Donderdag 15 September 1900 5 centiemen per nummer. 54"® Jaar 5502
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
UIU VAN HEN SCHUWT
GODSDIENST, HUISGEZIN. EIGENDOM.
vaderland, taal, vrijheid.
Eiffeltorenachtige
dwalingen.
D E
w
Einde en middel.
Snuifje voor onzen armtierige
DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagte'ekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor xes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Qoossens, Korte Zoutstraat. N. 31,
in alle Postkantoren des Lands
Cuiqiie Huum.
Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonniasr op
3* bladzijde 50 centiemen Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden met teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
oijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Burasle
van dit blad
Aalst, 12 September 1900.
Als men aan de socios vraagt boe zy
hunnen toekomststaat zullen inrichten
dan snauwen zij u barsch toe Gij zijl
uphilistijn, veel ie dom omdat ie begrij-
fv\!
1 Zulk een schoon antwoord vinden wij
met uit, lezer het komt van de socios
zelf en dan nog van iemand dia over het
paradys der toekomst een boekdeel van
ruim 400 bladzyden had geschreven. Het
is gegeven geweest door den fameuzen
Bebel, die aan de vrouw zulk eeue schoone
rol toekent.
Hunne verwaandheid wordt slechts ge
ëvenaard door de geuzen. Deae vallen ge
durig onzen Godsdienst aan met eene
woede welke aan dolheid grenst. Wat
mocht de volmaaktheid der catholieke
Beligio die kerels toch gedaan hebben dat
qj met zooveel woede wordt aangevallen
Wy kunnen het maar niet begrijpen.
In die aanvallen loonen zy zooveel be
krompenheid als razerny. Zij kennen niet
eens was zy bevechten.
IemandbeweertoDzo armtierige,die met
onoverkomelijke dwaÜDg gelooft dat God
hem bevolen heeft te liegen en te blas-
phemeeren mag liegen en blasphemeeren.
Die iemand moet een verstokte geus
rijn die de eerste letter niet kent van den
catechismus, die niet het geriDgste begrip
heeft der Godheid of zoo iets kan hij niet
uil kraaien.
Hoe zal een kind redeneeren
God is heilig.Dus kan Hij niet bevelen
Ie liegen. Wy spreken niet van te blas
phemeeren Dat is God kwaad wen-
schen. Het is immers te duidelyk dat
God aan niemand bevel geven kan, Hem,
dat is God, kwaad te wecschen vermits
m zijne Wysheid Hij ons schiep om Hem
te dienen.
Kan dus iemand met onoverwinnelijke
Atcaling gelooven dat God hem beveelt
I te liegen
Op het oogenblik dat hij weet dat God
heilig is en dat is zoo klaar als de zon
- kan hij dat niet. Zyne dwaling kan
niet onoverwinnelijk zijn vermits de
mensch maar een oogenblikje nadenken
moet om aanstonds te weten dat God door
zijne oneindige Heiligheid zulk bevel niet
kau geven.
Die dwaling is dus altijd overwinne-
lijlc en men kan nooit rechtzinnig geloo-
rcti dat God de leugen bevelen kanzelfs
niet om 't goede te bekomen. Non licet
fatere mala ut eveniant bona.
E M A R L I T T.
(NA VERTELD).
49"* THRVOLS.
Bruiloftskoek herhaalde «ij een wei
nig buiten adem met wantrouwigen blik.
Waar zyt gij toch geweest, mijnheer Markus,
dat gy zoo vroolijk thuis komt En gij zyt
too nat als een poedel. Och heerejee, wat een
llijkspatten op mijn pas geechrobden vloer,
't is om te lachen, dat danst, en heeft het hal-
Te Hertenveld aan zijne sohoenrolen hangen.
Hanna zal niet weinig brommen, dat zy op
nieuw beginnen kan. Bruiloftskoek, zegt gy
Of ik dien bakken kan Twee handen hoog
en zoo luchtig, dat hij op de tong smelt...
Maar nu vraag ik voor wien in ons stille
Hertenveld Wie moet dien eten
I i^ie y Wel, wie lust heeft, wie mijn gast
i lijn wil Oud en jong, rijk en arm, ze zijn al
len uitgenood igd. Wie een schat gevonden
heeft mag niet kniezerig zijn.
Ze zag hem met een verbluft gelaat aan
bjj lachtte haar vroolijk tos. Hij ging de trap
Wat leert de catechismus Is leugen
taal zonde
Ja, en ook doodtonde als de leugen ge
schiedt met groote schade of hinder van
oneen naasten.
God is oneindig heilig en wie oneindig
heilig is kan niet zondigen.
De zonde is eene onvolmaaktheid eu in
God is eene onvolmaaktheid onmogelijk.
Wat ezelary heeft dus do armtierige
uitgekraamd I
Hij heeft die kolossaalheid geschoven
op deu rug van een pater Casnedi.
Waar heeft die pater dat geschreven
Dendergahn zal ons het werk en de
bladzijde aanduiden of wij roepen hem uit
als een vuige lastertong. Want gelogen
heeft hy. Als hy dat niet doet stellen wij
hem als een gemeene logenaar aan den
kaak der schande en der lafheid. Hij
moet leeren dat de bronnen waaraan bij
put geen lasterfabriek aan 2 of 5 centie
men het nummer zijn mag.
Is het niet zonderling dat die arme jon
gen die nu theologanten studeert vroeger
uiet eens eene eenvoudige studie van wijs
begeerte had gelozen en niet wist wat bij
dacht over God, ziel en toekomstig loven?
Hij hield zich alsdan met die vraagstuk
ken niet bezig en de armtierige zou zich
op rein staatkundig en ecouomisch gebied
bewegen Dat beweerde hy.
Wij hebben ons daarvan kunneu over
tuigen I Rij zegt alle godsdienstige over
tuiging te eerbiedigen en wekelijks wordt
de RoomtcheKerk aangevallen niet alleen
in hare bedienaars maar in hare dogmas.
Wij zouden ods daarover niet beklagen.
Hy bandelt daarin als geus en doet
geuzenwerk maar hy is een getuigschrift
van orthodoxie gaan afsmeeken, gelukkig-
lijk by verdachte bron hy heeft de laag
gezonken P. Daens doen schryven De
liberalen zijn goede christenen en daar
tegen teekenen wij krachtdadig verzet.
Zyne "woorden en werken hebben dat
sedert meermaals getoond on Denderbode
was eu is op goeden weg toen by die
droeve hansworsten en huichelaars kracht
dadig en onverdroten heeft bevochten en
immer bevechten zal.
I>© Arbeid.
Arbeid maakt het leven zoet
En het sterven licht
Hy houdt altoos frisschen moed
Die zyn taak verricht.
Lediggang baart zielepyn,
Is der ziele dood.
Nimmer zal gelukkig zijn,
Wie slechts werkt uit nood.
Daarom steeds gewerkt met luit,
En geswoegd met vlijt
Boven wacht ons zoete rust
In alle eeuwigheid. D. S cue am.
op en zong met eene schoone barytonetem Ge
orge Brown's Vient gentill» damt I uit de Da
me Blanchtdaarop werd boven de deur haa
stig toegetrokken.
XVIII.
Na korten tyd kwam hij vreer beneden en
stapte doer het voorhuis naar buiten. Hij had
andere kleederen aangetrokken en het door
storm en regen verwarde haar in orde ge
bracht hy zag er netjes, bijna deftig uit.
Op mijn woord, bijna als bruiloftsgast I
riep jufvrouw Griebel uit de keuken. Maar
het druipt nog in den hof en binnen weinige
oogenbliken zal het sohoone, gladde jasje even
nat zijn als pas geleden uwe reisjas, M. Mar
kus. En moet ik nu met myn tafelgereed
schap en het eten door al de poelen en plaBsen
naar het tuinhuis waden
Hij zeide haar, dat hy om acht ure op zijne
kamer wenschtte te eten, en tot zoo lang
het paviljoen niet mocht gestoord worden,
door niemand ook door de zorgzaamste aller
pleegmoeders niet. Daarmee verliet hij
ijlings het huis, als had hy een
halen.
In het tuinhuis dat gesloten was geweest,
kwam hem dezelfde drukkende hitte van den
namiddag tegen. Hy schudde met een ernsti-
geD lach het hoofd, toen hij de deur open zet
te, om de frissche lacht te laten binnenstroo
men... Nauwelijks twee uren was hy daar af-
Vv\ i h oi H Id "J0 nummer van
VllJilC/lU* j2 Augustus raast
de armtierige nogmaals over de vrijheid
der geuzen.
Die kerel is waarlyk schaamtevry.
Heeft de armtierige pas eenige jaren ge
leden niet geschreven Wij gelooven
dat het beter is paters en pastoors aan de
deur van het land te zetten.
Is dat ook vrijheid
Zes jaren lang haduen wij den rampza
ligen schooloorlog en sehoolenkwest waar
door alle mogelyke dwangmiddelen de
geuzen hunne verwereldlijkte goddelooze
scholen wilden vullen.
Was dat ook vryheid
Gedurende zijne politieke loopbaan
hoeft Bara bijna nietdau geuzen benoemd;
onmeêdoogenloos wierden de catholieken
van de band gewezen.
Was dat ook vrijzinnig handelen
Als de catholieken te Gent vermoord
wierden en het - Journal de Gand -
daarop zegde - Wie in mirakels geloofd
en beévaren gaat,is maar goed om afgerost
te worden was dat ook vryheid
Als al de geuzenbladen in koor riepen
Duitschland, Zwitserland en Italië geven
ons het voorbeeld, laat ons het navolgen.
Was dit ook de vryheid
Pergameni zegt Boet, gevang, ver
banning zyn wettelyke middelen. Waarom
ze niet tegen de catholieken in 't werk
Weêral vryheid 1 zonder twijfel.
De litanie waro te lang maar laat ons
sluiten zy zyn in Dendergalm gek ge
worden. Laat ons wat medelyden hebben;
het zyn ook menschen en zy weten niet
wat zy doen en zeggen.
Het doelwit wettigt de middelen leert
uitdrukkelijk eeu italiaansche geus Mac-
cbiavel. Dat wil zeggen dat men slechte
middelen, oneerlijke wapens gebruiken
mag om tot een goed doelwit te komen.
Die woorden zyn een veel gepaste stel
regel bij de geuzen, by de socialisten en
zelfs bij de groene democraten, wy be
doelen de daensisten.
Het en is Macchiavel alleen niet die
zulkts scboone dingen onderwyst. Veol
dichter bij ons hebben wij een ander
geus, man van zekere beteekenis, die
hetzelfde voorhoudt. Wy willen spreken
van de Rémusat. Hy schreef in de Revue
des Deux-Mondes van September 1865
bl. 53 het volgende dat wij letterlyk af
schrijven en die wij aan onzen armtieri-
gen op te snuiven geven.
De mensehen bedritgen met goed in-
- zicht is nog niet voorzeker ale een ver-
boden middel aanzien. In 't fransch
Tromper les hommes d bonne intention
- n'esl pas encore décidément regardé
comme un mogen défendu.
Schoone verhevene zedeleer welke toe
laat de menschen te bedriegen 1 Zy is
waarlijk weerdig der geuzenparty.
Wat zegt integendeel de catholieke mo
raal
Non licet facere mala ut eveniant bona.
Het is verboden kwaad te doen om
't goede te stichten. Dat mag men, zelfs
met goed inzicht, de menschen niet be-
Wij zouden eens gaarne weten wat wy
door goed inzicht moeten verstaan.
Mag men liegen met opzet
Ja, zeggen de geuzen, als het met goed
inzicht is.
Neen, nooit roepen de catholieken lie
gen met opzet mag men nooit. Het doel
wit wettigt de middelen niet.
Wat is er edeler
uit La Tristesse contemporaine door Fie-
rens-Gevaert bladz. 147, woorden van M.
Gillotin bestuurder van eene openbare
school van Parya. (Bulletyn van den bond
voor de zedelyke werking).
Het is tyd verzet aan te teekeien
tegen eene kortzichtige opvoeding, stel
selmatig verstompend, geboren uit de ma
terialistische eu positivistische wijsbe
geerte die het kind maar opvoedt met het
eenig zicht op de stoffelyke en zedelyke
noodwendigheden van een leven daargo-
steld als eng beperkt tot het veld van zyne
dierlyke en aardsche werkdadiqheid.
(Dat is het ideaal van den armtierige die
die den hemel loochent). Zulke opvoeding
doet het hoogero leven der ziel door bloe
deloosheid vergaan. De opvoeding moet
hare kracht vinden in eenig diep vertrou
wen in eene ideale godsdienstige en troost
rijke opvatting van de wereld en het leven.
Het ontmoedigend gevoel der ontoerei
kendheid van het leven is het noodlottig
oevolg der heerschende wijsbegeerte 't is
het laatste woord van het matérialism en
van het scepticism.
Wy roepen tot M. Gillotin bestudeer
den catholieken godsdienst en gy zult er
uw ideaal in vinden, en tot den po veren
Dendergalm dat is de veroordeeling van
uwe bekrompene opvatting van het men-
■cbelyk leven dat gy meent op den boord
van het graf op te houden.
gestegen, hy had slechts tot aan den hoek van
het Gravenhout willen gaan, geen stap verder
en dan weer terug... Wat is toch de mensche-
lijke wil tegenover het lot, wanneer het zijne
beslissing nadert. Nu, het had met hem moei
te genoeg gehad om hem de oogen te openen.
Het had hem als het ware moeten aangrij-
pen en van zich stooten, het had hem het
bosch ingejaagd, waar het raadsel op de een
voudigste wyze sou werden opgelost. Hy had
voor eene donkere deur gestaan en het er op
gezet, die met het hoofd open te stooten
zijn weinig fantasie was zelfs tot onder de Zi
geuners verdaald, maar wat vlak voor hem
lag, daar was zijn oogslag over heen gegleden,
Intusschen droeg hij alleen de Bchuld voor
al de bewoners van het Hertenveld was de op
'tland werkende de nieuwe meid van den
schout geweestzy allen hadden hem op een
dwaalspoor gebracht en de eenige die den
waren stand van zaken kende, de schout, had
zyn best gedaan hem in zijne dwaling te ver
sterken, hij had zyne nioht met haar werkpak
aan eenvoudig verloochend, die oude come-
diant 1
Nu was alles veranderd. Het dreigende on-
weder had zegen en verkwikking aangebracht
en de donkere deur was wijd opengezottoch
liep hij weer, als voor twee uren, in eene on
beschrijfelijke spanning op en neer... Zoo
drukkend stil als voor het onweer was het
bniten niet meer. Alles wat leven en adem
had, bewoog zich met vernieuwde kracht en
de zuivere, koele luoht plantte elk geluid dui
delijker voort. In het vogelnest onder het pa
viljoen schreeuwden de jongen met hunne ge
le snavels ongemanierd om de ijverig- af en
aanvliegende ouden voor het venster dan
ste een zwerm muggen, de witte vlinders wa
ren ook weer voor den dag gekomen en dartel
den als sneeuwvlokken over het veld.
Daar, om den hoek van het bosch, kon
ieder oogenblik iets wits komen aanfladderen,
het zou en moest selfs komen, indien het
hem niet gaan zou, als iemand die roekeloos
een gunstig oogenblik heeft laten voorbijgaan
om alles op ééne kaart te zetten. Als hij zich
nu eens in zyne veronderstelling bedrogen
had Als zy zyn vaarwel in het Gravenhout
eeas ernstig en trosch als het laatste afscheid
beschouwde en zyn levenspad nooit meer
kruiste Het bloed steeg hem ontatuimig naar
het hoofd en het volgende oogenblik stond hy
op de bordes, o neen, hij behoefde geen en-
enkelen stap af te stijgen.
Hij beschermde sijne oogen met de bevende
hand tegen de doorbrekende gonde avondzon
en zag met inspanning naar het kreupelhout
in de verte achter de boomtakkendie zich
aan een traliewerk voordeeden, bewoog zich
iets, dat al nader kwam het waren niet de
blauwe linten van het stroohoedje, dat hy he
iets over Tomatten.
Tomatton worden hier nog te woinig
gebruikt. Het valt niet te ontkennen dat
rype vruchten rauw gebruikt iets flauws
en wansmakelyks hebben. Dit verandert
echter geheel als men het volgende recept
voor tomattensaus volgt.
Twaalf rype vruchten worden in stuk
jes gesneden en in eene pan gedaan met
20 grammen boter, 10 grammen laurier
bladen, 2 grammen kruidnagelen, 12 pe
perkorrels, eenige kleine ajuinen en wat
stukjes magere hesp. Dit alles moet een
uur koken en door een zeef geweven
worden, vervolgens met wat vleeschnat
(bouillon) vermengd, nog een halve uur
koken en daarna opnieuw door een zeef
loopen. Wanneer men nu vóór het gebruik
nog een weinig boter, zout, citroensap on
vloesehgelei door de saus mengt, verhoogt
de smaak.
Conserve van tomatten.
De tomatten snijdt men in 4 stukken,
zet ze zonder water op, laat ze goed ko
ken in hun eigen sap en doet ze aan door
een zeef. In flescbjes gedaan en goed
dicht gestopt bewaart die conserve aller
best. Men gebruikt se in soep en in alle
sausen.
Tomattensoep.
Men neemt per persoon een aanlappel,
tomatten naar lust of smaak, eun yuin
en laat die samen koken vervolgens doet
men dit door een zeef en laat :vlles met
bouillon even doorkoken. Bij het opdoen
roert men er een lepel fijn gekapte kor vel
in.
Om tomatten tot Januari te
bewaren.
Om tomatten te bewaren men legt se in
boterpotten in lagen in opgeloste zout en
als men ze daaruit neemt om te gebrui
ken moeten zy eenen dag in 't water ge
legd worden.
Opgevulde tomatten.
Men snydt het bovenste gedeelte der
tomatten af, haalt de zaden eruit, vult ze
met fljn gekapte hesp, peterselie, ajuin,
beschuit en een ei. In den oven tien mi
nuten in boter laten braden. Men maakt
de saus van jus. Men kan de tomatton in
dunne neteldoeken zakjes doen indien
men bevreesd is dat ze gaan in stukken
koken.
Het buitengewoon socialistisoh
congres zal den 17 November to Brussel
gehouden worben.
Om de scheuring te voorkomen, die
dreigt met de kwestie der E V., zou het
statu quo behouden blyven, 'tis to zeggen,
aan al de leden en groepen vollodige
vrijheid van handelen opzichtens dj E. V.
te laten.
deu namiddag in zyne lastigheid vorwensoht
had, neen, het was een grove witte doek, dis
boven de kleine dennen uitkwam en een men-
scheuhoofd niet anders dan lomp on plomp
kon doen voorkomon. Met moeite onder
drukte hy een juichkreet, die hem op de lip
pen kwam, en syn hart bonsde hem in de
borst.
Hy trad ylings in het tuinhuisje terug, en
sy kwam den hoek om. De wyde, witte
hemdsmouwen vlogen een weinig op door den
wind, en het was, alsof deze ook hare ranke
gestalte aangreep en haar gang onzeker maak
te. Zy was in haar schamel werkpak gekleed;
het breede, blanw voorschoot stond in stijf
gestreken vouwen om haar middel en de ly.
nen van hst bovenlyf verdweenen under de
dikke plooien van den grooten omslagdoek.
Maar nog nooit was het aangezicht zoo diep
achter de ooglappen n rerecholen geweest.
Zoo naderde zij, angstig, en een oogenblik
scheen het, ah ontzonk al haar moei liy het
zien van het paviljoen met open denr, als
verkreeg de neiging, om ylings terug te ke»-
ren, de overhand. Het was een pynlyk oogen
blik het hart van den man in het huiske
op den muur stond stil, maar de onzskerheid
hield op de barmhartigheid der s unari-
taausche overwon en dreef het moiajo stap
voor stap verder,
(Wordt voortgezet).