Zondag 7 October 1900 5 centiemen per nummer 54ste Jaar 5o09 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Lijfrentkas. DE GIFTMENGSTER. Wreedheid jegens de dieren. Hoe kan men de catholieke drukpers steunen? ROND Z. A. S. ZONDAGRUST. DE GROENEN. DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31, en in alle Postkantoren des Lands Cuique muim. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op 34 bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk legen deD dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad Aalst, 6 October 1900. Een uitmuntend boekje over die be langrijke zaak is het vluchtschrift van den Eerw. Heer Ringoot uitgegeven in de drukkerij van Het Vólk. Het doet in volle licht de voordeeion kennen welke voor de werklieden de aan sluiting aan de lijfrentkas meêbrengt. Het boekje kost 25 centiemen.Wij bevelen bet ten zeerste aan by al de propagandisten die zich met het lot der arme menschen bezig houden. Dit vlugschrift bevat vele nuttige in lichtingen. Het geeft veel voorbeelden van pensioenbedragen. Knippen wij er eene of twee uit. Bedrag van het pensioen op 65 jaar voor eene jaarlijksche persoonlijke stor ting van 3 frank. Men begint te storten op den ouderdom van 20 jaar. De schrijver neemt een Gentenaar de stad immers schenkt ook toelagen. De belanghebbende is lid van eene maatschappij en stort met voorbehouden kapitaal. Storting Pensioen Persoonlijk 3,00 voorbehoud kap. 31,20 Maatschappij 2,00 afgestaan kapit. 39,30 Staat 3,00 58,95 Provincie 4,00 78,60 Stad 0,50 - 9,82 217,87 Dus een jaarlijksch pensioen van 217,87 fr. Voor iemaod die geen Gentenaar is, is het 9,82 fr. min. Wat heeft men daarvoor gestort 145 x 3 135. Dus 135 frank. Die 135 fr. worden bij bet overlijden terug betaald met 3 afkorting of 130,95 fr. Schoon niet waar, lezer, en dit alles dankt ge de Catholieke Regeering. Gij zult niet zeggen, niet waar, o die ver stokte bewaarders I Indien alles met afgestaan kipitaal was gestort dan zou het pensioen 245,62 fr. bedragen hebben. Wie zal niet 3 fr. per jaar sparen kun nen Wie zal het niet doen als men daardoor in zijnen ouden dag voor kommer en zorg is bevrijd. Tweede voorbeeld. Men stort nu in dezelfde voorwaarden 5 fr. per jaar beginnende op 25jarigen ouderdom. Storting. Pensioen, Persoonlijk 5,00 voorbeh. kapit. 38,40 Maatschappij 2,00 afgestaan kapit. 30,54 Staat 4,00 - - 61,08 Provincie 4,00 - 61,08 Stad 0,50 - 7,63 Totaal fr. 178,73 Doch niet alleen zijn woord, ook zijn per soon had indruk op baar gemaakt. Zij had hem nooit gezien, toch scheen het haar toe alsof zij die stem meer gehoord had. Wie was die monnik En waarom sloeg zij de oogen ter aarde, als hij sprak en durfde zy hem niet aanschouwen In dezen hangen langen nacht beefde zij bij de gedachte aan het tegenwoordige, het ver leden en de toskomst al de phasen van haar leven deden haar schrikken. De misdaad overal riep zy uit. Lan- dregarde vervolgd, haar vader vergiftigd, hare stiefmoeder inenschenschuw en ongeluk kig, Catharina vervolgd, de geheimzinnige monnik, haar echtgenoot, die beefde voor zijne stem als de sohuldige voor den rechter, dat alles trok voor by haren geest en zij meende krankzinnig te worden. Het kon vyf uur zijn. Een flauw licht deong door de gordijnen en wierp eenen schemerach- tigen glans in het vertrek. Eene plotselinge gedachte schoot haar te biunen zij verliet spoedig het venster en zotte zich aan het ziek- Men heeft gestort 200 fr. en men krijgt 194 fr. terug als men sterft. Indien alles gestort wierd met afgestaan kapitaal dan bedroeg het pensioen 236,68 frank. Met zulke voorbeelden bevat bet boeks- ken van den E. H. Ringoot, 16 bladzy- den iedere bladzijde bevat cr 6. Te recht mag dus de schrijver zeggen dat iedereen daar of omtrent ziju pensioen berekenen zal kunnen met zijn boekje ie Wij wenscben den schrijver geluk en goeden verkoop. De heer Joseph Gielen, Vre derechter van t Canton Achel, verzoekt ons de mededeeling van 't volgende schrijven Achel, 26 September 1900. Mijnheer de Uitgever De noodzakelijkheid der stichting eener maatschappij tot bescherming der dieren doet zich in de provincie Limburg meer eu meer gevoelen. De grnwelijhheden, waarvan de onge lukkige honden namelijk de trekhonden de slachtoffers zijn, nomen van dag tot dag toe. Het zijn bijzonderlijk de bonden, welke aan allerhande rondleurders toehooren, welke aan de meest barbaarsche mishan delingen blootgesteld zijn. Overladen, met den kluppel of met. den steel der zweep afgerammeld, half blind geslagen door de lange lederen riemen der zweepen, welke in deze streek ge bruikt worden, soms zwaar gekwetst, ziet men, met lijdend hart, deze ongelukkige dieren, in vollen ren, over de groote banen voortspringen, terwijl zij janken en huilen van smart en angst. En denk niet dat ik overdrijf: onvrij willig woonde ik onlangs, in een naburig canton, eene uitzinnige koers bij;'t was eene wedding van snelkoers tusschen twee hondenkarren, ieder door twee zatterik- ken, die bunne bonden op scbandige wijze afsloegen, bezeten; elke slag, die op de arme dieren neerviel, verwekte een jammerend gehuil, die het hart tot scheu- rens toe griefde. Op eenen anderen keer zag ik in een ander canton, van het zuiden der provin cie, drie dronkaards in een karretje zit ten, dat door drie honden bespannen was: zij gingen te werk als razenden en deden door hunne uitgelatene bewegingen den last op de zwakke lenden van den berrie hond op- en neerkomen, zoodat deze onder het loopen gedurig omhoog gelicht werd, om dan weder op zyne pooten neder te vallen. Ziedaar eenige der lage handelwijzen, welke de met rede eu kracht begaafde mensch op een zwak en weerloos dier, op zynen goeden, verkleefden en moedigen bed. De zieke baadde in 't zweet en rochelde als een stervende. Hij stiet onsamenhangende woorden nit en wentelde zich heen en weêr op 't bed. Gabriëlle zag hem lijden en gevoelde me delijden, zy, de engel van goedheid en van liefde. Ik wil het eindelijk weten, fluisterde zy. Hij moet spreken. Is hij ongelukkig dan zul len we samen lijden, heoft hij eene fout be gaan, dan heb ik wellicht nog de kracht hem te vergeven indien hij echter een menschen- leven op zijn geweten hoeft, dan.... Zij kon niet uitspreken. Hare hand die op den arm van haren man rustte, begon te sid deren. Lachenal had juist den naam van me vrouw de Fairières gefluisterd, zijne lippen bewogen zich nog. Eensklaps opende hij de oogen. Dij den konden, vragenden blik zijner echtgenoote ging het Lachenal als de meeste groote misdadigers hij meende dat alles ont dekt was en riep in vertwijfeling uit Ge nade genade Genade herhaalde Gabriëlle ernstig, terwijl zy zij zijnen arm omvatte,; waarover vraagt gij genade van my Omdat.... stamelde hij, omdat.... ik zie wel, gij weet alles Neen, zeide ze, ik weet niets maar ik wil het weten. Spreek, ik wil het. Ik gebied het u I n Hy zweeg koude zweetdruppels parelden dienaar, meestal zijnen broodwinner, zoo niet zijnen blijveuden vriend I toepast. Wie is hier de woestaard Is het niet het ondier in menschelijko gedaante Dan ook ziet men kleine honden bezi gen, die een werk boven hunne krachten moeten verrichten, of ook soms manke honden die dan toch maar moeten trek ken, kunnen of niet, en te vergeefs eenen lastigen en nutteloozen arbeid moeten verrichten. Ik zou u tal van voorbeelden kunnen aanhalen over slechte behandelingen, welke op armzalige honden uitgevoerd worden, en waarvan ik kennis kreeg, maar die aan het gerecht ontsnapten, deels ter oorzake van de onverschillig heid der eenen, deels uit oorzake, van den schrik, die de plegers dezer onmeDsche- lijkbeden, meestal ruwe en onbeschofte kerels, aan het publiek inboezemen. Ik wil u nogthans een wraakroepend feit, afgrijselijk als er ooit waren, bekend maken dat zijne ontknooping voor de rechtbank van mijn canton gehad heeft. Een leurder van I.... met nameC.... zeer wel voor zijne strengheid jegens zijne ongelukkige bonden gekend, stampte de vier pooten van een zijner bonden over, op de groote baan van Moll naar Hamont, aan Overpelt, spande hem uit en liet hem op de baan achter, waar de arme marte laar gedurende eenen dag en eene nacht bleef uitsterven, tot dat's anderendaags een medelijdend mensch een een einde stelde aan don langen doodstrijd, door het nog makkende dier aftemaken. On- noodig er bij te voegen dat de hoogste straf van boete en gevang tegen dezen hedendaagschen barbaar uitgesproken is geworden. Moet ik aandringen op de zedelooze ingrijping zulker wreedheden," die zich onder de oogen van het volk en de kin deren voordoen. Deze zijn ongelukkiglijk alreeds te veel geneigd om de dieren te zien en te doen lijden 't Is om deze reden dat een onderwijzer uit mijn canton, een man zoo onderschei den om de hoedanigheden van zijn goed hart als om zijne geestesgaven, mij in vertrouwen zegde, dat hij, zoo veel moge lijk, zijne leerlingen, gedurende den speeltijd, aan het zicht dier afschuwelijk heden, welke zich maar al te veel op de groote baan langsheen zijne school voor deden, onttrok. Bij de sluiting van dezen al te langen brief, kan ik niet nalaten, Mijnheer do Uitgever, den vurigsten wensch uit te drukken de bevoegde overheid, met de verordening dezer zaak gelast, uit hare onverschilligheid en ongevoeligheid te zien treden; het geldt de eer van België, eene rationeele en eenvormige verorde ning der honden-gespannen is noodig voor het ganschc land; deze verordening moet evenals in Duitschland en to Antwerpen gesteund zijn op het uitsluitend verbod van honden tusschen berriëu in te span nen. De hond, hoe sterk en groot hij ook weze, is eigenlyk geen trekdier, hij mag enkel de medehelper van den mensch zijn, die wroet en werkt, doch niets meer. Aanvaard intusschen, de verzekering mijner beste gevoelens. (Get.) Joseph Gielen, Vrederechter van het canton Achel. Voegen wij hierbij dat de Raad onzer Provincie van Oost-Vlaanderen in zijnen laatsten zittijd een reglement op de bon den-gespannen heeft gestemd en dit reglement is onlangs door de Staatsregee- ring goedgekeurd. Wanneer gaat het afgekondigd worden en van kracht zijn. Hier te Aalst zou ook eene maatschappij tot bescherming der dieren dienen ge sticht te worden. Op velerlei manieren antwoordt Onze Tijd. En dikwijls zonder dat het een cent kost. Ons alleen bepalend tot hetgeen iedereen doen kan, kunnen wij al bet vol gend lijstje van goede propagande-mid delen geven. Men steunt 1° Door zelf eene inschrijving op een catholiek blad te nemen. 2° Indien men het niet alleen kan ne men, dan ten minste met een of meer personen in te schrijven. 3° Door dat blad bij voorkomende gele genheden aan anderen aan te bevelen. 4° Door dat blad aan anderen ter lezing aan te bieden. 5° Door dat blad, wanneer het niet rechtstreeks aan anderen kan ter hand gesteld worden, als inpakking de woning van anderen binnen te voeren. 6° Door dat blad in gezelschappen du en dan eens te noemen en zich te beroe pen op bepaalde artikelen uit dat blad. 7° Door dat blad in ruil te zenden voor een ander blad, hetwelk geen goeden geest ademt, ten einde aldus langzamerhand bij den lezer belangstelling en smaak op te wekken voor een catholiek blad. 8° Door dat blad in proefnummers aan zijne vrienden bekend te maken. 9° Door dat blad bier en daar op open bare plaatsen (ziekenhuizen, spoorhallen, spoorwagons, enz.), te laten liggen. 10° Door dat blad by winkeliers, ter kennismaking voor het publiek dat in dien winkel komt op winkelbank of an dere in 't oog looponde plaats neer te op zijn voorhoofd en hij Iteproefde zijnen ara los te maken. Hoort gij riep zij, spreek Gij moet be kennen, alles bekennen. Welk geheim drukt u neêr welke gewetenswroegingen verteren n Ik heb het recht het te weten. En daar hij nog zweeg, voegde zij erbij u Denk aan de woorden van den Dominika- ner O, neen, neen riep hij bij deze woor den, die als een zwaard in zijne ziel drongen. In naam van ons kind het moet zijn I Begrijp ge dan niet, ongelukkige, dat ik al leen u nog kan redden, hoe schuldig gij ook zijn mooget. Gij riep hij O, neen, nooit, nooit Wel dan, daar gij hardnekkig blijft zwijgen en mij in onzekerheid laat, zal ik u zeggen, wat ik weet. O, erbarming, kreet hij en verborg zijn aangezicht. Doch zij ging voort u Voor me vrouw de Fairières met myn vader huwde, was zij reeds getrouwd geweestzy had eenen zoon on die zijt gij. Valsch riep hy, ik ben het kind dier vrouw niet. O, die lengen ook nog. Zij is mijne moeder niet, zeg ik n. Waarom hoorde ik gaar uw zoon noe men Gy riep hij verschrikt uitgij hebt dat gehoord Wel ik zweer u... n 11° Door voor andere personen geerne de bestelling van dat blad op zich te nemen. 12° Door aan den opstelraad van dat blad mede tc deelen, wat voor de lezers van belang of op bijzondere wijze bevallen is of mishaagd. Dat al dio middelen verwaarloosd wor den en dat vele lieden denken dat eene gazet door den hemelscben dauw kan bestaan, is ongelukkiglijk maar al te Genoeg met die leugens De waarheid wil ik weten, al moet ik ze nitvorschen in uwe droomen. Ach, Gabriëlle, zyt gij het, die daar spreekt Gij maakt mij bang Zeg de waarheid, ik wacht. Welk com plot hebt gij samen gevormd, die vronw en gij Is zij het niet, die na zulk eene schande lijke handelwijze mij in uwe armen geworpon heeft En waarom verloocheht gij haar nu O heb medelijden, vraag niets Dus is het waar Uw zwijgen spreekt voor u Alles is waar, zelfs de misdaad Heb medelijden met mij, want ik zweer dat ik de schnldige niet ben Groote God riep zij nit de handen ten hemel verheffende. Dus is het waar, gij hebt mijnen vader vermoord Zij stiet eenen hartverscheurenden gil uit, begon heen en weer te loopen deor de kamer en viel eindelijk neer. Gabriëlle, Gabriëlle, riep Lachenal, sprong van zyn bed en sleepte zich voort tot bij haar. Niets van alles is waar, zeide hij, ik zweer het n. En hij zonk uitgeput naast baar neer. Eensklaps stond Gabrielle op, snelde naar de deur en ijlde de straat op. Op dit oogenblik trad de meid, door het alarm gewekt, binnen. Zij vond den heer des huizes op den grond liggen en een kreet ont- euapte aan hare borst. Ween niet, zeide de advokaat, die zijne De groenen ziju van uu af aan al bezig aan 't vuur te stoken om opstand in 't land te brengen om Z. A. S. er door te halen Wij lezen in 't Land van 16 Sept. 1900. Het A. S. moet or komen of gare la bombe Een weinig verder Uit allo gewesten des Lands, zelfs uit de kleinste dorpen hoort men kreten van verontweerdiging opstijgen en men mag zich aau schrikkelijke woe- LiXGEN verwachten, waar van gij, heeren volksfoppers de verantwoordelijkheid zult te dragen hebben. 't Zal er stuiven als de groenen uit hunne schelp kruipen. Met al hun ge weld hebben zij er een man doorgehaald in de Kamers cn dan nog met de bulpe vanonze lezers weten wie. Wij roepen de aandacht echter van alle brave rechtzinnige menschen op de onge lukken die onze groenen willen verwek ken. Zij dreigen metbombe en schrik kelijke woelingen Doch de vredelievende menschen zullen ook hun woord te zeggen hebben. Te ver geefs, beeren groenen, zult gy de zware verantwoordelijkheid op den rug der catholieken schuiven. Het oogenblik zal komen dat men u over uw geweld en woe ling rekening zal vragen. Wilt gij tot Z. A. S. geraken volgt dan den wettplijken weg. Wint aanhangers zooveel gij kunt, de weg is u vrij. Met de E. V. hebt gij wat u toekomt maar weet dat voor geweld de catholieken niet wij ken zullen. Zij zijn vastberaden want de brave, rechtzinuige menschen zijn met hen en op het grootste en beste deel der bevolking mogen en zullen zij steunen. Geweld zal den pas niet hebben over goede recht. Ah 1 wat zijn ze reeds diep gezonken dat zij de instellingen van het land niet eerbiedigen en ze door woeling, opstand en omwenteling iu gevaar willen brengen. Bureelratterij. Een bediende van de Noordstatie te Brussel, overste-boek houder der ontvangsten, betrob eon rui mer bureel, dat voor zijne werkzaamhe den beter geschikt was. Dat was nu niets maar om de groote brandkast te verplaatsen waren er 6 per sonen noodig. Do bureeloverste vroeg zes man De overste der afdeeling van wegen en werken zond de vraag op aan den inge- neur overste van den trekdienst Deze vond dat de zaak hem niet aan ging en nadat de stukken van Herodus naar Pilatus heen en weer waren gezon den, werd een rapport opgesteld, en naar den bestuurder van wegen en werken ver zonden. Nu maakte deze bestuurder op zyne beurt een procos op, dat iu het algemeen geheele tegenwoordigheid van geest terugge kregen hadmaar niet de kracht had om op te staan. Ween niet, maar help my te bed, ik wilde opstaan en ben gevallen. Maar, waar is mevrouw, die heden nacht hier gewaakt heeft Hy aarzelde. Doe eerst wat ik n zeg, zei de hij, mevrouw is uitgegaan. Zoo vroeg Ik meende inderdaad de deur te hooren openen, n Ilij antwoordde niet en bereikte met moeite zijn bed. Marie, zeide hij toen, open die kast en geef mij het kistje dat op de bovenste plank staat, n Na dit gedaan te hebben, vertrok zij. Ga weer te ruste, zeide hij, het is nog zeer vroeg; gy zult vandaag toch werk genoeg krijgen. - Lachenal opende het kistje en nam er een klein iieschje uit dat een geel poeder bevatte. Een gedeelte van het poeder stortte hy een glas water en dit zette hy naast zich op de nachttafel. Een felle strijd ontbrande in het hart van den ongelukkige. Hij had eene byzondare studie gemaakt van de vergiften, en kon zich op dit punt met menigen geneesheer meten. Sedert acht jaren, terwijl hij voortdurend in angst leefde, had hij dit in voorraad. Hy had het met dieren beproefd en de uitwerking had nooit gemist.uOp den dag,dat ik ontmas- bestuur van wegen en werken aankwam, welke het op zyne beurt naar het alge meen bestuur van den trekdienst terug zond. Daar kwam het aan, reeds een lijvig dossier vin verscheidene kilos geworden zijndo, tot er eindelijk oen beheerder werd aangesteld, om te onderzoekon welk be stuur, de trekdienst of de dienst van we gen en werken, do zes man moest leveren. Deze hooge ambtenaar heeft, na rijpe overweging, besloten dat elke dienst de helft der mannen zou leveren en... drie manden nadat de aanvraag gedaan was, werd de brandkast verplaatst. dienstdoende Apotheker: Zondag 7 Octo ber 1900, Mr .Meganck, Leopoldstraat. Als een staaltje der verontweerdiging welke de handelwyze verwekt der afge scheiden christen democraten, ziehier wat men zondag kon lezen in Het Volk, het blad der Gemsche anti-socialisten, orgaan van den Belgischen Volksbond De groene logeknecht (i) die op zijn algemeen verfoeid weekblad durft zetten: Voor God en Volk 1 Vlaanderen voor Christus 1 b is y vorig aan't werk om de judaspenningen te verdienen die do vry- metselarij bem betaalt. In zijn nummer van verleden week schrijft hij De catholieke godsdienst dient soms tot de versmachting van zekere hoeda nigheden die noodzakelijk zija voer de ontwikkeling en den vooruitgang van een volk. En deze week bracht hy nu in een arti kel uit 1° De arme menschen hebben in 't algemeen niets te verwachten van onze priesters 2° Ziet gy dan niet dat onze pries- ters altijd aan de zijde staan der rij- - ken en 3° Onze priesters spannen altijd mede met de rijken tegen boer en werkman, b Die lafie leugens weerleggen, willen wij niet. De kruiper, die zich aldus aau de verwoedste vijanden van God en volk heeft verkocht, is onze polemiek niet weerd. »We willen hem slechts herinneren dat hij ten volle den schandnaam ver dient, die hem eens te Zwijnaorde door een werkman is naar 't hoofd geworpen. b De christen drukt het kruis op zyn hert hy, de groene, draagt het op zijn rug, gansch besmeurd en bezwadderd. Ware er nog een greintje eerlykheid in hem,hij zou de christcne spreuken uit den titel van zijn blad vervaugen door een drijhoek en een truweel, de zinnebeelden der vrijmetselarij, samen met don gouden halsbaud, dien hy zich door haar om den nek heeft laten smeden. (IJ Men bedoelt 'l Leeuwke Plancquaert. kerd wordt, zeide hy tot zichzelven,behoef ik slechts de hand nit te steken en alles is ge daan. Dat is een troost, een plechtanker, dat voor mij schande zal bewaren, s lteeds menigmaal had hij beproefd zich door doze gedachte genist te stellen, maar het was hem niet gelukt. Wel twintigmaal had hij de kast geopend en het iieschje be schouwd, doch dit was alles Waartoe ster ven sprak hy tot zich zelf, ben ik dan ont maskerd 'i Ik zou myn eigen rechter en mijn eigen beul zijn. Niemand denkt er aan mij aan te klagen. Er is geen haast bij, ik kan wachten, n Tegen zijnen wil gevoelde hy die geheime vrees, die het geweten van den sterkste aangrijpt, die schuldig is. Doch na was het oogenblik gekomen. Hy zelf had zijne schold bekend, en aan wie Aan de dochter van het slachtoffer, aan haar, die hy tot belooning zijner misdaad gekregen had, aan haar, die hij beminde want het was waar, hij beminde haar Ja, hij beminde dat arme kind, wier vader hij gedood had, tot waanzin toe, en daarom meende hij voor haar een voorwerp van schande en afkeer te zijn. Welaan zeide hy, een oogesblik is voldoende b Hij greep het glas en trachtte het aan zyne lippen te brengen. Maar hetzij dat de moed hem ont brak, hetzij dat hy te zwak was, het glas gleed driemaal door zijne bevende vingers. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1900 | | pagina 1