Zondag 9 December 1900 5 centiemen per nummer. 5581e Jaar 5527 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Opgelet Alwie zich voor een jaar aan DEN DEN- DERBODE abonneert, zal hem van nti tot Nieuwjaar gratis ont vangen. Men kan ons blad vragen in het Post kantoor waardoor men bediend wordt, aan den Postbode die de brieven brengt, of met naar ons Bureel te komen of te schrijven. Sparen Hiervrienden Petroolbranden. DE GIFTMENGSTER. Vijand en Vriend. Een apenkind. Om reden, r ™ie,om ,T? be' Waarheid en leugen. DE DENDEFBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des bands Cuique Miium. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op 3* bladzijde 50 centiemen Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Beeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiteriijk legen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad Aalst, 8 December 1900. Wie kent er de nieuwe wet niet, de pensioenwet, die aan allen toelaat mits eene geringe wekelijbsche bijdrage of be sparing, eene pensioen in zijne oude dagen te genieten 1 Hoe dikwijls wordt er niet gezegd van de bedienden of beambten van 't Staats- of Gemeentebestuur die menscben zijn gelukkig, als zy oud zyn genieten zij een goed pensioen. Inderdaad die menschen, in dien zin, zijn gelukkigzy moeten niet bevreesd zijn dat ze bunnen oudon dag in armoede zullen moeten slijten. Maar men denke toch niet dat de men scben, die ge zoo gelukkig acht, dit pen sioen hebben verkregen zonder te sparen Neen ditpeDsioen hebben ze moeten verdienen. Ongeveer 3 fr. 50 c. per hon derd wordt hun van hunne jaarwedde jaarlyksch afgehouden om in de pensioen kas gestort te worden. Wie dus eene jaarwedde geniet van 1000 fr. wordt jaarlyks 35.00 fr. afgehou den. Welnu de nieuwe wet laat toe dat iede reen mag storten om in zynen ouden dag een pensioen te genieten. Als men jaarlijks 35 franks stort, kan men zich een pensioen verzekeren zoo belangrijk als dit van een bediende die eene jaarwedde geniet van 1600 fr. Bij voorbeeld een storting met afgestaan capitaal van 3 fr. jaarlyks, te rekenen van zijn 21® jaar, geeft op 65 jarigen ouderdom, eeu pensioen van fr. 204,34. En om dit pensioen van fr. 204,34 te kunnen genieten hoeveel moet men stor ten van zijn persoonlijk geld gedurende die 45 jaren 1 Wel maar 135 fr.... Dus wie gedurende 4ojareD alle jaren 3 fr. stort met afgestaan capitaal bekomt op 65 jarige leeftijd een pensioen van fr. 204.34. Men mag meer storten en dan zal 't pen sioen in evenredigheid grooter zijn. De bedienden storten altijd met afge staan CApitaal. Men kan ook met voorbehouden capi taal storten, 't is te zeggen, dat al het geld dat gij gespaard hebt, aan u of aan uwe erfgenamen worde teruggekeerd, maar dan is 't pensioen kleiner. Bij voor beeld bij die te beginnen van zyn 21 jaar alle jaren 3 fr. stort zou op 65jarise ouderdom maar en pensioen genieteu vau fr. 111,13. Dus 93 fr. 's jaars min dan met afgestaan capitaal. Menscben spaart dus eu leert uwe kiüders sparen 1 Wordt lid van eene spaargilde erkend door den Staat. Al wie maar wilt, kan een pensioen 'erkrijgen Al wie maar wilt, kan rentenier van den Staat worden I Landbouwers, leest eu overweegt de volgende aanhalingen. Zij bevatten lessen die goud weerd zijn Van Beveren in Valentino te Gent riep den 3den September 1894 uit «Wy willen de vernietiging der armoe- de door de invoering van het collectief - bezit van grondbodem en werkma- teriëel. Dus alles aau de heereu socialisten en als zij al de landbouwers-hebben uitge schud dau zeggeu zij Wij hebben de armoede vernietigd. Dat is enkel foorlawijd. Nu een uittreksel uit Le Peuple, uit een art. van Defnet (23 Juli 1894) Het doel vau ons programma is den grond, de werktuigen, het vercenigde arbeidgetuig,'t is te zeggen,al de voort- brengstmiddelen, met een woord het capitaal, den gemeenen eigendom van al de inwoners van hetzelfde land te maken, n Dat is goed. Maar wie zal zaaien en wie zal maaien Zal ik inoogsten mogen wat ik bewerkt heb? Dan zijn we net zoo ver als nu. Zal een ander het recht heb ben de vruchten van mijnen arbeid te plukken Oh dan doe ik niet meer meê, dat kan er niet meer door Nu dat laatste denkeu de socios. Het ding waar niet compleet gaven wij ook he t woord niet aan Vooruit. Ziehier wat hij uitbraakt «Wij zullen de capitalisten ont- eigenen zonder hun de minste schadevergoeding toe te staan al moest men ons voor dieven uit- maken. Algemeene onteigening zonder seha- n devergoeding dat is dus ons middel en - ons eenig doel 1 Gij heet dat stelen Maar hebben de capitalisten al betgeen zij bezitten aan den werkman niet ontstolen Op welke wijze zijn zij anders rijk geworden Hetgeen gij diefstal noemt, boeten wij restitutie 1 Dat is zonder doekskeu geen minste schadevergoeding I Wat gij bezit hebt go ges;oleD. Volgens de socios heeft bet capi taal recht op niets, de arbeid integendeel recht op alles. Beide dingen ziju overdreven. In medio virtus tusschen in zit do waarheid I Schier geene week gaat voorbij, of men leest in de dagbladen van een of ander ongeluk door petroolbraud veroorzaakt. Hier is bet eene buurvrouw die om de kolen in hare kachel wat spoediger vuur te doen vatten, er petrool opgiet, maar op betzelfde oogenblik door de hevig uit slaande vlammen, zelve in brand wordt gezet. Daar is bet een meisje dat met eene brandende lamp in de hand struikelt, valt, in eenen oogwenk hare kleederen vlam ziet vatten en slechts met groote moeite en na verschrikkelijke brandwon den bekomen te hebben, gered wordt. Elders is het eene brandende lamp die van zelfs ontploft, terwyl zy op de tafel staat en schrik en vernieling rondom zicb verspreidt, ofwel een petroolkomfoor, dat springt en eenen vlammeustroom doet outstaan die vreeselijke verwoestiugen aanricht. Wanneer men al die berichten leest zou men wel gaan denken dat de petrool eene van de gevaarlijkste vloeistoffen is die er bestaan, indien men Diet wist dat er talrijke huishoudens te vinden zyn waar nooit een ongeluk door petrool ver oorzaakt wordt. Eu dit laatste moet volstrekt dan ook geen wonder baren, waut petrool is inder daad geene zoo gevaarlyke vloeistof als velen denken. Zoo ook ontploft de petrool niet licht in eene lamp of komfooropdat dit kuone plaats hebben moeten er zekere voorwaarden bestaan die maar zelden te zamen aanwezig zyn. Er moeten zicb namelijk 8 deelen lucht in 't bijzijn van 1 deel petrool bevinden, voor eene ontpluffing plaats zal hebben, en dit gebeurt nooit wanneer men er voor zorgt dat lampen en komfooren niet bran den als er schier geene olie meer in is. Hiorop lette men dus goed en men zal geene ontploffingen te vreezen hebben. Wat de twee eerstgenoemde soorten van ongelukken betreft, die zijn nog ge makkelijker te vermyden. Want indien bedoeld meisje in plaats van met eene lamp de trappen op- en af te loopen daar toe eene kaars of eeu lantaarntje had gebruikt, en zoo die buisvrouw wat pe trool op de boleD gegoten had eer tij de hachel begon aan te maken dau zouden beide vrouwen niets te duchten hebben gehad. 45* VERVOLG. Nu vraag ik u vergiffenis ik meende mijn onrecht sedert goed gemaakt te hebben en zoo niet eene moeder den toch eene vriendin ge weest te zijn. Gy 1 n liep Gabriëlle, die met moeite haren toorn kon weerhouden. Weg metu ellendige wilde zij haar toeroepen. Want deze vrouw was voor haar een monster, zij was bet, die Lachenat tot een moordenaar en daarna tot haar echtgenoot gemaakt had. En nu stond zij daar als verpletterd, hare schuld bekennende en zich beklagende, dat men haar niet met open armen ontving. Toen ik opgehouden heb hem te bezoe ken, n begon zy weder, u weet ge wel, dat dit niet uit vryen wil gebeurde, maar daar door zeer geleden heb. En eindelijk komt ge hem bezoe ken n u Ja, omdat ik vernomen heb, dat hy in groot gevaar is. Ach, riep de jonge vrouw, genoeg met die leugens. Zeg het tuch ronduit, by dien gy hier zoekt, is uw zoon. - Hemel, weet gij dat Maar goed des te beter. Ja, hij is mijn zoon, de ondank, bare, die mij verdreven heeft en dien ik nog altijd bemin Ik meende, dat hij dood was en verloren eerst op vijf en twintigjarigen leeftijd leerde ik hem kennen, en toen heb ik hem bemind en my voor hem opgeofferd. Ik gaf hem tot echtgenoote de schoonste, de beste der vrouwen. En toen ik hem geluk kig gemaakt had, verdreef hij mij plotseling uit zijn huis. u Deukt gij, vroeg Uabriëlle koeltjes, u dat uwe tegenwoordigheid alhier eene guns tige uitwerking zal hebben n u Het is lang geleden, dat ik hem niet meer gezien heb. De oorzaak zijner ontevre denheid zal nu wel verdwenen zyn. n u Meent gij dat wezenlijk vroeg Me vrouw Lachenal. De bezoekster schrikte zij zag iu, dat hare stiefdochter een gedeelte barer geheimen kende. Zij wist misschien alles Kende zij de moordenaars van haren vader O, dacht zij bij haar zelve, indien dat het geval is, ben ik verloren Hare angst ging zoo ver, dat zij voor Gabriëlle op ds knieën viel. u Beken het maar, riep deze, dat gij al leen gekomen zijt om plannen te beramen om uw hoofd te redden. Catharina nw slachtoffer zal eindelijk spreken, niet waar Zy zal haar leven niet voor het uwe geven en tot de rechters zeggen Gij hebt my veroordeeld, omdat ge mij niet gehoord hebtheden zult ge mij vrijspreken, wijl ge my hoort. Neen, ik ben de giftmengster niet, maar die, welke my deed vluchten. Gabriëlle smeekte de ellendige met bevende, opgeheven handen. Dat is de ware moordenaarster, die mij geld gegeven heeft, die het vergift in mijne kleederen gestrooid heeft. Zoekt nu zelf of zij medeplichtigen had zal Catharina zeggen. a Dood mij n riep zij op de knieën lig gende, maar klaag my niet aan Dus vreest ge nog altyd de straf Mevrouw de Fairières stond langzaam op u Gabriëlle, ik vrees meer de straf voor hem, dan voor mij, want ik ben alleen, oud, ziek, en sta op den rand van 't graf. Maar myne gevangenneming zal zeker de zijne ten gevol ge hebben, want men zal inzien dat hier een bekwamer hand iu 't spel is, dan die eener vrouw. Hy zon verloren zijn, hij, gij en uw kiad, dat zijnen naam draagt. Laat hem mij daarom zien om onze vlucht of onze verdedi ging te bespreken. a Gij boezemt my afschuw in, gy zult hem niet zien Indien de benl een offer vraagt, zal het daar zijn, al moest ik hem zelf aanklagen, ik zal nooit toestaan, dat eene onschuldige veroordeeld wordt. Verstaat ge Branden over 't algemeen en petrool branden in 't bijzonder ziju gemakkelijker te voorkomen dan te hlusscben men neme dus zorgvuldig deu hier gegeven raad in acht, en make dien ook zooveel mogelyk ruchtbaar, eveüals deu vol- geuden, die dienen kan bij het bestrijden van petroolbranden waar er nog zulke zouden ontstaan. Petroolbranden blusschcn met water gaat niet, maar er zijn twee stoffen waar mede meu eiken petroolbraud spoedig kan dooven, namelijk melk en zand. Melk is een nog al duur bluschmiddel, maar zand is goedkoop genoeg om door elkeen te kunnen gekocht worden. Ieder weze er dus op bedacht steeds een met zand goed gevulden emmer in de woonkamer te heb ben, als hulpmiddel waar het nood zou doon. Dat is alles wat ik over de petroolbran den te zeggen had. Daar wil ik nog aan toegeven dat van de verschillende soorten van verlichting, die tot dusverre prak tisch bevoudeu werden, elektriciteit en petrool het minst kosten en bovendien onder bet branden, minder dan ander licht de omgevende lucht bederven. Wy doeq; dus voor onze gezondheid en voor onze'geldbeurs beter petrool in onzo wo- uiDgèn te gebruiken dan olie of kaarsen. Onze lezers kennen do edelmoedige g. voelens waarmeè onze groene .dema gogen bezield zijn jegens al wat min of meer naar Catholiek of Kerk riekt. Wie daaraan een oogenblikje twijfelt die leze de volgende aanhalingen. De eerste is van advocaat Flankaert en beeft de kolommen versierd van het fameus orgaan van den opgeschorste de tweede is van Liebknecht een Duitsche socialist, niet een onbekende, maar de grooto chef die jareD lang het bevel, een onbeperkt gezag over de socios voerde. Van meester Flankaert {Volksteever 16 November 1900.) Men weet ook wat het aan do catho- lieke Kerk gekost heeft, met haar zoo lang aan de zijde te scharen van konin gen eu edeleu en zich te stellen als een dam tegen de vrijheid en de ontwik keling {sic) der volkeren. De helft der catholieken van Europa, 't is te zeggen van do beschaafde wereld zijn haar daardoor ontsnapt. Dat is een kolossale leugen, zoo groot als de ëiffoltoren Eu meester Flankaert noemt zich christen echt merk, als 't u belieft, de andere ziju phariseërs 1 Nu eenige woorden van socialist Lieb knecht. Hij sprak die uit in 1894 in den Duitscben Rijksdag De catbolieko Kerk bezit eene ont- zaggelyke levenskracht. Het protes- taolisme beeft zicb altijd verlaagd van Luther af tot op onze dagen, met zich den knecht te maken van het tijdelijk gezag 't is hetgeen de catholieke Kerk nooit gedaan heeft, n Dat komt van eon vyand, die alle belang heeft de waarheid te verzwijgen. Maar Liebknecht was rechtzinnig en loo chende het licht niet. Meester Flankaert staat net zoo hoog als onze Dendorgalmers en heeft zooveel logiek als zij Leven do grondwettelijke vrijheiden I roepen zij en zij schrijven terzelfdertyd Wij ook wij meenen dat het beter is priesters en paters te ver bannen. O Op wal peil is meestor Flankaert nu toch versukkelt I. Er is geen hemel men weet er niet of de menscb eene onsterfelijke ziel heeft, of God bestaat want dat is een mysterie, beweert dit vernuttig blad. Als men niet weet of God bestaat weet men ook niet of God de wereld geschapen beeft. Vanwaar mag die dan komen Als God den meDSch niet geschapen heeft hoe is de menscli iu 't leven geroepen Vanwaar is hij gekomen Waar gaat hij naar toe Voor ons, christenen, antwoordt do catechismns klaar en duidelijk op al die vragen. Maar Dendergalm veracht den catechismus, bij misprijst dat boekskeD. Zou hij wellicht denkeu, onze armtieri ge, dat de mensch de zoon is van een aap, oen apenkiud Hij moet toch iets denken die diepe vrije denker het is beneden zyn waar digheid te zeggen ik weet het niet. Er is geen uitkomen aan of de mensch is door God geschapen of is door een aap geteeld. Dendergalm zal voor 't laatste zijn voor hem is de mensch een apenkind. Do voorvader der libe ralen, de verachtelijke Voltaire, schreef en zegde meermaals Het werkvolk moet onwetend zijn immers het volk is dwaas, zot en woest 't zijn ossen die men moet geleiden met - de zweep en voeden met strooi. Eu om zijn gedacht beter te doen be grijpen voegde bij er bij Ik heet volk al dezen die van hun werk moeten leven. Niet waar, Menschen, gij allen die van uw werk leven moet, de liberalen hebben eeu haartje naar hun vaartje Nooit hebben de liberalen iets gedaan om den toestand dor werkende klassen te verbeteren of te verzachten, terwijl de catholieken al doen wat mogelijk is en reeds veel, zeer veel hebben godaan en zullou blijven voort doon I mij, Mevrouw Zy zou sterven in plaats van u, een nieuwe misdaad n Dit zeggende wees de jonge vrouw haar de denr. Een woord met Lachenal, bid ik u 1 Nooit 8 O, v zeidede ongelukkige met trillen de stem, ik vergeef u uwe wreedheid jegens mij, ik begrijp dat ge mij veracht. Doch in dien gij wist wat ik sedert gisteren geleden heb, zoudt ge mij niet ongelukkig maken. Kondet ge in mijn hart lezen,dan zondt ge er met bloedige letters alle kwalen zien geschre- staan, die ik twaalf lange jaren geleden heb, die mij geene rust laten en mij tot den laat- sten ademtocht vervolgen zullen Ook mijn vader heeft geleden en hij had u slechts goed gedaan. Langzaam en met wankelende schreden verwijderde zich de bezoekster. De wagen wachtte voor de deur, zij steeg in zonder het te wagen om te zien. Zij gevoelde, dat zij het landhuis verliet, evenals het huis de Fairières, om nooit terug te keeren. Gabriëlle ging naar het ziekbed van haar echtgenoot. 8 Wie was daar vroeg hij angstig. 8 Uwe moeder, hernam zij. 8 Mijne moeder... mijne moeder Ik heb geene moeder. Deze vronw heeft gelogen, toen ze u dat zeide. n Een hevig hoesten ver- 1 hinderde hem verder te spreken. looning handelt is een lage materialist,zegt de snuggere Dender galm. Stellen wij eerst en vooral vast dat hij de wetenschappelijke betcekenis van het woord materialist niet kent. Hij is zoo onwetend. Voor Dendergalm moet gy het goede doen alleen om het goede 1 Het beslissend oogenblik was gekomen, er moest een besluit genomen worden. Maar welk De geringste misstap had dood en verderf ten gevolge. Vluchten Daaraan was niet te denken. De gezondheid van Lachenal liet dit niet toe en overigens zou de vlucht eene laffe bekentenis geweest zijn. Zwygen? Dat deden zij reeds twee maanden, terwijl een onschnldig meisje voor twee misdadigers in de gevangenis zuchtte. Doch dit kon niet blijven duren. Catharina had nog niet gesproken, tot nu toe had ze op alle vragen geantwoord 8 ik weet niets an dere dan dat ik onschnldig ben. Zy twyfel- de niet aan de woorden barer vroegere mees teres, maar deze wilde zij niet ongelukkig maken. 8 Zjj heeft beloofd mij te redden, zeide zij tot haar zelve, 8 Zy liegt niet en zal woord houden, dit is voldoende. Maar het kon gemakkelijk gebeuren, dat haar eens verdacht woord ontsnapte. Indien ze wilde, ware bet met Lachenal gedaan. En gesteld, dat zy zich liet veroordeelen, kon Gabriëlle dit offer aunnemon Neen, zy had haar woord gegeven. Maar wat te doen O, welke schrikkelijke dagen en akelige nachten in dit bekoorlyk landhuis, vol zonne schijn en bloemengeur. De reiziger, do toerist benijdden den bewoners hun verblijf, maar _ch, indien zy wisten... Dat is schoon voorzeker on volmaakt, maar het is misschien wel daarmcé dat de liefdadigheidswerken der geuzen gee- nen tier hebben. Do Chronique heeft inderdaad gezegd vau zijne geloofsgenoten dat het allen oordjesbijters zijn. Tous pingres. Eene belooning verwachten is mcnsche- lyk bijzouder als zij zoo ideaal grootsch, is lijk die der geloovigen zooals een vrij denker Jules Lemaitre het iu de Acade mie te Parijs zegde. (Zie Patriote van 25 Nov. 11.) De geuzen mogen geen belooning ver wachten en daarom doen zij ook de goede werken niet. Het een volgt natuurlijk op het andere. Zouder het te weteu zou de snuggere Dendergalm daar de juisto uitlegging ge geven hebben van een feit dat toch zijn reden hebben moet. Hoe audors het Chronieksch Tous piugres uitleggen Vlaamsche belangen. Eene goe de tijding. In de vergadering welke door de tweede afdceling vaa de Kamer der Volksvertegenwoordigers verleden week word gehouden, voor het onderzoek der begrooting van binnenlandsche zaken, ondervroeg M. de baron Leon Bethune M. den miuister van binnenlandsche za ken over de toepassing der bepaling vau de wet op de Burgerwacht, betrekkelijk het gebruik der Vlaamsche taal. M. De Trooz, minister, gaf het volgend klaar cn afdoende antwoord aan M. Be thune De laatste verordeningen voor de bij zondere ko psen der Qenlsche burger wacht zijn thans vertaaldde toepassing der wet zal dus geschieden Bravo I Nu zal het uit zyn met het ge durig overtreden der wet. Tusschen beide en is geen verechil be weert de armtierige en hy valt ous razend aan omdat wy daareutusschen een ver schil willen maken. Beidon, zegt hy, hebben evenveel recht van bestaan. AL waarheid en leugen evenveel recht hebben van bestaan waarom spreekt bij dan van goed en kwaad daar ook bestaat er geen verschil meer. De waarheid op intellectueel gebied is het goede op prak tisch terrein. De waarheid is het voor werp voor het verstand, het geede is hot voorwerp voor den wil en alle bei zijn een en het zelfde zij verschillen alleen wan neer zij in betrekking gebracht worden met onze vermogens. Hoo brengt de armtierige dat overeen met de begrippen die hy heeft over de Godheid. Kau een volmaakte God onver schillig blijven of ziju schopsel do waar heid of de leugen aankleeft Dat is eene erge dwaling. Dus voor deu armtierige hebben beiJo gelijk, zij die het bestaan van God looche nen lijk zij die de Godheid vereercu. Beide dingen zyn waar I Knoop dat nu eeus aaneeu III De meid was eeu weioig onpasselijk ge weest en Gabriëlle had van deze gelegenheid gebruik gemaakt om haar naar huis te zen den. Dat was een verlichting, want men moest voor haar voorzichtig zyn. De jonge ltené was verre op het college en kwam zelfs niet in de vacantiedagen naar hnis. Zy waren alleen. met gesloten denren en vensters. n Gabriëlle, die rijk genoeg was om te Parijs een eerlijk leven te voeren en er een talrijk dienstpersoneel op na te houden, leefde na als eene vrouw uit het volk zy bediende zelf haren man en verpleegde hem dag eu nacht als een kind. En toch, zij sidderde en weende met hem ja, het offer beefde met den moordenaar. De gevangenneming van baren man zonde de schande van haren naam en van baar kind geweest zijn. Ja, ze Bidderdo en weende ook. Zij beminde dezen man niet, zy kon hem ook niet vergeven zij verachtte hem maar zij wandelde aan zyne zyde meer dan tien jaren, zij was zijne vrouw hij was de vader van haar kind. Hij was een afgeleefde grijs aard, die slechts leefde door haar zorgen. Hy was een misdadiger, maar zy alleen wist, wat hij leed. Zij wist dat hij die straf verdiend had en dacht 8 indien myne arme vader ziet, hoe het hier toegaat, zal hy zeker ge wroken zijn. Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1900 | | pagina 1