Zondag II November 1900 5 centiemen per nummer. 55s* Jaar 5519 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. MENSCHELIJKE HOOGMOED. DE GIFTMENGSTER. Legerher vorm i n g Geuzenvrijheid. A la Lanterne DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31. en in alle Postkantoren des bands Guique auum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Keklamen fr. 1,00 Vonnisse op 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiteriijk legen deD dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 10 November 1900. De arme jongen die wij in ons artikel O Logiek - van 21 October zoo gevoelig op de viDgers hebben getikt, is hevig in zyne eigenliefde geraakt. Hij durft op die zaak nog terugkomen. Wij geven zyn antwoord lijk het waait en draait, omdat wy in onze pennetwisten met geen krom me sprongen omgaan, lijk de kerels die gedwongen zyu eene slechte zaak te ver dedigen en waarvan zij in geenen deele zijn overtuigd. Hier is dus dat letterkundig en wijs- geerig meesterstuk Dendergalm van 4 Nov. 1900, 2d# bl. 34* kol. titel - Groote wysgeer. De groote filosoof van 't Woesteblad, is weer zoo goed ons te loeren dat we niets we ten en ziel met geweten verwarren. Nog een» znllen we de twee volzinnen nevens elkander zetten, de volzinnen die de hoofdgedachte bevatten der twee schrijvers u De RnutHet loochenen van het spiritu alism der ziel neemt de wijselijk reden weg rechtvaardig en eerlijk te zijn. u Polen StantÜe vrees voor hel alleen is de wijselijk» reden waarvoor ik rechtvaardig en eerlijk ben. De schryver der Revue is een spiritualist, Pol en Stant is een lompe materialist. Ziedaar het verschil. Indien de groote wijsgeer van Denderbodt dat niet begrijpt staat hij verstan delijk nielhooger dan Pol en Stant zelf.n Stellen wy eerst en vooral vast dat hy niet meer beproeft die aanhaling uit te leggen. Het is immers te dwaas de betee- kenis van een artikel te bepalen dat men niet heeft gelezen. Dat zij voor de arme jongen een les. Wy hebben beloofd hem te woord te staan en zullen voorzeker ons woord stand houden. Zonder eenige twijfel is de tekst van Pol en Stant deerlyk verminkt. Den dergalm weze zoo goed eens het nr aan te duiden waarin dat gedacht in die woorden is uitgedrukt. Pol en Stant heeft niet geschreven alleen noch wijselijken - maar zal gezegd hebben - De vrees voor de hel is voorzeker eene groote reden waarom ik rechtvaardig cn eerlijk hen. Zoo uitgedrukt is dat gedacht volko men waar en niemand zal betwisten dat de vrees eeuwig gestraft te worden meer dan een mensch van het pad der misdaad en zonde heeft verwijderd gehouden. Zou de armtierige loochenen durven dat de vrees voor da straf niets vermag op het gemoed van den mensch Dat zou wat kras zyn. Als het zoo is schaffen wy dau maar gendarmen en tri bunalen af. Als hy integendeel zegt dat de schrik der gendarmen het begin kan zijn van wysheid en overleg, zooveel te meer mag men dit bevestigen van het gedacht eener eeuwige straf. Er bleef dus elk jaar eene groote som gelds over, welke onder de armen der stad verdeeld werd. Ook tot andere goede doeleinden werd aangewend, een hospitaal werd gebouwd en een hnia voor vondelingen gesticht. Gabriëlle deed nog meer met eigen hand kleedde zij een aantal arme kindereD, die zich door vlijt en goed gedrag onderscheiden hadden. Myn zoon zal toch rijk genoeg zijn, a placht zij te zeggen, zoo lang hy middelen heeft om goed te doen. Door al dien overvloed onderging de in wendige toestand der familie toch geene ver andering. Deugd was geen ledig woord onder dit dak, geluk echter een leugen. Men deed altyd goed maar lachte nooit, geen vreugdestraal verhel derde het hart der rijke lieden. Men weesde tnsschen de muren. Uiterlijk was alles liefde en vreugde, inwendig alles zorg en leed. En dat zou het heele leven zoo duren 1 Raadplëgen wij weerom de Revue de Belgique en volledigeu wij het afgestompt citaat van den armtierige Als ik mij verrijken kan en aan het strafwetboek ontsnappen waarom zou ik het niet doen Wat weèrhoudt dus den mensch van stelen en bij gelegenheid ook van woorden volgens den schrijver der Revue de Belgique De vrees tan het strafwetboek, de schrik van de tribunalen. Aardig. De scbryver der Revue is een spiri tualist on Pol en Stant is een lompe materialist 1 Beiden nochtans bevestigen dat de vrees der straf den mensch van het kwaad weerhouden kan. Pol en Stant zegt eeuwige straf dus moet de mensch wei eene onsterfe lijke ziel hebben I Wie eene onsterfelijke ziel aanneemt is dat nu ook al een ma terialist en dan nog een lompe PIP! De arme jongen beeft daar nu weêr een woord gebruikt dat hy niet kent en eens te meur bewezen dat hy niets weet over wijsbegeerte I Hij bandelt over eene wetenschap die hem totaal onbekend is en waarvan hij de eerste letter niet be grijpt. Zeggen wij hem, hy belooft te luis teren, wat een materialist is. De materialist loochent het bestaan der ziel, beweert datdomeusch uilsluitend een stoffelijk wezeu is en niets heeft dan een sterfelijk lichaam. Hij loochent ook het bestaan van God met een woord, de materialist erkent alleen de stoffelijke natuur die door onze zintuigen kan waar genomen worden. Wat moet men nu denken van mannen, die beweren dat het bestaan van God een mysterie is, die bevestigen niets te weten over de Datuur der menschelijke ziel of hare hoedanigheden Vraagt men hen: Bestaat God Zij antwoorden wij weten het niet. Vraagt men henHeeft de mensch eene ziel Zij antwoorden wij weten het niet. Dendergalm weet dus niet dat God be staat, dat de meDsch eene onsterfelijke ziel heeft. Wij nemen daar akte van. Het bestaan van God en ziel niet kennen is voor ons, Catholieken, zooveel als ze loochenen en Jat maakt allen godsdienst onmogelijk. Zal Dendergalm, op zijn manier, wij geven dat toe, een opperwezen vereeren en aanbidden dat hy niet weet te bestaan Neen, niet waar. Om iets te vereeien moet men van zyn bestaan overtuigd wezen en Dendergalm heeft geen overtui ging. Al zijne wysheid kan in deze woor den saamgevat wordenIk weet niet. Hij sprak nochtans met zooveel hoogmoed van do vruchten vau zyn eigen deuken III O menschelijke hooveerdij I De E. V. verworpen in Zwitser land. HetZwitsersctie volt, geroepen om bij referendum uitspraak te doen over de E. V., bij de kiezing voor den Nationalen Raad, heeft deze hervorming verworpen. Gabriëlle was volgens de woorden van den Dominikaner denzelfden avond in haar huis teruggekeerd en had hare plaats aan het ziekbed weer ingenomen. Zij gevoelde weer medelijden met den ongelukkige, die bijna levenloos voor haar lag. Hoeveel haat, af- Bchuw en toorn in baar hart gehuisd had, dat kon zij niet beschrijven. Zij zag daar voor zich den moordenaar baars vaders, van dien vader, die alles voor haar geweest was en wiens aandenken zjj kiuderlijk vereerde zij was de verpleegster van eenen man, die haar door eene misdaad verworven had, die zich van haar tot een werktuig bediend had om tot rykdom en eer te geraken want zij ge loofde niet aan zijne liefde en wilde daaraan niet gelooven. Hoe dikwijls was zij op 't puut geweest te vluchten met het kind, dat het evenbeeld zijns vaders was. Doeh zij bleef blind voor haren zoon. Voor de wereld was zy de echtgenoote van dien man, en in de stad nam zy zijnen arm opdat niemand zou vermoeden, dat zij over hem moest blozen. In gezelschap spraken zij vrien delijk samen, om niets van 't geheim te ver raden, dat hen scheidde. In tegenwoordigheid hunner dienstboden en van hun kind werd deze treurige vertooning voortgezet. Als zij echter alleen waren, hield elke toenadering op, Eene ijzige koude heerschte in 't vertrek. Het ministerie komt de samenstelling te beslissen van eene gemengde Com missie om het vraagstuk eener legerher- vorming te onderzoeken. De Commissie zou samengesteld zyu uit een 20tal Leden van de Volkskamer en des Seuaats en een 12tal hoogere Offi cieren. De heer Minister van oorlog heeft een schrijven gericht tot verscheidene Leden der Wetgevende Kamers om hen te ver zoeken te laten weten of het hun zou bevallen van die Commissie deel uit te maken. Verscheidene namen van heeren Wet gevers worden door de drukspers aange wezen waarvan er zou spraak zyn om in de Commissie te zetelen. Tusscben de Senateurs is er spraak van MM. De Volder, Dupont, graaf de Merode, de Lantsheere en Picard. De Kamerleden zouden zijn MM. Beernaert, Woeste, Renkio, Scbollaert, Vorhaegen, Helleputte, de Ponthière, Delbeke, Drion, Dalporte, De Jaer, Hymans, Lorand, Braun, Van Ryswyck, Neujan, Betrand, Hector Denis. Indien deze samenstelling zoo zijn zal, dan mogen wij er ons aan verwachten dat de persoonlijke dienstplicht en vergroo ting van 't jaarlijks contingent inslag eu scheerdraad Zal wezen, want al de Offi cieren zullen zo voorstaau en de meerder heid van de Leden der wetgeving is niet al te zeer antimilitarist gezind. Men weet het bij ondervinding de mili taristische slokduivel is niet te verzadigen, immers de begrooting van oorlog voor 1901 is weêral een miljoen verhoogd ge worden. En dat gebeurt zoo van jaar tot jaar. Vermindering van diensttijd gelijk in Holland kan er hier niet door, maar ver zwaring van contingent en allo man naar de kazerne dat eischt de militaristische slokduivel... De militaristische organen wenschen dan ook 't ministerie geluk en dat roept ons, voorstaauders van het vrywilligers- leger toe Waakt, houdt oen oog in 't zeil I Laat het ons dus afwachten maar ook 't besluit nemen van desnoods onze stem te verheffen en krachtdadig te laten hoo- ren, dat wij, welke de overgroote meer derheid uitmaken, het niemand, ge dwongen soldaat eischen 1 Eu dat, zegt de Gazette de Charleroi voor werkliedeu, waaronder er zijn, die 300, 400 en 500 fr., sommige zelfs 1000 fr. per maand wounen 1 Luistert maar naar de opsto- kers Een liberaal blad van Charleroi doet kennen, dat de werkstakende glas blazers, sedert het begin der staking 1519 fr. ondersteuning hebben bekomen, maar zes millioen aan werkloon hebben verloren. Het socialisten blad van Charleroi gaat maar voort met declameeren over hot schoenc bewijs van verstandhouding,doch middelerwijl zendt eene coöperatief 200 brooden, tot ondersteuuing van 6000 sta kende werklieden en hunne vrouwen en kinderen. in 1891. In Duitschland geniet het volk meer vrijheden dan bij ons. Niet miu dan dat. Wij lezen in de Revue de Belgique het groot orgaan van onze fameuze blauwen, 15 Feb. 1874. M. de Bismarck moest in de geestelijk- heid een politiekcn vijand zien dien by ten allen prijze bevechten en overwin- uen moest. Alzoo is hy gekomen aan - het Duitsch Parlement afdoende wetten te vragen om met oordeel togen de weerspannigen te strijdon en de onaf- hankelijkheid van het burgerlijk recht - te handhaven (sic). Die wetten werden gestemd en onmid- delyk toegepast op al de Bisschoppen die ze overschreden. Deze wierden tot boeten veroordeeld en in het gevang geworpen. Op dit oogenblik wierd de Bisschop van Poson naar eene forteresse gesleept. Dat is nu naar 't leven geschilderd de lieve vrijheid der geuzen 1 De Catholieken hebben geen recht op eene plaats onder de zon. Zij moeten zich maar naar de wetten schikken, zegt Den dergalm, want wat wet ia, ia recht vaardig 11 Moest morgen de volgende woorden van H. Pergameni, hoogleeraar aan de vrij- metselaarsuniversiteit door de centen van al de lastenbetalers van Brabant onder houden, wet worden Boet, gevang, verbanning zijner wet telijke middelen, waarom ze niet tegen de Catholieken in 'f werk gestéld Welnu Welnu wij zouden niet mogen murme len, want dat zou rechtveerdig zyn I Waarom Omdat het wet is lil Plakt in d'handen, socios. De geuzen reiken u een schoon wapen voor later. Dat bewijst volgens ons, de groote on- noozelheid der demokraten die den groote uithangen en niets eens weten wat zij zeggen. Dat bewijst ook dat de werklieden in die woorden kramers geen ver trouwens mogen hebben. Moogt ge op iemand rekenen die niet weet w it hy zegt? Wie uit en in klapt, fopt 1 HET GOEDE. Waarom vragen de klerikaten de scheiding niet van Kerk en Staat Is het misschien voor de dui ten In 1792 hebben de voorouders Jcr geu zen de goederen der kerken en der kloos ters verbeurd verklaard, ingepalmd en verkocht. Eenvoudige diefstal. Dendergalm heet dateene ongelijkheid effenen(textueel), en het goede doen uit liefde tot het goede l Door bet concordaat wierd er restitutie gedaan. Het kapitaal terug geven was onmogelijk. Als intrest van het gestolen kapitaal ontstond het budjet van eere- dienstou. Nu zou Dendergalm ook de intresten willen stelen. Eerst het kapitaal, daarna de intres ten. Schoon, niet waar Is dat, armtierige, ook het goede dat men uit liefde voor het goede doen moet Wij zien nu wat die fameuze zedeleer der geuzen wcerd is. Eerst 't kapitaal stelen, daarna de in tresten en eindelijk uitroepen - dat is on gelijkheden effenen. - Dat is alles in regel volgens don arm tierige O goede uit liefde voor 't goede met verdedigers en partijgangers lijk de geu zen, moet ge om zeep 1 Er werden geene gedachten gewisseld, ieder een verteerde zijn eigen leed. Hadde Lachenal het durven wagen hy zon zijne vrouw met liefdewyzen overladen heb ben. Gabriëlle bad toen het toppnnt van schoonheid bereikt, het lijden had haar be koorlijk gemaakt. Zij was groot en slank en haar geheel wezen verried eene ziel, die veel geleden had. Haar hoofd ofschoon nog altyd fier was licht gebogen door den last van de kwellende geduchten. llare frissche kleur was met den glimlach harer lipjien verdwenen maar het gelaat had zyne klare doorschijnen de tint behouden evenals het oog dat in plaats van zynen vroegeren glans eene uitdrukking van mildheid gekregen had, die hare grootste bekoorlijkheid uitmaakte. Voor Lachenal bleven deze oogen koud en deze lippen stom. Hoe zouden zy anders kun- nen geweest zijn voor den moordenaar baars vaders? Vergeef ge mij waagde de ongeluk kige op sekeren dag te vragen. Ja, hernam zy op koelen toon, hot schijnt dat men kan vergeven zonder te ver geten. n En zy verpleegde hem, paste hem op en zorgde, dat hem niets ontbrak by zijne zwak ke gezondheid. Zy vervulde hiermede een bloote plichthaar hart bleef gesloten en had FIa nuruhiJ 0m te bewijzen paiauei. dat niettegenstaan de de opeenvolgende veroordeeliugeu zij goede en ootmoedige christenen gebleven zijn, hebben de Daousisteo en Roelanders gedurig de parabel in den mond van den phariseër cn den publikaan Zij, Demokraten zijn de publikanen, wij, catholieken, de phariseërs. Zoo, zoo, heeren, het is juist het tegen overgestelde. Door de daad zelf de para bel in tè roepen en ze ioe te passen, door het zeggen dat gij de geprezeu publikaan zijt, bewijst gij juist dat ge phariseër zijt. Inderdaad. Gij vergelijkt u met de catholieken. Gy vindt ze miu christen dan gy. Wat deed de phariseër Hij vergeleek zich met anderen en vond zich verheven boven hen. Wat doen de heeren groenen anders? Zy zijn de hoogmoedige phariseërs. genoeg te doen met den afkeer van haren man te bestrijden, welke soms de overhand dreigde te krijgen. Hij durfde de hand, welke zij hem zoo hulpvaardig bood, niet afwijzen, I daar deze hand machtig genoeg was hem in eenen afgrond te storten of aan den dood over te geven. Lachenal had een klein hnis gekocht, dat twee kilometers van de stad in het bosch ver borgen lag. Daar brachten de echtgenooten het grootste gedeelte van 't schoone jaar ge- tijde door. Voor Gabriëlle ware dit de beste weken van het jaar. Daar woonde zij verre van bekenden en nieuwsgierigen en kon onge stoord leven. Een enkele bediende was hier voldoende en dikwijls genoeg vertrok ook deze. Dit was voor haar eene verlichting, voor Lachenal echter iets anders. De omgang met anderen drukte hem, voor de eenzaam heid schrikte hij. De dag verblindde hem, de nacht veroorzaakte hem angst. Hij was niet gelnkkiger op zijn eenzaam buitengoed, dan in zyn pracht ig huis in de stad, waar hem allee aan zijne schanddaad herinnerde. Reeds vier jaren drukte hem dit leven met al zynen last. Ilet was Jnni en de natuur ontplooide al hare schoouheid. Acacia's en wilde k istanje- boomen overschaduwden den weg, die tot het landhuis voerde. Dit was de zomerwoning Een Socialistisch, lid van den Gemeen- raad van Wasmes, in Henegouwen, is zoo stout geweest zijn dochter ken aan een onderwijsgesticht van nonnen toe te ver trouwen. Daarop zijn do maimen vau vrybeid en verdraagzaamheid uit hun vel gesprongen en zijn dien armen sukkelaar aan 't ver- wenscben gegaan. De legende zegt niet of ze terwijl zongen Leve de lieve vrij heid! Vivan de geuzen- er socialistenverdraag zaamheid B Iu allo goval die bittere spotternij ont brak aan dit ellendig feest. Ook do arm tierige is recht gesprongen, hoorndul. Hij dacht op H mes der guillotien dat veel ongelijkheden heeft geëffend - (Dender galm 28 mei 1893), zoog van de lieve geuzen vry heid Zulke gevallen zouden zich niet mogen voordoen. Er zou van nu af eene straf dienen te bestaan voor zulke daden - Dendergalm 21 October 1900). Eenvou dig aan de deur van 't land zeiten lijk hij met de priesters het zich voorstelde (September 91) dat gaat nu niet. van Lachenal, een beekje slingerde er zich in eenen hal ven cirkel omheen, als een zilve ren gordel. Het plekje was bekoorlijk, als een paradijs in miniatuur. Voor Gabriëlle was hot een graf, voor LachenAl eene hel. Zy vertoefden er reeds drie weken. Hy zal ten minste oen weinig rust hebben, n zeide Gabriëlle door medelij den aangegrepen, tot zich zeita, Haar haat zal verminderen, n dacht Lachenal. Evenals in de natnar op eenen hevigen storm eene windstilte volgt, zoo was ook in hunne harten eenige rust teruggekeerd. Zy vergaten niet, maar dachten minder na. Lachenal, die weinig Bliep, stond vroeg op en maakte verre wandelingen. Langzaam en met loome schreden wandelde hy voort op de schoone wegen, rustte den voet der appelboomen en dronk soms glas cider, dat een landman hem aanbood. Moede keerde hij dan naar hnis terng, at schijnbaar smakelijk, ging vroeger naar bed en sliep beter. Zoo had hy weder eenige dagen van zijn leven achter den rng. Gabriëlle, die de vrije natnur, de bergen, wouden en weiden be minde, woonde gaarne in dit landhuis. Het kon vier uur in den namiddag zijo. Beiden zaten op het terras, het was oen heette dag geweest en Laohenal, die zeer afge- Wy weten raad. Hij leze nu eens do geschiedenis der voor hem zoo schoon, lieve Fransche Revoluiie. Voor zulke feiten zou die dronkenme- nigte gezongen hebben A la Lanterne Knoop dien socialist van Wasmes op, Dendergalm, zing dan uw deuntje van do lieve vrijheid en zoele verdraagzaamheid en denkt dat ieddreen gelukkig zyn moet 1 Uit bedoeld artikel zullen wy nog een besluit trekken, ditmaal tegen Jen onvor- beterlijken huichelaar die den Godsdienst niet aanranden wil. Hij verklaart zich partijganger van het verwereldlijkt, onzijdig, goddeloos onder- wys, dat noch van God noch zijn gebod weten wil. Hij wil niet van de vrijheid van den huisvader en wenscht vurig straffen te zien in voege brengen om de kinderen met de zweep naar de goddelooze scholen te kunnen drijven. Wat die geuzen toch durven 1 fhn iDfifpnt! De armtierige heeft \jnwcicnu. weér eeas bewezen hoe onwetend hy is zake van Godsdienst. "Het bestaan van God zegt hij (4-11-1900) is een mysterie. Bij lange niet. Dendergalm weet uiet wat een mysterie is of hy weet in geenen deele wat hij zegt. Kan het bestaan van God bewezen wor den vraagt de H. Thomas van Aquinen. Hij antwoordt ja en bewijst het in zyn Summa Theologica qucestio. Dat de groote wijsgeeeren van den armteriige dat eens lezen. Nu als het bestaan van God door de Bede kan bewezen worden, is alsdan het bestaan van God een mysterie, eene waarheid die slechts door de Openbaring kan gekend worden Gek niet waar Wij kennen God door zyne werken Hij heeft de natuur geschapen. De natuur is inderdaad zeer onvolmaakt en kan in haar eigeu do voldoende reden van haar bestaan niet vinden. Bestond do natuur uit eigen macht dan moet zij alle vol maaktheden in zich bevatten. Nu dat is niet, Dus beeft God ze ge schapen. Voor Dendergalm is God het ideaal van het Goede en het Ware. Dat is dubbelzinnig en kan waar of valsch zijn. Heeft dat ideaal een bestaan in zyn eigen Is dat een wezen Is dat een iets dat op zich bestaat Opgepast, Dendergalm voor het mys terie 1 Of is dat ideaal slechts eene mensche lijke opvatting, een denkbeeld, een iets dat de mensch zich voorspiegelt maar dat buiten het verstand van den mensch niet bestaat In dat geval is dit ideaal slechts oene schepping van den mensch en zou de mensch God geschapen hebben liII PuDtjes op de i's, Dendergalm. Zal hy durven Wij vreezen er veel voor onze tegenstrevers zijn zoo laf zij moeten een masker opzetten em de eenvoudige kiezers te kunnen bedriegen I mat was, was niet uitgegaan. Men hadde beiden voor vader en dochter knnnen honden, zoo teer was hij verouderd en zoo schoon was zy gebleven. Zy was met borduurwerk bezig en dacht aan haar kind den oeuigen troost voor haar gefolterd hart, aan haren zoon, dien zy, daar hy reeds groot was, aan eenen opvoeder overgegeven had. Deze zoon was alles voor haar zy leefde slechts voor hem. Zeker dacht zij aan hem in dit oogenblik zweefde op hare lippen. u Welk een schoone dag 1 zeide Lachenal, en toch gevoel ik mij zoo afgemat, alsof ik eenen verren weg afgelegd had. 8 Dan ga vroeg ter ruste, n Er ontstond eene pauze. Gabriëlle n Zij zag vragend op. Indien gy wildot, kon den wij toch nog gelukkig ziju. n Hij zeide dit met bewogen, weemoedige stem. Hoe meent gij dat hernam zy ik versta n niet. 8 Zonden wij niet immer kannen hier blyven, of, wat nog beter ware, Frankryk verlaten En René 8 Hy zou met ons gaan. 8 Das vluchten Waarom Zonden we de herinneringen achterlaten (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1900 | | pagina 1