Donderdag 25 October 4900 5 centiemen per nummer. 35ste Jaar 3314
Haatvolle oorlog.
VAN DIN SCII'
Zondagrust
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, taal, vrijheid.
D E
Land- en Tuinbouw.
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 4-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 34,
en in alle Postkantoren des Lands
Culcfue Huum.
Per drukregel, Gewone 45 centiemen Reklamen fr. 4,00 Vonnisse op
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Deeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk legen deD
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad
Aalst, 24 October 1900.
Als men den gang der zaken in Frank
rijk aandachtig volgt, dan bestatigt men
weldra tot welke af keurlijke middelen de
liberalen en socialisten hunne toevlucht
nemen om hunnen haat tegen de Kerk,
hare Priesters en Kloosterlingen bot te
vieren..
Bespieding, laster verklikking, ruste-
looze jacht op klerikale slachtoffers, zie
daar het stelsel dat onverpoosd wordt ten
uitvoer gebracht.
De zaak van den E. B. Flamidien ligt
nog versch in ons geheugen 't was een
haatvolle oorlog gevoerd door eerverge-
tene geusche priestersbelagers gesteund
door de helhonden der goddelooze druk
pers.
Eene dergelijke zaak is de verledene
maand ten einde geloopen.
Eene eerlooze beschuldiging werd door
eon officieus dagblad La République
frawf<me»uitgevonden en het trok er da
gelijks door allerleilaffe beschouwingen en
Bijzonderheden de aandacht des Gerechts
en zijner lezers op in. Het orgaan van
den rooden minister Millerand warmde
de zaak zoo op dat er tot de aanhouding
werd overgegaan van den E. H. Santol,
een priester welke zich met ouverdroten
iever gansch heeft toegewijd aan de ont
wikkeling der werken vaD liefdadigheid
en vooral het beschermen van arme ver
latene weezen.
Natuurlijk sprongen de geusche hel
honden van alle ras uit hun hok om tegen
de cath. Geestelijkheid iu te vliegen en
door hun gebas de zaak als een monster
achtig schelmstuk voor te stellen.
En nog meer het Gereeht liet zich door
zgnen antiklerikalen iever meèslepen.
't Is ongehoord welke marteling dG onder
zoeksrechter den E. H Santol deed
lijden, tot welke walgelijke middelen hij
zijne toevlucht nam om toch eenige be
zwarende getuigenissen tegen hem te ver
krijgen.
Ziende dat hij zijn doel niet bereiken
kon, dat hij niets ontdekte wat hij ook
beproefde, riep hij toornig uit «Wij zul
len gansch Frankrijk onderhooren. En
inderdaad meer dan 3000 jongelingen
werden onderhoord op de arglistigste
wijze.
En wat was de uitslag van dat reus
achtig onderzoek?
Negen getuigen beschuldigden den E.
H. Santol, waarvan 6 later hunne ver
klaringen herriepen of bekenden dat ze
E M A R L I T T.
(NA VERTELD).
gelogen hadden, één nam de vlucht en de
twee overigen waren eenvoudig lasteraars
en geldafpersers.
Ook wanneer de beschuldigde voor zijne
rechters verscheen, werd hij onder de
toejuichingen der aanwezigen vrijge
sproken.
Een hooge bedienaar der politie
wenschte hem de band drukkende geluk
onder de verklaring Eerw. Heer, uwe
zaak is ongehoord en zal later ongelooflijk
schijnen.
En inderdaad ongelooflijk zal het schij
nen dat de liberale schrijvers, die bewe
ren beschaafd en wel opgevoed te zijn,
zich tot dus verre door godsdiensthaat
lieten vervoeren om eerlooze beschuldi
gingen te verspreidon en te verzwaren
door allerlei beschouwingen, zonder het
geringste bewijs te kunnen bijbrengen der
plichtigheid van den beschuldigde.
Maar zie, wanneer de beschuldigde het
geestelijk kleed draagt, worden die schrij-
velaars door hunnen haat met blindheid
en waanzin geslagen die hun alle besef
van omzichtigheid en rechtveerdigheid
ontrukt.
En dan boffen die mannen gedurig over
hunne eerlijkheid en deftigheid I.... Wat
eerloosheid l
't Is Bamis
't Is Bamis weer en winter wordt het weder
Ten lande laat de neest'ge nachtegaal
Zijn lachend lied meer door de luchten loren,
Verhuisd is hij naar warmer woonste...Schraal
En schril klinkt nu 't gekraB der zwarte
[kraaien
Door 't vale veld 't is woedend winter weer
In rouw gedompeld staat de beuk en kreunend
Och arm, vallen al zyn' blaren neer.
Het regent koude en kille drnpplen buiten!...
Verwilderd huilt de noorder wind en doot
De ruitjes in hun loode staafjeB ronken,
Uit 't knettrend heerdvuur springt, met los-
[sen voet,
Een zwijgend, zwart en reuzig spokenleger
Dat golvend langs de muren henenrolt,
Wen,van zijn rustmat woedend opgesprongen,
De trouwe hond het dreigend tegengrolt....
Het avondt vroeg Ten huize wordt de lampe
Al vroeg door moeder aangestoken... Daar
Herneemt het spinnewiel zijn Bnoevend snor-
[ren,
Wen, 't kleine knaapje gapend luistert, naar
Het vroom en vreemd vertelselken van vader,
Die 't ventje nader trekt als op en neer,
Do noorderwind in wilde woede opgevaren
Het heerdvuur spatten doet t Is Bamis
[weer
20 October 1900. R. MksjlRd.
En tnrwijl zij op den dorpel stond, omge
ven door de aandringende kinderen, en half
lachend, half berispend de orde bewaarde,
slurpte juffrouw Griebel nadenkend den gond-
kleurigen drank uit haar glas, en de slimme
knippende oogen hingen aan het meisjedie
vlngge handen waren niet weinig door de zon
verbrand en de donkere kleur stak verbazend
af bij de witte neteldocksche mouwen. Aan
den hals, onder den kanten kraag, hing een
glinsterend goudsterend goudstuk en het
Bchoone gelaat, ja, zij had er al eens van ge
zegd, dat men lang kon zoeken eer men zoo'n
gezicht vond. Maar na zegde zy niets, vol-
'trekt niets zij klonk slechts met M. Markus
op den schat, dien hy gevonden had, en
vond dat, zooals hy de zaak beschouwde, hij
inderdaad een gelukskind was en zich niet
verrekend had.
En toen zij later met het bruidspaar op de
bovenverdieping was, Agnes op de koepelki
mer wenschte te zien, wees zy op de beeltenis
de overleden opperhoutveBterin en zegde
geheimzinnig Bruidje, dat was zijne eerste
liefde in het Hertenveld, onze jonge heer was
zeer ingenomen van dien lieven geschilderden
kroeskop de vlaskleurige lokken hadden
het hem gedaan,
- De vlaslokken het minst, weerde juf
vrouw 1 sprak de landheer lachende. Neen,
eerst nadat ik eeuen oogslag in het leven
dezer zeldzame vrouw geslagen had, maakte
deze beeltenis een diepen indrnk op my, her
vatte hy, zich tot Agnea wendende, op era-
8tigen toon. Zoo teeder en beminnelijk,
oegensohijnlijk eene zwakke vronw, en toch
zoo vol kracht Deze verwonderlijke ver
ging van karaktertrekken openbaarde zich
hier het eerst voor mij cn heeft er mij toe ge
bracht, u te verstaan, te waardeeren, Agnes.
Het jonge meisje, dat hij bij deze woorden
teeder tot zich trok, was bij het leven der
oude vriendin nooit in het hoerenhuis ge
weest de eigenares van het goed hield er
niet van, dat op zulk eene wijze hare een
zaamheid verstoord werd, maar zij zelve was
dikwijls genoeg op Gelsungen geweest, waar
zij gelegenheid gehad had, Agnes Franz te
te leeren kennen en oogachten. De onde
dame had ook daar gebotaniseerd, en op deze
zwerftochten door bosch en veld had Agues
haar steeds vergezeld.
De mannen der groote Fransche revo
lutie haddeD zich ten taak gesteld de
Zondagrust en de heiliging van den Zou-
dag te doen vergeten door alle 10 dagen
slechts een rustdag te bepalen. Al wat
aan het christendom herianerde, moest
plaats maken voor iets nieuws. De jaar
telling der l,te republiek zou niet op den
dag van de besnijdenis onzes Heeren be
ginnen, maar bij de herfstnachtevening,
c at is in den nacht van den 21 op den 22
September 1792. En men schreef Primidi
de Vendémiaire, an I. Eerste dag der
wijnoogstmaand van het jaar I.
Het jaar bestond uit 12 maanden van
30 dagen. Tot volmaking der aan 365 of
366 ontbrekende dagen zouden 5 of 6
jours complémentaires (aanvullingsdagen)
dienen. Deze 5 of 6 dagen ook wel sanscu
lottides genoemd, naar de sansculottes
(broekeloozen of teugellooze aanhangers
der volkspartij) waren aan de godin der
rede (eene vuige deerne) gewijd. De 1® dag
heette het feest van het genie, de 2d® van
den arbeid, de 3d# der daden, de 4de der
belooningen en de 5d® der meening.
Napoleon I maakte bij decreet van den
9 September 1805 een einde aan den re-
jublikeinschen kalander, die nog geen 13
aar mocht beleven? en op 'den 1 Januari
1806 werd iu heel Frankryk weer de
Gregoriaansche tijdrekening gevolgd. De
christelijke Zondagrust, dagteekeneude
vau de eorste tijden der apostelen, werd
weer in eere hersteld.
De voorschriften der wereldlijke over
heid omtrent de verplichte viering van
den Zondag als rustdag met de verplich
ting geen slaaflijken arbeid te verrichten,
dan die volstrekt noodzakelijk is, dagtce-
kent reeds van 321 toen keizer Constan-
tinus hel bevel uitvaardigde, dat op de
Zondagen geeue rechtsverhandelingeu en
;een openlijke dagarbeid mochten plaats
lebben. Een later keizerlijk bevel van
425 verbood ook opvoeringen van
tooneelvoorstelliDgen.
Zelfs de hervormers drongen er op aan,
dat de heiliging van den Zondag, die toen
veel te wenschen overliet, door strengen
wetgevende maatregelen zou gehandhaafd
worden.
Het liberalism, dat evenals het socia
lism en zelfs het anarchism van de daken
verkondigt enkel het welzijn van het volk
te beoogen, is oorzaak, dat de Zondagrust
in zeer veel streken niet wordt nageleefd.
En zoo komt het, dat de werkman in veel
slechter conditie verkeert dan vroeger de
slaven, die op den 7den dag konden rus
ten. De arbeider zonder Zondagrust is er
dikwijls slechter aau toe dan de lastdie
ren.
Hnn toch wordt rust gegund, opdat zij
niet voor hun tijd zouden versleten zijn.
Ter wille van de baat- en hebzucht van
godsdienst- en gewetenlooze schraapzuch-
tigen moest aan den mensch geweigerd
worden, wat men voor het behoud der
lastdieren noodzakelijk acht. Dat de rust
op den Sabbath, later de Zondag, van
goddelijken oorsprong is, laat geen twijfel
over. In alle landen en in de oudste tijden
vinden wij een rustdag in de week.
Ik heb de rustdagen gegeven, zegt de
Heer aan Ezechiël, om te dienen tusschen
Mij on hen, en om hun te leeren, dat ik
ben de Heer, die hen aan mijnen dienst
heb verbonden. De Sabbathviering be
hoorde bij de joden tot de dogma's en de
schending werd met den dood gestraft.
Telkens als de joden ontrouw waren aan
de Sabbathwet, waren zij ook ontrouw
aau andere.
Opmerkelijk is het, dat in beide meest
vrije hmden der wereld, namelijk in de
Vereenigde-Scaten van Noord-Amerika
en iu Engeland de viering van den Zondag
met den meesten iever in eere wordt ge
houden. In de Vereenigde-Staten en in
Engeland staat op Zondag elk openbaar
verkeer stil, elke luidruchtige vermake
lijkheid en het piaoospel in do huizen
wordt tot de verbodone gerekend en het
dansen is niet geoorloofd.
In de laatste jaren wordt alom meer
voor Zondagrust in alle kringen geieverd.
Men begint te begrijpen, dat de Zondag
rust, vooral voor den arbeidsman en de
volksklasse, de winkelbedienden, enz. tot
een merkwaardig bestaan behoort.
In sommige steden van België, zooals
Aalst, Antwerpen, enz. zyn de apothekers
overeeugekomen, voortaan op Zondagen
van 13 tot 24 ure huuue apothèken ge
sloten te houden. Slechts een enkele zal
dan voor zeer dringende gevallen geopend
zijn. In de dagbladen zal aan het publiek
bekend gemaakt worden, welke. De ver
keerde baatzucht en het slecht begrepen
oigenbelang zijn oorzaak, dat niet alle ne
ringdoenden dit goede voorbeeld, op de
vele plaatsen gegeven, overal volgen. Af
gezien van het kerkelijk gebod en den
ioogst eerbiedwaardigen oorsprong der
Zondagrust, ware het te wenschen, dat
men overal tot dit voorvaderlijk gebruik
terugkeerde. De maatschappelijke wel
stand zou er niet door lyden, maar inte
gendeel er door bevorderd worden. Noch
de Israëlieten, noch de Engelschen, noch
de bewoners der Vereenigde-Staten bena
deelen zich door de strenge naleving der
wet op de Zondagrust. (Gr. Ct.)
LandbouwopteUing. De Moni-
teur bevat het konmklyk besluit, rege
lende de jaarlyksche optelling, zoo als
die voor landbouwministerie besloten is.
Het meisje zag nu aangedaan, met vochtige
oogen, in de kamer rond, wier wanden alle
studiën gezien hadden van een eenzaam vrou
wenhart, van den eersten wilden smartkreet
af tot de zwijgende onderwerping toe. Tot
hiertoe had zij slechts in 't voorbijgaan met
eerbiedigen Bchroom naar de koepel kamer
opgezien, nn mocht zy er binnentreden en
het gezellige vertrek zou het hare zyn, tot de
geliefde man kwam, om haar naar huis te ge
leiden.
Ja, by het leven van mevronw de op-
perhoutveeterin was de koepelkamer net eene
pronkkas, vol bloeiende reseda en alpen-
viooltjes, en tegen kerstmis waren er lelies
van dalen en talpen op de vensterbanken,
zoo schoon als in dezelfde broeikas, zegde
juffrouw Griebel. Ja, onze oude dame had
iets bijzonder over zich, zij was poëzie in per
soon, zegde mijn Louisje altijd. Maar dit
nam niet weg, dat zij vastberaden en prak
tisch was, zoo goed als iemand, het noodzake.
lijke en nattige kwam altijd in de eerste
plaats van plooien en draaien was nooit
sprake... Maar, wat ik zeggen wilde, M.
Markus, veel sprongen kannen uwe gasten
hier boven niet maken het is er al te be
krompen.
Mijn weerde juffrouw Griebel, gy doet
mij schrikken want ik wilde juist een i
wen gast aanmelden de zoon van
schoot ia gekomen.
Tijdstip van rt planten der fruit-
boomen. Ontplanting en plan
ting. Men kan met goeden uitslag de
boomen planten gedurende zes maanden
van 't jaar van het vallen der bladeren
tot aan den terugkeer van bet nieuwe
leven of groei, of in andere woorden van
October tot April.
Het is gedurende deze zes maanden
vau rust voor de boomen, dat zij niet
lijden vau de verplanting, noch van de
verzendingen die men enkel by vorst zal
onderbreken.
Sedert jaren hebben wij bestatigd dat
de vroegste plantingen October, No
vember en December ons voor het herne
men van den groei, de ontwikkeling van
het volgende jaar en voor verderen leef
tijd de beste uitslagen hebben gegeven.
Ontplanting. Zonder te moeilijk te
wezen zeggen wij, dat deze bewerking
van den werkman eene bijzondere aan
dacht, een buitengewonen eerbied eischt
voor al de wortelen van den boom. Alge
meen besteedt men aan het uitdoen der
boomen te weinig zorgen. Men beeldt zich
te dikwijls in, dat het groot ontwikkeld
wortelgestel overtollige organen zijn die
men zoo maar vrij met de spado mag
doorsteken en in den grond laten.
Zulke ontplanting mag wel wortelont-
rukking genoemd worden. De wortelen
moeten zorgelijk uit den grond komen om
goed te kuDnen beplant worden.
Planting. - Op de eigenlijke planting
kan ook niet genoeg gedrukt worden op
dat dezelve ia de beste voorwaarden ge
schiede.
Het is inderdaad van de nauwkeurigste
ilanting dat de gansch gewenschte toe-
tomst van den boom afhangt. Het is dus
van allergrootst belang, dat werk van
ervaren, vertrouwde personen te laten
doen, zoo de eigdnaar het zelf niet kan
doen.
Om eene uitgestrekte beplanting te
doen,is het noodig de gansche uitgestrekt
heid des gronds om te putten op 60-70-80
centimeters of tot op 1 meter ten einde
zooveel mogelijk de ontwikkeling en de
vermenigvuldiging der wortelen te bevoor-
deelen. Terzelfdertyd zal men de mesten
uitwerken en den grond van groote stee-
Den, wortels en ontkruidwortels zuiveren.
Wil men niet gansch diep omwerken dan
zal men ten minste op de ryen waar men
zal planten, op de gansche lengte der
rijen, op 2 meters breedte den grond
omwerken.
Is zulks nog te veel dan make men
patten van ten minste eenen vierkanten
meter op 60-70- a 80 cm. diepte naar ge
lang de grondsoort, waarin men van
Wat zegt gij Uit het gondland
Dezelfde. En by is ziek geweest en moet
hier op zyn verhaal komen. En ik zelf blyf
natuurlijk ook hier, zoo lang ik kan gij
most raad schaffen.
Nu, dat zal zich wel schikken. U logeer
ik beneden in mijne huiskamer, en hier bo
ven... na, laat dat maar aan mij, over.
In het bosohwachtershuis hingen reeds
eenige dagen de blanwe rolgordijnen niet
meer voor de vensters en de jeugd van Tilro-
da, die thans meer dan ooit door een ryken
beziënoogst iu het boBch gelokt werd, zag het
jonge paar dagelijks bij den boschwachter op
bezoek gaan, De zieke nam in beterscgap toe.
In den beginne was hy zeer neerslachtig ge
weest hij had gehoopt, den heer van het
good, die hem in zulk een hopeloozen toestand
gezien had, niet verder te onsmoeten ja,
nog in zijne laatste heldere oogen blikken
voor de uitbreking zyner ziekte had hij
Agnes en den boschwachter dringend ver
zocht. met geen woord zijne aanwezigheid te
verraden, hy wilde voor de bewoners van het
goed niet bestaan... Maar nu kwam de knap
pe man dag aan dag aan zijn bed en hielp
hem verplegen. En de broederlijk hartelijke
toon, dien hij aansloeg, nam eindelijk het
diep vernederend gevoel, dat den terugge
keerde vervulde, weg. Maar nieuw bezielend
werkte vooral op hem de meedeeling.
dat de pashthoeve zijn eigendom zou
worden. Van dezen dag af richtte zijne
gebogen gestalte zich op zyne geestelijke
veerkracht was hersteld, zijn wilskracht te
ruggekeerd.
Dit was een gedeelte van de taak, dat de
heer Markus van de schouders zijner geliefde
en op de zijne genomen had het andere, dat
op de pachthoeve volbracht moest worden,
bezorgde hem meer hoofdbrekens de schout
liet zich zijn geloof aan de Californisohe rijk
dommen niet ontnemen. Hy had voor iederen
uitgesproken twijfel een schamperen lach, en
zijne bijtende replieken lieten doorscheme
ren, dat hij nijd en wangunst, by de twijfe
laars veronderstelde. Maar toen hem de heer
Markus, op den dag dat de jonge Franz aan
zijnen arm voor het eerst een luchtje schep
te, meedeelde dat een brief van zynen zoon
diens onden speelkameraad, den bosch
wachter, gekomen was, werd de onde heer
stil, de pochhans kon nn niet meer zyn
voordeel doen met het jaren lange zwijgen
van zijn pracht van een jongen. n Met iede
ren dag nadert de vermeende terugkeer van
zijnen zoon al meer en meer en werd het aan
de ouders al duidelijker gemaakt, dat hij niets
meebracht dan een hart vol trouwe kinder
liefde en den vasten wil em voor de zijnen te
arbeiden. Ook hier werd de meedeeling van
de erfenis der onde vriendin tot een genezen-
den balsem.
Wordt voortgezet.