Zondag 14 October 1900 5 centiemen per nummer 54slc Jaar 5511 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Stokken in 't wiel. Ongerijmdheden. DE GIFTMENGSTER. Vaderlandsche Retoogingen. Onbegrijpelijk. Denken - DE DENDER Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31. en in alle Postkantoren des Lands Cuique suiim. Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op 3* bladzijde 50 centiemen Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Reeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiteriijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad Aalst, 13 October 1900. De Catholieken hebben een wetsont werp gereed over het herstellen der on gelukken welke dikwijls de werkmansfa- miliën teisteren. Iedereen weet dat als de broodwinner getroffen wordt, dikwijls om niet te zeggen altijd,er gebrek en armoede is voor het huisgezin, voor moeder en kind. Dat willen de Catholieken zooveel mogelijk voorkomen. Zij zouden aan de getroffene familiëo een middel van be staan, eeno vergoeding voor het ongeluk aan de hand doen. Zij wenschen dat de weduwe, dat de kinderen niet tot den bedelstaf veroordeeld worden door het verlies of onbekwaamheid tot werk van den echtgenoot of huisvader. Dat streven is edelmoedig en zou door iederen werkmansvriend moeten onder steund worden. Ongelukkiglijk is dit niet zoo en zoo hebben de roode en groene socios beslo ten stokken in 't wiel te steken. Zoodra de Kamer open gaat, gaan zy eene zaag «pannen over Z. A. S. Geen der partijen is daarover't akkoord. De eene wil zus, de andere zoo. Ware het niet duizendmaal beter goede wetten te maken dan ecnen kostelijken tijd te verspillen aan zagerijen zonder nut en zonder voordeel Wat zal daaruit vol gen Niets dan twist en tweedracht en gedurende al dien tijd moet de werkmaD de gebroken potten betalen want die twist over Z. A. S. wordt op zynen rug ge voerd. Maakt dus liever de wet over de onge vallen op het werk dan zagen te spannen over zoutelooze kwestiën waarover ieder een oneenig is. Er is te veel goed werk te verrichten om kostbaren tijd te verspillen. Gij zult het echter niet doen. Do socia listen zijn materialisten, 't is te zeggen, meDSchen die slechts het bestaan der stof aannemen en de enkele geesten, lijk God, ziel en engelen onmogelyk achten. Gij wilt spreken van het vulgus pecus, van de volgelingen der fameuze leidors. Hier verkoopt gij eene dwaasheid want gij erkent dat het stelsel noodlottiger wijze tot de godloocheoing leidt. Hoe kunnen zij alsdan gotde christenen eijn geble ven Dat gelijkt niet slecht op den aap met de lantaarn der fabel. Zij was niet aange stoken. Slechts de kalkoenen zullen in dat artikel dus wel iets zien maar niets onderscheiden. Moi, disait m» dindon, je vois bien quelque chose, Mais je ne sais pour quelle cause, Jene distingue pas trés bien. Zoo is het. Als men den weg van het goede ver laat, als men naar de stem zijner over heid niet luistert dan verkoopt men dikwyls onnoozelheden. Dat is het geval met priester Daens II, wij bedoelen den E. H. Fonteyne, die het volgende in het nieuw dagblad der groe nen aan zijne lezers opdischt Wij weten het wel, de socialisten zijD niet allen godloochenaars geworden velen nog zyn cbristeneD gebleven maar het stelsel toch, in den grond beschouwd moet leiden, noodzakelijk leiden tot de godloochening en daar staan wij, christe nen altijd in bloedig (sic) tweegevecht. Dat is eeBe ongerijmdheid. Zeg eens welke leider der socialisten ■erkent nog het bestaan van God Is het Vandervelde? Demblon Anseele? ofge- lyk wie t Noem er eenen, een enkelen en het is voldoende 1 37* VERVOLG. Daarna scheen hij zich geweldig in te span nen, hij greep het glas met beide handen, hracht het aan zijne lippen en slokte den ge- heelen inhoud naar binnen. Bleek als de dood ■onk hjj in het kusBen neer, het glas ontviel zijne handen. Zijne oogen rolden wild door het kussen, hij hitte eon kreet, die als het gerochel van een stervende klonk. liet glas was ledig, ledig tot den laatsten druppel toe. Ik zal sterven, zeide hij tot «ichzelven nog eenige uren blijven mij. r Eensklaps werd hij bang, niet voor den dood maar voor de gevolgen van dien. Het scheen hem, dat een vreeselijke afgrond vol duister nis en akeligheden zich voor hem opende, Dood, dood 1 riep hij. Verloren, verloren, o God, vergiffenis De meid kwam ver schrikt aangeloopen. De dag was juist aange- gebroken toen zij haren heer zag week ze verschrikt achteruit. Hulp, riep by, alsof het gift reeds begon te werken, knip, ik sterf Dokter Hugonet vroeg de meid. Neen, neen, niet Hugonet I Geen dok- Het is ons, bij gebrek aan plaats, onmo gelijk een volledig verslag meê te deelen over de heerlyke betoogingen van vader landsliefde en gehechtheid aan ons koninklijk Stamhuis welke,te gelegenheid der bruiloft van prins Albrecht en prinses Elisabeth in Beieren, to Brussel hebben plaats gehad. Die betoogiugen zyn zoo heerlijk, zoo luisterlijk geweest dat Le Peuple, het orgaan der rooden, moet bekennen dat 't jeugdige paar waarlijk door 't volk geesdriftig werd toegejuicht, dat eene onbetwistbare vervoering aller harten deod trillen. Wel spreekt het roode orgaan van jeestdrift van commando maar de waar- jeid is dat 't volk de noodzakelijkheid ;evoelde van, door een blijk van gehecht- joid aan 't Koningdom, protest aan te teekenen tegen de ongepaste eu gevaar lijke voornemens der roode kliek. In strijd met de moedwillige onbeta- melijkheiJ der socialisten, heeft de Bel- 1 giso.he vaderlander, anders wat flegmatiek j van aard zelfs op den doortocht zijner j vorsten, ditmaal door zijne toejuichingen, door zijne geestdriftige vervoering, de blijde iotrede van onzen toekomstigon Koning en Koniogin, in eene weêrgalooze betooging van gehechtheid aan onze vaderlandsche instellingen willen veran deren. Het volk waarvan de rooden beweren den tolk te zyn, juichte het jeugdige echtpaar op deu doortocht toe en dio toe juichingen waren eene klinkende ant woord aan de rustverstoorders, aan de vijanden van 't Koningdom. En 't is omdat do roode chefs ter oogen uit zagen dat de gansche bevolking ver- ontweerdig zou zyn opgetreden tegen do roode breekspelers, dat men het roode opgeruide straatjesvolk niet alleen op uitjouwingen en gefluit zou onthalen, maar op stokslagen, hadden zy zich dur ven vertoonen, dat op 't laatst van de be- slotene repubükeinscbe tegenbetooging werd afgezien. Die vaderlandsche betoogingen waren voor het Koningdom weêrgalooze triomf dagen, terwijl ze voor de socialisten eene ellendige nederlaag zijn geweest. De roo den hebben nu ondervonden dat België nog Diet rijp is voor de republiek die ze droomen 1 heeft kan geen roomsch Caiholiek wezen bevestigt de armtierige in zijn nummer van 16 sept. 1900. Wij begrijpen dat niet. De grondwet is een verdrag, eene ovor- kornst tusschen de verschillige staatkun dige partijen van België. Zij erkent aau iedereen die vrijheden die noodzakelyk zijn om in vrede te leven. Daar allen Diet hetzelfde denken, hebben allen ook wat toegegeven. Om dat er neven mij een geus woont die van kerk noch kluis weten wil, kan ik daarom mijne christelijke plichten niet kwijten Wat de gehechtheid aan de grondwet betreft, bet valt niet te loochenen dat de Catholieken hare trouwe verdedigers zijn. Wees gerust, Dendergalmde Catholieken zullen nooit aan de vrijheden der grond wet raken. Zy zyn ons daarvoor veel te lief. Wij vragen de vrijheid te mogen ge- looven en daarom niet verontrust te wor den, gij moogt dio hebben geus te spelen zooveel het u lust. Van wege de liberalen echter hebben wij dezelfde zekerheid niet. Zouder eene enkele uitzondering hebben al de geuzen tegen de vrijheden der grondwet gedon derd. Als bewijs lees de woorden van M. E. de Laveleye een gematigde doctrinair nochtans - Waarom het niet bekennen, het getal dergenen vermeerdert die denken dat - de Belgische grondwet het beste stelsel niet gevonden heeft om de betrekkingen tusschen Kerk en Staat te regelen. - Hedendaags zijn er veel liberalen die gelooven dat Duitscblaod en Zwitser- land oqs een na te volgen voorbeeld hebben gegeven. (Revue de Belgique 15 januari 1874 bl. 23). Daarover zullen wy u nog meer citaten geven. Telegraphie zonder draad. In de laatste dagen ziju, vanwege de mili taire overheid in Duitschland, proefne mingen genomen met het tolegrapheereu zonder draad, en wel van do Bloksberg in deu llarz. Eerst naar de bekende Vic- toorshoogte, op 25 KM. afstand, en toen deze proef gunstig was uitgevallen, naar do Kyfthauser, die op 60 KM. afstand gelegen is. Ook bier slaagde de proef zoo goed, dat men haar nu zal voortzetten door te trachten verbinding te krijgen met den Iosclsberg in Thuringen, die 109 KM. van den Bloksberg verwijderd is. TTlAI» 1A7PTI De ,aa,8te. kie* lllcl IcZCU. 7jngeD hebben bewo- zen dat op onzen buiten bet socialism naar weerde wordt geschat. De enkele verdwaalden die voor de rooden hebben gestemd moeten het volgende overwegen. Karl Marx, de profeet der party, schryft - Dit stelsel van kleine onafhankelijke - landbouwers die voor eigen rekening - arbeiden is slechts vereenigbaar met een staat van voortbrengst en van sa- menleving altijd eu eeuwig beperkt. Dit vereeuwigen zou in alles do be- krompenheid afkondigen het moet a verdwijnen, het is veroordeeld. De vooruitgang doet den landbouwer, dit bolwerk der oude maatschappij, ver- dwijnen. Wij vertalen dit gedacht doorDen landbouwer 1 dat is do vyaud. Nu nog een woord van een Fransch- mau, Jules Ouesde - Aan wie is bet toegelaten niet te - weten dat de buitenlieden, de pagani a of heidenen van vroeger altijd en overal de laatste stouupilaren van het vor- leden zyu geweest tegenover het tegenwoordige en byzonder de toe- komst. Onmogelyk is het een enkele - vooruitgaog gelijk in welke zaak ge- daan, aan te duiden die het niet is - geweest tegen de massa der boer«u a welke men op zekero wyze geweld n heeft moeten aandoen om zo op goly- keu tred te houden. - Buitenlieden, wat dunkt u Men belce- digt u en teD tijde der kiezingen durven zij u met fleemende woorden en zoete vleierijen uwe stem komen afbedelen. Bewaart die aanhalingen en geeft ze huu eons goed op den neus en ziet wat zuur gezicht gezicht ze zullen trekken GEK. Een socialistischa minis ter van Fraukryk, waar die gelukkige menscbeo met Z. A. S. bedeeld ziju, is bier in België weeral eens eene wet ko men afschrijven door onze verstokte bewaarders die zich caiholiek noemen, opgesteld en in voege gebracht. Dat belet onze fameuze sociaalhervor mer, de groene Pie, niet te schrijven De socialisten volgen beter de wegen der encycliek dan d'oude bewaarders die zich caiholiek noemen - Land van Aelst 23 Juli 1899.) Nu twee stelregels, beknopte inhoud der twee eerste hoofdstukken der ency cliek zelf 1) Door de oplossiog van hot socialism zouden de werkende klassen niet gehol pen, maar benadeeld worden. 2) Het programma van het socialism is onrechtveerdig, want het maakt inbreuk op het natuurrecht dat de menscb heeft niet alleen A) als enkel persoon of iodividu a) op eigendom b) op grondgebied c) op zclfouderboud B) maar ook als maatschappelijk we- ZCD. ter Een geestelijke hoort ge, een geeste lijke n 1 Zij verwijderde zioh toen ze reeds de deur gesloten had, riep hy haar na "De monnik, de Dominikaner dat hij dadelijk kome Zij snelde heen en hij begon te bedaren. Dan zal ik toch eindelijk verlicht wor den n fluisterde hy, «O, ik wil niet sterven, «onder alles te bokennen, wat mij drukt. Ik kan den last niet meer dragen Hij gevoel de een onweerstaanbaren drang om zijn ge heim bekend te maken en de gedachte, dat de zoolang verwachte eindelijk zou komeD, stelde hem oen weinig gerust. Een kwartier later wbb de meid terng, zij was zoo gelukkig geweest den Dominikaner in do kerk te vinden. Hij volgde haar op den voet. Lachenal beproefde zich op te riehten, maar viel nifgeput achterover hy had in het half donker de witte geetalte van den Dominika ner herkend. ZESDE HOOFDSTUK. De geestelijke naderde het bed en be schouwde den bewus:elooz«; toen zeide hij tot de meid u Goed, ga heen, ik zal n roe pen, als ik u Doodig heb maar verwyder u niet te ver, opdat gij dadelyk by do hand zy t. Ja, mijnheer, en zij «nelde heen. Toen de monnik met Lachenal alleen was, nam zijn gelaat eene bezorgde uitdrukking aan. Hy zag in don ongelukkige een zondaar en een zieke, en vond hem in groot gevaar. Hy vatte de handen van Lachenal en hield ze eenige seconden vast, opende zijne oogen en luister de opmerkzaam naar de slagen zijn hart. u Het is tijd, zeide hy tot zich zeiven, of ik moest mij geweldig vergissen. Hy wierp eoo onderzoekenden blik door de kamer en vond het fleschje op de nachttafel, ook stiet hij met zijn voet tegen het glas hy nam het op, streek met den vinger over den rand en bevochtigde zijne lippen, daarna be schouwde hij het poeder en belde Pen en inktn riep hij, schreef snel een paar regels op een bladje papier eu gaf hot de meid met de woorden De dood kan uwen heer ver rassen eer hij tyd heeft, zich met God te ver zoenen. Heeft hy zeer verlangd mij te spre ken Of hij het verlangde myn God Wel loop dan naar Je apotheek, en breng zoo snel mogelijk hetgeen ik hier op. geschreven heb 1 Hoe? Ga.vlng,zeide de monnik; ik ken de ziekte en het geneesmiddel. Indien gy bytijds terug keert, is hij gered. Loopt zoo snel gij kunt In IDe meid verwijderde zich en koorde een kwartier later met het geneesmiddel terug. Do Paus schrijft zyne encycliek om de dwaalleeringen der socios te bevechten en, volgens onze groene Pie, volgen die socios beter de wegen der encycliek dan die bewaarJers, wier wetten door socia listische ministers worden afgeschreven I Dat by nu geen onderscheid make tus- scheu socialisten en socialism, want de socialisten beweren en herhalen dat zij niets anders doen dan de volvoering van hun program nastreven. Arm, diepgezonken man I Wat rampen do hoogmoed toch stichten kan I Hunne rechtzinnigheid. Le Peuple kan niet genoeg de socialisten afbreken die hunne kinderen lateu doo- pen cn hunne eerste Communie doen. Dat zijn H domme bygeloovigheden volgons het blad. Goedmaar als het socialistisch orgaan morgen of overmorgen weer zal komen beweren, - dat de socialisten den gods dienst eerbiedigen - eu er in de socialis tische rangen plaats is voor geloovigen en ongeloovigen, raag he* ons dan uiet kwa lijk uemeu, indien wy zijnen neus in zyne vuile legens steken, gelijk wij het met de kat doeD, als zij iu een of anderen hoek ge...logen heeft. Flnuwen praat. Toon wij aan den armtierige vroegen wat bij dacht over de ziel eu hare onstei lelijkheid dan antwoordde hij - Wij weten het niet, wij houden ons met die thcologieke vragen niet op. - Wy hebben sedert gezien dat hij den hemel loochende, de tooverij en mirakels voor onmogelijk verklaarde Zijn dat geen theologieke vragen De onsterfelijkheid der ziel is eene zaak van belang. Ziehier wat de groote Pascal daarover denkt. Wij vertalen uit - Peusées kap. IX. De onsteifelijkheid dor ziel is eene b zaak dio ons zoo sterk aaubelangt, die - ons zon diep raakt dat men alle gevoel - moet verloren hebben om io de ouvor- scbiiligheid te blyven to weten wat er - van is. Al ouze daden, al onze gedneh- ten moeten zulke verschillige wegen inslaan volgens er een eeuwig geluk of - uiet te hopen is, dat bet onmogelijk is iets mot oordeel en verstand te doen, als met zo te regelen door het zicht op dat punt dat ous eerste voorworp zyn b moet. - Voltaire geeft een deel dier bewijsvoe ring als bij zogt "De goddelooze die arm - en geweldig is, zal een zot zijn indien hij u niet vermoordt om uw geld te b stelen." Wat denkt do armtierige over al die citaten Dat naamloos scbrijverkon zul zich toch niet durven meten met genieën lijk Pascal en Voltaire 1 Jammer dat do haat zo soms heeft ver- bliud, den eonen in zake der Josuïten, den anderen tegenover den Catholieken Godsdienst. acht do catechismus omdat hij alsdan uiet zou kunnen vrij denken. Zyn schrandere geest zou aan boeien liggen en de voorlbreugsels van zijn vor- uuft schat hij veel hooger dan al de wys- heid van den catechismus. Waarover mogen zij nu toch wel den ken die groote opstellers van den arm tierige Donken, och arme, denken Wat groot woord voor eon nietig ding Hij zou niet meer mogen denken II! De catechismus belet slechts diegenen te denkeu die voor 't denken niet zijn geboren dat heeft Pascal reeds eeuwen Wat hebben dau al die groote catho- lioke geleerden gedaan Eu Bossuot en Pasteur en duizend anderen te voel om te melden zijn dat geen denkers Wel, jongen, gedeukt nu vrij. Mogen wy u nu eens vragen wat ge zoo al poist over God, over deu menscb, over do ziel en bare hoedanigheden, over haro be steraming, over den oorsprong van de wereld Zeg, mogeu wij u dat nu vragen Wij hebben u die kwestien vroeger reeds gesteld en jaren hebt gy er overgo- dacht. Tot wat uitslag zyt go gekomen f Is uwe redo stork genoeg geweest om tot eene overtuiging te komen Hij zal niet durven denken, dio vrijo denker, eu daarom steekt hij het op deu catechismus. Wat karakter De Dominikaner opende den mond des zieken en liet hem den inhoud van het fleschje lede- digen de inhoud van een ander goot hij op een doek en wreef daarmede het voorhoofd. Eenigen tyd daarna gaf de zieke teekenen vau leven, hij boog het hoofd en wierp ver warde blikken op zijn oppasser. Vrees niet, mijnheer, zeide deze, ik breng u woorden van vrede, n Lachenal hoorde verstond niots, maar er volgde een hevige crisis. De monnik verontrustte zich hier over niet, en toen de zieke het bewustzijn terug had, boog hij zich aau het oor en sprak u Mijn zoon, gij hebt mij geroepen, opdat ik u aanhoore en met God verzoene. Men klopt nooit te vergeefs aan de dear des Hemels hier ben ik spreek, de hoogste rechter hoort ons Mijn vader, fluisterde Lachenal, over weldigd door den doordringenden blik van den geestelijke, ik ben zoo schuldig, dat God my nooit zal vergeven. Hebt gij dus berouw over uwe zonde Ik heb beronw, maar het geweten fol tert mij. De oneindig Rechtvaardige is ook recht vaardig goed. Gij moet afschuw voor my gevoelen, riep Lachenal. Neen, hernam de monnik, ik ben hier om u tot het einde aan te hooren. Ga voort 1> Lachenal ging verder u Ik was eerzuch tig. Eene vrouw, die my sedert twee jaren in stilte haren zoon noemde, meende verplicht te zijn, mijne plannen te dienen. Zij had eene stiefdochter, ik werd op haar verliefd en vroeg hare hand. De vader, die eerst weifelde, sloeg eindelijk mijn aanzoek af. Waarom Hij heeft het mij nooit bepaald gezegd, maar liet zijne vrouw duidelyk merkon, dat hy omtrent inyn verleden dingen vernomen had, welke niet geschikt waren, mij de hand zijner dochter to schenken. Later verklaarde hij aan zijne vronw dat hij van plan was «ijn kiud aan een ander te geven. AU dus de heer de Fairières in leven bleef, moest ik Gabriëlle opgeven. Nooit, had hy gezegd, zon ze mijne vrouw worden. Meer nog, hij wilde haar aan een ander geven. Nog eenige maanden wel licht en ze was voor mij verloren. En die Gabriëlle was de eenige dochter van een aanzienlyk man, de erfgename van een kolossaal fortnin... en, gij zeidet het reeds gij waart eerzuchtig. Ja, in den beginne was dat de drijfveer. Dit was de eerBte oorzaak, waarom ik het meisje begeerde maar zy week spoediger ▼oor een edeler en sterker gevoel. Ik beminde Gabriëlle, aanbad haar, en zij moest mijne vrouw worden. AU prijs eener misdaad vroeg mevrouw de Fairióres. Eener mis daad hernam ik. Ik weet het niet, maar ze Aan de deur gctvnln(. Zaterdag II., eenige oogenblikken vóór dat HH. KK. HH. prins en priuso* Albert en Elisabeth tor Noordstatie van Brussel gingcu aau komen, zag men do afgestrafte priester Üaeus op eu neèr wan delen op de tapijt die wis opeugesprei 1 ter plaats waar de koninklijke trein zou stoppen. De ellendige groene comediant, gelijk de roode Demblon hem heet, ha l eeno houding aangenomen zoo fier en zon overmoedig als zijn grenzeloozo hoog moed het hem inblazen kan. Ooggetuigen zegden ons dat hij, zyne oude medalje van volksvertegenwoordiger op do borst, met zyne voetjes, zonder ze te hebben afge- kuiicbt, op het tapijt marcheerde als waro hij do Keizer aller Russen geweest. Maar zie op eons word hij door eon dignitaris van 't bof of door een der mi nisters bemerkt welke hem met den vinger aan een gendarm aan wijst.(tableau Er verliepen goene vijf minuten of den laat- dtinkenden groene stoutorik word ra< t klank aan de deur gewalst ondanks zijn tegecatribbelen 1... En of do Aalste- naars die daar tegonwoordig waren ge lachen hebben ?flf? moet de mijne worden n Zy trok de schouders op en zeide Gij zult haar hebben, n De monnik sloeg zijne blikken omboog, maar wist zijne aandoening te verbergen. De zieke ging na eene korte pauze voort lk zal u niet a)le by zonderheden verhalen. Genoeg, dat de dood van den grysaard door ous besloten werd. Myne liefde voor Gabriel!) was eene verontschuldiging voor mij. Uwe verontschuldiging zeide do priester verschrikt. Ik heb gezworen, de geheels waarheid te zeggen, ging Lachenal voort, luister, mevrouw de Fairières zeide my op zekeren dag Neen aU iemand sterven moet, dan is hy het, niet gij. Hy vroeg de monuik.... haar echtge noot Ja, zuchtte Lachonal, mevrouw de Fai rióres wilde niet, dat het groot vermogen van haar gemaal in andere handen overging. Dit deed zij uiet zoo zeer uit hebzucht, maar meer uit ijverzucht Tien jaren lator dacht «e, was zij weduwe en arm, cn werd verdre ven van haar kasteel door den echtgeuoot van v Gabriëlle. Dit verbitterde haar. Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1900 | | pagina 1