Zondag 9 December 1900
5 centiemen per nummer.
5581e Jaar 5527
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Opgelet
Alwie zich voor een
jaar aan DEN DEN-
DERBODE abonneert,
zal hem van nti tot
Nieuwjaar gratis ont
vangen. Men kan ons
blad vragen in het Post
kantoor waardoor men
bediend wordt, aan den
Postbode die de brieven
brengt, of met naar ons
Bureel te komen of te
schrijven.
Sparen
Hiervrienden
Petroolbranden.
DE
GIFTMENGSTER.
Vijand en Vriend.
Een apenkind.
Om reden, r ™ie,om ,T? be'
Waarheid en leugen.
DE DENDEFBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des bands
Cuique Miium.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op
3* bladzijde 50 centiemen Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Beeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiteriijk legen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad
Aalst, 8 December 1900.
Wie kent er de nieuwe wet niet, de
pensioenwet, die aan allen toelaat mits
eene geringe wekelijbsche bijdrage of be
sparing, eene pensioen in zijne oude
dagen te genieten 1
Hoe dikwijls wordt er niet gezegd van
de bedienden of beambten van 't Staats-
of Gemeentebestuur die menscben zijn
gelukkig, als zy oud zyn genieten zij een
goed pensioen.
Inderdaad die menschen, in dien zin,
zijn gelukkigzy moeten niet bevreesd
zijn dat ze bunnen oudon dag in armoede
zullen moeten slijten.
Maar men denke toch niet dat de men
scben, die ge zoo gelukkig acht, dit pen
sioen hebben verkregen zonder te sparen
Neen ditpeDsioen hebben ze moeten
verdienen. Ongeveer 3 fr. 50 c. per hon
derd wordt hun van hunne jaarwedde
jaarlyksch afgehouden om in de pensioen
kas gestort te worden.
Wie dus eene jaarwedde geniet van
1000 fr. wordt jaarlyks 35.00 fr. afgehou
den.
Welnu de nieuwe wet laat toe dat iede
reen mag storten om in zynen ouden dag
een pensioen te genieten.
Als men jaarlijks 35 franks stort, kan
men zich een pensioen verzekeren zoo
belangrijk als dit van een bediende die
eene jaarwedde geniet van 1600 fr.
Bij voorbeeld een storting met afgestaan
capitaal van 3 fr. jaarlyks, te rekenen
van zijn 21® jaar, geeft op 65 jarigen
ouderdom, eeu pensioen van fr. 204,34.
En om dit pensioen van fr. 204,34 te
kunnen genieten hoeveel moet men stor
ten van zijn persoonlijk geld gedurende
die 45 jaren 1 Wel maar 135 fr....
Dus wie gedurende 4ojareD alle jaren
3 fr. stort met afgestaan capitaal bekomt
op 65 jarige leeftijd een pensioen van
fr. 204.34.
Men mag meer storten en dan zal 't pen
sioen in evenredigheid grooter zijn.
De bedienden storten altijd met afge
staan CApitaal.
Men kan ook met voorbehouden capi
taal storten, 't is te zeggen, dat al het
geld dat gij gespaard hebt, aan u of aan
uwe erfgenamen worde teruggekeerd,
maar dan is 't pensioen kleiner. Bij voor
beeld bij die te beginnen van zyn 21 jaar
alle jaren 3 fr. stort zou op 65jarise
ouderdom maar en pensioen genieteu
vau fr. 111,13. Dus 93 fr. 's jaars min
dan met afgestaan capitaal.
Menscben spaart dus eu leert uwe
kiüders sparen 1
Wordt lid van eene spaargilde erkend
door den Staat.
Al wie maar wilt, kan een pensioen
'erkrijgen
Al wie maar wilt, kan rentenier van
den Staat worden I
Landbouwers, leest eu overweegt de
volgende aanhalingen. Zij bevatten lessen
die goud weerd zijn
Van Beveren in Valentino te Gent riep
den 3den September 1894 uit
«Wy willen de vernietiging der armoe-
de door de invoering van het collectief
- bezit van grondbodem en werkma-
teriëel.
Dus alles aau de heereu socialisten en
als zij al de landbouwers-hebben uitge
schud dau zeggeu zij Wij hebben de
armoede vernietigd.
Dat is enkel foorlawijd.
Nu een uittreksel uit Le Peuple, uit
een art. van Defnet (23 Juli 1894)
Het doel vau ons programma is den
grond, de werktuigen, het vercenigde
arbeidgetuig,'t is te zeggen,al de voort-
brengstmiddelen, met een woord het
capitaal, den gemeenen eigendom van
al de inwoners van hetzelfde land te
maken, n
Dat is goed. Maar wie zal zaaien en
wie zal maaien Zal ik inoogsten mogen
wat ik bewerkt heb? Dan zijn we net zoo
ver als nu. Zal een ander het recht heb
ben de vruchten van mijnen arbeid te
plukken Oh dan doe ik niet meer meê,
dat kan er niet meer door
Nu dat laatste denkeu de socios.
Het ding waar niet compleet gaven wij
ook he t woord niet aan Vooruit. Ziehier
wat hij uitbraakt
«Wij zullen de capitalisten ont-
eigenen zonder hun de minste
schadevergoeding toe te staan al
moest men ons voor dieven uit-
maken.
Algemeene onteigening zonder seha-
n devergoeding dat is dus ons middel en
- ons eenig doel 1
Gij heet dat stelen Maar hebben de
capitalisten al betgeen zij bezitten aan
den werkman niet ontstolen Op welke
wijze zijn zij anders rijk geworden
Hetgeen gij diefstal noemt, boeten wij
restitutie 1
Dat is zonder doekskeu geen minste
schadevergoeding I Wat gij bezit hebt go
ges;oleD. Volgens de socios heeft bet capi
taal recht op niets, de arbeid integendeel
recht op alles.
Beide dingen ziju overdreven. In medio
virtus tusschen in zit do waarheid I
Schier geene week gaat voorbij, of men
leest in de dagbladen van een of ander
ongeluk door petroolbraud veroorzaakt.
Hier is bet eene buurvrouw die om de
kolen in hare kachel wat spoediger vuur
te doen vatten, er petrool opgiet, maar op
betzelfde oogenblik door de hevig uit
slaande vlammen, zelve in brand wordt
gezet.
Daar is bet een meisje dat met eene
brandende lamp in de hand struikelt,
valt, in eenen oogwenk hare kleederen
vlam ziet vatten en slechts met groote
moeite en na verschrikkelijke brandwon
den bekomen te hebben, gered wordt.
Elders is het eene brandende lamp die
van zelfs ontploft, terwyl zy op de tafel
staat en schrik en vernieling rondom zicb
verspreidt, ofwel een petroolkomfoor, dat
springt en eenen vlammeustroom doet
outstaan die vreeselijke verwoestiugen
aanricht.
Wanneer men al die berichten leest
zou men wel gaan denken dat de petrool
eene van de gevaarlijkste vloeistoffen is
die er bestaan, indien men Diet wist dat
er talrijke huishoudens te vinden zyn
waar nooit een ongeluk door petrool ver
oorzaakt wordt.
Eu dit laatste moet volstrekt dan ook
geen wonder baren, waut petrool is inder
daad geene zoo gevaarlyke vloeistof als
velen denken.
Zoo ook ontploft de petrool niet licht
in eene lamp of komfooropdat dit
kuone plaats hebben moeten er zekere
voorwaarden bestaan die maar zelden te
zamen aanwezig zyn.
Er moeten zicb namelijk 8 deelen lucht
in 't bijzijn van 1 deel petrool bevinden,
voor eene ontpluffing plaats zal hebben,
en dit gebeurt nooit wanneer men er voor
zorgt dat lampen en komfooren niet bran
den als er schier geene olie meer in is.
Hiorop lette men dus goed en men zal
geene ontploffingen te vreezen hebben.
Wat de twee eerstgenoemde soorten
van ongelukken betreft, die zijn nog ge
makkelijker te vermyden. Want indien
bedoeld meisje in plaats van met eene
lamp de trappen op- en af te loopen daar
toe eene kaars of eeu lantaarntje had
gebruikt, en zoo die buisvrouw wat pe
trool op de boleD gegoten had eer tij de
hachel begon aan te maken dau zouden
beide vrouwen niets te duchten hebben
gehad.
45* VERVOLG.
Nu vraag ik u vergiffenis ik meende mijn
onrecht sedert goed gemaakt te hebben en zoo
niet eene moeder den toch eene vriendin ge
weest te zijn.
Gy 1 n liep Gabriëlle, die met moeite
haren toorn kon weerhouden. Weg metu
ellendige wilde zij haar toeroepen. Want
deze vrouw was voor haar een monster, zij
was bet, die Lachenat tot een moordenaar en
daarna tot haar echtgenoot gemaakt had. En
nu stond zij daar als verpletterd, hare schuld
bekennende en zich beklagende, dat men haar
niet met open armen ontving.
Toen ik opgehouden heb hem te bezoe
ken, n begon zy weder, u weet ge wel, dat
dit niet uit vryen wil gebeurde, maar daar
door zeer geleden heb.
En eindelijk komt ge hem bezoe
ken n
u Ja, omdat ik vernomen heb, dat hy
in groot gevaar is.
Ach, riep de jonge vrouw, genoeg
met die leugens. Zeg het tuch ronduit, by
dien gy hier zoekt, is uw zoon.
- Hemel, weet gij dat Maar goed
des te beter. Ja, hij is mijn zoon, de ondank,
bare, die mij verdreven heeft en dien ik nog
altijd bemin Ik meende, dat hij dood was
en verloren eerst op vijf en twintigjarigen
leeftijd leerde ik hem kennen, en toen heb ik
hem bemind en my voor hem opgeofferd. Ik
gaf hem tot echtgenoote de schoonste, de
beste der vrouwen. En toen ik hem geluk
kig gemaakt had, verdreef hij mij plotseling
uit zijn huis.
u Deukt gij, vroeg Uabriëlle koeltjes,
u dat uwe tegenwoordigheid alhier eene guns
tige uitwerking zal hebben n
u Het is lang geleden, dat ik hem niet
meer gezien heb. De oorzaak zijner ontevre
denheid zal nu wel verdwenen zyn. n
u Meent gij dat wezenlijk vroeg Me
vrouw Lachenal.
De bezoekster schrikte zij zag iu, dat
hare stiefdochter een gedeelte barer geheimen
kende. Zij wist misschien alles Kende zij de
moordenaars van haren vader O, dacht zij
bij haar zelve, indien dat het geval is, ben ik
verloren Hare angst ging zoo ver, dat zij
voor Gabriëlle op ds knieën viel.
u Beken het maar, riep deze, dat gij al
leen gekomen zijt om plannen te beramen om
uw hoofd te redden. Catharina nw slachtoffer
zal eindelijk spreken, niet waar Zy zal
haar leven niet voor het uwe geven en tot de
rechters zeggen Gij hebt my veroordeeld,
omdat ge mij niet gehoord hebtheden zult
ge mij vrijspreken, wijl ge my hoort. Neen,
ik ben de giftmengster niet, maar die, welke
my deed vluchten.
Gabriëlle smeekte de ellendige met
bevende, opgeheven handen.
Dat is de ware moordenaarster, die
mij geld gegeven heeft, die het vergift in
mijne kleederen gestrooid heeft. Zoekt nu
zelf of zij medeplichtigen had zal Catharina
zeggen.
a Dood mij n riep zij op de knieën lig
gende, maar klaag my niet aan
Dus vreest ge nog altyd de straf
Mevrouw de Fairières stond langzaam op
u Gabriëlle, ik vrees meer de straf voor hem,
dan voor mij, want ik ben alleen, oud, ziek,
en sta op den rand van 't graf. Maar myne
gevangenneming zal zeker de zijne ten gevol
ge hebben, want men zal inzien dat hier een
bekwamer hand iu 't spel is, dan die eener
vrouw. Hy zon verloren zijn, hij, gij en uw
kiad, dat zijnen naam draagt. Laat hem mij
daarom zien om onze vlucht of onze verdedi
ging te bespreken.
a Gij boezemt my afschuw in, gy zult
hem niet zien Indien de benl een offer
vraagt, zal het daar zijn, al moest ik hem zelf
aanklagen, ik zal nooit toestaan, dat eene
onschuldige veroordeeld wordt. Verstaat ge
Branden over 't algemeen en petrool
branden in 't bijzonder ziju gemakkelijker
te voorkomen dan te hlusscben men
neme dus zorgvuldig deu hier gegeven
raad in acht, en make dien ook zooveel
mogelyk ruchtbaar, eveüals deu vol-
geuden, die dienen kan bij het bestrijden
van petroolbranden waar er nog zulke
zouden ontstaan.
Petroolbranden blusschcn met water
gaat niet, maar er zijn twee stoffen waar
mede meu eiken petroolbraud spoedig kan
dooven, namelijk melk en zand. Melk is
een nog al duur bluschmiddel, maar zand
is goedkoop genoeg om door elkeen te
kunnen gekocht worden. Ieder weze er
dus op bedacht steeds een met zand goed
gevulden emmer in de woonkamer te heb
ben, als hulpmiddel waar het nood zou
doon.
Dat is alles wat ik over de petroolbran
den te zeggen had. Daar wil ik nog aan
toegeven dat van de verschillende soorten
van verlichting, die tot dusverre prak
tisch bevoudeu werden, elektriciteit en
petrool het minst kosten en bovendien
onder bet branden, minder dan ander
licht de omgevende lucht bederven. Wy
doeq; dus voor onze gezondheid en voor
onze'geldbeurs beter petrool in onzo wo-
uiDgèn te gebruiken dan olie of kaarsen.
Onze lezers kennen do edelmoedige
g. voelens waarmeè onze groene .dema
gogen bezield zijn jegens al wat min of
meer naar Catholiek of Kerk riekt.
Wie daaraan een oogenblikje twijfelt
die leze de volgende aanhalingen. De
eerste is van advocaat Flankaert en beeft
de kolommen versierd van het fameus
orgaan van den opgeschorste de tweede
is van Liebknecht een Duitsche socialist,
niet een onbekende, maar de grooto chef
die jareD lang het bevel, een onbeperkt
gezag over de socios voerde.
Van meester Flankaert {Volksteever
16 November 1900.)
Men weet ook wat het aan do catho-
lieke Kerk gekost heeft, met haar zoo
lang aan de zijde te scharen van konin
gen eu edeleu en zich te stellen als een
dam tegen de vrijheid en de ontwik
keling {sic) der volkeren.
De helft der catholieken van Europa,
't is te zeggen van do beschaafde wereld
zijn haar daardoor ontsnapt.
Dat is een kolossale leugen, zoo groot
als de ëiffoltoren Eu meester Flankaert
noemt zich christen echt merk, als
't u belieft, de andere ziju phariseërs 1
Nu eenige woorden van socialist Lieb
knecht. Hij sprak die uit in 1894 in den
Duitscben Rijksdag
De catbolieko Kerk bezit eene ont-
zaggelyke levenskracht. Het protes-
taolisme beeft zicb altijd verlaagd van
Luther af tot op onze dagen, met zich
den knecht te maken van het tijdelijk
gezag 't is hetgeen de catholieke
Kerk nooit gedaan heeft, n
Dat komt van eon vyand, die alle
belang heeft de waarheid te verzwijgen.
Maar Liebknecht was rechtzinnig en loo
chende het licht niet.
Meester Flankaert staat net zoo hoog
als onze Dendorgalmers en heeft zooveel
logiek als zij Leven do grondwettelijke
vrijheiden I roepen zij en zij schrijven
terzelfdertyd Wij ook wij meenen dat
het beter is priesters en paters te ver
bannen. O
Op wal peil is meestor Flankaert nu
toch versukkelt I.
Er is geen hemel men weet er niet of de
menscb eene onsterfelijke ziel heeft, of
God bestaat want dat is een mysterie,
beweert dit vernuttig blad.
Als men niet weet of God bestaat weet
men ook niet of God de wereld geschapen
beeft.
Vanwaar mag die dan komen Als God
den meDSch niet geschapen heeft hoe is
de menscli iu 't leven geroepen Vanwaar
is hij gekomen Waar gaat hij naar toe
Voor ons, christenen, antwoordt do
catechismns klaar en duidelijk op al die
vragen. Maar Dendergalm veracht den
catechismus, bij misprijst dat boekskeD.
Zou hij wellicht denkeu, onze armtieri
ge, dat de mensch de zoon is van een aap,
oen apenkiud
Hij moet toch iets denken die diepe
vrije denker het is beneden zyn waar
digheid te zeggen ik weet het niet. Er
is geen uitkomen aan of de mensch is
door God geschapen of is door een aap
geteeld.
Dendergalm zal voor 't laatste zijn
voor hem is de mensch een apenkind.
Do voorvader der libe
ralen, de verachtelijke Voltaire,
schreef en zegde meermaals
Het werkvolk moet onwetend zijn
immers het volk is dwaas, zot en woest
't zijn ossen die men moet geleiden met
- de zweep en voeden met strooi.
Eu om zijn gedacht beter te doen be
grijpen voegde bij er bij
Ik heet volk al dezen die van hun
werk moeten leven.
Niet waar, Menschen, gij allen die van
uw werk leven moet, de liberalen hebben
eeu haartje naar hun vaartje
Nooit hebben de liberalen iets gedaan
om den toestand dor werkende klassen te
verbeteren of te verzachten, terwijl de
catholieken al doen wat mogelijk is en
reeds veel, zeer veel hebben godaan en
zullou blijven voort doon I
mij, Mevrouw Zy zou sterven in plaats van
u, een nieuwe misdaad n Dit zeggende
wees de jonge vrouw haar de denr.
Een woord met Lachenal, bid ik u 1
Nooit
8 O, v zeidede ongelukkige met trillen
de stem, ik vergeef u uwe wreedheid jegens
mij, ik begrijp dat ge mij veracht. Doch in
dien gij wist wat ik sedert gisteren geleden
heb, zoudt ge mij niet ongelukkig maken.
Kondet ge in mijn hart lezen,dan zondt ge er
met bloedige letters alle kwalen zien geschre-
staan, die ik twaalf lange jaren geleden heb,
die mij geene rust laten en mij tot den laat-
sten ademtocht vervolgen zullen
Ook mijn vader heeft geleden en hij had
u slechts goed gedaan.
Langzaam en met wankelende schreden
verwijderde zich de bezoekster. De wagen
wachtte voor de deur, zij steeg in zonder het
te wagen om te zien. Zij gevoelde, dat zij het
landhuis verliet, evenals het huis de Fairières,
om nooit terug te keeren.
Gabriëlle ging naar het ziekbed van haar
echtgenoot.
8 Wie was daar vroeg hij angstig.
8 Uwe moeder, hernam zij.
8 Mijne moeder... mijne moeder Ik
heb geene moeder. Deze vronw heeft gelogen,
toen ze u dat zeide. n Een hevig hoesten ver-
1 hinderde hem verder te spreken.
looning handelt is een
lage materialist,zegt de snuggere Dender
galm.
Stellen wij eerst en vooral vast dat hij
de wetenschappelijke betcekenis van het
woord materialist niet kent. Hij is zoo
onwetend.
Voor Dendergalm moet gy het goede
doen alleen om het goede 1
Het beslissend oogenblik was gekomen, er
moest een besluit genomen worden. Maar
welk De geringste misstap had dood en
verderf ten gevolge.
Vluchten Daaraan was niet te denken. De
gezondheid van Lachenal liet dit niet toe en
overigens zou de vlucht eene laffe bekentenis
geweest zijn.
Zwygen? Dat deden zij reeds twee
maanden, terwijl een onschnldig meisje voor
twee misdadigers in de gevangenis zuchtte.
Doch dit kon niet blijven duren. Catharina
had nog niet gesproken, tot nu toe had ze op
alle vragen geantwoord 8 ik weet niets an
dere dan dat ik onschnldig ben. Zy twyfel-
de niet aan de woorden barer vroegere mees
teres, maar deze wilde zij niet ongelukkig
maken. 8 Zjj heeft beloofd mij te redden,
zeide zij tot haar zelve, 8 Zy liegt niet en zal
woord houden, dit is voldoende. Maar het
kon gemakkelijk gebeuren, dat haar eens
verdacht woord ontsnapte. Indien ze wilde,
ware bet met Lachenal gedaan. En gesteld,
dat zy zich liet veroordeelen, kon Gabriëlle
dit offer aunnemon Neen, zy had haar
woord gegeven. Maar wat te doen
O, welke schrikkelijke dagen en akelige
nachten in dit bekoorlyk landhuis, vol zonne
schijn en bloemengeur. De reiziger, do toerist
benijdden den bewoners hun verblijf, maar
_ch, indien zy wisten...
Dat is schoon voorzeker on volmaakt,
maar het is misschien wel daarmcé dat
de liefdadigheidswerken der geuzen gee-
nen tier hebben.
Do Chronique heeft inderdaad gezegd
vau zijne geloofsgenoten dat het allen
oordjesbijters zijn. Tous pingres.
Eene belooning verwachten is mcnsche-
lyk bijzouder als zij zoo ideaal grootsch,
is lijk die der geloovigen zooals een vrij
denker Jules Lemaitre het iu de Acade
mie te Parijs zegde. (Zie Patriote van
25 Nov. 11.)
De geuzen mogen geen belooning ver
wachten en daarom doen zij ook de goede
werken niet.
Het een volgt natuurlijk op het andere.
Zouder het te weteu zou de snuggere
Dendergalm daar de juisto uitlegging ge
geven hebben van een feit dat toch zijn
reden hebben moet.
Hoe audors het Chronieksch Tous
piugres uitleggen
Vlaamsche belangen. Eene goe
de tijding. In de vergadering welke
door de tweede afdceling vaa de Kamer
der Volksvertegenwoordigers verleden
week word gehouden, voor het onderzoek
der begrooting van binnenlandsche zaken,
ondervroeg M. de baron Leon Bethune
M. den miuister van binnenlandsche za
ken over de toepassing der bepaling vau
de wet op de Burgerwacht, betrekkelijk
het gebruik der Vlaamsche taal.
M. De Trooz, minister, gaf het volgend
klaar cn afdoende antwoord aan M. Be
thune
De laatste verordeningen voor de bij
zondere ko psen der Qenlsche burger
wacht zijn thans vertaaldde toepassing
der wet zal dus geschieden
Bravo I Nu zal het uit zyn met het ge
durig overtreden der wet.
Tusschen beide en is geen verechil be
weert de armtierige en hy valt ous razend
aan omdat wy daareutusschen een ver
schil willen maken.
Beidon, zegt hy, hebben evenveel recht
van bestaan.
AL waarheid en leugen evenveel recht
hebben van bestaan waarom spreekt bij
dan van goed en kwaad daar ook bestaat
er geen verschil meer. De waarheid op
intellectueel gebied is het goede op prak
tisch terrein. De waarheid is het voor
werp voor het verstand, het geede is hot
voorwerp voor den wil en alle bei zijn een
en het zelfde zij verschillen alleen wan
neer zij in betrekking gebracht worden
met onze vermogens.
Hoo brengt de armtierige dat overeen
met de begrippen die hy heeft over de
Godheid. Kau een volmaakte God onver
schillig blijven of ziju schopsel do waar
heid of de leugen aankleeft
Dat is eene erge dwaling.
Dus voor deu armtierige hebben beiJo
gelijk, zij die het bestaan van God looche
nen lijk zij die de Godheid vereercu. Beide
dingen zyn waar I
Knoop dat nu eeus aaneeu III
De meid was eeu weioig onpasselijk ge
weest en Gabriëlle had van deze gelegenheid
gebruik gemaakt om haar naar huis te zen
den. Dat was een verlichting, want men
moest voor haar voorzichtig zyn. De jonge
ltené was verre op het college en kwam zelfs
niet in de vacantiedagen naar hnis. Zy waren
alleen. met gesloten denren en vensters. n
Gabriëlle, die rijk genoeg was om te Parijs
een eerlijk leven te voeren en er een talrijk
dienstpersoneel op na te houden, leefde na
als eene vrouw uit het volk zy bediende
zelf haren man en verpleegde hem dag eu
nacht als een kind. En toch, zij sidderde en
weende met hem ja, het offer beefde met
den moordenaar.
De gevangenneming van baren man zonde
de schande van haren naam en van baar kind
geweest zijn. Ja, ze Bidderdo en weende
ook. Zij beminde dezen man niet, zy kon hem
ook niet vergeven zij verachtte hem maar
zij wandelde aan zyne zyde meer dan tien
jaren, zij was zijne vrouw hij was de vader
van haar kind. Hij was een afgeleefde grijs
aard, die slechts leefde door haar zorgen. Hy
was een misdadiger, maar zy alleen wist, wat
hij leed. Zij wist dat hij die straf verdiend
had en dacht 8 indien myne arme vader
ziet, hoe het hier toegaat, zal hy zeker ge
wroken zijn.
Wordt voortgezet.