Zondag 28 October 1900
5 centiemen per nummer.
53 Jaar 3313
SIJVIMIEimilOOL
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Uit de Chronijcke
DE
GIFTMENGSTER.
REDEVOERING
Sodanitraat in den Herfst
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Lands
Cuique 8uum.
Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiteriijk legen deD
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 27 October 1900.
der ezelarijen, alias de Volkszeover
Wy lezen daarin 't Is een artikel
van 't programma. Wij vragen de leer
plicht met vrijheid aan d'huisvaders. Een
onwetend mensch is een vreemdeling in
een stad, bij kent er den weg niet.»
Juist alsof de menschen nu A noch 6
kennen omdat de vrijheid van leeren
bestaat.
Vryheid zal hier doen wat elders dwang
niet in staat is. Zij hebben in Frankrijk
den leerplicht is het daar beter Hebben
zy daar de vrije keus
Ja, hoor eens hoe de geuzen en socios
dien vrijen keus eerbiedigen De meier
van Limoges heeft hot volgend besluit
genomen
Voortaan kunnen slechts de leerlin
gen uit de Staatsscholen eene plaats op
het gemeentehuis bekomen.
Is dat de vrijheid
Bestond de leerplicht met vrije keus
onder het beheer der catholieken, de
blauwen en rooden zullen den vryen
keus ras deu dieperik inwerpen.
Ouders, laat de prooi niet los voor de
schaduw. De schooldwang zal u veld
tranen kosteu. Onderwijst u maar houdt
aan uwe vryheid.
De Volkszeever raaskalt nog
Alle bewuste socialist moet vrijden
ker zyn, zegt Vandervelde.
Eu met die vrijdenkers willen de Roe-
landers eene partij vormen. Wanneer
staat de man op, vragen zy, die over het
vaandel der partijen het banier van het
werkvolk ontrolt
En die kerels zeggen dat zy alleen den
Godsdienst redden zullen en ods werk
volk houden uit de klauwen der rooden.
Dwaasheid 1 ellendige kwakzalverij.
En te Aalst om hun coöperatief te
wettigen zeggen zy Het is om het werk
volk van het socialism weg te houden
want als zy hun brood by de socios
nemen worden zy eindelijk socialist.
Maar als zy met de socios iu optochtjes
gedurig meèloopen zullen zy dan geen
socialist worden
Knoopt dat aaneen.
Wy zeggen verder Alle bewuste geus
moet vrydenker zyn. Dat is noodlottig.
Welnu, hebben die fameuze groenen
niet getuigend dat de liberalen nog goede
christenen waren
Is dat nu geen flauwe zeever en wat
moogt ge verwachten van lieden die
heden wit, morgen zwart zeggen.
Werklieden, opgepast laat u niet beet
nemen. Gy zoudt bet u te laat beklagen.
Leert uwe vrienden kennen aan hunne
werken en wie uwe belangen ter herte
neemt en dat ia alleen de Oatholieke
Partij.
39* VERVOLG.
«O, ach vergeef my
Gij schjjnt de grootte van uw misdrijf
niet in te zien, dat wellicht zonder voorbeeld
is. Gy hebt uwe medeplichtige meer aange
klaagd, dan u zelf en toch, deze vrouw was
het werktuig, maar gy de aanlaidende oor
zaak der misdaad.
Neen ik zweer het u 1
Het kan zyn maar zonder u zon ze de
misdaad nooit begaan hebben. Zij was immers
niet in haar belang zy wenschte wel de mis
daad, dooh het ontbrak haar aan moed. Gy
verscheent, en het moederhart wil weer alles
goed maken, wat zij vroeger aan u misdreven
had. Zy koestert slechts een wensch, namelijk
haar zoon te bevredigen, hem ryk en geluk
kig te zien. De zoon behoeft haar slechts te
toonen waar hij meent het geluk te vinden en
zij is bereid, hem den weg te banen en hem
te volgen. Hij is bedorven genoeg en zegt
Dat moet ik hebben. En de moeder ant
woordt Door eenen moord kan het verkre
gen worden, Zoo zy het, spreekt
A A L H X
SCHOOLJAAR 1900-1901.
VERSLAG van den Schrijver.
Aanwezig Mr De Naetee, Voorzitter
Van De Velde Al., Moens Eug.,
E. de Cocqtjéaf en Schepen De
Hebt.
MIJN HEEREN,
Als inleiding aan dit verslag over het
derde jaar bestaan onzer Stedelijke
Nijverheidsschool, heb ik helaas I reed3
eene rouwplicht te vervullen, en in uwe
gemoederen de gedachtenis terug te roe
pen van een achtbaar Lid der Bestuur
lijke Commissie M. Jan D'Haese,
wiens afsterven voor onze Nijverheids
school een overgroot verlies is.
De achtbare nijveraar M. J.D'Haese-
Blommaert, werd, bij Ministerieel Be
sluit van 25 Juni 1898, aangesteld als
Lid der Bestuurlijke Commissie. Hoezeer
de vrome man de Dieuwe inrichting ge
negen was, blykt uit de verslagen der
zittingen van do Bestuurlijke Commissie
waar Hij, ondanks drukke bezigheden en
eene kwynende gezondheid, regelmatig
aanwezig was en door zijnen wijzen raad
den goeden vooruitgang der School wist
te bevorderen.
De achtbare man mag als voorbeeld
aan onze jeugdige leerlingen worden
voorgesteld. Zijne levensbaan is een
schitterend bewijs van 't geen wys beleg
en vooruitzicht, gepaard met wilskracht
eo hardnekkig streven, op 't gebied van
Nijverheid vermogen.
Zyne gedachtenis, Mijnheeren, zal bij
ons allen Leden der Bestuurlijke Com
missie eu Leerlingen der Nijverheids
school in booge zegening blijven, zijne
reine en vrome ziel weze als een schuts
engel voor de Nijverheidsschool van
Aalst.
Ik moet bier tevens hulde brengen aau
ons Gemeentebestuur en de Bestuurlijke
Commissie der Nijverheidsschool, om de
groeiende bezorgdheid voor onze begin
nende Inrichting ea de edelmoedige
pogingen dit jaar gedaan ten einde de
Nijverheidsschool op de hoogte te bren
gen welke zy bereiken moet.
Aldus zagen wij dit jaar de leemten
invullen welke in het onderwijzend Per
soneel bestonden en benevens de reeds
genoemde LeerarenE. H. Van Den
Abbeele eu ilr Van Haver zijn in 1899-
1900 in dienst getreden M' Adolf De
Munter als Leeraar van de voorberei
dende afJeeling.
Mr De Waele Ben. Leeraar van Natuur
kundige Wetenschappen in 1* eu 2* stu
diejaar.
Mr Lieven De Latbauwer, gediplo
meerde leerling en laureaat der Nijver
heidsschool vau Gent, als leeraar van
Werktuigkunde van Spin- en Weef
kunde.
Eindelijk Mr Camiel De Langhe, ge
tuigschriftdrager van den leergang van
Electriciteit der Nijverheidsschool van
hij en verschaft het gift. Laaghartiger dan de
vrouw die zich voor hem opoffert, handelt hy
in hare schaduw. Gelukt het boos opzet, dan
plukt hij de vruchten er van voor hem het
aanzien, voor hem het fortuin, voor hem de
beminnenswaardige vrouw, de ryke erfge
name... n
Mijn vader
«En voor haar, de giftmengster niets,
in 't geheel niets, niet eens het gastvrije dak,
waaronder zij meende te blijven wonen. Zy
wordt door hem, dien zij als haren zoon be
schouwt en voor wien zij haar leven op 't spel
gezet heeft, met meer hardheid behandeld,
dan een vreemde zoo vermocht hebben.
«O, indien gij wist wat ik door die
vronw geleden heb 1 Zonder haar zou ik geen
misdadiger geworden zyn
Gy waart het, eer gy haar kendet
u Ja, maar voor my scheen zy de schim
van den man te zyn, die wy samen vermoord
hadden. Ik kon haar niet zien, zonder te sid
deren. Elk woord, dat zij sprak, scheen voor
mij een doodvonnis te zijn. Daarom waren de
bewijzen van teederheid, waarmede zij my
overlaadde, mij des te ondraaglijker.
Zy noemde mij haren zoon en verheugde
zich ik verachtte en gevoelde eenen doode-
lijken haat tegen haar. Ware ik gedwongen
geworden, haar langer voor my te zien, ik
Gent, als Leeraar van ditzelfde vak in de
Zoodaglessen die voornamelijk eenen
welverdienden bijval genoten.
Wy bekennen met genoegen, Mijn
heeren, dat al deze Heeren met volkomen
lofweerdigen, iever en deskunde hunne
taak hebben volbracht en de achting en
genegenheid der Leerlingen door hunne
belangwekkende lessen en vrome handel
wijze weldra hebben verworven. Wij mee-
nen de Nijverheidsschool en de Besturen
die er belang in hebben, ja,de Stad Aalst,
over dien keus geluk te mogen wenschen.
Voor wat de bevolking betreft, Mijn
heeren,zal wellicht iemand die de waarde
eener school op 't enkel cijfer der leer
lingen schat, eeneu achteruitgang besta-
tigen.
Wy tellen enkel voor 1899-1900, zeven
en zestig leerlingen tegen 96 in 't vroeger
jaar, maar laat ons algauw bekennen dat
wij nu de hoedanigheid hebben en dat
het bijblijvende leerlingen zijn, vastbe
raden te volherden tot bet einde. Wij be-
statigeD, Mijubeeren, bij onze leerlingen
de ware zucht naar wetenschap en gretig
heid naar studie en vordering. Overigens
de studiëu der Nyverheidsschool zijn in
't bereik niet van gewone leerÜDgeD,
enkel deze die goed begaafd zijn en wils
kracht bezitten kunnen de verscbiltige
vakken soms met vermoeieuden dagarbeid
samen opdrijven.
Aldus moeten wij sommige leerlingen
noemen die waarlyk in oppassendheid en
regelmatigheid voorbeeldig geweest zijn,
ondanks afstand en guur weder. Derge
lijke manueu zullen vruchten plukken,
hopen wij, voor ouverpoosden iever en
hardnekkig aanhouden. Hun voorbeeld
zal anderen wekken.
Ook zien wij met betrouwen het derde
schooljaar te gemoet. OuzeOudleerlingeD,
wij hebben er de overtuiging van, zullen
ods allen getrouw blijven en het getal
nieuwe inschrijvingen is aanzienlijk. Al
dus zal weldra het Nijverheidsonderwijs
in ons duurbaar Aalst iu eere komen en
voor de familiën en de plaatselijke Nijver
heidstakken de geweusebte vruchten af
werpen.
De Schrijver,
H. Van der Schueren.
van den Heer Doctor De Naeyer,
Voorzitter der bestuurlijke Commissie der
Nijverheidsschool, ter gelegenheid der
prijsuitreiking, Zondag 14 October1900
Mijnheer de Schepene van onderwijs,
Mijnheeren, geachte Leerlingen,
Ter gelegenheid ran de prijsuitreiking aan
de leerlingeu onzer Nijverheidsschool is het
mijne plicht, als Voorzitter der besturende
Commissie, aan deze vergadering eenige
woorden toe te sturen.
In naam der Commissie, der HEI. Leeraren
en Leerlingen, zal ik vooreerst onzen acht
baren Heer Burgemeester en al de Leden van
den Gemeenteraad bedanken voor hot goed-
jonstig belang dat zij de Nijverheidsschool
toedragen en voor de ondersteuning die, door
hen toedoen, uit de Stadskas, aan onze zoo
nnttige inrichting toekomt.
zou haar met eigen hand gedood hebben zoo
zeer was zij voor mij een voorwerp van af
schuw.
Keerde na haar vertrek de ruat in
uwe ziel terug n
Neen. Toen ik aan mij zelf overgela
ten was leed ik nog meer. Mijne medeplich
tige was weg, maar de dochter van het slach
toffer bleef nog bij my. O, ik kan de kwellin
gen, de tranen, de woede, de wroegingen niet
beschrijven, die ik leed in de nabijheid van
het beminde wezen voor deze beefde ik,
want ik meende, dat ze de misdaad op mijn
voorhoofd kon lezeH. O, eeuwige rechter
Vreeselijke rechthank
Lachenal voelde eensklaps hevige pij i in
de borst en hartkloppingen. Nu eerst herin
nerde hij zich het gift, dat hij een uur gele
den ingenomen had.
Doch ik heb mij zelf gevonnisd riep
hij uit, en myne laatste straf is niet verre.
Hebt gy u vergiftigd vroeg de
monnik.
Ja, ik heb het werktuig mijner mis
daad tegen my zelf gericht.
En noemt gij dat uwe laatste straf
Weer eene misdaad Rampzalige, weet ge,
wat gij gedaan hebt.
«ik liet my gerechtigheid wedervare».»
Denkt gij dat Luister dan Eene
Ik stuur hun ook de beste gelukwenschen
onzer Commissie, omdat al deze Heeren zoo
goed de belangrijkheid waardeereu van het
werk dat in onze Nijverheidsschool verricht
wordt, omdat zij|alzon, zoo innig de toekomst
onzer werkzame volksklas weten ter harte te
nemen.
Mijne gelukwenschen zijn ook gestuurd
tot de HM. Leeraren onzer School voor de
voortreffelijkheid van het onderwijs dat zij
geven, voorde zelfsopoffering met dewelke zij
zioh op het uitoefenen hunner taak toeleggen
en voor den belangrijken uitslag dat hun
werk reeds op dees geringo tijdsverloop
bekomen heeft.
Onze vlijtige Leerlingen verdienen ook
gelukgewenscht te worden in deze omstan
digheid en bijzonderlijk dezen die,door hunne
uitmuntendheid, binnen weinige oogenblik-
ken, zullen bekroond worden. Inderdaad de
Leerliugen die bnnne natuurlijke begaafd
heden weten zoodanig te beoefenen dat ze
boven bnnne medeleerlingen door hnnne be
vordering uitschijnen en nog veel meer dezen
dié, door taaie vlyt en leerzaamheid, met
gewone middelen goede leervruchten weten
voort te brengen verdienen allen lof en be
wondering.
Nogthans zou ik niet eenen omer Leerlin
gen durven sluiten uit de gelukwenschen
die ik hier toestuur, omdat zij allen, zooveel
zij zijn, het nut, de noodzakelijkheid van het
vakonderwijs zoowel hebben begrepen.dat zij
niet geaarzeld hebben huuüe ledige oogen-
blikken, hunne welverdiende rust, ja zelfs,
een deel van hunne werknren aan hunne on
derrichting te besteden. Terwijl ongelukkig
lijk er zoovele jongelingen zyn, die het voor
deel die hen hier aangeboden wordt geenszins
waaidèeren. Deze verspillen liever hunnen
kostbaren tijd aan beuzelingen, ze zien gee-
nen stap vooruit in hunne toekomst, en dik
wijls, terwijl ze hier zouden kunnen leeren
wat hun eene eerzame broodwinning en eenen
deftigen welstand zou verschaffen, loopen ze
liever in een vroegtijdig verderf en in hun
eeuwig ongeluk.
Integendeel hoe troostelyk is niet het aan
schouwen van deze leerzame en vlijtige
schaar, die ons toont dat ze zoowel begrijpt
wat er op onze dagen dient gedaan te worden
om op de hoogte van den vooruitgang te
komen en vnder de werkzame volkeren eene
eerzame en welstellende plaats te bekleeden.
De tijden ziju immers niet meer zooals ze
waren jaren voorheen de vooruitgang laDgs
alle kanten en in alle vakken is zoo verbazend
groot, dat binnen weinige jaren, de welon
derrichte en de bekwame vakmannen alleen
in de werkbuizen en nijverheden nog eene
winstgevende plaats zullen kunnen beklee
den. Men ziet hedendaags nog wel in ons
Land, den eenen of den andereu vernuftigen
werkman, door zijne oplettendheid en het
practisch beoefenen van buitengewone na
tuurlijke begaafdheden, zonder studiën,op de
hoogte van zijn vak geraakt maar dit zyn
enkele uitzonderingen, eu wellicht zullen deze
uitzonderingen in eene nabye toekomst
gausch verdwyneu want den overvloed van
geleerde en bekwame vakmannen zullen, vau
andere kanten, gelijk het nu hier reeds meer
maals gebeurt, het winstgevend werk komen
veroveren.
Maar, wilt het wel bemerken, Myne
Heeren, het vakouderricht is niet alleenlijk
noodzakelijk voor het vormen van voortref
felijke voorwerkers en meestergasten, het is
allernoodzakelijkst aan den eenvoudigen
werkman.
Een brandend en gedurig besproken vraag
stuk in den werkmansstauu is de kwestie der
dagloonen. Wat moeilijkheden en klachten,
mistroostheid en verbittering, twisten en i
oploopen heeft de kwestie der werkloouen
niet al verwekt en dit zooveel te meer dat, op
onze dagen, eenen ongelukkigen toestand,
dikwijls zoo scbandiglijk als hardnekkig,
wordt uitgebuit door slimmerikken van ver-
schillige politieke kleur, die liever met pen
en tong als met bunne banden arbeidfen
Het Nijverheidsonderricht is in veel nau
wer betrek met de kwestie der dagloonen als
dit wel oppervlakkig kan voorkomen. Een
voorbeeld, onder menigvuldige andere, zal
ons deze waarheid tastbaar maken. In het vak
der weverij, bestaat er eene oneindige menig
vuldigheid van voortbrengselen. Onder deze
produkten zyn er die zeer gemakkelijk zijn
om maken, bet zijn namelijk alle de geweef-
sels die men platwerk noemt en men mag er
zelfs nog het gekruist werk bijvoegen. Het
weven dezer stoffen is gemakkelijk om aan-
leeren, en deze die zeggen dat de wevers veel
eer in de fabrieken dan in eene Nyverheids
school bun vak moeten leeren, kunnen bier
weieenig gelijk hebben, want in dit vak
vindt men zeer behendige en handzame werk
lieden die nooit elders dan in bet werkhuis
geweest zijn.
Maar hieruit volgt, dat de platwevers on
eindig groot zijn in getal; men vindt ze schier
overal. Ook bestaat er op hunne voortbrengst
eene algemeens en hevige concurrentie. Men
neme als voorbeeld de geweefanls als lijnwa
den, katoenen, emballagiën enz. ze worden
overal gemaakt, en dan ook aan spotprijzen
verkocht. Er zijn geweefsels in dezen aard
die aan den fubricant nog geen centiem,
geen 1/2 centiem winst per vierkante meter
overlaten.
En daaraan kunt gij afmeten, Mijne Hee
ren, hoe de werkloouen het stellen in dusda
nige werkhuizen. De onverbiddelijke concur
rentie verplicht deu voortbrenger streng af
te rekeuen met deu prys der grondstoffen
langs den eenen kant, en langs den anderen
met den verkoopprijs, welke hij, voortbren
ger, onmogelijk kun verboogen en tusschen
ueze wederzijdsche pressing wordt de werk
loon onmeedoogeud verpletterd. En wie kan
het verhelpen Volstrekt niemand. Er staat
hier enkel te kiezen tusschen te werken gelijk
men kan of niet te werken.
De karigheid van het loon heeft voor on
vermijdelijk gevolg de armoede der werk
mansklas, en zoo komt het dat de geldmid
delen eener stad, al zijn deze middelen soms
ook belangrijk, grooteu deels tot onderstand
der armen moet besteed worden.
Gelukkiglijk, Mijne Ileeren, de weverij
vervaardigt ook andere stoffen, van meerdere
waarde, ja zelfs stoffen die zeer kostelijk zijn,
en groote wiusten afwerpen. Maar het voort
brengen dezer stoffen is het werk van den
onkundigen werkman niet. Dit vak behoeft
onderwijs en studie, hier wordt een degelijk
vakonderricht onontbeerlyk; de Nijverheids
school wordt hier de eunige voedstermoeder
die hare kweelingen in eenen voortreffelijken
welstand opkweeken kan. Ook ziet men dat
de voortbrengst dezer winstgevende stoffen,
beperkt is bij sommige centers in wier mid
den de Nyverheidsschool staat als de lichtge
vende fakkel, die den werkman op de baan
van den winstgevenden arbeid voorlicht.
Wel is waar het onderhonden van deze
fakkel is kostelijk, maar men vergete het
nooithet geld dat daaraan besteed is.wordt
daarneven in bet Bureel vau weldadigheid
tien dubbel gespaard want iu het algemeen,
deze bevolking is welstellend.
Nu, gelyk het gesteld is met de weverij,
zoo ook gaat het in de andere vakken van de
werkzaamheid des monsohdoms. Men moet op
de hoogte van den tijd komen, men moet zich
op de hoogte van den tijd houden daarom
vereieoht men vlijtigheid, leerzucht vau de
persoon is onschuldig vervolgd geworden,
Komt zij terng na maanden of jaren, als gy
niet meer zijt, dan zal zy de straf ondergaan,
en haar onschuldig hoofd vallen op het scha- 1
vot in plaats van het uwe. n
O God I
Luister verder. Morgen, als gij dood
zult zyn, strooit men wellicht dezelfde ge
ruchten uit over uw slachtoffer. Men zal
zeggeo, de dood was niet natuurlijk men zal
uw lijk onderzoeken en bevinden, dat gij aan
vergiit gestorven zyt,
Ziet gij in den geest wat er gebeuren
zal? Er zal iemand aangeklaagden veroor
deeld worden, De monnik sprak met beven
de stem en ging voortZiet gij, hoe wel
licht uwe echtgenoote ter dood veroordeeld
wordt, omdat zij hem vermoordde, die haar
eigen vader ombracht
«O God, myn God
En uw zoon 1 Hebt gy ook aan hem
gedacht
Wat ia er aan te doen Wat kan ik
doen Ik heb van het vergift uit dat fleschje
genomen reeds twee unr geleden. Er is
geene hoop meer. En zich "enBklaps in het
bed oprichtende, riep hij Eene pen, vlug
opdat ik schrijve, dat ik door eigen hand
schrijve, dat ik myne misdaad voor hemel en
aarde bokenne.
De Dominikaner zag hem een oogenblik
medelydend aan en zeide langzaam liet is
niet noodig gij znlt niet sterven
Hebt. gij niet verstaan, dat ik van
het zelfde genomen heb, waarmee ik dien
grijsaard vermoord heb.
Gij zult niet sterven, zeg ik u.
-— Maar o, ik ljjd Ziet gij, het ia
met mij gedaan Mijne ingewanden scheu
ren En zy, de arme vrouw O myn God
u ik ben niet in staat uw lyden te ver
zachten, God heeft het zonder twyfel gewild
om u te laten voelen, wat uw slachtoffer
geleden heeftDoch gij zult niet sterven
want ik ben te rechter tyd gekomen om u te
redden.
Mij redden Mij ellendeling
Gy moet leren, om grooter kwaad te
voorkomen gij moet leven voor uwe echtge
noote, voor de eer van uw kind en voor uw
eigen heil.
Wel, het zy zoo hernam de onge
lukkige daar gij denkt, dat na alles wat ik
geleden heb, de dood nog niet voldoende is
Ja ik wil leven tot myne eigene straf
ZEVENDE HOOFDSTUK
Denzelfden avond preekte de Dominikaner
ia de kerk van Saint-Etienne. Het was zijne
jeugd en onderstand van de openbare bestu
ren. Ah konden al de jongelingen van deze
stad dit diep in hun geheugen printen en er
hunne werkzaamheid aan toewijden er ware
weldra eenen reuzenstap gedaan in den voor
uitgang van onzen algemeenen welstand,
zoozeer op onze dagen betracht.
De luchtgesteldheid, de vochtigheid, de
hoogte en de ligging van den bodem, de
staat van vruchtbaarheid des velds, de
duur van den groei der geteelde soort, de
verdeeÜDg des veldarbeids, zijn zoovele
omstandigheden, waarmede men heeft af
te rekenen om het tijdstip der zaaiing
vast te stellen.
Altoos zal meu trachten vroeg genoeg
te zaaien, opdat de planten zich behoor
lijk kunnen ontwikkelen vóór het begin
van den Winter.
Doch, niettegenstaande den goeden wil
des landbouwers, ondanks zijnen ijver,
zyn werken en zwoegen, is soms do Herfst
reeds te ver gevorderd, als hy met zyu
graanveld kan klaar gerakeu.
Dan zien we die pasj ontkiemde plant-
tjes, mager en zwak in den koud eu nat
geworden akker. Nog zullen er eeuigo
dagen warmen zonneschijn komen, genoeg
om aan die tengere wezentjes het bostaan
te verzekeren, maar niet in staat om den
landbouwer op eeneu ryken oogst te laten
hopen.
In die omstandigheden moet de land
man zich de volgende woorden van Dr.
Smets herinnereu Wanneer de grond
arm is aan stikstof, wanneer hij koud is
en vochtigwanneer de nitrificatie moei
lijk gebeurt en bijzonder wanneer men
laat heeft moeten zaaien, in die gevallen
is eene toepassing van 50 tot 100 kil.
Sodanitraat per hectaar, niet alleen
nuttig, maar zelfs noodzakelijk in den
Herfst
In plaats van werkeloos te blijven,
moot dus de landbouwer, door toepassing
vau Sodanitraat, do jonge planten verster
ken tegen de guurheid dos Winters.
Dauk aau het Sodanitraat zullen dan
de worteltjes zich talryker en sterker
ontwikkelen, het uitspruiten zal nog kun
nen gebeuren, en, wauueer de Lente
overal uieuw leveuzal verwekken, zullen
de plauteu in bezit zijn van eenen voor
raad voedende stoffen om tot struische
halmen te kunnen opschieten.
Maar, is dan de zwavelzure ammoniak
niet de stikstofmest van den Herfst?
Een enkel woord uitleg, meeneu wij,
zal doen inzien hoe verkeerd men zou
bandelen met hier do voorkeur aan zwa
velzuren ammoniak te geven.
Het is den landbouwer genoeg bekend,
dat de plauteu alleen ouder uitrischen
vorm de stikstof vau den grond benutti
gen. In boveugemelde gevalleu, wanneer
er groote spoed wordt voreischt, omdat
er nog slechts een korte groeitijd meer
overblijft, zal men verplicht ziju aan So
danitraat de voorkeur te geven.
Wat meer is, de aanraking van den
zwavelzuren ammoniak met de zaden, kan
laatste toespraak en de menigte drong naar
de kerk om hem te hooren. Uy scheen blee-
ker dan gewoonlijk en besteeg langzaam de
treden van den kansel.
Den vorigen namiddag was hij scherp, bit
ter en heftig geweest, nn sprak hy zacht en
gevoelvol. Hij sprak over naastenliefde met
de overtuigende taal van een beaieldeu rede
naar en velen zijner toehoorders barstten in
tranen nit. Wie zonder zonde is, riep hy,
werpe den eersten steen De volmaakte
alleen zy streng en onverbiddelijk jegens
zynen naaste t
Na de preek verliet de menigte langzaam
en diep getroffen de kerk.
Een unr later bevond hy zich nog daar
ondertnsschen waren alle lichten uitgedoofd,
een enkele zilveren lamp brandde nog. In de
kerk bevond zich niemand meer dan de mon
nik, die zooeven een grijsaard aanhoord had
en twee in rouwkleederen gehulde vrouwen.
Deze beiden zaten neergeknield achter een
pilaar.
Een hunner naderde de plaats waar de
monnik was. Hot was goed, dat zy het gelaat
van den priester niet kon zien, want de aan
doening die op zyn aangezicht te lezen stond,
zou haar getroffen hebben.
(Wordt voortgezet.)