Zondag 28 October 1900 5 centiemen per nummer. 53 Jaar 3313 SIJVIMIEimilOOL Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Uit de Chronijcke DE GIFTMENGSTER. REDEVOERING Sodanitraat in den Herfst DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Lands Cuique 8uum. Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiteriijk legen deD dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 27 October 1900. der ezelarijen, alias de Volkszeover Wy lezen daarin 't Is een artikel van 't programma. Wij vragen de leer plicht met vrijheid aan d'huisvaders. Een onwetend mensch is een vreemdeling in een stad, bij kent er den weg niet.» Juist alsof de menschen nu A noch 6 kennen omdat de vrijheid van leeren bestaat. Vryheid zal hier doen wat elders dwang niet in staat is. Zij hebben in Frankrijk den leerplicht is het daar beter Hebben zy daar de vrije keus Ja, hoor eens hoe de geuzen en socios dien vrijen keus eerbiedigen De meier van Limoges heeft hot volgend besluit genomen Voortaan kunnen slechts de leerlin gen uit de Staatsscholen eene plaats op het gemeentehuis bekomen. Is dat de vrijheid Bestond de leerplicht met vrije keus onder het beheer der catholieken, de blauwen en rooden zullen den vryen keus ras deu dieperik inwerpen. Ouders, laat de prooi niet los voor de schaduw. De schooldwang zal u veld tranen kosteu. Onderwijst u maar houdt aan uwe vryheid. De Volkszeever raaskalt nog Alle bewuste socialist moet vrijden ker zyn, zegt Vandervelde. Eu met die vrijdenkers willen de Roe- landers eene partij vormen. Wanneer staat de man op, vragen zy, die over het vaandel der partijen het banier van het werkvolk ontrolt En die kerels zeggen dat zy alleen den Godsdienst redden zullen en ods werk volk houden uit de klauwen der rooden. Dwaasheid 1 ellendige kwakzalverij. En te Aalst om hun coöperatief te wettigen zeggen zy Het is om het werk volk van het socialism weg te houden want als zy hun brood by de socios nemen worden zy eindelijk socialist. Maar als zy met de socios iu optochtjes gedurig meèloopen zullen zy dan geen socialist worden Knoopt dat aaneen. Wy zeggen verder Alle bewuste geus moet vrydenker zyn. Dat is noodlottig. Welnu, hebben die fameuze groenen niet getuigend dat de liberalen nog goede christenen waren Is dat nu geen flauwe zeever en wat moogt ge verwachten van lieden die heden wit, morgen zwart zeggen. Werklieden, opgepast laat u niet beet nemen. Gy zoudt bet u te laat beklagen. Leert uwe vrienden kennen aan hunne werken en wie uwe belangen ter herte neemt en dat ia alleen de Oatholieke Partij. 39* VERVOLG. «O, ach vergeef my Gij schjjnt de grootte van uw misdrijf niet in te zien, dat wellicht zonder voorbeeld is. Gy hebt uwe medeplichtige meer aange klaagd, dan u zelf en toch, deze vrouw was het werktuig, maar gy de aanlaidende oor zaak der misdaad. Neen ik zweer het u 1 Het kan zyn maar zonder u zon ze de misdaad nooit begaan hebben. Zij was immers niet in haar belang zy wenschte wel de mis daad, dooh het ontbrak haar aan moed. Gy verscheent, en het moederhart wil weer alles goed maken, wat zij vroeger aan u misdreven had. Zy koestert slechts een wensch, namelijk haar zoon te bevredigen, hem ryk en geluk kig te zien. De zoon behoeft haar slechts te toonen waar hij meent het geluk te vinden en zij is bereid, hem den weg te banen en hem te volgen. Hij is bedorven genoeg en zegt Dat moet ik hebben. En de moeder ant woordt Door eenen moord kan het verkre gen worden, Zoo zy het, spreekt A A L H X SCHOOLJAAR 1900-1901. VERSLAG van den Schrijver. Aanwezig Mr De Naetee, Voorzitter Van De Velde Al., Moens Eug., E. de Cocqtjéaf en Schepen De Hebt. MIJN HEEREN, Als inleiding aan dit verslag over het derde jaar bestaan onzer Stedelijke Nijverheidsschool, heb ik helaas I reed3 eene rouwplicht te vervullen, en in uwe gemoederen de gedachtenis terug te roe pen van een achtbaar Lid der Bestuur lijke Commissie M. Jan D'Haese, wiens afsterven voor onze Nijverheids school een overgroot verlies is. De achtbare nijveraar M. J.D'Haese- Blommaert, werd, bij Ministerieel Be sluit van 25 Juni 1898, aangesteld als Lid der Bestuurlijke Commissie. Hoezeer de vrome man de Dieuwe inrichting ge negen was, blykt uit de verslagen der zittingen van do Bestuurlijke Commissie waar Hij, ondanks drukke bezigheden en eene kwynende gezondheid, regelmatig aanwezig was en door zijnen wijzen raad den goeden vooruitgang der School wist te bevorderen. De achtbare man mag als voorbeeld aan onze jeugdige leerlingen worden voorgesteld. Zijne levensbaan is een schitterend bewijs van 't geen wys beleg en vooruitzicht, gepaard met wilskracht eo hardnekkig streven, op 't gebied van Nijverheid vermogen. Zyne gedachtenis, Mijnheeren, zal bij ons allen Leden der Bestuurlijke Com missie eu Leerlingen der Nijverheids school in booge zegening blijven, zijne reine en vrome ziel weze als een schuts engel voor de Nijverheidsschool van Aalst. Ik moet bier tevens hulde brengen aau ons Gemeentebestuur en de Bestuurlijke Commissie der Nijverheidsschool, om de groeiende bezorgdheid voor onze begin nende Inrichting ea de edelmoedige pogingen dit jaar gedaan ten einde de Nijverheidsschool op de hoogte te bren gen welke zy bereiken moet. Aldus zagen wij dit jaar de leemten invullen welke in het onderwijzend Per soneel bestonden en benevens de reeds genoemde LeerarenE. H. Van Den Abbeele eu ilr Van Haver zijn in 1899- 1900 in dienst getreden M' Adolf De Munter als Leeraar van de voorberei dende afJeeling. Mr De Waele Ben. Leeraar van Natuur kundige Wetenschappen in 1* eu 2* stu diejaar. Mr Lieven De Latbauwer, gediplo meerde leerling en laureaat der Nijver heidsschool vau Gent, als leeraar van Werktuigkunde van Spin- en Weef kunde. Eindelijk Mr Camiel De Langhe, ge tuigschriftdrager van den leergang van Electriciteit der Nijverheidsschool van hij en verschaft het gift. Laaghartiger dan de vrouw die zich voor hem opoffert, handelt hy in hare schaduw. Gelukt het boos opzet, dan plukt hij de vruchten er van voor hem het aanzien, voor hem het fortuin, voor hem de beminnenswaardige vrouw, de ryke erfge name... n Mijn vader «En voor haar, de giftmengster niets, in 't geheel niets, niet eens het gastvrije dak, waaronder zij meende te blijven wonen. Zy wordt door hem, dien zij als haren zoon be schouwt en voor wien zij haar leven op 't spel gezet heeft, met meer hardheid behandeld, dan een vreemde zoo vermocht hebben. «O, indien gij wist wat ik door die vronw geleden heb 1 Zonder haar zou ik geen misdadiger geworden zyn Gy waart het, eer gy haar kendet u Ja, maar voor my scheen zy de schim van den man te zyn, die wy samen vermoord hadden. Ik kon haar niet zien, zonder te sid deren. Elk woord, dat zij sprak, scheen voor mij een doodvonnis te zijn. Daarom waren de bewijzen van teederheid, waarmede zij my overlaadde, mij des te ondraaglijker. Zy noemde mij haren zoon en verheugde zich ik verachtte en gevoelde eenen doode- lijken haat tegen haar. Ware ik gedwongen geworden, haar langer voor my te zien, ik Gent, als Leeraar van ditzelfde vak in de Zoodaglessen die voornamelijk eenen welverdienden bijval genoten. Wy bekennen met genoegen, Mijn heeren, dat al deze Heeren met volkomen lofweerdigen, iever en deskunde hunne taak hebben volbracht en de achting en genegenheid der Leerlingen door hunne belangwekkende lessen en vrome handel wijze weldra hebben verworven. Wij mee- nen de Nijverheidsschool en de Besturen die er belang in hebben, ja,de Stad Aalst, over dien keus geluk te mogen wenschen. Voor wat de bevolking betreft, Mijn heeren,zal wellicht iemand die de waarde eener school op 't enkel cijfer der leer lingen schat, eeneu achteruitgang besta- tigen. Wy tellen enkel voor 1899-1900, zeven en zestig leerlingen tegen 96 in 't vroeger jaar, maar laat ons algauw bekennen dat wij nu de hoedanigheid hebben en dat het bijblijvende leerlingen zijn, vastbe raden te volherden tot bet einde. Wij be- statigeD, Mijubeeren, bij onze leerlingen de ware zucht naar wetenschap en gretig heid naar studie en vordering. Overigens de studiëu der Nyverheidsschool zijn in 't bereik niet van gewone leerÜDgeD, enkel deze die goed begaafd zijn en wils kracht bezitten kunnen de verscbiltige vakken soms met vermoeieuden dagarbeid samen opdrijven. Aldus moeten wij sommige leerlingen noemen die waarlyk in oppassendheid en regelmatigheid voorbeeldig geweest zijn, ondanks afstand en guur weder. Derge lijke manueu zullen vruchten plukken, hopen wij, voor ouverpoosden iever en hardnekkig aanhouden. Hun voorbeeld zal anderen wekken. Ook zien wij met betrouwen het derde schooljaar te gemoet. OuzeOudleerlingeD, wij hebben er de overtuiging van, zullen ods allen getrouw blijven en het getal nieuwe inschrijvingen is aanzienlijk. Al dus zal weldra het Nijverheidsonderwijs in ons duurbaar Aalst iu eere komen en voor de familiën en de plaatselijke Nijver heidstakken de geweusebte vruchten af werpen. De Schrijver, H. Van der Schueren. van den Heer Doctor De Naeyer, Voorzitter der bestuurlijke Commissie der Nijverheidsschool, ter gelegenheid der prijsuitreiking, Zondag 14 October1900 Mijnheer de Schepene van onderwijs, Mijnheeren, geachte Leerlingen, Ter gelegenheid ran de prijsuitreiking aan de leerlingeu onzer Nijverheidsschool is het mijne plicht, als Voorzitter der besturende Commissie, aan deze vergadering eenige woorden toe te sturen. In naam der Commissie, der HEI. Leeraren en Leerlingen, zal ik vooreerst onzen acht baren Heer Burgemeester en al de Leden van den Gemeenteraad bedanken voor hot goed- jonstig belang dat zij de Nijverheidsschool toedragen en voor de ondersteuning die, door hen toedoen, uit de Stadskas, aan onze zoo nnttige inrichting toekomt. zou haar met eigen hand gedood hebben zoo zeer was zij voor mij een voorwerp van af schuw. Keerde na haar vertrek de ruat in uwe ziel terug n Neen. Toen ik aan mij zelf overgela ten was leed ik nog meer. Mijne medeplich tige was weg, maar de dochter van het slach toffer bleef nog bij my. O, ik kan de kwellin gen, de tranen, de woede, de wroegingen niet beschrijven, die ik leed in de nabijheid van het beminde wezen voor deze beefde ik, want ik meende, dat ze de misdaad op mijn voorhoofd kon lezeH. O, eeuwige rechter Vreeselijke rechthank Lachenal voelde eensklaps hevige pij i in de borst en hartkloppingen. Nu eerst herin nerde hij zich het gift, dat hij een uur gele den ingenomen had. Doch ik heb mij zelf gevonnisd riep hij uit, en myne laatste straf is niet verre. Hebt gy u vergiftigd vroeg de monnik. Ja, ik heb het werktuig mijner mis daad tegen my zelf gericht. En noemt gij dat uwe laatste straf Weer eene misdaad Rampzalige, weet ge, wat gij gedaan hebt. «ik liet my gerechtigheid wedervare».» Denkt gij dat Luister dan Eene Ik stuur hun ook de beste gelukwenschen onzer Commissie, omdat al deze Heeren zoo goed de belangrijkheid waardeereu van het werk dat in onze Nijverheidsschool verricht wordt, omdat zij|alzon, zoo innig de toekomst onzer werkzame volksklas weten ter harte te nemen. Mijne gelukwenschen zijn ook gestuurd tot de HM. Leeraren onzer School voor de voortreffelijkheid van het onderwijs dat zij geven, voorde zelfsopoffering met dewelke zij zioh op het uitoefenen hunner taak toeleggen en voor den belangrijken uitslag dat hun werk reeds op dees geringo tijdsverloop bekomen heeft. Onze vlijtige Leerlingen verdienen ook gelukgewenscht te worden in deze omstan digheid en bijzonderlijk dezen die,door hunne uitmuntendheid, binnen weinige oogenblik- ken, zullen bekroond worden. Inderdaad de Leerliugen die bnnne natuurlijke begaafd heden weten zoodanig te beoefenen dat ze boven bnnne medeleerlingen door hnnne be vordering uitschijnen en nog veel meer dezen dié, door taaie vlyt en leerzaamheid, met gewone middelen goede leervruchten weten voort te brengen verdienen allen lof en be wondering. Nogthans zou ik niet eenen omer Leerlin gen durven sluiten uit de gelukwenschen die ik hier toestuur, omdat zij allen, zooveel zij zijn, het nut, de noodzakelijkheid van het vakonderwijs zoowel hebben begrepen.dat zij niet geaarzeld hebben huuüe ledige oogen- blikken, hunne welverdiende rust, ja zelfs, een deel van hunne werknren aan hunne on derrichting te besteden. Terwijl ongelukkig lijk er zoovele jongelingen zyn, die het voor deel die hen hier aangeboden wordt geenszins waaidèeren. Deze verspillen liever hunnen kostbaren tijd aan beuzelingen, ze zien gee- nen stap vooruit in hunne toekomst, en dik wijls, terwijl ze hier zouden kunnen leeren wat hun eene eerzame broodwinning en eenen deftigen welstand zou verschaffen, loopen ze liever in een vroegtijdig verderf en in hun eeuwig ongeluk. Integendeel hoe troostelyk is niet het aan schouwen van deze leerzame en vlijtige schaar, die ons toont dat ze zoowel begrijpt wat er op onze dagen dient gedaan te worden om op de hoogte van den vooruitgang te komen en vnder de werkzame volkeren eene eerzame en welstellende plaats te bekleeden. De tijden ziju immers niet meer zooals ze waren jaren voorheen de vooruitgang laDgs alle kanten en in alle vakken is zoo verbazend groot, dat binnen weinige jaren, de welon derrichte en de bekwame vakmannen alleen in de werkbuizen en nijverheden nog eene winstgevende plaats zullen kunnen beklee den. Men ziet hedendaags nog wel in ons Land, den eenen of den andereu vernuftigen werkman, door zijne oplettendheid en het practisch beoefenen van buitengewone na tuurlijke begaafdheden, zonder studiën,op de hoogte van zijn vak geraakt maar dit zyn enkele uitzonderingen, eu wellicht zullen deze uitzonderingen in eene nabye toekomst gausch verdwyneu want den overvloed van geleerde en bekwame vakmannen zullen, vau andere kanten, gelijk het nu hier reeds meer maals gebeurt, het winstgevend werk komen veroveren. Maar, wilt het wel bemerken, Myne Heeren, het vakouderricht is niet alleenlijk noodzakelijk voor het vormen van voortref felijke voorwerkers en meestergasten, het is allernoodzakelijkst aan den eenvoudigen werkman. Een brandend en gedurig besproken vraag stuk in den werkmansstauu is de kwestie der dagloonen. Wat moeilijkheden en klachten, mistroostheid en verbittering, twisten en i oploopen heeft de kwestie der werkloouen niet al verwekt en dit zooveel te meer dat, op onze dagen, eenen ongelukkigen toestand, dikwijls zoo scbandiglijk als hardnekkig, wordt uitgebuit door slimmerikken van ver- schillige politieke kleur, die liever met pen en tong als met bunne banden arbeidfen Het Nijverheidsonderricht is in veel nau wer betrek met de kwestie der dagloonen als dit wel oppervlakkig kan voorkomen. Een voorbeeld, onder menigvuldige andere, zal ons deze waarheid tastbaar maken. In het vak der weverij, bestaat er eene oneindige menig vuldigheid van voortbrengselen. Onder deze produkten zyn er die zeer gemakkelijk zijn om maken, bet zijn namelijk alle de geweef- sels die men platwerk noemt en men mag er zelfs nog het gekruist werk bijvoegen. Het weven dezer stoffen is gemakkelijk om aan- leeren, en deze die zeggen dat de wevers veel eer in de fabrieken dan in eene Nyverheids school bun vak moeten leeren, kunnen bier weieenig gelijk hebben, want in dit vak vindt men zeer behendige en handzame werk lieden die nooit elders dan in bet werkhuis geweest zijn. Maar hieruit volgt, dat de platwevers on eindig groot zijn in getal; men vindt ze schier overal. Ook bestaat er op hunne voortbrengst eene algemeens en hevige concurrentie. Men neme als voorbeeld de geweefanls als lijnwa den, katoenen, emballagiën enz. ze worden overal gemaakt, en dan ook aan spotprijzen verkocht. Er zijn geweefsels in dezen aard die aan den fubricant nog geen centiem, geen 1/2 centiem winst per vierkante meter overlaten. En daaraan kunt gij afmeten, Mijne Hee ren, hoe de werkloouen het stellen in dusda nige werkhuizen. De onverbiddelijke concur rentie verplicht deu voortbrenger streng af te rekeuen met deu prys der grondstoffen langs den eenen kant, en langs den anderen met den verkoopprijs, welke hij, voortbren ger, onmogelijk kun verboogen en tusschen ueze wederzijdsche pressing wordt de werk loon onmeedoogeud verpletterd. En wie kan het verhelpen Volstrekt niemand. Er staat hier enkel te kiezen tusschen te werken gelijk men kan of niet te werken. De karigheid van het loon heeft voor on vermijdelijk gevolg de armoede der werk mansklas, en zoo komt het dat de geldmid delen eener stad, al zijn deze middelen soms ook belangrijk, grooteu deels tot onderstand der armen moet besteed worden. Gelukkiglijk, Mijne Ileeren, de weverij vervaardigt ook andere stoffen, van meerdere waarde, ja zelfs stoffen die zeer kostelijk zijn, en groote wiusten afwerpen. Maar het voort brengen dezer stoffen is het werk van den onkundigen werkman niet. Dit vak behoeft onderwijs en studie, hier wordt een degelijk vakonderricht onontbeerlyk; de Nijverheids school wordt hier de eunige voedstermoeder die hare kweelingen in eenen voortreffelijken welstand opkweeken kan. Ook ziet men dat de voortbrengst dezer winstgevende stoffen, beperkt is bij sommige centers in wier mid den de Nyverheidsschool staat als de lichtge vende fakkel, die den werkman op de baan van den winstgevenden arbeid voorlicht. Wel is waar het onderhonden van deze fakkel is kostelijk, maar men vergete het nooithet geld dat daaraan besteed is.wordt daarneven in bet Bureel vau weldadigheid tien dubbel gespaard want iu het algemeen, deze bevolking is welstellend. Nu, gelyk het gesteld is met de weverij, zoo ook gaat het in de andere vakken van de werkzaamheid des monsohdoms. Men moet op de hoogte van den tijd komen, men moet zich op de hoogte van den tijd houden daarom vereieoht men vlijtigheid, leerzucht vau de persoon is onschuldig vervolgd geworden, Komt zij terng na maanden of jaren, als gy niet meer zijt, dan zal zy de straf ondergaan, en haar onschuldig hoofd vallen op het scha- 1 vot in plaats van het uwe. n O God I Luister verder. Morgen, als gij dood zult zyn, strooit men wellicht dezelfde ge ruchten uit over uw slachtoffer. Men zal zeggeo, de dood was niet natuurlijk men zal uw lijk onderzoeken en bevinden, dat gij aan vergiit gestorven zyt, Ziet gij in den geest wat er gebeuren zal? Er zal iemand aangeklaagden veroor deeld worden, De monnik sprak met beven de stem en ging voortZiet gij, hoe wel licht uwe echtgenoote ter dood veroordeeld wordt, omdat zij hem vermoordde, die haar eigen vader ombracht «O God, myn God En uw zoon 1 Hebt gy ook aan hem gedacht Wat ia er aan te doen Wat kan ik doen Ik heb van het vergift uit dat fleschje genomen reeds twee unr geleden. Er is geene hoop meer. En zich "enBklaps in het bed oprichtende, riep hij Eene pen, vlug opdat ik schrijve, dat ik door eigen hand schrijve, dat ik myne misdaad voor hemel en aarde bokenne. De Dominikaner zag hem een oogenblik medelydend aan en zeide langzaam liet is niet noodig gij znlt niet sterven Hebt. gij niet verstaan, dat ik van het zelfde genomen heb, waarmee ik dien grijsaard vermoord heb. Gij zult niet sterven, zeg ik u. -— Maar o, ik ljjd Ziet gij, het ia met mij gedaan Mijne ingewanden scheu ren En zy, de arme vrouw O myn God u ik ben niet in staat uw lyden te ver zachten, God heeft het zonder twyfel gewild om u te laten voelen, wat uw slachtoffer geleden heeftDoch gij zult niet sterven want ik ben te rechter tyd gekomen om u te redden. Mij redden Mij ellendeling Gy moet leren, om grooter kwaad te voorkomen gij moet leven voor uwe echtge noote, voor de eer van uw kind en voor uw eigen heil. Wel, het zy zoo hernam de onge lukkige daar gij denkt, dat na alles wat ik geleden heb, de dood nog niet voldoende is Ja ik wil leven tot myne eigene straf ZEVENDE HOOFDSTUK Denzelfden avond preekte de Dominikaner ia de kerk van Saint-Etienne. Het was zijne jeugd en onderstand van de openbare bestu ren. Ah konden al de jongelingen van deze stad dit diep in hun geheugen printen en er hunne werkzaamheid aan toewijden er ware weldra eenen reuzenstap gedaan in den voor uitgang van onzen algemeenen welstand, zoozeer op onze dagen betracht. De luchtgesteldheid, de vochtigheid, de hoogte en de ligging van den bodem, de staat van vruchtbaarheid des velds, de duur van den groei der geteelde soort, de verdeeÜDg des veldarbeids, zijn zoovele omstandigheden, waarmede men heeft af te rekenen om het tijdstip der zaaiing vast te stellen. Altoos zal meu trachten vroeg genoeg te zaaien, opdat de planten zich behoor lijk kunnen ontwikkelen vóór het begin van den Winter. Doch, niettegenstaande den goeden wil des landbouwers, ondanks zijnen ijver, zyn werken en zwoegen, is soms do Herfst reeds te ver gevorderd, als hy met zyu graanveld kan klaar gerakeu. Dan zien we die pasj ontkiemde plant- tjes, mager en zwak in den koud eu nat geworden akker. Nog zullen er eeuigo dagen warmen zonneschijn komen, genoeg om aan die tengere wezentjes het bostaan te verzekeren, maar niet in staat om den landbouwer op eeneu ryken oogst te laten hopen. In die omstandigheden moet de land man zich de volgende woorden van Dr. Smets herinnereu Wanneer de grond arm is aan stikstof, wanneer hij koud is en vochtigwanneer de nitrificatie moei lijk gebeurt en bijzonder wanneer men laat heeft moeten zaaien, in die gevallen is eene toepassing van 50 tot 100 kil. Sodanitraat per hectaar, niet alleen nuttig, maar zelfs noodzakelijk in den Herfst In plaats van werkeloos te blijven, moot dus de landbouwer, door toepassing vau Sodanitraat, do jonge planten verster ken tegen de guurheid dos Winters. Dauk aau het Sodanitraat zullen dan de worteltjes zich talryker en sterker ontwikkelen, het uitspruiten zal nog kun nen gebeuren, en, wauueer de Lente overal uieuw leveuzal verwekken, zullen de plauteu in bezit zijn van eenen voor raad voedende stoffen om tot struische halmen te kunnen opschieten. Maar, is dan de zwavelzure ammoniak niet de stikstofmest van den Herfst? Een enkel woord uitleg, meeneu wij, zal doen inzien hoe verkeerd men zou bandelen met hier do voorkeur aan zwa velzuren ammoniak te geven. Het is den landbouwer genoeg bekend, dat de plauteu alleen ouder uitrischen vorm de stikstof vau den grond benutti gen. In boveugemelde gevalleu, wanneer er groote spoed wordt voreischt, omdat er nog slechts een korte groeitijd meer overblijft, zal men verplicht ziju aan So danitraat de voorkeur te geven. Wat meer is, de aanraking van den zwavelzuren ammoniak met de zaden, kan laatste toespraak en de menigte drong naar de kerk om hem te hooren. Uy scheen blee- ker dan gewoonlijk en besteeg langzaam de treden van den kansel. Den vorigen namiddag was hij scherp, bit ter en heftig geweest, nn sprak hy zacht en gevoelvol. Hij sprak over naastenliefde met de overtuigende taal van een beaieldeu rede naar en velen zijner toehoorders barstten in tranen nit. Wie zonder zonde is, riep hy, werpe den eersten steen De volmaakte alleen zy streng en onverbiddelijk jegens zynen naaste t Na de preek verliet de menigte langzaam en diep getroffen de kerk. Een unr later bevond hy zich nog daar ondertnsschen waren alle lichten uitgedoofd, een enkele zilveren lamp brandde nog. In de kerk bevond zich niemand meer dan de mon nik, die zooeven een grijsaard aanhoord had en twee in rouwkleederen gehulde vrouwen. Deze beiden zaten neergeknield achter een pilaar. Een hunner naderde de plaats waar de monnik was. Hot was goed, dat zy het gelaat van den priester niet kon zien, want de aan doening die op zyn aangezicht te lezen stond, zou haar getroffen hebben. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1900 | | pagina 1