Donderdag 15 November 1900 5 centiemen per nummer 55sle Jaar 5520
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, taal, vrijheid.
Opgelet
Wal dient er
eerst gedaan?
Feest der
Bokkenrijders.
STAP voop STAP.
RBOD
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 34 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31,
en in alle Postkantoren des Lands
Cuique Huum.
Per drukregel. Gewone 45 centiemen Keklainen fr 1,00 Nonnisse cp
V bladzijde 50 centiemen Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoordNiet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uil vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad
Aalflt, 14 November 1900.
Alwie een abonnement neemt op
DEN DENDERBODE voor bet jaar
1901, ontvangt het blad van heden
af kosteloos.
De rooden en groenen willen dat het
luiver algemeen stemrecht, kost wat kost,
en al wierde er zelfs bloed om vergoten,
ingevoerd worde. Een deel der blauwen,
namelijk de radikalen, voegen bunoe
stem bij die der rooden en groenen terwijl
de behoudsgezinde liberalen er zich vijan
dig aan verklaren.
Wy laten de kwestie der noodzakelijk
heid van 't meervoudig stemrecht ter zijde
en doen opmerken datE. V. nauwelijks
is ingericht en men door eene enkele toe
passing niet oordeelen kan over de uitsla
gen die zij opleveren zal. Waarom dus
ons kiesstelsel weêr veranderd
Het is onbetwistbaar dat de overgroote
meerderheid onzer bevolkingen het Z.
A. S. bitter weinig genegen is en het
hoogst moeilijk, om niet te zeggen,onmo
gelijk, zou zijn een ommekeer der open
bare denkwijze te verwekken die de
zegepraal van dit stelsel zou verzekeren.
De algemeene onverschilligheid onder
dewelke de betoogingen zondag 11. overal
afliepen, is er het onloochenbaar bewijs
van.
Immers 't is overbekend dat, om het
Z.A. S. in te voeren, eene nieuwe herzie
ning der Grondwet vereischt wordt. Om
tot eene herziening te geraken moet men
eerst de Wetgevende Kamers ontbinden,
tot nieuwe verkiezingen overgaan en de
nieuwe Kamers kunnen geene veran
dering der Grondwet beslissen ten zij de
de 2/3 der leden toestemmen.
En welke woelingen, welke volksbewe
gingen die rust en vrede zouden verstoo-
ren, zouden hierdoor niet ontstaan
'tVolk in meerderheid vraagt slechts
rust en vrede opdat handel en nijverheid
er niet door lijden zouden.
Onze wetgevers hebben dringerder en
nuttiger werk te verrichten.
Tal van wetsontwerpen die de werklie
den met ongeduld verwachten en die de
reeks maatschappelijke wetten, door 't ka
tholiek ministerie reeds ingevoerd, moe
ten volledigen, wachten hunne beurt af
om besproken, gestemd en in voege ge
bracht te worden.
Noemen wij er eenige onder deze die
hunne beurt afwachten en die reeds door
voorafgaandelyke studiën zijn voorbereid
De wet op «Ie werkongevallen en die
zonder de tegenwerking der roode en
blauwe Kamerledeu reeds zou in voege
zijn
De wet regelende den arbeid van min
derjarigen, het nachtwerk, de zondagrust.
Het wetsontwerp door M. Helleputte in
gediend werd door de middenafdeeling
gestemd
Eene wet tot bestrijding der genever-
plaag
Eene wet tot aanmoediging en uitbrei
ding der Vakvereenigiugen
Eene wet van herziening der wetten op
de openbare liefdadigheid
De vermindering der krijgslasten, enz...
Indien men een referendum moest in
richten aangaande 't gene onze wetgevers
in eerste orde dienen te verwezenlijken,
onze werklieden zouden als uit een mond
antwoorden eerst de maatschappelijke
wetten en laat de herziening der Grond
wet en bet Z. A. S. maar varen dat bier
zoo min als in Duitschlaud en Frankrijk
onzen toestand verbeteren kan 1
Dus de muatschappelgke wetten vooral I
Maandag 11. vierde de
Maatschappij der Bokken
rijder»'tjaarlijksch feest.
Des voormiddags om 10
uren plechtig Misoffer tot
lafenis van de zielen der
overledene leden van den
Rijdersbond 't welk door
al de leden welke geen be-
letsel hadden werd bijge
woond. Talrijke Damen en Juffers waren
ook aanwezig, 't Bestuur drukt den
wensch uit dat de dienst in de toekomst
nog talrijker zal bijgewoond worden, dat
een lid ten minste van 't huisgezin eens
Bokkenrijders zal aanwezig zyu.
Des avonds had ten lokale Catholieke
Kring, Groote Markt, het gcbruikkelijk
avondmaal plaat» voorgezeten door onzen
achtbaren heer Burgemeester Ghee-
raerdts. De spyzen waren wel bereid en
de dienst onberispelijk; daarna een lustig
concert door eeuige leden der symphonie-
vereenigiug. Ounoodig bijna te zeggen dat
alle» in de grootste vrolijkheid is afge-
loopen.
De heer Achilles Eeman, Gemeente
raadslid, gaf lezing van 't volgende ver
slag 't welk dikwerf luidruchtig werd toe-
gej uicht
Mijnheeren,
De Maatschappij De Bokkenrijders
is heden avond vereenigd om den 34,t,n
verjaardag barer stichtig te vieren. Te
dier gelegenheid zij het mij toegelaten U,
in eenige woorden, verslag te geven over
de werkzaamheden onzer Maatschappij
gedurende Let verloopen jaar.
Zoo gij het u herinnert, Mijnheeren,
vierden wij, verleden jaar, ons feest korts
na de gemeentekiezingen van 1899. De
strijd was hevig geweest, al de vijanden
der catholieke denkwyze hadden hunne
vereenigde krachten ingespannen om ons
Stadsbestuur omver te werpen en het
Stadhuis te veroveren.Dank aaD de kloek
moedigheid van al onze catholieke vrien
den, mislukten hunne plannen. Het
monsterverboud lag verpletterd en wij
mochten eenige jaren van welverdiende
rust verwachten. Wij hadden ons bedro
gen. Eenige maanden later werd niette-
staande al de pogingen van onze dappere
Volksvertegenwoordigers,een wet gestemd
die de Evenredige Vertegenwoordiging
toepaste aan de kiezingen voor de Wet
gevende Kamers, en Kamer en Senaat
wierden ontbonden.
Oüze vijanden hadden de volle overtui
ging dat het nieuw kiesstelsel den onder
gang zou geweest zijn van het catholiek
Ministerie on van' do catholieke Meerder
heid in de Wetgevende Kamers.
En bier in ons Arrondissement bijzon
derlijk hadden zij de vaste hoop, en niet
zonder eenige reden, twee van huune
kandidaten triomfantelijk de Kamer te
zien binnen trekken. Doch onze catholie
ke bevolking door het. stemmen van
die nieuwe wet eenige stonden verbaasd
had zich hernomen, en dauk, aan het
ieverig werken van alleo.is de kiezing van
27 Mei 1900 eene nieuwe en schitterende
zegepraal voor de catholieke Party ge
weest I
Wel is waar, is de catholieke Meerder
heid in de beide Kamers zoo talryk niet
dan iü het verleden Het behouden eener
zoo groote meerderheid waa echter eene
onmogelijkheid mot de toepassing van de
evenredige verteganwoordigiug. Maar de
hoop van ons allen is ovortroffen: Het
catholiek Ministerie beschikt in deKamer
van Volksvertegenwoordigers over eene
meerderheid van 20 stemmen
De 27 Mei 1900 was dus een heuglijke
dag voor gansch het catholiek België
Voor het catholiek Arrondissement van
Aalst was het eene eervolle overwinning
Drie van onze catholieke Kandidaten,onze
diepbeminde Staatsminister, M. Woeste,
Mijnheeren De Saedeleer en Baron
Bethune waren gekozen. Sedert de laatste
kiezingen had do catholieke Partij 5000
stemmen gewonnen. Onze tegenstrevers
bekwamen slecht» een zetel. Wij had
had het genoegen te zien dat de diepge-
EEN VERHAAL
1* Vervolg.
De avond was regenachtig. Donkere wol
ken hingen aan den hemel, en de wind streek
koel door het dorp. Bij het laatste huisken
stond Frans stil. Het was eene kleine half-
vervallen hut, waarin een man woonde, dien
oen in de wandeling Ling-Hans noemde, en
voor een der stoutste en ervarendste smokke
laars in den heelen omtrek hield.
Frans klopte aan, doch kreeg geen ant
woord. Eerst toen hij nogmaals sterker klop
te, riep eene barsche stem van binnen.
Wie daar
Doe open, Hans, ik ben't, wever Frans.
Wat duivel Wacht, ik kom al. De
zware voetstap van een man dreunde in den
gang, de grendel werd afgeschoven en de deur
geopend.
Wat komt gij hier zoeken, Frans Kom
binnen hier tusschen deur en dorpel is 't
niet goed te klappen. Zij traden in de kamer,
en Ling-Hans stak de lamp aan. Hij was eene
krachtige, gedrongen gestalte met breede
borst en breede schouders, waarop een vier
kant hoofd met kleine, heldere grauwe oogen
rustte, die echter eene goedaardige uitdruk-
king hadden.
Maar wat scheelt er aan Gy zijt zoo
wit als hier de muur. Is het niet goed, man
Wat valt er dezen nacht met een gang
over de grenzen te verdienen bracht de ge
vraagde stotterend uit.
Dezen nacht ga ik niet.
Do smokkelaar zag Frans scherp en eenigs-
zins wantrouwig aan.
Zie maar zoo donker niet Denkt gij
dat ik u aan de groenen wil verraden Ik
vraag om andere redenen gij hebt nog twee
man noodig, heb ik van langen Steppe ge
hoord, neem mij meê
- U U De smokkelaar zag hem met
groote oogen oan. Hoe komt gij op dien inval
Hoor hoe slecht weèr 't gaat worden boven
op de bergkammen waait het een'storm. Gy
zijt dat niet gewoon 't is geen kinderspel
Dat weet ik en ik weet ook waarom ik
het wil. Wilt gij mij meênemen, en wat brengt
het op Hij vroeg haastig en op dringenden
toon.
Nu, het is mij gelijk, wien wij nog heb
ben. Maar ga zitten en vertel, hoe n dat zoo
op eens in de hersens is gekomen.
valle partij der vervolgers en aanklagers
ODzer catholieke bevolking, de wraak
zieke geuzenparty, door eenige vreemde
Gelukzoekers aangevoerd, om zoo te zeg
gen onder de algemeene verachting is
verpletterd geweest haar kandidaat be
kwam een belachelijk getal stemmen.
En wat ons evenveel voldoening ver
schafte was te zien dat de vierde man
die zich te Brussel had voorgesteld amdat
hij zich verzekerd achtte aldaar oen zetel
ken met de zoo betrachte 4000 ballekens
te veroveren, tusschen twee stoelen in
d'asacheu is gevallen.
Ja, Mijnheeren, die schitterende uitslag
is aan u allen te danken Het is uw wer
ken van alle dagen het zijn uwe zelfop
offering en uwe kloekmoedigheid in den
strijd die moeten aanzien worden als de
ware oorzaken van de onophoudendo
zegepralen der catholieke Partij in onze
Stad en in ons Arrondissement. Ook,
Mijukeereu, is het met vreugde en fier
heid dat ik, in naam van onzen Ryders-
bond, aan al onze catholieke strijders, en
in het byzondor aan u, vrienden, bet
puik dier strijders, toeroep Hebt dank,
duizendmaal dank voor al wat gij in het
verleden gedaan hebt en volherdt in de
toekomst I
Ik sprak daar zoo even, Myuheeren,
van onophoudende vervolgingen door ze- 'J
kere kliek tegen de groote meerderheid
der Aalstersche bevolking gericht. Ik
mag niet vergeten, te dier gelegenheid,
hulde tc brengen aan twee leden van
onzen Rijdersbond: onze achtbare Volks
vertegenwoordiger, Mr Baron Bethune,
cu Mr Prosper Koppens. Gedurcude lange
maanden, zijn die vrienden, het mikpunt
geweest der lasterende pijlen van al onze
tegenstrevers. Op alle wijzen wierden zy
beleedigd en belasterd. De uitspraak van
bet Verbrekingshof, die u allen bekeud
is, heeft hen gewroken van die lasterende
aanvallen, en de grootsche betoogiog die
de straten onzer stad doorkruiste, heeft
bun getoond dat in de dulle aanvallen die
zij onderstonden voor het goede, gansch
de deftige bevolking van Aalst aan hunne
zijde stond.
Integendeel komt diezelfde bevolking
gisteren nog hare verachting te toonen
voor de vreemde gelukzoekers en poli
tieke kreemers die zich van de oude libe
rale partij hebben meester gemaakt.
Immers sedert meer dan eene maand bad
de kliek van Ankeren Zonne, Lecrken en
Topken eene monsterbetooging op touw
gezet ten voordeele van zuiver algemeen
stemrecht en evenredige vertegenwoordi
ging. Geheel de bevolking van Aalst was
uitgenoodigd om er deel aan te nemen I
Transparanten wierdan uitgehangen 1
En eilaas I gisteren had die betoogiog
alhier plaatsin den donkeren.
Heeft men ooit te Aalst belachelijker
stoet gezien 't Was van den manken
hennen I
Er namen geene 200 groote menschen
deel aan. Geen enkel liberaal van eenig
gezag was er by te zien I
De kinderstoet met veel moeite aan-
eengeraakt, voorafgegaan van een oprecht
barakkenmuziek, na eenige straten druip-
neuzend te hebben doorslenterd is onder
de algemeene onverschilligheid en ver
achting onzer bevolking, van armoede
uiteengegaan.
Ten allen tyde voelde de ware Vlaming
walg voor aanklagers en speurhonden I
In de laatste zittijd is onze achtbare
Volksvertegenwoordiger,Mr De Saedeleer,
als Voorzitter der Wetgevende Kamer ge
kozen. De wolverdiende eer Mr De Sa-
deleer in die omstandigheid aangedaan,
straalt terug over gansch het Arrondisse
ment Aalst. Ons Arrondissement mag
hoogst fier zyn den Voorzitter vaD de
Kamer onder zijne Volksvertegenwoordi
gers te tellen. En wij zijn er van over
tuigd, bet zal voor dou achtbaren lieer
De Sadeleer eene aanmoediging wezen
om, zoo het mogelyk is, meer en meerde
belangen van ons Arrondissement te be-
hertigen. Dat hij hier de warme groeten
van al de leden onzer Maatschappy ont-
vange
Ziedaar, Mijnheeren, de bijzonderste
feiten op het politiek gebied voorgevallen
en aan dewelke de leden onzer Maat
schappij deel hebben genomen. Het is te
verhopen dat wij gedurende eeuige jaren
eene welverdiende rust zullen mogen
genieten. Dit wil echter niet zeggen,
Mijnheeren, dat wij het werk moeten
staken. Ik kom het over eenige stonden
te verklaren bet is aan ons onophoudend
werken dat wij de zegepralen te danken
hebben, welke wij sedert lange jaren in
ons Arrondissement behalen. Onze vyan-
den daarenboven slapen nietzij zijn
nimmer te vroden met de evenredige ver
tegenwoordiging. Dit kiesstelsel heeft hen
de vorwachte diensten niet bewezen, want
de catholieke Meerderheid blijft recht.
Nu willen zij ons, door geweld en oproer,
door zweerd en vlam, gelijk onze groene
helden het in hunne bladen aankondigen,
het algemeeu stemrecht opdringen. Laat
ons tegen die eischen uit al onze krachten
opkomen. En dat van hooger hand ook
eene krachtige houding het gelukken van
de plans onzer vijanden weto te beletten.
Om te eindigen, laat ons, Mijnheeren,
de hoop koesleren dat de catholieke Vlag
nog lange jaren in ons Arrondissement en
in onze Stad van Aalst zegevierend wap-
pere. Het is, Mijnheeren, den wensch
welken ik uitdruk en welken wij, ik ben
er van overtvigd, met Gods genade en
met de medewerking van al onze catho
lieke strijders, zullen verwezenlijken.
Leve de Bokkenrijkers
Leve de catholieke partij
Beiden namen aan de tafel plaats, en Frans
vertelde in korte woorden in wat omstandig
heden hij verkeerde.
De smokkelaar luisterde belangstellend toe.
Gy zyt een goede, brave ziel, Frans
Kon ik n helpen, ik zou het met hart en ziel
doen, zonder dat gij zoo een stuk had te
wagen.
Hy drukte hem de hand. De gang van dezen
nacht kan voor ieder op zyn hoogst vijftien
gulden opbrengen.
Vijftien gulden, herhaalde Frans, dat
helpt mij niet. Hy liet treurig het hoofd han-
gen.
Zorg daar niet voor ik leg het te kort
er by.
Frans zag twijfelend op, doch de smokke
laar zag hem zoo trouwhartig aan, dat hij de
hem toegesteken hand wel aannemen en toe-
Btaan moest.
Ik dank u, Hans misschien kau ik u
nog eens vergelden, wat gy voor mijne oude
moeder doet.
Spreek niet van vergelding, het zou niet
goed wezen dat alles vergolden werd.
Zij bespraken nu het eene ander over het
voorgenomen werk van dien nacht. De oude
hangklok sloeg negen ure.
Nog drie volle uren, zegde Lios-Hans
gy moet nog wat slapen en ik zal u op tijd
wekken.Uwe krachten schieten anders tekort
Hij wees hem zyne legerstee, waarop Frans
zich uitstrekte, schoon hij lang den slaap niet
kon vatten. De smokkelaar stapte in ernstige
gedachten verdiept de kamer op en neer de
kinderlijke liefde van Frans had hem getrof
fen. Die wilde eene gevaarlijke baan betreden
om voor zyne moeder het huisken te redden,
waaraan haar hart hing.
Ling-Hans voelde neiging om den jonge
ling daarvan terug te houden hij zelf had
heden een wonderlyk gevoel van beklemd
heid. Hij had dien tocht over het gebergte
duizendmaal ondernomen en Dooit had hy
zich over den nitslag bezorgd gemaakt zooals
juist heden, nu de eenige zoon eener arme
weduwe zich aan hem aansloot en zyn lot als
't ware in zijne hauden legde. Hij moest dus
wel instaan voor den jongeling die voor het
eerst deze ruwe baan betrad. Als men hem
verraste, als Frans, de hoop en de steun
zijner moeder, gevangen, ja zelfs gedood
werd, hy kon, hij durfde zich dat niet
voorstellen.
't Sloeg elf ure. Wat ging die tyd toch
langzaam voorbij Hij nam twee lange pisto
len uit eene oude kas, die in eeu hoek van de
kamer stond zij waren geladen. Onwillekeu
rig zag hij naar haan en slotzouden ze mis-
Bchien te pas komen Hij legde de wapens op
de tafel en trad aan de legerstee, om Frans te
wekken 't werd hem byna te benauwd in
het kleine vertrek, want de wind sloeg op da
luiken dat de ruiten kletterden en de gebrek
kig sluitende deur knarste en kraakte.
Frans lag rustig hij sliep. De jongeling
sliep zorgeloos, een stille vrede lag op zijne
bleeke trekken, en hij droomde van geen ge
vaar. Hans had den moed niet hem te wek
ken nog eens begon hij zyne wandeling
weêr, nog eens hield hij zijne wapens bedacht
zaam in de hand, daar sloeg het kwart voor
twaalf, nu moest het zijn. Zacht schudde hy
den slapende.
't Is tyd sta op
Frans was opgesprongen hij zag rond, in
't eerste oogenblik niet wetende waar hy was.
Uierneem deze stok en deze pistool
Een pistool, waartoe? Gy zyt toch niet
bang, dat...
Bang ben ik niet; maar neem het toch....
voor de zekerheid. Hij drukte Frans het wa
pen ia de hand werktuigelijk stak deze het
bij zich.
liet licht in de kleine hut werd uitgebla
zen de beide mannen traden in de koude
vochtige nachtlust. Eene rilling liep Frans
over de leden, en stom en zwijgend volgde hy
zijnen leidsman naar den kant van het ge
bergte.
(Wordt voortgozet.)