Donderdag 22 November 1900 5 centiemen per nummer 35ste .laai 5322
STAP voor STAP.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Opgelet
Alwie zich voor een
jaar aan DEN DEN
DERBODE abonneert,
ml hem van nu tot
Nieuwjaar gratis ont
vangen. Alen kan ons
blad vragen in het Post
kantoor waardoor men
bediend wordt, aan den
Postbode die de brieven
brengt, of met naar ons
Bureel te komen of te
ichrijven.
Brave Kerels
De vernieting
van hel onderwijs.
De drij vrienden
van den mensch.
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens. Korte Zoutstraat. N. 31,
en in alle Postkantoren des Lands
Cuique etuum.
Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
tteeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
uijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te «endeD ten Bureeie
van dit blad
Aalst, 21 November 1900.
Als de kieziügen voor de deur staan dan
komen de socialisten af, zacht en braaf
lijk goede lammekens. Zij hebben echter
een masker op om de eenvoudige men-
schen te bedriegen, doch inwendig droo-
meD zij van Diets anders dan van moord,
geweld en oproer.
Om aan te toonen dat de gedachten van
geweld, moord en oproer, wel de hersens
hanteeren van de socialisten, gaan wij
hier en daar uit de werken van roode
meesters, eenige uittreksels knippen, die
het officieele program steuen
Op bladzijde 24 van het communistisch
manifest, van Marx en Engels lezen wij
Het politieke geweld, in eigenlijken zin,
is de ingerichte macht van eene klas tot
onderdrukking eener andere. Wanneer
het proletariaat in strijd tegen de burgerij
rich noodzakelijkerwijze tot klas vereenigt
en door eene omwenteling zich tot heer-
schende klas maakt en als heerschende
klas door geweld, de oude voorwaarden van
Toortbrengiug doet verdwijnen... enz.
Die aanvoerders dachten dan ook aan
geweld en omwenteling, en men zal allicht
beseffen welke vormen die omwenteling
in hun gedacht aannemen moet, wanneer
men zich herinnert dat Karl Marx Diet
ophield te herbalen Men moet het volk
ien haat aanleeren. - Hij was immers
overtuigd, dat geweld alleen, eene maat
schappij tot stand brengen kan.
Kleine zangers treden dan ook in nade
re bijzonderheden. Wij halen ze aan met
de hoop, dat de werklieden, ze wel eons
zullen willen overwegen.
- Dat vele socialisten, schrijft H. Ger
hard, in zijn verzamelde en achtergelaten
opstellen ParlemeDtarism en wetge
ving, bl. 145, weinig hoop hebben door
de stembus te zullen overwinnen en daar
om steeds het oog op barrikaden of iets
desgelijks gericht hebben, hier voor be
staan helaas maar al te veel redens.
Barrikaden lijk in 1871, ten tijde der
Parijsche Commune I
Diezelfde schrijver stelt zich de vraag
wat er den dag na de revolutie sal gebeu
ren 1 Hij antwoordt
Moet men nu reeds met zekerheid
kunnen zeggen, wat men het allereerst
moet doen den dag na de revolutie. Velen
hebben getracht hierop een antwoord te
geven, maar niemand is er goed inge-
slaagd; 'i is mijn beduukens ook niet wel
mogelijk. Men kan immers niet met juist
heid zeggen hoe de zaken alsdan zullen
staan, en ook zal die stand van zaken op
vele plaatsen zeer verschillend wezen.
Blanqui, een Fransch revolutionDair,
meent dat men moet beginnen met
aan alle fabrikanten, handelshuizen
en werkbazen orde te doen toeko
men, hunne kantoren, magazijnen
en werkplaatsen open te houden,
en de werklieden en bedienden op de ge
wone wijze te laten doorwerken, tot dat
het volk daarover beeft beslist. Vervol
gens moet men de zwarte bende,
hij bedoelt de geestelijkheid en
de hooge aristokraten, over de grenzen
jagen. (Op. cit. bl. 170).
Daartegen komt Gerhard op. Niet weg
jagen, roept hy, (bl. 170) Neen, 't is
beter gevaarlijke personen in de nabijheid
houden, soodat men er de hand kan op
leggen als het noodig ts.
Ik geloof dat de Communards in 71
verkeerd hebben gehandeld, met hunoe
vijanden ongehinderd uit Parijs te laten
vertrekken. Men had die vp de kraag
moeten houden en zeggen wilt ge met
ons meêwerken, dan zal u geen leed ge
schieden, maar bij het minste verraad dan
rolt de kop er af-
Hoort gij dat werklieden Dat is
vrijheid die u wacht als de socia
listen tot het ongeluk van jhet ge-
heele menschdom, eens meester
zullen zijn.
Het zal er anders 'toegaan dan onder de
FraDscbe onwenteling, onzaliger memo
rie. Êen socialistische schrijver, P. Argy-
riades, geeft ons de huiveringverwek-
kende pioportie van 70 tot 70,000
Voor 70 die er gevallen zijn alsdan,
zullen er 70,000 ter aarde rollen, bij ée
aanstaande maatschappelijke omwente
ling, met Anseele, de tyran aan 't hoofd.
Menschen, opgepast 1
Onze tegenstrevers vallen de catholieke
regeering bij voorkeur aan op schoolge
bied. Het klinkt in hunne ooren wellicht
uiterst gewichtig, wanneer zij komen be
vestigen dat het Staatsbestuur het open
baar onderwijs ten onder brengt, en zij
daarby dan eenige namen kunnen aanha
len van gemeenten, waar de officieële
school werd afgeschaft.
Wat die schreeuwers daar gewoonlijk
vergeten bij te voegen, dat zijn de be
weegredenen, die tot de afscbaffiog dier
gestichten aanleiding hebben gegeven.
Wij vinden in een catboliek blad daarover
eenige iulicbtiugen, die ons in staat stel
len onze lezers te laten oordeelen over de
boudiog der Regeeriug in deze kwestie.
De lijst der gemeenten, die gemachtigd
werden de officieële school af te schaffen,
telt 167 namen dit is zeker niet zoo
buitengewoon op een totaal van 2600
gemeenten, die België telt. Wat men
echter dient te weten is, dat die 167 scho
len sameD niet meer dan 695 leerlingen
telden, terwijl de vrije gestichten dier
zelfde gemeenten 21545 leerlingen be
vatten.
66 dier afgeschafto scholeu hadden
gecm-n enkelen leerling, terwijl de 101
overige samen 695 scholieren bevatteden,
't zy 6 leerliugeu per school. En deze
cijfers kunnen niet betwist worden, want
zij werden aan het Staatsblad ontleend.
Is de afschaffing van dergelijke scholen
die aan de gemeenten overgroote onkosten
veroorzaken, in zulke omstandigheden
wel te laken Wij zijn overtuigd dat geen
enkel onpartijdig man die vraag bevesti
gend zal beantwoorden.
Wy weten wel, dat onze tegenstrevers,
om toch eeoigen schijn van gegrondheid
aan hunne klachten te geven, de catho
lieke overheden beschuldigen, door aller
lei trukken en oneerlijke middelen, de
ontvolking der afgeschafte soholen te heb
ben bewerkt. Doch dit zijn maar bloote
beweringen, die nimmer gestaafd werden.
De ware redenen dier ontvolking is
overigens genoegzaam gekend. De heer
Ch. Rogier, een doctrinair Staatsman,
deed ze reeds bij voorbaat kennen iu
"1, wanneer hij in de Kamer zegde
Het schijut mij toe dat iedereen
't akkoord zou moeten zijn om te erken
nen, dat de tegenwoordigheid van den
priester in do lagere school voor 't onder
wijs van den godsdienst wenschelijk is...
Weet gij, Mijnheeren, waartoe men
komen zou met dit beginsel van uitdrij
ving des priesters uit de school Weet
gij welken uitslag gij verkrijgen zoudt
met den priester aan de deur te zetten
Dezen, dat onmiddelijk naast uwe lagere
school eeno andere school door den prir-
ter zou opgericht worden, die aan zyne
leiding zou onderworpen zijü, en dat de
leerliügen onze officieële scholen zullen
verlaten voor die der geestelijkheid.
De geuzen hebben den priester uit de
officieële scholen willen banDen en de
voorspelling van M. Rogier heeft zich
verwezenlijkt.
Dat zij de gevolgen dragen hunner on-
rechtveerdige handelwijze
EEN VERHAAL
NAAR
L. A. CHOAM.
2* Vervolg.
H.
Hoog boven in het gebergte, tegen de stam
men der zware pijnboomen geleund, stonden
eenige mannen. De wind blaasde nijdig kond,
zij pakten zich dichter in hnnne mantels.
Slechts nn en dan eens brak de maan even
door de granwe wolken en spiegelde zich in
hunne blanke geweGrloopen.
Zouden zij van dezen nacht wezenlijk
op wég zyn vroeg een hunner.
Ik heb mij niet vergist ik zag Ling-
HanB duidelyk met nog een tweede, die ik
niet herkennen kon, tegen twaalf uren den
weg naar de hoogte opgaan, antwoordde een
tweede.
-*■ Stil gebood de aanvoerder van
troep. Men zweeg. Uit de diepte van het dal
klonk in doffe slagen het tweede nor na mid
dernacht. De voerman luisterde gespannen
naar éénen kant uithij verbeelde zich een
kraken,alsof een menschenvoet op een dorren
tak treedt, te hebben vernomen hij staarde
met voorover gebogen hoofd in het donker
uit en meende een donkere gedaante uit het
bosch te zien komen, entoen nog eene,"""
eene, tot zes toe.
Man voor man gingen de smokkelaars op
het smalle voetpad voort. Ling-Haus voorop,
na hem Frans, de laatste in de rij was Lange
Sepp, allen gebogen onder den last van zware
balen. Op eeDS bleef Hans staan zijn scherp
oor had het knakken van een haan gehoord,
en vaster pakte hy den greep van zyne
pistool. De mannen stonden als de hoornen,
die hen omgaven. Frans hoorde zyn hart
kloppen. Hij dacht aan zijne moeder, aan de
woorden die zij gesproken had, voordat hy
haar verliet, en huiverend moest hij aan het
onheil denken dat nu licht hem en dns ook
r arm treffen kan. Zyne lippen bewogen
zich tot een stil gebed.
Hans was een oogenblik besluiteloos wat
te doen maar daar kwam de maan door,even
lang genoeg, om beide partijen elkander te
laten onderscheiden. Schot volgde op schot.
De smokkelaars, door het geschreeuw der
grensjagers verschrikt, en meenende eene
Dubbel verblijf. De volgende
wyzigiugen ziju gebracht aan de regelin
gen van het houden der bevolkingsre
gisters.
Art. 1. Artikel 4 van het koninklijk be
sluit van 31 October 1866 wordt door den
navolgenden tekst vervaDgen
De personen, die beurtelings in ender-
scbeidene gemeenten verblijven, zullen
ingeschreven worden op het register van
elke der plaatsen, waar zij verblijven.
Deze personen zullen echter, bij de be
paling van de veranderingen in de bevol
king, maar in aanmerking komen in de
plaats waar zij, volgens liDDne verklaring,
hun hoofdverblijf hebben, cn bij ontsten
tenis van verklaring, in deze, welke de
meest bevolkt is.
Een man had drij vrienden twee wa
ren hem uitermate lief, de derde was hem
bijna onverschillig, alhoewel hij nochtans
eene rechtzinnige liefde van hem genoot.
Op zekeren dag, werd de man voor de
rechtbauk gedaagd en, alhoewel onplich-
tig, van eene groote misdaad beschuldigd.
- Wie van u, zegde hij aan zijne vrienden,
kan mij vergezellen en mij als getuige tot
ontlasting dienen Want eene groote be
schuldiging weegt op mij en de rechters
willen mij straffen om tot voorbeeld aan
anderen te dieneD.
De eerste zijner vrienden zegde hem
niet te kuunen vergezellen, omdat hij
door zijnen handel belet was. De tweede
vergezelde den man tot aan de deur van
bet Justiciepaleis, bleef daar staan en
keerde onmiddellijk terug, de woede der
rechters vreezen-le. De derde, op welken
hy het minste gerekend had, trad binDen,
sprak te zijnen voordeele en bewees met
zooveel overtuiging de onschuld van den
man, dat do rechters de vrijspraak uit
brachten.
De mcnsch heeft ook drij vrienden op
de wereld het geld, zijne familie en zijue
goede werken. En hoe bedragen zich die
drij vriendeD als de mensch geroepen
wordt om voor Gods rechtbank te ver
schijnen Het geld, de geliefkoosde
vriend, verlaat hem eerst en gaat tot
anderen over. Zijne familie en vrien
den volgen bem tot aan het graf, waar
zij nog eenige tranen storten en dan
naar buis terugkeereu. De derde vrieud,
waarmede bij zich zoo weiDig gedurende
het leven bekreunde, zijn de goede wer
ken, de gebeden, de aalmoezen zij alleen
vergezellen hem tot voor den rechterstoel
van God, gaan hem voor, spreken te zijnen
voordeele en doen hem genade en berm-
hertigheid vinden. Brave lezer, zorg voor
zulken vriend.
overmacht voor zich te hebben, wierpen
hunne pakken weg en droDgen in het bosch.
De maan verdween weer achter de wolken
zij had haar werk verricht. Frans, ontsteld
door die ongelukkige ontmoeting, stond een
ommezien en voelde 't warm bloed over zijne
hand loopen hij was aan den linkerarm ge
kwetst. Hier in het bosch kon hij toch niet
blijven men zou hem daar pakken, want
niettegenstaande de donkerheid zetteden de
grensjagers de vluchtelingen na. Hy vluchtte
in de richting van het open veld hy voelde
zijne krachten hem begeven maar toch kon
hij niet uitrusten. In het eind zag hij eene
kleine hut, als daar in het gebergte meer
voorkomen, om gedurende de zomermaanden
den herder of eene melkmeid tot verblijf te
dienen. Op die blokhut snelde hij toe en
klopte aan.
Om Kristus bermhertigheidswille, doe
open I
Wie zijt gy vroeg eene vrouwelijke
stem.
Een arme gewonde. Laat mij nist om
komen de grensjagers hebben mij getroffen.
Dat gelakte, want met de groenen n was
men ier boven niet zeer ingenomen. De
kleine deur ging open en een meisje,
hoerendracht, kwam buiten. Zy bracht den
Gelukkige tegenstrijdigheid.
De Patrie van Brugge meldt dat M. Karei
Van Hecke, uitgever van den Avenir des
Flandres en vroeger ook van den groven
en gemcenen Westvlaming, woensdag
avond te Brugge overleden is in den
ouderdom van 74 jaren, na de laatste
hulpmiddelen van onze Moeder de
H. Kerk ontvangen te hebben.
De bladen welke M. Van Hecke uitgaf
waren de organen «Ier vrijmetselarij en
maakten hun dagelijks werk van het spot
ten met de H. Kerk, hare bedienaars en
hare plechtigheden. Vooral do Biecht en
het H. Sacrament des Altaars dienden tot
mikpunt voor hunne zoutelooze spotter
nijen.
Wij verdenken M. Van Hecke niet die
schimp en smaadartikels tegen den Gods
dienst, Kerk en Priesters geschreven te
hebben. Doch hij heeft erin toegestemd
dat zij, onder zijnen naam en verantwoor
delijkheid, in 't licht gegeven werden.
In 't aanschijn van den dood echter
heeft M. Van Hecke, evenals zooveel an
deren die hem zyn voorgegaan, de lee
ring van die schimp- en spotbladen ver
loochend en zijne toevlucht genomen tot
dienzelfden Priester welken zij als eenen
misdadiger of bedrieger voorstelden en
tot dezelfde hulp- en troostmiddelen der
H. Kerk, welke zij mommerijen en boe
renbedrog noemden.
Alzoo zien de goddelooze bladen niet
alleen hunne uitgevers maar zelf zoo
als nog onlangs te Gent hunne opstel
lers, op hun sterfbed de loering omhel
zen, of liever tot de leering terugkeeren
welke zy, gedurende hun leven be
schimpt, bespot en bestreden hebben.
Dat is verheugend en aanmoedigend
voor ons, catholieken, daar het bewijst
dat wij, volgens onze hevigste tegenstre
vers zei ven, op den rechten en goeden
weg zijn. Doch het geeft stof tot droevige
overdenkingen voorde talrijke slachtof
fers der goddelooze propaganda, die zich
daardoor van dien goeden weg hebben
laten afbrengen en soms den moed, of
beter gezegd de genade niet meer hebben
om op hunne verdwaalde stappen terug
te keeren. Fondsenblad
bleeken jongen man in het kamerke en sloot
de deur zorgvuldig weer toe.
Met liefderijke zorg onderzocht en verbond
zy zij De wonde, die gelukkig van weinig be-
teekenis was. Het groote kind kreeg de tranen
in de oogen, toen hij vertelde wat hem tot
het betreden van dezen weg bewogen had.
Hoe kan ik u danken, meisje, dat gy
zoo goed en vriendelijk voor mij zijt
Zyn oog viel op eenige veldbloemen, die
in een glaa op tafel stonden.
Hebt gij die bloemen geplukt
Wie anders. Ik huü veel van bloemen.
Geef mij dat bloemtuiltje tot eene ge
dachtenis meê.
Zy gaf het hem, en zwygend stak hij de
halfverwelkte bloemen op zijnen hoed.Beiden
waren eene poos stom. Eiudelijk trad het
meisje aan de kleine raam, om eens naar de
lucht te zien. Zij verschrikte en wees i
buiten. Frans Bprong op. Twee grensjagers
kwamen op do hut toe.
Tot vluchten is het te laatBohielijk
naar boven. Zy Btak hem half bij de leer op,
die naar de kleine zoldering leidde en boven
gekomen wierp hy zich op het hooi, dat daar
opgehoopt lag.
De jagers traden binnen en Frans hoorde
den eene vragen 1
Zy t gij hier alleen Is niemand bij u
Niemand.
Hm, ik zag hem dnilijk op de hut toe-
loopen hij is hier nog. Ook moet hij gezweet
hebben, want de bloedsporen laten zicht tot
hier volgen.
Het meisje veranderde van kleur, maar
herstelde zich toch en zegde op vasten toon
- 't Is mogelijk, dat een bij de hnt was
maar ingelaten heb ik niemand.
De vaste toon waarop zij sprak bracht
beidon aan het twijfelen. Frans lag met
ingehouden adem en luisterde. De gewonde
arm deed hem zwaar piju dit deed hem
j beweging maken en veroorzaakte ge
ritsel in het stroo,
Een der jagers had dit gehoord.
Zouden wy niet eens op den zolder zien?
Het meisje verschrikte het oog van
den vrager had doordringend op haar gerust
nn keei de hy zich naar de leer.
Zy ging voor hem staan.
Wat wilt gij boven Ik zeg u, daar is
niets.
Wij kannen toch eens nazien. Als er
niets is, wat hondt gij odb dan tegen Hy
drong haar op zy zij wilde hem vastbonden,
doch hy maakte zich los en drong naar boven.
(Wordt voortgezet.)