Zondag II November 1900
5 centiemen per nummer.
55s* Jaar 5519
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
MENSCHELIJKE
HOOGMOED.
DE
GIFTMENGSTER.
Legerher vorm i n g
Geuzenvrijheid.
A la Lanterne
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31.
en in alle Postkantoren des bands
Guique auum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Keklamen fr. 1,00 Vonnisse op
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiteriijk legen deD
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 10 November 1900.
De arme jongen die wij in ons artikel
O Logiek - van 21 October zoo gevoelig
op de viDgers hebben getikt, is hevig in
zyne eigenliefde geraakt. Hij durft op
die zaak nog terugkomen. Wij geven zyn
antwoord lijk het waait en draait, omdat
wy in onze pennetwisten met geen krom
me sprongen omgaan, lijk de kerels die
gedwongen zyu eene slechte zaak te ver
dedigen en waarvan zij in geenen deele
zijn overtuigd.
Hier is dus dat letterkundig en wijs-
geerig meesterstuk
Dendergalm van 4 Nov. 1900, 2d# bl.
34* kol. titel - Groote wysgeer.
De groote filosoof van 't Woesteblad, is
weer zoo goed ons te loeren dat we niets we
ten en ziel met geweten verwarren.
Nog een» znllen we de twee volzinnen
nevens elkander zetten, de volzinnen die de
hoofdgedachte bevatten der twee schrijvers
u De RnutHet loochenen van het spiritu
alism der ziel neemt de wijselijk reden weg
rechtvaardig en eerlijk te zijn.
u Polen StantÜe vrees voor hel alleen is
de wijselijk» reden waarvoor ik rechtvaardig
en eerlijk ben.
De schryver der Revue is een spiritualist,
Pol en Stant is een lompe materialist. Ziedaar
het verschil. Indien de groote wijsgeer van
Denderbodt dat niet begrijpt staat hij verstan
delijk nielhooger dan Pol en Stant zelf.n
Stellen wy eerst en vooral vast dat hy
niet meer beproeft die aanhaling uit te
leggen. Het is immers te dwaas de betee-
kenis van een artikel te bepalen dat men
niet heeft gelezen. Dat zij voor de arme
jongen een les.
Wy hebben beloofd hem te woord te
staan en zullen voorzeker ons woord stand
houden.
Zonder eenige twijfel is de tekst van
Pol en Stant deerlyk verminkt. Den
dergalm weze zoo goed eens het nr aan
te duiden waarin dat gedacht in die
woorden is uitgedrukt.
Pol en Stant heeft niet geschreven
alleen noch wijselijken - maar zal
gezegd hebben - De vrees voor de hel is
voorzeker eene groote reden waarom ik
rechtvaardig cn eerlijk hen.
Zoo uitgedrukt is dat gedacht volko
men waar en niemand zal betwisten dat
de vrees eeuwig gestraft te worden meer
dan een mensch van het pad der misdaad
en zonde heeft verwijderd gehouden.
Zou de armtierige loochenen durven
dat de vrees voor da straf niets vermag op
het gemoed van den mensch
Dat zou wat kras zyn. Als het zoo is
schaffen wy dau maar gendarmen en tri
bunalen af.
Als hy integendeel zegt dat de schrik
der gendarmen het begin kan zijn van
wysheid en overleg, zooveel te meer mag
men dit bevestigen van het gedacht eener
eeuwige straf.
Er bleef dus elk jaar eene groote som gelds
over, welke onder de armen der stad verdeeld
werd. Ook tot andere goede doeleinden werd
aangewend, een hospitaal werd gebouwd en
een hnia voor vondelingen gesticht. Gabriëlle
deed nog meer met eigen hand kleedde zij
een aantal arme kindereD, die zich door vlijt
en goed gedrag onderscheiden hadden.
Myn zoon zal toch rijk genoeg zijn, a
placht zij te zeggen, zoo lang hy middelen
heeft om goed te doen.
Door al dien overvloed onderging de in
wendige toestand der familie toch geene ver
andering.
Deugd was geen ledig woord onder dit dak,
geluk echter een leugen. Men deed altyd goed
maar lachte nooit, geen vreugdestraal verhel
derde het hart der rijke lieden. Men weesde
tnsschen de muren. Uiterlijk was alles liefde
en vreugde, inwendig alles zorg en leed. En
dat zou het heele leven zoo duren 1
Raadplëgen wij weerom de Revue de
Belgique en volledigeu wij het afgestompt
citaat van den armtierige Als ik mij
verrijken kan en aan het strafwetboek
ontsnappen waarom zou ik het niet
doen
Wat weèrhoudt dus den mensch van
stelen en bij gelegenheid ook van
woorden volgens den schrijver der
Revue de Belgique
De vrees tan het strafwetboek, de
schrik van de tribunalen.
Aardig.
De scbryver der Revue is een spiri
tualist on Pol en Stant is een lompe
materialist 1
Beiden nochtans bevestigen dat de vrees
der straf den mensch van het kwaad
weerhouden kan.
Pol en Stant zegt eeuwige straf
dus moet de mensch wei eene onsterfe
lijke ziel hebben I Wie eene onsterfelijke
ziel aanneemt is dat nu ook al een ma
terialist en dan nog een lompe PIP!
De arme jongen beeft daar nu weêr
een woord gebruikt dat hy niet kent en
eens te meur bewezen dat hy niets weet
over wijsbegeerte I Hij bandelt over eene
wetenschap die hem totaal onbekend is
en waarvan hij de eerste letter niet be
grijpt. Zeggen wij hem, hy belooft te luis
teren, wat een materialist is.
De materialist loochent het bestaan der
ziel, beweert datdomeusch uilsluitend
een stoffelijk wezeu is en niets heeft dan
een sterfelijk lichaam. Hij loochent ook
het bestaan van God met een woord,
de materialist erkent alleen de stoffelijke
natuur die door onze zintuigen kan waar
genomen worden.
Wat moet men nu denken van mannen,
die beweren dat het bestaan van God een
mysterie is, die bevestigen niets te weten
over de Datuur der menschelijke ziel of
hare hoedanigheden Vraagt men hen:
Bestaat God Zij antwoorden wij weten
het niet. Vraagt men henHeeft de
mensch eene ziel Zij antwoorden wij
weten het niet.
Dendergalm weet dus niet dat God be
staat, dat de meDsch eene onsterfelijke
ziel heeft.
Wij nemen daar akte van. Het bestaan
van God en ziel niet kennen is voor ons,
Catholieken, zooveel als ze loochenen en
Jat maakt allen godsdienst onmogelijk.
Zal Dendergalm, op zijn manier, wij geven
dat toe, een opperwezen vereeren en
aanbidden dat hy niet weet te bestaan
Neen, niet waar. Om iets te vereeien
moet men van zyn bestaan overtuigd
wezen en Dendergalm heeft geen overtui
ging. Al zijne wysheid kan in deze woor
den saamgevat wordenIk weet niet.
Hij sprak nochtans met zooveel hoogmoed
van do vruchten vau zyn eigen deuken III
O menschelijke hooveerdij I
De E. V. verworpen in Zwitser
land. HetZwitsersctie volt, geroepen
om bij referendum uitspraak te doen
over de E. V., bij de kiezing voor den
Nationalen Raad, heeft deze hervorming
verworpen.
Gabriëlle was volgens de woorden van den
Dominikaner denzelfden avond in haar huis
teruggekeerd en had hare plaats aan het
ziekbed weer ingenomen. Zij gevoelde weer
medelijden met den ongelukkige, die bijna
levenloos voor haar lag. Hoeveel haat, af-
Bchuw en toorn in baar hart gehuisd had, dat
kon zij niet beschrijven. Zij zag daar voor
zich den moordenaar baars vaders, van dien
vader, die alles voor haar geweest was en
wiens aandenken zjj kiuderlijk vereerde zij
was de verpleegster van eenen man, die haar
door eene misdaad verworven had, die zich
van haar tot een werktuig bediend had om
tot rykdom en eer te geraken want zij ge
loofde niet aan zijne liefde en wilde daaraan
niet gelooven. Hoe dikwijls was zij op 't puut
geweest te vluchten met het kind, dat het
evenbeeld zijns vaders was.
Doeh zij bleef blind voor haren zoon. Voor
de wereld was zy de echtgenoote van dien
man, en in de stad nam zy zijnen arm opdat
niemand zou vermoeden, dat zij over hem
moest blozen. In gezelschap spraken zij vrien
delijk samen, om niets van 't geheim te ver
raden, dat hen scheidde. In tegenwoordigheid
hunner dienstboden en van hun kind werd
deze treurige vertooning voortgezet. Als zij
echter alleen waren, hield elke toenadering
op, Eene ijzige koude heerschte in 't vertrek.
Het ministerie komt de samenstelling
te beslissen van eene gemengde Com
missie om het vraagstuk eener legerher-
vorming te onderzoeken.
De Commissie zou samengesteld zyu
uit een 20tal Leden van de Volkskamer
en des Seuaats en een 12tal hoogere Offi
cieren.
De heer Minister van oorlog heeft een
schrijven gericht tot verscheidene Leden
der Wetgevende Kamers om hen te ver
zoeken te laten weten of het hun zou
bevallen van die Commissie deel uit te
maken.
Verscheidene namen van heeren Wet
gevers worden door de drukspers aange
wezen waarvan er zou spraak zyn om in
de Commissie te zetelen.
Tusscben de Senateurs is er spraak
van MM. De Volder, Dupont, graaf de
Merode, de Lantsheere en Picard.
De Kamerleden zouden zijn MM.
Beernaert, Woeste, Renkio, Scbollaert,
Vorhaegen, Helleputte, de Ponthière,
Delbeke, Drion, Dalporte, De Jaer,
Hymans, Lorand, Braun, Van Ryswyck,
Neujan, Betrand, Hector Denis.
Indien deze samenstelling zoo zijn zal,
dan mogen wij er ons aan verwachten dat
de persoonlijke dienstplicht en vergroo
ting van 't jaarlijks contingent inslag eu
scheerdraad Zal wezen, want al de Offi
cieren zullen zo voorstaau en de meerder
heid van de Leden der wetgeving is niet al
te zeer antimilitarist gezind.
Men weet het bij ondervinding de mili
taristische slokduivel is niet te verzadigen,
immers de begrooting van oorlog voor
1901 is weêral een miljoen verhoogd ge
worden. En dat gebeurt zoo van jaar tot
jaar.
Vermindering van diensttijd gelijk in
Holland kan er hier niet door, maar ver
zwaring van contingent en allo man naar
de kazerne dat eischt de militaristische
slokduivel...
De militaristische organen wenschen
dan ook 't ministerie geluk en dat roept
ons, voorstaauders van het vrywilligers-
leger toe Waakt, houdt oen oog in
't zeil I
Laat het ons dus afwachten maar ook
't besluit nemen van desnoods onze stem
te verheffen en krachtdadig te laten hoo-
ren, dat wij, welke de overgroote meer
derheid uitmaken, het niemand, ge
dwongen soldaat eischen 1
Eu dat, zegt de Gazette de Charleroi
voor werkliedeu, waaronder er zijn, die
300, 400 en 500 fr., sommige zelfs 1000
fr. per maand wounen 1
Luistert maar naar de opsto-
kers Een liberaal blad van Charleroi
doet kennen, dat de werkstakende glas
blazers, sedert het begin der staking
1519 fr. ondersteuning hebben bekomen,
maar zes millioen aan werkloon hebben
verloren.
Het socialisten blad van Charleroi gaat
maar voort met declameeren over hot
schoenc bewijs van verstandhouding,doch
middelerwijl zendt eene coöperatief 200
brooden, tot ondersteuuing van 6000 sta
kende werklieden en hunne vrouwen en
kinderen.
in 1891. In Duitschland geniet het volk
meer vrijheden dan bij ons.
Niet miu dan dat.
Wij lezen in de Revue de Belgique het
groot orgaan van onze fameuze blauwen,
15 Feb. 1874.
M. de Bismarck moest in de geestelijk-
heid een politiekcn vijand zien dien by
ten allen prijze bevechten en overwin-
uen moest. Alzoo is hy gekomen aan
- het Duitsch Parlement afdoende wetten
te vragen om met oordeel togen de
weerspannigen te strijdon en de onaf-
hankelijkheid van het burgerlijk recht
- te handhaven (sic).
Die wetten werden gestemd en onmid-
delyk toegepast op al de Bisschoppen die
ze overschreden. Deze wierden tot boeten
veroordeeld en in het gevang geworpen.
Op dit oogenblik wierd de Bisschop van
Poson naar eene forteresse gesleept.
Dat is nu naar 't leven geschilderd de
lieve vrijheid der geuzen 1
De Catholieken hebben geen recht op
eene plaats onder de zon. Zij moeten zich
maar naar de wetten schikken, zegt Den
dergalm, want wat wet ia, ia recht
vaardig 11
Moest morgen de volgende woorden van
H. Pergameni, hoogleeraar aan de vrij-
metselaarsuniversiteit door de centen van
al de lastenbetalers van Brabant onder
houden, wet worden
Boet, gevang, verbanning zijner wet
telijke middelen, waarom ze niet tegen de
Catholieken in 'f werk gestéld
Welnu
Welnu wij zouden niet mogen murme
len, want dat zou rechtveerdig zyn I
Waarom
Omdat het wet is lil
Plakt in d'handen, socios. De geuzen
reiken u een schoon wapen voor later.
Dat bewijst volgens ons, de groote on-
noozelheid der demokraten die den groote
uithangen en niets eens weten wat zij
zeggen.
Dat bewijst ook dat de werklieden in die
woorden kramers geen ver trouwens mogen
hebben. Moogt ge op iemand rekenen die
niet weet w it hy zegt? Wie uit en in klapt,
fopt 1
HET GOEDE. Waarom vragen
de klerikaten de scheiding niet van Kerk
en Staat Is het misschien voor de dui
ten
In 1792 hebben de voorouders Jcr geu
zen de goederen der kerken en der kloos
ters verbeurd verklaard, ingepalmd en
verkocht.
Eenvoudige diefstal. Dendergalm heet
dateene ongelijkheid effenen(textueel),
en het goede doen uit liefde tot het
goede l
Door bet concordaat wierd er restitutie
gedaan. Het kapitaal terug geven was
onmogelijk. Als intrest van het gestolen
kapitaal ontstond het budjet van eere-
dienstou.
Nu zou Dendergalm ook de intresten
willen stelen.
Eerst het kapitaal, daarna de intres
ten. Schoon, niet waar
Is dat, armtierige, ook het goede dat
men uit liefde voor het goede doen moet
Wij zien nu wat die fameuze zedeleer
der geuzen wcerd is.
Eerst 't kapitaal stelen, daarna de in
tresten en eindelijk uitroepen - dat is on
gelijkheden effenen. -
Dat is alles in regel volgens don arm
tierige
O goede uit liefde voor 't goede met
verdedigers en partijgangers lijk de geu
zen, moet ge om zeep 1
Er werden geene gedachten gewisseld, ieder
een verteerde zijn eigen leed.
Hadde Lachenal het durven wagen hy zon
zijne vrouw met liefdewyzen overladen heb
ben. Gabriëlle bad toen het toppnnt van
schoonheid bereikt, het lijden had haar be
koorlijk gemaakt. Zij was groot en slank en
haar geheel wezen verried eene ziel, die veel
geleden had. Haar hoofd ofschoon nog altyd
fier was licht gebogen door den last van de
kwellende geduchten. llare frissche kleur was
met den glimlach harer lipjien verdwenen
maar het gelaat had zyne klare doorschijnen
de tint behouden evenals het oog dat in plaats
van zynen vroegeren glans eene uitdrukking
van mildheid gekregen had, die hare grootste
bekoorlijkheid uitmaakte.
Voor Lachenal bleven deze oogen koud en
deze lippen stom. Hoe zouden zy anders kun-
nen geweest zijn voor den moordenaar baars
vaders?
Vergeef ge mij waagde de ongeluk
kige op sekeren dag te vragen.
Ja, hernam zy op koelen toon, hot
schijnt dat men kan vergeven zonder te ver
geten. n
En zy verpleegde hem, paste hem op en
zorgde, dat hem niets ontbrak by zijne zwak
ke gezondheid. Zy vervulde hiermede een
bloote plichthaar hart bleef gesloten en had
FIa nuruhiJ 0m te bewijzen
paiauei. dat niettegenstaan
de de opeenvolgende veroordeeliugeu zij
goede en ootmoedige christenen gebleven
zijn, hebben de Daousisteo en Roelanders
gedurig de parabel in den mond van den
phariseër cn den publikaan
Zij, Demokraten zijn de publikanen,
wij, catholieken, de phariseërs.
Zoo, zoo, heeren, het is juist het tegen
overgestelde. Door de daad zelf de para
bel in tè roepen en ze ioe te passen, door
het zeggen dat gij de geprezeu publikaan
zijt, bewijst gij juist dat ge phariseër zijt.
Inderdaad.
Gij vergelijkt u met de catholieken. Gy
vindt ze miu christen dan gy.
Wat deed de phariseër
Hij vergeleek zich met anderen en vond
zich verheven boven hen.
Wat doen de heeren groenen anders?
Zy zijn de hoogmoedige phariseërs.
genoeg te doen met den afkeer van haren
man te bestrijden, welke soms de overhand
dreigde te krijgen. Hij durfde de hand, welke
zij hem zoo hulpvaardig bood, niet afwijzen, I
daar deze hand machtig genoeg was hem in
eenen afgrond te storten of aan den dood over
te geven.
Lachenal had een klein hnis gekocht, dat
twee kilometers van de stad in het bosch ver
borgen lag. Daar brachten de echtgenooten
het grootste gedeelte van 't schoone jaar ge-
tijde door. Voor Gabriëlle ware dit de beste
weken van het jaar. Daar woonde zij verre
van bekenden en nieuwsgierigen en kon onge
stoord leven. Een enkele bediende was hier
voldoende en dikwijls genoeg vertrok ook
deze. Dit was voor haar eene verlichting,
voor Lachenal echter iets anders. De omgang
met anderen drukte hem, voor de eenzaam
heid schrikte hij. De dag verblindde hem,
de nacht veroorzaakte hem angst. Hij was
niet gelnkkiger op zijn eenzaam buitengoed,
dan in zyn pracht ig huis in de stad, waar hem
allee aan zijne schanddaad herinnerde.
Reeds vier jaren drukte hem dit leven met
al zynen last.
Ilet was Jnni en de natuur ontplooide al
hare schoouheid. Acacia's en wilde k istanje-
boomen overschaduwden den weg, die tot het
landhuis voerde. Dit was de zomerwoning
Een Socialistisch, lid van den Gemeen-
raad van Wasmes, in Henegouwen, is zoo
stout geweest zijn dochter ken aan een
onderwijsgesticht van nonnen toe te ver
trouwen.
Daarop zijn do maimen vau vrybeid en
verdraagzaamheid uit hun vel gesprongen
en zijn dien armen sukkelaar aan 't ver-
wenscben gegaan. De legende zegt niet of
ze terwijl zongen Leve de lieve vrij heid!
Vivan de geuzen- er socialistenverdraag
zaamheid B
Iu allo goval die bittere spotternij ont
brak aan dit ellendig feest. Ook do arm
tierige is recht gesprongen, hoorndul. Hij
dacht op H mes der guillotien dat veel
ongelijkheden heeft geëffend - (Dender
galm 28 mei 1893), zoog van de lieve
geuzen vry heid
Zulke gevallen zouden zich niet mogen
voordoen. Er zou van nu af eene straf
dienen te bestaan voor zulke daden -
Dendergalm 21 October 1900). Eenvou
dig aan de deur van 't land zeiten lijk hij
met de priesters het zich voorstelde
(September 91) dat gaat nu niet.
van Lachenal, een beekje slingerde er zich
in eenen hal ven cirkel omheen, als een zilve
ren gordel. Het plekje was bekoorlijk, als een
paradijs in miniatuur.
Voor Gabriëlle was hot een graf, voor
LachenAl eene hel. Zy vertoefden er reeds
drie weken. Hy zal ten minste oen weinig
rust hebben, n zeide Gabriëlle door medelij
den aangegrepen, tot zich zeita, Haar haat
zal verminderen, n dacht Lachenal.
Evenals in de natnar op eenen hevigen
storm eene windstilte volgt, zoo was ook in
hunne harten eenige rust teruggekeerd. Zy
vergaten niet, maar dachten minder na.
Lachenal, die weinig Bliep, stond vroeg op en
maakte verre wandelingen.
Langzaam en met loome schreden wandelde
hy voort op de schoone wegen, rustte
den voet der appelboomen en dronk soms
glas cider, dat een landman hem aanbood.
Moede keerde hij dan naar hnis terng, at
schijnbaar smakelijk, ging vroeger naar bed
en sliep beter.
Zoo had hy weder eenige dagen van zijn
leven achter den rng. Gabriëlle, die de vrije
natnur, de bergen, wouden en weiden be
minde, woonde gaarne in dit landhuis.
Het kon vier uur in den namiddag zijo.
Beiden zaten op het terras, het was oen
heette dag geweest en Laohenal, die zeer afge-
Wy weten raad. Hij leze nu eens do
geschiedenis der voor hem zoo schoon,
lieve Fransche Revoluiie.
Voor zulke feiten zou die dronkenme-
nigte gezongen hebben A la Lanterne
Knoop dien socialist van Wasmes op,
Dendergalm, zing dan uw deuntje van do
lieve vrijheid en zoele verdraagzaamheid
en denkt dat ieddreen gelukkig zyn moet 1
Uit bedoeld artikel zullen wy nog een
besluit trekken, ditmaal tegen Jen onvor-
beterlijken huichelaar die den Godsdienst
niet aanranden wil.
Hij verklaart zich partijganger van het
verwereldlijkt, onzijdig, goddeloos onder-
wys, dat noch van God noch zijn gebod
weten wil.
Hij wil niet van de vrijheid van den
huisvader en wenscht vurig straffen te
zien in voege brengen om de kinderen met
de zweep naar de goddelooze scholen te
kunnen drijven.
Wat die geuzen toch durven 1
fhn iDfifpnt! De armtierige heeft
\jnwcicnu. weér eeas bewezen
hoe onwetend hy is zake van Godsdienst.
"Het bestaan van God zegt hij (4-11-1900)
is een mysterie.
Bij lange niet.
Dendergalm weet uiet wat een mysterie
is of hy weet in geenen deele wat hij zegt.
Kan het bestaan van God bewezen wor
den vraagt de H. Thomas van Aquinen.
Hij antwoordt ja en bewijst het in zyn
Summa Theologica qucestio.
Dat de groote wijsgeeeren van den
armteriige dat eens lezen.
Nu als het bestaan van God door de
Bede kan bewezen worden, is alsdan het
bestaan van God een mysterie, eene
waarheid die slechts door de Openbaring
kan gekend worden
Gek niet waar
Wij kennen God door zyne werken
Hij heeft de natuur geschapen. De natuur
is inderdaad zeer onvolmaakt en kan in
haar eigeu do voldoende reden van haar
bestaan niet vinden. Bestond do natuur
uit eigen macht dan moet zij alle vol
maaktheden in zich bevatten.
Nu dat is niet, Dus beeft God ze ge
schapen.
Voor Dendergalm is God het ideaal van
het Goede en het Ware.
Dat is dubbelzinnig en kan waar of
valsch zijn.
Heeft dat ideaal een bestaan in zyn
eigen Is dat een wezen Is dat een iets
dat op zich bestaat
Opgepast, Dendergalm voor het mys
terie 1
Of is dat ideaal slechts eene mensche
lijke opvatting, een denkbeeld, een iets
dat de mensch zich voorspiegelt maar dat
buiten het verstand van den mensch niet
bestaat
In dat geval is dit ideaal slechts oene
schepping van den mensch en zou de
mensch God geschapen hebben liII
PuDtjes op de i's, Dendergalm. Zal hy
durven Wij vreezen er veel voor onze
tegenstrevers zijn zoo laf zij moeten
een masker opzetten em de eenvoudige
kiezers te kunnen bedriegen I
mat was, was niet uitgegaan.
Men hadde beiden voor vader en dochter
knnnen honden, zoo teer was hij verouderd
en zoo schoon was zy gebleven. Zy was met
borduurwerk bezig en dacht aan haar kind
den oeuigen troost voor haar gefolterd hart,
aan haren zoon, dien zy, daar hy reeds
groot was, aan eenen opvoeder overgegeven
had. Deze zoon was alles voor haar zy leefde
slechts voor hem. Zeker dacht zij aan hem in
dit oogenblik zweefde op hare lippen.
u Welk een schoone dag 1 zeide Lachenal,
en toch gevoel ik mij zoo afgemat, alsof ik
eenen verren weg afgelegd had.
8 Dan ga vroeg ter ruste, n
Er ontstond eene pauze. Gabriëlle n
Zij zag vragend op. Indien gy wildot, kon
den wij toch nog gelukkig ziju. n
Hij zeide dit met bewogen, weemoedige
stem.
Hoe meent gij dat hernam zy ik
versta n niet.
8 Zonden wij niet immer kannen hier
blyven, of, wat nog beter ware, Frankryk
verlaten
En René
8 Hy zou met ons gaan.
8 Das vluchten Waarom Zonden
we de herinneringen achterlaten
(Wordt voortgezet.)