geene vaste princiepen had
den dan zouden wij aanstonds het ver
plicht onderwijs vragen want waarlijk de
groene judassery steunt slechts op uit
zinnige beloften en op blinde onwetend
heid.
23* VERVOLG.
Het gevRar, waarin Gabriëlle verkeerde,
■taalde zijnen moed en wekte hem uit den
dommel der onverschilligheid. Werd hy
schuldig verklaard, dan was hare eer verlo
ren. De booze tongen zouden zioh daarover
verheugen, haar onmeêdoogend vervloeken.
Er had een gausche ommekeer in hem plaats;
van een gedwee lam werd hij een getergde
leenw.
Ha, ik verschoonde n riep by nit. zich
in den geeet tot diegene wendende, waaraan
hy al dit onheil toeschreef. Ik beperkte de
bewijzen mijner onschuld uit vrees, dat er
eeno schaduw van smet op dien engel van
goedheid en reinheid mocht vallen. Eene me
nigte zware vermoedens, die tegen u getui
gen, stonden te mijnen dienste ik zweeg om
uw naam en uwe familie niet te schandvlek
ken. Maar tot hiertoe en niet verder. Nu is
aan my de beurt. Al zal nw naam voor eeuwig
gebrandmerkt worden, ik zal Gabriëlle en mij
rechtvaardigen, ik sal u verpletteren, zooals
ge het verdient 1 n
Le Bien public Het Handels
blad en nog andere dag- en weekbladen
verheugen zich omdat M. A. De Backer
in - Klokke Roeland heeft afgekondigd
dat hij zich by de Rechterzijde wil aan
sluiten Men gaat zelfs zoo verre er hem
geluk over te wenschen.
Moesten die confraters de toestanden in
ons Arrondissement, de handelwijze der
groene chefs kenneü, de polemiek van de
organen der ttroene kliek, - Klokke Roe
land't Recht, - Land van Aelst,
waardeeren, zo zouden anders oordeelen
en M. De Backer toeroepen, gelijk wij,
blijft maar daar, blijft bij de liberalen en
socialisten die uwe kiezing hebbeu verze
kerd....
Wij zouden nog kunnen begrijpen dat
er aan de groenen door zekere lieden
lootjes worden gegeven, indien men M.
)e Backer noodig had om de catholieke
meerderheid te versterken maar zoo is 't
nietwij hebben zijne hulp niet noodig...
Moesten wij wekelijks de organen van
M. De Backer ontleden, een volle blad-
zyde ware onvoldoende om de gemeene
en platte beleedigiDgeu, versmadingen en
snoode lasteringen aan te toonen die hij,
M. De Backer, met zyne toestemming ze
keren Van Cleven en P. V. in de groene
organen en anderen laat uitbraken tegen
Z. H. den Paus, H. H. onze Bisschoppen,
de Eerw. Pastoors, ic een woord tegen de
gansche Geestelijkheid welke den afge-
straften priester Daens niet willen be
wonderen en ook tegen onze catholieke
leiders... Maar neen 1
Meer dan eens heeft men ens naar in
lichtingen gevraagd omtrent de pensioen
wet, onlaugs door de Kamers gesterad.
Bij gebrek aan inlichting moesten wij
veel lieden onbeantwoord terugzenden.
Men weet, dat de wet in werking
komt op 1 januari 1901.
Wij herinneren dus uog eens de hoofd
bepalingen dezer verreikende wet, die,
alhoewel Diet het ideaal zijnde, dan toch
door duizenden en duizenden als eene
weldaad zal worden aanzieD.
De socialisten schermen altijd met het
woord almoes zij vergeten te zeggen dat,
om reeds iets te kunnen doen, da re-
geeriDg eene som van 10 millioen beeft
gestort.
Natuurlijk, zij die maar te babbelen
hebbeu en zelfs meestendeels leven in den
eenen of anderen coöperatieven kaas, op
de kosten der werklieden, hebben gemak
kelijk te protesteeren maar de regee
ring heeft gehandeld en dat is beter dan
duizend protestaties.
Om tot de wet terug te keeren
Zij, diejong zijn, moeten werken voor
de samenstelling van hun pensioen en de
Staat helpt hun door bijdragen.
Voor hen, die oud zijn, die de 60 be
reikt hebbeu, heeft de wet zelf gezorgd.
Werklieden, mannen of vrouwen,
die in hun eigen bestaan niet kun
nen voorzien en die 65 jaar oud
zijn vóór 1 januari, hebben recht
op 65 fr. pensioen 's jaars een hu-
welij kspaar dat zich in dien toe
stand bevindt zal 130 fr. trekken.
Wij hopen maar één ding en dat is
dat de Armbesturen niet van dien toestand
zullen profiteeren om tot de ondersteunde
behoeftigen te zeggen ge trekt nu 65 fr.,
wij zulleu u die afhouden zoo niet ziju
die menschen even vet als voorheeD.
Wy herhalen wat wy reeds zegden voor
de belanghebbenden, die op 1 januari
1901 nog geen 65 jaar oud zijn.
2° De werklieden, die voor 1 januari
1901 den ouderdom vau 58 jaar bereiken,
zullen ook 65 fr.'s jaars krijgen, als zij
65 jaar oud zullen geworden zijn, zonder
dat zij daarvoor iets te storten hebben.
3" De werklieden, die voor 1 januari
1901 tien ouderdom van 55 tot 58 jaar,
niet-inbegrepen, bereikt hebben, moeten,
om hetzelfde pensioen van 65 fr. te ge-
Dieten als zij 65 jaar zijn ten min
ste 18 fr. in de Lijfrentkas gestort hebben.
De stortingen moeten gedaan worden iu
eeu tijdperk dat ten minste drie jaar
lang is.
De stortingen die zij doen, moeten ten
minste drie franks per jaar bedragen.
Dus iemaud die nu voor 1 januari 55
jaar wordt moet 18 fr. storten.
Hij mag dat doen iu 3 jaren met elk
jaar 6 franks te storten.
Hij mag het doen in 4-jarcn telken
jare fr. 4,50 stortende
Hij mae bet doen in 5 jaren telken
jare fr. 3,60 stortende
En hij mag het doen ic 6 jaren tel
ken jare 3 fr. stortende.
Weldra zal het koninklijk be
sluit, verschijnen waarin de voor
waarden en wijze van inschrijven
zullen vastgesteld worden.
Reisje naar Antwerpen.
't Schijnt dat de Aalsterscho liberale
Werkmanskring zich maandag 11., weêr
eens beeft doen onderscheiden. Zouden
de anders zoo praatzieke Dendergalmers
du niet de reden laten kennen om de
welke aan velen den iogang van den
beestenhof werd geweigerd
Terwijl de rechtbank navorachiDgen deed,
schreef Landregarde in de eenzaamheid zij
ner cel zyne verdediging Moge spoedig de
dag aanbreken riep hij uit,
Nog eenmaal dacht hy aan haar, die hij
liefhad en gevoelde medelyden in zijn hart
hij vreesde nogmaals voor den zoo gauw ge.
schonden naam van een jong meisje.
Denzelfden avond, kreeg mevrouw de Fai-
rières eenen brief, waarin zij verzocht werd
een bezoek bij den gevangene aan te vragen
Zij antwoordde hem, dat dit bezoek niet
zou toegestaan worden. Landregarde schroef
om aan te honden, hy moest haar noodwendig
spreken. Toen verscheen dokter Ilngonet bij
den laatigen, eigenzin nigen gevangene.
Met n heb ik niets te maken, hernam
deze.
Mevrouw de Fairières is ziek, hernam
de dokter. Landregarde trok de schouders.
"Wat verlangt gij van haar hernam Hu-
gonet. Ik ben haar vertrouwelingen....
Wat ik haar te zeggen heb, raakt geen
derde.
Dat spijt my, want zij zal niet ko
men. Gij moet begrijpen, dat zij dat niet kan.
Er zyn dingen, die men een acherpsiunig
man niet behoeft te verklaren.
Wel, dan zal ik datgene, wat ik haar
te zeggen heb, bewaren tot den dag van de
openbare zitting.
Maandag 2 Juli, '2en dag onzer Kermis,
heeft met de gebruikelijke plechtigheid,
ter Groote Feestzaal van ods Stadhuis,
de Uitreiking plaats gehad der prijzen
van Reinigheid en zindelijkheid der wer-
kersgezinoen jaarlijks uitgeloofd door het
Bureel van Weldadigheid.
De heer, M. L. Geeraerdts, onze acht
bare Burgemeester, omriugd vau de hee
ren Schepeu, Gemeenteraadsleden, Leden
en Armbezoekers van 't Bureel van
Weldadigheid, zat de plechtigheid voor.
Talrijke heeren en dames behooreude
tot pi irate maatschappijen of vereenigin-
gan van liefdadigheid, enz vereerden de
plechtigheid door hunne tegenwoordig
heid.
Na eeu openingstuk uitgevoerd door
onze Koninklijke Harmonie sprak de heer
Burgemeester de volgende redevoering
uit, welke menigwerf door goedkeurende
betoogingen werd begroet.
Dames en Heeren,
Nogmaals is mij de aangename taak opge
legd in den naam van het Stadsbestuur de
Leden van ons Weldadigheidsbureel, de
Dames en de Heeren die zich edelmoedig ge
lasten met het bezoeken der armen ten huize,
te bedanken en aan te moedigen.
De noodlijdenden ten hnize bezoeken om
ze te helpen in hnnnen lastigen toestand is
wel is waar eene plicht door de christelijke
broederlijkheid opgelegd doch, wanneer
ie ver en zelfsopoffering dezen plicht veredelen,
baart het eerbied en bewondering. Soms ge
beurt het dat de gifte, om Godswil geschon
ken, niet met dankbaarheid wordt aange
nomen. Nogtans in het algemeen moeten wij
bestatigen dat de ondersteunde noodlijdendeu
herkentelijk zijn voor hunne weldoeners.
Verleden jaar, wanneer wij de arbeidende
huisgezinnen aanzettedan, in het belang van
hun eigen welzyn zoowel als van de openbare
gezondheid, om zindelijkheid en reinigheid in
hunne woning te behouden, trokken wy de
bezondere aandacht van allen op deze groote
waarheid dat het huiselyk geluk van den
werkman afhangt van de zorgen die in zijnen
huiskring heerschen. Vooruitgang en verbe
tering wordt onder dit opzicht bestatigd, vele
ongezonde, onbruikbare woningen verdwijnen
en worden gesloten om door ruime en goed-
vetlnchte gebouwen vervangen te worden.
Ons Stedelijk Bestuur door de stichting en de
strenge uitvoering van de reglementen op de
bonwingen,door de geneeskundige Commissie
aangeprezen,heeft tot dezen toestand krachtig
medegewerkt. Wanneer het gebouw in defti-
gen staat verkeert, wordt ook de woning zin
delijk gehouden en blijft zij gezond. Ook
hebben degenen die gelast zijn met het toe
kennen van de prijzen van reinigheid in het
bezoeken van de werkmanshuizen opgemerkt
dat, waar voorheen slordigheid en onacht
zaamheid bestond, thans meer orde en reinig
heid bevonden worden.
Door de herinrichting van den reinigheids-
dienst der straten zal ten andere het Stads
bestuur medehelpen tot de gezondmaking der
werk manskwartieren
Wij wenschen dus geluk aan die werkers-
gezinnen welke heden eene aanmoediging
ontvangen omdat zij boven anderen door
reinigheid uitmunten. Wy verwachten van
hen dat zij het voorbeeld zullen blyven
geven.
Eene gezonde woning, een voldoend loon
voor de werkers, een pensioen aan dezen die
door ongeval of onderdom belet zijn te wer
ken, zietdaar wenschen die dienen langzamer
hand verwezenlijkt te worden.
Soms ontstaan geschillen tusschen patronen
en werklieden meermaals wordt het Stede
lijk Magistraat geroepen om in de moeilijk
heden tusschen te komen als bemiddelaar.
Wij gelooven aan de werklieden te moeten
aanraden, vooraleer het werk te staken, de
bemiddeling te vragen, hetzij van den Nijver
heids- en Werkraad, hetzij van invloedheb
bende personen, hetzij van het Stedelijk Be-
■tnnr, wiens dienstvaardigheid aan niemand
ontzegd.
Geschillen tusschen patronen en werklieden
kunnen doorgaans gemakkelijker vereffend
worden vóór dat het uiterste middel, eene
werlutaking gebruikt wordt.
In den loop van dit jaar ie door de wetge
vende Kamers eene wet gestemd die aan allen
werkman, op 1" Januari 1901, 65 jaren oud
wezende, een jaarlyksch pensioen verleent
van 65 franken. Anderen, die op dezelfden
datum 55 jaren oud zyn knnnen insgelijks
dit pensioen verkrijgen op den gestelden
onderdom, mits kleine stortingen te doen in
de algemeene Lijfrentkas. Deze wet die tot
eere strekt van de catholieke Regeering die
ze heeft voorgedragen, is voorzeker van aard
in ruime mate het lot der oude werklieden te
verbeteren. Deze wat zal ook voor gelukkig
jsvolg hebben do oude werklieden niet meer
;e verplichten in Godshuizen of Gestichten de
laatste jaren van hun leven te moeten door
brengen.
Man en vrouw znllen niet meer ge
scheiden worden zy znllen tot last van hnn-
ne kinderen niet meer wezen en hun brood
de openbare weldadigheid niet meer afbe
delen In hunnen ouden dag zullen zij nog de
vreugden van hun huiselijk leven kunnen
genieten daar die wet aanzienlijke toelagen
verleent aan de erkende Maatschappijen van
onderlingen Bijstand en bijgevolg belangrijke
voordeelen verschaft aan allen werkman lid
van zulkdanige maatschappij, behalve den
geneeskundigen en gsldelijkon onderetand
welke de leden dezer maatschappijen beko
men wanneer hen eene ziekte of een werkon
geval overkomt, wordt er hen nog verzekerd
op bepaalden onderdom eene jaarlijkscbe en
levensdurende rente die naarvolgens de ge
dane stortingen tot eenen frank daags kan
beloopen.
Wy kunnen er dus niet genoeg op aandrin
gen opdat iedere werkman lid worde van
eene der verschillige Maatsehnppyen van
onderlingen Bijstand in deze Stad tot stand
gebracht.
Hngonet liep eene rilling door de leden en
ging op dubbel zoeten toon voortIn haren
toestand, als weduwe van het slachtoffer en
als stiefmoeder van jufvrouw de Fairières....
Lieve Hemel, dat ia toch natuurlijk
Ja, het is inderdaad natuurlijk, dat ik
haar moet spreken, omdat verschillende zaken
haar zeer nauw aangaan, aeide Landregarde
met bitteren spot, die Hugonet nog meer van
zyn stuk bracht.
Wanneer het te doen is om hare belofte
te verkrijgen niet tegen n te getuigen, dan
kan ik u geruststellen. Mevrouw de Fairières,
ging hij op huichelachtigen toon voort, is
evengoed als ik overtuigd, dat gij met de
beste bedoeling gehandeld hebt.
Mijne bedoeling waarborgt mij niet my-
ne onschuld.
Wel, waarde collega, ik meen dat wij
alleen aan die fouten schuldig zyn, die wij
met ons weten te vervullen.
Volgens n heb ik dus door onwetendheid
gezondigd, zeide de gevangene, zijn scher
pen blik op Hugonet gevestigd hondend,
Deze durfde niet antwoorden.
u Spreek toch, mijnheer, zeide Landre
garde, spreek toch, het cal my genoegen doen
eindelijk nwe zienswyze te vernemen.
Het vergift is aanwezig, stotterde Hn
gonet, bijgevolg eene vergiftiging en een
dader.
En daaruit besluit gij
Ik geloof eerder, zeide Hngonet aarze
lend, dat de trots u verleid of de wetenschap
den steek gelaten heeft, dan met de
rechtbank aan te nemen, dat gij met voorbe
dachten rade gehandeld hebt.
Uwe meening verheugt mij inderdaad,
zeide Landregarde met dien kouden lach, die
zyn ambtgenoot steeds zoo in verlegenheid
bracht daaraan heb ik zelfs nog niet ge
dacht.
Gij bekent het dus, dat bet zoo is, zei
Hugonet.
Dat zou u veel plezier doen, is 't niet,
mijn waarde dokter
Hoe bedoelt gij dat
Gij zult mij wel begrypen, denk ik Zeg
intnsschen aan mevrouw, dat ik besloten ben,
de daadzaken zoo te vertellen, als ik ze voor
mijne oogen heb zien gebeuren, al zon het
mij het leven kosten.
En terwijl hy den versuften bezoeker naar
de deur zyner cel geleidde, fluisterde hij hem
in 't oor Dat zij bedenke, dat de beschul
digde plotseling kon opstaan en beschuldiger
worden
Het ongeluk brengt uw hoofd op hol
Ga heen
Bedenk toch.... 1
De deur sprong in 't slot en de dokter Bnel-
de naar mevrouw de Fairières. Bleek en adem-
Dijnsdag 11. vergaderde de Rechterzyde
der Volkskamer om een uur namiddag,
ten einde zich onderlinge to verstaan aan-
gaando de samenstelling van 't Bureel
der Volkskamer.
In tegenwoordigheid dor aanhoudende
weigering van M. Beernaert om zich nog
mot het voorzitterschap te gelasten, werd
bij acclamotie besloten onzen achtbaren
Volksvertegenwoordiger, M. Lodewijk De
Sadeleer tot voorzitter to verkiezen. On
danks den last dor taak heeft M. De
Sadeleer aanveerd en zyne collcgasdank
gezegd over dit bewijs vau vertrouwen en
eer. 't Is ook eene eer voor ons Arrondis
sement.
Als ondervoorzitters werden aange
wezen MM. Schollaert en Heynen.
Als kwestors MM. Deamaisières en de
Limbourg-Stirum.
Als secretarissen MM. Segher, Carton
en Francotte.
De vierde plaats is de linkerzijde voor
behouden. Men spreekt van M. Pouille.
1fnnrnit van dijnsdag 5 juli doelt
v uui uiv me£ onïe iiberaieQ
in de laatste vergadering van hunnen
Werkmanskring hebben bekend gemaakt
dat ze de middels hebben govonden om de
socialisten te dooden. Men riep uit
Er mag niet meer geluisterd worden
naar de leiders der socialisten wiens
schuld bet is dat wij geen liberalen
beer in Je Kamers hebben.
De socialisten zijn volksbedriegers
Zie maar vroeger zyu ouzo liberalen toch
meer dan eens de bondgenooten geweest
dier volksbedriegers. Wisten ze dat vroe
ger niet Ja, wel, maar de rooden moes
ten hun dan kérken staan om ons stad
huis te beklauteren.
Eu dan, schrijft Vooruittrad een der
chefs op cn bulderde als eeu bezetene
Zij moeton kapotWij zullen eene
- coöperatief stichten, brood bakken zoo-
als zy, het werkvolk der fabriek doen
brood eten van ons of anders potver...,
- 't zal niet wel vallen De katoenbe-
- werkers zullen geene propaganda meer
maken op de fabrieken. Ik zal doen
plakbrieven hangen, met verbod nog
van socialisten te spreken op 't werk.»
Vooruit spot vinnig met die dreigemen
ten van dien chef en neemt de gelegen
heid te baat om tegen do capitalisten te
donderen.
Wij zullen rooden en blauwen bet kan
tje oudereen laten afweven alleenlijk wil
len wy doen uitschijnen welke liefde en
genegenheid de liberalen over hebben
voor de bakkers en kleine neeringdoende
burgerij welke door hun ambacht en win
kel leven moeten 1.... 't Kan hun weiuig
schillen of die menschen er komen of niet
als zij, chefs, maar kunnen boven klau
teren i
loos stormde hij de kamer binnen en riep
Ik begrijp Diet, wat die man wil, hij ver
klaart zich openly k als uw vijand. Ik geloof
dat gij wel deed hem te spreken en te beproe
ven hem gerust te stellen.
Ik Wat heb ik te vreozen vroeg zy
op fleren toon.
Niets, hoop ik.
Ha, gij hoopt het.
Wat weet ik er van. Men vertelt zoo
veel, ik ben geheel in de war. Ik wenichte,
dat ik niet in de zaak betrokken was 1
- Gij zyt het ook zoo weinig, zeide ze op
spottenden en verachtelyken toon.
- Maar al te veel, hernam daze, het hoofd
opheffend, en ik kan mij gelukkig achten, als
mijne geheele reputatie niet door deze ramp
zalige historie verloren gaat.
Mevrouw de Fa'rières glimlachte en zeide:
u Daarvoor znllen wy wel zorgen, waarde
heer
Zorg het eerst voor u zelf, mevrouw,
hernam Hugonet, Die man heeft eene geoe
fende tong, en als hij ook niets tegen uwe
vrijheid vermag, kun hij toch aanhangers
krijgen en uw aanzien zeer doen dalen.
In de stad Geloof dat niet Men ver
afschuwt hem en zou hem steeuigen, als hy
zich op straat durfde ver toonen.
O, een oogenblik is soms te veel het
volk is weifelachtig.
Goed, ik dank u voor uwen raad, dok
ter. Overigens bestaat er ook geene reden *m
mijn bezoek te weigeren. Gevangenen bezoe
ken is immers een werk van barmhartigheid;
morgen zal ik naar hem toe gaan.
Hugonet vertrok en zij snelde naar den
Bpiegel. Toen zy zag dat haar gelaat maar een
weinig bleeker was, dan gewoonlijk en geene
aandoening verried, sprak sy binnensmonds:
Zoo is 't goed ik ben tevreden over mjjn
zeiven en heb my niet verraden. Maar mor
gen n
Zij beschouwde aog eens haar gelaat in den
spiegel met de opmerkzaamheid eeaer too-
neelspeelater, die bare rol bestudeert eu zeide:
Zoo zal ik morgen zyn.
Doch spoedig moest zy toegeven aan den
hevigen strijd in haar binnenste uitgeput
zonk zy in een leunstoel neêr en znchtte.
Overvloedige tranen rolden over hare bleeke
wangen. "Eu dat alles begint eerst
riep zy uit.
Den morgen van den volgenden dag begaf
zij zich vroeg naar de gevangeniz met een
speciaal verlof van den rechter, aan wien zy
de mogelijkheid voorgesteld had, om by den
gevangene bekentenis nit te lokken.
(Wordt voortgezet).