Zondag 7 October 1900
5 centiemen per nummer
54ste Jaar 5o09
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Lijfrentkas.
DE
GIFTMENGSTER.
Wreedheid jegens
de dieren.
Hoe kan men de catholieke
drukpers steunen?
ROND Z. A. S.
ZONDAGRUST.
DE GROENEN.
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31,
en in alle Postkantoren des Lands
Cuique muim.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op
34 bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk legen deD
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad
Aalst, 6 October 1900.
Een uitmuntend boekje over die be
langrijke zaak is het vluchtschrift van den
Eerw. Heer Ringoot uitgegeven in de
drukkerij van Het Vólk.
Het doet in volle licht de voordeeion
kennen welke voor de werklieden de aan
sluiting aan de lijfrentkas meêbrengt. Het
boekje kost 25 centiemen.Wij bevelen bet
ten zeerste aan by al de propagandisten
die zich met het lot der arme menschen
bezig houden.
Dit vlugschrift bevat vele nuttige in
lichtingen. Het geeft veel voorbeelden
van pensioenbedragen.
Knippen wij er eene of twee uit.
Bedrag van het pensioen op 65 jaar
voor eene jaarlijksche persoonlijke stor
ting van 3 frank. Men begint te storten op
den ouderdom van 20 jaar. De schrijver
neemt een Gentenaar de stad immers
schenkt ook toelagen. De belanghebbende
is lid van eene maatschappij en stort met
voorbehouden kapitaal.
Storting Pensioen
Persoonlijk 3,00 voorbehoud kap. 31,20
Maatschappij 2,00 afgestaan kapit. 39,30
Staat 3,00 58,95
Provincie 4,00 78,60
Stad 0,50 - 9,82
217,87
Dus een jaarlijksch pensioen van
217,87 fr.
Voor iemaod die geen Gentenaar is, is
het 9,82 fr. min.
Wat heeft men daarvoor gestort
145 x 3 135. Dus 135 frank. Die
135 fr. worden bij bet overlijden terug
betaald met 3 afkorting of 130,95 fr.
Schoon niet waar, lezer, en dit alles
dankt ge de Catholieke Regeering. Gij
zult niet zeggen, niet waar, o die ver
stokte bewaarders I
Indien alles met afgestaan kipitaal was
gestort dan zou het pensioen 245,62 fr.
bedragen hebben.
Wie zal niet 3 fr. per jaar sparen kun
nen
Wie zal het niet doen als men daardoor
in zijnen ouden dag voor kommer en zorg
is bevrijd.
Tweede voorbeeld.
Men stort nu in dezelfde voorwaarden
5 fr. per jaar beginnende op 25jarigen
ouderdom.
Storting. Pensioen,
Persoonlijk 5,00 voorbeh. kapit. 38,40
Maatschappij 2,00 afgestaan kapit. 30,54
Staat 4,00 - - 61,08
Provincie 4,00 - 61,08
Stad 0,50 - 7,63
Totaal fr. 178,73
Doch niet alleen zijn woord, ook zijn per
soon had indruk op baar gemaakt. Zij had
hem nooit gezien, toch scheen het haar toe
alsof zij die stem meer gehoord had.
Wie was die monnik En waarom sloeg zij
de oogen ter aarde, als hij sprak en durfde
zy hem niet aanschouwen
In dezen hangen langen nacht beefde zij bij
de gedachte aan het tegenwoordige, het ver
leden en de toskomst al de phasen van haar
leven deden haar schrikken.
De misdaad overal riep zy uit. Lan-
dregarde vervolgd, haar vader vergiftigd,
hare stiefmoeder inenschenschuw en ongeluk
kig, Catharina vervolgd, de geheimzinnige
monnik, haar echtgenoot, die beefde voor
zijne stem als de sohuldige voor den rechter,
dat alles trok voor by haren geest en zij
meende krankzinnig te worden.
Het kon vyf uur zijn. Een flauw licht deong
door de gordijnen en wierp eenen schemerach-
tigen glans in het vertrek. Eene plotselinge
gedachte schoot haar te biunen zij verliet
spoedig het venster en zotte zich aan het ziek-
Men heeft gestort 200 fr. en men krijgt
194 fr. terug als men sterft.
Indien alles gestort wierd met afgestaan
kapitaal dan bedroeg het pensioen 236,68
frank.
Met zulke voorbeelden bevat bet boeks-
ken van den E. H. Ringoot, 16 bladzy-
den iedere bladzijde bevat cr 6.
Te recht mag dus de schrijver zeggen
dat iedereen daar of omtrent ziju pensioen
berekenen zal kunnen met zijn boekje ie
Wij wenscben den schrijver geluk en
goeden verkoop.
De heer Joseph Gielen, Vre
derechter van t Canton Achel,
verzoekt ons de mededeeling
van 't volgende schrijven
Achel, 26 September 1900.
Mijnheer de Uitgever
De noodzakelijkheid der stichting eener
maatschappij tot bescherming der dieren
doet zich in de provincie Limburg meer
eu meer gevoelen.
De grnwelijhheden, waarvan de onge
lukkige honden namelijk de trekhonden
de slachtoffers zijn, nomen van dag tot
dag toe.
Het zijn bijzonderlijk de bonden, welke
aan allerhande rondleurders toehooren,
welke aan de meest barbaarsche mishan
delingen blootgesteld zijn.
Overladen, met den kluppel of met. den
steel der zweep afgerammeld, half blind
geslagen door de lange lederen riemen
der zweepen, welke in deze streek ge
bruikt worden, soms zwaar gekwetst, ziet
men, met lijdend hart, deze ongelukkige
dieren, in vollen ren, over de groote
banen voortspringen, terwijl zij janken
en huilen van smart en angst.
En denk niet dat ik overdrijf: onvrij
willig woonde ik onlangs, in een naburig
canton, eene uitzinnige koers bij;'t was
eene wedding van snelkoers tusschen twee
hondenkarren, ieder door twee zatterik-
ken, die bunne bonden op scbandige
wijze afsloegen, bezeten; elke slag, die op
de arme dieren neerviel, verwekte een
jammerend gehuil, die het hart tot scheu-
rens toe griefde.
Op eenen anderen keer zag ik in een
ander canton, van het zuiden der provin
cie, drie dronkaards in een karretje zit
ten, dat door drie honden bespannen was:
zij gingen te werk als razenden en deden
door hunne uitgelatene bewegingen den
last op de zwakke lenden van den berrie
hond op- en neerkomen, zoodat deze
onder het loopen gedurig omhoog gelicht
werd, om dan weder op zyne pooten
neder te vallen.
Ziedaar eenige der lage handelwijzen,
welke de met rede eu kracht begaafde
mensch op een zwak en weerloos dier, op
zynen goeden, verkleefden en moedigen
bed. De zieke baadde in 't zweet en rochelde
als een stervende. Hij stiet onsamenhangende
woorden nit en wentelde zich heen en weêr
op 't bed.
Gabriëlle zag hem lijden en gevoelde me
delijden, zy, de engel van goedheid en van
liefde.
Ik wil het eindelijk weten, fluisterde zy.
Hij moet spreken. Is hij ongelukkig dan zul
len we samen lijden, heoft hij eene fout be
gaan, dan heb ik wellicht nog de kracht hem
te vergeven indien hij echter een menschen-
leven op zijn geweten hoeft, dan....
Zij kon niet uitspreken. Hare hand die op
den arm van haren man rustte, begon te sid
deren. Lachenal had juist den naam van me
vrouw de Fairières gefluisterd, zijne lippen
bewogen zich nog. Eensklaps opende hij de
oogen. Dij den konden, vragenden blik zijner
echtgenoote ging het Lachenal als de meeste
groote misdadigers hij meende dat alles ont
dekt was en riep in vertwijfeling uit Ge
nade genade
Genade herhaalde Gabriëlle ernstig,
terwijl zy zij zijnen arm omvatte,; waarover
vraagt gij genade van my
Omdat.... stamelde hij, omdat.... ik zie
wel, gij weet alles
Neen, zeide ze, ik weet niets maar ik
wil het weten. Spreek, ik wil het. Ik gebied
het u I n
Hy zweeg koude zweetdruppels parelden
dienaar, meestal zijnen broodwinner, zoo
niet zijnen blijveuden vriend I toepast.
Wie is hier de woestaard Is het niet
het ondier in menschelijko gedaante
Dan ook ziet men kleine honden bezi
gen, die een werk boven hunne krachten
moeten verrichten, of ook soms manke
honden die dan toch maar moeten trek
ken, kunnen of niet, en te vergeefs eenen
lastigen en nutteloozen arbeid moeten
verrichten.
Ik zou u tal van voorbeelden kunnen
aanhalen over slechte behandelingen,
welke op armzalige honden uitgevoerd
worden, en waarvan ik kennis kreeg,
maar die aan het gerecht ontsnapten,
deels ter oorzake van de onverschillig
heid der eenen, deels uit oorzake, van den
schrik, die de plegers dezer onmeDsche-
lijkbeden, meestal ruwe en onbeschofte
kerels, aan het publiek inboezemen.
Ik wil u nogthans een wraakroepend
feit, afgrijselijk als er ooit waren, bekend
maken dat zijne ontknooping voor de
rechtbank van mijn canton gehad heeft.
Een leurder van I.... met nameC....
zeer wel voor zijne strengheid jegens zijne
ongelukkige bonden gekend, stampte de
vier pooten van een zijner bonden over,
op de groote baan van Moll naar Hamont,
aan Overpelt, spande hem uit en liet hem
op de baan achter, waar de arme marte
laar gedurende eenen dag en eene nacht
bleef uitsterven, tot dat's anderendaags
een medelijdend mensch een een einde
stelde aan don langen doodstrijd, door
het nog makkende dier aftemaken. On-
noodig er bij te voegen dat de hoogste
straf van boete en gevang tegen dezen
hedendaagschen barbaar uitgesproken is
geworden.
Moet ik aandringen op de zedelooze
ingrijping zulker wreedheden," die zich
onder de oogen van het volk en de kin
deren voordoen. Deze zijn ongelukkiglijk
alreeds te veel geneigd om de dieren te
zien en te doen lijden
't Is om deze reden dat een onderwijzer
uit mijn canton, een man zoo onderschei
den om de hoedanigheden van zijn goed
hart als om zijne geestesgaven, mij in
vertrouwen zegde, dat hij, zoo veel moge
lijk, zijne leerlingen, gedurende den
speeltijd, aan het zicht dier afschuwelijk
heden, welke zich maar al te veel op de
groote baan langsheen zijne school voor
deden, onttrok.
Bij de sluiting van dezen al te langen
brief, kan ik niet nalaten, Mijnheer do
Uitgever, den vurigsten wensch uit te
drukken de bevoegde overheid, met de
verordening dezer zaak gelast, uit hare
onverschilligheid en ongevoeligheid te
zien treden; het geldt de eer van België,
eene rationeele en eenvormige verorde
ning der honden-gespannen is noodig voor
het ganschc land; deze verordening moet
evenals in Duitschland en to Antwerpen
gesteund zijn op het uitsluitend verbod
van honden tusschen berriëu in te span
nen. De hond, hoe sterk en groot hij ook
weze, is eigenlyk geen trekdier, hij mag
enkel de medehelper van den mensch
zijn, die wroet en werkt, doch niets meer.
Aanvaard intusschen, de verzekering
mijner beste gevoelens.
(Get.) Joseph Gielen,
Vrederechter van het canton Achel.
Voegen wij hierbij dat de Raad onzer
Provincie van Oost-Vlaanderen in zijnen
laatsten zittijd een reglement op de bon
den-gespannen heeft gestemd en dit
reglement is onlangs door de Staatsregee-
ring goedgekeurd.
Wanneer gaat het afgekondigd worden
en van kracht zijn.
Hier te Aalst zou ook eene maatschappij
tot bescherming der dieren dienen ge
sticht te worden.
Op velerlei manieren antwoordt Onze
Tijd. En dikwijls zonder dat het een cent
kost. Ons alleen bepalend tot hetgeen
iedereen doen kan, kunnen wij al bet vol
gend lijstje van goede propagande-mid
delen geven. Men steunt
1° Door zelf eene inschrijving op een
catholiek blad te nemen.
2° Indien men het niet alleen kan ne
men, dan ten minste met een of meer
personen in te schrijven.
3° Door dat blad bij voorkomende gele
genheden aan anderen aan te bevelen.
4° Door dat blad aan anderen ter lezing
aan te bieden.
5° Door dat blad, wanneer het niet
rechtstreeks aan anderen kan ter hand
gesteld worden, als inpakking de woning
van anderen binnen te voeren.
6° Door dat blad in gezelschappen du
en dan eens te noemen en zich te beroe
pen op bepaalde artikelen uit dat blad.
7° Door dat blad in ruil te zenden voor
een ander blad, hetwelk geen goeden geest
ademt, ten einde aldus langzamerhand bij
den lezer belangstelling en smaak op te
wekken voor een catholiek blad.
8° Door dat blad in proefnummers aan
zijne vrienden bekend te maken.
9° Door dat blad bier en daar op open
bare plaatsen (ziekenhuizen, spoorhallen,
spoorwagons, enz.), te laten liggen.
10° Door dat blad by winkeliers, ter
kennismaking voor het publiek dat in
dien winkel komt op winkelbank of an
dere in 't oog looponde plaats neer te
op zijn voorhoofd en hij Iteproefde zijnen ara
los te maken.
Hoort gij riep zij, spreek Gij moet be
kennen, alles bekennen. Welk geheim drukt
u neêr welke gewetenswroegingen verteren
n Ik heb het recht het te weten.
En daar hij nog zweeg, voegde zij erbij
u Denk aan de woorden van den Dominika-
ner
O, neen, neen riep hij bij deze woor
den, die als een zwaard in zijne ziel drongen.
In naam van ons kind het moet zijn I
Begrijp ge dan niet, ongelukkige, dat ik al
leen u nog kan redden, hoe schuldig gij ook
zijn mooget.
Gij riep hij O, neen, nooit, nooit
Wel dan, daar gij hardnekkig blijft
zwijgen en mij in onzekerheid laat, zal ik u
zeggen, wat ik weet.
O, erbarming, kreet hij en verborg zijn
aangezicht. Doch zij ging voort u Voor me
vrouw de Fairières met myn vader huwde,
was zij reeds getrouwd geweestzy had eenen
zoon on die zijt gij.
Valsch riep hy, ik ben het kind dier
vrouw niet.
O, die lengen ook nog.
Zij is mijne moeder niet, zeg ik n.
Waarom hoorde ik gaar uw zoon noe
men
Gy riep hij verschrikt uitgij hebt dat
gehoord Wel ik zweer u... n
11° Door voor andere personen geerne
de bestelling van dat blad op zich te
nemen.
12° Door aan den opstelraad van dat
blad mede tc deelen, wat voor de lezers
van belang of op bijzondere wijze bevallen
is of mishaagd.
Dat al dio middelen verwaarloosd wor
den en dat vele lieden denken dat eene
gazet door den hemelscben dauw kan
bestaan, is ongelukkiglijk maar al te
Genoeg met die leugens De waarheid
wil ik weten, al moet ik ze nitvorschen in
uwe droomen.
Ach, Gabriëlle, zyt gij het, die daar
spreekt Gij maakt mij bang
Zeg de waarheid, ik wacht. Welk com
plot hebt gij samen gevormd, die vronw en
gij Is zij het niet, die na zulk eene schande
lijke handelwijze mij in uwe armen geworpon
heeft En waarom verloocheht gij haar nu
O heb medelijden, vraag niets
Dus is het waar Uw zwijgen spreekt
voor u Alles is waar, zelfs de misdaad
Heb medelijden met mij, want ik zweer
dat ik de schnldige niet ben
Groote God riep zij nit de handen ten
hemel verheffende. Dus is het waar, gij hebt
mijnen vader vermoord
Zij stiet eenen hartverscheurenden gil uit,
begon heen en weer te loopen deor de kamer
en viel eindelijk neer.
Gabriëlle, Gabriëlle, riep Lachenal,
sprong van zyn bed en sleepte zich voort tot
bij haar. Niets van alles is waar, zeide hij, ik
zweer het n. En hij zonk uitgeput naast
baar neer. Eensklaps stond Gabrielle op,
snelde naar de deur en ijlde de straat op.
Op dit oogenblik trad de meid, door het
alarm gewekt, binnen. Zij vond den heer des
huizes op den grond liggen en een kreet ont-
euapte aan hare borst.
Ween niet, zeide de advokaat, die zijne
De groenen ziju van uu af aan al bezig
aan 't vuur te stoken om opstand in 't land
te brengen om Z. A. S. er door te halen
Wij lezen in 't Land van 16 Sept. 1900.
Het A. S. moet or komen of gare la
bombe
Een weinig verder
Uit allo gewesten des Lands, zelfs uit
de kleinste dorpen hoort men kreten
van verontweerdiging opstijgen en
men mag zich aau schrikkelijke woe-
LiXGEN verwachten, waar van gij, heeren
volksfoppers de verantwoordelijkheid
zult te dragen hebben.
't Zal er stuiven als de groenen uit
hunne schelp kruipen. Met al hun ge
weld hebben zij er een man doorgehaald
in de Kamers cn dan nog met de bulpe
vanonze lezers weten wie.
Wij roepen de aandacht echter van alle
brave rechtzinnige menschen op de onge
lukken die onze groenen willen verwek
ken. Zij dreigen metbombe en schrik
kelijke woelingen
Doch de vredelievende menschen zullen
ook hun woord te zeggen hebben. Te ver
geefs, beeren groenen, zult gy de zware
verantwoordelijkheid op den rug der
catholieken schuiven. Het oogenblik zal
komen dat men u over uw geweld en woe
ling rekening zal vragen.
Wilt gij tot Z. A. S. geraken volgt dan
den wettplijken weg. Wint aanhangers
zooveel gij kunt, de weg is u vrij. Met de
E. V. hebt gij wat u toekomt maar weet
dat voor geweld de catholieken niet wij
ken zullen.
Zij zijn vastberaden want de brave,
rechtzinuige menschen zijn met hen en op
het grootste en beste deel der bevolking
mogen en zullen zij steunen.
Geweld zal den pas niet hebben over
goede recht.
Ah 1 wat zijn ze reeds diep gezonken
dat zij de instellingen van het land niet
eerbiedigen en ze door woeling, opstand
en omwenteling iu gevaar willen brengen.
Bureelratterij. Een bediende van
de Noordstatie te Brussel, overste-boek
houder der ontvangsten, betrob eon rui
mer bureel, dat voor zijne werkzaamhe
den beter geschikt was.
Dat was nu niets maar om de groote
brandkast te verplaatsen waren er 6 per
sonen noodig.
Do bureeloverste vroeg zes man
De overste der afdeeling van wegen en
werken zond de vraag op aan den inge-
neur overste van den trekdienst
Deze vond dat de zaak hem niet aan
ging en nadat de stukken van Herodus
naar Pilatus heen en weer waren gezon
den, werd een rapport opgesteld, en naar
den bestuurder van wegen en werken ver
zonden.
Nu maakte deze bestuurder op zyne
beurt een procos op, dat iu het algemeen
geheele tegenwoordigheid van geest terugge
kregen hadmaar niet de kracht had om op
te staan. Ween niet, maar help my te bed, ik
wilde opstaan en ben gevallen.
Maar, waar is mevrouw, die heden
nacht hier gewaakt heeft
Hy aarzelde. Doe eerst wat ik n zeg, zei
de hij, mevrouw is uitgegaan.
Zoo vroeg Ik meende inderdaad de
deur te hooren openen, n
Ilij antwoordde niet en bereikte met moeite
zijn bed.
Marie, zeide hij toen, open die kast en
geef mij het kistje dat op de bovenste plank
staat, n
Na dit gedaan te hebben, vertrok zij. Ga
weer te ruste, zeide hij, het is nog zeer vroeg;
gy zult vandaag toch werk genoeg krijgen. -
Lachenal opende het kistje en nam er een
klein iieschje uit dat een geel poeder bevatte.
Een gedeelte van het poeder stortte hy
een glas water en dit zette hy naast zich op
de nachttafel.
Een felle strijd ontbrande in het hart van
den ongelukkige.
Hij had eene byzondare studie gemaakt van
de vergiften, en kon zich op dit punt met
menigen geneesheer meten.
Sedert acht jaren, terwijl hij voortdurend
in angst leefde, had hij dit in voorraad. Hy
had het met dieren beproefd en de uitwerking
had nooit gemist.uOp den dag,dat ik ontmas-
bestuur van wegen en werken aankwam,
welke het op zyne beurt naar het alge
meen bestuur van den trekdienst terug
zond.
Daar kwam het aan, reeds een lijvig
dossier vin verscheidene kilos geworden
zijndo, tot er eindelijk oen beheerder werd
aangesteld, om te onderzoekon welk be
stuur, de trekdienst of de dienst van we
gen en werken, do zes man moest leveren.
Deze hooge ambtenaar heeft, na rijpe
overweging, besloten dat elke dienst de
helft der mannen zou leveren en... drie
manden nadat de aanvraag gedaan was,
werd de brandkast verplaatst.
dienstdoende Apotheker: Zondag 7 Octo
ber 1900, Mr .Meganck, Leopoldstraat.
Als een staaltje der verontweerdiging
welke de handelwyze verwekt der afge
scheiden christen democraten, ziehier
wat men zondag kon lezen in Het Volk,
het blad der Gemsche anti-socialisten,
orgaan van den Belgischen Volksbond
De groene logeknecht (i) die op zijn
algemeen verfoeid weekblad durft zetten:
Voor God en Volk 1 Vlaanderen voor
Christus 1 b is y vorig aan't werk om de
judaspenningen te verdienen die do vry-
metselarij bem betaalt.
In zijn nummer van verleden week
schrijft hij
De catholieke godsdienst dient soms
tot de versmachting van zekere hoeda
nigheden die noodzakelijk zija voer de
ontwikkeling en den vooruitgang van
een volk.
En deze week bracht hy nu in een arti
kel uit
1° De arme menschen hebben in
't algemeen niets te verwachten van
onze priesters
2° Ziet gy dan niet dat onze pries-
ters altijd aan de zijde staan der rij-
- ken en 3° Onze priesters spannen
altijd mede met de rijken tegen boer en
werkman, b
Die lafie leugens weerleggen, willen
wij niet. De kruiper, die zich aldus aau
de verwoedste vijanden van God en volk
heeft verkocht, is onze polemiek niet
weerd.
»We willen hem slechts herinneren
dat hij ten volle den schandnaam ver
dient, die hem eens te Zwijnaorde door
een werkman is naar 't hoofd geworpen.
b De christen drukt het kruis op zyn
hert hy, de groene, draagt het op zijn
rug, gansch besmeurd en bezwadderd.
Ware er nog een greintje eerlykheid in
hem,hij zou de christcne spreuken uit den
titel van zijn blad vervaugen door een
drijhoek en een truweel, de zinnebeelden
der vrijmetselarij, samen met don gouden
halsbaud, dien hy zich door haar om den
nek heeft laten smeden.
(IJ Men bedoelt 'l Leeuwke Plancquaert.
kerd wordt, zeide hy tot zichzelven,behoef ik
slechts de hand nit te steken en alles is ge
daan. Dat is een troost, een plechtanker, dat
voor mij schande zal bewaren, s
lteeds menigmaal had hij beproefd zich
door doze gedachte genist te stellen, maar
het was hem niet gelukt. Wel twintigmaal
had hij de kast geopend en het iieschje be
schouwd, doch dit was alles Waartoe ster
ven sprak hy tot zich zelf, ben ik dan ont
maskerd 'i Ik zou myn eigen rechter en mijn
eigen beul zijn. Niemand denkt er aan mij
aan te klagen. Er is geen haast bij, ik kan
wachten, n Tegen zijnen wil gevoelde hy die
geheime vrees, die het geweten van den
sterkste aangrijpt, die schuldig is.
Doch na was het oogenblik gekomen. Hy
zelf had zijne schold bekend, en aan wie
Aan de dochter van het slachtoffer, aan haar,
die hy tot belooning zijner misdaad gekregen
had, aan haar, die hij beminde want het was
waar, hij beminde haar
Ja, hij beminde dat arme kind, wier vader
hij gedood had, tot waanzin toe, en daarom
meende hij voor haar een voorwerp van
schande en afkeer te zijn. Welaan zeide
hy, een oogesblik is voldoende b Hij greep
het glas en trachtte het aan zyne lippen te
brengen. Maar hetzij dat de moed hem ont
brak, hetzij dat hy te zwak was, het glas
gleed driemaal door zijne bevende vingers.
(Wordt voortgezet).