Zondag 14 October 1900
5 centiemen per nummer
54slc Jaar 5511
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Stokken in 't wiel.
Ongerijmdheden.
DE
GIFTMENGSTER.
Vaderlandsche
Retoogingen.
Onbegrijpelijk.
Denken -
DE DENDER
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31.
en in alle Postkantoren des Lands
Cuique suiim.
Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op
3* bladzijde 50 centiemen Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Reeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiteriijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad
Aalst, 13 October 1900.
De Catholieken hebben een wetsont
werp gereed over het herstellen der on
gelukken welke dikwijls de werkmansfa-
miliën teisteren. Iedereen weet dat als de
broodwinner getroffen wordt, dikwijls om
niet te zeggen altijd,er gebrek en armoede
is voor het huisgezin, voor moeder en
kind. Dat willen de Catholieken zooveel
mogelijk voorkomen. Zij zouden aan de
getroffene familiëo een middel van be
staan, eeno vergoeding voor het ongeluk
aan de hand doen. Zij wenschen dat de
weduwe, dat de kinderen niet tot den
bedelstaf veroordeeld worden door het
verlies of onbekwaamheid tot werk van
den echtgenoot of huisvader.
Dat streven is edelmoedig en zou door
iederen werkmansvriend moeten onder
steund worden.
Ongelukkiglijk is dit niet zoo en zoo
hebben de roode en groene socios beslo
ten stokken in 't wiel te steken. Zoodra
de Kamer open gaat, gaan zy eene zaag
«pannen over Z. A. S. Geen der partijen
is daarover't akkoord. De eene wil zus,
de andere zoo.
Ware het niet duizendmaal beter goede
wetten te maken dan ecnen kostelijken
tijd te verspillen aan zagerijen zonder nut
en zonder voordeel Wat zal daaruit vol
gen Niets dan twist en tweedracht en
gedurende al dien tijd moet de werkmaD
de gebroken potten betalen want die twist
over Z. A. S. wordt op zynen rug ge
voerd.
Maakt dus liever de wet over de onge
vallen op het werk dan zagen te spannen
over zoutelooze kwestiën waarover ieder
een oneenig is.
Er is te veel goed werk te verrichten
om kostbaren tijd te verspillen.
Gij zult het echter niet doen. Do socia
listen zijn materialisten, 't is te zeggen,
meDSchen die slechts het bestaan der stof
aannemen en de enkele geesten, lijk God,
ziel en engelen onmogelyk achten.
Gij wilt spreken van het vulgus pecus,
van de volgelingen der fameuze leidors.
Hier verkoopt gij eene dwaasheid want gij
erkent dat het stelsel noodlottiger wijze
tot de godloocheoing leidt. Hoe kunnen
zij alsdan gotde christenen eijn geble
ven
Dat gelijkt niet slecht op den aap met
de lantaarn der fabel. Zij was niet aange
stoken. Slechts de kalkoenen zullen in
dat artikel dus wel iets zien maar niets
onderscheiden.
Moi, disait m» dindon, je vois bien
quelque chose,
Mais je ne sais pour quelle cause,
Jene distingue pas trés bien.
Zoo is het.
Als men den weg van het goede ver
laat, als men naar de stem zijner over
heid niet luistert dan verkoopt men
dikwyls onnoozelheden.
Dat is het geval met priester Daens II,
wij bedoelen den E. H. Fonteyne, die het
volgende in het nieuw dagblad der groe
nen aan zijne lezers opdischt
Wij weten het wel, de socialisten zijD
niet allen godloochenaars geworden
velen nog zyn cbristeneD gebleven maar
het stelsel toch, in den grond beschouwd
moet leiden, noodzakelijk leiden tot de
godloochening en daar staan wij, christe
nen altijd in bloedig (sic) tweegevecht.
Dat is eeBe ongerijmdheid.
Zeg eens welke leider der socialisten
■erkent nog het bestaan van God Is het
Vandervelde? Demblon Anseele? ofge-
lyk wie t
Noem er eenen, een enkelen en het is
voldoende 1
37* VERVOLG.
Daarna scheen hij zich geweldig in te span
nen, hij greep het glas met beide handen,
hracht het aan zijne lippen en slokte den ge-
heelen inhoud naar binnen. Bleek als de dood
■onk hjj in het kusBen neer, het glas ontviel
zijne handen. Zijne oogen rolden wild door
het kussen, hij hitte eon kreet, die als het
gerochel van een stervende klonk.
liet glas was ledig, ledig tot den laatsten
druppel toe. Ik zal sterven, zeide hij tot
«ichzelven nog eenige uren blijven mij. r
Eensklaps werd hij bang, niet voor den dood
maar voor de gevolgen van dien. Het scheen
hem, dat een vreeselijke afgrond vol duister
nis en akeligheden zich voor hem opende,
Dood, dood 1 riep hij. Verloren, verloren,
o God, vergiffenis De meid kwam ver
schrikt aangeloopen. De dag was juist aange-
gebroken toen zij haren heer zag week ze
verschrikt achteruit.
Hulp, riep by, alsof het gift reeds begon
te werken, knip, ik sterf
Dokter Hugonet vroeg de meid.
Neen, neen, niet Hugonet I Geen dok-
Het is ons, bij gebrek aan plaats, onmo
gelijk een volledig verslag meê te deelen
over de heerlyke betoogingen van vader
landsliefde en gehechtheid aan ons
koninklijk Stamhuis welke,te gelegenheid
der bruiloft van prins Albrecht en prinses
Elisabeth in Beieren, to Brussel hebben
plaats gehad.
Die betoogiugen zyn zoo heerlijk, zoo
luisterlijk geweest dat Le Peuple, het
orgaan der rooden, moet bekennen dat
't jeugdige paar waarlijk door 't volk
geesdriftig werd toegejuicht, dat eene
onbetwistbare vervoering aller harten
deod trillen.
Wel spreekt het roode orgaan van
jeestdrift van commando maar de waar-
jeid is dat 't volk de noodzakelijkheid
;evoelde van, door een blijk van gehecht-
joid aan 't Koningdom, protest aan te
teekenen tegen de ongepaste eu gevaar
lijke voornemens der roode kliek.
In strijd met de moedwillige onbeta-
melijkheiJ der socialisten, heeft de Bel- 1
giso.he vaderlander, anders wat flegmatiek j
van aard zelfs op den doortocht zijner j
vorsten, ditmaal door zijne toejuichingen,
door zijne geestdriftige vervoering, de
blijde iotrede van onzen toekomstigon
Koning en Koniogin, in eene weêrgalooze
betooging van gehechtheid aan onze
vaderlandsche instellingen willen veran
deren.
Het volk waarvan de rooden beweren
den tolk te zyn, juichte het jeugdige
echtpaar op deu doortocht toe en dio toe
juichingen waren eene klinkende ant
woord aan de rustverstoorders, aan de
vijanden van 't Koningdom.
En 't is omdat do roode chefs ter oogen
uit zagen dat de gansche bevolking ver-
ontweerdig zou zyn opgetreden tegen do
roode breekspelers, dat men het roode
opgeruide straatjesvolk niet alleen op
uitjouwingen en gefluit zou onthalen,
maar op stokslagen, hadden zy zich dur
ven vertoonen, dat op 't laatst van de be-
slotene repubükeinscbe tegenbetooging
werd afgezien.
Die vaderlandsche betoogingen waren
voor het Koningdom weêrgalooze triomf
dagen, terwijl ze voor de socialisten eene
ellendige nederlaag zijn geweest. De roo
den hebben nu ondervonden dat België
nog Diet rijp is voor de republiek die ze
droomen 1
heeft kan geen roomsch Caiholiek wezen
bevestigt de armtierige in zijn nummer
van 16 sept. 1900.
Wij begrijpen dat niet.
De grondwet is een verdrag, eene ovor-
kornst tusschen de verschillige staatkun
dige partijen van België. Zij erkent aau
iedereen die vrijheden die noodzakelyk
zijn om in vrede te leven. Daar allen Diet
hetzelfde denken, hebben allen ook wat
toegegeven.
Om dat er neven mij een geus woont
die van kerk noch kluis weten wil, kan ik
daarom mijne christelijke plichten niet
kwijten
Wat de gehechtheid aan de grondwet
betreft, bet valt niet te loochenen dat de
Catholieken hare trouwe verdedigers zijn.
Wees gerust, Dendergalmde Catholieken
zullen nooit aan de vrijheden der grond
wet raken. Zy zyn ons daarvoor veel te
lief. Wij vragen de vrijheid te mogen ge-
looven en daarom niet verontrust te wor
den, gij moogt dio hebben geus te spelen
zooveel het u lust.
Van wege de liberalen echter hebben
wij dezelfde zekerheid niet. Zouder eene
enkele uitzondering hebben al de geuzen
tegen de vrijheden der grondwet gedon
derd.
Als bewijs lees de woorden van M. E.
de Laveleye een gematigde doctrinair
nochtans
- Waarom het niet bekennen, het getal
dergenen vermeerdert die denken dat
- de Belgische grondwet het beste stelsel
niet gevonden heeft om de betrekkingen
tusschen Kerk en Staat te regelen.
- Hedendaags zijn er veel liberalen die
gelooven dat Duitscblaod en Zwitser-
land oqs een na te volgen voorbeeld
hebben gegeven. (Revue de Belgique
15 januari 1874 bl. 23).
Daarover zullen wy u nog meer citaten
geven.
Telegraphie zonder draad. In
de laatste dagen ziju, vanwege de mili
taire overheid in Duitschland, proefne
mingen genomen met het tolegrapheereu
zonder draad, en wel van do Bloksberg in
deu llarz. Eerst naar de bekende Vic-
toorshoogte, op 25 KM. afstand, en toen
deze proef gunstig was uitgevallen, naar
do Kyfthauser, die op 60 KM. afstand
gelegen is. Ook bier slaagde de proef zoo
goed, dat men haar nu zal voortzetten
door te trachten verbinding te krijgen
met den Iosclsberg in Thuringen, die 109
KM. van den Bloksberg verwijderd is.
TTlAI» 1A7PTI De ,aa,8te. kie*
lllcl IcZCU. 7jngeD hebben bewo-
zen dat op onzen buiten bet socialism
naar weerde wordt geschat. De enkele
verdwaalden die voor de rooden hebben
gestemd moeten het volgende overwegen.
Karl Marx, de profeet der party,
schryft
- Dit stelsel van kleine onafhankelijke
- landbouwers die voor eigen rekening
- arbeiden is slechts vereenigbaar met
een staat van voortbrengst en van sa-
menleving altijd eu eeuwig beperkt.
Dit vereeuwigen zou in alles do be-
krompenheid afkondigen het moet
a verdwijnen, het is veroordeeld. De
vooruitgang doet den landbouwer, dit
bolwerk der oude maatschappij, ver-
dwijnen.
Wij vertalen dit gedacht doorDen
landbouwer 1 dat is do vyaud.
Nu nog een woord van een Fransch-
mau, Jules Ouesde
- Aan wie is bet toegelaten niet te
- weten dat de buitenlieden, de pagani
a of heidenen van vroeger altijd en overal
de laatste stouupilaren van het vor-
leden zyu geweest tegenover het
tegenwoordige en byzonder de toe-
komst. Onmogelyk is het een enkele
- vooruitgaog gelijk in welke zaak ge-
daan, aan te duiden die het niet is
- geweest tegen de massa der boer«u
a welke men op zekero wyze geweld
n heeft moeten aandoen om zo op goly-
keu tred te houden. -
Buitenlieden, wat dunkt u Men belce-
digt u en teD tijde der kiezingen durven
zij u met fleemende woorden en zoete
vleierijen uwe stem komen afbedelen.
Bewaart die aanhalingen en geeft ze
huu eons goed op den neus en ziet wat
zuur gezicht gezicht ze zullen trekken
GEK. Een socialistischa minis
ter van Fraukryk, waar die gelukkige
menscbeo met Z. A. S. bedeeld ziju, is
bier in België weeral eens eene wet ko
men afschrijven door onze verstokte
bewaarders die zich caiholiek noemen,
opgesteld en in voege gebracht.
Dat belet onze fameuze sociaalhervor
mer, de groene Pie, niet te schrijven
De socialisten volgen beter de wegen der
encycliek dan d'oude bewaarders die zich
caiholiek noemen - Land van Aelst 23
Juli 1899.)
Nu twee stelregels, beknopte inhoud
der twee eerste hoofdstukken der ency
cliek zelf
1) Door de oplossiog van hot socialism
zouden de werkende klassen niet gehol
pen, maar benadeeld worden.
2) Het programma van het socialism is
onrechtveerdig, want het maakt inbreuk
op het natuurrecht dat de menscb heeft
niet alleen
A) als enkel persoon of iodividu
a) op eigendom
b) op grondgebied
c) op zclfouderboud
B) maar ook als maatschappelijk we-
ZCD.
ter Een geestelijke hoort ge, een geeste
lijke n 1
Zij verwijderde zioh toen ze reeds de deur
gesloten had, riep hy haar na "De monnik,
de Dominikaner dat hij dadelijk kome
Zij snelde heen en hij begon te bedaren.
Dan zal ik toch eindelijk verlicht wor
den n fluisterde hy, «O, ik wil niet sterven,
«onder alles te bokennen, wat mij drukt. Ik
kan den last niet meer dragen Hij gevoel
de een onweerstaanbaren drang om zijn ge
heim bekend te maken en de gedachte, dat
de zoolang verwachte eindelijk zou komeD,
stelde hem oen weinig gerust.
Een kwartier later wbb de meid terng, zij
was zoo gelukkig geweest den Dominikaner
in do kerk te vinden. Hij volgde haar op den
voet.
Lachenal beproefde zich op te riehten, maar
viel nifgeput achterover hy had in het half
donker de witte geetalte van den Dominika
ner herkend.
ZESDE HOOFDSTUK.
De geestelijke naderde het bed en be
schouwde den bewus:elooz«; toen zeide hij
tot de meid u Goed, ga heen, ik zal n roe
pen, als ik u Doodig heb maar verwyder u
niet te ver, opdat gij dadelyk by do hand zy t.
Ja, mijnheer, en zij «nelde heen. Toen
de monnik met Lachenal alleen was, nam zijn
gelaat eene bezorgde uitdrukking aan. Hy
zag in don ongelukkige een zondaar en een
zieke, en vond hem in groot gevaar. Hy vatte
de handen van Lachenal en hield ze eenige
seconden vast, opende zijne oogen en luister
de opmerkzaam naar de slagen zijn hart.
u Het is tijd, zeide hy tot zich zeiven, of ik
moest mij geweldig vergissen.
Hy wierp eoo onderzoekenden blik door de
kamer en vond het fleschje op de nachttafel,
ook stiet hij met zijn voet tegen het glas hy
nam het op, streek met den vinger over den
rand en bevochtigde zijne lippen, daarna be
schouwde hij het poeder en belde Pen en
inktn riep hij, schreef snel een paar regels
op een bladje papier eu gaf hot de meid met
de woorden De dood kan uwen heer ver
rassen eer hij tyd heeft, zich met God te ver
zoenen. Heeft hy zeer verlangd mij te spre
ken
Of hij het verlangde myn God
Wel loop dan naar Je apotheek, en
breng zoo snel mogelijk hetgeen ik hier op.
geschreven heb 1
Hoe?
Ga.vlng,zeide de monnik; ik ken de ziekte
en het geneesmiddel. Indien gy bytijds terug
keert, is hij gered. Loopt zoo snel gij kunt In
IDe meid verwijderde zich en koorde een
kwartier later met het geneesmiddel terug.
Do Paus schrijft zyne encycliek om de
dwaalleeringen der socios te bevechten
en, volgens onze groene Pie, volgen die
socios beter de wegen der encycliek dan
die bewaarJers, wier wetten door socia
listische ministers worden afgeschreven I
Dat by nu geen onderscheid make tus-
scheu socialisten en socialism, want de
socialisten beweren en herhalen dat zij
niets anders doen dan de volvoering van
hun program nastreven.
Arm, diepgezonken man I Wat rampen
do hoogmoed toch stichten kan I
Hunne rechtzinnigheid. Le
Peuple kan niet genoeg de socialisten
afbreken die hunne kinderen lateu doo-
pen cn hunne eerste Communie doen.
Dat zijn H domme bygeloovigheden
volgons het blad.
Goedmaar als het socialistisch orgaan
morgen of overmorgen weer zal komen
beweren, - dat de socialisten den gods
dienst eerbiedigen - eu er in de socialis
tische rangen plaats is voor geloovigen en
ongeloovigen, raag he* ons dan uiet kwa
lijk uemeu, indien wy zijnen neus in zyne
vuile legens steken, gelijk wij het met de
kat doeD, als zij iu een of anderen hoek
ge...logen heeft.
Flnuwen praat. Toon wij
aan den armtierige vroegen wat bij dacht
over de ziel eu hare onstei lelijkheid dan
antwoordde hij - Wij weten het niet, wij
houden ons met die thcologieke vragen
niet op. -
Wy hebben sedert gezien dat hij den
hemel loochende, de tooverij en mirakels
voor onmogelijk verklaarde
Zijn dat geen theologieke vragen
De onsterfelijkheid der ziel is eene zaak
van belang. Ziehier wat de groote Pascal
daarover denkt.
Wij vertalen uit - Peusées kap. IX.
De onsteifelijkheid dor ziel is eene
b zaak dio ons zoo sterk aaubelangt, die
- ons zon diep raakt dat men alle gevoel
- moet verloren hebben om io de ouvor-
scbiiligheid te blyven to weten wat er
- van is. Al ouze daden, al onze gedneh-
ten moeten zulke verschillige wegen
inslaan volgens er een eeuwig geluk of
- uiet te hopen is, dat bet onmogelijk is
iets mot oordeel en verstand te doen,
als met zo te regelen door het zicht op
dat punt dat ous eerste voorworp zyn
b moet. -
Voltaire geeft een deel dier bewijsvoe
ring als bij zogt "De goddelooze die arm
- en geweldig is, zal een zot zijn indien
hij u niet vermoordt om uw geld te
b stelen."
Wat denkt do armtierige over al die
citaten Dat naamloos scbrijverkon zul
zich toch niet durven meten met genieën
lijk Pascal en Voltaire 1
Jammer dat do haat zo soms heeft ver-
bliud, den eonen in zake der Josuïten,
den anderen tegenover den Catholieken
Godsdienst.
acht do catechismus
omdat hij alsdan uiet zou kunnen vrij
denken.
Zyn schrandere geest zou aan boeien
liggen en de voorlbreugsels van zijn vor-
uuft schat hij veel hooger dan al de wys-
heid van den catechismus.
Waarover mogen zij nu toch wel den
ken die groote opstellers van den arm
tierige
Donken, och arme, denken Wat groot
woord voor eon nietig ding
Hij zou niet meer mogen denken II!
De catechismus belet slechts diegenen
te denkeu die voor 't denken niet zijn
geboren dat heeft Pascal reeds eeuwen
Wat hebben dau al die groote catho-
lioke geleerden gedaan
Eu Bossuot en Pasteur en duizend
anderen te voel om te melden zijn dat
geen denkers
Wel, jongen, gedeukt nu vrij. Mogen
wy u nu eens vragen wat ge zoo al poist
over God, over deu menscb, over do ziel
en bare hoedanigheden, over haro be
steraming, over den oorsprong van de
wereld
Zeg, mogeu wij u dat nu vragen
Wij hebben u die kwestien vroeger
reeds gesteld en jaren hebt gy er overgo-
dacht.
Tot wat uitslag zyt go gekomen f
Is uwe redo stork genoeg geweest om
tot eene overtuiging te komen
Hij zal niet durven denken, dio vrijo
denker, eu daarom steekt hij het op deu
catechismus.
Wat karakter
De Dominikaner opende den mond des zieken
en liet hem den inhoud van het fleschje lede-
digen de inhoud van een ander goot hij op
een doek en wreef daarmede het voorhoofd.
Eenigen tyd daarna gaf de zieke teekenen
vau leven, hij boog het hoofd en wierp ver
warde blikken op zijn oppasser.
Vrees niet, mijnheer, zeide deze, ik breng
u woorden van vrede, n Lachenal hoorde
verstond niots, maar er volgde een hevige
crisis. De monnik verontrustte zich hier over
niet, en toen de zieke het bewustzijn terug
had, boog hij zich aau het oor en sprak
u Mijn zoon, gij hebt mij geroepen, opdat ik
u aanhoore en met God verzoene. Men klopt
nooit te vergeefs aan de dear des Hemels
hier ben ik spreek, de hoogste rechter hoort
ons
Mijn vader, fluisterde Lachenal, over
weldigd door den doordringenden blik van
den geestelijke, ik ben zoo schuldig, dat God
my nooit zal vergeven.
Hebt gij dus berouw over uwe zonde
Ik heb beronw, maar het geweten fol
tert mij.
De oneindig Rechtvaardige is ook recht
vaardig goed.
Gij moet afschuw voor my gevoelen,
riep Lachenal.
Neen, hernam de monnik, ik ben hier
om u tot het einde aan te hooren. Ga voort 1>
Lachenal ging verder u Ik was eerzuch
tig. Eene vrouw, die my sedert twee jaren in
stilte haren zoon noemde, meende verplicht
te zijn, mijne plannen te dienen. Zij had eene
stiefdochter, ik werd op haar verliefd en
vroeg hare hand. De vader, die eerst weifelde,
sloeg eindelijk mijn aanzoek af. Waarom
Hij heeft het mij nooit bepaald gezegd,
maar liet zijne vrouw duidelyk merkon, dat
hy omtrent inyn verleden dingen vernomen
had, welke niet geschikt waren, mij de hand
zijner dochter to schenken. Later verklaarde
hij aan zijne vronw dat hij van plan was «ijn
kiud aan een ander te geven. AU dus de heer
de Fairières in leven bleef, moest ik Gabriëlle
opgeven. Nooit, had hy gezegd, zon ze mijne
vrouw worden. Meer nog, hij wilde haar aan
een ander geven. Nog eenige maanden wel
licht en ze was voor mij verloren.
En die Gabriëlle was de eenige dochter
van een aanzienlyk man, de erfgename van
een kolossaal fortnin... en, gij zeidet het
reeds gij waart eerzuchtig.
Ja, in den beginne was dat de drijfveer.
Dit was de eerBte oorzaak, waarom ik het
meisje begeerde maar zy week spoediger
▼oor een edeler en sterker gevoel. Ik beminde
Gabriëlle, aanbad haar, en zij moest mijne
vrouw worden. AU prijs eener misdaad
vroeg mevrouw de Fairióres. Eener mis
daad hernam ik. Ik weet het niet, maar ze
Aan de deur gctvnln(.
Zaterdag II., eenige oogenblikken vóór
dat HH. KK. HH. prins en priuso*
Albert en Elisabeth tor Noordstatie van
Brussel gingcu aau komen, zag men do
afgestrafte priester Üaeus op eu neèr wan
delen op de tapijt die wis opeugesprei 1
ter plaats waar de koninklijke trein zou
stoppen. De ellendige groene comediant,
gelijk de roode Demblon hem heet, ha l
eeno houding aangenomen zoo fier en zon
overmoedig als zijn grenzeloozo hoog
moed het hem inblazen kan. Ooggetuigen
zegden ons dat hij, zyne oude medalje van
volksvertegenwoordiger op do borst, met
zyne voetjes, zonder ze te hebben afge-
kuiicbt, op het tapijt marcheerde als waro
hij do Keizer aller Russen geweest.
Maar zie op eons word hij door eon
dignitaris van 't bof of door een der mi
nisters bemerkt welke hem met den vinger
aan een gendarm aan wijst.(tableau Er
verliepen goene vijf minuten of den laat-
dtinkenden groene stoutorik word ra< t
klank aan de deur gewalst ondanks
zijn tegecatribbelen 1... En of do Aalste-
naars die daar tegonwoordig waren ge
lachen hebben ?flf?
moet de mijne worden n
Zy trok de schouders op en zeide Gij
zult haar hebben, n
De monnik sloeg zijne blikken omboog,
maar wist zijne aandoening te verbergen.
De zieke ging na eene korte pauze voort
lk zal u niet a)le by zonderheden verhalen.
Genoeg, dat de dood van den grysaard door
ous besloten werd. Myne liefde voor Gabriel!)
was eene verontschuldiging voor mij.
Uwe verontschuldiging zeide do
priester verschrikt.
Ik heb gezworen, de geheels waarheid
te zeggen, ging Lachenal voort, luister,
mevrouw de Fairières zeide my op zekeren
dag
Neen aU iemand sterven moet, dan is
hy het, niet gij.
Hy vroeg de monuik.... haar echtge
noot
Ja, zuchtte Lachonal, mevrouw de Fai
rióres wilde niet, dat het groot vermogen van
haar gemaal in andere handen overging. Dit
deed zij uiet zoo zeer uit hebzucht, maar
meer uit ijverzucht Tien jaren lator dacht
«e, was zij weduwe en arm, cn werd verdre
ven van haar kasteel door den echtgeuoot van
v Gabriëlle. Dit verbitterde haar.
Wordt voortgezet.