Zondag 26 Augusti 1900 5 centiemen per nummer. 34s* Jaar 3497 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. en 't Arrondissement van Aalst VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. De Armtierige aan 't werk. wr DE GIFTMENGSTER. EENE RECHTBANK ZONDAGRUST. Altijd ijd schooner, DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Lands Cuique luum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijn8dag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad Aalst, 26 Augusti 1900. Onze armtierige beeft eene zonderlinge wyze van pennetwist te voeren. Hij be spreekt met zijn gewone rechtzinnigheid bet artikel dat wij aan den moord op den Koning van Italië gewijd hebben eu zegt De pastoors die Denderbode aaneen- flansen (aaneenflansen past slechts op het flauw gezeever van den armtierige xelf) hebben het weeral gevonden. Indien Bresci den koning van Italië vermoordde, deed hij dit enkel om het voorbeeld te volgen der bewerkers van Italië's eenheid, om tich te gedragen naar de leerstelsels van degenendie het erfgoed van St. Pie- ter hebben ingepalmd. Wij hebben, armtierige, het geweten van Bresci niet onderzocht en dus heb ben wy niet kunnen schrijven met welk doelwit by gehandeld heeft, en dat dit doelwit enkel was een ander na te volgen. Wy zyn overtuigd dat zulke onnoozelaars slechts te vinden zjjn onder de opstellers van onzen armtierige. Wy hebben vastgesteld dat Bresci de zoo zeer opgehemelde bewerkers van Ita- lië's eenheid beeft nagevolgd en dat by in 't plegen zyner misdaad de leerstelsels beeft in pratijk gesteld die de geuzen hem hebben ingepompt. Dat is een feit, een brutaal feit dat als een kleed van Nessus brandend op de schouders der geuzery drukt. Men beeft in de scholen van Italië aan Bresci geleerd dat Milano een held was, omdat by Ferdinand, Koning van Napels, poogde te vermoorden dat het bestuur van syn land aan de weduwe van dien meineedipen soldaat een pensioen betaalde en men hem self een standbeeld beeft opgericht En daaruit heeft Bresci gevolgtrekkin gen afgeleid met eene logiek, die onze geuzen gedurig met de voeten treden by beeft bij zich zeiven gedachtMen heeft mij geleerd dat Milano een held is en nochtans hij handelde om de 100,000 dukaten te winnen die de Italiaansche qeuxerij uitloofde om die misdaad te ple- ?en. Hij werkte voor ie eenheid vmn Ita- iëik, integendeel, ik werk niet met het lage doel geld te winnen, zelfs de dood wacht my maar ik handel niet in belaDg van een land maar van de gebeele menscbheid. Ik ben grooter dan Milano. Dat de armtierige dit eens overwege, daar sit stof tot overdenken. Met de rechtzinnigheid dio wij bem kennen gaat onze geus voort te brallen Ware PiuelX koning gebleven men hadde voorwaar nooit van anarchisten en koningsmoorders hooren spreken. 30* VBRVOLS. Overigen is zij seer lief jegens ons, jegens René en my, en gy weet, dat zy bij zonder veel ran n houdt. Dat is niet altyd uwe meening geweest. Dat is waar, maar zy ia ook niet meer deselfde. Vroeger kon zij my niet lijden en dacht slechts aan baar zelve, maar de dood ▼an mynen armen vader heeft haar geheel veranderd. Zy houdt veel van onzen kleinen jongen en vindt haar geluk slechts by onB. Bedenk ook, dat wy haar gedeeltelijk ons ge- lak te danken hebben. Gy hebt gelijk riep Lachenal, greep eensklaps op vurige wyze hare hand, bad haar honderdmaal om vergiffenis en bekende haar den aiekelyken toestand van zijnen geest. Den geheelen avond was hy voorko mend en vriendelijk jegens zyne vrouw. Doch weinige dagen later verviel hy weer in dezelfde droevige stemming. Toen hy op zekeren avond terugkeerde, zag hij mevrouw de Fairióres, die met handarbeid bezig was en in gesprek met Gabriëllef Wie op dat Wil hij ons die onnoozelerij oek op den rug wrijven Wy zullen hem echter doen opmerken dat indien Italië het tooneel niet was ge weest der ongeboordste ongerechtigheden dezer eeuw indien men hadde voortge gaan aaD de kinderen van Italië den Cate chismus te onderwijzen in plaats van hen te leeren op welke wijze een plichtsver- geten soldaat, om 100,000 dukaten te winnen, een groot man kon wordeD, weer- dig zijn standbeeld te hebben, wij zeggen niet dat er alsdan geen anarchisten zou den geweest zijn maar dat Italië voor zeker niet het klassiek land der politieke moordenaars zou zijn geworden. En nu, waarom mogen wij niet zeggen dat er geon anarchisten zouden geweest zijn Dat gaan we toelichten in twee woorden. Zoolang er geuzen zijn, zullen er socialisten en anarchisten komen. Dat is fataal. Eon geus in de hooge klasse der samen leving is socialist, of anarchist op de lage trede der maatschappij. Een werk man is geen geu9. Ook ziet men dat er geeno geuzenwerkliedenpartij bestaat. Waarom Omdat uit de princiepen der geuterij, het volk noodlottigerwijze het socialism afleidt. In den grond van ons hert dra gen wij de zucht tot het geluk. Dit geluk wordt verwezenlijkt, zeggen de catholie- ken, in een ander leven, maar, tiert de geus, dit ander leven bestaat niet I In dat geval, roept het volk, willen wij het geluk op aarde. De socialisten hebben gepoogd de grondtrekken van dien hemel uiteen te doen. Dit Eden op aarde moet verwezenlijkt worden en daartoe moet men middelen gebruiken. De possibilisten willen dit door de wetgeving de marxisten door geweld. Moeten de marxisten geen anarchist worden als ze het niet reeds zyn De vraag is to duidelyk. Onze lezers hebben er reeds op geantwoord. Eu nu gy. Armtierige Krijgsoefeningen. Bericht. In het opschrift van de poststukken voor troepen van de 2" en 3' Legerafdeelingen die deelnemen aan de groote oefeningen moet, van 25 Augustus tot en met 6 Sep tember, geene plaats van bestemming staan. In bet adres geeft men enkel op het nr van het regiment, het bataljon en de compagnie (of het nr van de batterij, het escadron, de kolom, enz.), met de duidelijk geschreven melding Bestuur der krijgsoefeningen of *2* Leger af - deeling of "3" Legeraf deeling. Eiken dag, neemt het Hoofd van den postdienst van bet Leger de noodige maat regelen om die poststukken op de leger plaatsen dier twee afdeelingen te doen toekomen. oogenblik Lachenal gezien had, zon ontsteld geweest zyn. Zijne oogen schoten vnnr en zijn voorhoofd fronste zich. Hij ging naar zyne kamer, waar hij zich opsloot en moest drie maal ten eten geroepen worden. Aan het avondeten sprak hij geen enkel woord en ant woordde zelfs niet op de vriendelijke vragen, welke de weduwe op hem richtte. Men zon gedacht hebben dat hij haar niet kende. In een woord, zyn gedrag tegenover haar was zeer opvallend en beleedigend. Gabriëlle was verlegen en pynlijk aange daan. Mevrouw de Fairières wilde ook onver schillig schynen, maar men kon duidelyk zien, dat zij leed, want zij roerde nanwelyks de spijzen aan. Zy boog haar hoofd om de tra nen te verbergen, en meermalen zag Gabriëlle een traan in haar oog glinsteren. Dit krenkte de jonge Gabriëlle diep sedert lang had me vrouw de Fairières alles gedaan om het ver- ledene te doen vergeten en nn toonde zy zich even lief en goed, als zy vroeger hard en baat zuchtig was geweest. Daarom gevoelde Ga briëlle medelijden met haar. Zes jaren waren sedert den dood van den heer de Fairières voorbijgegaan en wie toen zyne echtgenoote gekend had zou nn zyne j ogen niet geloofd hebben. In het hart was zij niet dezelfde en ook haar Hiterlyk was veranderd. De lange ronwkleederen hingen om haar, als om een geraamte haar aange richt was bleek en ingevallen. XE AALST. Zondag 26 Augustus herdenkt de Stad Dendermonde den dag toen, honderd jaren geleden, rij den zetel werd eener Recht bank van eersten aanleg. Wij, Aalstonareo, mogen dit eeuwfeest niet onopgemerkt laten voorbijgaan alhoe wel het voor ons geen feest mag heeten. De wet van 27 ventose jaar VIII der Franscho Republiek (18 M^art 1800) op de rechterlijke instellingen f«fa'het Fran- 8che Rijkwaartoe alsdan ook ons Va derland behoorde richtte te Dender monde eene Rechtbank in van eersten aanleg, die er thans nog zetelt. Die wet was de miskenning der eeuwen oude rechten onzer Vaderstad. Aalst was de hoofdstad vaD oen graaf schap wiens grondgebied aanzienlijk was, daar het twoe steden en honderd gemeen ten telde en thans behoort tot de bestuur lijke Arrondissementen Aalst, Dender monde, Gent, Oudenaarde en zelfs Brus sel. Dit belangrijk grondgebied had zyne rechterlijke instellingen waarvan het Leenhof, te Aalst zetelende voor burger lijke en crimineele taken, het hoogste lichaam was. In 1787, voegde keizer Joseph II ten einde onze rechterlijke instellingen te volledigen eene burgerlijke Rechtbank by de reeds bestaande gemeentelijko Vierschaar in het Leenhof. EiDdelyk stelde de wat van 9 vendé- miaire jaar VI der Fransche Republiek (30 September 1797) hier eene Correc- lionneele Rechtbank in nadat de vroeger hier bestaande Rechtbanken ten gevolge onzer inly ving by het Fransche Rijk wa ren verdwenen. Doch de wet van 27 ventose jaar VIII, waardoor de nog heden aldus genoemde Rechtbanken van eersten aanleg werden gesticht, schafte de op zich zelve bestaan de correctionneele Rechtbanken af te zelfder tijde als de burgerlijke en crimi nele Departomcnts-Rccbtbanken. Door haar verleden, als ook om reden barer liggiDg en barer belangrijkheid mocht onze Vaderstad aanspraak maken op eene der nieuw gestichte Rechtbanken van eersten aanleg. Waarom werd rij voor Dendermonde achteruit gesteld Geene aannemelijke reden daartoe is er te vinden zoo dat het wel waar zal zijn, wat wij eens uit den mond van eenen ern- stigen welingelichten magistraat verna men, dat alleen de wraakzucht van eenen Franschen magistraat, die in Aalst vruch teloos gepoogd bad zyne grillen te vol doen, aaüleidiDg heeft gegeven tot eene rechtmiskenning waarover onze Stad he den nog klaagt. Herhaalde malen is wijlen M. V. Van Wambeke in de Kamer van Volksverte genwoordigers opgestaan om voldoening voor ons te vragen by sprak er met zoo veel overtuiging en zooveel gloed dat den 11 Februari 1892 Minister Lejeune be- Des anderendaags toen Lachenal aan de rechtbank was, bezocht mevrouw de Fairières nogmaals hare stierfdochter, ging met haar het slaapvertrek en sloot de deur af. x Heeft uw man gisteren met n over my gesproken vroeg zy haastig. Toen gij weg waart niet meer. Hoe, geen woord V Geen woord, hy zei my goeden nacht en ging naar zyn studievertrek. Zoo laat nog, om tien nnr Dan werkt hij veel Op het oogenblik moet hij veel pleiten. Luister, myn kind nw man schynt mij slecht gezind te zyn ik weet niet waarom, maar gij moet het toch bemerkt hebben. Ik beken, dat hij sedert eenigen tijd zeer norsch tegen n was, en ik weet niet, waaraan ik dit moet toeechry ven. Hij maakt my de bezoeken hier onmoge lijk. Ja, zeide Gabriëlle, ik heb niet tot gister avond gewacht om hem dit te zeggen. Is dat waar riep de weduwe, terwijl zij de handen der jonge vrouw greep en aan haar hart drukte. Waarom twijfelt gy aan mjjne woorden riep deze verwonderd. Waarom Waarom Ik zal het u openlijk zeggen, ik meende, dat gij uwen man tegen mij epstooktet. -Ik? loofde dat hy de vraag onzer Stad met welwillendheid zou onderzoeken. Om hem dit welwillend onderzoek ge makkelijker te maken schreef MMr Baron Leon Bothune (in 1893) zijne merkwaar dige brochuur, eene nieuwe, krachtige pleidooi waarin, door bewyzen gestaafd, al de voordeelen worden vooruitgezet der stichting eener Rechtbank te Aalst, en alles wordt afgebroken dat opgeworpen wordt tegen de verwezenlijking van dit ontwerp. Oogolukkig bleven die pogingeu zonder meldenswaardig gevolg, doch dit mag ons niet ontmoedigen. Wy moeten den strijd onverdroten voortzetten en onvermoeid aankloppen om eindelijk verhoord te wor den. Eikeen die het rechtzinnig wel meent mot do zaak waarvoor de H.H. Van Wam beke eu Baron L. Bethune zoo moedig in do bres sprongen zal het zyne by- brongen om mede te helpen tot het weg ruimen van do hinderpalen welke men ons in den weg legt. Reeds vroeger hebben wij hier, in een paar artikels aangetoond (1) dat sinds 1830 herhaalde malen wijzigingen werdon toegebracht aan do bestaande rechterlijke omschrijvingen. Wel is waar was elke wijziging betrekkelijk van gering belaug doch niettemin bevond men zich telkens vóór de zelfde hinderpalen nl. invloed der grensverandering op het bevoegd- heidsgebied der notarissen en moeiëlijk- heden voor het samenstellen vaz nieuwe hypothecaire archieven door het oprich ten in Aalst van een nieuw kantoor voor grondpandhowaring. Wat geen bindorpaal is voor eene kleine wijziging kan er geene zyn voor eene meer grondige, daar hot princiep van de op lossing der moeilijkheid alleen te vinden was en gevonden is. Dit hebben overigens onze noorderbroe ders, de Nederlanders, voldoende bewe zen toen zy, in 1875, door eone wet van 10 November, eu in 1877, door eene wet van 9 April, aan hunne Gerechtshoven, Arrondi8sements-Rechtbanken en Cantons Gerechten eene totaal veranderderde om schrijving hebben gegeven. En zoo ingrij pend ia die herinrichting geweest dat he den het grondgebied van meer dan eene Arrondissements-Rechtbank tot dat van twee Provinciën behoort. Dat dit voorbeeld bij onze noorderbroe ders genomen voor ons, Aalatonaren, een spoorslag zy, nu dat Dendermonde's Rechtbank haren honderdjarigen geboor- tcdag herdenkt, om krachtiger dan ooit te ijveren om 't lang beoogde doel te be reiken eene Eechtbank van eersten aanleg; te Aalst. Doornik 20 Augustus 19G0. R. D. S. (I) Zie Du Dbndbrbodr 29 Augusti en September 1897. dienstdoende Apotheker: Zondag 26 Oogst 1900, Mr Bonner, Bisschopstraat. - Luister Ik ben wellicht vroeger hard en onvriendelijk geweest en heb n daarvoor recht gegeven streng tegen my te zijn, maar nu vraag ik u vergiffenis en de vriendschap. Maar dat is bijna eene beleediging, riep Gabriëlle. Zon ik u dan ontvangen hebben, zooals ik bet nn doe Zon ik dan nu zoo vriendelijk jegens u zijn Vergeef my, mijn kind. Ik heb ongelyk, maar ik kan mij Lachenals koelheid niet ver klaren. Ik heb hem geen leed gedaan, en in dien ik spreken mocht vrd mijne bemiddeling by uw hnwelyk, dat zijn geluk gevestigd beeft.... Ja, hernam Gabriëlle, dat is de reine waarheid het huwelijk heeft hy aan n te danken en daar hij geene reden heeft om daarover berouw te gevoelen, begrijp ik in derdaad die koelheid niet, welke aan ondank baarheid grenst. Beschuldig hem niet de mannen veran deren dikwijls van gezondheid, dat ligt in hnn temperament of wat weet ik het Maar nw man is goed en zachtmoedig, dat verzeker ik n. n De jonge vrouw zag hare stierfmoeder ver wonderd aan. u Lachenal zal zich beteren, daarvan ben ik overtuigd, zeide mevrouw de Fairières. maai wal ik van u verlang, is dit help mij om zij ne vriendschap weer te winnen, steun mij te gen hem. DENDERBODE wil ous naar Gheel sturen omdat wij voor Z. A. S. zijn. Zoo jammert onze groeno held. Onze tegenstrevers kunnen dan niets anders dan woorden verdraaien en go- dachten krenken 1 Wij willen onze Pie naar Gheel niet sturen alhoewel hij er deftig op zijne plaats zou z^n omdat hij voor Z. A. S. strijdtwij eerbiedigen alle overtuiging maar hij zou er naar toe moeten om de wijze waarop hij voor Z. A. S. strijdt. Hy zaagt over Zwitserland en beweert dat het, dank aan Z. A. S., een waar aardsch paradijs is en hij weet heel wel dat by onnoozelhedon verkoopt. Hij zegt dat Z. A. S., en hij herhaalt het, ons brengen zal 1° volkswetten, 2° vaderlijke besturen, 3° broederlijkheid, 4* regeling van den arbeid, enz. enz. en hy weet dat zulks niet juist is en bij houdt het staan. Hij antwoordt nooit ernstig op zijne tegenstrevers en weerlegt ze nooit, maar komt telkenmale met de zelfde onnoozelheid voor den dag. Daarom moet hij naar Gheel. Wij zullen hem volgen in zijne onge rijmde bevestigingen al ging hij zich in Patagonië, in Zuid-America, verschuilen na van Zwitserland te zyn weggejaagd. Liever zouden wij een ernstig artikel bespreken maar, och Heore I van wego 't Land is ons dat nooit gegund het zijn altijd alzoo zeeveriugskes die zoo be lachelijk als onwaar zijn. Wij dagen hem uit, den zeeveraar. eene enkele plaats aan te duiden waar Z. A. S. een vaderlijk be stuur, broederlijkheid, enz. heeft ge bracht. Hy zal het niet, hij kan het niet I O brave man Dat is de heilige uit Chipka. Niet liegen, zegt hij, en bij heeft er woêr eene den nek go- kraakt. - Volgens Denderbode is er hier niets te verbeteren. Zulke wapens zijn oneerlijk maar wij zijn er verre af ons te beklagen, want hot en zijn de lezers van Denderbode niet die hij door zulke kolossale lengen bedriegen zal. Wij hebben reeds te dikwijls gewezen op nuttige hervormingen opdat wij zulken laster niet zouden kunnen misprijzeu. Wij hebben reeds gezegd dat de wet op de pensioenkas verbeterd kan en zal wor den en dat schoon werk zullen nogmaals die hatelijke bewaarders of catholieken verrichten 1 Zij hebben, zij alleen die schoone wet gestemd zij ook zullon dit schoone werk voltooien. Het catholiek ministerie heeft ook reeds aangekondigd dat een wetsontwerp op do werkongevallen giDg neórgelegd worden. Wij wenschen dit uit al onze krachten. Die wet zou reeds gestemd zijn maar dit is de schuld der socialisten die hierin door de groenen in do hand ge werkt wierden. Als dat uit de voeten is, heilige, waar heidlievende man, dan zal Denderbode, in do maat zijner krachten, het zijne bijdra gen tot verdere verbeteringou in onzen maatschappelijkon toestand. Gy, om demenschen op te hitsen,vindt alles slecht. Wy niet, maar dit wil niet zeggen dat or niets verbetord kan worden. Gij hebt eens te meer uwe brave ziel getoond en oubarmhertig uwe tegenstre vers gelasterd. Van uwen 'twego echter zyn wij aan alles gewoon voor u bestaat noch recht noch rode 1 - Dat beloof ik u van ganscher harte en ik heb er niet mee gewacht, tot gij het mij gevraagd hebt. Het uur van ontbijten was gekomen La chenal moest weldra terngkeereo. x Gy blijft hier, zeide Gabriëlle op hartelij- ken toon. Neen, hernam mevrouw de Fairières, 1 het is beter dat hy mij heden niet ziet. Gabriëlle hield niet langer aan en liet haar gaan. Haar echtgenoot keerde terug, ontbeet en toonde zich teeder en voorkomend jegens zij- rouw, alsof hij baar den droevigen avond van gisteren wilde doen vergeten. Mijn vriend, zeide deze, mevronw de Fairières is hier geweest, zij wilde echter niet blijven uit vrees u niet welkom te zyn ik geloof, dat haar dit zeer spijt. Lachenals'a aangezicht verduisterde. u Al tijd deze vrouw, ffnisterde hy. Maarlieve.... Stil 1 Als ge mij lief hebt, dan spreek mij niet meer over haar Zij is toch onze moeder of bekleedt ten minste hare plaats. Zy Het aangezicht van Laohenal kreeg eene vreeselijke uitdrukking, zijn oog liik- kerde en hij Bcheen zeer opgewonden. Zij Herhaalde hij, en gij zijt het, die dat zegt Gij verdedigt halr, alBof gij vrees- det, dat ik in de toekomst een ander zon zyn, Belgique van October 1875 toont ons hoe verdraagzaam de gouzen zijn togenovor de geloovigen. Wy moeten dio woorden horhales Boet, gevang, verbanning zijn wotto- lyke middelen. Waarom zo niet togón do catholieken in 't werk gesteld, s De Journal de Gand voegt or. by Wie aan mirakels gelooft eu beêraron gaat is maar goed om afgerost te worden.* Wij hebbou ous afgevraagd wolko prin- ciepon do geuzen toch hebben mogen en wij wetoü er tot hiertoe de eerste niet van, Do lezing van een artikel uit do Chro~ nique geon huichelaar lijk onze povere artist komt onze twyfol oog ver- grooten. Het woord besprekende van den Zalig maker Bemint elkander, bemint uwen naaste als u eelven verheven woord dat de richtsnoer is en zijn moet van het gedrag der geloovigen, schrijft dit blad Dat is onmogelijk, dat kan niet zijn. God was niet praktisch. a Uwen naasten beminnen, hom helpen en bijstaan, zyne gebroken lijden met een woord verdraagzaam zijn dat is niet prak tisch. dat brengt geen voordeel by. 3 Kan men aan het égoïsme een brutalere uitdrukking geven Feitelijk wisten wij reedt waarom lief dadige werken by de geuzen niet gedyeu wij herinneren ons dat diezelfde Chroni- que de geuzen eens in 't aangezicht slin gerde dat striemend woord x Allen oordjesbijlers maar hot is niet slecht dat dit ook eens principiëel vastgesteld worde Schoone verhevene zedeleer 1 Wij danken de Chrotiique omdat zij zoo brutaal haar hert beeft uitgespuwd. Het ordewoord der geuieu is dus Geen lief dadigheid, geen onderlinge liefde, dat is niet praktisch MAAR als Z. A. S. werk, overvloed, welvaart brengt voor allen, hoe komt het daD dat er Fraukryk, Duitschland, Zwit serland enz. in evenredigheid meer werk- loozen, ongelukkigen, bedelaar*, enz. aangetroffen wordeD, meer volksellende bestatigd wordt dan in België 't Woord is aan onze Pie. Wat meent gij vroeg Gabrielle en trachtte te vergeefs den zin van deze zonder linge woorden te vatten. Luister dan, ik Ijjd reeds lang genoeg te lang reeds voel ik eenen afkeer van deze vrouw. Ik ben haar moede ik wil haar niet meer zien, hoort gij, riep hij, ik wil niet meer, dat zij een voet in dit huis ze, dat zy door hare tegenwoordigheid bezoedelt, a Verbaasd boorde Gabriëlle deze woorden aan en beproefde zet te verstaan. Maar, lieve vriend, verklaar mij toch.... - Wat zou ik u verklaren Deze vrouw is nw en myn ongeluk geweest. Zy is een ser pent. Moet ik het n dan rechtuit zeggen, moet ik het u luide toeroepen, opdat gy het verstaat Wel dan, zy is het, die.... Zij is het die Spreek toch Ja, zy is het, die uwen vader vermoord heeft n Hij werd bleek als een doodde. Zjjne vrouw meende dat hy het verstand verloren had, en haar karakter verzette zich tegen het aannemen van deze beschuldiging. x Vermoord Myn vader vermoord I Maar zijt ge krankzinnig Weet ge wel wat gs zegt Lachenal hield krampachtig zyn hoofd met met beide handen vast, daarna zag hij Ga briëlle met verwarde blikken aan en stamel de x Vermoord... vermoord... zij heeft hem laten Bterven zij is de oorzaair van zijnen dood. Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1900 | | pagina 1