111) m Dl SCHOUT
Donderdag 19 Juli 1900
5 centiemen per nummer. 34ste Jaar 5486
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
vaderland, taal, vrijheid.
DE
Die vuile drank.
Haast anders uitgedraaid.
DE DENDEFBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
Cuique ctuum.
Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklaraen fr. 1,00; Voanisse cp
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad
Aalst, 18 Juli 1900.
Het breekspel in de Kamers is dus be
sloten I Vandervelde, de chef der socios,
een millioenrijke advocaat, wiens schaap-
kens dus op 't drooge zijn, zal er het tee-
ken toe geven. Eerst gerucht in de Kamer
dan lawijd op de straat en werkstaking
en oproer in 't maatschappelijke leven.
Hij zal zijne redevoering beginnen met
de woorden van M. Bara in 1879 toen
deze ook aan 't schuim het teeken gat de
vensters in te werpen en de rust te stoo-
ren bij rustige en vredelievende burgers.
Vandervelde zal ook zeggen lijk de toe
komstige man van 't hatelijk schoolen-
kwestIk bekommer my weinig met
de gevolgen van mijne redevoering.
Er zijn reeds te veel wetten, zeggen de
socios, ten voordeele der werklieden ge
maakt I Gij moet weten, lieve lezer, dat
en hebben de socios niet gaarne. Het is
byzonderlijk by de misnoegden dat zy
hun leger vormen. Hoe meer ontevreden,
hoe meer kans voor hen. Als de menschen
ongelukkig zijn, dan maakt men ze ge
makkelijk ontevreden.
Eenige socios zijn by de Defuiiseaux
geweest om het ordewoord te halen en
daar beeft de fameuze Alfred nog eens de
woorden herhaald die hy te Parijs heeft
uitgesproken Men moet het volk eens
doen bloeden
Bebel drukte dit gedacht uit in de vol
gende woorden Wij moeten de wonden
der maatschappij bloedend open houden.
De strijd om A. S. is een voorwendsel,
eene gelegenheid om de maatschappelijke
wetgeving te beletten.
De cathoiieken spreken nu van eene
wet te maken om de ongelukkige werk-
menschen te helpen die eene ramp on
derstaan 1 Eh wel, weêral iets dat de
socios niet willen, zij en willen niet dat
de verongelukte menschen op de wereld
voort kunnen. Zij zien ze liever door kom
mer, ellende en gebrek vergaan.
Die wet willen de socios niet zien stem
men. Er is nu reeds te veel gestemd zij
kunnen niet verkroppen dat het pensioen
ingevoerd is, en dan nog door de catho
iieken. a. u. b. I
Zij zullen dat wel juist niet zeggen; gij
kunt dat wel denken maar zy handelen
toch zoo en aan de werken kan men beter
iemand kennen dan aan zyn woorden.
Ware het niet duizendmaal beter goed
werk te verrichten, goede wetten te stom
men dan al dit goede te beletten door on
wettelijke, geweldige middelen
E MARLITT.
(NA VERTELD
Wil het blauw- rood- groen mengsel
het A. S. invoeren, ehwel zij trachten op
rechtveerdige wijze baas te worden Zij
doen zich door de kiezers in voldoende
meerderheid naar de Kamers zenden.
En dan zal alles rustig toegaan 1
Zij hebben echter meer het oog op ge
weld. Wij moeten bekennen dat geweld
maar al te dikwijls heeft gelukt.
Ia 1857 is een catholiek ministerie door
oproer gevallen en door een geuzen be
wind vervangen dat tot 1870 dan meester
bleef.
In 1871 viel nogmaals onder straatla-
wijd een catholiek ministerie. In 1884
moesten voor straatrumoer nogmaals 3
ministers aftreden. Voor straatlawijd heeft
men het ontwerp Vanden Peereboom te
ruggetrokken.
Het is tijd dat daar een einde aan kome
en dat de rustige en vredelievende bur
gers hunne rechten doen gelden. Men
moet straatlawijd het hoofd bieden. Van
de gebeurtenissen, bloedige botsingen
dragen de menners lijk Vandervelde, An-
seele, Daens de verantwoordelijkheid.
Het is tyd.
Wij beklagen de lezers der oppositie
bladen.
De smid van Oultre wil er eene kolos
sale opdisschen aan de honderd lezers
van K. R.
Hy schrijft - Aan dezen die een di
ploma van hooger onderwijs bezitten geeft
men drij stemmen, altijd omdat zij
voor de orde zijn.
In die weinige woorden bewijst de
smid candidaat-wetgever, 1° dat hij de
kieswetten niet kent.
2* dat bij verkeert uitlegt het weinige
dat hij er van begrypt.
Het is valsch te denken dat slechts
door hunne geleerdheid de dragers van
een diploma van hooger onderwys recht
op 3 st. hebben. De eenvoudigste dorp
schoolmeester kan door zyne bekwaam
heid 3 stemmen hebbeu.
Zij hebben 3 stemmen niet omdat zij
voor de orde eijn. Dat is onnoozel ge
zegd, smid. Daar, he man hebt gij uwe
lezers er eene koppel van belang aange
naaid.
Kiezen is oordeelen. Hoe meer men ge
leerd is, hoe beter men kan oordeelen.
Vandaar bet voordeel der bekwaamheid.
Zou de smid dat niet begrijpen Dan
beklagen wy den candidaat-wetgever.
Och arme, smid, dat hebt gij gezegd
alleen om uwe lezers op te hitsen, en dat
is niet eerlyk. Foei, maD, zulke middelen
gebruiken, gij als verlichter van het volk
die u geroepen waant het te helpen uit
zyne onwetendheid
41"* VERVOLG.
En het geheele voorhuis rook op dit
oogenblik naar viooltjes, evenals thuis mijne
linnenkas, zegde juffrouw Griebel droog. En
terwijl Louise met hare blauwe oogen haar
wat vrijpostig in het gezicht ziet, draait zij
zich om en is de denr uit, eer iemand het
merkt... Mijnheer Markus, het is akelig,
maar de hoogmoed blijft, al is er geen krui
mel brood in de maag en geen zool aan de
schoenen. Ik hoorde, dat de schont haar uit
het venster nariep Waar gaat gij heen,
Agues Naar het bosch. Hebt gij uwe hand.
schoenen wel aan Nu vraag ik n, mynheer
Markus.
Hij lachte.
Waarom zou de jonge dame geen zorg
dragen voor hare schoone handen Twee
meiden wsrken nu voor haar.
Er kan niet genoeg geschreven worden
tegen het drankmisbruik. Het brengt alle
slach van kwaad te wege.
Een kwaad dat het onder ander berok
kent, is aan het huisgezin, daar deze plaag
de vrouwen tot buiten huiswerk veroor
deelt.
Hoevele vrouwen moeten hier gedu
rende het seizoen uit werken gaan, spyts
de opvoeding der kinderen, spijts hunne
gezondheid, spijts hunne goede zeden,
spijts alle huiselijk geluk 1 In de nijver
heidssteden is het nog erger, Men heeft
berekend dar, gansch Belgié door, de
vrouwen in fabrieken, werkhuizen en ho
tels, jaarlij ksch 490 millioeu fr. winnen.
En nochtans is er by vele dier familiën
geen welstand, geen geluk.
België is gekend als een vernuftig en
vlijtig volk de Belgische nijverheidsar
beider brengt 2 maal meer voort dan de
Fransche, 3 maal meer dan de Engelsche,
6 maal meer dan de Noorweger, en niet
tegenstaande hebben wij in ons klein land
1,600,000 personen die moeten leven van
de openbare of bijzondere liefdadigheid 1
Nog honderden families wonen in kel
ders of dakkamertjes, waar licht en lucht
ontbreken 1
Maar om genever te drinken is er altijd
geld, 135,000,000 fr. ziedaar de som die
wij jaarlijksch aan genever verbrassen
En is het aan 't beteren Ziehier eene
statistiek die ons daar best zal over in
lichten.
Over 40 jaren.
dronk de Belg 3-4
liters alcool per
hoofd en per jaar.
NU
drinkt de Belg 13-15
liters per hoofd en per
jaar.
telt België 165,000
telde België 50—60 herbergen (1898) en
duizend herbergen, nog 30,000 geheime je-
neverkaberdoezen.
hebben wij 1,600,000
behoeftigen te Brus
sel is 1 man op 4 arm.
De bedelary is met
123 vermeerderd.
hadden wy 3— 4#/c
behoeftigen.
In 1884 werden
20,000 personen
veroordeeld voor
misdaden.
In 1860 hadden wij
genoeg met 25 mil-
lioen liters alcool.
In 1840 hief de
Staat 2 millioen fr.
rechten op den al
cool.
In 1890 werden 43,000
personen veroordeeld
voor misdaden.
In 1899 hadden wy te
weinig met 80 millioen
liters.
Nu heft de Staat 65
millioeu rechten.
Zoo Twee Nu, gij zult aardig opzien,
ali ik n zeg, wat ik weet... Zie, zy hief ba.
straffend den wijsvinger op, toen gij gisteren
zoo lastig uwe boekeu bijeen paktet en uit
het tuinhuisje liept, alBof de brand uit het
dak sloeg, dacht gij by n zelve: Die oude kat!
En de oude kat was ik. Neen, zeg maar
niets Ik weet het zoo goed als iets, dat heb
ik van uw boos gezicht afgelezen. Maar ik
was stil en dacht er het mijne van. En ik heb
gelijk gehad vertrouw dus een andermaal
meer op eene eerlijke oude vrouw, die nooit
in haar leven gelogen heeft, van zoo'n paar
zware zigenneroogen.
Wat is er gebenrd, viel hij haar met
onverholen schrik in de rade.
Nu een ongeluk, waarover men zich be
hoeft te ontstellen, zeker niet. Wat moet ik
toch van u denken, M. Markus Wat gaat
het eigenlijk ons beiden aan, wanneer ze bij
den schout de meid op stel en sprong, weg
jagen
Weggejaagd, zegt gy
Nu begon hare onverstoorbare gelijkmoe
digheid toch een weinig te wankelen. Zy zag
den jongen man tamelyk onthutst aan.
Gij doet juist alsof ik het meisje by den
arm genomen en buiten de deur gezet heb.
Ik verzoek n vriendelijk, zoo iets niet van mij
te denkon. Ik zou liegen, als ik zeide, dat het
nuftige ding een plaatsje in mijn hart gevon
den had, maar haar benadeelen, de menschen,
hem wien zij dient, tegen haar opstoken,
neen dat zou ik niet over myn hart kunnen
krijgen. Ik vroeg zoo in het voorbijgaan aan
de nieuwe Waar is de andere Toen zag ze
mij heel onnoozel aan zij wist niets vau een
andere... De jnffronw had haar het noodige
gewezen, zeide zij en de oude heer snuffelde
ook altijd in de kenken rond en komman
deerde barsch en brommig als een onderofficier
maar een ander gezicht had zy niet gezien.
Ter zake gebood de landheor, van o
geduld bevende.
Nu ja, sn zooals ik later in de kamer
naar het meisje vroeg, dat ik dikwijls genoeg
op de hoeve aan haar werk gezien heb daar
wendt de onde vrouw in het bed haar aan
gezicht heel bleek en stil naar den munr, en
ziet mij met oogen aan, alsof hy my wilde
opeten en bnldert mij toe
Die Na, die is weg, de bergen over,
zooals van zelf spreekt. Of denkt gijdat ik
twee zulke dagdieven zal onderhonden en dat
nog wel in een tijd, dat men my het hoia
boven het hoofd afbreekt en mijne boerdery
stil moet staan
Ik bid u, zyne boerdery, M. Markus! Altijd
nog de onde stooffer En zich te verboel-
den, dat ik my aangaande het meisje zoo
maar wat op de mouw laat spelden. Nergens
laat zich eene dienstbode wegzenden, zonder
dat haar behoorlijk de dienst is opgezegd, of
er moet eene zeer bijzondere reden voor be-
Voegt daarbij de 15 ®/0 onzer lotelingen
die voor den dienst worden geweigerd als
onbekwaam.
In den loop van 15 jaren (1872 1887)
klom het alcoolverbruik met 15 en
tevens klom het getal der krankzinnigen
met 45 de bevolking onzer gevange
nissen met 74 °/0l de bedelary met 15G °/0
terwijl de bevolking des lands slechts
met 14 °/o vermeerderde. Ziedaar waar
het alcoolism ons dierbaar land henen
voert
Tel te samen wat wij jaarlijks aan al-
coolische dranken verkwisten, dan komt
gij aan de ronde som van 500 millioen fr.
Dat is juist de som welke onze vrouwen
moeten gaan verdienen buiten huis.
't Is 89 millioen meer dan al het geld
dat op de Spaarkas staat.
't Is maar 15 millioen minder dan de
opbrengst van onzen landbouw, en 50
millioen minder dan de waarde van onzen
ganschen veestapel, en het dubbel bijna
der waarde van het brood dat wij in een
gansch jaar eten in België.
Gedurende deze maand heeft de koning
Oscar van ZwedeG en Noorwegen een be
zoek gebracht aan de wereldtentoonstel
ling van Parys. Overal is hij toegejuicht
geweest. Ehwel I deze man verdient deze
hulde.
't Is hij die in zyne staten het drank
misbruik uitgeroeid heeft, 't is hy die het
voorbeeld getoond heeft aan de andere
vorsten van Europa hopen wij, dat wij
in 't kort, dezelfde hulde aan Leopold II
zullen mogen toebrengen, dat hij, die
zooveel gedaan heeft voor de beschaving
van Congo, wel eens hand aan T werk
zal willen zetten om België van de genc-
erplaag te verlossen.
De fabrikatie van cider (appel
wijn) in Belgié. Het bureel van in
lichtingen, n° 17, Augustijnenstraat, te
Brussel, zendt do volgende medeeling
met verzoek van opname
In een Verslag door den consul vau
België, te Maastricht, aan den minister
van buitenlandscbe zaken gericht, wordt
de aandacht geroepen op de buitenge
wone opbrengst die de boomgaarden, dit
jaar, opleveren. De appelenen peren die,
gewoonlijk, reeds op groote schaal voor
de Rijnprovinciën en het Noorden der
provincie Luik verkocht worden zullen
dit jaar een zoo grooten oogst opleveren
dat men cr zich op toelegt ze voor de
ciderfabrikatie te gebruiken.
Reeds lang hebben wij dit gebruik
van het overschot onzer appelen- en
pereaoogst aangeraden. Cider is immers
staan. Waarom wij die niet mogen weten, dat
begrijp ik wel niet, maar ik wil er toch mijn
hoofd onder verwedden, dat de prookdukaat
er by in het spel is... Waar zoo haastig heen
M. Markus
Zij keerde zich om en zag met boog opge
trokken wenkbrauwen den landheer na, die
in stormpas, baar voorbij, den weg insloeg,
dien zy gekomen was.
En dat vraagt gij nog riep hij haar
toe. Begrijpt gy dan niet, dat ik verbazend
nieuwsgierig ben, om de onverbeterlijke
nieuwe te leeren konnen
Hy snelde verder, als werd hij gedragen
door de eerste windvlaag, die over het pnin
van den weg tegen den boek van het bosch
stnitte. Zijn oog ging zoekend over het
schrale land, ergens, uit een dorstig koren
veld, of ta8schen de leste hooi-oppers van de
naaatbyzijnde weide, zon en moest de witte
hoofddoek te voorschijn komen, maar
ver hij zien kon, bewoog zich niets op het
veld; alleen de lang gewensohte wolkschadn-
wen dreven er over heen, als troostende voor
boden van het onweer; en door de toppen der
pereboomen van de pachthoeve blaasde eene
tweede zwakke windvlaag en schudde, zonder
dat men het hoorde, kleine, verschrompelde
vruchten op den weg.
M. Markus kwam hetslille, donkere lin
denpriöl voorbij en stapte door het frambo-
zenbotcbje de voorplaats op, eindelijk trof
een vervorschende drank, die goed be
waard kan worden en hoofdzakelijk ge
zond is. Denkt mea er echter aan die fa
brikatie te doen, dat men dan geen halve
proeven wage, door middel van ontoerei
kend materiaal en met mannen die wei
nig ervaren zijn..-
Volgens onze bescheiden meening biedt
de ciderfabricatie in België weinig kans
van slagen aan, het bier is er te goedkoop.
Wij hebben onlangs Belgische cider ge
dronken. Hij was goed gefabrikeerd,
maar tamelijk duur en de smaak stond
verre beneden dien van het bier.
Toen de slag bij Eylau voor de Fran-
schen eene slechte wending begon te
nemen, reed de wereldveroveraar Napo
leon, onder bescherming van eene afdee-
ling cavalerie, naar de stad, om van op
den kerktoren den verderen loop van den
stryd beter te kunnen overzien.
Men baalde den koster; deze deed de
deur van den toren open, en de keizer
ging den smallen trap op, naar boven,
terwijl zijn ruitersgeleide beneden bleef
wachten.
De Pruisen en de Russen kwamen nader
ou nader. De huizeu dreunden van hun
hevig kauongeschut. Weldra kwamen er
vluchtende Franschen voorbijsnellen, en
NapoleoD, die zag dat hy zelf in gevaar
zou komeD, kwam zoo snel mogelijk van
den toren af.
Tot zyne verbazing vond by beneden
zijn geleide niet meer. Do ruiters wareo,
zoo verklaarde de koster, in alleryl ge
vlucht. Iu de hoop den vijand vau zyden
te kunnen aanvallen en de vluchtelingen
tot staan te bewegeD, zond de keizer
zijnen adjudant af. Maar al zijne hoop
bleek ijdel.
Eindelyk, toen het gevaar op zijn hoog
ste was, men zag de Pruisische sabels
en de Russische pieken al van zeer naby
blinkeu, sprong Napoleon op zyn peerd,
dat zijne manschappen aan den koster te
bewaren hadden gegeven, en rende haas
tig weg.
Had de koster der kerk van Eylau, ua
do vlucht van 's keizers ruiters, den toren
eenvoudig gesloten, dan was Napoleon
daar gevangen, en de loop der geschiede
nis, na 1807, zou waarschijnlijk geheel
anders geweest zijn.
Tegen motten. Geen beter mid
del tegen motten, dan echt juchtlcèr,
(cuir de Russie), geen namaak. De bees
ten kunnen niet tegen de lucht en ver
dwijnen. Bovendieu is het goedkoop, om
dat het altyd goed blyft.
eenig gelnid zijne ooren. Do deur kraakte;
de keeshond hief den neas van de roorpooten
op en blafte, en nit het huil klonk hem eene
menschelijke stem tegen, die aan het brommen
en schelden was.
Het voorhoii binnentredende, zag hij den
schoot in de open kenken voor de etenskas
staan. In zyne linkerhand had de onde heer
stok en pyp en met de rechter wierp hy jnist
de kas dicht, zoodat ze in hare voegen kraak
te. Daarop trok hy er den sleutel nit en stak
hem in den zak van zyn kamerjapon.
- De duivel hale de meiden bromde hy
terwijl hy hinkend in het voorhuis kwam. Hy
stak M. Markus de hand toe, wien hy op dit
oogenblik als een slecht spelende poltron op
het tooneel voorkwam. Daar ligt me soo maar
in de open kas eene groote cervelaatworst en
zeker drie pond van de allerbeste hesp. Een
lekkere beet voor de schooiers en bedelaars,
die op de hove rondsnuffelen Als er soo met
de provisie geloefd wordt, dan verwondert het
mij niet, dat alle profijt verloren gaat. En
dan de bussen met ingemaakt goed Er staat
in het eene vak een heel regiment. Hy krabde
zich achter het oor. Ik dorf mijne goede
vronw niet seggen, hoe haar kelder geplnn-
derd wordt, en waartoe in 's hemels naam
't Is of we een diner of sonper sullen geven.
Als myne nicht thuis komt.
Wordt voortgezet.